Inspectierapport KDV Koolhoven (KDV) Koolhovenlaan 1b 5036TK TILBURG Registratienummer 217754922 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Hart voor Brabant TILBURG 06-05-2014 Regulier onderzoek Definitief 27-05-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11 2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing KDV Koolhoven is samen met de BSO, de peuterspeelzaal en de basisschool gevestigd in een pand in de wijk Reeshof te Tilburg. Het betreft een nieuwbouwwijk, momenteel worden er huizen gebouwd rondom het gebouw. Inspectiegeschiedenis:Tijdens de inspectie van juni 2012 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wettelijke eisen. Tijdens de inspectie van maart 2013 stelt de toezichthouder vast dat er te weinig preventieve maatregelen zijn genomen om de temperatuur in de slaapkamers op peil te houden. Alle andere getoetste voorwaarden voldoen aan de wettelijke eisen. Tijdens het nader onderzoek van augustus 2013 stelt de toezichthouder vast dat de overtreding is opgelost. Er worden voldoende preventieve maatregelen genomen met betrekking tot de temperatuur in de slaapkamers. Tijdens de inspectie van mei 2014 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de wettelijke eisen. De locatieverantwoordelijke geeft tijdens de hoor/wederhoor op 27 mei 2014 aan het eens te zijn met de inhoud van het rapport. Er volgt geen zienswijze. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang; 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogisch beleid Er is een pedagogisch werkplan aanwezig voor het hele kindercentrum. In het werkplan is de werkwijze opgenomen met betrekking tot het vierogenprincipe. Pedagogische praktijk Het pedagogisch beleidsplan wordt regelmatig tijdens het teamoverleg besproken. In de praktijk is waarneembaar dat de beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten en de werkinstructies van het pedagogisch werkplan. Emotionele veiligheid:Er heerst een ontspannen , open sfeer in de groep. Het welbevinden van de kinderen is goed. De meeste kinderen zijn ontspannen bezig met hun spel. Er zijn geen uitbundige emoties, iedereen gaat zijn gang. Kinderen die samen willen spelen hebben de mogelijkheid. De beroepskrachten stimuleren dit ook, maar kinderen hebben ook de mogelijkheid om alleen te spelen. Voorbeeld:In een van de groepen zijn een aantal kinderen samen aan het spelen. De stoelen staan op een rij, een kind is de buschauffeur. Om de beurt wisselen de kinderen van stoel, zij gaan helemaal op in het spel. Een meisje heeft geen zin om mee te spelen. De beroepskracht heeft het wel gevraagd maar het meisje gaf aan liever in de poppenhoek te willen spelen. Het meisje gaat zo zitten dat ze naar de andere kinderen kan kijken. Af en toe is er ook contact met de andere kinderen maar het meisje blijft in de poppenhoek. De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. De beroepskrachten reageren op een warme ondersteunende manier op kinderen. De beroepskrachten sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie die het kind aangeeft. Voorbeeld:In een van de babygroepen ligt een kind in de box. Hij ligt op zijn buik te spelen en kijkt af en toe naar wat er buiten de box te zien is. Hij oogt tevreden en lacht regelmatig. Onder de box ligt een baby op een kleed op de rug. Deze baby is wat onrustig, krijgt ook bijna een flesje. Plotseling begint de baby op de grond heel hard te huilen. De baby in de box schrikt en begint ook te huilen. De baby op de vloer wordt opgepakt en krijgt een flesje, de andere baby wordt uit de box gehaald, de beroepskracht troost hem :"ben je een beetje geschrokken, kom maar even lekker bij ons zitten, wil je een soepstengel"? De baby laat zich troosten en pakt de soepstengel van de beroepskracht. Persoonlijke competentie:Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor kinderen. In overleg mogen kinderen het spelmateriaal zelf pakken. Het spelmateriaal wordt regelmatig opnieuw verdeeld over de diverse groepen waardoor er steeds "nieuwe" materialen aangeboden kunnen worden aan de kinderen. 4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Voorbeeld:In een van de peutergroepen zitten de kinderen aan tafel. De beroepskracht zegt dat ze nieuwe puzzels heeft van de andere groep en vraagt of de kinderen het leuk vinden om deze puzzels te maken. Een aantal kinderen willen dit wel en kiezen zelf een puzzel uit de kast. Een meisje heeft een puzzel gekozen die nog wat te moeilijk is voor haar, de beroepskracht geeft haar de kans om de puzzel te maken. Als het niet lukt en het kind een stukje op tafel legt zegt de beroepskracht; "deze puzzel is misschien een beetje moeilijk, zal ik even helpen"? Het meisje knikt en pakt opnieuw het stukje. Samen maken ze de puzzel af. De beroepskracht stelt voor om een andere puzzel te kiezen. Het meisje wil dit wel, de beroepskracht geeft haar een andere puzzel. Het meisje knikt enthousiast en begint meteen. Deze puzzel kan ze alleen maken. De beroepskracht reageert : "goed zo, heel knap". Sociale competentie:De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten. De beroepskrachten geven de kinderen de ruimte om het zelf op te lossen en grijpen dan pas in. De beroepskrachten helpen kinderen om sociale vaardigheden met groepsgenootjes te ontwikkelen. Voorbeeld:Twee jongens spelen op de mat met auto's. Er ontstaat een woordenwisseling tussen de jongens, beiden willen met dezelfde auto spelen. De beroepskracht kijkt maar grijpt niet meteen in. Een jongen roept haar en zegt dat de andere jongen de auto heeft afgepakt. De beroepskracht vraagt of dit klopt. "Ja", zegt de jongen, "maar ik wil die auto ook hebben". "Dat kan" zegt de beroepskracht, "maar je mag de auto niet afpakken, je moet er eerst om vragen". "Misschien kunnen jullie iets afspreken"? De jongens spreken af wie er eerst mag. De beroepskracht wijst naar een aantal andere auto's waar ook mee gespeeld kan worden. Even later spelen de jongens samen. Overdracht van normen en waarden:Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk en worden indien nodig herhaald. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan 5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie en uit de documenten aangeleverd voor de steekproef blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet. Opvang in groepen De kinderen worden opgevangen in 6 stamgroepen. Koekoek (babygroep), 0 tot en met ongeveer 18 maanden. Koperwiek (babygroep) 0 tot en met ongeveer 18 maanden. Kolibrie (peutergroep) ongeveer 18 maanden tot 4 jaar. Koolmees (peutergroep) ongeveer 18 maanden tot 4 jaar. Korhoen (peutergroep) ongeveer 18 maanden tot 4 jaar. Kolgans (peutergroep) ongeveer 18 maanden tot 4 jaar. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe In het pedagogisch werkplan staat opgenomen hoe de werkwijze is met betrekking tot het vierogenprincipe. In de praktijk is waarneembaar dat er conform het pedagogisch beleidsplan gewerkt wordt. Een aantal maatregelen die beschreven zijn: er wordt samen gestart zodat er meerdere pedagogisch medewerksters aanwezig zijn. vanuit de hal is er zicht op de groepen bij 4 groepen zijn er in de tussenmuren ook ramen waardoor zicht op de andere groep mogelijk is. er wordt gebruik gemaakt van babyfoons er wordt regelmatig met open deuren gewerkt Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (aanwezige beroepskrachten) Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch werkplan observatie 7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. (art 1.50 lid 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie : : : : : KDV Koolhoven http://www.sbkinderopvang.nl 000016668391 96 Nee Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer : : : : Kinderopvang Tilburg B.V. Postbus 769 5000AT TILBURG 18077078 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 A van Lokven Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : TILBURG : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : : 06-05-2014 27-05-2014 Niet van toepassing 27-05-2014 28-05-2014 : 28-05-2014 : 18-06-2014 10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 06-05-2014 KDV Koolhoven te TILBURG
© Copyright 2025 ExpyDoc