Zienswijze BSO De Pretletters - School

Zienswijze BSO De Pretletters
Willem-Alexanderschool te Bergen
Bergen, 20 januari 2014
Toelichting op de GGD-inspectie 25 november 2013 door BSO De Pretletters
Geachte mevrouw Kuipers en mevrouw Zweers,
Naar aanleiding van de door de GGD genomen inspectie van 25 november j.l. vinden wij
het noodzakelijk om het een en ander toe te lichten. De Willem-Alexanderschool en BSO
De Pretletters zouden de Willem-Alexanderschool en BSO De Pretletters niet zijn als wij
niet voor degelijkheid, openheid en kwaliteit zouden staan.
Om deze redenen vinden wij, Marieke Sibarani, coördinator van BSO de Pretletters en
Bianca Koomen, directeur van de Willem-Alexanderschool het gepast om onze zienswijze
te geven op de door u genomen inspectie.
Voorop gesteld staat dat wij kwaliteitscontroles zoals uitgevoerd door de GGD toejuichen.
Kwalitatief goede, fijne, huiselijke, gezellige en creatieve kinderopvang is belangrijk voor
de deelnemers en legt een goede basis voor emotioneel welbevinden en verdere
ontwikkeling van de kinderen. De GGD draagt door haar controlerende rol hieraan bij.
Wij zijn ons er terdege van bewust dat de GGD geen rekening kan houden met de
verschillende gebeurtenissen die zich op een BSO voordoen, en mogelijk van invloed zijn
op het inspectierapport. Toch hopen we dat u een uitzondering wilt maken, omdat er in dit
geval sprake is van een ongelukkige samenloop van (privé-) omstandigheden.
Ten eerste is de BSO afgelopen oktober overgedragen van voorgangster Els Luntz, die
ook het actieplan destijds heeft doorgevoerd, aan mij, Marieke Sibarani. Na een
overdracht is het altijd even zoeken naar een goede doorstart, een evenwicht en balans
vinden in een nieuw te voeren beleid. Min of meer tegelijkertijd ben ik om persoonlijke
redenen een aantal weken uit de running geweest. Bovendien hebben we de administratie
van onze BSO overgedragen naar een centrale BSO-administratie binnen stichting Tabijn.
En vrijwel direct daarna vond de inspectie plaats.
U begrijpt misschien dat om deze redenen niet alles op zijn plek te vinden was. Excuses
hiervoor.
Uiteraard willen wij heel graag laten zien dat wij wel degelijk staan voor kwaliteit, dat wij
een veilige thuishaven zijn voor de kinderen van onze BSO, dat wij klein maar dapper zijn,
en heel blij zijn dat we de Pretletters kunnen aanbieden aan de leerlingen van de WillemAlexanderschool, en hopelijk in de toekomst ook aan alle andere kinderen uit Bergen.
Met vriendelijke groet,
Bianca Koomen
Directeur Willem-Alexanderschool
Marieke Sibarani
Coördinator BSO de Pretletters
Zienswijze van BSO De Pretletters op het GGD inspectierapport van 25-11-2013
1. Blz. 3. Bij de beschouwing wordt beweerd dat er op BSO De Pretletters voor - en
naschoolse opvang wordt geboden, maar dit is niet zo. Wij bieden hoofdzakelijk
naschoolse opvang aan en hebben als service een externe oppasregeling voor enkele
ouders, die geheel buiten BSO De Pretletters om als school plaatsvindt. Pas vanaf vijf
kinderen bieden wij voorschoolse opvang aan, maar door onze kleinschaligheid is hier
(nog) geen sprake van. Zie verder punt 3.
2. Blz. 3. Bij conclusie. Er is een vervelende maar ook menselijke fout gemaakt bij de
GGD. Het rapport is door de administratie in december 2013 j.l. per abuis niet verstuurd
naar de houder en de BSO coördinator. Hierdoor konden wij onze zienswijze niet geven.
3. Blz 4.Kinderopvang in de zin van de wet Kinderopvang: Het betreft hier een
oppasconstructie in privé-setting en wat het een privésituatie maakt, die onzes inziens
buiten beschouwing gelaten dient te worden. Wij hebben naar aanleiding van de
bevindingen van de GGD, telefonisch overleg gevoerd met de GGD en de gemeente en
hen uitleg gegeven over onze oplossing van destijds.
Voordat we de BSO startten, is er een enquête geweest onder de ouders. Daarin gaven zij
aan dat er ook behoefte was aan een VSO. Door de verslechterende economische
omstandigheden heeft uiteindelijk één kind een jaar lang drie dagen in de week gebruik
gemaakt van een kindplaats. Uiteindelijk kon de ouder het anders regelen en is deze
kostbare VSO gestopt en hebben wij besloten pas bij vijf kinderen of meer VSO aan te
bieden.
Een half jaar geleden is er een oplossing door de school ingezet binnen een privé-setting,
omdat ouders voor één kind gebruik wilden maken van VSO. Deze constructie vindt in alle
opzichten geheel buiten de BSO om plaats. De oppas kent de BSO-medewerkers niet
eens. Er is hier dus in absolutie geen sprake van kinderopvang.
4. Blz. 5 en 6. Pedagogisch klimaat.
Het pedagogisch beleidsplan hebben wij onmiddellijk aangepast op de beide voorwaarden
waar wij niet aan zouden voldoen. Zie aangepast pedagogisch beleidsplan. Natuurlijk zien
wij het belang van deze voorwaarden. Alleen zijn deze voorwaarden in de praktijk voor ons
(nog steeds) niet relevant. Al onze NSO-kinderen kennen elkaar namelijk allemaal door de
kleine samenstelling van onze sfeervolle groepen (maximaal 8 kinderen).
Per 6 januari 2014 j.l. is er een afgestudeerde beroepskracht Kinderopvang werkzaam
tijdens de theaterlessen. Dus dat is nu keurig en adequaat opgelost.
5. Blz 7 Personeel en groepen.
'De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te
komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen)'
Wij willen hierbij refereren aan bovengenoemd citaat:
Toen ons dit bekend werd, hebben wij onmiddellijk adequaat gehandeld en voor een
passende oplossing gezorgd. Per direct is er een bevoegde leerkracht op de groep gezet.
In de toekomst zullen wij uitsluitend stagiaires zelfstandig op de groep laten draaien als
hij/zij daar het vereiste niveau van de opleiding voor heeft. Ook al functioneert een
stagiaire van een lager niveau in pedagogisch en didactisch opzicht nog zo goed.
Wij zijn van mening dat de huidige stagiaire zeer goed functioneert en wel degelijk de
kinderen emotionele veiligheid biedt. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van persoonlijke
competenties van de kinderen, als ook voor hun ontwikkeling van de sociale competentie.
Tevens zijn wij ervan overtuigd dat zij ook in staat is normen en waarden door te geven
aan de kinderen. Het feit dat zij MBO niveau 2 volgt, wil niet zeggen, dat zij niet aan deze
eisen zou kunnen voldoen. Sterker nog: wij zouden deze stagiaire in geen geval op de
groep plaatsen, als wij niet van haar kunnen en welzijn zouden zijn overtuigd.
Wij zijn van mening dat iemands capaciteiten niet altijd zichtbaar zijn op papier. Bovendien
ging het telkens om een zeer klein groepje kinderen, namelijk tussen de 1-4 kinderen.
Zij heeft juist laten blijken dat zij heel erg betrokken is en pedagogisch goed onderlegd.
Kwaliteit en veiligheid geven, staan immers bij ons hoog in het vaandel. Wij zijn er dan ook
van overtuigd dat zij onze kinderen ook normen en waarden kan meegeven, die in de lijn
liggen van ons pedagogisch beleidsplan en waar wij achter kunnen staan.
6. Blz. 9 Veiligheid en gezondheid.
De ontbrekende documenten op locatie waren gedeeltelijk digitaal beschikbaar. Wegens
de overdracht, de verdrietige persoonlijke omstandigheden en de nieuwe start van de
huidige BSO-coördinator waren deze echter niet ter plekke aanwezig. Dit spijt ons zeer.
Dus hebben wij hier onmiddellijk actie op ondernomen en de documenten opnieuw
ingevuld (waardoor de nieuwe BSO-coördinator meteen haar visie goed kon neerleggen).
Deze zijn tegelijkertijd met onze zienswijze toegestuurd aan de GGD-inspectrice.