OPVOLGING VAN PATIËNTEN MET GEDAALDE NIERFUNCTIE DOOR DE HUISARTSEN UIT GENT-MERELBEKE-MELLE-DESTELBERGEN -LMN Samen in Zorg- Achtergrond Chronisch nierlijden wordt gedefinieerd als structurele of functionele nierschade. Het gaat over een verminderde nierfunctie die gedurende minstens drie maanden bestaat. Meerdere feiten pleiten voor een goede opsporing en opvolging van nierinsufficiëntie. Ten eerste is het een frequent voorkomende chronische aandoening, waarvan de incidentie nog zal stijgen omwille van de vergrijzing: met het stijgen van de leeftijd, daalt de nierfunctie. In de tweede plaats wordt het probleem, ondanks de hoge prevalentie slechts bij een klein aantal patiënten als dusdanig herkend. Vroegtijdige opsporing van CNI en follow-up beïnvloeden het ziekteverloop gunstig. Daarnaast vertegenwoordigt de kleine groep patiënten met terminaal nierfalen een zeer grote maatschappelijke kost: in 2010 voorzag het Riziv meer dan 350 miljoen euro alleen voor de kosten van nierfunctievervangende therapie. Methode Om na te gaan in welke mate de huisartsen uit Gent-Merelbeke de nierfunctie van hun patiënten opvolgen, stelde het LMN Samen in Zorg volgende vraag aan de labo’s in de projectregio: “Kan u ons, per patiënt waarvan in 2012 een eGFR afgenomen werd (geanonimiseerd), de 3 laatst opgevraagde GFR-waarden geven? Indien er slechts twee waarden zijn, de laatste twee waarden, indien er slechts één waarde beschikbaar is, de laatste waarde. Deze aantallen opgesplitst per postcode van de aanvragende huisarts. Graag waarden voor de fusiegemeenten Gent, Merelbeke, Melle, Destelbergen”. Vier van de vijf zelfstandige labo’s en twee van de vier ziekenhuislaboratoria bezorgden ons deze cijfers. Eén zelfstandig labo kon ons geen cijfers geven, de twee overige ziekenhuislabo’s krijgen een verwaarloosbaar aantal eGFR-aanvragen via huisartsen. Resultaten In totaal werden 96 265 eGFR waarden opgevraagd van 72 199 unieke patiënten. Hiervan waren er 14 812 eGFR waarden van 9110 unieke patiënten verlaagd (< 60) Voor 5078 (of 56% )van deze patiënten met een verlaagde eGFR werd geen tweede controlestaal opgevraagd. In de behandelingsfiche1 die door het LMN, i.s.m. de Gentse dialysecentra en de vakgroep huisartsgeneeskunde en eerstelijnsgezondheidszorg opgesteld werd, wordt aangeraden om bij een gedaalde nierwaarde (eGFR < 60) binnen de twee weken een tweede eGFR-waarde te meten. En wanneer deze terug verlaagd is, binnen de drie maanden een derde meting te laten uitvoeren voor eventuele diagnose. Bovenstaande cijfers pleiten voor meer aandacht voor en een snellere opvolging van verlaagde eGFR-cijfers in de huisartsenpraktijk. Zo kan de diagnose chronische nierinsufficiëntie tijdig gesteld worden en de patiënt de juiste behandeling krijgen. 1 Deze fiche kunt u downloaden op www.lmn-sameninzorg.be/documenten > Chronische nierinsufficiëntie Discussie De cijfers bevatten een foutenmarge. Een (beperkt) aantal huisartsen werkt samen met meerdere labo’s waardoor dubbeltellingen mogelijk zijn. Daarnaast zijn er ook (beperkt) patiënten die meerdere huisartsen consulteren. Ook dit aantal schatten wij laag in. In de resultaten zullen ook een aantal patiënten opgenomen zijn waarvoor een tweede en eventueel een derde eGFR aangevraagd werd nadat wij de data aan de labo’s opgevraagd hebben. Ten slotte zullen ook een aantal patiënten naar de nefroloog doorverwezen zijn die de verdere opvolging van de eGFR op zich nam.
© Copyright 2024 ExpyDoc