Lucas van Leijdenstraat

Inspectierapport
Reuzenrijk (BSO)
Lucas van Leydenstraat 25
5213BB 'S-HERTOGENBOSCH
Registratienummer 651296237
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant
S HERTOGENBOSCH
20-02-2014
Regulier onderzoek
Definitief
19-03-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 5
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 6
Inspectie-items ................................................................................................................... 7
Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9
Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Buitenschoolse opvang Reuzenrijk, locatie Lucas van Leijdenstraat is één van de buitenschoolse
opvanglocaties van Kindercentrum Het Sprookjesbos. In totaal vallen drie kinderdagverblijven
en twee locaties voor buitenschoolse opvang onder deze organisatie.
Het kindercentrum (kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang) op de Lucas van Leijdenstraat is
gevestigd in een voormalig schoolgebouw. Naast de groepsruimte maakt de buitenschoolse opvang
samen met het kinderdagverblijf gebruik van de centrale speelhal en de snoezelruimte.
De buitenschoolse opvang bestaat uit één basisgroep met maximaal 20 kindplaatsen.
Tijdens dit onaangekondigde inspectiebezoek op 20 februari 2014 verleenden de pedagogisch
medewerker en manager alle medewerking. Er heerste een aangename en ontspannen sfeer. De
kinderen hadden het zichtbaar naar hun zin.
Er is een overtreding geconstateerd met betrekking tot het veiligheidsbeleid. Voor een toelichting
verwijs ik u naar het domein Veiligheid en gezondheid.
Advies aan College van B&W
De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld:
• emotionele veiligheid;
• persoonlijke competentie;
• sociale competentie;
• overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument
observatie kindercentrum.
Pedagogisch beleid
Er is een pedagogisch werkplan dat specifiek voor deze locatie geschreven is. Het pedagogisch
werkplan bevat informatie over de volgende beoordeelde voorwaarden. Dit zijn:
• het wenbeleid;
• het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Pedagogische praktijk
Tijdens het interview met de pedagogisch medewerker blijkt dat hij voldoende op de hoogte is van
het pedagogisch beleidsplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep.
Tijdens de inspectie is de pedagogische praktijk geobserveerd. Hieronder zijn een aantal situaties
beschreven die zich voordeden tijdens de observatie:
Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk.
De pedagogisch medewerker heeft alle aandacht voor de kinderen, voert gesprekjes met ze en
speelt actief mee met de kinderen.
De kinderen kunnen meepraten en meebeslissen over activiteiten die worden aangeboden.
Tijdens de inspectie stond een schildermiddag op het programma. Een aantal kinderen heeft hier
toch geen zin in en wil in de hal blijven spelen. De pedagogisch medewerker spreekt met de
kinderen af dat ze mogen blijven spelen en dat hij straks nog een keer komt vragen of ze dan wel
willen schilderen. Vervolgens gaat hij met een kind dat wel wil schilderen naar het atelier.
Er is aandacht voor leermomenten.
Op verschillende momenten ondersteunt de pedagogisch medewerker het leerproces van de
kinderen. Aan het begin van de middag bladeren een aantal kinderen door een boek met dieren.
De kinderen stellen vragen over de dieren die in het boek staan. De pedagogisch medewerker geeft
antwoord op deze vragen en spoort de kinderen aan om door te vragen en ook zelf de antwoorden
te bedenken.
Tijdens de schilderworkshop geeft hij veel uitleg en biedt hij het kind passende opdrachten aan.
Gebruikte bronnen:

Interview anderen (Pedagogisch medewerker)

Observaties

Pedagogisch werkplan
4 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Personeel en groepen
Binnen dit domein is de pedagogisch medewerker gecontroleerd op een passende
beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.
De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters,
presentielijsten en bezettingslijsten.
Verklaring omtrent het gedrag
De pedagogisch medewerkers en de houder beschikken over een recente verklaring omtrent het
gedrag en zijn opgenomen in de continue screening.
Passende beroepskwalificatie
De pedagogisch medewerkers hebben een passende beroepskwalificatie om te werken in de
buitenschoolse opvang.
Beroepskracht-kindratio
Tijdens de inspectie en uit de genomen steekproef blijkt dat de beroepskracht-kindratio wordt
nageleefd.
Opvang in groepen
Er wordt opvang geboden aan één basisgroep 'De Lange Wapper' met maximaal 20 kinderen in de
leeftijd van 4 tot 13 jaar.
Gebruikte bronnen:

Interview houder en/of locatieverantwoordelijke

Interview anderen (Pedagogisch medewerker)

Observaties

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Plaatsingslijsten

Presentielijsten

Personeelsrooster
5 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
Tijdens deze inspectie bleek dat het alarm op de nooduitgang (naar het dak) in de groepsruimte
wederom niet werkte. Tijdens de twee vorige inspecties was dit ook het geval en werd vermeld
dat het alarm meteen gemaakt zou worden.
Tijdens deze inspectie vervangt de pedagogisch medewerker meteen de batterijen, waardoor het
alarm weer werkt.
Van belang is dat het alarm altijd werkt, zodat het toezicht op de nooduitgang gewaarborgd is en
kinderen niet ongezien/ ongehoord op het dak kunnen komen.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de
samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
Er wordt gewerkt met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, die voldoet aan de
gestelde eisen vanuit de Wet Kinderopvang. De meldcode is ingevuld voor de eigen organisatie en
voorzien van een sociale kaart.
Uit een gesprek met de beroepskracht blijkt dat hij signalen kan herkennen en weet welke stappen
hij moet nemen bij een vermoeden.
Gebruikte bronnen:

Interview anderen (Pedagogisch medewerker)

Meldcode kindermishandeling
6 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten
bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop
kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten
aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
(art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit
kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
7 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten
berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige
kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8
jaar.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop
het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn
respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang
tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
8 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
: Reuzenrijk
: http://www.hetsprookjesbos.nl
: 20
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
Website
KvK nummer
:
:
:
:
:
Kinderdagverblijf Het Sprookjesbos B.V.
Spoorstraat 1
5241EG ROSMALEN
www.de-elfenboom.nl
52438392
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Hart voor Brabant
Postbus 3024
5003DA TILBURG
073-6404515
T. van Waardenburg
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: S HERTOGENBOSCH
: Postbus 12345
: 5200GZ S HERTOGENBOSCH
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
20-02-2014
13-03-2014
19-03-2014
19-03-2014
20-03-2014
: 20-03-2014
: 10-04-2014
9 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Zienswijze van Het Sprookjesbos op het GGD rapport BSO Lucas van Leijdenstraat van februari
2014.
De Brandweer heeft in een rapport dat wij medio maart hebben ontvangen geconcludeerd dat de
nooduitgang van de BSO geen nooduitgang meer mag en hoeft te zijn. De huidige vluchtwegen
zijn voldoende. Dit betekent dat deze deur voortaan op slot gaat en hiermee het euvel is
verholpen. Er ligt een kopie van het rapport van de Brandweer ter inzage op de locatie.
10 van 10
Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 20-02-2014
Reuzenrijk te 'S-HERTOGENBOSCH