Programmabegroting 2015-2018

Gemeente
West
Maas en
Waal
Programmabegroting
2015
Alphen Altforst Appeltern Beneden-Leeuwen Boven-Leeuwen Dreumel Maasbommel Wamel
1
INHOUDSOPGAVE
Aanbieding aan de raad
Vaststellingsbesluit
Leeswijzer
Autorisatie begroting
3
6
7
10
Deel 1 - Programma's
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Recapitulatie van baten en lasten
12
13
18
24
30
34
38
Deel 2 - Paragrafen
Paragraaf Lokale Heffingen
Paragraaf Weerstandsvermogen
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf Financiering
Paragraaf Bedrijfsvoering
Paragraaf Verbonden partijen
Paragraaf Grondbeleid
39
40
48
54
64
69
77
86
Deel 3 - Financiën
Algemeen
Kaders en uitgangspunten
Algemeen financieel beeld
Overzicht van baten en lasten
Toelichting ontwikkelingen financieel meerjarenperspectief
Overzicht van incidentele baten en lasten
EMU saldo
Uiteenzetting financiële positie en toelichting
94
95
96
97
101
102
103
104
105
Deel 4 - Bijlagen
Bijlage 1 - Zoekrichtingen
Bijlage 2 - Meerjaren investeringsplan
Bijlage 3 - Overzicht vaste activa
Bijlage 4 - Overzicht reserves en voorzieningen
Bijlage 5 - Risicoregister
Bijlage 6 - Samenstelling college van Burgemeester en Wethouders
Bijlage 7 - Kerngegevens
109
110
121
123
124
126
131
133
2
AANBIEDING AAN DE RAAD
Hierbij bieden wij u de Programmabegroting 2015 en de meerjarenbegroting 2016-2018 aan. Deze begroting
is opgesteld binnen de door u bij de Perspectiefnota 2015 op 10 juli 2014 vastgestelde kaders.
Financieel uitgangspunt voor de opstelling van deze Programmabegroting is het in de Perspectiefnota
gepresenteerde financieel meerjarenbeeld. De door u gemaakte keuzes naar aanleiding van deze
perspectiefnota hebben wij in deze begroting verwerkt en zijn bepalend voor het gepresenteerde
meerjarenbeeld.
De structurele effecten uit de bij de samenstelling van deze begroting nog vast te stellen 2e
bestuursrapportage nemen wij mee in de 1e begrotingswijziging 2015. In onderstaande presentatie hebben
wij echter reeds rekening gehouden met deze mutaties, om zodoende het meest actuele beeld voor de
periode 2015/2018 aan uw raad voor te leggen.
Op basis van de actualisatie geeft het meerjarenperspectief het volgende beeld te zien:
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Meerjarenperspectief 2015-2018
e
(2014 is o.b.v. vastgestelde 1 Bestuursrapportage 2014)
e
Begrotingswijzigingen tot 2 bestuursrapportage 2014
e
Financiële effecten 2 bestuursrapportage
Actueel saldo Meerjarenperspectief 2014-2018
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
689
-251
-99
-60
-30
227
-110
0
52
-9
24
-10
-31
-11
-13
806
-199
-84
-101
-54
-51
-139
-73
-263
-28
-144
-53
-226
-29
52
-53
-30
-57
56
-53
-55
0
0
0
0
0
0
0
0
-263
-226
-30
-55
-462
-310
-131
-109
394
287
237
237
-69
-23
106
128
69
23
0
0
106
128
Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting
Autonome ontwikkelingen (Perspectiefnota)
Administratieve aanpassingen
Heroverweging/intensivering bestaand beleid (bijgesteld)
Totaal Bestaand beleid
Nieuw beleid
Totaal Nieuw beleid
Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting
Saldo Programmabegroting 2015, voor dekkingsplan
806
Dekkingsplan, conform Perspectiefnota 2015
Saldo Programmabegroting 2015
806
Aanvullend dekkingsplan
Saldo Programmabegroting 2015, na dekkingsplan
806
De raming van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2014.
Toelichting op het bijgestelde meerjarenperspectief 2015-2018
Vastgesteld meerjarenperspectief 2015-2018
Financieel uitgangspunt voor de opstelling van deze programmabegroting is de bijgestelde begroting 2014,
e
inclusief 2 bestuursrapportage en het bij de begroting 2014 gepresenteerde meerjarenperspectief 20152017.
Het meerjarenperspectief wordt nu uitgebreid met het begrotingsjaar 2018. Extrapolatie naar 2018 heeft
plaatsgevonden op basis van “bestaand beleid”.
Begrotingswijzigingen
Tussen de vaststelling van de meerjarenbegroting 2014-2017 en de opmaak van deze programmabegroting
hebben zich een aantal begrotingswijzigingen voorgedaan. Deze zijn in de berekening verwerkt. De
financiële effecten van deze wijzigingen zijn voor de komende jaren beperkt.
3
e
Financiële effecten 2 bestuursrapportage 2014
Hoewel deze bestuursrapportage nog door u vastgesteld dient te worden hebben wij, om u een zo
actueel mogelijk financieel beeld te schetsen, de structurele effecten uit deze rapportage al verwerkt.
Aanpassingen op basis van uw besluitvorming verwerken wij als wijziging van de voorliggende
begroting. Voor 2015 en 2016 is een positief resultaat te zien, voor de jaren daarna een gering nadelig
effect.
Toelichting effecten Perspectiefnota/Programmabegroting 2015
De ontwikkelingen worden bij de programma's verder toegelicht.
Bestaand beleid
Autonome ontwikkelingen
Bij dit onderdeel presenteren wij de ontwikkelingen die wij zelf niet of nauwelijks kunnen beïnvloeden. Dit
kunnen de gevolgen van ons eigen beleid zijn, bijvoorbeeld areaaluitbreidingen als gevolg van toename van
groen door de ontwikkeling van nieuwe wijken. Ook ontwikkelingen op rijksniveau verplichten ons soms onze
budgetten bij te stellen. Hetzelfde geldt voor maatschappelijke ontwikkelingen, zoals prijsontwikkelingen.
Administratieve aanpassingen
Dit onderdeel van de autonome ontwikkelingen hebben wij er specifiek uitgelicht, omdat de effecten hiervan
binnen de programma's aanzienlijke verschuivingen tot gevolg kunnen hebben. De belangrijkste oorzaken
hiervan zijn de nieuwe verdeling van de indirecte kosten van huisvesting, personeel en materialen en het
geactualiseerde meerjareninvesteringsplan. Kleinere effecten betreffen de actualisatie van de reserves en
aanpassingen van de verzekeringen.
Heroverweging/intensivering bestaand beleid en nieuw beleid
Bij heroverweging/intensivering gaat het om taken die wij al uitvoeren, maar waarvoor wij voorstellen de
budgetten aan te passen om de taken goed uit te kunnen blijven voeren. Bij nieuw beleid gaat het om zaken
die wij nog niet doen, maar die wij adviseren wel te gaan doen (soms door het Rijk geïnitieerd) en waar
mogelijk budget voor nodig is. De opgenomen saldi bij dit onderdeel betreffen onder andere het onderzoek
naar de bedrijventerreinen, de geraamde kosten van Koers 2030 en het vernieuwen van de website.
Nieuw beleid
Hier presenteren wij het nieuwe beleid. Wij zijn hierbij uitgegaan van een bescheiden ambitieniveau,
vooralsnog presenteren wij geen nieuw beleid met budgettaire consequenties.
Toelichting (aanvullend) dekkingsplan
Het (aanvullend) dekkingsplan ziet er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Exploitatie
Begroting Begroting Begroting Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
Perspectiefnota
Aframen Stelpost Binnenzwembad
Gedeeltelijk aframen Stelpost Accommodatiebeleid
204
140
100
100
100
50
137
50
87
50
87
50
394
287
237
237
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Aanvullend dekkingsplan
Onttrekking aan de Algemene reserve
69
23
Totaal verhoging baten
69
23
0
0
463
310
237
237
Gedeeltelijk aframen Stelpost incidentele beleidsruimte
Gedeeltelijk aframen post Onvoorzien
Totaal verlaging lasten
Baten
Belastingverhoging
Totaal dekkingsplan
De afzonderlijke posten worden toegelicht bij het onderdeel 'Algemeen financieel beeld'.
4
Saldo Programmabegroting 2015, na dekkingsplan
Hoewel het saldo van de baten en lasten na ons dekkingsplan een sluitend meerjarenperspectief te zien zijn
wij voorzichtig wat betreft onze ambities, het uitgangspunt van een solide financieel beleid staat nog steeds
voorop. De nog aanwezige onzekerheden betreffende de drie decentralisaties in het sociale domein en de
nog niet echt stabiele economie zijn een reden te meer om voorzichtig met de beschikbare financiële
middelen om te gaan.
Wij zien als college uit naar een eerste moment van gedachten wisseling met u op 16 oktober 2014.
Op deze avond is er een technische vragenmarkt, die gevolgd wordt door een bestuurlijke
voorbereidingsronde. Dan kunt u met de ambtelijke organisatie en ons in gesprek over de voorliggende
begroting en uiteraard indien u daar behoefte aan heeft vragen stellen.
Vervolgens zal de formele behandeling van de Programmabegroting 2015 plaats vinden in uw
raadsvergadering van 5 november 2014.
Wij vertrouwen op een constructief overleg met uw raad.
Hoogachtend,
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WEST MAAS EN WAAL,
De gemeentesecretaris,
De burgemeester,
P.G. Arissen
Th.A.M. Steenkamp
5
VASTSTELLINGSBESLUIT
Onderwerp: Vaststelling Begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018
Nr.
De Raad van de gemeente West Maas en Waal,
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, d.d. 30 september 2014, nr. 14INT647
Overweging:
Gelet op artikel 191 van de Gemeentewet,
BESLUIT:
1. De Programmabegroting 2015 en Meerjarenbegroting 2016-2018 vast te stellen;
e
2. Het structurele effect uit de 2 Bestuursrapportage 2014 te verwerken in de begroting 2015 en
e
meerjarenbegroting 2016-2018 middels de 1 begrotingswijziging 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering op 5 november 2014.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL,
De griffier,
De voorzitter,
mr. G.E.M. (Gabriëlle) Gieling
Th.A.M. (Thomas) Steenkamp
6
LEESWIJZER
Inleiding
De programmabegroting is het hulpmiddel voor u als raad om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende
en controlerende rol uit te kunnen voeren en te kunnen sturen op hoofdlijnen. Om deze reden is er ook een
splitsing gemaakt in de begroting voor uw raad en de productenraming voor ons college. In onze
productenraming nemen wij meer detailinformatie op. Deze informatie hebben wij nodig voor de uitvoering
van het door u gewenste beleid binnen de in de programmabegroting gestelde kaders.
De programmabegroting bestaat uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. De beleidsbegroting is
opgebouwd uit een programmaplan en de paragrafen. In het programmaplan is ons gemeentelijke beleid op
hoofdlijnen opgenomen. Het richt zich vooral op de maatschappelijke effecten die wij in onze gemeente
willen bereiken. De paragrafen richten zich op het beleid ten aanzien van relevante beheersaspecten, zoals
de bedrijfsvoering, het weerstandsvermogen, onze kapitaalgoederen en de lokale heffingen.
De financiële begroting gaat vooral in op de financiële positie van onze gemeente. Hier nemen wij het totale
financiële overzicht, inclusief de toelichtingen op. De door u vastgestelde kaders, het algemene financiële
beeld en het overzicht van de baten en lasten presenteren wij u hier.
Indeling van de programmabegroting
In de inhoudsopgave treft u aan uit welke delen de programmabegroting is samengesteld. In vogelvlucht
worden deze delen hier kort toegelicht:
Deel 1 - Programma’s
Op grond van artikel 8 van het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten (BBV) bevat het
programmaplan de te realiseren programma's, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het bedrag
voor onvoorziene uitgaven. In de programma's moet vooral duidelijk worden welke doelen -in termen van
maatschappelijke effecten- we nastreven en welke activiteiten we daarvoor gaan uitvoeren. Voorgeschreven
is ook dat per programma een raming van (incidentele) baten en lasten gegeven wordt.
De programma-indeling, met de portefeuillehouders en afdelingen/teams, ziet er als volgt uit:
Programma's
Portefeuillehouder
Afdeling/team
1 - Wonen, werken en recreëren
2 - Maatschappelijke zaken
S.A.M. Bos
A.P.M. van Swam
3 - Fysieke leefomgeving
4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
T.P.M. Hol
Th.A.M. Steenkamp
A.H.M. de Vree
Ruimte & Welzijn/Wonen & Milieu
Ruimte & Welzijn/Maatschappelijke
ontwikkeling
Ruimte & Welzijn/Openbare ruimte
Publiek & Bedrijf en Integrale Veiligheid
Publiek & Bedrijf/Financiële & juridische
zaken
Bij de programma’s hebben we alleen die zaken opgenomen die voor u als raad relevant zijn om op te
sturen. Dit betreft vooral het nieuwe beleid. Het bestaande beleid, de al lopende zaken, hebben we alleen
opgenomen en toegelicht als hierbij sprake is van wijzigingen in de vorm van intensiveringen of
bezuinigingen. Dan wilt u hier immers specifiek op sturen en achteraf controleren of uw opdracht door ons
college naar tevredenheid is uitgevoerd. Wij hebben deze verwerkt op basis van uw besluitvorming bij de
perspectiefnota 2015 op 10 juli 2014.
Wij hebben wederom getracht de teksten, om het leesbaar en overzichtelijk te houden, zo bondig mogelijk te
presenteren. Hieronder volgt de toelichting op de functies van de verschillende onderdelen van het
programmaplan.
Algemeen
Een programma begint met een korte aanduiding van de inhoud, de doelstelling op programmaniveau, onze
gemeentelijke kaders en de belangrijkste externe ontwikkelingen die van invloed zijn op de realisatie van de
beoogde maatschappelijke effecten van het programma.
Wat willen we bereiken?
Dit is het belangrijkste onderdeel van het programma. Per programma presenteren wij de beoogde
maatschappelijk effecten per beleidsveld. Hier hebben wij zo concreet mogelijk benoemd wat u als raad met
dit programma wil bereiken.
7
Om te kunnen beoordelen of deze effecten ook werkelijk behaald worden is het gebruik van effectindicatoren
noodzakelijk. Enerzijds om vooraf de te realiseren 'score' van de gewenste maatschappelijke effecten als
kader/doelstelling aan te geven en anderzijds om de werkelijk behaalde resultaten hiervan te kunnen
monitoren en hier op (bij) te kunnen sturen. Op basis van deze indicatoren blijkt immers of we de goede
dingen gedaan hebben en of we deze goed hebben gedaan.
In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn de effectindicatoren achterwege gelaten. In de raadsvergadering
van 11 september 2014 heeft u 4 thema's benoemd, waarop u specifiek wil sturen met behulp van
effectindicatoren. Deze indicatoren worden door de auditcommissie in de vergadering van 27 november
2014 verder uitgewerkt. Vervolgens bieden wij u deze ter vaststelling aan.
Mogelijke thema's die in de vergadering van 11 september zijn genoemd zijn, duurzaamheid, afval, recreatie
en toerisme en transities en of leefbaarheid kernen.
Wat gaan we daarvoor doen?
Bij dit onderdeel presenteren wij de concrete activiteiten die wij uit gaan voeren om de beoogde
maatschappelijke effecten te realiseren. Dit is geen limitatieve opsomming, vanzelfsprekend voeren wij
binnen een programma veel meer activiteiten uit. Het bestaande beleid, de zaken die we al doen en gewoon
blijven doen hebben we niet opgenomen. Op deze onderwerpen hoeft u immers niet te sturen. Is hiervan wel
sprake, bijvoorbeeld door wetswijzigingen of maatschappelijke ontwikkelingen, en wilt u bijsturen is er sprake
van intensivering, heroverweging of bezuiniging en brengen wij deze weer apart in beeld. De onderwerpen
die wij aanhalen, zijn dus de onderwerpen die er echt toe doen binnen het programma.
Overigens worden niet alle activiteiten inhoudelijk toegelicht. Een aantal spreekt voor zich op grond van de
titel. Daar waar dit niet het geval is hebben wij een nadere toelichting opgenomen.
Ter ondersteuning van uw controlerende taak nemen wij hier ook relevante kengetallen op.
Wat mag het kosten/gaat het opbrengen?
Hier presenteren we in een tabel de lasten en baten van het programma. Het saldo van de lasten en baten
van het bestaande beleid geven wij in één totaalregel weer. De onderdelen waar u specifiek op wilt sturen,
de intensiveringen en heroverwegingen c.q. bezuinigingen binnen het bestaande beleid en het nieuwe
beleid, geven wij apart weer. De heroverwegingen c.q. bezuinigingen presenteren wij aan de lastenkant als
negatieve bedragen (verlaging lasten) en aan de batenkant als positieve bedragen (verhoging baten).
Door deze informatie ook in de verantwoordingen op te nemen ondersteunen wij bovendien uw
controlerende rol. De belangrijkste wijzigingen lichten wij toe per programma.
Bij de verschillende programma's presenteren wij ook een onderdeel administratieve aanpassingen. Dit
betreft vooral de financiële effecten van de nieuwe verdeling met betrekking tot de indirecte kosten. Het gaat
hierbij om de kosten van huisvesting, personeel en materieel (ICT, facilitair e.d.). Daarnaast zijn hier de
verschillen opgenomen als gevolg van het geactualiseerde meerjareninvesteringsplan en enkele kleinere
wijzigingen als gevolg van de actualisatie van de verzekeringen en de prijsindexering voor 2017.
Bij dit onderdeel geven wij ook inzicht in de investeringen die voor dit programma gepland zijn en de
reserves en voorzieningen die betrekking hebben op het programma.
Bij een investering geven wij aan wat deze in totaliteit kost (de bruto investering), hoeveel door anderen
wordt bijgedragen en welk bedrag voor onze eigen rekening komt (de netto-investering). De netto-investering
wordt geactiveerd, waardoor de (kapitaal)lasten gespreid worden over de totale levensduur van de
investering. De jaarlijkse kapitaallasten maken deel uit van de lasten die wij presenteren in de eerste tabel
betreffende de exploitatie. Conform de nota Activabeleid 2012 activeren wij geen investeringen lager dan €
10.000, deze worden ineens ten laste van de exploitatie gebracht.
In de bijlagen vindt u een overzicht van ons totale gemeentelijke investeringsprogramma.
Deel 2 - Paragrafen
Artikel 9 van het BBV schrijft voor dat in de paragrafen de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot
relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Tenzij het betreffende aspect niet aan de orde is,
bevat de begroting in ieder geval de volgende paragrafen:
- Lokale heffingen
In deze paragraaf geven wij de ontwikkelingen met betrekking tot ons belastinggebied weer. Per heffing
geven wij aan wat het beleid is en op welke wijze het tarief tot stand is gekomen. Ook geven wij inzicht in
de (geraamde) opbrengsten.
- Weerstandsvermogen
In deze paragraaf brengen wij onze risico’s in beeld. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële
gezondheid van de gemeente. Het geeft aan in welke mate de gemeente in staat is om financiële risico’s
op te vangen.
8
- Onderhoud kapitaalgoederen
Deze paragraaf geeft inzicht in onze kapitaalgoederen. De kosten van het onderhoud van onze wegen,
openbare verlichting, riolering en water, groen en gebouwen vormen een substantieel deel van de
begroting.
- Financiering
In de financieringsparagraaf bespreken wij de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering
van het beleid op het gebied van treasury.
- Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering betreft de processen binnen onze gemeentelijke organisatie om de
beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren, sturen en beheersen. Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de
onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financiën en
huisvesting. Tegenwoordig wordt planning en control steeds belangrijker.
- Verbonden partijen
De gemeente werkt vaak samen met andere partijen om bepaalde doelen te bereiken. Als deze
samenwerking in een bestuurlijke en financiële vorm wordt gegoten, spreken we van een verbonden partij.
In deze paragraaf lichten wij deze partijen, hun beleidsdoelstellingen en activiteiten en de hiermee
gemoeid zijnde gemeentelijke bijdragen nader toe.
- Grondbeleid
Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van doelstellingen op het
gebied van Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, Verkeer en Vervoer, Cultuur, Sport en Recreatie en
Economische Zaken. Het gaat om grote belangen in diverse disciplines. Daarnaast heeft het grondbeleid
een grote financiële impact. De resultaten op grondexploitaties zijn dan ook van groot belang voor de
financiële positie van onze gemeente.
Deel 3 - Financiën
Hier schetsen wij de financiële ontwikkelingen, kaders en uitgangspunten. Ook geven wij inzicht in het
financiële beeld voor de komende jaren. Bovendien nemen wij de op grond van de BBV verplichte
onderdelen, zoals het overzicht van de baten en lasten, de incidentele baten en lasten en de uiteenzetting
van de financiële positie hier op.
Tot slot hebben wij een aantal bijlagen aan de programmabegroting toegevoegd.
9
AUTORISATIE BEGROTING
Bij de autorisatie van budgetten (begrotings- en investeringsbudgetten) hebben wij aansluiting gezocht bij de
regelgeving volgens de wet Dualisering Gemeentebestuur. Deze wet schrijft voor dat de gemeenteraad op
hoofdlijnen stuurt en dat het college van burgemeester en wethouders de dagelijkse uitvoering van zaken
voor haar rekening neemt. Om dit te ondersteunen heeft de wetgever een splitsing gemaakt in de
gemeentebegroting. Voor u is er de programmabegroting ter ondersteuning van het sturen op hoofdlijnen en
de kaderstellende en controlerende taak. De productenraming is voor ons college.
Instrumenten
Programmabegroting
Dit is de begroting die (onder andere) uw kaderstellende functie ondersteunt. Met de kaderstellende functie
wordt bedoeld dat op het niveau van programma’s middelen, de begrotings- en investeringsbudgetten,
worden toegewezen en de doelstellingen en uit te voeren activiteiten om deze doelstellingen te bereiken
worden vastgesteld.
Het onderdeel algemene dekkingsmiddelen wordt in dit verband gelijk gesteld aan een programma. U stelt
de programmabegroting vast en autoriseert daarmee ons college om deze middelen in te zetten om de
opgenomen doelen te realiseren.
Productenraming
Wij hebben de taak de programma’s uit te voeren. De productenraming ondersteunt onze uitvoerende
functie. De productenraming wordt opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke
activiteiten weer in termen van producten. De productenraming stellen wij als college vast.
Budgetten
Exploitatiebudgetten
U autoriseert ons college op het niveau van programma’s. Wij zijn daarmee bevoegd uitvoering te geven aan
het realiseren van de doelstellingen van het betreffende programma met behulp van de daarbij opgenomen
middelen. Voorwaarde daarbij is dat wij bij de besteding van de budgetten bestaand beleid binnen de
grenzen van het totale budget van het programma blijven. Binnen deze grenzen zijn wij bevoegd om de
wijze van besteding van de budgetten aan te passen als dit noodzakelijk is voor het bereiken van de door u
vastgestelde doelstellingen van het betreffende programma. Hiervoor hoeven wij u, ingevolge de
voorschriften, geen begrotingswijziging voor te leggen.
Bij het schuiven met budgetten tussen verschillende programma’s, moeten wij uw goedkeuring vragen
middels het voorleggen van een raadsvoorstel met begrotingswijziging.
Bij budgetten voor nieuw beleid en bezuinigingen/heroverwegingen en intensiveringen binnen het bestaande
beleid geldt dit niet. Voor deze budgetten heeft u als raad specifiek met een bepaald doel extra of minder
middelen beschikbaar gesteld. Deze gelden als vastgesteld kader voor onze bestedingen. Voor
noodzakelijke aanpassingen hierin, in verband met te verwachten over- of onderschrijdingen, moeten wij
vooraf uw toestemming vragen.
Bij tussentijdse bestuursrapportages en jaarverslag en -rekening leggen wij aan u verantwoording af over de
uitvoering, de besteding van de middelen en de bereikte resultaten van het betreffende programma en de
realisatie van de doelstellingen.
Investeringsbudgetten
Bij de programmabegroting vermelden wij per programma naast de exploitatiebudgetten ook de
investeringsbudgetten uit het investeringsprogramma die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen
van het betreffende programma. Zoals gezegd autoriseert u ons op het niveau van de programma’s en zijn
wij daarmee bevoegd uitvoering te geven aan de realisatie van de doelstellingen van het betreffende
programma. Wij zijn dus bevoegd om ook uitvoering te geven aan de investeringsbudgetten. Hiertoe ramen
wij per investeringsbudget een krediet, inclusief bijbehorende dekking en eventueel in te stellen
dekkingsreserves.
Indien bij een kredietaanvraag blijkt dat het te voteren bedrag noodzakelijkerwijs hoger is dan het in het
investeringsprogramma opgenomen bedrag zullen wij u hiervoor vooraf om autorisatie vragen. Hierbij zullen
wij tevens de daarbij behorende dekkingsmiddelen aangeven. In dergelijke gevallen zullen wij u ook een
begrotingswijziging voorleggen. Na uw goedkeuring, met de bijbehorende begrotingswijziging, is het krediet
beschikbaar gesteld.
Uiteraard leggen wij ook over de uitvoering van de investeringsbudgetten, zowel inhoudelijk als financieel,
tussentijds en bij het jaarverslag verantwoording aan u af.
10
Budgetten reserves en voorzieningen
Bij de programmabegroting presenteren wij per programma ook de betreffende reserves en voorzieningen.
Voor mutaties in reserves zijn wij verplicht uw raad om autorisatie te vragen. In het kader van het
budgetrecht bent u als raad bevoegd reserves in te stellen en toevoegingen en onttrekkingen te autoriseren.
De bij het onderdeel reserves opgenomen mutaties gelden in dit verband als vast te stellen kader. Voor
noodzakelijke wijzigingen hierin komen wij met een apart voorstel bij u terug.
Voor voorzieningen geldt een ander regime. U stelt als raad een voorziening in op basis van bijvoorbeeld
een onderhoudsplan. Bij de instelling van de voorziening bepaalt u de hoogte van de jaarlijkse dotatie. De
werkelijke bestedingen ten laste van de voorziening vinden plaats op basis van het vastgestelde
onderhoudsplan. Deze bestedingen vallen binnen het mandaat van ons college.
11
DEEL 1 - PROGRAMMA'S
12
PROGRAMMA 1 - WONEN, WERKEN EN RECREËREN
ALGEMEEN
Omschrijving
Dit programma omvat de beleidsvelden woningbouw, bedrijvigheid en werkgelegenheid, recreatie en
toerisme en vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Doelstelling
Een aantrekkelijke vitale gemeente om in te wonen, werken en recreëren met een goed
voorzieningenniveau.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Jaar
Ontwikkelingsvisie wonen en werken
Aanpassingen op Visie wonen en werken, incl. vastgesteld woningbouwprogr. 2020
Welstandsnota
Visie Detailhandel
Visie en toetsingskader de Gouden Ham/de Schans
Bouwbeleidsplan
Kadernota buitenreclame
Sociaal Economische Visie Rivierenland (SEV)
Woonwagenbeleid
Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019
Masterplan Woonzorgzones
Structuurvisie Buitengebied
Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument Rivierenland (EPO)
Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB)
Nota Kleinschalige woningbouw (herzien)
Landschapsontwikkelingsplan
Integrale handhavingsnotitie
Nota Recreatie en Toerisme 2012-2014
Toeristisch recreatieve visie Regio Rivierenland 2012-2015
Nota Grondbeleid
Visie Leefbaarheid Kernen 2030
Uitvoeringsagenda VLK
Nota Economische Zaken
Ruimtelijke structuurvisie dorpen 2023
Regionale detailhandelsvisie
Beleid internet winkels
2002
2011
2004
2004
2005
2008
2008
2009
2010
2010
2010
2010
2010
2011
2011
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2013
2013
2014
2014
2014
Ontwikkelingen
- Vernieuwing omgevingsrecht
Het kabinet is voornemens het omgevingsrecht te vernieuwen en is bezig met de ontwikkeling van een
Omgevingswet. Met deze toekomstige Omgevingswet wil het kabinet de regels voor ruimtelijke projecten
vereenvoudigen en bundelen. Het omgevingsrecht bestaat op dit moment uit tientallen wetten en
honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Deze hebben allemaal
hun eigen uitgangspunten, procedures en vereisten. Dit zorgt voor lange doorlooptijden, hoge
onderzoekskosten en het remt innovatie. Daarom wil het kabinet het omgevingsrecht vereenvoudigen en
bundelen in één Omgevingswet. Naar verwachting worden de bestemmingsplannen vervangen door een
gebiedsdekkende verordening voor de leefomgeving: de omgevingsverordening. Dit betekent minder
regels en meer samenhang. Wanneer de Wet wordt behandeld door de Tweede en Eerste Kamer is nog
niet bekend.
- Woonakkoord/Huisvestingswet
In 2013 is het Woonakkoord gesloten. Het Woonakkoord bevat een aantal maatregelen die (grote)
gevolgen hebben voor de lokale woningmarkt. Begin 2014 heeft minister Blok de novelle op het eerder
ingediende wetsvoorstel herziening Woningwet gepubliceerd (consultatieronde).
13
In de novelle wordt ingegaan op de relatie (toezicht) tussen gemeenten en woningcorporaties, de
investeringscapaciteit van corporaties, leefbaarheid en het werkgebied van de corporaties. Het is nog niet
duidelijk op welk moment de maatregelen ingaan en wat dit precies betekent voor de investeringscapaciteit
van corporaties.
Het wetsvoorstel voor de nieuwe Huisvestingswet lag sinds 2009 ter behandeling bij de Tweede Kamer. Op
11 maart 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Huisvestingswet 2014. Het voorstel ligt voor
behandeling bij de Eerste Kamer.
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
1.
2.
3.
4.
Iedereen kan in onze dorpen komen en blijven wonen.
Leefbaarheid van de dorpen behouden.
Economische groei realiseren en lokale werkgelegenheid bevorderen.
Aanwezige natuurwaarden en landschappelijke elementen behouden en mogelijk versterken.
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
Activiteiten
Realisatie
1.1 Deltaprogramma rivieren Maas en Waal (Waalweelde + Deltaprogramma Rivieren)
- Uitwerken gebiedsopgave in ruimtelijke maatregelen via regioprocessen
1.2 Actualiseren prestatieafspraken met Woonstichting De Kernen
1.3 Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1
1.4 Opstellen Structuurvisie Dorpen
1.5 Opstellen lokaal woningbouwbeleid
1.6 Uitvoeren beleidsplan Stimulering woningbouw dorpen aan de Maaskant
2015
2015
2015-2016
2015
2015
2015
2.1 Visie leefbaarheid kernen
- Uitvoeren projecten uitvoeringsprogramma
2.2 Opstellen Uitvoeringsprogramma structuurvisie Buitengebied
2.3 Opstellen nota Kostenverhaal
2015-2018
2015
2015
3.1
3.2
3.3
3.4
2015-2018
2015
2015
2015
Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2015-2018
Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Economische Zaken 2013-2015
Actualiseren nota Economische Zaken
Opstellen structuurvisie Recreatie concentratie gebieden
4.1 Opstellen beleidskader Cultuurhistorie Bovengronds
4.2 Evalueren beleidskader Ontgrondingen
2015
2015
Toelichting activiteiten
1.3 Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1
VNG, IPO en Rijk hebben landelijke kwaliteitseisen opgesteld voor VTH-taken (vergunningverlening,
toezicht en handhaving). In de vastgestelde kwaliteitscriteria 2.1 zijn er afspraken gemaakt over de
minimale kwaliteit van de VTH-taken, deze bevatten criteria voor kritische massa, inhoud en proces.
Wij zullen nog een kwaliteitsslag moeten maken om te voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. Op basis van
het in 2014 op te stellen verbeterplan zal duidelijk worden welke activiteiten wij hiervoor moeten uitvoeren.
De ODR heeft, naar aanleiding van een discussie over de VTH-taken, een projectplan opgesteld om
duidelijkheid te krijgen in de verdeling en uitvoering van deze taken. Het projectplan wordt medio 2014
vastgesteld en heeft een doorlooptijd van minstens 6 maanden.
1.6 Uitvoeren beleidsplan Stimulering woningbouw dorpen aan de Maaskant
Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2015 hebt u als raad het amendement vastgesteld waarin u ons
college opdraagt om in 2014 een beleidsplan op te stellen om de woningbouw in de dorpen aan de
Maaskant te stimuleren. Dit plan moet in 2015 uitgevoerd worden.
2.3 Opstellen nota Kostenverhaal
De noodzakelijke uitwerking van de Structuurvisie Buitengebied en de Structuurvisie Dorpskernen vindt in
2014 plaats, met daaraan gekoppeld een uitvoeringsnota. Op basis van deze 3 elementen kan de nota
kostenverhaal worden uitgewerkt.
14
KENGETALLEN
Aantallen x 1
Kengetal
Aantal woningen
Gereed gemelde huurwoningen
Gereed gemelde koopwoningen
Startersleningen (toekenningen)
Arbeidsplaatsen
Overnachtingen per jaar
Recreatieve bedrijven
Winkelaanbod
2013
2014
2015
2016
2017
2018
7.647
17
57
21
5.969
141.000
72
123
7.765
40
35
25
6.000
141.000
73
130
7.840
25
50
20
6.100
142.000
74
130
7.915
20
40
20
6.150
142.500
76
130
7.975
20
40
20
6.200
153.000
78
130
8.035
20
40
20
6.200
170.000
78
130
Opmerking:
Vanaf 2016 is een toename van het aantal overnachtingen te verwachten, onder andere als gevolg van de
realisatie van de Gouden Kans in Appeltern.
WAT MAG HET KOSTEN?
Bedragen x € 1.000
Exploitatie
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage
13.445
13.445
9.966
214
19
10.199
Autonome ontwikkelingen
- Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1
- Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme
2015-2018
- Administratieve aanpassingen
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Onderzoek bedrijventerreinen
- Opstellen lokaal woningbouwbeleid
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
9.877
-82
11
9.806
9.912
-107
9
9.814
9.866
-107
4
9.763
9.866
-107
4
9.763
p.m.
0
p.m.
0
p.m.
0
p.m.
0.
-318
-292
-294
-280
20
p.m.
-298
-292
-294
-280
Totaal Nieuw beleid
Totaal lasten
13.445
10.199
9.508
9.522
9.468
9.483
11.842
8.212
477
-24
8.665
8.151
175
-35
8.291
8.188
150
-35
8.303
8.238
125
-36
8.327
8.238
125
-36
8.327
-376
-376
-374
-374
-370
-370
-369
-369
Baten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage
11.842
Autonome ontwikkelingen
- Administratieve aanpassingen
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
Totaal Nieuw beleid
Totaal baten
11.842
8.665
7.915
7.929
7.957
7.958
Saldo van lasten en baten
-1.603
-1.534
-1.593
-1.593
-1.512
-1.524
15
Toelichting ontwikkelingen
Lasten
Autonome ontwikkelingen
- Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1
p.m.
Ten behoeve van de implementatie van de nieuwe kwaliteitscriteria zullen wij diverse
activiteiten moeten ontplooien. Of dit kosten met zich meebrengt is nog niet duidelijk. Wij
ramen deze vooralsnog pro memorie.
- Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2015-2018
€0S
Eind 2014 stellen wij een geactualiseerde visie, inclusief uitvoeringsprogramma, op. Met
ingang van 2015 bestaat de mogelijkheid dat er, naast de reguliere in de begroting
opgenomen bedragen, extra budget noodzakelijk is in het kader van het
Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2015-2018. Deze budgetten kunnen
waarschijnlijk gedekt worden ten laste van de reserve Recreatie en Toerisme. Bij de
vaststelling van het Uitvoeringsprogramma wordt het budget door uw raad bepaald. Wij gaan
er vooralsnog van uit dat er geen budgettaire consequenties zijn.
- Administratieve aanpassingen
- € 318.000 S
Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting,
personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten) vinden er
binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Bovendien is er sprake
van geringe aanpassingen betreffende verzekeringen en de prijsindexering van 2017.
Het totale effect van de actualisatie van deze kosten is beperkt en presenteren wij in
deel 2 - Financiële begroting.
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Onderzoek bedrijventerreinen
In de vergadering betreffende de Perspectiefnota 2015 van 10 juli 2014 hebt u besloten
een budget van € 20.000 beschikbaar te stellen voor een onderzoek naar de beste
invulling van de bedrijventerreinen.
- Opstellen lokaal woningbouwbeleid
In de tweede helft van 2014 is een regionaal woningbehoefteonderzoek uitgevoerd. In
vervolg hierop gaan we lokaal woningbouwbeleid opstellen. De hiermee gemoeid zijnde
kosten zijn nog niet inzichtelijk. Worden deze inzichtelijk en er is aanvullend budget nodig
leggen wij dit aan u voor.
€ 20.000 I
p.m.
Baten
Autonome ontwikkelingen
- Administratieve aanpassingen
Zie de toelichting onder de lasten.
- € 376.000 S
Tabel: Incidentele baten en lasten
Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Incidentele lasten
Onderzoek bedrijventerreinen
Aanleg klompenpaden
Aanschaf dienstauto handhaving (investering)
20
8
0
0
0
0
0
0
0
0
0
9
Totaal incidentele lasten
28
25
0
9
Exploitatie landerijen en gronden - opbrengsten
50
25
0
0
Totaal incidentele baten
50
25
0
0
Totaal incidentele baten en lasten
22
0
0
-9
Incidentele baten
16
De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten
en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele effecten
binnen dit programma zijn beperkt.
RESERVES EN VOORZIENINGEN
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Reserves
Bovenwijkse voorzieningen
Recreatie en toerisme
Sociale woningbouw
Startersleningen
Totaal reserves
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
366
66
165
499
392
71
382
499
635
73
237
486
961
75
257
473
1.287
78
277
459
1.613
81
297
444
1.096
1.344
1.431
1.766
2.101
2.435
Toelichting reserves
- Bovenwijkse voorzieningen
2
Van iedere verkochte m bouwgrond binnen onze gemeente wordt € 10 afgedragen aan de reserve
Bovenwijkse voorzieningen. Dit geldt voor zowel gronden onder woningbouw als voor gronden onder
bedrijventerreinen. In afwijking hiervan kunnen incidentele bijdragen in rekening gebracht worden bij
ontwikkelaars.
In 2015 wordt de nota Kostenverhaal opgesteld op basis waarvan formeel de bovenwijkse voorzieningen
kunnen worden bepaald. De reserve zal dan ingezet worden ten behoeve van specifieke investeringen.
Medio 2014 ligt er alleen een claim betreffende de dekking van de investering van De Rosmolen in
Beneden-Leeuwen, in afwachting van de besluitvorming rondom de aanvraag van landelijke en provinciale
subsidies.
- Recreatie en toerisme
De reserve is ontstaan door inleg van onze gemeente, Uiterwaarde en ondernemersvereniging De Gouden
Ham. Jaarlijks vindt voeding plaats door een 'bijdrage uit de toeristenbelasting'. Indien het jaarlijks budget
niet volledig wordt uitgegeven, wordt het resterende bedrag in deze reserve gestort. Ook wordt de rente
aan deze reserve toegevoegd.
In samenspraak met het Platform Recreatie en Toerisme (PRET), waar eerdergenoemde partijen ook in
deelnemen, wordt aan u de vraag voorgelegd om de middelen uit de reserve in te zetten om één recreatief
project of een aantal kleinere recreatieve projecten uit te voeren. Er zijn nog geen concrete bestedingen
gepland.
- Sociale woningbouw
Deze reserve is bedoeld ter ondersteuning van starters op de woningmarkt en stimulering van goedkope
woningbouw. Uit deze reserve is ook de reserve Startersleningen voor een bedrag van € 500.000 gevoed.
Jaarlijks wordt aan de reserve een bedrag van ongeveer € 20.000 toegevoegd in het kader van
vrijkomende gelden in verband met de opheffing van het kettingbeding bij de verkoop huurwoningen.
Bestedingen zijn nog niet gepland.
- Startersleningen
In 2013 is de reserve Startersleningen gevormd door een bijdrage vanuit de reserve Sociale woningbouw.
De reserve is bedoeld ter ondersteuning van starters op de woningmarkt. Het aantal startersleningen
groeit gestaag. De beheerkosten en rente die wij aan de SVN moeten betalen kan nagenoeg gedekt
worden door de rente op de verstrekte geldleningen. De omvang van de reserve blijft dan ook nog redelijk
constant.
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Beheer en onderhoud ontzanding
323
471
669
819
969
1.119
Totaal voorzieningen
323
471
669
819
969
1.119
Toelichting voorzieningen
- Beheer en onderhoud ontzanding
De voorziening Beheer en onderhoud ontzanding is bedoeld om na beëindiging van de ontzanding
en na overdracht van de gronden aan onze gemeente het eeuwig durend beheer en onderhoud
veilig te stellen. Deze voorziening wordt gevuld met een dotatie gerelateerd aan de zandproductie.
De voorziening kan groeien tot een bedrag van € 3 miljoen.
17
PROGRAMMA 2 - MAATSCHAPPELIJKE ZAKEN
ALGEMEEN
Omschrijving
Dit programma omvat ondersteuning, welzijn, onderwijs, sport, cultuur, zorg en sociale voorzieningen.
Doelstelling
Alle inwoners zijn zelfredzaam, doen mee in de samenleving en werken samen aan sociale samenhang en
leefbaarheid.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Jaar
Accommodatiebeleidsplan Maatschappelijke knooppunt in elke kern
Nota implementatie Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE)
Beleidskader Gezonde Toekomst 2011-2015
Kadernota onderwijshuisvesting (integraal huisvestingsplan)
Lokale Educatieve Agenda (Lokaal Onderwijs Beleid)
Wmo beleidskader 'Ik doe mee!' 2012-2015
Kadernota Voorziening Centra Jeugd en Gezin Lokaal
Kadernota Positief Integraal Jeugdbeleid
Kadernota Mantelzorgers en vrijwilligers doen mee
Cultuurnota
Transitieplan Toekomst Breed financiële aspecten
Visie Leefbaarheid Kernen/Koers 2030
Regionale visie op het sociale domein 'De Samenredzame Samenleving'
Nota 'Contouren voor een sociaal Rivierenland'
Kadernota Passend Onderwijs
Kadernota Harmonisatie Voorschoolse Voorzieningen
Beleidsplan Schuldhulpverlening 2013-2016
Lokaal sociaal akkoord
Herziening bijzondere bijstand
Projectplan Actief Maas en Waal
Algemene subsidieverordening
Plan van aanpak Lokaal zorgnetwerk
2009
2010
2010
2010
2010
2011
2011
2011
2011
2011
2012
2013
2013
2013
2013
2013
2013
2014
2014
2014
2014
2014
Ontwikkelingen
- Integratie kinderopvang, peuterspeelzalen en basisonderwijs voor alle kinderen
Gemeenten, PO-Raad en de brancheorganisaties voor kinderopvang en welzijn pleiten bij het kabinet voor
een integratie van kinderopvang, peuterspeelzalen en basisonderwijs voor alle kinderen.
- Basismobiliteit
Voor de periode 2013-2015 is door de Provincie Gelderland een samenwerkingsovereenkomst voor de
exploitatie van Regiotaxi Gelderland afgesloten. Regiotaxi is een relatief kostbare, maar noodzakelijke
voorziening in het verzorgen van de basismobiliteit. Dit stelt (kwetsbare) burgers in staat om in hun
verplaatsingsbehoeften te voldoen, zodat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Door
afname van de budgetten neemt de vraag om efficiency toe. Om deze reden is het noodzakelijk
verschillende vormen van openbaar en collectief vervoer in samenhang te organiseren.
In de regio Rivierenland is hiervoor een onderzoek gestart.
- Kleine scholen
Daar waar er eerst sprake van was dat de kleine scholentoeslag zou verdwijnen, komt staatssecretaris
Dekker van Onderwijs nu met het voorstel om scholen die gaan samenwerken de toeslag te laten
behouden. Als scholen dan op vrijwillige basis besluiten te fuseren, verliezen ze geen geld. Indirect is dat
ook stimulans voor samenwerking.
18
Medio 2014 komt de staatssecretaris met een voorstel om de regels rondom de samenwerkingsschool aan
te passen. Daarin betrekt hij een advies van het Centrum voor Onderwijsrecht over de juridische
mogelijkheden die artikel 23 biedt voor het vereenvoudigen van de wetgeving, als het gaat om een fusie
tussen een openbare en bijzondere school. De nieuwe wetgeving wordt op zijn vroegst per 1 augustus
2016 van kracht.
- Nieuwe Bibliotheekwet
Naar verwachting treedt in 2015 een nieuwe Bibliotheekwet in werking. Het Rijk wordt dan verantwoordelijk
voor de financiering van de digitale bibliotheek. De digitale bibliotheek is voor burgers zowel direct als via
de lokale fysieke bibliotheek toegankelijk. In het conceptwetsvoorstel worden gemeenten niet verplicht
gesteld om een lokale, fysieke bibliotheek te subsidiëren. Het Rijk doet voor de digitale bibliotheek een
uitname uit het Gemeentefonds.
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
1. Jeugd en jongeren (tot 23 jaar) op een verantwoorde manier laten opgroeien, vergroten van
ontwikkelkansen en zorg dragen voor een zinvolle vrijetijdsbesteding.
2. Vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners (inwoners wonen zo lang mogelijk zelfstandig
in een door henzelf gekozen omgeving).
3. Goede gezondheid en verantwoorde levensstijl van onze inwoners.
4. Bevorderen actieve en passieve deelname/betrokkenheid aan de samenleving met versterking van
de eigen kracht en samenkracht in de nulde lijn.
5. Voorzieningenniveau dat bijdraagt aan de leefbaarheid in de kernen.
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
Activiteiten
Realisatie
2.1 Vervolg geven aan project ‘Thuis met het grootste gemak’
2.2 Uitvoeren beleidskaders transities
2015
2015-2018
3.1 Ontwikkelen beleidskader Gezondheid 2016-2019
2015
5.1 MFA Alphen
- Onderzoeken financieel haalbaar alternatief
5.2 Visie Leefbaarheid kernen/Koers 2030
- Uitvoeren projecten uitvoeringsprogramma
2015
2015-2018
Toelichting activiteiten
De opgenomen activiteiten hebben vooral betrekking op al lopende activiteiten of zijn een vervolg hier op.
Regelmatig wordt uw raad met informatienota's of andere stukken over deze onderwerpen geïnformeerd.
KENGETALLEN
Aantallen x 1
Kengetal
Bezoekers bibliotheek
Leden bibliotheek
Gesubsidieerde jeugdleden binnensport
Voortijdige schoolverlaters
Aantal VVE-doelgroepkinderen
Aanmeldingen NIM Maatschappelijk Werk
Aanmeldingen Meldpunt Bijzondere Zorg
Aantal individuele voorzieningen (Wmo)
Aantal hulp in de huishouding (Wmo)
Periodieke uitkeringsgerechtigden Wwb
Periodieke uitkeringsgerechtigden Ioa
2013
2014
2015
2016
2017
2018
61.700
4.600
480
94
62.000
4.600
450
92
23
135
36
430
415
166
15
62.000
4.600
420
90
22
141
34
425
410
205
16
62.000
4.600
420
89
20
150
32
420
405
200
16
62.000
4.600
420
88
20
156
30
410
400
190
15
62.000
4.600
420
86
20
160
29
410
400
180
15
113
35
430
420
200
16
19
WAT MAG HET KOSTEN?
Bedragen x € 1.000
Exploitatie
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage
15.014
15.014
15.513
470
346
16.329
Autonome ontwikkelingen
- Decentralisaties sociaal domein
- Passend onderwijs
- Overheveling buitenonderhoud scholen
- Nieuwe Bibliotheekwet
- Administratieve aanpassingen
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Vervolg project 'Thuis met het grootste gemak'
- Koers 2030
Dekkingsplan Perspectiefnota 2015
- Aframen stelpost Bijdrage binnenzwembad
- Aframen stelpost Accommodatiebeleid
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
15.410
-230
107
15.287
15.325
-239
106
15.192
15.236
-169
106
15.173
15.236
-198
106
15.144
6.825
p.m.
p.m.
0
-85
6.871
p.m.
p.m.
0
-48
6.719
p.m.
p.m.
0
-41
6.730
p.m.
p.m.
0
-37
10
25
25
25
25
-204
-140
6.431
-100
6.748
-100
6.603
-100
6.618
Totaal Nieuw beleid
Totaal lasten
15.014
16.329
21.719
21.940
21.776
21.762
6.319
6.330
35
118
6.483
6.335
-581
114
5.868
6.340
-582
114
5.872
6.340
-583
114
5.871
6.340
-583
114
5.871
0
0
0
0
4
4
4
4
Baten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage
6.319
Autonome ontwikkelingen
- Administratieve aanpassingen
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
Totaal Nieuw beleid
Totaal baten
Saldo van lasten en baten
6.319
6.483
5.868
5.872
5.876
5.876
-8.695
-9.846
-15.850
-16.068
-15.900
-15.886
Toelichting ontwikkelingen
Autonome ontwikkelingen
- Decentralisaties sociaal domein
€ 6.825.000 S
Binnen het sociaal domein staan drie grote decentralisaties voor de deur. Gemeenten gaan de
komende jaren de verantwoordelijkheid dragen voor de Jeugdzorg, voor nieuwe Wmo-taken
vanuit de Awbz en voor de Participatiewet. Het uitgangspunt is dat de hele operatie budgettair
neutraal verloopt. Het beschikbare budget is leidend. De inkomsten staan geraamd bij de
Algemene dekkingsmiddelen.
- Passend onderwijs
p.m.
Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan
leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit zal waarschijnlijk het meeste effect
hebben op het leerlingenvervoer en de onderwijshuisvesting. Mogelijke financiële effecten zijn
nog niet in te schatten, daarom ramen wij deze post pro memorie.
20
- Overheveling Buitenonderhoud
p.m.
Wettelijk verschuift de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen aan het
gebouw van gemeente naar schoolbestuur. De gemeenten ontvingen voor deze
verantwoordelijkheden middelen in het Gemeentefonds. De verantwoordelijkheid voor het
buitenonderhoud en daarmee samenhangende taken voor het behandelen van de aanvragen
komen te vervallen. Wel blijven gemeenten via het economisch claimrecht verbonden met de
gebouwen. Dat betekent dat wij als gemeente, ook in het kader van de zorgplicht, gebaat zijn bij
goed onderhouden gebouwen.
Het is nu nog niet duidelijk of het onderhoudsbudget dat de schoolbesturen vanaf 2015
ontvangen toereikend is voor de onderhoudsbehoefte.
- Nieuwe Bibliotheekwet
€0
De aanpassing van de Bibliotheekwet brengt voor onze gemeente geen kosten met zich mee.
In het concept 'Convenant Bibliotheek Rivierenland' is opgenomen dat: 'Het bedrag dat jaarlijks
door de bibliotheekbranche via een onttrekking aan het Gemeentefonds wordt besteed aan de
centrale inkoop van e-content (e-books en databanken), zal in mindering worden gebracht op
de kosten voor het basispakket'.
- Administratieve aanpassingen
-€ 85.000 S
Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting,
personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten) vinden er
binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect van de
actualisatie van de kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting.
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Vervolg project ‘Thuis met het grootste gemak’
€ 10.000 I
In 2014 is er een informatiemarkt ‘Thuis met het grootste gemak’ gehouden. Op deze markt
zijn diverse thema's aan bod gekomen die betrekking hebben op langer zelfstandig blijven
wonen (en de transities op het sociale domein). Deze markt was een doorslaand succes!
Zowel ondernemers als inwoners hebben aangegeven dat zij een herhaling van deze markt
zeer op prijs zouden stellen. Ook een volgende markt willen we organiseren met de lokale
ondernemers. Wij stellen voor een bedrag van € 10.000 te reserveren voor de organisatie van
een informatiemarkt.
- Koers 2030
€ 25.000 S
Op 25 september 2014 hebt u op grond van de Visie Leefbaarheid Kernen Koers 2030
het uitvoeringsprogramma voor 2015 vastgesteld. Hierin staan alle maatregelen die de
leefbaarheid in onze kernen behouden en bevorderen. De komende jaren is hiervoor
jaarlijks een bedrag van € 25.000 in de begroting opgenomen. Dit bedrag wordt gedekt
uit de reserve Leefbaarheid kernen.
Dekkingsplan
- Aframen stelpost Bijdrage binnenzwembad
De mogelijke realisatie van een binnenzwembad in onze gemeente is niet te voorzien
voor 2016. Dit betekent dat het gereserveerde bedrag voor een jaarlijkse bijdrage in
de exploitatiekosten van het te realiseren zwembad voor 2015 vrij kan vallen en kan
worden ingezet in het kader van het dekkingsplan.
- Aframen stelpost Accommodatiebeleid
Ten behoeve van het uitvoeren van het accommodatiebeleid hebben wij op basis van
het door u vastgesteld amendement een structureel bedrag van € 154.500 in onze
begroting beschikbaar. Ten behoeve van Koers 2030 hebt u besloten hiervan € 15.000
voor de komende jaren in te zetten. De komende jaren is er dus nog een bedrag van
€ 139.500 beschikbaar. Gelet op de realisatie van diverse accommodaties in de
afgelopen jaren is het, gelet op de noodzakelijke bezuinigingen, verantwoord dit bedrag
te verlagen tot € 39.500.
- € 204.000 I
- € 100.000 S
Tabel: Incidentele baten en lasten 2015
Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Incidentele lasten
- Buitenbad Zeven-Morgen, Dreumel - aanschaf waterstofzuiger
- Project ´Thuis met het grootste gemak´
9
10
0
0
0
0
0
0
Totaal incidentele lasten
19
0
0
0
21
Onderwerp
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Incidentele baten
- BDU Centrum Jeugd en Gezin - bijdrage uren
8
0
0
0
Totaal incidentele baten
8
0
0
0
-11
0
0
0
Totaal incidentele lasten en baten
De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten
en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele effecten
binnen dit programma zijn zeer gering.
INVESTERINGEN
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Hulpmiddelen Wmo
Buitenzwembad waterstofzuiger
Automatisering i.h.k.v. de transities
Hulpmiddelen Wmo
Hulpmiddelen Wmo
Hulpmiddelen Wmo
Totaal investeringen
Netto
invest
2015
2016
2017
2018
BijAfschr. Kapitaallasten
dragen termijn
2015
2016
165
9
p.m.
165
165
165
669
5
1
4
5
5
5
39
9
Correctie reeds geraamd kapitaallasten
Totaal effecten MIP
2018
38
36
35
p.m.
39
p.m.
39
39
p.m.
38
39
39
48
76
113
148
-49
-79
-119
-119
-1
-3
-6
29
0
0
0
0
2017
Toelichting investeringen
Hulpmiddelen Wmo
Voor de aanschaf van hulpmiddelen in het kader van de uitvoering van de Wet
maatschappelijke ondersteuning ramen wij jaarlijks een bedrag van € 165.000. Dit bedrag is
gemiddeld benodigd voor de vervanging van hulpmiddelen. De werkelijke uitgaven zijn
afhankelijk van de aanvragen voor bijvoorbeeld rolstoelen, rollators en scootmobiels.
Buitenzwembad waterstofzuiger
Volgens het vervangingsschema moet de waterstofzuiger in 2015 vervangen worden. De
werkelijke vervanging is afhankelijk van de technische staat. Gelet op de hoogte van het bedrag
wordt de investering, conform de nota Activabeleid, in één keer ten laste van de exploitatie
gebracht.
Automatisering i.h.k.v. transities
Onze systemen zullen als gevolg van de nieuwe taken die wij per 1 januari 2015 uit moeten
gaan voeren aangepast moeten worden. Op dit moment is nog niet duidelijk welke gevolgen dit
zal hebben en of er in 2014 al sprake zal zijn van deze aanpassingen. Daarom ramen wij deze
investering vooralsnog pro memorie voor het jaar 2015.
€ 165.000
€ 9.000
p.m.
RESERVES EN VOORZIENINGEN
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Reserves
Afkoopsommen erfpacht
Leefbaarheid kernen
Lokaal onderwijsbeleid
Onderhoud voetbalvelden
Onderwijshuisvesting
Totaal Reserves
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
235
606
135
0
674
233
437
135
0
658
466
338
135
61
643
461
313
135
0
643
455
288
135
0
643
449
263
135
0
643
1.650
1.463
1.643
1.552
1.521
1.490
22
Toelichting reserves
- Afkoopsommen (erfpacht)
Dit betreft de afkoopsommen van de erfpacht van het Kulturhus D'n Dulper in Boven-Leeuwen en sinds
2014 MFA D'n Hoender in Dreumel. De afkoopsommen worden in 40 jaar ten gunste van de exploitatie
gebracht.
- Leefbaarheid kernen
Deze reserve is bedoeld voor de uitvoering van activiteiten en plannen die voortvloeien uit de Visie
Leefbaarheid Kernen 2030/Koers 2030. Voor de uitvoering hiervan wordt voor de jaren 2015-2019 jaarlijks
€ 25.000 ter beschikking gesteld.
- Lokaal onderwijsbeleid
Er zijn nog geen bestedingen ten laste van deze reserve voorzien.
- Onderhoud voetbalvelden
De reserve is in 2014 gevormd ten behoeve van de overdracht van de voetbalvelden aan de
voetbalverenigingen. In 2014 is hiervoor € 130.000 aan de reserve toegevoegd. In 2014 is er al een
aanzienlijk deel van de reserve ingezet. De reserve wordt ingezet voor het incidenteel onderhouden en
opknappen van de velden.
- Onderwijshuisvesting
De reserve is gevormd om de kwaliteit van de onderwijsgebouwen in stand te kunnen houden en te
voldoen aan de wettelijke zorgplicht voor voldoende en adequate onderwijshuisvesting. De reserve is
gebaseerd op de Kadernota 'De toekomst van het schoolgebouw' en het Integraal huisvestingsplan (IHP).
Er zijn, buiten de jaarlijkse raming van € 15.000 voor schadevergoedingen aan schoolbesturen, nog geen
bestedingen gepland. De kosten van de uitvoering van het Integraal Onderwijshuisvestingsplan worden
begin 2015 bekend. Dan kunnen wij ook bepalen wat de eventuele extra toevoeging aan de reserve moet
zijn. In dit kader hebben wij in de risicoparagraaf een bedrag van € 250.000 opgenomen.
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Gebouwen
Onderwijsgebouwen
1.331
582
904
416
924
458
806
458
871
458
742
458
Totaal Voorzieningen
1.913
1.320
1.382
1.264
1.329
1.200
Toelichting voorzieningen
- Gebouwen
De dotaties en onttrekkingen aan de voorziening worden geraamd op basis van het beheerplan en de
meerjarenonderhoudsraming. Bij deze programmabegroting hebben wij de voorziening geactualiseerd in
relatie tot het meerjarenonderhoudsplan.
- Onderwijsgebouwen
De ontwikkeling is gebaseerd op het Meerjarenonderhoudsplan schoolgebouwen 2007-2016. In
2014 is een nulmeting in het kader van de overheveling van het buitenonderhoud uitgevoerd. Deze
nulmeting vormt de basis voor de toekomst.
23
PROGRAMMA 3 - FYSIEKE LEEFOMGEVING
ALGEMEEN
Omschrijving
Dit programma omvat de beleidsontwikkeling, inrichting en ontwerp, beheer, onderhoud en exploitatie van
onze openbare ruimte, verkeer, milieu en afval.
Doelstelling
Een gezonde, schone, veilige leefomgeving voor nu en in de toekomst, die een duurzaam evenwicht
nastreeft tussen milieubesparing en -belasting.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Jaar
Waterplan 2005-2025
Onderhoudsstrategie wegen
Verbeterplan Wegen
Bodemkwaliteitskaart en beheernota
Beleidsplan Openbare verlichting
Op weg naar duurzaam groenbeheer
Nota Parkeren
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 (vGRP)
Integrale leidraad Flora en Fauna ruimtelijke ontwikkeling en bestendig beheer
Integraal handhavingsbeleid 2013-2016
Milieubeleidsvisie 2013-2016
Bomenbeleidsplan
Milieuprogramma
Bruggen
Openbaar opladen
Gladheidsbestrijdingsplan
Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan
2005
2009
2009
2011
2011
2011
2012
2012
2013
2013
2013
2014
2014
2014
2014
2014
2014
Ontwikkelingen
- Bedrijfsvergroting
Het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied staat een uitbreiding van 2 ha toe voor (agrarische) bedrijven.
De uitbreiding vergt veel van de openbare ruimte: dubbele inritten vanwege de hygiëne-eisen, meer veeen voertransporten met zwaarder materieel. Veel wegen in het buitengebied zijn gedimensioneerd op
voertuigen met beperkte afmetingen en een lage intensiteit. Op diverse locaties is al sprake van
bermschade en schades op de asfaltverhardingen. Op een verspreide locatie kunnen de wegen dit nog
wel aan, maar de verdichting van de bedrijven zal ten koste van de onderhoudskwaliteit van de wegen
gaan. Ook de verkeersveiligheid kan in het geding komen bij intensiever en zwaarder verkeer.
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
1. Een nette, goed onderhouden, veilige en functionele leefomgeving.
2. Goede en veilige bereikbaarheid van de kernen en buitengebied voor alle verkeersdeelnemers.
3. Creëren en behouden van een duurzame, gezonde en schone leefomgeving en bijdragen aan
oplossingen voor (boven)lokale klimaatproblematiek.
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
Activiteiten
1.1
1.2
1.3
1.4
Aanpassen van beheerssystemen t.b.v. BGT
Opstellen beleid Afstoten openbaar groen
Opstellen protocol Duurzame openbare ruimte
Uitvoeren Visual Tree Assessment - Bomenveiligheidscontrole
Realisatie
2015
2015
2015
2015
24
Activiteiten
Realisatie
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
2015
2015
2015-2016
2015
2015-2016
Opstellen Gewasbeschermingsbeleid
Opstellen beleid Duurzame energie gemeentelijk vastgoed
Uitvoeren activiteiten in het kader van duurzaamheid
Evalueren hondenpoepbeleid
Uitvoeren projecten Gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP)
Toelichting activiteiten
1.2 Opstellen beleid Afstoten openbaar groen
Hierbij inventariseren wij voor de hele gemeente percelen die geen waarde of functie hebben voor de
openbare ruimte en plaatsen deze op een kaart. Deze werkwijze is efficiënter en effectiever dan de huidige
ad hoc werkwijze van verkoop op basis van individuele verzoeken. Bovendien biedt deze inventarisatie de
mogelijkheid deze betreffende gronden actief te koop aan te bieden.
1.3 Opstellen protocol Duurzame openbare ruimte
Het gaat hierbij om een protocol voor de inrichting van de openbare ruimte om zo het toekomstig onderhoud
beheersbaar (en betaalbaar) te houden. Het is belangrijk goede kaders te stellen, waar bij de inrichting van
de wijken al rekening mee wordt gehouden.
3.5 Uitvoeren projecten Gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP)
Het hoofddoel van het GUP sluit aan op de ambities, zoals geformuleerd in de
Landschapsontwikkelingsplannen (LOP’s) van de samenwerkende gemeenten (Beuningen, Druten,
Heumen, West Maas en Waal en Wijchen). Die ambities zijn gericht op het versterken en ontwikkelen van
de landschapstypen, die de karakteristiek vormen voor het fraaie rivierenlandschap en op het streekeigen
inpassen van bestaande en nieuwe functies.
Om de ambities tot uitvoering te kunnen brengen, hebben wij gezamenlijk een proces opgestart om op zoek
te gaan naar een nieuwe realisatiestrategie voor de versterking van het landschap. De realisatiestrategie
zet in op het stimuleren van lokaal eigenaarschap en participatie van bewoners en ondernemers. Door in de
uitvoering in te zetten op het vergroten van de maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt tevens
aangesloten bij de mogelijkheden die het nieuwe provinciale Programma Natuur en Landschap biedt.
Met de nieuwe ‘Regels Subsidieverstrekking Landschap’ (april 2013) ondersteunt de Provincie Gelderland
gemeenten bij het realiseren van hun landschapsambities, zoals verwoord in het
Landschapsontwikkelingsplan (LOP), het GUP en de daarbij behorende realisatiestrategie. De Provincie
onderstreept daarbij het belang van inzet en betrokkenheid van bewoners bij het ontwikkelen en behouden
van het landschap in Gelderland; het kapitaal van de Provincie. Deze nieuwe benadering sluit goed aan bij
de wijze waarop de gemeenten in het Land van Maas en Waal bewoners en ondernemers willen stimuleren
zich meer in te zetten voor het landschap. Via de pilots, die benoemd staan in het document
Realisatiestrategie Landschap Maas en Waal willen de gemeenten het landschap gevarieerder,
aantrekkelijker en beleefbaarder te maken.
KENGETALLEN
Aantallen x 1
Kengetal
Meldingen over groenonderhoud
Meldingen over openbare verlichting
Meldingen over riolering
Meldingen over wateroverlast
Meldingen over wegenonderhoud
Restafval per inwoner in kg
Verkeersongevallen met slachtoffer
2013
388
194
75
9
156
202
5
2014
450
250
75
15
250
168
5
2015
450
250
75
15
250
152
5
2016
450
250
75
15
250
145
5
2017
450
250
75
15
250
145
5
2018
450
250
75
15
250
145
5
25
WAT MAG HET KOSTEN?
Bedragen x € 1.000
Exploitatie
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage
7.507
7.507
6.802
486
245
7.533
Autonome ontwikkelingen
- Afvoeren ontvangen slootvuil A-watergangen
- Administratieve aanpassingen
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Uitvoeren projecten gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP)
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
Nieuw beleid
- Uitvoeren projecten in het kader van
duurzaamheid
Totaal Nieuw beleid
Totaal lasten
Baten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage
6.832
98
16
6.946
6.915
101
16
7.032
6.971
106
16
7.093
6.971
105
16
7.092
20
206
20
173
20
206
21
218
6
6
6
6
232
199
232
245
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
7.507
7.533
7.178
7.231
7.325
7.337
4.340
3.513
471
261
4.245
3.481
78
-19
3.540
3.478
98
-19
3.557
3.478
98
-20
3.556
3.478
98
-20
3.556
0
0
0
0
34
34
34
34
4.340
Autonome ontwikkelingen
- Administratieve aanpassingen
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
Totaal Nieuw beleid
Totaal baten
Saldo van lasten en baten
4.340
4.245
3.540
3.557
3.590
3.590
-3.167
-3.288
-3.638
-3.674
-3.735
-3.747
Toelichting ontwikkelingen
Lasten
Autonome ontwikkelingen
- Afvoeren ontvangen slootvuil A-watergangen
€ 20.000 S
Voor de A-watergangen hebben de aanliggende eigenaren een ontvangstplicht voor het
vrijkomende maaisel. In verschillende gevallen is onze gemeente aanliggend eigenaar van
een A-watergang. De laatste jaren is er, door de aanleg van water bergende voorzieningen,
sprake van een forse uitbreiding van A-watergangen binnen de bebouwde kom.
Het laten liggen van sloot maaisel is niet wenselijk, omdat het de bermen verrijkt en bovenal
een rommelig straatbeeld geeft. Het nodigt anderen ook uit om er afval bij te gooien.
Hierdoor wordt de berm steeds verder opgehoogd, waardoor de afwaterende functie onder
druk kan komen te staan. Er blijft dan water naast de verharding staan, waardoor de rand
van de verharding en de berm ernaast kapot worden gereden. De kosten voor het opladen,
afvoeren en storten van het maaisel ramen wij op € 20.000, excl. BTW, per jaar.
- Administratieve aanpassingen
€ 206.000 S
Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting,
personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten),
actualisatie van de kosten van verzekeringen en het meerjareninvesteringsprogramma
vinden er binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect
van de actualisatie van de kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting.
26
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Uitvoeren projecten gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP)
Voor de uitvoering van de realisatiestrategie en de aanvraag landschapsregeling (subsidie) is
voor de periode van 4 jaar een totaal bedrag van € 25.000 cofinanciering noodzakelijk. Dit is
jaarlijks een bedrag van € 6.250.
€ 6.250 S
Nieuw beleid
- Duurzaamheid
In het kader van duurzaamheid gaan wij de komende jaren diverse activiteiten ontplooien.
Hiervoor is budget noodzakelijk. Op basis van uitgewerkte plannen zullen wij concrete
budgetten aanvragen.
p.m.
Baten
Autonome ontwikkelingen
- Administratieve aanpassingen (m.i.v. 2017)
Zie de toelichting onder de lasten.
€ 34.000 S
Tabel: Incidentele baten en lasten 2015
Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Incidentele lasten
- Aanschaf 2 sneeuwschuivers
- Aanschaf dienstauto milieuhandhaving
0
0
0
0
0
0
4
9
Totaal incidentele lasten
0
0
0
13
Totaal incidentele baten
0
0
0
0
Totaal incidentele lasten en baten
0
0
0
-13
Incidentele baten
De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten
en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele effecten
binnen dit programma zijn minimaal.
INVESTERINGEN
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Verkeersborden, schrikhekken e.d.
2 Aanhangwagens
2 Aanhangwagens afzethekken
2 Aanhangers
Giertank
Tractor
Onderhoudsbus
Schaftwagens
2 Transportbussen
Bladzuiger
2 aanhangwagens
Veegmachine
Combi bedrijfswagen
Combi bedrijfswagen
2 Sneeuwschuivers
Dienstauto milieuhandhaving
Dienstauto handhaving
Aanhangwagen
Netto
invest
2015
2016
2017
2018
71
9
9
9
15
66
45
5
80
42
6
4
13
13
25
9
9
5
BijAfschr. Kapitaallasten
dragen termijn 2015
2016
15
1
1
1
10
10
7
1
7
10
1
1
7
7
10
1
1
1
7
9
9
9
2
2017
2018
7
7
7
2
9
8
5
14
2
9
8
2
8
8
14
6
6
4
13
6
2
2
3
9
9
5
27
Omschrijving
Netto
invest
Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP):
- Vervangingsinvesteringen
- Vervangingsinvesteringen
2015
2016
- Vervangingsinvesteringen
2017
- Vervangingsinvesteringen
2018
Totaal investeringen
BijAfschr. Kapitaallasten
dragen termijn 2015
2016
910
865
101
970
51
1.082
295
60
60
15
60
15
60
15
4.709
0
Correctie al geraamde kapitaallasten
Totaal effecten MIP
2017
2018
36
36
35
9
36
35
9
39
4
36
35
9
39
4
43
26
72
125
178
266
-26
-81
-148
-217
46
44
30
49
Toelichting investeringen
Dit betreft vervangingsinvesteringen van het huidige materieel en de rioleringen. Met betrekking
tot het materieel geldt dat de investeringen in afwachting van de ontwikkelingen met betrekking tot
de organisatie van de buitendienst worden opgeschort tot er definitieve duidelijkheid ontstaat. De
te verwachten noodzakelijke investeringen hebben we echter wel in beeld gebracht.
De investeringen in het kader van de riolering zijn gebaseerd op het eind 2012 vastgestelde Verbreed
Gemeentelijke Rioleringsplan 2013-2017.
RESERVES EN VOORZIENINGEN
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Reserves
Saldo
Saldo
Saldo
Saldo
Saldo
Saldo
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Egalisatie Rioolheffing
618
585
406
184
0
0
Totaal Reserves
618
585
406
184
0
0
Toelichting reserves
- Egalisatie rioolheffing
De reserve wordt gebruikt als egalisatie voor de totale lasten en baten binnen het product 'Riolering'. De
ontwikkeling is opgenomen op basis van het in 2012 vastgestelde verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan
2013-2017. Op basis van de werkelijk behaalde resultaten vindt bij de jaarrekening de afrekening plaats.
Begin 2015 bezien wij in het kader van de nieuw op te stellen nota Reserves en voorzieningen de
ontwikkelingen betreffende deze reserve en komen wij met voorstellen in uw richting.
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Afkoop onderhoud grafrechten
Openbare verlichting
Wegen
122
350
2.985
106
395
2.955
100
281
2.535
95
302
1.729
92
357
1.138
89
288
1.215
Totaal Voorzieningen
3.457
3.456
2.916
2.126
1.587
1.592
Toelichting voorzieningen
- Afkoop onderhoud grafrechten
In deze voorziening worden jaarlijks de ontvangen afkoopsommen voor onderhoud gestort. De voorziening
wordt ingezet ter dekking van de (onderhouds-)kosten van de begraafplaatsen. De geraamde toevoeging
is € 25.000. De werkelijke ontvangsten worden gedurende 10 jaar ten gunste van de exploitatie gebracht.
28
- Openbare verlichting
Op basis van het vastgestelde meerjarenonderhoudsplan Openbare verlichting vinden de mutaties in de
voorziening plaats.
- Wegen
Een tienjarige onderhoudsplanning vormt de basis voor de mutaties in deze voorziening. De werkelijke
onttrekkingen vinden plaats na visuele inspecties en nader onderzoek (maatregelentoets). In 2015 zijn
naast het reguliere groot onderhoud de gedeeltelijke kosten van het combinatieproject Beatrixstraat te
Beneden-Leeuwen geraamd.
29
PROGRAMMA 4 - BURGER, BESTUUR EN VEILIGHEID
ALGEMEEN
Omschrijving
Het programma omvat de dienstverlening aan burgers, het functioneren van het bestuur en de organisatie
en de integrale veiligheid.
Doelstelling
Voldoende waardering van onze burgers, bedrijven en instellingen voor de kwaliteit van ons bestuur en onze
dienstverlening en een zo optimaal mogelijk gevoel van veiligheid in onze gemeente. Daarnaast het
beperken en bestrijden van brand, ongevallen en rampen.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Jaar
Dienstverleningsconcept
Egem-I plan (2012-2015)
Regionaal crisisplan
APV
Inkoopbeleid
Integraal Veiligheidsbeleid
Nota Verbonden partijen
2010
2011
2012
2012
2013
2014
2014
Ontwikkelingen
- Europese aanbestedingsrichtlijnen
In maart 2014 is een nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn aangenomen. De verwachting is dat de
nieuwe richtlijn in 2015 in onze nationale wetgeving geïmplementeerd zal zijn. De richtlijn heeft als doel de
efficiency en doeltreffendheid van aanbestedingen te verhogen. Of dit gevolgen zal hebben voor ons
inkoopbeleid is nog niet bekend.
- Wijziging Gemeentewet
De regering heeft op 4 juli 2013 een ‘verzamelwetsvoorstel’ ingediend om de Gemeentewet op diverse
onderdelen te wijzigen. Het wetsvoorstel bevat een aantal wijzigingen voor het college en raadsleden. Een
aantal voorbeelden hiervan:
Voorzitter van een raadscommissie hoeft niet langer een lid te zijn van de raad
 Raadsleden kunnen niet langer zitting nemen in bezwaarschriftencommissies
 Burgemeester krijgt een wettelijke rol in het proces van collegeonderhandelingen na verkiezingen
Vervallen verplichting tot uitbrengen van een burgerjaarverslag.
WAT WILLEN WE BEREIKEN?
1.
2.
3.
Kwalitatief voldoende dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen denkend vanuit de klant.
Het vergroten van het gevoel van veiligheid bij burgers.
Burgers, maatschappelijke instellingen en bedrijven voelen zich optimaal betrokken bij de
totstandkoming van ons beleid en zijn tevreden over de kwaliteit van ons bestuur.
WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN?
Activiteiten
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
Actualiseren en uitvoeren Concernplan
Actualiseren dienstverleningsconcept
Doorontwikkelen digitale dienstverlening
Actualiseren nota Reserves en voorzieningen
Actualiseren nota Activabeleid
3.1 Doorontwikkelen Regiegemeente
3.2 Uitvoeren klanttevredenheidsonderzoek
Realisatie
2015
2015
2015
2015
2015
2015
2015
30
KENGETALLEN
Aantallen x 1
Kengetal
Diefstal/inbraak bedrijven
Woninginbraken
Digitale aanvragen burgerzaken
Klachten servicenormen
2013
17
87
220
n.v.t.
2014
19
90
0
n.v.t.
2015
2016
19
90
260
15
2017
18
80
280
10
2018
17
70
300
10
16
65
320
10
WAT MAG HET KOSTEN?
Bedragen x € 1.000
Exploitatie
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage
7.690
7.690
5.340
61
2
5.403
Autonome ontwikkelingen
- Verkiezingen
- BTW betreffende Veiligheidsregio
- Administratieve aanpassingen
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Concernplan
- Software ter ondersteuning van de P&Ccyclus
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
5.353
1
-72
5.282
5.268
14
-84
5.198
5.203
14
-84
5.133
5.203
14
-84
5.133
23
p.m.
147
0
p.m.
222
0
p.m.
213
29
p.m.
233
15
15
15
10
10
10
10
180
247
238
287
Totaal Nieuw beleid
Totaal lasten
Baten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage
7.690
5.403
5.463
5.445
5.372
5.420
3.509
283
16
17
316
284
-19
0
265
284
-19
0
265
284
-19
0
265
284
-19
0
265
0
0
0
0
3
3
3
3
3.509
Autonome ontwikkelingen
- Administratieve aanpassingen
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
Totaal Nieuw beleid
Totaal baten
Saldo van lasten en baten
3.509
316
265
265
268
268
-4.181
-5.087
-5.198
-5.180
-5.104
-5.153
Toelichting ontwikkelingen
Autonome ontwikkelingen
- Verkiezingen
€ 23.000 I
De Waterschapsverkiezingen worden in 2015 gecombineerd met de verkiezingen voor de
Provinciale Staten en moeten door de gemeente worden uitgevoerd. De kosten worden
misschien gecompenseerd. Dit is nog niet duidelijk. In 2018 zijn er weer verkiezingen voor
de gemeenteraad.
- BTW in de veiligheidsregio
p.m.
In 2015 vindt er nog een compensatie plaats van € 215.000 voor alle regiogemeenten via een
bestemde reserve. Wat de consequenties voor 2016 en verder zijn in relatie tot de BTW is op
dit moment niet duidelijk. Er wordt gesproken over een mogelijke taakstelling voor de
veiligheidsregio. De verwachting is dat er in 2015 hierover meer duidelijkheid komt.
31
€ 147.000 S
- Administratieve aanpassingen
Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting,
personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten),
verzekeringen en het meerjareninvesteringsplan vinden er binnen de programma's
verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect van de actualisatie van de
kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting.
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Concernplan (met ingang van 2016)
€ 15.000 S
Ter uitvoering van het concernplan en met name de bijbehorende regie-agenda moet er
regelmatig externe expertise worden ingezet. Het betreft advies, onderzoek of opleiding op de
diverse onderdelen die genoemd zijn in het concernplan. Bijvoorbeeld in het kader van de
regiefunctie. In 2015 is hiervoor al € 15.000 opgenomen.
- Software ter ondersteuning van de P&C-cyclus
€ 10.000 S
Ten behoeve van de ondersteuning van de planning en controlprocessen maken wij gebruik
van specifieke software. In het kader van de continue kwaliteitsverbetering van de processen
en producten is het noodzakelijk hier jaarlijks in te investeren door middel van aanvullende
software en consultancy.
Tabel: Incidentele baten en lasten 2015
Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Incidentele lasten
- Leden van de raad - vervanging iPad's
- Leden van de raad - overige goederen en diensten
- Verkiezingen
- Representatiekosten - extra lasten raadsverkiezingen
6
0
40
0
0
0
17
0
0
0
0
0
0
6
20
3
Totaal incidentele lasten
46
17
0
29
0
0
0
0
-46
-17
0
-29
Incidentele baten
Totaal incidentele baten
Totaal incidentele lasten en baten
De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten
en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele nadelige
effecten binnen dit programma zijn gering.
INVESTERINGEN
Omschrijving
Meubilair - Gemeentehuis (diversen)
Meubilair - Tafels raadzaal
Telefooncentrale
ICT - Basisregistraties
ICT - Basisinfrastructuur
ICT - KCC
ICT - Koppelingen
ICT - Overige vervangingen
ICT - Basisregistraties
ICT - Overige vervangingen
Inventaris - Diverse keukentoebehoren
Meubilair - Stoelen spreekkamers
Netto
invest
2015
2016
2017
150
15
50
137
440
90
180
50
10
40
7
13
Bijdragen
Afschr. Kapitaallasten
termijn
2015
2016
15
15
10
4
4
4
4
4
4
4
1
15
15
2
7
39
125
26
51
14
15
1
7
38
122
25
50
14
3
11
7
2017
2018
15
1
6
37
118
24
48
13
3
11
14
1
6
36
114
23
46
13
3
11
1
1
32
Omschrijving
Netto
invest
Bijdragen
Afschr. Kapitaallasten
termijn
2015
2016
2017
2018
Meubilair - Bureaustoelen
2018
Meubilair - Paternosterkasten Dienstencentrum
Inventaris - Koffie automaten
Totaal investeringen
55
25
8
1.270
15
25
1
0
279
292
277
6
2
8
284
Correctie al geraamde investeringen
1.592
0
-123
-191
-401
-401
156
101
-124
-117
TOTAAL
Toelichting investeringen
De vervanging inventaris gemeentehuis betreft reguliere vervangingen van onder andere meubilair dat uit
1993 dateert door meer arbotechnisch verantwoord meubilair en de vervanging van het meubilair in de
raadzaal.
De ICT investeringen betreffen het door het Rijk verplicht gestelde landelijke stelsel van basisregistraties,
alsmede de koppelingen hiervan aan onze eigen informatie-architectuur. Daarnaast betreft het reguliere
vervangingen en investeringen ten behoeve van de verbetering van de klantcontacten. De geplande
vervanging van de telefooncentrale is nodig omdat deze verouderd is en niet voldoet aan de eisen van
dienstverlening.
RESERVES EN VOORZIENINGEN
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Pensioenen wethouders
Voormalige wethouders
1.722
124
1.799
79
1.882
169
1.958
138
2.034
103
2.110
70
Totaal voorzieningen
1.846
1.878
2.051
2.096
2.137
2.180
Toelichting voorzieningen
- Pensioenen/overlijdensrisico wethouders
Het saldo van de voorziening wordt bepaald door onze verplichtingen per jaar. De pensioenverplichtingen
worden na de actuariële berekening in de begroting als last opgenomen. Daarbij wordt de voorziening op
de juiste hoogte gebracht.
De opgenomen toekomstige stortingen en onttrekkingen zijn fictief, op basis van de genoemde
berekeningen worden deze jaarlijks geactualiseerd.
- Voormalige wethouders
e
Bij de 2 bestuursrapportage is de voorziening door een dotatie van € 138.000 op de juiste hoogte
gebracht. De onttrekkingen hebben betrekking op de wachtgelden die wij uitkeren aan onze voormalige
wethouders.
33
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
ALGEMEEN
Omschrijving
Binnen de begroting bestaat onderscheid tussen algemene dekkingsmiddelen en specifieke
dekkingsmiddelen. Specifieke dekkingsmiddelen zijn de inkomsten die direct samenhangen met een bepaald
programma. Dat kunnen de inkomsten zijn van het Rijk met een specifiek bestedingsdoel (bijvoorbeeld voor
de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand in programma 2), de opbrengsten uit verkoop van gronden
(programma 1) of opbrengsten uit verleende diensten, zoals het verstrekken van een paspoort (programma
4). Ook de rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn specifieke dekkingsmiddelen. De specifieke
dekkingsmiddelen worden binnen het betreffende programma verantwoord.
De algemene dekkingsmiddelen zijn dekkingsmiddelen die vrij aan te wenden zijn. De besteding van deze
inkomsten is op voorhand niet gebonden aan een bepaald programma of doel, maar wordt ingezet ter
dekking van de tekorten op de programma's. De dekking bestaat voor het grootste gedeelte uit de Algemene
uitkering uit het Gemeentefonds en de lokale heffingen die niet bestedingsgebonden zijn. De overige
dekkingsmiddelen bestaan uit rentebaten en de post onvoorzien.
Doelstelling
We willen een financieel gezonde gemeente voor nu en in de toekomst zijn. Om dit te bereiken voeren wij
een verantwoord en stabiel financieel beleid met sluitende begrotingen, waarbinnen ruimte wordt gemaakt
voor noodzakelijke en gewenste veranderingen van beleid en het opvangen van onvoorziene
omstandigheden. Wij maken voortdurend een afweging tussen onze bestuurlijke ambities en de daarvoor
beschikbare middelen.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Jaar
Financiële verordening gemeente West Maas en Waal
Controleverordening gemeente West Maas en Waal
Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid
Belastingverordeningen
2011
2011
2011
2014
Ontwikkelingen
Er zijn geen bijzondere externe ontwikkelingen te melden.
WAT MAG HET KOSTEN?
Bedragen x € 1.000
Exploitatie
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage
Autonome ontwikkelingen
- DigiD audit
- Administratieve aanpassingen
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Vernieuwen website
- Actualisatie dienstverleningsconcept
4.489
4.489
346
593
557
1.496
338
338
-353
323
1.144
347
-542
949
347
355
-234
468
347
355
-218
484
8
-172
8
-271
8
-413
8
-465
22
5
22
22
22
34
Exploitatie
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Dekkingsplan Perspectiefnota 2015
- Aframen post Onvoorzien
- Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
-50
-187
-50
-137
-428
-50
-87
-520
-50
-87
-572
Totaal Nieuw beleid
Totaal lasten
Baten
Programmabegroting
e
Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage
e
Effecten 2 bestuursrapportage
e
Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage
4.489
1.496
136
521
-52
-88
22.629
20.395
976
687
22.058
19.538
232
-299
19.471
20.510
114
-531
20.093
19.406
374
-281
19.499
19.406
374
-247
19.533
6.825
6.871
6.719
6.730
25
25
63
63
25
6.875
25
6.921
25
6.807
25
6.818
22.629
Autonome ontwikkelingen
- Algemene uitkering - decentralisaties sociaal
domein
- Administratieve aanpassingen
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Koers 2030
Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid
Totaal Nieuw beleid
Totaal baten
22.629
22.058
26.346
27.014
26.306
26.351
Saldo van lasten en baten
18.140
20.562
26.210
26.493
26.358
26.439
Toelichting ontwikkelingen
Lasten
Autonome ontwikkelingen
- DigiD audit
€ 8.000 S
Door problemen rond de beveiliging van gemeentelijke gegevens op hun website is in 2013
door het Rijk de gemeente verplicht gesteld een audit te laten uitvoeren op de DigiD
aansluiting van de website. Achter deze DigiD zitten de elektronische webformulieren van de
gemeente met vertrouwelijke gegevens van haar burgers. Deze audit dient jaarlijks plaats te
vinden. Slaagt de gemeente niet voor de audit kan geen gebruik worden gemaakt van DigiD
en kun je de burger dus niet op deze wijze bedienen. De structurele lasten bedragen € 8.000.
- Actualisatie kostenverdeling en overige administratieve aanpassingen
- € 172.000 S
Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting,
personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten) vinden er
binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect van de
actualisatie van de kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting.
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Vernieuwen website
€ 22.000 S
Onze website voldoet niet meer aan de eisen en wensen die aan een moderne gemeentelijke
website gesteld worden. Er kan bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt worden van digitale
dienstverlening (e-formulieren, DigiD) en we voldoen niet aan alle webrichtlijnen, die vanuit de
overheid zijn opgesteld.
Onze huidige provider heeft aangegeven per 1 april 2015 de versie die wij gebruiken niet
meer te ondersteunen. De versie van ons intranet wordt al langere tijd niet meer ondersteund.
Vernieuwing is daardoor aan de orde.
- Dienstverleningsconcept
€ 5.000 I
In 2010 is een dienstverleningsconcept opgesteld. Gezien de snelle ontwikkeling in
opvattingen over dienstverlening is het noodzakelijk elke 5 jaar het dienstverleningsconcept te
evalueren en te actualiseren.
35
Dekkingsplan
- Aframen post Onvoorzien
- € 50.000 S
De doelstelling van de post onvoorziene uitgaven is het opvangen van extra uitgaven, die bij
het samenstellen van de begroting onvoorzienbaar waren en die bovendien onuitstelbaar en
onontkoombaar zijn.
In de praktijk wordt de post Onvoorzien gebruikt als een flexibel budget voor incidentele
tegenvallers. Wij maken nauwelijks gebruik van dit flexibele budget. Aframing tot een bedrag
van € 15.000 is daarom verantwoord.
- Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte (met ingang van 2016)
- € 137.000 S
De stelpost Incidentele beleidsruimte is voor u bedoeld om gedurende het jaar een flexibel
budget te hebben om incidentele beleidskeuzes te kunnen maken. Gelet op
de behoefte aan extra dekkingsmiddelen in relatie tot het gebruik van dit budget achten wij
aframing tot een structureel bedrag van € 50.000 verantwoord. Alleen in 2016 is het
beschikbare bedrag volledig ingezet in het kader van het sluitend maken van onze begroting.
Baten
Autonome ontwikkelingen
- Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
Dit betreft de verhoging van de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds in verband
met de drie decentralisaties in het sociaal domein. De uitgaven hiervan hebben wij op
programma 2 - Maatschappelijke zaken geraamd.
- Administratieve aanpassingen
Zie de toelichting onder de lasten.
€ 6.825.000 S
€ 25.000 S
Intensivering/heroverweging bestaand beleid
- Koers 2030
Dit betreft de bijdrage vanuit de reserve Leefbaarheid kernen ter dekking van de kosten van
Koers 2030. De lasten staan geraamd op programma 2.
€ 25.000 S
Tabel: Incidentele baten en lasten 2015
Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
Incidentele lasten
- Incidentele beleidsruimte
- Inventaris - koffieautomaten
50
0
0
0
50
0
50
8
Totaal incidentele lasten
50
0
50
58
- Bespaarde rente bestemmingsreserves
128
128
128
128
Totaal incidentele baten
128
128
128
128
78
128
78
70
Incidentele baten
Totaal incidentele lasten en baten
De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten
en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele nadelige
effecten binnen dit programma zijn beperkt. Het saldo wordt bepaald door de stelpost Incidentele
beleidsruimte.
36
RESERVES EN VOORZIENINGEN
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Reserves
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Algemene reserve
Informatisering
Investeringen met economisch nut
Investeringen met maatschappelijk nut
Personeel en organisatie
4.560
781
2.093
109
160
5.511
940
1.501
55
120
5.525
909
1.443
0
80
5.810
717
1.430
0
40
6.686
14
1.417
0
0
7.012
0
1.404
0
0
Totaal reserves
7.703
8.127
7.957
7.997
8.117
8.416
Toelichting reserves
- Algemene reserve
De toename ontstaat door de rentetoevoegingen. Een deel van deze rente, over het beklemde deel van de
reserve ad. € 2,5 miljoen, wordt toegevoegd aan de exploitatie als structureel dekkingsmiddel. In 2016
staat een toevoeging van € 767.000 gepland voor het restantbedrag van de reserve Informatisering,
conform uw besluit bij de vaststelling van de nota Reserves en voorzieningen 2012.
- Informatisering
De reserve is gekoppeld aan het Egem-I plan. In 2016 valt het restant van de reserve vrij ten gunste van
de Algemene reserve conform uw besluitvorming bij de vaststelling van de nota Reserves en
voorzieningen 2012. Er is hierbij nog geen rekening gehouden met de effecten van de mogelijke
samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe.
- Investeringen economisch nut
De reserve dient ter dekking van afschrijvingslasten van investeringen met een economisch nut. De
afschrijving is gelijk aan de bijdrage vanuit de reserve. De boekwaarde van de investeringen loopt
daardoor gelijk af met de stand van de reserve.
- Investeringen maatschappelijk nut
Aan de reserve wordt structureel een bedrag onttrokken ter dekking van afschrijvingslasten van
investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. In 2014 vindt de laatste onttrekking
plaats.
- Personeelslasten
De reserve wordt ingezet ter dekking van ombuigingen op het gebied van personeel. Stand per 1 januari,
bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Voormalig personeel
148
220
101
100
100
100
Totaal voorzieningen
148
220
101
100
100
100
Toelichting voorzieningen
- Voormalig personeel
De voorziening dient ter dekking van (toekomstige) FPU-verplichtingen.
37
RECAPITULATIE VAN BATEN EN LASTEN
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal lasten
13.445
15.014
7.507
7.690
4.489
48.145
10.199
16.329
7.533
5.403
1.499
40.963
9.557
21.718
7.178
5.463
136
44.053
9.522
21.940
7.231
5.445
521
44.660
9.468
21.776
7.326
5.372
-52
43.890
9.483
21.762
7.337
5.420
-88
43.914
Baten
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal baten
11.842
6.319
4.340
3.509
22.629
48.639
8.665
6.483
4.245
316
22.058
41.767
7.964
5.868
3.540
265
26.346
43.984
7.929
5.872
3.557
265
27.014
44.637
7.957
5.876
3.590
268
26.306
43.997
7.958
5.876
3.590
268
26.351
44.043
Saldo
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
-1.603
-1.534
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
-8.695
-9.846
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van baten en lasten
-3.167
-4.181
18.140
494
-3.288
-5.087
20.561
806
-1.593
15.850
-3.638
-5.198
26.210
-69
-1.593
16.068
-3.674
-5.180
26.493
-23
-1.512
15.900
-3.735
-5.104
26.357
106
-1.524
15.886
-3.747
-5.153
26.438
128
69
23
0
0
106
128
Aanvullend dekkingsplan
Saldo Programmabegroting 2015, na
dekkingsplan
494
806
38
DEEL 2 - PARAGRAFEN
39
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN
ALGEMEEN
Inleiding
In deze paragraaf presenteren wij de uitgangspunten en het doel van de gemeentelijke heffingen. De
belangrijkste (gemeentelijke woonlasten) zijn de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing
en de rioolrechten. De gepresenteerde tarieven voor 2015 en verdere jaren betreffen voorlopige
tarieven. De definitieve tarieven worden met vaststelling van de betreffende belastingverordeningen
in december vastgesteld en kunnen door actuele waarde- en prijsontwikkelingen afwijken.
Gemeentelijke kaders
Na de begrotingsbehandeling actualiseren wij jaarlijks de verordeningen op het gebied van de lokale
heffingen. In december voorafgaande aan het heffingsjaar bieden wij u deze ter vaststelling aan.
Er is onderscheid te maken tussen opbrengsten als algemene dekkingsmiddelen en opbrengsten die
direct dienen ter dekking van gemaakte kosten. Tot de eerste categorie behoren de onroerende
zaakbelastingen, roerende zaakbelastingen, forensenbelasting, hondenbelasting,
watertoeristenbelasting en landtoeristenbelasting. Tot de tweede categorie, zogenaamde
bestemmingsheffingen, behoren de rioolheffing, afvalstoffenheffing, lijkbezorgingsrechten,
marktgelden en leges. Voor deze categorie is het uitgangspunt dat de te maken kosten worden
terugverdiend door de opbrengsten van de betreffende belasting of leges. Wij streven naar een 100%
kostendekkend tarief. Of het tarief ook daadwerkelijk 100% kostendekkend kan zijn is afhankelijk van
diverse factoren, zoals het aandeel vaste en variabele kosten binnen de activiteit, de schommelingen
in aantallen per jaar en de diversiteit binnen activiteiten, maar ook is in zekere zin sprake van
marktconforme prijzen ten opzichte van buurgemeenten of met landelijk vastgestelde maximum
tarieven.
Ontwikkelingen
De verordening toeristenbelasting is conform de modelverordening van de VNG vernieuwd.
Deze wordt u afzonderlijk ter vaststelling aangeboden in de raadsvergadering van december 2014.
ONROERENDE ZAAK BELASTINGEN
Algemeen
Onder de naam onroerende zaakbelastingen (OZB) heffen wij ter zake van binnen onze gemeente
gelegen onroerende zaken twee directe belastingen in het geval van niet-woningen: een
gebruikersbelasting en een eigenarenbelasting. In het geval van onroerende zaken die in hoofdzaak
tot woning dienen heffen wij alleen een eigenarenbelasting.
Voor het belastingjaar 2015 baseren wij de OZB-heffing op de nieuwe taxatiewaarden per 1 januari
2014. Omdat deze taxatiegegevens bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend zijn, gaan
wij bij de gepresenteerde tarieven nog uit van de waarden per 1 januari 2013. De hertaxatie zal
aanpassing van de tarieven met zich meebrengen.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2015.
Tarieven
De ontwikkeling van de OZB-tarieven in de afgelopen c.q. komende jaren, op basis van de huidige
afspraken, ziet er als volgt uit:
Soort
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Woningen
- zakelijk recht
- feitelijk gebruik
Totaal woningen
0,1086%
n.v.t.
0,1086%
0,1198%
n.v.t.
0,1198%
0,1275%
n.v.t.
0,1275%
0,1280%
n.v.t.
0,1280%
0,1285%
n.v.t.
0,1285%
0,1290%
n.v.t.
0,1290%
Niet-woningen
\
- zakelijk recht
- feitelijk gebruik
Totaal woningen
0,1903%
0,1789%
0,3692%
0,2160%
0,1994%
0,4154%
0,2302%
0,2090%
0,4392%
0,2307%
0,2095%
0,4402%
0,2312%
0,2100%
0,4412%
0,2317%
0,2105%
0,4422%
40
Opbrengsten
Voor 2015 ramen wij de volgende opbrengsten betreffende de onroerende zaak belastingen
(bedragen x € 1.000):
Zakelijk gerechtigden
€ 2.921
Gebruikers
€
450
Totaal raming 2015
€ 3.371
De opbrengsten van de afgelopen jaren en te verwachten opbrengsten voor de komende jaren
presenteren wij bij het onderdeel “Opbrengsten lokale heffingen”.
ROERENDE ZAAKBELASTINGEN
Algemeen
Onder de naam "belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten" heffen wij een, met de OZB
vergelijkbare, belasting voor binnen onze gemeente gelegen roerende objecten, zoals woonwagens
en woonschepen. De tarieven dienen gelijk te zijn aan die van de OZB.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten
2015.
Tarieven
De tarieven voor de roerende zaakbelastingen zijn gelijk aan de tarieven van onroerende
zaakbelastingen. Zie de tabel bij het onderdeel “Onroerende zaakbelastingen”.
Opbrengsten
Voor 2015 ramen wij de volgende opbrengsten betreffende de roerende zaak belastingen (bedragen
x € 1.000):
Zakelijk gerechtigden
€
4
Gebruikers
€
1
Totaal raming 2015
€
5
HONDENBELASTING
Algemeen
Onder de naam "hondenbelasting" heffen wij een directe belasting ter zake van het houden van
een hond binnen onze gemeente. Als houder wordt aangemerkt degene die, onder welke titel
dan ook, een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2015.
Tarieven
De ontwikkeling van de tarieven voor de hondenbelasting ziet er als volgt uit:
Tarief per hond/kennel
e
1 hond
e
2 en volgende hond
Kennel
2013
2014
2015
2016
2017
2018
47,04
94,08
282,24
47,28
94,56
283,68
47,52
95,03
285,10
47,75
95,51
286,53
47,98
95,99
287,96
48,22
96,46
289,40
Opbrengsten
Voor de hondenbelasting ramen wij in 2015 € 97.692 aan opbrengsten.
TOERISTENBELASTING
Algemeen
Ter zake van het binnen onze gemeente houden van verblijf met overnachten tegen vergoeding
in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens van onze gemeente zijn ingeschreven, heffen wij onder
de naam toeristenbelasting een directe belasting. Deze belasting heffen wij naar het aantal
overnachtingen.
41
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2015.
Tarieven
De ontwikkeling van de tarieven voor de toeristenbelasting ziet er als volgt uit:
Tarief
Per overnachting
2013
0,94
2014
1,00
2015
1,00
2016
1,00
2017
2018
1,00
1,00
Het tarief is jaarlijks met € 0,10 verhoogd tot het tarief van € 1,00 per overnachting in 2014.
Begrotingsbehandeling 2009).
Opbrengsten
Voor 2014 ramen wij € 164.628 aan opbrengsten betreffende de toeristenbelasting.
WATERTOERISTENBELASTING
Algemeen
Ter zake van het binnen onze gemeente houden van verblijf op vaartuigen waarvoor, in welke
vorm dan ook, een vergoeding wordt betaald door personen die niet als ingezetene in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van onze gemeente zijn ingeschreven,
heffen wij onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting. De belasting heffen wij
naar het aantal etmalen van verblijf.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2015.
Wanneer voor het verblijf, krachtens een overeenkomst, een vergoeding is voldaan vóór 15 april
van het belastingjaar, heffen wij geen belasting op grond van de verordening
watertoeristenbelasting. De belasting wordt naar rato van het aantal belastingplichtige
ligplaatsen verdeeld over de verschillende jachthavens.
Tarieven
De ontwikkeling van de tarieven voor de watertoeristenbelasting ziet er op basis van de huidige
afspraken als volgt uit:
Tarief
Per etmaal
2013
0,94
2014
1,00
2015
1,00
2016
1,00
2017
1,00
2018
1,00
Opbrengsten
Betreffende de watertoeristenbelasting ramen wij voor 2015 € 15.758 aan opbrengsten.
FORENSENBELASTING
Algemeen
Onder de naam "Forensenbelasting" heffen wij een directe belasting van personen die, zonder
in onze gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor
zich of hun gezin een gemeubileerde woning in onze gemeente beschikbaar houden.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2015.
Tarieven
De ontwikkeling van de tarieven voor de forensenbelasting ziet er, op basis van 0,5%
inflatiecorrectie per jaar, als volgt uit:
Tarief
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Per gemeubileerde woning
366,00
368,00
370,00
372,00
374,00
376,00
Opbrengsten
Voor 2015 ramen wij € 11.031 aan opbrengsten betreffende de forensenbelasting.
42
AFVALSTOFFENHEFFING
Algemeen
Met ingang van 1 januari 2012 verzorgt Afvalverwijdering Rivierenland (Avri) voor onze gemeente de
verwerking van diverse stromen in het huishoudelijk afval.
De inzameling en verwerking van huishoudelijk afval financiert Avri met de inkomsten uit de
afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is een belasting die wordt betaald voor het inzamelen en
verwerken van afval.
Gemeentelijke kaders
Door de toetreding tot de GR Rivierenland is de Verordening Afvalstoffenheffing van de Regio van kracht in
onze gemeente.
Tarieven
Door de komst van het 'volume-frequentie tariefsysteem' vanaf 1 januari 2014 worden de tarieven voor het
aanbieden van afval voor inwoners gebaseerd op de grootte van de restafvalcontainer en op het aantal maal
dat een container wordt aangeboden.
Hetgeen betekent dat alle huishoudens een combinatie gaan betalen van een vast- en variabel deel.
In december stelt het Algemeen bestuur van de GR de tarieven voor 2015 vast.
Opbrengsten en kostendekkendheid
De opbrengsten van de regionaal vastgestelde heffingen vormen een 100% dekking voor het ophalen van
afvalstromen aan huis, de kosten voor de milieustraten, alsmede de kosten voor de verwerking van alle
vrijkomende afvalstromen, inclusief BTW. Wanneer op rekeningbasis een meer of juist minder dan 100%
kostendekkende opbrengst wordt gerealiseerd, wordt het verschil verrekend in de regionale
egalisatiereserve. Deze komt ten goede aan of ten laste van alle deelnemende gemeenten uit de regio.
BREDE RIOOLHEFFING
Algemeen
Onder de naam "brede rioolheffing" heffen wij een belasting van degene die bij het begin van het
belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat
direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015.
De hoogte van de opbrengsten en daarmee de tarieven rioolheffing berekenen wij zo dat sprake
is van 100% dekking van de gemaakte kosten, inclusief BTW. Daarmee zitten de tarieven op het
wettelijke maximum. Wanneer op rekeningbasis een meer of juist minder dan 100%
kostendekkende opbrengst wordt gerealiseerd verrekenen wij het verschil met de
Egalisatiereserve Rioolheffing.
Kosten
Met de vaststelling van de Perspectiefnota 2011 hebt u besloten om de maximaal toe te rekenen
kosten mee te nemen bij de berekening van de rioolheffing. Dit betekent dat wij met ingang van 2011
ook kosten voor de aanslagoplegging en inning en kosten reiniging straatkolken in de 100%
kostendekkendheid meenemen.
In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde)
kosten van de gemeentelijke riolering.
Tabel: Overzicht kosten
Bedragen x € 1.000
Kostensoort
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Klein onderhoud en controle
246
295
224
226
228
230
Stroomverbruik gemalen
Personeel van derden
Telefoonkosten
Kapitaallasten
Doorbelasting kostenplaats
Overige directe lasten
71
48
60
27
1.079
346
9
71
56
28
1.198
275
155
72
57
28
1.210
278
157
73
58
28
1.222
281
159
74
59
28
1.234
284
161
1.196
322
51
43
Kostensoort
Aanslagoplegging / inning
Grond- en hemelwaterzorgplicht
BTW
Totaal kosten riolering
2013
20
2014
2015
2016
2017
2018
185
24
30
211
20
31
215
20
31
217
20
31
219
20
31
221
2.091
2.129
2.273
2.296
2.319
2.342
Tarieven
De tarieven voor de brede rioolheffing ontwikkelen zich, op basis van de bovenvermelde kosten, als
volgt:
Tarief per eigendom
Aansluiting gem. riolering
2013
236
2014
244
2015
2016
253
261
2017
2018
266
271
Opbrengsten en kostendekkendheid
Betreffende de brede rioolheffing ramen wij voor 2015 € 2.001.831 aan opbrengsten. Inclusief de
onttrekking aan de Egalisatiereserve Rioolheffing ad. € 266.000 realiseren wij een
kostendekkingspercentage van 100%. De definitieve bijdrage uit de reserve wordt, op basis van de
werkelijke baten en lasten, bepaald bij de jaarrekening 2015.
MARKTGELD
Algemeen
Onder de naam marktgeld heffen wij een recht voor het gebruik van enig gedeelte van openbare
gebouwen, terreinen, pleinen of straten, welke door ons voor het houden van markten is aangewezen.
Kosten
Doordat wij uitgaan van een onderbezetting, gebaseerd op de ervaringscijfers over de afgelopen jaren,
realiseren wij een totale opbrengst, waarmee feitelijk 19% van de kosten wordt gedekt door de
marktgelden. De kosten hebben wij in de begroting 2015 geraamd op € 24.555. De opbrengsten ramen
wij op € 4.625.
In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde)
kosten van de markten.
Bedragen x € 1.000
Tabel: Overzicht kosten
Kostensoort
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Energiekosten
Overige kosten
Doorberekening kostenplaats
5
3
18
5
3
10
7
5
12
7
6
12
7
6
12
7
6
12
Totaal kosten markten
26
18
24
25
25
25
Tarieven
De (geraamde) tarieven voor de marktgelden ontwikkelen zich, op basis van 0,5% inflatiecorrectie per
jaar, als volgt:
Tarief per strekkende meter
Incidenteel
Per kwartaal
2013
1,34
16,97
2014
1,35
17,05
2015
2016
1,36
17,14
1,37
17,23
2017
1,38
17,32
2018
1,39
17,41
LIJKBEZORGINGRECHTEN
Algemeen
Wij heffen rechten voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door onze gemeente verlenen van
diensten in verband met de begraafplaats.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2015.
Kosten
In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde)
kosten van de lijkbezorging en onderhoud begraafplaatsen.
44
Bedragen x € 1.000
Tabel: Overzicht kosten
Kostensoort
2013
Grafdelving en klein onderhoud
Doorbelasting kostenplaats
Overige kosten
Kapitaallasten
Pachten
Mutatie voorziening
7
101
6
16
Totaal kosten lijkbezorging
2014
2015
2016
2017
2018
-9
7
88
2
15
-2
-4
7
77
2
15
-2
-5
7
76
2
15
-2
-2
7
78
2
14
-2
0
7
80
2
14
-2
0
121
106
94
96
99
101
Tarieven
De (geraamde) tarieven voor de lijkbezorgingsrechten ontwikkelen zich op basis van 0,5% inflatiecorrectie
per jaar.
Tarief volwassenen
Begraven
Onderhoud 20 jaar
2013
250
1.329
2014
251
1.336
2015
252
1.343
2016
253
1.350
2017
254
1.357
2018
255
1.364
Opbrengsten en kostendekkendheid
Door het geringe aantal begravingen op de openbare begraafplaatsen, kunnen wij het beoogde
dekkingspercentage van 100% niet realiseren. Wanneer u vasthoudt aan volledige kostendekking moeten de
tarieven de komende jaren nog aanzienlijk stijgen. Gelet op de extra verhoogde tarieven is dat niet meer
reëel.
Betreffende de lijkbezorging ramen wij voor 2015 € 44.799 aan opbrengsten. Hiermee realiseren wij een
kostendekkingspercentage van 47,66%.
LEGES
Algemeen
Onder de naam "leges" heffen wij verschillende rechten ter zake van het genot van door ons verstrekte
diensten, genoemd in de legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Gemeentelijke kaders
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015.
Uitgangspunt bij bepaling van de tarieven is 100% kostendekkendheid.
Kosten
In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde)
kosten van de leges.
Tabel: Overzicht kosten
Bedragen x € 1.000
Kostensoort
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Bestemmingsplannen
Gemeentelijke basisadministratie
Burgerlijke stand
Rij- en reisdocumenten
APV
228
152
54
241
56
214
196
74
255
59
249
193
98
246
66
250
194
99
247
67
247
191
98
245
66
249
192
99
246
66
Totaal kosten
731
798
852
857
847
852
In de tabel is het bedrag voor bouwleges niet opgenomen, omdat deze niet meer apart in onze administratie
voorkomt vanwege de overgang naar de omgevingsdienst Rivierenland.
Tarieven
De belangrijkste tarieven voor de leges geven, op basis van de huidige afspraken, de volgende
ontwikkeling te zien:
Tarief
Reguliere bouwvergunning bij
€ 100.000 bouwkosten
Principeverzoek bestemmingsplan/
projectbesluit
Huwelijksvoltrekking
Paspoort
Rijbewijs
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2.100
2.100
2.121
2.121
2.121
2.121
1.515
1.555
1.600
1.616
1.632
1.648
315
*50,35
35
320
*66,95
38,48
328
*66,95
*38,40
333
*66,95
*38,40
333
*66,95
*38,40
333
*66,95
*38,40
*Opmerking: Landelijk vastgesteld tarief.
45
Opbrengsten
Voor 2015 ramen wij € 769.000 aan opbrengsten betreffende de leges inclusief leges
omgevingsvergunning. De legesopbrengsten zonder de leges omgevingsvergunning bedragen € 364.000.
Hiermee realiseren wij een kostendekkingspercentage van 42,7%. De 100% dekking van kosten wordt
niet gehaald, omdat niet alle gemaakte kosten rechtstreeks verband houden met de dienstverlening en
daarom niet kunnen worden gedekt uit leges. Dit geldt vooral voor een deel van de kosten voor
bestemmingsplanprocedures en burgerlijke stand.
OPBRENGSTEN LOKALE HEFFINGEN
De (geraamde) opbrengsten van de lokale heffingen zien er als volgt uit:
Tabel: Opbrengsten lokale heffingen
Belasting c.q. heffing
2013
2014
2015
Bedragen x € 1.000
2016
2017
2018
Onroerende zaakbelastingen
Roerende zaakbelastingen
Baatbelasting
Hondenbelasting
Toeristenbelasting
Watertoeristenbelasting
Forensenbelasting
Totaal belastingen
3.185
6
0
99
148
16
11
3.465
3.277
6
0
96
141
16
11
3.547
3.371
5
0
98
165
16
11
3.666
3.466
5
0
100
165
16
11
3.763
3.555
5
0
102
166
16
12
3.856
3.555
5
0
102
166
16
12
3.856
Afvalstoffenheffing
Brede rioolheffing
Marktgeld
Lijkbezorgingrechten
Leges
Totaal heffingen
0
1.981
4
73
917
2.975
0
2.022
4
73
776
2.875
0
2.002
5
45
769
2.821
0
2.022
5
45
821
2.893
0
2.041
5
45
880
2.971
0
2.041
5
45
880
2.971
Totaal lokale heffingen
6.440
6.422
6.487
6.656
6.827
6.827
ONTWIKKELING LOKALE LASTENDRUK
Ontwikkeling lokale lastendruk per soort woning
Hierna presenteren wij een overzicht van de belangrijkste gemeentelijke belastingen c.q.
heffingen per type huishouden.
Tabel: Lokale lastendruk
Belasting c.q. heffing
Koopwoning
2014
2015
Onroerende zaakbelastingen
Afvalstoffenheffing
Brede rioolheffing
347,42
109,00
244,00
369,75
n.n.b
253,00
Totaal Lokale lastendruk
700,42
Huurwoning
%
wijziging
2014
2015
%
wijziging
6,43%
109,00
n.n.b.
3,69%
109,00
Uitgangspunten:
Onroerende zaakbelastingen
Uitgangspunt woningwaarde €290.000
- Tarief eigenaren 2014: 0,1198%
- Tarief eigenaren 2015: 0,1275%
Afvalstoffenheffing
In 2014 is het Diftar systeem geïntroduceerd. Hierbij wordt per huishouden een vast bedrag per jaar
gerekend (€ 109,00) en een bedrag per lediging (€ 6,00). De tarieven 2015 worden in december 2014
vastgesteld hierdoor is het niet mogelijk de lastendruk voor 2015 weer te geven en een goede vergelijking
te maken met 2014.
46
Ontwikkeling lokale lastendruk per inwoner
De lastendruk per inwoner in onze gemeente in relatie tot onze nabuurgemeenten en het gemiddelde in
onze provincie zag er in 2014 als volgt uit:
Grafiek:
Lokale lastendruk per inwoner West Maas en Waal - provincie Gelderland
(Bron: Provincie Gelderland - Financieel toezicht op gemeenten)
CONCLUSIE
Met onze totale belastingdruk zitten we iets onder het provinciaal gemiddelde.
KWIJTSCHELDINGSBELEID
Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de
belastingaanslag te voldoen, kunnen wij onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige
gehele of gedeeltelijke kwijtschelding verlenen. Het percentage van de bijstandsnorm, dat ten behoeve
van de beoordeling of een verzoek wel of niet kan worden gehonoreerd, bedraagt 100%. Dit betekent
dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens
bijstandsnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding.
Kwijtschelding wordt alleen verleend indien het een aanslag betreft voor onroerende zaakbelastingen
e
gebruikers, niet woningen en hondenbelasting (alleen 1 hond). Kwijtschelding voor afvalstoffenheffing
loopt via de AVRI.
Bedrag x € 1.000
Tabel: Overzicht kwijtschelding
Jaar
Aantal verzoeken*
Toegekende verzoeken
Bedrag kwijtschelding
2013
173
136
5
2014
180
137
5
2015
185
138
5
2016
190
139
5
2017
200
140
5
2018
200
140
5
RISICO'S
De risico’s bij lokale heffingen zijn voornamelijk incidenteel van aard, omdat deze het jaar daarop in
de belastingtarieven opgevangen kunnen worden. Financiële risico's bestaan vooral uit onvoorziene
kostenontwikkelingen bij riolering.
Meerjarig bestaat het risico dat areaaluitbreiding van woningen en niet-woningen afwijkt van de
prognose, waarmee de waardeontwikkeling als grondslag voor de onroerende zaakbelastingen
anders is. Dit laatste risico wordt deels teniet gedaan, doordat diezelfde waardeontwikkeling ook als
correctie op de Algemene uitkering wordt gehanteerd. Een nadeel op de onroerende zaakbelasting
leidt zodoende tot een voordeel op de Algemene uitkering.
47
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN
ALGEMEEN
Inleiding
Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om niet-reguliere kosten die onverwacht en
substantieel zijn op te kunnen vangen, zonder dat de uitvoering van de taken en de bedrijfsvoering in gevaar
komt. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van onze gemeente is. Voor het
beoordelen van de "weerstand" is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s en de
aanwezige weerstandscapaciteit. Het gaat hierbij alleen om risico's waarvoor geen of wellicht onvoldoende
verzekeringen zijn afgesloten, voorzieningen zijn gevormd of budgetten binnen de begroting beschikbaar
zijn.
Gemeentelijke kaders
Het gemeentelijke beleid is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen 2012. In deze nota heeft u het
volgende bepaald:
1. Het college stelt een nota Risicomanagement op waarin aandacht wordt besteed aan de te gebruiken
methodiek van risicomanagement en de inrichting van de organisatie op het gebied van
risicomanagement;
2. De informatievoorziening richting u verloopt via de paragraaf Weerstandsvermogen bij begroting en
jaarverslag en dat tevens een bijlage met de risico-inventarisatie wordt bijgevoegd;
3. De weerstandsratio minimaal 1,0 moet bedragen.
De nota Risicomanagement hebben wij in 2013 vastgesteld. Uitgangspunt hierin is de structurele inpassing
van risicomanagement in onze bedrijfsvoering en beleid. Vooral het verhogen van het risicobewustzijn is een
speerpunt, waarbij wij speciale aandacht schenken aan de “grote projecten”. Het proces van
risicomanagement verloopt volgens de volgende stappen: Identificatie - Analyse en beoordeling Beheersing - Rapportage en monitoring.
Ontwikkelingen
Er zijn geen bijzondere ontwikkelingen te noemen.
RISICOMANAGEMENT
Risicomanagement hebben wij sinds 2013 als volgt vorm gegeven:
1. Formele inbedding van risicomanagement in onze organisatie,
Risicomanagement is de verantwoordelijkheid van het management. Binnen het team Financiële en
Juridische Zaken hebben wij een coördinator risicomanagement benoemd. Het monitoren van de risico’s
is een continu proces.
2. Structurele inpassing risicomanagement in de reguliere werkzaamheden;
De paragraaf risicomanagement maakt standaard onderdeel uit van onze beleidsdocumenten.
3. Risicoregister bijhouden.
Het gaat hierbij om het continu inventariseren, beoordelen en analyseren van risico's, deze vervolgens
kwantificeren en hier een kansberekening op toepassen.
RISICOPROFIEL
Bij dit onderdeel presenteren wij de risico's. Wij hebben de risico-inventarisatie geactualiseerd, de risico's
geanalyseerd en beoordeeld en vervolgens zoveel als mogelijk gekwantificeerd. Deze risico’s zullen zich
immers nooit allemaal in hetzelfde jaar voordoen.
We verdelen onze risico’s als volgt:
- Aansprakelijkheidsrisico’s;
- Risico’s op eigendommen;
- Risico’s van de bedrijfsvoering;
- Financiële risico’s
- Economische omstandigheden
- Grondexploitatie
- Verbonden partijen
- Open-einde regelingen
- Grote projecten
- Overige financiële risico’s
48
Wij hebben hierbij ook een verdeling gemaakt naar incidentele risico’s en structurele risico’s. De incidentele
risico’s hebben vooral betrekking op het onderdeel Financiële risico’s - economische omstandigheden.
In de bijlage Risicoregister hebben wij een actueel overzicht opgenomen. Op hoofdlijnen zien onze risico’s er
als volgt uit:
Tabel: Overzicht risico's
Bedragen x € 1.000
Categorie
Risico
1. Aansprakelijkheid
2. Eigendommen
3. Bedrijfsvoering
4. Financieel
109
176
384
1.072
Totaal risico's
Waarvan incidenteel
structureel
1.741
560
1.181
Toelichting:
1. Aansprakelijkheid (totaal risico € 109.000)
Binnen dit onderdeel vallen risico's op het gebied van:
- Bedrijfsongevallen
- Nalatigheid of onrechtmatig handelen
- Fraude, diefstal
- Planschade
- Schadeclaims
De risico's zijn in de meeste gevallen verminderd door hier maatregelen voor te nemen. Dit kan in de vorm
van fysieke en administratieve maatregelen, het volgen van de procedures en het afsluiten van
verzekeringen. Ook hebben wij in de begroting diverse budgetten beschikbaar, bijvoorbeeld om ons eigen
risico te dekken. Op het gebied van planschade sluiten wij overeenkomsten met de ontwikkelaars.
2. Eigendommen (risico € 176.000)
De risico’s met betrekking tot onze eigendommen hebben wij aanzienlijk beperkt door het afsluiten van
brand- en stormverzekeringen. Zaken als bijvoorbeeld vandalisme en diefstal zijn uitgesloten van de
verzekering.
Bovendien voeren wij voor onze eigendommen planmatig beheer en onderhoud uit. Dit doen wij op basis
van de beheerplannen en actuele inspecties. De hiervoor noodzakelijke budgetten zijn opgenomen in de
begroting. Door de bezuinigingsronden van de afgelopen jaren komen deze budgetten echter wel onder druk
te staan. Het is een risico of onze voorzieningen financieel nog wel toereikend zijn om de groeiende
onderhoudskosten de komende jaren te dekken.
Van functieverlies is geen sprake, maar het risico dat achterstallig onderhoud ontstaat is reëel. Met
betrekking tot onze gemeentelijke accommodaties is in afwachting van het accommodatiebeleid al
achterstallig onderhoud ontstaan.
3. Bedrijfsvoering (risico € 384.000)
De risico's in de bedrijfsvoering hebben betrekking op de afwezigheid van personeel wegens ziekte of
anderszins, het vertrek van personeel en noodzakelijke (tijdelijke en duurdere) vervanging, stijging van de
pensioenkosten, het disfunctioneren van personeel (frictiekosten) en ICT. Zo kan computeruitval tot gevolg
hebben dat onze dienstverlening niet meer uitgevoerd kan worden en onze medewerkers niet meer optimaal
kunnen werken. Ter vermindering van de genoemde risico's zijn in beperkte mate budgetten in onze
personeelsbegroting opgenomen.
Een specifiek risico betreft de toerekening van personeelslasten aan de grondexploitaties. De
werkzaamheden inzake de grondexploitaties zijn conjunctuurgevoelig en vormen daarom een risico. Zeker
nu door de economische omstandigheden de bouw in zwaar weer verkeert. Kunnen er geen activiteiten voor
de grondexploitaties verricht worden, drukken de kosten van de betreffende medewerkers op onze
exploitatie. Wij zijn daarom gestart deze structurele kosten gefaseerd volledig ten laste van de exploitatie te
brengen. Het risico neemt daarom de komende jaren sterk af.
4. Financieel (risico € 1.072.000)
De risico's bij dit onderdeel hebben betrekking op economische ontwikkelingen, de grondexploitaties,
verbonden partijen, open-einde regelingen, grote projecten en overige financiële risico's.
49
a. Economische ontwikkelingen
Betreffende de economische ontwikkelingen is ons risicobeleid gericht op "verminderen" en hebben wij op
basis van de actuele informatie de budgetten de afgelopen tijd bijgesteld. Dit geldt voor de loon- en
prijsontwikkeling, de sociale uitkeringen, maar ook de te ontvangen bouwleges. De risico's zijn dan ook meer
van algemene aard en bedragen naar onze verwachting nog € 132.000. Het grootste risico lopen wij bij een
toename van de uitkeringen ingevolge de Wet Werk en Bijstand.
b. Grondexploitatie
In het kader van de grondexploitaties zijn wij op grond van de voorschriften verplicht de "verliezen te nemen"
als zij zich manifesteren. Hiervoor dienen wij een voorziening te vormen. Op basis van de huidige inzichten
hebben wij een voorziening Verliesgevende complexen gevormd. De geraamde hoogte van deze
voorziening per 1 januari 2014 is € 3.150.000. Bij de actualisatie van de exploitatieopzetten van onze
complexen bezien wij dit opnieuw.
Mogelijke andere risico's worden binnen de grondexploitatie opgevangen. Bovendien calculeren wij een te
verwachten winst op de grondexploitaties van in totaal € 0,4 miljoen (zie de paragraaf "Grondbeleid").
Gelet op de hoogte van de boekwaarden van complexen die nog niet in exploitatie zijn genomen in relatie tot
de huidige economische omstandigheden en de situatie in de bouwsector lopen wij een totaal risico van
ongeveer € 1,25 miljoen. Rekening houdende met de kans dat dit risico zich de komende tijd manifesteert
nemen wij een bedrag van € 313.000 mee als risico voor 2015.
c. Verbonden partijen
Hierbij gaat het om gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen en zijn wij, samen met de
overige deelnemende gemeenten, financieel aansprakelijk voor eventuele tekorten. Bovendien kan het zo
zijn dat wij alsnog de door de verbonden partijen te verrichten werkzaamheden bij een faillissement door
andere partijen uit moeten laten voeren, terwijl de bijdragen hiervoor al aan de verbonden partijen zijn
betaald.
De betreffende verbonden partijen zijn de GR Regio Rivierenland, GR Veiligheidsregio Gelderland-Zuid,
Werkvoorzieningschap Breed, de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Nijmegen (GGD), Milieu
Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN), Schoollogopedische dienst Maas en Waal en de Belasting
Samenwerking Rivierenland (BSR).
Het berekende risico bedraagt € 154.000.
d. Open-einde regelingen
De regelingen waar wij in onze gemeente mee te maken hebben betreffen het leerlingenvervoer, de
uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), deels de Wet Werk en Bijstand en de
bijzondere bijstand. In de begroting hebben wij hier reële budgetten voor opgenomen, maar een extra
leerling kan de vervoerskosten zo maar met € 25.000 doen stijgen. Ook hebben woningaanpassingen een
grote impact op het budget van de Wmo.
Door de budgetten in de begroting periodiek te actualiseren denken wij dat het risico beperkt blijft tot
€ 55.000.
e. Grote projecten
Er zijn geen grote projecten waarbij we specifieke risico’s lopen.
f. Overige financiële risico's
De belangrijkste overige risico's betreffen de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds, het renterisico, de
toerekening van rente aan het eigen vermogen (een deel hiervan wordt ten gunste van de exploitatie
gebracht), bodemsaneringen, de oninbaarheid van vorderingen en garanties en borgstellingen. Wij houden
rekening met een totaal van de overige financiële risico’s van € 420.000 in 2015.
WEERSTANDSCAPACITEIT
Berekening weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit geeft aan welke middelen wij beschikbaar hebben om eventuele tegenvallers op te
vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande zaken. De weerstandscapaciteit
wordt onderverdeeld in structureel en incidenteel.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
1. onbenutte belastingcapaciteit;
2. vrije begrotingsruimte;
50
Ad. 1. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheden die wij als gemeente nog hebben om binnen
de wettelijke grenzen onze belastingopbrengsten te verhogen.
De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt:
Tabel: Onbenutte belastingcapaciteit
Bedragen x € 1.000
Belasting c.q. recht
Bedrag
1. Onroerende zaakbelastingen
2. Brede rioolheffing
3. Leges
703
0
p.m.
Totaal Onbenutte belastingcapaciteit
703
Opmerking Afvalstoffenheffing:
In het verleden maakte de afvalstoffenheffing onderdeel uit van de onbenutte belastingcapaciteit. Voor de
afvalinzameling en -verwerking zijn wij echter sinds 2013 aangesloten bij de AVRI. Zij voeren in dit kader alle
taken voor ons uit. Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is de afvalstoffenheffing voor
onze gemeente dus niet meer interessant.
Toelichting:
1. Onroerende zaakbelastingen
Voor de OZB kan de zogenaamde artikel 12 norm gehanteerd worden. Op basis van de meicirculaire 2014 is
deze norm 0,16510%. De onbenutte capaciteit kan als volgt berekend worden:
Tabel: Berekening belastingcapaciteit OZB
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Berekende waarde woningen
Berekende waarde niet-woningen
Totaal waarde
Geraamde opbrengsten
- woonruimten
- niet-woonruimten
Totaal opbrengsten begroting 2015
Maximale opbrengsten artikel 12-norm
Totaal Onbenutte belastingcapaciteit OZB
Bedrag
1.827.000
320.000
2.147.000
2.234
1.136
3.370
4.073
703
2. Brede rioolheffing
Ook bij de rioolheffing is het uitgangspunt volledige kostendekkendheid en is er dus geen sprake
van onbenutte belastingcapaciteit.
3. Leges
Bij de heffing van leges hanteren wij volledige kostendekkendheid als uitgangspunt. Van belang hierbij is
of het totale bedrag aan legesinkomsten binnen de begroting, de aan de specifieke dienstverlening
toegerekende lasten al dan niet volledig dekken.
Wij kunnen deze kosten nog niet volledig per product in beeld brengen, hiervoor is een verfijning van de
huidige kostenverdeelsystematiek noodzakelijk. De onbenutte capaciteit ramen wij daarom vooralsnog
pro memorie.
Ad. 2. Vrije begrotingsruimte
Onze meerjarenbegroting geeft structureel een positief beeld te zien. In 2015 en 2016 is het begrotingssaldo
na dekkingsplan € 0, in 2017 een batig saldo van € 106.000 en in 2018 een batig saldo van €. 128.000.
Hierbij is nog geen rekening gehouden met de septembercirculaire 2014.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de:
1. algemene reserve;
2. bestemmingsreserves, waarvan de bestemming nog kan worden gewijzigd;
3. stille reserves;
4. post onvoorzien - incidenteel,
5. incidentele beleidsruimte;
6. incidentele bezuinigingsmogelijkheden
51
Ad. 1. Algemene reserve
De geraamde stand van de Algemene reserve per 1 januari 2015 is € 5.525.000. Hierbij moet worden
opgemerkt dat de rente over een deel van de Algemene reserve (€ 2.500.000) structureel aan de exploitatie
wordt toegevoegd. Hierdoor is de Algemene reserve voor een bedrag van € 3.025.000 inzetbaar als
weerstandscapaciteit. Aanwending van het beklemde deel leidt immers tot een “gat” in onze begroting.
Ad. 2. Bestemmingsreserves
Wij hebben de aanwezige bestemmingsreserves beoordeeld op de noodzaak van handhaving. Hiervan is
sprake als er claims op liggen of er vastgesteld beleid mee moet worden gerealiseerd. Als u als raad de
bestemming nog kunt wijzigen en een “vrije” keuze heeft om de reserve anders in te zetten valt deze onder
de incidentele weerstandscapaciteit. Het gaat hierbij om de volgende bestemmingsreserves:
Bedragen x € 1.000
Tabel: Berekening weerstandscapaciteit bestemmingsreserves
Naam bestemmingsreserve
Saldo
1-1-2015
Informatisering
Stimuleringsfonds Recreatie en toerisme
Bovenwijkse voorzieningen
Lokaal onderwijsbeleid
Leefbaarheid kernen
1218
72
635
135
338
Totaal bestemmingsreserves weerstandscapaciteit
2.398
Claim/
noodzaak
Weerstandscapaciteit
580
638
72
635
135
338
1.818
Ad. 3. Stille reserves
Hierbij gaat het om de overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de
bedrijfsvoering of het gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed. De overwaarde betreft het verschil
tussen de verwachte verkoopopbrengst, wij hebben hiervoor de WOZ-waarde 2013 als uitgangspunt
gehanteerd, en de geraamde boekwaarde per 1 januari 2014.
Wij hebben onze bezittingen beoordeeld op de benoemde uitgangspunten. Een groot deel van onze
bezittingen zijn nodig voor de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld ons gemeentehuis. Een ander belangrijk deel is
van belang voor de uitvoering van ons gemeentelijke beleid. Dit geldt bijvoorbeeld voor de onderwijs- en
welzijnsgebouwen.
Voor wat betreft de aandelenpositie hebben wij onze aandelen Vitens beoordeeld. Wij zijn in het bezit van
18.693 gewone aandelen Vitens. De nominale waarde hiervan is € 1 per aandeel. Op basis van het
vermogen per 1 januari 2012 bedraagt de intrinsieke waarde € 70. De veronderstelde opbrengst bij verkoop
is dan € 1,3 miljoen. Deze aandelen zijn echter moeilijk verhandelbaar, omdat deze altijd in handen van
overheidslichamen dienen te blijven. De huidige marktprijs is niet bekend. Tevens zou bij verkoop van de
aandelen de structureel in de begroting opgenomen dividenduitkering van € 53.000 vervallen. Een
verkoopopbrengst van € 1,3 miljoen zou daarom als geblokkeerde reserve opzij gezet moeten worden om
daarvan structureel een bespaarde rente van € 53.000 te genereren. Een geblokkeerde reserve nemen wij
niet mee bij de berekening van de weerstandscapaciteit.
De stille reserves per 1 januari 2014 zijn:
Tabel: Overzicht stille reserves
Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Boek waarde
Actuele
waarde
Weerstands
capaciteit
Openluchtzwembad Dreumel
156
547
391
Totaal Stille reserves
156
547
391
Ad. 4. Post Onvoorzien - incidenteel
De incidentele post Onvoorzien is voor 2015 geraamd op € 15.000.
Ad. 5. Incidentele beleidsruimte
Het overzicht van de incidentele baten en lasten is opgenomen in de financiële begroting. De stelpost
incidentele beleidsruimte is voor de jaren 2015 en 2016 volledig ingezet. Het geraamde saldo voor 2017 en
2018 bedraagt € 50.000.
Ad. 6. Incidentele bezuinigingsmogelijkheden
De incidentele bezuinigingsmogelijkheden zijn verwerkt in de bezuinigingsronden van de afgelopen jaren.
Voor de begroting 2015-2018 voorzien wij vooralsnog geen incidentele bezuinigingsmogelijkheden.
52
Totaaloverzicht weerstandscapaciteit
De totale weerstandscapaciteit van de gemeente ziet er als volgt uit:
Tabel: Totaaloverzicht weerstandscapaciteit
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Bedrag
Structurele weerstandscapaciteit
1. onbenutte belastingcapaciteit
2. vrije begrotingsruimte
703
703
0
Incidentele weerstandscapaciteit
1. algemene reserve
2. bestemmingsreserves
3. stille reserves
4. post onvoorziene uitgaven
5. incidentele begrotingsruimte
6. incidentele bezuinigingsmogelijkheden
4.724
2.500
1.818
391
15
0
0
Totaal weerstandscapaciteit per 1-1-2015
5.427
WEERSTANDSVERMOGEN
Op basis van het risicoprofiel en de inventarisatie van de weerstandscapaciteit kunnen wij ons
weerstandsvermogen bepalen. Hierbij houden wij rekening met de incidentele en structurele onderdelen. De
structurele risico’s en weerstandscapaciteit rekenen wij voor 4 jaar mee, de incidentele uiteraard voor 1 jaar.
Het weerstandsvermogen drukken wij uit in een verhoudingsgetal.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit
Voor 2015 ziet de weerstandsratio er als volgt uit:
Ratio weerstandsvermogen =
7.536
---------5.284
=
1,43
RISICO'S
Risicomanagement hebben wij formeel in 2013 ingevoerd. Dit is gericht op de structurele inpassing van
risicomanagement in onze organisatie en het continu bijhouden van het risicoregister.
Het ontstaan van nieuwe risico's is altijd mogelijk, ook kunnen risico's in omvang wijzigen. Indien er sprake is
van grote risico's informeren wij u hierover tussentijds bij de bestuursrapportages.
CONCLUSIE
De risico's waar wij als gemeente mee te maken hebben worden steeds omvangrijker. Burgers worden
steeds mondiger en zijn eerder genegen de overheid aansprakelijk te stellen voor schade.
De gewijzigde economische omstandigheden hebben een behoorlijke impact op de omvang van onze
risico's. Een lagere algemene uitkering door noodzakelijke bezuinigingen bij het Rijk, de omvang, en dus ook
de lasten, van ons uitkeringenbestand neemt toe, de grondexploitatie wordt moeilijker, inkomsten van
bouwleges worden minder etc.
Noodzakelijke bezuinigingen op onderhoud en beheer kunnen leiden tot meer aansprakelijkheid stellingen
en achterstallig onderhoud, wat per definitie duurder is dan regulier onderhoud.
Onze totale weerstandscapaciteit is voldoende om de risico's af te dekken. Maar hierbij is wel de
kanttekening te plaatsen dat onze structurele risico's niet volledig gedekt worden door de structurele
weerstandscapaciteit. Het overschot op de incidente le weerstandscapaciteit is toereikend om gedurende
bijna vijf jaar het structurele tekort af te dekken.
Ondanks de nog niet perfecte kwantificering van onze risico's is onze weerstandsratio positief en komt uit op
een score van 1,43. Dit betekent dat er sprake is van een positief weerstandsvermogen, wij voldoende in
staat zijn mogelijke financiële tegenvallers op te vangen en voldoen aan de door u gestelde kaders.
53
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
ALGEMEEN
Inleiding
Wij hebben een groot vermogen geïnvesteerd in de kapitaalgoederen in onze gemeente. Ook met het
beheer en onderhoud van onze wegen, de openbare verlichting, de riolering en het water, het openbaar
groen en onze gemeentelijke gebouwen is een grote inzet van onze middelen (personeel en financiën)
gemoeid. De kapitaalgoederen zijn van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van onze
gemeente, onder meer op het gebied van de leefbaarheid, veiligheid, verkeer en vervoer en recreatie.
Onderhoud en beheer is bovendien noodzakelijk om kapitaalvernietiging te voorkomen.
Doelstelling van deze paragraaf is u inzicht te geven in de kaders, ontwikkelingen, onderhoudstoestand en
kosten van onze kapitaalgoederen. Tevens hebben wij basisinformatie opgenomen om u inzicht te geven in
de omvang van de kapitaalgoederen.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk c.q. beheerplan
Waterplan
Beter op weg (scenario’s voor de toekomst van het wegbeheer) en de
Onderhoudsstrategie wegen
Groenbeleidsplan
Openbare verlichting
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP)
Bomenbeleidsplan
Jaar
Planperiode
2005
2005-2024
2009
2009-2020
2011
2011
2012
2014
2011-2014
2012-2016
2013-2017
Ontwikkelingen
Er zijn geen algemene ontwikkelingen te melden. Bij de verschillende onderdelen zijn indien van toepassing
ontwikkelingen opgenomen.
WEGEN
Algemeen
Ons gemeentelijk beleid is gericht op efficiënt en effectief onderhoud aan de wegen. Daarnaast willen we
ons wegennet inrichten volgens de principes van Duurzaam Veilig.
De uitgangspunten hebben wij verwerkt in het verbeterplan wegen “Beter op weg”. Dit plan gaat vooral in op
de inrichting en kwaliteit van de wegen. Voor het systematisch onderhoud van de wegen gebruiken wij een
wegbeheersysteem op basis van de onderhoudsstrategie wegen.
De technische kwaliteit toetsen wij periodiek aan de hand van de door het Centrum voor Regelgeving en
Onderzoek in de grond-, weg- en waterbouw en de verkeerstechniek (CROW) ontwikkelde en landelijke
erkende normen. Het CROW is het landelijke kennisplatform voor beheer en onderhoud in de openbare
ruimte. Eén keer per drie jaar wordt alle infrastructuur in onze gemeente geïnspecteerd en beoordeeld op
kwaliteitsniveau en schades. In 2013 heeft dit voor het laatst plaatsgevonden. Op basis hiervan stellen wij
het meerjarenprogramma voor het onderhoud van de wegen op.
Vervolgens voeren wij jaarlijks een maatregeltoets uit. De maatregeltoets is de vertaling van de theoretische
planning naar de praktijk. Op basis van de maatregeltoets voeren wij het jaarlijkse onderhoudsprogramma
uit.
Kwaliteitsnormen
De kwaliteitsnormen en onderhoudsniveaus van wegen zijn opgenomen in het verbeterplan wegen, zoals u
in 2009 hebt vastgesteld.
Het overzicht van de kwaliteit, na de inspectie 2013, en het afgesproken scenario ziet er als volgt uit:
Binnen de bebouwde kom
Buiten de bebouwde kom
Huidige
kwaliteit
Niveau en
Kwaliteit
Verhardingen
Score Asfalt
Score Elementen
Hoofdstructuur
Wijkontsluiting
Wonen
Werken
Centrum
Hoofdstructuur
Verbinding
Wonen
en
percelen
Werken
Fietsen en
recreëren
Basis
6,1
6,9
Basis
5,4
6,3
Basis
5,4
6,3
Basis
3,8
5,2
Hoog
3,8
9,5
Hoog
6,1
6,9
Basis
4,5
5,5
Laag
4,5
5,5
Basis
6,1
6,9
Basis
6,7
8,7
54
Binnen de bebouwde kom
Reëel
scenario
Niveau en
Kwaliteit
Verhardingen
Gemiddelde score
Buiten de bebouwde kom
Hoofdstructuur
Wijkontsluiting
Wonen
Werken
Centrum
Hoofdstructuur
Verbinding
Wonen
en
percelen
Werken
Fietsen en
recreëren
Basis
6,5
Basis
6,5
Basis
6,5
Basis
6,5
Hoog
8,5
Basis
6,5
Basis
6,5
Laag
4,5
Basis
6,5
Basis
6,5
Aan de hand van inspecties van de afgelopen jaren is voor het eerst de kwaliteitsontwikkeling van
de wegen in beeld gebracht. In de bovenstaande tabellen is de kwaliteit ter vergelijking in cijfers
aangegeven. Hierbij is te zien dat op diverse wegonderdelen de kwaliteit redelijk gelijk loopt met
het gewenste onderhoudsniveau.
De asfaltwegen, binnen en buiten de bebouwde kom, vragen echter in de diverse gebieden de
nodige aandacht. Het totale kwaliteitsbeeld geeft aan dat de asfaltwegen gemiddeld een cijfer 5,3
heeft gekregen en daarmee aan de onderzijde van het basisniveau zit. Bij de
elementenverhardingen ligt het gemiddelde cijfer op 6,6, dit betekent een goed basisniveau.
De zorg ligt bij de kritische ondergrens van het onderhoud van de asfaltwegen, welke het grootste
deel van het totale areaal vormt.
Toelichting
Indeling wegen
Hoofdstructuur
Wijkontsluiting/ Verbinding
Wonen/Wonen en percelen
Werken
Centrum en karakteristieke
wegen//Fietspaden en
recreëren
Kwaliteitscatalogus
Inrichting:
Duurzaamheid
Veiligheid
Comfort
Aanzien
Beheer:
Verharding
Rapportcijfer
Hoog (8)
Basis (6)
Laag (4)
De belangrijkste en grotere verbindingswegen tussen de
kernen en regio.
Verbindingswegen op lokaal niveau om bij wijken of stuk
buitengebied te komen.
Woonstraten binnen de kom en de plattelandswegen naar
enkele percelen of verspreide woningen.
Straten op bedrijventerreinen en wegen met (meerdere)
boerderijen.
Gebieden die zowel voor bewoners van de gemeente als
daarbuiten (vaak) bezocht worden. Door hun voorzieningen,
betekenis (onderdeel fietsnetwerk) of historie zijn ze van extra
betekenis voor de gemeente.
Flexibel, degelijk, slijtvast
Overzichtelijk, duidelijk, voorzieningen
Gebruiksgemak, doorstroom
Samenhang, materiaal, uiterlijk
Technische staat, vlakheid, schades
Verharding is duurzaam aangelegd, ziet er goed uit en is veilig in gebruik. Het
comfort is goed.
Schadebeelden zijn weinig hinderlijk voor alle groepen weggebruikers.
Reparaties zijn uitgevoerd zonder zichtbaar verschil in toepassen materiaal.
Kans op gegronde schadeclaims is minimaal.
Verharding is degelijk aangelegd, ziet er redelijk uit. Veiligheid is slechts af en toe
een probleem.
Openbare ruimte geeft wel veroudering en slijtage te zien. Comfortniveau is in
beperkte mate hinderlijk.
Schadebeelden in beperkte mate. Uitgevoerde reparaties goed zichtbaar door
toepassing ander of nieuw materiaal.
Weinig kans op gegronde schadeclaims.
Inrichting is niet zeer duurzaam, aanzien laat te wensen over, veiligheid is niet
altijd gewaarborgd.
Openbare ruimte vertoont zichtbare schades. Schadebeelden in grote mate.
Comfortverlies kan storend zijn, aanpassing maximumsnelheid is nog niet nodig.
Uitgevoerde reparaties duidelijk zichtbaar, weg oogt als lappendeken.
Matige kans op gegronde schadeclaims.
55
Basisgegevens
2
In onze gemeente hebben wij in totaal bijna 1,4 miljoen m aan wegen. Rekening moet nog worden
gehouden met het feit dat voor de nieuwe wijken nog niet alle gegevens in het beheersysteem verwerkt zijn.
De onderverdeling van de wegen is als volgt:
Tabel: Basisgegevens wegen structuurelement en verhardingstype
Hoeveelheden x 1.000 m2
Wijknaam
Verhardingstype
Dicht
Elementen
asfaltbeton
Totaal
Oppervlakbehandeling
Overige
Centrum
Fietsen en recreëren
Hoofdstructuur Bibeko
Hoofdstructuur Bubeko
Perceelontsluiting
Verbinding
Werken Bibeko
Werken Bubeko
Wijkontsluiting Bibeko
Wonen Bibeko
5
201
17
86
75
16
12
15
30
65
12
24
21
5
4
5
48
293
1
57
39
29
135
34
15
21
28
91
3
1
1
18
285
77
115
215
54
32
36
107
450
Totaal
522
412
450
5
1.389
Financiën
De vervangingswaarde van onze gemeentelijke wegen bedraagt bijna € 80 miljoen. Dit is het bedrag dat wij
kwijt zouden zijn als we al onze wegen opnieuw gaan aanleggen oftewel rehabiliteren. Door planmatig
onderhoud is hier geen sprake van.
In onze begroting hebben we binnen het programma Fysieke leefomgeving jaarlijks een budget opgenomen
voor wegen, straten en pleinen. Voor 2015 hebben we de volgende budgetten geraamd.
Bedragen x € 1.000
Tabel: Exploitatiebudgetten wegen, straten en pleinen 2015
Kostensoort
Bedrag
Dagelijks onderhoud
Waterschapslasten
Dotatie aan onderhoudsvoorziening wegen (incl. bruggen)
Kapitaallasten
Doorbelasting kostenplaatsen
Overige kosten
Vergoedingen
262
55
1.077
39
335
1
-15
Totaal
1.754
Ten behoeve van het groot onderhoud is een onderhoudsvoorziening wegen ingesteld. De mutaties in deze
voorziening zijn gebaseerd op een tienjarige onderhoudsplanning.
De verwachte ontwikkeling van de voorziening onderhoud wegen ziet er als volgt uit:
Stand per 1 januari
Voorziening
Wegen
Saldo
2013
2.985
Saldo
2014
2.955
Saldo
2015
2.514
Saldo
2016
1.709
Saldo
2017
1.118
Saldo
2018
1.194
Onderhoud
Voor 2015 zijn onderhoudswerkzaamheden gepland voor een bedrag van € 1,8 miljoen. De belangrijkste
geplande werkzaamheden presenteren wij hierna. Ieder jaar na de winterperiode voeren wij een
maatregelentoets uit voor het definitieve uitvoeringsplan.
Tabel: Onderhoudsplanning 2015
Omschrijving
Asfaltwerkzaamheden
Elementenverhardingen
Overig kleinschalig onderhoud
Combinatieprojecten
Totaal
Bedragen x € 1.000
Bedrag
989
52
74
726
1.841
56
Gelet op de in 2013 gehouden inspectie zijn de geplande werkzaamheden vooral gericht op de verbetering
van de asfaltwegen. Afhankelijk van de nog uit te voeren maatregelentoets zullen deze in 2015
daadwerkelijk worden uitgevoerd. In 2015 staan er onder andere werkzaamheden op de volgende wegen
gepland:
Alphen
Schutstraat - Filipsstraat
Altforst
Oude Heppert
Appeltern
Mr. Smitsstraat
Beneden-Leeuwen
Lijnbaanstraat
Boven-Leeuwen
Kampsestraat - Korenbloemstraat
Dreumel
Nieuwstraat - Meerheuvelweg
Maasbommel
Kapelstraat - Blauwstraat
Combinatieprojecten:
- Beatrixstraat - Beneden-Leeuwen
- Oude Maasdijk - Dreumel
Ontwikkelingen
Er zijn geen externe ontwikkelingen.
Risico’s
De voorziening wordt geactualiseerd op basis van het wegbeheersysteem. De totale hoogte van de
voorziening is nog voldoende, omdat de afgelopen jaren de onderhoudsstrategie naar beneden is bijgesteld.
Dit betekent dat het onderhoudsniveau op een kritische ondergrens ligt. De zorg ligt vooral bij het onderhoud
van de asfaltwegen, welke het grootste deel van het areaal vormt. Als gevolg hiervan wordt het risico op
schadeclaims groter.
OPENBARE VERLICHTING
Algemeen
Het beleidsplan Openbare verlichting is vastgesteld in 2011. Sinds 2013 maken wij gebruik van een
beheersysteem openbare verlichting. Er is een meerjarenplanning voor het onderhoud aan gekoppeld.
Kwaliteitsnormen
De kwaliteitsnormen met betrekking tot de openbare verlichting zijn vastgelegd in de Richtlijn voor Openbare
Verlichting (ROVL 2011). Deze hebben vooral betrekking op de vereiste lichtsterkte in de openbare ruimte in
verband met sociale en verkeerstechnische veiligheid.
Basisgegevens
Soort
Lichtmasten
Armaturen
Lampen
Aantal
2014
Aantal
2015
3.310
3.310
3.730
3.310
3.310
3.770
De aantallen zijn ten opzichte van 2014 toegenomen door areaaluitbreiding als gevolg van overdracht van
nieuwe wijken.
Financiën
Binnen het programma fysieke leefomgeving nemen we jaarlijks budgetten op voor dagelijks beheer en
onderhoud van onze openbare verlichting. Voor 2015 hebben we onderstaande budgetten geraamd.
Tabel: Exploitatiebudgetten openbare verlichting 2015
Kostensoort
Bedragen x € 1.000
Bedrag
Jaarlijks onderhoud
Dotatie aan voorziening Instandhouding straatverlichting
Energiekosten
Doorbelasting kostenplaatsen
Overige kosten
Vergoedingen
47
101
*80
82
3
-1
Totaal
312
57
* Opmerking:
De omvang van de energiekosten is gebaseerd op het huidige gebruik. In 2014 zijn een aantal uitbreidingsgebieden toegevoegd. Het
budgettaire effect hiervan is nog niet helemaal te overzien. Als gevolg van deze areaaluitbreidingen moeten wij wellicht in de loop van
2015 middels een bestuursrapportage voorstellen doen om het budget bij te stellen.
Voor uitvoering van de onderhouds- en vervangingsplanning straatverlichting is de voorziening
Instandhouding straatverlichting ingesteld. Met de jaarlijkse dotatie en de geplande aanwendingen voor
onderhoud en vervanging wordt de volgende ontwikkeling van de voorziening verwacht.
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorziening
Saldo
2013
Straatverlichting
350
Saldo
2014
395
Saldo
2015
*281
Saldo
2016
302
Saldo
2017
357
Saldo
2018
288
* Opmerking:
De stand van de voorziening 2015 is gebaseerd op het raadsbesluit voor de toepassing van Led-verlichting. Door
technische omstandigheden, met name leveranties, zal de uitvoering van het plan mogelijk in omvang vertraging oplopen.
Hierdoor zal de inzet van de voorziening verschuiven.
Onderhoud
Het beleidsplan is uitgangspunt voor het toekomstige onderhoud en hebben wij in 2013 geïmplementeerd.
Op basis van het beheerplan stellen wij de meerjarenplanningen en begrotingen vast.
Ontwikkelingen
Op het gebied van openbare verlichting vinden diverse technische veranderingen plaats. Deze zijn in het
beleidsplan opgenomen. Er zijn verder geen nieuwe ontwikkelingen.
Risico’s
Er zijn geen bijzondere risico’s.
RIOLERING EN WATER
Algemeen
Op grond van de “Wet verankering en bekostiging Gemeentelijke Watertaken” en de “Wet Milieubeheer”
heeft de gemeente 3 wettelijke zorgplichten:
1. Inzameling en transport van afvalwater;
2. Inzameling en verwerking van overtollig hemelwater;
3. Inzameling en verwerking van overtollig grondwater.
De hoofdactiviteiten die wij, om te voldoen aan onze wettelijke taken, uitvoeren zijn:
- Zorg dragen voor het goed functioneren van het rioolstelsel (doelmatige inzameling en transport van
afvalwater);
- Plan- en beleidsvorming op het gebied van water en riolering;
- Onderhoud, reparatie, renovatie en vervanging van het gemeentelijke rioolstelsel;
- Onderzoeken uitvoeren naar het functioneren van het gemeentelijke rioolstelsel om op basis daarvan de
benodigde maatregelen te bepalen en uit te voeren;
- Uitvoeren van de maatregelen uit het Waterplan;
- Onderzoeken uitvoeren naar het functioneren van de gemeentelijk waterstelsels en -voorzieningen en
monitoren van grondwaterstanden;
- Onderhoud, herstel en renovatie van gemeentelijke watervoorzieningen, zoals drainagestelsels,
retentievijvers en wadi’s;
- Op orde hebben en houden van het rioolbeheerbestand en de watergegevens.
In de raadsvergadering van 6 december 2012 is het nieuwe verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP)
vastgesteld. De looptijd van dit plan is van 2013 t/m 2017. Dit vGRP is in samenwerking met de gemeenten
Beuningen en Druten opgesteld. Er is een gezamenlijk hoofdrapport opgesteld met daarin: de wijze waarop
invulling wordt gegeven aan de zorgplichten, wat de missie en visie is en wat de beleidsuitgangspunten zijn.
Hiernaast is per gemeente een deelrapport opgesteld waarin op de gemeentelijke situatie is ingezoomd, de
gemeentelijk maatregelen zijn beschreven met daarbij de financiële consequenties.
Kwaliteitsnormen
- Met betrekking tot waterkwaliteitseisen worden deze gesteld in de Kader Richtlijn Water (KRW).
- De kwaliteitsnormen voor het rioolstelsel zijn vastgelegd in het vGRP.
58
Basisgegevens
In onze gemeente is sprake van een omvangrijk riolerings- en waterstelsel. Om u een beeld te schetsen
presenteren wij u de volgende tabel:
Kenmerk
Zorgplicht (*)
Hoeveelheid
Eenheid
A
H
A
H
A
A
H
A
A
A
A
H
G
G
H
18.400
78,3
13,6
4,4
7.200
24
12
2
49
572
9,4
13
23
40
9,2
13,1
Personen
Km
Km
Km
Stuks
Stuks
Stuks
Stuks
Stuks
Stuks
Km
Stuks
Stuks
Stuks
Km
Km
Inwoners
Hoofdriool gemengd (vrijverval)
Hoofdriool regenwater (vrijverval)
Hoofdriool vuilwater (vrijverval)
Kolken
Hoofdrioolgemalen
Randvoorzieningen (bergbezinkbakken/leidingen)
Lamellenfilters
Overstorten (gemengd stelsel, inclusief de 12 randvoorz.)
Minigemalen (drukrioolstelsel)
Persleidingen en drukriolering
IBA´s
Wadi's / retentievijvers
Peilbuizen
Drainage
Duikerleidingen (overkluizingen)
(*) zorgplichten: A=Afvalwater, H=Hemelwater, G=Grondwater
Financiën
De financiën voor riolering en water zijn opgebouwd uit 3 pijlers:
1. Exploitatie (beheer en onderhoud riool/water-stelsel);
2. Investeringen (rioolvervangingen, projectenwaterplan);
3. Reserve (egalisatie rioolheffing)
ad. 1. Exploitatie
Binnen het programma 3 - Fysieke leefomgeving nemen we jaarlijks budgetten op voor beheer en
onderhoud van ons stelsel (zowel riolering als water). Voor 2015 zijn de onderstaande budgetten geraamd.
Bedragen x € 1.000
Tabel: Exploitatiebudgetten riolering 2015
Kostensoort
Bedrag
Onderhoud leidingstelsel en elektronische/mechanische installaties
Reiniging en inspectie (riool, kolken en gemalen)
Onderzoeken en beheersystemen
Stroomverbruik en telefoonkosten rioolgemalen
Doorbelasting kostenplaatsen
Overige lasten
Beheer en onderhoud hemel- en grondwatervoorzieningen
Kapitaallasten
125
100
82
99
260
86
31
1.198
Totaal
1.981
ad. 2. Investeringen
Voor 2015 t/m 2018 staan de volgende investeringen gepland:
Bedragen x € 1.000
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
Vervangen/renoveren vrijvervalriolen (afschrijvingstermijn 60 jr)
Meet- en regelapparatuur (afschrijvingstermijn 15 jaar)
Waterplanmaatregelen (afschrijvingstermijn 60 jaar)
340
0
570
345
51
570
400
51
570
663
295
419
Totaal
910
966
1.021
1.377
ad. 3. Reserve egalisatie rioolheffing
Uit deze egalisatiereserve wordt jaarlijks een bedrag onttrokken, omdat het tarief van de rioolheffing nog niet
volledig kostendekkend is.
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Reserve
Egalisatiereserve rioolheffing
Saldo
2013
618
Saldo
2014
585
Saldo
2015
406
Saldo
2016
184
Saldo
2017
0
Saldo
2018
0
59
Ontwikkelingen
In het in 2011 vastgestelde bestuursakkoord Water is opgenomen dat gemeenten en waterschappen moeten
samenwerken om kostenbesparingen in de riolering/watersector te realiseren. Samenwerking vindt plaats
met de gemeenten Druten en Beuningen vanuit ons gezamenlijke opgestelde vGRP. Ook vindt
samenwerking plaats met de Regio Rivierenland binnen het zogenoemde Netwerk Waterketen regio
Rivierenland (NWrR). Dit is een samenwerking tussen de 10 regiogemeenten in het Rivierengebied en het
waterschap Rivierenland.
Risico’s
De kwaliteit van het vrijvervalrioolstelsel is over het algemeen goed. De belangrijkste reden hiervoor is dat
het stelsel niet oud is. Vanaf 1964 zijn er in onze gemeente riolen aangelegd. De oudste riolen zijn dus ca.
50 jaar oud (landelijk wordt gerekend met een gemiddelde levensduur van 60 jaar).
Echter de vele inprikpunten van de drukrioolstelsels op het vrijvervalstelsel kunnen de levensduur van het
vrijvervalstelsel negatief beïnvloeden. Hier zal de komende jaren specifiek onderzoek naar worden verricht.
Klimaatveranderingen kunnen in stedelijk gebied onder andere leiden tot overmatige neerslag en extreme
hitte. Dit kunnen we deels voorkomen (maatregelen treffen), we zullen dit ook deels moeten accepteren en
leren omgaan de risico’s.
GROEN
Algemeen
Onder groen valt het beheer en onderhoud van parken, plantsoenen, begraafplaatsen, bermen,
watergangen, waterberging locaties, landschappelijke beplantingen, honden uitlaatterreinen, sportvelden en
onkruidbeheersing op verharding en renovatie tennisbanen.
In 2013 hebben wij de leidraad flora en fauna geïmplementeerd en het Bomenbeleidsplan opgesteld. Ook is
het beheersysteem geïmplementeerd. In 2014 starten wij met het aanpassen het beheersysteem ten
behoeve van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) . Het gaat hierbij om de opname van alle te
beheren objecten (groen, water, bermen, palen etc.) in de openbare ruimte. Het in kaart brengen van het te
beheren areaal is mede noodzakelijk, omdat wij meer regie willen gaan voeren.
In 2014 hebben wij het Bomenbeleidsplan opgesteld. In dit plan zijn beleidsthema's uitgewerkt om het
bomenbestand op een duurzame en veilige manier in stand te houden, waarbij de speerpunten
gestructureerd werken, veiligheid, investeren en beschermen zijn gehanteerd.
Kwaliteitsnormen
Op het gebied van groen hanteren wij de volgende kwaliteitsnormen:
Plantsoenen
Voor het maaien van de bermen buiten de bebouwde kom hebben wij een 3-jarig onderhoudsbestek
aanbesteed.
Het betreft hier een frequentiebestek. De bermen worden 2 keer per jaar gemaaid.
Voor het maaien van het gazon en de bermen binnen de bebouwde kom hebben wij per 1 januari 2012 een
3-jarig onderhoudsbestek aanbesteed. In 2015 bezien wij of het bestek opnieuw aanbesteed of verlengd
wordt. Het betreft een beeldbestek. Het gazon en de bermen binnen de kom worden op kwaliteitsniveau B
onderhouden.
Het openbaar plantsoen wordt ook met een beeldbestek onderhouden. Het groenonderhoud wordt
uitgevoerd op kwaliteitsniveau B. Dit komt overeen met de landelijke normen voor een basiskwaliteit.
Bomen
De bomen zijn VTA-geïnspecteerd (=boomveiligheid). De bomen worden regelmatig gesnoeid. Hierbij is het
uitgangspunt het verkrijgen en behouden van een veilig bomenbestand.
Watergangen
De watergangen moeten voldoen aan de keur van het waterschap Rivierenland. Voor 5 november moeten
de watergangen schoon zijn. Als gevolg van de ruilverkaveling zijn in 2013 stukken C-watergang
opgewaardeerd naar B-watergang. Dit betekent een verhoging van de onderhoudskosten.
Door de aanleg van retentiegebieden en wadi’s is het areaal watergangen toegenomen. Deze
retentiegebieden en wadi's maken feitelijk onderdeel uit van het rioolstelsel, omdat hierin het afstromende
regenwater wordt opgevangen. Het beheer en onderhoud van deze voorzieningen wordt daarom vanaf 2013
meegenomen in het Gemeentelijk RioleringsPlan.
60
Onkruidbeheersing op verhardingen
Het onkruid op de elementverhardingen wordt 2 keer per jaar bespoten met glyfosaat volgens de DOBmethode. Er is geen beleid of beeldkwaliteit vastgelegd.
Basisgegevens
Betreffende ons openbaar groen onderhouden wij de volgende soorten en hoeveelheden:
Soort
Bomen
Cultuurlijke beplanting
Hagen
Gazon
Hondenuitlaatterrein
Berm
Kruidenrijk gras
Natuurlijke beplanting
Bos
B-watergangen
C-watergangen
Onkruidbestrijding op verhardingen
Algemene begraafplaatsen
2013
2014
15.000 stuks
7,4 ha
1,25 ha
18,2 ha
0,7 ha
123 ha
2 ha
10 ha
4 ha
2015
15.182 stuks
7,5 ha
1,3 ha
16,7 ha
0,7 ha
126 ha
12,9 ha
11,3 ha
10 ha
23 km
116 km
38 ha
4 ha
15.231 stuks
7,5 ha
1,3 ha
17 ha
0,7 ha
126 ha
12,9 ha
11,5 ha
10 ha
23,6 km
116 km
38,2 ha
4 ha
Financiën
Binnen het programma Fysieke leefomgeving nemen we jaarlijks budgetten op voor beheer en onderhoud
van openbaar groen en watergangen. Beheer en onderhoud van sportvelden valt onder het programma
Maatschappelijke zaken. Voor 2015 hebben we onderstaande budgetten geraamd.
Tabel: Exploitatiebudgetten groen, watergangen 2015
Kostensoort
Bedragen x € 1.000
Bedrag
Onderhoud plantsoenen (inboeten, maaien, snoeien, schoffelen, groenafval etc.)
Onkruidbestrijding op verharding (chemische bestrijding)
Onderhoud watergangen
Bestrijding hondenoverlast (vervanging bakken en zakjes, onderhoud velden)
Doorbelasting kostenplaatsen
Overige lasten groen
248
16
36
14
509
27
Totaal
850
Ontwikkelingen
Onkruidbestrijding op verharding
De verwachting is dat het gebruik van glyfosaat op verharding niet meer wordt toegelaten of in ieder geval
verder aan banden wordt gelegd. We moeten dan met duurzame methoden het onkruid bestrijden. Deze
methoden zijn minstens twee keer zo kostbaar in de uitvoering.
Risico’s
Er zijn geen risico's te melden.
GEBOUWEN
Algemeen
Wij hebben in onze gemeente accommodaties voor sport, kunst en cultuur, welzijn en de huisvesting van
ons gemeentelijke apparaat. Iedere drie jaar beoordelen wij de staat van onderhoud van de gemeentelijke
gebouwen en stellen op basis hiervan een meerjarenonderhoudprogramma op. Het daadwerkelijke
onderhoud voeren wij overigens pas uit na een actuele inspectie. Bij deze inspectie beoordelen wij of de
geplande onderhoudswerkzaamheden echt noodzakelijk zijn of nog uitgesteld kunnen worden.
In 2009 hebt u het accommodatiebeleid vastgesteld. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is clustering van
voorzieningen. Bij investeringen houden wij rekening met duurzaamheid en energie besparende
maatregelen.
Kwaliteitsnormen
Bij het onderhoud en beheer van onze gebouwen gaan wij uit van planmatig onderhoud gericht op het op
een zo efficiënt mogelijke wijze in stand houden van de accommodaties. Uitgangspunt is de gebouwen in
een dusdanige staat van onderhoud te houden dat er sprake is van veilige en visueel goed onderhouden
gebouwen en dat voorkomen wordt dat er achterstallig onderhoud ontstaat en calamiteiten kunnen ontstaan.
61
Basisgegevens
Gebouw
Jaar bouw
c.q. renovatie
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Standaardmolen - Alphen
Stellingmolen - Beneden-Leeuwen
Stoottroepenkapel - Beneden-Leeuwen
Museum - Beneden-Leeuwen
Toren NH-kerk - Appeltern
Toren NH-kerk - Dreumel
Toren NH-kerk - Wamel
Monumenten (algemeen)
Totaal programma 1 - Wonen, werken en recreëren
BVO
2
in m
1900
1900
1950
1930/2010
1900
1900
1900
1950
64
90
73
1.150
64
64
9
div.
1.514
1979
1979
1979
1960
1973
1974
2001
1972
1972
1972
1972
1971
1975
488
462
473
637
381
158
338
183
170
135
182
2.444
798
562
687
694
973
304
310
144
10.523
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Gymzaal - Appeltern
Gymzaal - Maasbommel
Gymzaal - Wamel
Openluchtzwembad De Zeven Morgen - Dreumel
Accommodatie SV Leones - Beneden-Leeuwen
Accommodatie D.S.Z. - Boven-Leeuwen
Accommodatie VV Unitas’28 - Wamel
Accommodatie VV Aquila - Dreumel
Accommodatie SV Avios - Alphen
Accommodatie VV A.A.C. - Altforst
Accommodatie VV D.B.V. - Maasbommel
MFA De Rosmolen - Beneden-Leeuwen
Dorpshuis De Hucht (incl. peuterspeelzaal) - Alphen
Dorpshuis De Hanze - Maasbommel
Dorpshuis De Schuur - Appeltern
Dorpshuis De Uithof - Altforst
Dorpshuis V.T.C. - Wamel
Activiteitengebouw - Dreumel
Verenigingsgebouw - Beneden-Leeuwen
Peuterspeelzaal - Maasbommel
Totaal programma 2 - Maatschappelijke zaken
1978
1978
1930
2001
1998
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Gebouwen Begraafplaats - Dreumel
Totaal programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Werkplaats gemeentewerken - Beneden-Leeuwen
Gemeentehuis - Beneden-Leeuwen
Totaal programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
1993
36
36
2003
1985/1995
1.266
3.375
4.641
Totaal Gemeentelijke gebouwen
16.714
Financiën
De kosten van het planmatig beheer van onze gebouwen zijn verwerkt in onze begroting. Voor het reguliere
onderhoud hebben wij in 2015 € 76.000 in onze begroting opgenomen.
Voor het groot onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen hebben wij een voorziening gevormd. De
geraamde stand van de voorziening per 1 januari 2015 bedraagt € 924.000. De dotatie aan de voorziening
bedraagt in 2015 € 248.000. Voor 2015 ramen wij een onttrekking van € 366.000 ten laste van de
voorziening. De belangrijkste uitgaven hebben wij bij het onderdeel “Onderhoud” opgenomen. Met de
opgenomen dotatie in onze begroting en het geplande meerjarenonderhoud zal de stand van de voorziening
zich als volgt ontwikkelen.
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorziening
Gebouwen
Saldo
2013
1.331
Saldo
2014
904
Saldo
2015
924
Saldo
2016
806
Saldo
2017
871
Saldo
2018
742
Onderhoud
Voor 2015 staan er geen grote onderhoudswerkzaamheden op het programma, de kosten
hebben betrekking op nagenoeg alle gebouwen.
62
Ontwikkelingen
Extern zijn er geen bijzondere ontwikkelingen te verwachten.
Risico’s
De afgelopen jaren hebben wij in verband met de onzekerheid over ons accommodatiebeleid diverse
onderhoudswerkzaamheden doorgeschoven. Hier is geen sprake meer van, wel schuiven wij afhankelijk van
de werkelijke onderhoudstoestand werkzaamheden door. De komende jaren staan wij voor behoorlijke
kosten, bij de herziening van de nota Reserves en voorzieningen in 2015 besteden wij extra aandacht aan
de noodzakelijke hoogte van de voorziening in de komende jaren. Indien nodig zullen wij u voorstellen doen
om een extra dotatie te doen.
CONCLUSIE
Wegen
De wegen komen steeds meer op het gewenste kwaliteit- en onderhoudsniveau, zoals vastgesteld in het
Verbeterplan wegen. De realisatie hiervan vindt plaats binnen de reguliere jaarlijkse onderhoudscyclus van
de wegen en binnen de beschikbare budgetten. Het onderhoudsniveau blijft echter, volgens de vastgestelde
onderhoudstrategie, staan op een kritische ondergrens.
Aandachtspunt blijven de areaaluitbreidingen en de daarvoor extra benodigde middelen voor onderhoud.
Openbare verlichting
Het beheer van de openbare verlichting wordt door het gebruik van het beheersysteem steeds inzichtelijker.
Het op basis van het vastgestelde beleidsplan opgestelde beheerplan leidt steeds meer tot een goed en
gestructureerd beheer en onderhoud van de openbare verlichting.
Groen
De beeldkwaliteit van de plantsoenen komt overeen met de landelijke normen voor een basiskwaliteit.
Areaaluitbreidingen, zonder aanpassing van de budgetten, leiden tot risico’s waardoor de kwaliteit van het
groen onder druk komt te staan.
Riolering en water
De kwaliteit van ons rioolstelsel is over het algemeen goed. In het nieuwe vGRP 2013 t/m 2017 geven we
invulling aan onze gemeentelijke zorgplichten. We gaan in deze planperiode voor een aantal projecten
samenwerken met de gemeenten Beuningen en Druten. Op de landelijke/wettelijke ontwikkelingen spelen
wij accuraat in.
Gebouwen
De afgelopen jaren is in afwachting van het accommodatiebeleid veel onderhoud uitgesteld. Hierdoor is er
achterstallig onderhoud ontstaan. Op basis van de gemaakte keuzes wordt het achterstallig onderhoud de
komende jaren weggewerkt. Voor de meeste gemeentelijke gebouwen is de onderhoudsstaat ruim
voldoende.
63
PARAGRAAF FINANCIERING
Inleiding
Het doel van deze paragraaf is om u te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van
financiële risico’s. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het
toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden
risico’s. Dit dienen wij te doen binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet
fido). Het doel van deze wet is onder andere om op een verantwoorde, prudente en professionele
wijze de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie (financieringsactiviteiten) van de gemeente te
regelen.
Gemeentelijke kaders
Onze kaders zijn vastgelegd in de, op grond van artikel 212 Gemeentewet, vastgestelde “Financiële
verordening gemeente West Maas en Waal” (Rb. 7 april 2011). Het gaat om kaders voor het
uitvoeren van de financieringsfunctie zoals doelstellingen, richtlijnen en limieten die voor het college
gelden.
In het door het college van burgemeester en wethouders op 10 januari 2012 vastgestelde
Treasurystatuut is de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van
uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het bevat met name protocollen voor de
dagelijkse uitvoering. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn het kasbeheer, het
risicobeheer, de financiering en de administratieve organisatie.
Hoofddoelstelling beleid
Inzicht te hebben in de lange termijn ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Het
aangaan en verstrekken van geldleningen alsmede het verstrekken van garanties is alleen
toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij mogen geen overmatige risico’s worden
gelopen. Het gebruik van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is bedoeld als normstellend.
Algemene ontwikkelingen / rentevisie
De treasuryactiviteiten staan bloot aan zowel interne als externe ontwikkelingen. De interne
ontwikkelingen bestaan uit het oppakken van nieuwe activiteiten, investeringsplannen en
reorganisatieprocessen. De belangrijkste externe ontwikkelingen zijn (internationale) economische
indicatoren en de invloed hiervan op de geld- en kapitaalmarkt, alsmede wijzigingen in wet- en
regelgeving.
In december 2013 is de wijziging van de Wet financiering decentrale overheden in verband met het
rentedragend aanhouden van liquide middelen in ´s Rijks schatkist (verplicht schatkistbankieren) van
kracht geworden. De detailverplichtingen zijn vastgelegd in een ministeriële Regeling
schatkistbankieren decentrale overheden. Voor onze gemeente is de ingangsdatum voor het
schatkistbankieren 13 december 2013.
Schatkistbankieren kan worden gezien als een onderdeel van de centrale treasuryfunctie binnen het
Rijk voor publieke middelen. Het principe van schatkistbankieren is dat publiek geld de schatkist niet
eerder verlaat dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Deelnemers houden hun
tijdelijk overtollige middelen boven een bepaald drempelbedrag aan bij het ministerie van Financiën.
Ze doen dat in de vorm van een rekening-courant. Over de saldi die worden aangehouden vergoedt
de staat rente. Het drempelbedrag bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal. Concreet betekent dit
voor onze gemeente globaal dat het saldo in rekening-courant boven € 300.000 wordt afgeroomd.
Het voorspellen van de renteontwikkeling is een lastige en bijna onmogelijke opgaaf, zeker op de
lange termijn. Niettemin kan het waardevol zijn om de drijvende factoren achter de rente in kaart te
brengen, zodat een beeld ontstaat van de risico’s en onzekerheden omtrent het verloop van de rente
in de toekomst. Hierbij zijn echter legio scenario’s denkbaar.
Volgens de rentevisie van de nv Bank Nederlandse Gemeenten (augustus 2014) wordt voor
Nederland in 2014 een economische groei verwacht van 0,5%. De inflatie neemt af van 2,5% in
2013 naar 1,0% in 2014. De lange rentetarieven zullen onder invloed van een verwacht licht
economisch herstel enigszins oplopen.
Medio augustus 2014 was het rentepercentage van de door ons meest gebruikte leningvorm van 10
jaar lineair ongeveer 1,45%. In de begroting 2015 wordt voor de consolidatie van de vlottende schuld
en voor nieuwe investeringen een rentepercentage gehanteerd van 3,5, waarbij mede rekening is
gehouden met de langere looptijd van met name de grote investeringen en een verwachte geringe
rentestijging.
64
Risicomanagement
Risicomanagement is het identificeren en kwantificeren van risico's en het vaststellen van
beheersmaatregelen. Hiermee worden activiteiten bedoeld waarmee de kans van optreden of de
gevolgen van risico's worden beïnvloed.
De risico’s die binnen onze gemeente worden gelopen bij de uitvoering van de treasurytaak bestaan
voornamelijk uit renterisico's. Om die risico's te beperken en te beheersen geldt er een kasgeldlimiet
en is er een renterisiconorm ontwikkeld.
Daarnaast verdient vooral het kredietrisico aandacht. Dit is het risico dat wij lopen wanneer
geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële
problemen zouden kunnen komen. In het treasurystatuut zijn algemene uitgangspunten opgenomen
om dit risico te beperken.
Treasurybeheer
De leningportefeuille
In 2014 (medio augustus) zijn voor de consolidatie van de vlottende schuld alsmede voor de gedeeltelijke
financiering van de investeringsplanning nog geen langlopende geldleningen afgesloten.
De ontwikkeling van de huidige leningportefeuille ziet er als volgt uit:
Per 1 januari 2015 heeft de gemeente 20 langlopende geldleningen o.g. met een totaal schuldrestant van
32,3 miljoen euro. Alle leningen zijn opgenomen bij de BNG Bank. De rentetypische looptijd van 18 leningen
is 10 jaar. Eén lening (geconverteerd in 2001) heeft een rentetypische looptijd van 15 jaar en één lening
(geconverteerd in 2013) heeft een rentetypische looptijd van 20 jaar.
In 2015 bedraagt de totale rentelast € 1 miljoen.
Interne financiering
De financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de
beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken. De (bespaarde) rente
over de reserves en voorzieningen, voor 2015 gebaseerd op 3,5%, wordt voor een deel structureel en voor
een deel incidenteel ten gunste van de exploitatie gebracht. Hierdoor heeft aanwending (en toevoeging), in
het kader van rentebaten, gevolgen voor de exploitatie.
Onze gemeente trekt niet voor iedere financiering een aparte lening aan, maar financiert het geheel van
investeringen (integrale financiering). Tegenover de totaliteit van de boekwaarden van alle investeringen
staan de totaal beschikbare financieringsmiddelen. Door middel van de omslagrente worden de
kapitaallasten (rente en afschrijving) van investeringen toegerekend aan producten en maken deze lasten
vervolgens deel uit van de betreffende programma's. De omslagrente hoeft niet de huidige marktcondities te
weerspiegelen. Om te voorkomen dat het rente-omslagpercentage jaarlijks moet worden bijgesteld, wordt
vaak voor een langere periode een percentage vastgesteld. Dit leidt ertoe dat de rente die aan de
programma's en producten wordt toegerekend vast en dus stabiel is. Wij hanteren al een aantal jaren 4%.
Als het rente-omslagpercentage gaat afwijken van de werkelijke vermogenskostenvoet (werkelijke
rentelasten), ontstaat een renteresultaat. Wanneer dit renteresultaat hoog wordt, is dat een signaal om het
rente-omslagpercentage te herzien. In feite worden dan de programma's en producten te hoog belast. Gelet
op het renteresultaat van onze gemeente (ruim € 600.000) wordt een herziening overwogen.
Financieringsbehoefte
In het onderstaand overzicht wordt de verwachte financieringsbehoefte voor de komende 4 jaren
weergegeven. Hierbij is uitgegaan van volledige realisatie van alle investeringen, inclusief die volgens het
investeringsplan 2015 - 2018. Verder is uitgegaan van een gelijkblijvende boekwaarde van de voorraad
bouwgrondexploitaties.
65
2015
(Bedragen x EUR 1.000)
2016
2017
2018
Geraamde boekwaarde investeringen staat van activa
Geraamde boekwaarde voorraad bouwgrondexploitaties
44.516
8.557
42.629
8.557
40.742
8.557
38.855
8.557
Boekwaarde investeringen vlgs. Invest.plan 2015 - 2018:
Hulpmiddelen Wet maatschappelijke ondersteuning
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP)
Bedrijfsvoering
Overige investeringen
165
910
1.197
0
297
1.776
1.232
0
396
2.597
1.038
0
462
3.675
914
0
Totaal financieringsbehoefte
55.345
54.491
53.330
52.463
Langlopende geldleningen o/g
Reserves en voorzieningen
32.307
18.556
27.182
17.903
22.546
17.860
18.565
18.531
Totaal financieringsmiddelen
50.863
45.085
40.406
37.096
4.482
9.406
12.924
15.367
Maximale financieringsbehoefte
Renterisicobeheer
Renterisicobeheer is het bewust beperken van de negatieve invloed van toekomstige rentewijzigingen op het
resultaat van de organisatie en op de waarde van rentedragende activa en passiva. Ook het minimaliseren
van de rentekosten en het optimaliseren van de rentebaten behoren tot dit onderwerp.
Met betrekking tot risicobeheer hanteren wij, ingevolge het treasurystatuut, de volgende algemene
uitgangspunten:
1. De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan
door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen.
2. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een
prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig
risico.
3. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.
Om de renterisico’s te beperken geldt er een kasgeldlimiet en een renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
In de begroting 2015 wordt per 1 januari een financieringstekort geraamd van € 1,9 miljoen. Voor de
renteberekening hierover is een percentage gehanteerd van 3,5. De kasgeldlimiet voor 2015 bedraagt € 3,6
miljoen, zijnde 8,5% van het begrotingstotaal ad. € 44 miljoen.
Verplichte consolidatie van vlottende schuld is op basis van deze cijfers niet aanwezig.
Renterisiconorm
Het begrip renterisiconorm is ingevoerd om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te
brengen, en zodoende het renterisico bij herfinanciering van de vaste schuld te beheersen. Deze norm
bedraagt 20% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 2,5 miljoen.
De berekening van de huidige renterisiconorm in meerjarenperspectief is opgenomen in het volgend
overzicht.
(jaar T)
Renterisico vaste schuld over de jaren:
(Bedragen x € 1.000)
(jaar T+1)
(jaar T+2)
(jaar T+3)
2015
2016
2017
2018
Stap
(1)
(2)
(3)
Variabelen / Renterisico(norm )
Renteherzieningen
Aflossingen
Renterisico (1+2)
0
5.124
5.124
0
4.636
4.636
0
3.981
3.981
0
3.490
3.490
(4)
(5a)=(4>3)
(5b)=(3>4)
Renterisiconorm
Ruimte onder renterisiconorm
Overschrijding renterisiconorm
8.711
3.587
8.711
4.075
8.711
4.730
8.711
5.221
43.555
20
8.711
43.555
20
8.711
43.555
20
8.711
43.555
20
8.711
Berekening
(4a)
(4b)
(4)=(4a x 4b/100)
renterisiconorm
Begrotingstotaal (jaar T)
Percentage (regeling)
Renterisiconorm (van alleen jaar T)
66
Kredietrisicobeheer
Kredietrisico
Dit is het risico dat wij lopen wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende
gevallen in financiële problemen zouden kunnen komen.
In het treasurystatuut is vastgelegd dat de gemeente alleen overtollige middelen mag uitlenen aan
betrouwbare bedrijven met minimaal een zogeheten AAA-rating (looptijd langer dan 3 maanden) cq.AArating (looptijd tot 3 maanden), aan ondernemingen waarvoor een solvabiliteitsratio van 0% geldt of aan de
centrale overheid. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zekerheden of
garanties geëist.
In het kader van aandelentransacties is in 1998 een geldlening ad 2,1 miljoen euro verstrekt aan de Nuon
tegen een rente van 9%. Deze geldlening was tot en met 2004 aflossingsvrij. Per 1 januari 2005 is deze
geldlening, op grond van de overeenkomst, omgezet in een 18-jarige achtergestelde annuïtaire lening tegen
9% rente. Door middel van een wijziging in de Statuten is de naam van n.v. Nuon per 29 juni 2009 gewijzigd
in Alliander N.V.
In 2006 heeft de verkoop plaatsgevonden van de preferente aandelen Vitens NV voor een bedrag van
€ 1.253.200,00 Ter voldoening van de koopsom is een achtergestelde lening verstrekt tot een gelijk bedrag.
De aflossing van deze lening geschiedt in 15 jaar gelijk, de rente is variabel (2014 3,55%).
Per 31 december 2008 is aan de Stichting Kulturhus te Boven-Leeuwen een geldlening verstrekt ter
voldoening van de verplichtingen voorvloeiende uit de overname van het kulturhus D’n Dulper. De geldlening
bedraagt € 4.709.436, waarop gelijktijdig in mindering is gebracht het totaal van de toegezegde
investeringssubsidies voor het kulturhus ad € 1.223.000. Per saldo derhalve € 3.486.436.
De geldlening is verstrekt tegen een rente van 4,75% en een koers van 100%. De aflossing geschiedt op
basis van 40 jaar annuïtair.
Met als formele ingangsdatum 1 juli 2011 heeft in 2013 de overdracht plaatsgevonden van de
multifunctionele accommodatie te Dreumel aan de Stichting MFA Dreumel D’n Hoender. Hiertoe is aan de
Stichting een geldlening verstrekt ter grootte van de koopsom ad € 5.676.500, verminderd met verkregen
subsidies en bijdragen ad € 792.500 alsmede de verhaalbare omzetbelasting ad € 562.000. De geldlening,
pro resto groot € 4.322.000, is verstrekt tegen een rente van 4,25% en aflossing op basis van 40 jaar
annuïtair.
Aandelen
De gemeente is in het bezit van 18.693 gewone aandelen Vitens. De nominale waarde hiervan is € 1 per
aandeel. Op basis van het vermogen per 1 januari 2014 bedraagt de intrinsieke waarde € 76 (afg.).
Als aandeelhouder komen alleen publiekrechtelijke (direct of indirect) rechtspersonen in aanmerking. Door
de beperkte verhandelbaarheid is het moeilijk een marktwaarde te noemen. Overigens onderschrijven wij het
belang dat de drinkwatervoorziening in publieke handen blijft.
Op grond van het treasurystatuut vindt aankoop en verkoop van aandelen uitsluitend plaats in het kader van
de uitoefening van de publieke taak.
67
Intern liquiditeitsbeheer
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is het risico dat wij op de korte termijn niet genoeg geld in kas hebben om aan onze
verplichtingen te voldoen. Om deze reden stellen wij liquiditeitsplanningen en een liquiditeitsbegroting op.
Hierbij zien wij er op toe dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat wij de verplichtingen
tijdig kunnen nakomen.
De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte
termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot 1 jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd
van minimaal 4 jaar. Bij deze laatste dient enige terughoudendheid in acht te worden genomen. Een goede
planning, zeker op de langere termijn, is gelet op de onzekere factoren die een rol spelen zoals vertragingen
in de investeringsplanning en de beperkte interne informatievoorziening niet eenvoudig. Meerjarenramingen
zijn veelal onbetrouwbaar, zowel qua volume als tijdpad. Wanneer op basis daarvan op voorhand leningen
dienen te worden afgesloten, gaan wij onbedoeld renterisico’s lopen. Met name bij de op termijn voorziene
grote(re) investeringen vormen het politieke, procedurele en de uiteindelijke omvang van de
financieringsbehoefte dermate onzekere factoren dat dit een ongewenste risicovergroting zou vormen.
Voor het liquiditeitenbeheer is, met ingang van 1 juli 2010, met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten een
Financieringsovereenkomst voor een (Rekening-courant) Krediet- en Depotarrangement (tijdelijk overtollige
middelen beleggen) afgesloten, geldig tot en met 31 december 2011, met stilzwijgende verlenging telkens
voor 1 jaar. De overeenkomst zal ook voor 2015 gelden.
Debiteurenbeheer
Het debiteurenbeheer is gericht op het beperken van de uitstaande debiteurenomvang. Enerzijds gericht op
het traject van totstandkoming van de factuur en anderzijds gericht op de tijdige inning.
In onze organisatie worden de facturen centraal vervaardigd en verzonden. Een afschrift hiervan komt bij de
financiële afdeling voor registratie in de boekhouding en voor het zorg dragen van een tijdige inning. Om
verbeteringen door te voeren heeft vooral het beschrijven van het invorderingsproces en de daarbij op te
nemen richtlijnen voortdurend aandacht.
Crediteurenbeheer
Bij de betalingen wordt rekening gehouden met de uiterste vervaldagen en/of te behalen
kredietbeperkingskortingen. Uit een oogpunt van representativiteit staat tijdige betaling voorop. Met behulp
van de mogelijkheden binnen het in gebruik zijnde financieel systeem kan de afwikkeling van de ingekomen
factureren nauwlettend worden gecontroleerd.
68
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING
ALGEMEEN
Inleiding
De bedrijfsvoering betreft de middelenfuncties (personeel en organisatie, planning & control,
informatievoorziening en automatisering, communicatie en facilitaire zaken) ter ondersteuning van de
uitvoering van de programma’s (het primaire proces). In deze paragraaf hebben wij tevens de griffie en de
rekenkamercommissie opgenomen.
De bedrijfsvoering is ondersteunend aan en mede bepalend voor de kwaliteit van het primaire proces en de
realisatie van de beoogde maatschappelijke effecten. De interne organisatie staat volledig ten dienste aan
het primaire proces. Dit betekent dat de kwaliteit en omvang van de gemeentelijke organisatie, maar ook
faciliteiten als bijvoorbeeld de huisvesting en de automatisering indirect van grote invloed zijn op het behalen
van de gewenste effecten.
In deze paragraaf worden de verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering verder uitgewerkt.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Jaar
Bestuurs- en managementconcept (BMC, vastgesteld door het college)
Concernplan (vastgesteld door het college)
Verordening ex. Artikel 212 Gemeentewet - Financiële verordening
2009
2011
2011
Ontwikkelingen
Ontwikkelingen zijn er vooral op het gebied van de informatievoorziening in relatie tot digitale
dienstverlening. Op initiatief van de centrale overheid worden hieraan steeds grotere eisen gesteld.
PERSONEEL EN ORGANISATIE
Organisatiebeleid
Concernplan
Onze missie: West Maas en Waal heeft een gemeentelijke organisatie die anticipeert op ontwikkelingen, die
inventief en oplossingsgericht is en die in samenwerking met partners werkt aan door bestuur en
samenleving gewenste resultaten met een goede kwaliteit.
Onze visie: West Maas en Waal blijft een zelfstandige gemeente. Dit is een bestuurlijk uitgangspunt dat
leidend is in ons toekomstbeeld van onze gemeentelijke organisatie. Deze gemeentelijke organisatie is
verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Dat wil niet zeggen dat we deze taken ook allemaal zelf
moeten uitvoeren. De gemeentelijke organisatie voert de regie in de keten, stelt integraal en interactief
beleid op en werkt faciliterend voor het maatschappelijk veld. In de keten is de gemeente bepalend in de
WAT vraag. De HOE vraag wordt veelal beantwoord door professionals in de keten. Dit betekent dat
uitvoerende taken voor een groot deel uitbesteed kunnen worden aan publieke of private partijen. Of aan
samenwerkingsverbanden tussen overheden, rekening houdend met de kwaliteitseisen die gesteld worden
en kosten die gemoeid gaan met de uitvoering van diensten en maken van producten (prijs-kwaliteitverhouding). Onze organisatie kan daarbij ook taken voor anderen uitvoeren. Voorop staat daarbij de mate
van efficiency.
Het college heeft in het najaar van 2013 de regieagenda vastgesteld. Hierin is opgenomen welke taken zich
lenen om op afstand te worden geplaatst en hoe de regiegemeente er mogelijk uit kan zien. Er lopen acties
om tot externe of gezamenlijke uitvoering te komen. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking op het
gebied van bedrijfsvoering met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe.
Andere thema's die in het concernplan terugkomen zijn de doorontwikkeling van het klantcontactcentrum, de
digitalisering van processen en gegevens, (digitale) communicatie en burgerparticipatie.
69
Dienstverlening/KCC
Het beleid van de rijksoverheid om de gemeente het loket voor de totale overheid te laten zijn, hebben wij
uitgewerkt in het dienstverleningsconcept West Maas en Waal. Op basis hiervan is in de “Routekaart naar
onze dienstverlening van 2015” opgesteld, waarin ons doel met betrekking tot dienstverlening/KCC is
vastgelegd. In oktober 2011 zijn we gestart met de fasegewijze ontwikkeling van onze dienstverlening/KCC
volgens deze routekaart. In 2013 zijn de fysieke en personele voorbereidingen getroffen om in 2014 te
starten met de uitvoering van het KCC-concept. Op 30 november 2013 is het KCC officieel geopend. Het
dienstverleningsconcept zal in 2015 worden geëvalueerd.
Organisatieontwikkeling/samenwerking
In het vastgestelde concernplan hebben we om redenen van continuïteit c.q. het opheffen van de
kwalitatieve en kwantitatieve kwetsbaarheid, maar ook kwaliteitsbesparing en kwaliteitsverbetering,
aangegeven om te willen zien naar mogelijkheden onze werkzaamheden “anders te organiseren”. Daartoe is
uitgesproken om onze gemeentelijke organisatie meer en meer te richten op een regie gemeente.
In februari/september 2013 is met u gesproken over de kaders en uitgangspunten daarvoor. Enerzijds voor
zover het betreft de beleidsontwikkeling, die in eigen huis ambtelijk zal worden ondersteund, en anderzijds
over de uitvoerende taken die grotendeels buitenshuis georganiseerd kunnen worden.
In de zomer van 2014 is de business case voor de BNW samenwerking opgeleverd. Hierin is aangeven op
welke wijze onze bedrijfsvoeringstaken (PIJOFACH) samen met de gemeente Buren en Neder Betuwe
georganiseerd worden. De formele start hiervan vindt plaats in de loop van 2015.
In 2014 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de buitendienst van het team Openbare Ruimte op
een andere wijze te organiseren. Uit het onderzoek is gebleken dat de huidige wijze van organiseren,
rekening houdend met een efficiëntieslag die gemaakt kan worden, het beste resultaat naar de toekomst
geeft. Uw Raad heeft middelen beschikbaar gesteld voor nader onderzoek naar de specifieke onderdelen
waar efficiëntievoordelen te behalen zijn waarbij specifiek aandacht is voor
voordelen die door samenwerken te behalen zijn en waarbij ook specifieke aandacht is voor de
werkprocessen die de binnendienst en de buitendienst met elkaar verbinden.
In samenhang met de ontwikkelingen rondom de transities binnen het sociale domein bekijken wij, vanuit de
gedachten in ons concernplan, of wij de uitvoerende werkzaamheden binnen dit domein in samenwerking
met andere gemeenten kunnen organiseren. Binnen de kaders, zoals deze door u unaniem zijn vastgesteld,
richten wij ons primair op gemeentelijke samenwerking met (gemeenten in) de regio Rivierenland.
Deze ontwikkelingen zullen de noodzaak tot herinrichting van onze ambtelijke organisatie, die nu zoals
onderstaand is ingericht actueel maken. Uiteraard zal dat op een zorgvuldige wijze plaatsvinden, waarbij
voor de medewerkers een baan, binnen de organisatie of elders, wordt gegarandeerd.
De indeling van de organisatie ziet er grafisch als volgt uit:
Organigram gemeente West Maas en Waal
1 april 2013
Raad
Griffie
B&W
Gemeente secretaris
Ruimte
&
Welzijn
Maatschappelijke
Ontwikkeling
Wonen &
Milieu
Publiek
&
Bedrijf
Openbare
Ruimte
Klant Contact
Centrum
Informatievoorziening
Bestuur- &
Managementondersteuning
Financiële
&
Juridische zaken
70
Personeelsbeleid
Arbeidsvoorwaarden
In juli 2014 is na een periode van anderhalf jaar onderhandelen een nieuwe CAO overeengekomen. Hierin is
de afgesproken nullijn voor ambtenaren losgelaten. De salarissen zijn per 1 oktober 2014 structureel met 1%
gestegen en zullen per 1 april 2015 met € 50 per maand stijgen. Dit heeft tot gevolg dat de
personeelsbudgetten stijgen.
Per 1 januari 2015 wordt de werkkostenregeling ingevoerd. Regelingen en arbeidsvoorwaarden zijn op de
nieuwe fiscale regels afgestemd.
Verder zijn in het CAO overleg afspraken gemaakt over de invoering van een Individueel Keuze Budget
(IKB), uiterlijk per 1 januari 2016. Het IKB biedt meer mogelijkheden voor de medewerkers om
arbeidsvoorwaarden op maat te kiezen. In de loop van 2015 worden de bestaande regelingen hierop
aangepast.
Arbeidsomstandigheden
De verzuimbegeleiding en -preventie wordt uitgevoerd volgens het 'eigen regie model'. Hierbij wordt
samengewerkt met een Arboarts, die ondersteuning biedt als de leidinggevende of de medewerker hierom
vraagt. Deze manier van samenwerking bevalt zeer goed en wordt de komende jaren voortgezet.
Sturen op resultaat, mobiliteit en loopbaanontwikkeling
Ieder jaar voeren wij met iedere medewerker resultaat- en ontwikkelgesprekken. Daarin koppelen wij de
onze doelstellingen aan te behalen resultaten van de medewerker voor het komende jaar. Ook komen de
voor het werk noodzakelijke competenties aan de orde. Indien nodig volgt de medewerker opleidingen of
krijgt deze extra coaching/opleiding om competenties te verbeteren. Na afloop van het jaar beoordelen wij de
behaalde resultaten, de ontwikkeling van de competenties en getoonde inzet. De periodieke
salarisverhogingen hebben een rechtstreekse koppeling met de beoordeling, dit aan de hand van de
richtlijnen beloningsbeleid.
Vanaf 2013 ligt er een duidelijke focus op loopbaanontwikkeling. Dit is nodig om organisatiedoelen en
ambities waar te maken en om de inzetbaarheid van de medewerkers op de arbeidsmarkt te handhaven of
te versterken. Uitgangspunt is dat de medewerkers verantwoordelijk zijn voor hun eigen loopbaan.
Financiën
De kosten van het personeel zijn verdeeld op basis van de loonsom. Met u zijn afspraken gemaakt dat wij
niet sturen op formatie, maar op loonsom. Deze loonsom stijgt uitsluitend met niet te beïnvloeden externe
factoren, zoals CAO-stijgingen of wijzigingen in sociale premies. Het managementteam is er voor
verantwoordelijk dat de taken binnen de loonsom worden verricht.
Bedragen x € 1.000
Tabel: Ontwikkeling personeelskosten
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Directe loonkosten
Bestuur
Personeel werkvoorzieningschap BREED
Inhuurbudget bouw- en woningtoezicht
Inhuur t.b.v. accommodaties
Inhuur t.b.v. ziekte-/vacaturevervanging
7.269
535
111
23
82
0
5.947
566
112
0
57
0
5.898
572
114
0
58
0
5.958
577
115
0
59
0
6.017
583
116
0
59
0
6.078
583
116
0
59
0
Totaal
8.020
6.682
6.642
6.709
6.775
6.836
Toelichting ontwikkeling personeelslasten:
De stijging van de directe loonkosten wordt veroorzaakt door verwachte CAO-aanpassingen en verhoging
van werkgeverslasten. Voor de jaren 2013 en 2014 was, gezien de afgesproken nullijn voor ambtenaren,
geen rekening gehouden met een stijging als gevolg van salarisverhogingen. In 2014 zijn, als gevolg van de
afspraken in de nieuwe CAO, de salarissen toch gestegen. 1% structureel per 1 oktober 2014 en een
eenmalig uitkering van € 350,-- bij een full-time dienstverband.
Per 1 april 2015 stijgen de salarissen verder met € 50,-- per maand bij een full-time dienstverband.
Werkgeverslasten dalen mogelijk door een verlaging van de pensioenpremies.
Ziekteverzuim
Ons beleid is er op gericht het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. Onze streefwaarde is een
maximaal ziekteverzuimpercentage van 4,0%. In 2012 lag het cijfer ruim onder de streefwaarde. Maar sinds
2013 zien we het cijfer weer stijgen. Deze stijging van het ziekteverzuim is lastig te beïnvloeden. Het betreft
voornamelijk langdurig verzuim met een medische oorzaak of redenen die in de privé sfeer liggen. Er wordt
gebruik gemaakt van de adviezen van de Arboarts voor een optimale re-integratie.
71
In de hierna opgenomen tabel wordt inzicht gegeven in de bereikte en komende jaren te bereiken resultaten:
Tabel: Ontwikkeling ziekteverzuim
Ziekteverzuimpercentage
2012
2013
2014
2015
2016
2017
3,4
4,0
4,0
4,0
4,0
4,0
Ontwikkelingen
Geen.
Risico’s
Frictiekosten
Als gevolg van uitbesteding dan wel vormen van samenwerking kunnen we te maken krijgen met
zogenaamde frictiekosten. Hierbij gaat het om aanloop/initiële kosten en kosten die achterblijven binnen
onze organisatie, maar niet meer toe te rekenen zijn als gevolg van het elders onderbrengen van de
betreffende diensten en/of producten. Hierbij gaat het om zowel directe kosten (uren) maar ook indirecte
kosten zoals facilitaire diensten en kosten van ondersteuning. Middels het efficiencyvoordeel van
samenwerking moeten deze kosten op termijn worden terugverdiend.
INFORMATIEVOORZIENING EN AUTOMATISERING
Beleid
Het I&A beleid van onze gemeente is gebaseerd op de volgende doelstellingen en uitgangspunten:
- bedrijfsprocessen optimaliseren en integreren
- klantgerichtheid van de organisatie verbeteren
- informatievoorziening aan belanghebbenden verbeteren
- betrokkenheid en inbreng van burgers en samenleving vergroten
Op basis van deze doelstellingen en uitgangspunten formuleren wij spelregels, uitgangspunten en kaders
waarbinnen wij projecten op ICT gebied uitvoeren. Wij streven er niet naar om voorop te lopen op het gebied
van informatievoorziening en automatisering. Waar mogelijk kiezen wij voor een sobere uitvoering.
In het door u vastgestelde Egem-I plan (november 2011) is de koers voor onze gemeente tot en met 2015
vastgesteld. De grote lijnen daarin hebben te maken met:
1. het vormgeven aan het wettelijk verplichte landelijke stelsel van basisregistraties
2. koppelen van dit stelsel aan de interne informatie-architectuur en het stelsel van landelijke voorzieningen
voor deze basisregistraties
3. implementeren van de IT instrumenten voor het Klantcontactcentrum (KCC).
4. Implementeren van IT oplossingen voor een stabiele en veilige IT infrastructuur
Reeds in 2013 is een bestuurlijke intentie uitgesproken gemaakt om op het gebied van de zogenaamde
PIJOFACH-taken te gaan samenwerken met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe. Om een effectievere
en efficiëntere bedrijfsvoering te realiseren zullen de informatiserings- en automatiseringsplannen van de
drie gemeenten op elkaar afgestemd worden. Naast deze afstemming c.q. integratie zullen ook
medewerkers afhankelijk van toekomstige besluitvorming anders worden aangestuurd en elders worden
gehuisvest. Inhoudelijk betekenen deze veranderingen voor de gemeente West Maas en Waal dat in ieder
geval naast de landelijk verplichte doorontwikkeling van het landelijk stelsel van basisregistraties er in 2015
veel aandacht geschonken gaat worden aan:
de harmonisering van de automatiseringsinfrastructuur inclusief het Locatie Onafhankelijk Werken
digitaliseren van informatiestromen door het opzetten van het zaakgericht werken inclusief het scannen van
inkomende informatiestromen opzetten van generieke voorzieningen voor het synchroniseren en distribueren
van (authentieke) gegevens naar en van in- en externe klanten. (gegevensmakelaar, servicebus en
koppelingen met landelijke voorzieningen)
Op het moment van het opmaken van de begroting zijn de projecten zoals die zijn opgenomen in het Egem-I
plan van november 2011 nog leidend echter door de snelle ontwikkelingen rond de samenwerking zullen in
2015 andere keuzes gemaakt kunnen worden. Dit met als doel te komen tot harmonisatie van de
automatiseringsinfrastructuur en werkprocessen.
Voorbeelden van projecten die nog op de rol staan zijn:
1) Integraal gemeentelijk informatieveiligheidsbeleid;
2) Vernieuwen website;
72
3) Aanpassen klok- tijdschrijfsysteem;
4) Implementatie van de basisregistratie Kadaster en deze koppelen aan de interne informatie-architectuur;
5) Project basisregistratie Grootschalige Topografie;
6) Implementatie gegevensmakelaar en aanverwante onderdelen;
7) Aanpassing telefooncentrale.
De projecten 3 tot en met 7 maken deel uit van genoemd Egem-I plan. Wat betreft de projecten 1 en 2 is er
sprake van een uitbreiding van het plan dit omdat het rijk nieuwe wettelijke verplichtingen heeft opgelegd.
Bijvoorbeeld de DigiD audit.
Financiën
De kosten van onze informatievoorziening en automatisering, exclusief de personeelslasten en
doorberekeningen, ontwikkelen zich de komende jaren als volgt:
Bedragen x € 1.000
Tabel: Ontwikkeling kosten I&A
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Kapitaallasten (incl. Egem-I)
Onderhoud, huur, lease en overige
Telefonie
Gegevensbeheer
Bijdrage reserve Informatisering
343
348
38
62
-14
383
384
39
40
-32
571
417
39
41
-191
503
421
39
41
-123
393
426
39
41
-14
380
426
39
41
0
Totaal kosten I&A
777
814
877
881
885
886
Toelichting financiële ontwikkelingen:
De financiële effecten van het Egem-I plan zijn verwerkt in de meerjarenbegroting. De hieruit voortvloeiende
(tijdelijke) hogere lasten worden opgevangen door de reserve Informatisering. In 2016 valt het te verwachten
saldo van deze reserve vrij ten gunste van de algemene reserve.
Het verwachte verloop van deze reserve ziet er, rekening houdend met het Egem-I plan, als volgt uit:
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Naam
Reserve Informatisering
Saldo
2013
781
Saldo
2014
940
Saldo
2015
908
Saldo
2016
717
Saldo
2017
14
Saldo
2018
0
Bij deze cijfers moet opgemerkt worden dat deze gebaseerd zijn op het thans geldende Egem-I plan. De
toekomstige samenwerking met Buren en Neder-Betuwe zal gevolgen hebben voor de investeringen op het
gebied van ICT. Deze gevolgen kunnen op dit moment echter niet inzichtelijk worden gemaakt. Gebruikelijk
bij dit soort processen is dat investeringen naar voren worden getrokken om zodoende de meerwaarde van
de samenwerking zo snel mogelijk te realiseren.
Ontwikkelingen
De grootste ontwikkeling voor de gemeente West Maas en Waal in 2015 zal zijn de keuze voor
samenwerking met en de gevolgen van de samenwerking met de gemeentes Buren en Neder-Betuwe op het
gebied van de bedrijfsvoering, alsook de gevolgen van de keuze om regiegemeente te worden. Gevolg is dat
er niet alleen afstemming moet komen tussen de informatiseringsplatforms en gebruikte systemen maar ook
afstemming en voortgang met het i-NUP programma.
In 2015 en volgende jaren gaan leveranciers van gemeentelijke softwarepakketten hun prijzen drastisch
verhogen. Dit naar hun zeggen omdat zij te maken hebben met hoge ontwikkelkosten. Het gevolg hiervan
kan zijn dat om financiële redenen wij noodgedwongen naar andere leveranciers moeten zoeken. Daar het
gemeentelijk specifieke software betreft zijn er echter weinig alternatieven.
Risico's
Een eerste risico is het vasthouden aan de geplande investeringen. Dit is een gevolg van de keuze tot
regiegemeente en de mogelijke samenwerking met Buren en Neder-Betuwe. Hierdoor zullen er nieuwe
projecten komen en zal per project een afweging gemaakt worden welke projecten noodzakelijk zijn in het
kader van wettelijke verplichtingen en een stabiele en veilige IT infrastructuur en welke projecten wachten op
een vorm van regie gezien de investeringen en gevolgen die samenhangen met de te maken keuzes in het
betreffende project.
Een tweede risico heeft te maken met afstemming en overdracht c.q. de bedrijfszekerheid. Het dagelijks
beheer zal in handen komen van een nieuwe leidinggevende en vanaf een andere locatie worden
aangestuurd. Het overbrengen van taken en verantwoordelijkheden naar een ander gaat vaak gepaard met
kinderziektes, zeker op het gebied van ICT.
73
Hiernaast is er een personeelsrisico. Doordat bij de overbrenging de winkel gewoon open moet blijven zullen
de risico's van capaciteit verschuiven naar prioriteitsstelling en daarmee vertraging in de tijd.
Een derde risico is dat als overgestapt moet worden naar andere leveranciers van software, geplande ICTprojecten komen te vervallen of uitgesteld worden. Het gevolg hiervan is dat afdelingen enerzijds last krijgen
van het niet doorgaan van projecten en anderzijds last ondervinden van overgangs- en
implementatietrajecten.
PLANNING & CONTROL
In de afgelopen jaren is de verbetering van de verschillende instrumenten uit planning en control-cyclus in
gang gezet en gecontinueerd. Wij zien dit als een continu proces en zullen de komende jaren deze lijn
doorzetten.
Weliswaar is er landelijk sprake van enig economische herstel, echter dient de gemeente nog steeds op haar
“tellen” te passen zowel op beleidsinhoudelijk als op budgettair vlak. Daarbij is inzicht in, en het kunnen
omgaan met, (mogelijke) risico's essentieel. Het verder implementeren van het risicomanagement is een van
de speerpunten binnen de bedrijfsvoering.
In dit verband is het bewaken/beheersen van processen eveneens belangrijk.
In 2015 moet het samenwerkingsverband met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe op het gebied van de
bedrijfsvoering vorm krijgen. Dit heeft ook gevolgen voor de planning en control binnen onze gemeente. Los
van deze ontwikkeling staan in ieder geval het verder uitbouwen van de controlfunctie alsmede het werken
met digitale workflow op onze agenda voor 2015 en de komende jaren. Het gaat hierbij onder andere om:
- administratieve organisatie en interne controle
- juridische control (kwaliteit regelgeving (verordeningen en beleidsregels), overeenkomsten, toetsing,
klacht- en bezwaarafhandeling)
- financiële control (kwaliteit financiële informatie (onder meer meerjarenplanning), budgetbeheer,
begrotingsdiscipline, rechtmatigheid, debiteurenbeheer)
- projectcontrol
Onze controller zal met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband dit verder uitwerken.
Ontwikkelingen en risico’s
Op het gebied van planning en control zijn er geen externe ontwikkelingen en risico’s.
COMMUNICATIE
Algemeen
Communicatie is belangrijk om onze doelstellingen op het gebied van dienstverlening en burgerparticipatie
te bereiken. In het najaar van 2012 is het communicatiebeleidsplan voor de komende jaren vastgesteld.
Een van de items daarin is het doorontwikkelen van onze website. Deze voldoet niet meer aan de door het
Rijk opgestelde eisen en zal in 2015 worden vernieuwd.
Actiepunten uit het communicatieplan plan, zoals o.a. richtlijnen burgerparticipatie, promotiebeleid en
collegecommunicatie zullen in 2015 en 2016 verder worden uitgewerkt.
Financiën
De budgetten voor communicatie maken onderdeel uit van de facilitaire taak.
Ontwikkelingen en risico’s
Op het gebied van communicatie zijn er geen externe risico's.
FACILITAIRE ONDERSTEUNING
Algemeen
Facilitaire zaken beslaat de huisvesting, inkoop, advisering voor het verkrijgen van subsidies en
huishoudelijke zaken.
Op 1 april 2013 is de nieuwe aanbestedingswet van kracht geworden. In aansluiting op deze wet is het
inkoopbeleid aangepast. In het nieuwe inkoopbeleid is binnen de bestaande budgetten aandacht voor het
duurzaam inkopen van producten, diensten en werken. Hieronder valt ook aandacht en inzet van mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt. Binnen de nieuwe wet en het beleid is ook specifieke aandacht voor
deelname aan aanbestedingen door het Midden- en Kleinbedrijf.
74
Met het inkoopbureau van de Regio Rivierenland wordt nog altijd regelmatig samen gewerkt onder meer op
het terrein van de transities van de (jeugd)zorg.
Voor advisering betreffende subsidies huren wij nog vier dagen per jaar deskundigheid in, omdat voor
sommige subsidies meer specialistische kennis nodig is. Enige vorm van back-up voor subsidieadvisering is
blijvend noodzakelijk. Met behulp van het abonnement op subsidienieuws-berichten en het aangeschafte
subsidievolgsysteem is de werving van nieuwe subsidies en het proces van verzilvering van de toegekende
subsidies goed gewaarborgd. Bekeken wordt in hoeverre regiobreed getracht kan worden ook op Europees
niveau subsidies te verwerven.
Financiën
De kosten van onze facilitaire zaken, exclusief de personeelslasten en doorberekeningen, ontwikkelen zich
de komende jaren als volgt:
Bedragen x € 1.000
Tabel: Ontwikkeling kosten Facilitaire
zaken
Huisvesting
- gemeentehuis
- gemeentewerf
- Dienstencentrum Welzijn en zorg
Totaal huisvesting
Personeel van derden
Frankeerkosten
Abonnementen
Drukwerk
Overige kosten
Totaal kosten Facilitaire zaken
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Bedragen x € 1.000
498
113
46
657
502
112
31
645
493
112
34
639
501
113
34
648
495
113
35
643
499
113
37
649
0
33
32
26
39
0
31
27
26
34
0
31
7
26
35
0
32
7
26
35
0
32
7
27
35
0
32
8
27
41
787
763
738
748
744
757
Ontwikkelingen
Het nieuwe werken, mede in relatie tot de ontwikkeling van een regiegemeente, zal facilitair gevolgen
hebben en op termijn moet hiervoor onder meer een huisvestingsplan worden opgesteld.
Risico’s
Op dit moment worden er door het Rijk geen sancties opgelegd ten aanzien van doelstellingen in het kader
van duurzaam inkopen.
GRIFFIE
Algemeen
De griffier verricht haar werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van uw gemeenteraad. Daarmee is de
griffier op dit moment de enige medewerker die niet onder de bevoegdheid van ons college valt. De griffier
legt alleen verantwoording af aan uw raad.
De griffier wordt vanuit de ambtelijke organisatie ondersteund voor inhoudelijke, secretariële, administratieve
en logistieke zaken.
De griffie heeft drie kerntaken:
- adviserende taak gericht op de ondersteuning van uw raad en individuele raadsleden bij de uitoefening
van de taken en bevoegdheden en de positionering van uw raad
- logistieke en secretariële ondersteuning bij vergaderingen en overige werkzaamheden van uw raad
- afstemmende en coördinerende taken
Naast reguliere werkzaamheden kent de griffie ad hoc werkzaamheden. Deze vallen onder de procesmatige
ondersteuning en advisering van uw raad over werkprocedures, positionering, ontwikkeling enz. Deze
werkzaamheden worden verricht op uw verzoek of op eigen initiatief. De griffie verwacht dat 55% van de
beschikbare capaciteit nodig is voor logistieke, secretariële en afstemmende en coördinerende taken. De
overige 45% is beschikbaar voor de adviserende taken.
Financiën
Als raad beschikt u voor 2015 over een budget van € 6000. Dit is een bedrag voor trainingen, inhuur advies
derden, het raadsuitje, ontwikkeling instrumenten en raadsactiviteiten.
75
Ontwikkelingen en risico’s
Geen.
REKENKAMERCOMMISSIE
Algemeen
Er is een rekenkamercommissie bestaande uit een externe voorzitter en vier raadsleden. Deze
rekenkamercommissie is één van de instrumenten voor uw raad om uw controlerende taak te kunnen
uitvoeren. Daarom is het belangrijk dat er een goede afstemming is tussen uw raad en de rekenkamer over
gewenste onderzoeken.
Financiën
Voor de rekenkamercommissie is een eenmalig budget beschikbaar van € 20.000. Het in enig jaar niet
bestede budget van de rekencommissie blijft, tot u anders besluit, bestemd voor de rekenkamercommissie.
Ontwikkelingen en risico’s
Invulling vacature voorzitter Rekenkamercommissie.
76
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN
ALGEMEEN
Inleiding
Verbonden partijen zijn organisaties waaraan de gemeente zich bestuurlijk en financieel verbindt. Het Besluit
Begroting en Verantwoording (BBV, artikel 1) geeft als definitie: “een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke
organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”.
Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van
stemrecht. Van financieel belang is sprake wanneer wij middelen ter beschikking stellen en die verloren gaan
in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij op
ons verhaald kunnen worden. Partijen waaraan alleen een financieel risico kleeft, worden opgenomen in de
paragraaf weerstandsvermogen. Partijen waarmee een bestuurlijk belang gediend is en waaraan geen
juridisch afdwingbare financiële verplichtingen kleven, maken onderdeel uit van een programma.
In deze paragraaf gaan wij in op de belangen die met de diverse verbonden partijen zijn gediend en de
relatie met onze gemeentelijke doelstellingen.
Voor uw inzicht is het van belang dat de relatie tussen “verbonden partijen” en het “publieke belang”, zoals
geconcretiseerd in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Verbonden partijen voeren vaak
beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De verbonden partij wordt in die situatie
gemandateerd door de gemeente. De gemeente of samenwerkende gemeenten blijven de uiteindelijke
verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. U hebt
als raad echter een kaderstellende en controlerende taak bij de programma’s. Met name dient afgevraagd te
worden of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd kunnen worden.
Andere belangrijke aspecten bij verbonden partijen zijn de kosten en de financiële risico’s die dit met zich
meebrengt.
Wij hebben als gemeente West Maas en Waal een aantal bestuurlijke en financiële belangen in partijen,
waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren voor ons
het beleid uit. Het betreft de volgende belangrijkste verbonden partijen:
- Regio Rivierenland
- Gemeenschappelijke regeling Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid
- Werkvoorzieningsschap <Breed>
- Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid (GGD)
- Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen
- Schoollogopedische dienst Maas en Waal
- Belastingsamenwerking Rivierenland
- Omgevingsdienst Rivierenland
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Schoollogopedische dienst Maas en Waal
Werkvoorzieningsschap <Breed>
GR Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen
GR Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid
GR Belastingsamenwerking Rivierenland
GR Regio Rivierenland
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid
GR Omgevingsdienst Rivierenland
Jaar
1989
2000
2000
2004
2009
2010
2013
2013
Met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen in de regio Nijmegen hebben wij afspraken gemaakt over
de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting en de jaarrekening. In deze begrotingsrichtlijnen
Regio Nijmegen (BRN) wordt een aantal essentiële uitgangspunten gegeven.
Deze uitgangspunten zijn:
- Uitgangspunten voor opstelling van de begroting:
- Indexering van de gemeentelijke bijdrage;
- Overige uitgangspunten.
- Uitgangspunten voor opstelling jaarrekening;
- Resultaatbestemming;
- Door gemeenten terug te vorderen BTW op grond van het BTW Compensatie Fonds (BCF).
- Planning besluitvorming voor de regio.
77
De opgenomen kaders in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor de begroting en jaarrekening
zijn vanzelfsprekend van toepassing voor de GR.
Ontwikkelingen
Wij hanteren het principe van 'Gelijk de trap op, trap af' voor bijdragen aan GR’en. Dit brengt met zich mee
dat in beginsel de bijdragen zullen moeten dalen met een gelijk percentage als waarmee het Rijk de
Algemene uitkering aan gemeenten kort. Bij de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN) is besloten om
voor de bijdrage van de deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regelingen een indexering
van -2,5% die meerjarig oploopt tot -10% te hanteren. Dit is met ingang van de programmabegroting 2012
als zodanig verwerkt.
OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN
Belasting Samenwerking Rivierenland
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Tiel
Omschrijving
Samenwerkingsverband op het gebied van belastingen
Doel
Uitvoering gemeentelijke belastingtaken, met uitzondering van het beleid.
Participanten
De gemeenten Culemborg, Geldermalsen, IJsselstein, Lingewaal, Maasdriel,
Montfoort, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Wijk bij Duurstede en het
Waterschap Rivierenland en de AVRI.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordiging in het bestuur door onze portefeuillehouder financiën.
Financieel belang
De gemeentelijke bijdrage voor 2015 is geraamd op € 245.000.
Relatie met programma
Programma 3 - Fysieke leefomgeving en 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Beleidsvoornemens
Het beleid op het gebied van belastingen wordt door de gemeente zelf uitgevoerd.
Zie de paragraaf Lokale heffingen.
Het beleid van BSR is gericht op efficiency en de groei van het aantal deelnemers
om zo de kosten voor de deelnemende gemeenten te beperken. Daarnaast wil de
BSR blijven investeren in mensen en ondersteunende systemen en processen dat
zal leiden tot procesverbetering, efficiency en optimalisatie van de
belastinginkomsten voor de deelnemers.
Risico’s en getroffen
maatregelen
Door het op afstand zetten van de waardering en aanslagoplegging is de controle
op de juistheid en volledigheid moeilijker te realiseren. Naast de
accountantscontrole bij de BSR, vindt er door de BAG-WOZ koppeling een
bestandscontrole plaats. In 2014 heeft West Maas en Waal een audit uit laten
voeren op de kwaliteit en volledigheid van de bestanden.
In verband met de vergoeding van proceskosten en toename in Nederland van
bureaus die hier aanspraak op maken, is er een risico dat de werkelijk gemaakte
proceskosten de begrote kosten gaan overschrijden. Vooralsnog heeft BSR
hiervoor een bedrag opgenomen ter hoogte van € 200.000.
In 2009 is besloten dat BSR geen weerstandsvermogen zal krijgen.
Ontwikkelingen
In 2015 zal BSR het traject voortzetten waarbij de mogelijkheden van digitalisering,
zoals uitbreiding digitaal loket, digitale nota en scannen worden onderzocht en
verbeterd.
BSR streeft naar een gecontroleerde groei van het aantal deelnemers. Binnen en
buiten het gebied van Waterschap Rivierenland zijn er meerdere oriënterende
contacten met geïnteresseerde gemeenten. Voor 2015 heeft BSR als doelstelling
minimaal één gemeente te laten aansluiten.
78
Omgevingsdienst Rivierenland (ODR)
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Tiel
Omschrijving
De gemeente heeft met ingang van 1 april 2013 haar taken op het gebied
van vergunningverlening en handhaving ondergebracht bij de
Omgevingsdienst Rivierenland. Onze gemeente is WABO-breed
overgegaan, dus zowel de milieutaken als de bouwzaken zijn overgegaan.
Het betrokken personeel is mee overgegaan, in totaal 12,45 fte.
Doel
Door de bundeling en schaalvergroting wordt de basis gelegd voor een
kwalitatief betere dienstverlening aan de burgers.
Door een bundeling van formatie wordt een schaal gecreëerd die beter in
staat is om versnippering en gaten in de capaciteit op te vangen, dus minder
kwetsbaarheid. De ODR zal door haar omvang beter kunnen inspelen op
komende wettelijke en kwaliteitscriteria.
Participanten
De aangesloten gemeenten zijn: Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel en West
Maas en Waal. De provincie Gelderland participeert uiteraard ook.
Bestuurlijk belang
De burgers worden uiteindelijk beter bediend, de kwaliteit gaat omhoog en
de kwetsbaarheid wordt verminderd.
Financieel belang
Onze gemeentelijke bijdrage voor 2015 wordt door de ODR geraamd op
€ 1.438.312. Dit bedrag is nog exclusief loon- en prijsindexering.
Relatie met programma
Er is vooral een relatie met Programma 1 - Wonen, Werken en Recreëren
en met programma 3 - Fysieke leefomgeving.
Beleidsvoornemens
De ODR is een beleidsarme organisatie. Het beleid wordt binnen de
wettelijke kaders vastgesteld door de gemeenten.
Wij hebben ons budgettair gecommitteerd om voor een periode van 5 jaar,
tot 2017. Na die vijf jaar kunnen wij opnieuw afspraken maken over de taken
die de ODR voor onze gemeente verricht naast de verplichte milieutaken.
Risico's en getroffen
maatregelen
De totale kosten gemoeid met de uitvoering van taken door de ODR liggen
vast in de meerjarenbegroting. Deze bedragen zullen nog herzien worden
op basis van de werkelijk ingebrachte formatie en de jaarlijkse loon- en
prijsindexeringen. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan. Een risico is dat de
ODR haar taken niet geheel kan uitvoeren met de door onze gemeente
aangeleverde formatie, door een eventuele toename in de omvang van het
werk dan wel door nieuwe taken die bij de ODR neergelegd worden.
Ontwikkelingen
De ODR is gestart per 1 april 2013 en de periode tot einde 2013 kan gezien
worden als opstartperiode, met de nodige problemen. In 2014 was de ODR
volledig operationeel. In 2015 zullen wellicht nog enkele taken door de
gemeente aan de ODR uitbesteed worden. Hierbij kan gedacht worden aan
de vergunningverlening en toezicht in het kader van de drank- en horecawet
en de inning van de leges.
GGD Gelderland-Zuid
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Nijmegen
Omschrijving
De GGD Gelderland-Zuid is - na de fusie van GGD Regio Nijmegen en
GGD Rivierenland - vanaf 1 juli 2013 de uitvoeringsorganisatie van de
gemeentelijke taken die voor een belangrijk deel zijn vastgelegd in de
Wet Preventie Gezondheid (WPG). De taken die de GGD uitvoert
dragen bij tot de bescherming en de bevordering van de gezondheid
van onze inwoners.
79
Doel
Doelstelling van de GGD is de uitvoering geven aan de wettelijke taken
op het terrein van de (preventievoorlichting over de) openbare
volksgezondheid. De belangrijkste taken die worden uitgevoerd zijn
vroegsignalering van lichamelijke en geestelijke stoornissen en
psychosociale problemen, voornamelijk door uitvoering van
jeugdgezondheidszorg, en het opsporen en bestrijden van bronnen van
infectieziekten. Het gaat ook om een goede toegankelijkheid en
spreiding van gezondheidszorgvoorzieningen.
Participanten
Vanaf 1-7-2013: Gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten,
Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Nijmegen,
Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen
en Zaltbommel.
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur bestaan uit
portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten. De
stemverhouding in het algemeen bestuur is gebaseerd op 1 stem per
20.000 inwoners of minder.
Financieel belang
De financiering van de GGD is ondergebracht in de
gemeenschappelijke regeling ‘Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
Gelderland-Zuid’. Onze bijdrage uit het programma Maatschappelijke
Zaken is over 2014 617.978
euro volgens de begroting 2014 van GGD Gelderland-Zuid.
Relatie met programma
Maatschappelijke zaken
Beleidsvoornemens
- Uitvoeren wettelijke taken op minimaal niveau
- Jeugdgezondheidszorg: goede samenwerking en afstemming bewerkstelligen tussen alle partijen werkzaam op het gebied van de jeugd en
zorg voor voldoende laagdrempelige hulp en afstemming met de
gemeentelijke
taken in de Jeugdwet
- CJG: samen met gemeenten en instellingen zorgen voor coördinatie
van zorg, coördineren werkzaamheden, aanbod laagdrempelige hulp
- Meldpunt bijzondere zorg: coördinatie uitvoering Wet Tijdelijk
Huisverbod, inzet voor Veiligheidshuis en wijkteamondersteuning
- Gezondheidsbevordering: middelen voor verdere invoering Gezonde
School Methode binnen onderwijs incl. afstemming met Project Actief
Maas en
Waal
Risico's en getroffen
maatregelen
GGD Gelderland-Zuid mag eventuele exploitatieoverschotten
toevoegen aan het weerstandsvermogen binnen de toegestane grens
van € 2,50 per inwoner. Eventuele tekorten moet zij binnen dit
vermogen opvangen.
Volgens de risico-inventarisatie bij de ontwerpbegroting 2014 voorziet
de GGD de dekking van de beschreven risico's. Deze risico's doen zich
echter nooit allemaal tegelijk voor.
Ontwikkelingen
GGD Gelderland-Zuid dient in september 2014 de ontwerpbegroting
2015 in. Bij overschrijding van het budget in de ontwerpgemeentebegroting volgt in december behandeling in de gemeenteraad.
.
80
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland Zuid
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Nijmegen
Omschrijving
De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (1
januari 2011) is een voortzetting van de gemeenschappelijke regeling
Hulpverlening en Veiligheid (1 januari 2004) en bestaat uit de
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR), de
regionale ambulancevoorziening (RAV), brandweer Gelderland-Zuid, de
gemeenschappelijke meldkamer (GMK), het veiligheidsbureau, P&O en
Financiën, facilitaire zaken en ICT en een aantal staffuncties. Het
samenwerkingsverband behartigt de belangen van de deelnemende
gemeenten op het gebied van hulpverlening en veiligheid door te
zorgen voor:
1. brandweerzorg
2. vervoer zieken en slachtoffers
3. hulpverlening bij rampen
4. fysieke veiligheid
5. advisering hulpverlening en veiligheid
Doel
Doel van de GR is het in onze regio organiseren van geneeskundige
hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), de brandweer en
rampenbestrijding, de ambulancevoorziening (RAV) en de meldkamer.
Met de gemeenschappelijke regeling willen wij als deelnemende
gemeenten in Gelderland-Zuid de samenwerking van de
hulpverleningsdiensten op een meer eenduidige wijze laten
plaatsvinden. De veiligheid in onze gemeente is voor wat betreft het
voorkomen en bestrijden van incidenten, rampen en zware ongevallen
mede afhankelijk van de kwaliteit van de door de gemeenschappelijke
regeling uit te voeren wettelijke taken.
Participanten
De gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen,
Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn,
Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas &
Waal, Wijchen en Zaltbommel.
Bestuurlijk belang
Het Algemeen Bestuur (AB) bestaat uit de burgemeesters van de 18
deelnemende gemeenten.
Financieel belang
Voor het jaar 2015 worden geen beleidsbesluiten verwacht die leiden tot
een extra financiële uitzetting. Ook worden er géén wijzigingen voorzien
die nadelige financiële consequenties hebben voor de gemeente. In
hoeverre de discussie omtrent de huisvesting nog extra lasten met zich
mee brengt is op dit moment ongewis.
Relatie met programma
Burger, bestuur en veiligheid
Beleidsvoornemens
Door te investeren in de voorkant van de veiligheidsketen kan veel leed en
schade voorkomen worden. De veiligheidsregio blijft in 2015 dan ook
aandacht geven aan de implementatie van de bevolkingszorg als element
in de rampenorganisatie. Tevens wordt gewerkt aan de verdere
professionalisering van de (crisis)communicatie.Samen met andere
veiligheidsregio’s wordt in 2015 onderzoek gedaan naar nieuwe
mogelijkheden om de zelfredzaamheid van de burgers te stimuleren. Door
middel van risicocommunicatie worden de inwoners nog beter
geïnformeerd over de bestaande risico’s in de gemeenten.
Risico's en getroffen
maatregelen
In 2011 is door het kabinet besloten tot schaalvergroting van de
meldkamers in Nederland. Naar verwachting zal het aantal meldkamers
terug worden gebracht naar 10 (nu 25). Het is nog niet duidelijk wat
financieel gezien precies de gevolgen zullen zijn, maar het lijkt aannemelijk
dat er frictiekosten zullen ontstaan.
81
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland Zuid
Daarnaast heeft de VRGZ geen capaciteit voor de uniformering van
bedrijfsprocessen en de voorbereiding op nieuwe werkwijzen. Dit risico
wordt geschat op € 340.000 voor het programma RAV en
Crisisbeheersing en rampenbestrijding.
Het landelijk referentiekader spreiding en beschikbaarheid
ambulancezorg is begin 2013 herijkt. Vanaf 2014 wordt het budget in drie
gelijke stappen structureel verlaagd tot € 100.000 in 2016. Het risico
wordt geschat op € 250.000.
In de sector ambulancezorg is de afspraak gemaakt de overgang te
maken naar een nieuwe functiebeschrijvings en waarderingssystematiek.
Het financiële risico hiervan is dat hieruit een hogere inschaling van het
personeel kan volgen die fors kan oplopen. Het risico kan oplopen tot
maximaal € 4.240.
Per 1 januari 2013 zijn de gemeentelijke brandweertaken formeel
overgeheveld naar de veiligheidsregio evenals de hiervoor benodigde
financiële middelen van de gemeente. In december 2013 zijn de
brandweerkazernes van de gemeente West Maas en Waal formeel aan
de VRGZ overgedragen.
Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Nijmegen
Omschrijving
De MARN zorgt voor de afvalverwerking in de regio Nijmegen
Doel
De MARN heeft als doelstelling ondersteuning van de behartiging van de
gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten ter
bescherming van het milieu, waaronder in ieder geval begrepen een
doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van
afvalstoffen. Als onderdeel van de MARN kan in dit kader worden
genoemd dat de gemeente West Maas en Waal een belang in de vorm
van aandelen (via de MARN) heeft in de Afvalverwerking regio Nijmegen
B.V. (ARN).
Participanten
Gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de
Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en
Wijchen.
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur telt tien leden (en plaatsvervangende leden) en is
samengesteld uit vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester
en wethouders van de deelnemende gemeenten. De bevoegdheden van
het algemeen bestuur zijn gelijk aan die van de gemeenteraad met als
uitzondering dat de verhoudingen bij de gemeenschappelijke regelingen
niet volledig zijn gedualiseerd.
Financieel belang
Aangezien de kosten van de GR MARN worden gefinancierd uit de
verhuur van terreinen aan ARN, is er binnen de gemeente niets begroot.
De gemeente West Maas en Waal heeft een belang in de vorm van
aandelen
Relatie met programma
Fysieke leefomgeving
Beleidsvoornemens
Op het gebied van bodem, klimaat en afval lopen diverse projecten
Risico's en getroffen
maatregelen
De deelnemende gemeenten staan garant voor rente en aflossing van
leningen van de GR MARN en voor garanties die de GR MARN heeft
gegeven aan ARN BV. Het risico dat de ARN verplichtingen niet na kan
komen is beperkt, omdat de vollast van de installatie door het bedrijf
Remondis is gegarandeerd.
82
Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)
Ontwikkelingen
Met ingang van 2012 is aangesloten bij de GR Regio Rivierenland - AVRI
voor afvalinzameling en -verwerking.
Ontmanteling GR Marn
De gemeenschappelijke regeling MARN heeft een langdurige
doorlopende overeenkomst tot aanlevering van afvalstoffen aan ARN B.V.
gesloten. Deze aanlevering loopt in ieder geval nog tot 1 januari 2021.
Door de Dar en de komst van de Omgevingsdienst Nijmegen is het
takenpakket van de MARN gewijzigd.
Regio Rivierenland
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Tiel
Omschrijving
Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband dat de belangen behartigt
van gemeenten in het Rivierengebied. Dit kunnen individuele belangen zijn,
maar ook regionale. Daarnaast voeren zij gemeenschappelijke taken voor
de gemeenten uit de regio.
Doel
Het doel van de Regio Rivierenland is:
- ondersteuning bij en uitvoering van gemeentelijke taken
Bijvoorbeeld: afvalverwijdering, openbare volksgezondheid, bijzondere
controle op bijstandsuitkeringen, milieuadviezen, geluidmetingen,
ondersteuning volwasseneneducatie, registratie voortijdig schoolverlaten,
regiotaxi en woninggebonden subsidies.
- afstemming gemeentelijk beleid c.q. gemeentelijke belangen met
bovengemeentelijke schaal
Voorbeelden daarvan zijn economische ontwikkeling, arbeidsmarktaangelegenheden, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting,
werkgelegenheid, milieu, onderwijs, verkeer en vervoer.
- belangenbehartiging `naar buiten´.
In de richting van maatschappelijke partners en andere overheden, zoals
Rijk en Provincie (bijvoorbeeld betreffende subsidies en verdeling RSPgelden)
Participanten
De aangesloten gemeenten zijn: Buren, Culemborg, Geldermalsen,
Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel en West
Maas en Waal
Bestuurlijk belang
Het Openbaar Lichaam Regio Rivierenland heeft een Algemeen Bestuur en
een Dagelijks Bestuur. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 10 leden. Dit zijn
bestuurders van de aangesloten gemeenten
Financieel belang
Onze gemeentelijke bijdrage voor 2015 is geraamd op €. 139.000
Relatie met programma
Alle programma’s
Beleidsvoornemens
Meer inhoud geven aan gemeentelijke samenwerking:
1. bevorderen beleidsafstemming en -overleg;
2. bevorderen gezamenlijke standpunten voor overleg met andere
(overheids)organisaties en het vertegenwoordigen van gemeenten
daarbij;
3. organiseren (wettelijke) taken die gemeenten gezamenlijk efficiënter
kunnen uitvoeren
Risico's en getroffen
maatregelen
De regio heeft een financiële weerstand door voorzieningen te vormen voor
kwantificeerbare risico’s, verplichtingen en verliezen. Daarnaast zijn er
reserves gevormd om te voorkomen dat bedrijfsresultaten en onvoorziene
omstandigheden grote schommelingen veroorzaken in de gemeentelijke
bijdragen.
83
Regio Rivierenland
De geraamde hoogte van de algemene bedrijfsreserve van de AVRI
bedraagt € 1,3 miljoen per 1 januari 2015. Het maximum van deze reserve is
vastgesteld op € 980.000 en het minimum € 700.000. De bestuursdienst
heeft een algemene reserve van € 474.000. Voor onvoorziene uitgaven is
een bedrag van €. 60.000 opgenomen.
Ontwikkelingen
Er zijn voor het overige geen ontwikkelingen te melden.
Schoollogopedische Dienst Maas en Waal
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Wijchen
Omschrijving
De GR verzorgt de logopedie voor de regio. De activiteiten zijn gericht op
het in een zo vroeg mogelijk stadium signaleren van defecten in de
spraak- en taalontwikkeling van de kinderen. Hierdoor kan achterstand
worden voorkomen bij een kind met een zwakke of gestoorde mondelinge
communicatie die belemmerd wordt in zijn of haar, sociale, cognitieve en
emotionele ontwikkeling.
Doel
Ontwikkelingskansen vergroten van kinderen in de leeftijd van 0 tot en
met 12 jaar met spraak- en taalstoornissen door het bieden van
preventieve logopedie.
Participanten
Gemeenten Beuningen, West Maas en Waal en Wijchen
Bestuurlijk belang
Het dagelijks bestuur bestaat uit portefeuillehouders en het algemene
bestuur uit raadsleden van de deelnemende gemeenten.
Financieel belang
De bijdrage uit het programma Maatschappelijke zaken voor 2015 is op
dit moment nog ongewis mede gelet op de mogelijke opheffing.
Relatie met programma
Maatschappelijke zaken
Beleidsvoornemens
Naast de wettelijke verplichting die de gemeente heeft, zal vooral worden
ingezet op preventie en vroegsignalering. Dat betekent dat de zorg zo
vroeg mogelijk wordt aangeboden. Onze gemeente heeft daarom meer
baat bij een productafkoop.
Risico's en getroffen
maatregelen
De logopedische dienst is in feite te kleinschalig om in de nabije toekomst
zijn taken goed te kunnen blijven uitvoeren. Onderzocht wordt of en op
welke wijze de Logopedische Dienst in de toekomst wordt weggezet.
Ontwikkelingen
Het onderzoek naar de gewenste bestuurlijke en inhoudelijke vorm van de
school logopedische dienst is inmiddels afgerond. In het november van
2014 wordt uw raad gevraagd een besluit te nemen over de nieuwe
invulling..
Werkvoorzieningschap “Breed”
Juridische vorm
Gemeenschappelijke regeling
Vestigingsplaats
Nijmegen
Omschrijving
<Breed> is het werkvoorzieningschap in het kader van de uitvoering van
de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de bijbehorende
uitvoeringsregelingen voor de gemeenten in onze regio.
Doel
Het doel van het werkvoorzieningschap <Breed> is om in het kader van
de Wet sociale werkvoorziening te voorzien in aangepaste
werkgelegenheid, voor personen jonger dan 65 jaar met lichamelijke,
verstandelijke en/of psychische beperkingen.
84
Werkvoorzieningschap “Breed”
Participanten
De gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen a/d
Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen.
Bestuurlijk belang
Het algemene en dagelijkse bestuur bestaan uit portefeuillehouders van
de deelnemende gemeenten.
Financieel belang
We ontvangen een rijksbijdrage voor de uitvoering Wet Sociale
Werkvoorzienin van € 1.832.097 die rechtstreeks overgemaakt wordt aan
Breed.
Relatie met programma
Maatschappelijke zaken
Beleidsvoornemens
Er wordt een strategische koerswijziging doorgevoerd om te
bewerkstelligen dat de huidige SW-medewerkers zoveel mogelijk
geplaatst worden buiten Breed in een zo regulier mogelijke werksetting.
Risico's en getroffen
maatregelen
Het tekort op de algemene reserve is opgenomen als vordering op de
gemeenten. Een reële financiële vertaling is nog niet gemaakt. Breed stelt
een nieuwe nota weerstandsvermogen op welke recht doet aan de nieuwe
koers van Breed gericht op arbeidsbemiddeling.
Ontwikkelingen
Door de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 krijgt de
gemeente één budget voor iedereen met een afstand op de arbeidsmarkt.
De huidige regelingen voor Wsw, Wajong en WWB komen hierin samen.
De instroom in de SW in zijn huidige vorm stopt met ingang van 1 januari
2015.
85
PARAGRAAF GRONDBELEID
Inleiding
Onder grondbeleid verstaan wij het gehele instrumentarium dat ons ter beschikking staat om ruimtelijke
doelstellingen te realiseren. Het omvat de totale strategie van de gemeente rond het verwerven, beheren,
bewerken en uitgeven van gronden. Grondbeleid is een verzamelnaam van een aantal specifieke
beleidsuitingen waarmee wij doelstellingen van andere beleidsvelden binnen de gemeente mede mogelijk
maken. Het grondbeleid heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van de beleidstaken zoals:
ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, cultuur, sport en recreatie en de economische
structuur van de gemeente.
Tot 2010 voerde de gemeente een actief grondbeleid. Hierdoor zijn bij een aantal projecten flinke positieve
resultaten behaald, maar bij andere projecten juist verliezen geleden. Met actief grondbeleid kan de
gemeente wel meer sturen, maar loopt het ook financiële risico’s. In 2009 heeft de raad besloten om niet
verder actief grond aan te kopen, mede ook gezien de toen bestaande voorraden, maar zich te beperken tot
faciliterend grondbeleid. Verdere ontwikkelingen zijn vervolgens afgeremd als gevolg van door de provincie
afgedwongen regionale afspraken over beperking van de woningbouw.
Gemeentelijke kaders
Beleidsstuk
Ontwikkelingsvisie Wonen en werken
Raadsbesluit voortgang woningbouw
Woningmarktscan maart 2011
Raadsbesluit faseren en doseren woningbouwplancapaciteit
Nota Grondbeleid
Jaar
2002
2009
2011
2011
2012
Ontwikkelingen
In 2011 zijn de 845 beschikbare woningbouwcontingenten verdeeld over de verschillende lopende projecten.
Eind 2013 was de resterende plancapaciteit nog ongeveer 500 contingenten, waarvan 50% bestemd voor
het project Leeuwse Veld. In de meeste kernen is er nog een ruime voorraad. M.n. in Wamel (nog 11) en
Boven Leeuwen (ongeveer 15), is de voorraad beperkt. De afname in plancapaciteit in de periode 2011 tot
eind 2013 met 350 woningen geeft aan dat er de afgelopen jaren veel woningen zijn opgeleverd, ondanks de
economische crisis.
Wij hebben overleg gehad met de Provincie over de mogelijkheden voor extra contingenten. Daar is op korte
termijn geen kans op. Wel heeft de Provincie aangegeven dat zij geen bezwaar gaat maken bij relatief kleine
plannetjes van enkele woningen, waarmee een knelpunt in een kern omgezet kan worden in een kwalitatieve
verbetering.
In 2015 bij de uitwerking van de Structuurvisie Dorpen, zal in het kader van de Dorpskwaliteitsplannen
duidelijk moeten worden welke woningbouwontwikkeling gewenst is.
Tot die tijd kan er eventueel binnen de beschikbare plancapaciteit geschoven worden, met in acht name van
alle contractuele afspraken en met afwaardering van bestaande capaciteit.
Het project de Doorbraak in Beneden Leeuwen zal alleen tot realisatie kunnen komen als er in het kader van
het Waalweelde project, of een bijzondere regeling, extra contingenten beschikbaar komen voor bijzondere
doelgroepen. De tot nu toe gemaakte kosten zijn bij de jaarrekening 2013 afgeboekt.
BELEID
Visie en doelstellingen
Op 6 december 2012 hebt u de Nota Grondbeleid vastgesteld. Hierin zijn een aantal kaders vastgesteld.
Hieronder volgt een samenvatting van deze kaders:
1.
Het grondbeleid dient te zijn gericht op het voeren van regie om daarmee aansluiting te krijgen, te
hebben en te houden bij de omstandigheden en ontwikkelingen die zich in het algemeen en op
diverse beleidsvelden voordoen. Economische uitvoerbaarheid en/of het bieden van een bijdrage
86
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
aan de leefbaarheid van de beoogde locatieontwikkeling gelden hierbij nadrukkelijk als
randvoorwaarden.
De geldigheidsduur van deze Nota is in principe tot het moment dat omstandigheden dusdanig
wijzigen dat er noodzaak is om de Nota te herijken. Hierbij valt te denken aan gewijzigde wet- en
regelgeving, gemeentelijke koerswijzigingen m.b.t. het grondbeleid etc.
De gemeente West Maas en Waal voert een overwegend facilitair grondbeleid. Indien het vanuit de
behoefte aan regie en bezien vanuit de gewenste veerkracht wenselijk is om voor een andere vorm
te kiezen, dan staat de gemeente ook voor deze optie open. Aan de keuze voor een actieve rol in
een specifieke situatie zal een gedegen analyse (ontwikkelstrategie) voorafgaan. Het behalen van
winsten in de grondexploitatie vormt daarbij geen zelfstandig doel op zich.
Het gemeentelijk doel is om met de particuliere exploitanten anterieure overeenkomsten te sluiten
waarin afspraken zijn opgenomen over kostenverhaal en locatie-eisen. Pas als het afsluiten van een
anterieure overeenkomst niet tot het gewenste resultaat leidt zal het instrument exploitatieplan
ingezet worden. Daarnaast moet het ruimtelijk besluit in alle gevallen voor de gemeente ruimtelijk
aanvaardbaar, economisch uitvoerbaar zijn en een bijdrage bieden aan de leefbaarheid.
Een exploitatieplan wordt alleen opgesteld indien minnelijk onderhandelen tot onvoldoende resultaat
leidt.
Om de ondergrens van de te voeren onderhandelingen te kunnen bepalen, is het noodzakelijk voor
de start van deze onderhandelingen een concept exploitatieplan op te stellen.
Als een strategische aankoop wordt overwogen, moet dit geschieden op basis van een gedegen
risicoanalyse, gebaseerd op de in deze nota genoemde vier factoren, namelijk:
- Noodzaak sterke gemeentelijke sturing;
- Ontwikkelingstermijn;
- Prioriteit;
- Mogelijkheid tot waarde creatie.
Als een slagvaardig en snel optreden noodzakelijk is, zal het college de fractievoorzitters
(seniorenconvent) vertrouwelijk informeren over een voorgenomen (strategische) aankoop. Daarbij
zal tevens worden aangegeven op welke wijze in de financiële dekking van de aankoop zal worden
voorzien.
Indien, wegens omstandigheden, voor actief grondbeleid gekozen wordt is het van belang dat
ondersteunende instrumenten, zoals de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) en de onteigening
tijdig kunnen en zullen worden ingezet.
Voor een effectieve werking van de toepassing van de Wvg is het een voorwaarde dat gedurende
de Wvg-procedure de ruimtelijke uitwerkingen en procedures tijdig kunnen worden opgestart en
doorlopen.
Minnelijke verwerving vormt het uitgangspunt van de gemeente West Maas en Waal. Slechts als
deze aanpak niet tot het gewenste resultaat leidt of kan leiden, wordt, indien het publieke belang dit
vereist, overgegaan tot het in een tijdig stadium starten van een onteigeningsprocedure.
De gemeente West Maas en Waal hanteert marktconforme uitgifteprijzen bepaald volgens de
comparatieve methode. (Het vergelijken per object, regio of provincie van de prijs van grond met
eenzelfde bestemming en dezelfde bebouwingsmogelijkheden).
Inrichtingseisen die gelden bij gebiedsontwikkelingen zijn vast gelegd in het vastgesteld Protocol
Bouwrijp maken. Dit handboek geldt als leidraad voor te maken afspraken in anterieure
overeenkomsten en exploitatieplannen in geval van particuliere exploitatie.
Voor de te hanteren indexerings- en renteregels wordt door het college medio 2013 een
uitvoeringsnota 'Indexering en renteregels Grondexploitatie' vastgesteld. Deze nota zal ter
kennisname aangeboden worden aan de raad.
Wanneer een complex nog niet in exploitatie is genomen, dient dekking van de uitgaven plaats te
vinden op basis van een voorbereidingskrediet dat beschikbaar wordt gesteld op basis van een
projectopdracht voor het project.
Jaarlijks worden bij het opmaken van de jaarrekening, of indien nodig op tussentijdse
beslismomenten, de grondexploitaties geactualiseerd. Daarnaast wordt via de reguliere planning en
control cyclus op afwijkingen gerapporteerd.
Tussentijdse winst mag alleen gerealiseerd worden indien aan een van de in deze Nota genoemde
drie voorwaarden wordt voldaan:
- Alle kosten van een grondexploitatiecomplex zijn reeds geheel gedekt door inmiddels
gerealiseerde verkopen en elke verder verkoop is pure winst;
- Bijna alle kosten zijn gemaakt en ook de nog geraamde kosten zullen gedekt worden door de
gerealiseerde verkopen;
- Bij locaties met een relatief grote winstgevendheid.
De gerealiseerde verkopen zijn hoger dan de gemaakte kosten en de geraamde verkopen zijn
hoger dan de nog te maken kosten.
87
18. Bij het afsluiten van grondexploitatiecomplex zal een verantwoording opgesteld worden, welke ter
kennisname aan de raad aangeboden zal worden.
BOUWGRONDEXPLOITATIE
Beschrijving van de complexen
In onze gemeente zijn de volgende complexen met exploitatieopzet in ontwikkeling:
Woningbouwprojecten:
1. De Appelhoek - Alphen
Dit plan heeft betrekking op de realisatie van het bestemmingsplan voor het gebied ten westen van de
Lindenlaan en ten noorden van het Gement en de Tijnagel te Alphen. Het complex omvatte
oorspronkelijk de realisatie van 42 woningen. Fase 1a is in 2009 gestart en omvat 24 woningen. In het
kader van het terugbrengen van de plancapaciteit is de ontwikkeling van fase 1b doorgeschoven tot na
2020. Daarvoor zal dan wel opnieuw een bestemmingsplanprocedure gevoerd moeten worden.
2. Kerkstraat 17 - Altforst
Dit plan betreft de uitvoering van het bestemmingsplan voor het gebied tussen de Kerkstraat en
Torsdam, achter Kerkstraat 17. Het gaat om de bouw van 9 woningen, waaronder 4 seniorenwoningen/
starterswoningen.
3. Van der Capellenstraat - Appeltern
Dit complex betreft de uitvoering van het bestemmingsplan voor het gebied gelegen tussen de
Kerkstraat en de Van der Capellenstraat in Appeltern. Het gaat om de realisatie van 30 woningen,
waaronder 5 goedkope starterswoningen. De eerste 5 woningen zijn gebouwd.
4. Wilhelminastraat - Dreumel
Dit complex betreft de realisatie van het project op de hoek van de Wilhelminastraat en de
Rooysestraat, de vroegere brandweerkazerne. Het gaat hierbij om de bouw van 3 zorggeschikte
patiowoningen. De grond is verkocht aan een ontwikkelaar. Deze is failliet, maar gaat naar verluidt het
openbaar gebied nog wel woonrijp maken. Dit project zal naar verwachting in 2014 gerealiseerd zijn.
5. De Kroonenburg - Maasbommel
Dit complex betreft de ontwikkeling van het bestemmingsplan voor het voormalig brandweerkazerne
terrein. In totaal gaat het om de bouw van 17 woningen. Er zijn op dit moment nog 3 kavels te koop. Het
openbaar gebied wordt woonrijp gemaakt. Het plan zal naar verwachting in 2014 zijn afgerond.
6. Kerkstraat Oost - Maasbommel
Betreft de realisatie van 13 tot 18 woningen door een ontwikkelaar. De gemeente heeft de grond aan de
Kernen verkocht en de door ons gemaakte kosten worden door de ontwikkelaar vergoed. De
bestemmingsplan procedure is in 2014 weer gestart en zal naar verwachting begin 2015 afgerond
worden.
e
7. Kloosterhof 2 fase - Wamel
Dit complex omvat de bouw van 65 woningen. De grond is aan een projectontwikkelaar verkocht. Een
deel van de door ons gemaakte kosten wordt vergoed. Het project zal naar verwachting in 2014
afgerond worden.
8. Het Leeuwse Veld - Beneden-Leeuwen
Er is een plancapaciteit van 310 woningen beschikbaar. De gemeente verkoopt haar gronden aan de
ontwikkelaar die voor eigen risico en rekening het project ontwikkeld. De gemeente ontvangt naast een
2
vergoeding voor de gronden en gemeentelijke kosten een bijdrage per m uitgegeven grond. In het
project komen sociale huurwoningen, starterswoningen, middeldure en dure koop en vrije kavels.
9. Zuid Oost - Boven-Leeuwen
Betreft de uitgifte van 17 vrije bouwkavels. De verkoop is eind 2011 gestart. Eind 2013 zijn er nog 3
kavels te koop. Naar verwachting zal het project uiterlijk 2017 afgerond kunnen worden.
10. Leliestraat/Akkerstraat - Beneden-Leeuwen
Planning ca. 42 woningen. De verkoop is gestart in 2011, maar stagneert. Het woningbouw programma
voor de grondgebonden woningen is aangepast. De eerste 15 woningen zijn in aanbouw. Afronding
wordt niet verwacht voor 2017.
11. Dorpshart - Dreumel
Centrale winkelvoorziening, dorpsplein en woningen. De verkoop is gestart in 2010 voor de eerste fase.
In 2014 is gestart met de 2e fase die bestaat uit een gezondheidscentrum en winkels op de begaande
e
e
grond en huurappartementen op de 1 en 2 verdieping. De afronding wordt verwacht in 2015.
Bedrijventerreinen:
1. Veesteeg Oost - Boven-Leeuwen
Dit complex betreft de uitgifte van 7,6 ha uitgeefbaar bedrijventerrein ten oosten van de Veesteeg in
Boven-Leeuwen. De verwachting is dat in 2016 de laatste kavels uitgegeven kunnen worden.
88
2. Uitbreiding bedrijventerrein Lageweg - Dreumel
Dit betreft de uitbreiding van het bestaande industrieterrein Dreumel aan de Van Heemstraweg, ter
hoogte van de Lageweg. Het gebied omvat ca. 2,4 ha bedrijventerrein. De uitgifte is gestart eind 2012,
het plan wordt naar verwachting in 2017 afgerond.
3. Bedrijventerrein Kapelstraat - Maasbommel
Dit complex betreft de ontwikkeling van 1,8 ha bedrijfsterrein (1,1 ha uitgeefbaar), het gaat om
bedrijfskavels met woning. Het betreft verplaatsing en uitbreiding van uitsluitend lokale bedrijven. De
kavels zijn in de verkoop gegaan in 2011. Het project zal worden afgerond in 2015.
Het totaaloverzicht van de bedrijventerreinen ziet er als volgt uit:
Naam
Netto oppervlakte
Veesteeg Oost
Lageweg
Kapelstraat
Totaal
Verkocht
In optie
Vrij
75.582 m2
23.892 m2
10.602 m2
54.958 m2
5.475 m2
15.423 m2
-
20.624 m2
8.469 m2
5.127 m2
110.076 m2
60.433 m2
15.423 m2
34.220 m2
Realisatie
De realisatie ziet er als volgt uit:
Tabel: Realisatie
Jaar
Woningen
Basis
2015
2016
2017
2018
7.593
75
60
60
60
Totaal
7.848
Nog niet in exploitatie genomen gronden
In onze gemeente hebben we ook gronden zonder exploitatieopzet/resultaatsverwachting. Deze gronden zijn
nog niet in ontwikkeling genomen en er is geen einddatum van bekend. Het gaat om de volgende gronden:
Gronden en projecten gemeente
1. Woonservicepunt - Dreumel
Dit plan betrof oorspronkelijk 15 zorg- en welzijnsfuncties en 15 wooneenheden. In het kader van 'Faseren
en doseren' is dit aantal al terug gebracht tot in totaal 15 woningen. In relatie met het Dorpshart is inmiddels
besloten dat de zorgfunctie voorlopig niet ingevuld wordt, maar eventueel alleen vijf grondgebonden
woningen gerealiseerd worden.
Naast de hiervoor opgenomen gronden hebben wij nog verspreide terreinen en strategische aangekochte
gronden in ons bezit.
Gronden van en projecten door derden:
1. Valksestraat - Alphen
16 Seniorenappartementen. De bouw is nog niet gestart.
2. De Doorbraak - Beneden-Leeuwen
Het gaat om de bouw van ca. 120 wooneenheden. De realisatie is afhankelijk van mogelijkheden in het
kader van het project Waalweelde en financiële haalbaarheid van de locatie De Klef.
3. De Pronker - Beneden-Leeuwen
Het project omvat 20 woningen, in 2011 is de projectbouw afgerond. Er zijn nog twee bouwkavels te
koop.
4. Krozen Bogerd - Beneden-Leeuwen
2,2 ha. bedrijventerrein aan de Van Heemstraweg - woningen met bedrijfsruimten. De verkoop is gestart
in 2011.
5. Veesteeg West - Beneden-Leeuwen
Ca. 4 ha bedrijventerrein, ongeveer 2 ha. is uitgegeven.
6. Leeuwenborgh - Boven-Leeuwen
Het project omvat de bouw van ca. 39 wooneenheden. In 2011 is de verkoop van start gegaan. De
bouw is gestart in 2012. De oplevering heeft plaats gevonden eind 2013 en het project kan daarom
worden afgesloten. Per 2014 moesten er nog vier woningen gebouwd worden.
89
7.
8.
De Flora - Boven-Leeuwen
Het gaat om de bouw van 5 woningen. De bouw is in 2012 gestart. Het project is in 2014 afgerond.
Bedrijventerrein Veesteeg Zuid-West.
Dit betreft een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein van ongeveer 3 ha. netto. Dit is inclusief een
perceel dat de ontwikkelaar van de gemeente zou aankopen.
Prognose te verwachten resultaten
Onderstaand overzicht geeft de verwachtingen weer op basis van de laatst herziene exploitatieopzetten.
Deze opzetten zijn bij de jaarrekening 2013 vastgesteld.
Bedragen * € 1.000
Tabel: Prognose resultaten met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverw achting
Oorspronkelijke GrEx Actuele GrEx
Om schrijving
Jaar
realisatie
Jaar
realisatie
Prognose
Prognose
Woningbouwprojecten met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverwachting
1 Kerkstraat 17, Altforst
2009
-53
2 Leliestraat / Akkerstraat
2017
614
2015
-264
3 vd Cappellenstraat, Appeltern
2008
26
2015
42
5 Kerkstraat-Oost, Maasbommel*
2007
-540
PM
-46
8 Appelhoek, Alphen
2011
-728
2018
686
9 Lauw esdijk, Beneden-Leeuw en
2008
2
2013
-6
2015
-112
10 Dorpshart, Dreumel
11 Het Leeuw se Veld, Beneden-Leeuw en
PM
-3.982
12 Boven-Leeuw en Zuid Oost
Totaal woningbouwprojecten met vastgestelde exploitatieopzet
2021
-9
2017
-102
-5.275
803
Bedrijventerreinen
1 Bedrijventerrein Kapelstraat, Maasbommel
2008
338
2015
258
2 Uitbr. Bedr. Terr. Lagerw eg Dreumel
2009
586
2016
1.384
3 Bedrijventerrein Veesteeg Oost, Boven-Leeuw en
2010
-1700
2016
Totaal bedrijventerreinen met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverwachting
Totaal complexen met exploitatieopzet en resultaatsverwachting (Positief)
-2.797
-776
-1.155
-6.051
-352
Bij het project Kerkstraat Oost zijn de afspraken die in 2013 met de Kernen zijn gemaakt inmiddels
geëffectueerd.
Hierdoor houdt de gemeente nog een flink areaal in eigendom. Dit terrein zou in de toekomst benut kunnen
worden voor woningbouw danwel voor het realiseren van nieuwe voorzieningen.
Voor een aantal projecten is een voorziening getroffen. Dit betreft projecten met resultaatsverwachting (met
een door de raad vastgestelde exploitatieopzet) en zonder resultaatsverwachting (zonder
exploitatieopzetten). Voor de complexen met een verliesgevende resultaatsverwachting, is een voorziening
getroffen voor het voorziene toekomstig verlies. Hierna volgt een uiteenzetting van deze voorziening.
Naast de hiervoor genoemde projecten met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverwachting is er nog
een project zonder exploitatieopzet. Voor dit project is een voorziening getroffen. Dit project wordt hieronder
weergegeven.
Bedragen * € 1.000
Tabel: Verliesgevende projecten zonder vastgestelde exploitatieopzet
Projectnr.
Om schrijving
Boekw aarde
per 31 dec.
2013
Prognose
Jaar van
realisatie
Verliesgevende projecten zonder resultaatsverw achting
1
Molenstraat / Leeuw enborgh, Boven-Leeuw en
16
25
Totaal verliesgevend zonder resultaatsverwachting
16
25
Onbekend
90
De financiële verwachtingen betreffen de projecten van derden zonder vastgestelde exploitatieopzet en
zonder resultaatverwachting zien er als volgt uit:
Bedragen * € 1.000
Tabel: Projecten zonder vastgestelde exploitatieopzet en zonder resultaatsverw achting
Projectnr. Omschrijving
Boekwaarde
per 31 dec.
2013
Jaar van
realisatie
Prognose
Projecten zonder vastgestelde exploitatieopzet en zonder resultaatsverwachting
G.055
Bedrijventerrein Veesteeg West, Beneden-Leeuw en
G.060
Valksestraat, Alphen
0
PM
Onbekend
-57
PM
G.081
Sporteon Piels
Onbekend
9
PM
G.089
Onbekend
Kroozenboogerd, Beneden-Leeuw en
-7
PM
Onbekend
G.102
Florastraat Boven-Leeuw en
17
PM
Onbekend
G.105
Molenstraat/De Leeuw enborgh
22
G.106
De Flora, Boven-Leeuw en
25
PM
Onbekend
G.111
Woonservicepunt Dreumel
195
PM
Onbekend
G.136
Bedrijventerrein Wamel-Oost
7
PM
Onbekend
G.137
Tuincentrum Van Wijk
-1
PM
Onbekend
G.138
Rooijsestraat 72, Dreumel
-1
PM
Onbekend
G.139
Zw aanstraat, Dreumel
7
PM
Onbekend
G.141
Bedrijventerrein Veesteeg Zuid-West
-5
PM
Onbekend
G.144
Park Zijveld
-1
PM
Onbekend
G.145
Gouden Kans
4
PM
Onbekend
Totaal zonder vastgestelde exploitatieozet en zonder resultaatsverwachting
214
Van deze projecten zullen de kosten zoveel mogelijk op de ontwikkelaar verhaald worden. Voor het
Centrumplan Dreumel is de prestatieafspraak gemaakt dat de gemeentelijke bijdrage zal bestaan uit het
verplichte aandeel in verband met de ISV-subsidie ad. € 580.000.
Naast de voornoemde projecten zijn er ook nog overige gronden en dergelijke.
Projectnr. Om schrijving
Boekw aarde
per 31 dec.
2013
Afgeboekt in
2013
Jaar van
realisatie
Overig
G.090
Verspreide terreinen
G.095
Strategische aankopen bouw grondexploit.
-8
Onbekend
749
G.999
Bouw grondexploitaties algemeen (voorziening)
-3.150
Onbekend
Totaal overig
-2.409
Onbekend
0
Winst- en verliesneming
Op grond van de wettelijke voorschriften (BBV) moeten wij inzicht geven in de onderbouwing van de
winstneming. Hierbij is aangegeven dat tussentijdse winstneming slechts raadzaam is onder bepaalde
voorwaarden. Bij grote projecten die jaren duren is het mogelijk tussentijds winst te nemen, waarbij het
wenselijk is het project onder te verdelen in duidelijk herkenbare delen. Tussentijdse winstneming is dan
mogelijk als een deelproject is afgesloten, de winst op het project is gerealiseerd en er geen verlies verwacht
wordt op andere deelprojecten, tenzij daarvoor een voorziening is getroffen.
In onze gemeente hebben wij het volgende betreffende winstneming opgenomen:
Tussentijdse winst mag alleen gerealiseerd worden indien aan een van de in deze Nota genoemde drie
voorwaarden voldaan wordt.
1. Alle kosten van een grondexploitatiecomplex zijn reeds geheel gedekt door inmiddels gerealiseerde
verkopen en elke verder verkoop is pure winst;
2. Bijna alle kosten zijn gemaakt en ook de nog geraamde kosten zullen gedekt worden door de
gerealiseerde verkopen;
3. Bij locaties met een relatief grote winstgevendheid.
De gerealiseerde verkopen zijn hoger dan de gemaakte kosten en de geraamde verkopen zijn hoger dan
de nog te maken kosten.
Voor de te verwachten verliezen tot en met 2013 hebben is een voorziening getroffen.
91
Reserves en voorzieningen
Bovenwijkse Voorzieningen
2
Van iedere verkochte m bouwgrond binnen onze gemeente wordt € 10 afgedragen aan de reserve
Bovenwijkse voorzieningen. Dit geldt voor zowel gronden onder woningbouw als voor gronden onder
bedrijventerreinen.
Na aftrek van alle verplichtingen bedroeg de hoogte van de reserve per 31 december 2013 € 209.000.
Voorziening Verliesgevende complexen
Ingevolge de voorschriften is het, zoals voormeld, bij (te verwachten) exploitatietekorten verplicht een
voorziening te vormen. Deze voorziening dient gepresenteerd te worden als correctieboeking op de
balanswaarde en maakt dus geen onderdeel uit van het overzicht van reserves en voorzieningen, zoals in de
bijlagen opgenomen. De bespaarde rente over de boekwaarde wordt jaarlijks toegevoegd aan de algemene
reserve.
De hoogte van de voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 3.150.000.
In onderstaande tabel wordt de opbouw van de voorziening weergegeven:
Tabel: Voorziening Verliesgevende complexen, bedragen x € 1000
Om schrijving
Stand per 31
decem ber 2013
Bedrijventerrein Kapelstraat - Maasbommel
257.533
Kerkstraat 17 - Altforst
613.903
Uitbreiding bedrijventerrein Lagew eg - Dreumel
1.384.150
vd Cappellenstraat - Appeltern
41.879
De Kroonenburg - Maasbommel
141.170
Appelhoek - Alphen
Totaal Vastgestelde exploitatieopzet
686.585
3.125.220
Leeuw enborgh - Boven-Leeuw en
25.000
Totaal zonder vastgestelde exploitatieopzet
25.000
Totaal per 31 decem ber 2013
3.150.220
RISICO’S
De gemeente loopt altijd financiële risico's als de verkoop van kavels minder goed verloopt, dan verwerkt in
de grondexploitaties. De looptijd van de projecten in de exploitatieopzet wordt regelmatig geactualiseerd.
Voor projecten die op basis daarvan tot een negatief resultaat zouden leiden, is een voorziening getroffen.
Risico's zitten met name in:
- planprocedure;
- renterisico;
- afzetrisico;
- voldoen aan subsidievoorwaarden.
Voor de volgende projecten worden afzetrisico’s gelopen:
- Woningbouwcomplex De Appelhoek - Alphen;
- Bedrijventerrein Veesteeg Oost - Boven-Leeuwen;
- Bedrijventerrein Kapelstraat - Maasbommel.
- Zuid Oost - Boven Leeuwen
- Kerkstraat 17 - Altforst
- Lageweg - Dreumel
- Het Leeuwse Veld - Beneden-Leeuwen
Indien de verkoop tegen zit zal er op deze projecten minder winst behaald worden, c.q. meer verlies behaald
worden.
Door het periodiek actualiseren van de exploitatieopzetten en het nemen van maatregelen (vorming
voorziening Verliesgevende complexen) worden de risico’s beheersbaar gehouden. Bovendien is er ter
dekking van mogelijke onverwachte verliezen de Algemene reserve.
92
CONCLUSIE
Het verloop van de projecten in de verschillende kernen geeft een zeer divers beeld. In onze gemeente
liggen de gemiddelde verkopen de afgelopen jaren met ongeveer 100 ruim boven het langjarige gemiddelde
van 60 nieuwe woningen per jaar. Wel worden er relatief veel huurwoningen en kleine goedkope woningen
gebouwd. De som van de resultaten van de eigen gemeentelijke grondexploitaties is nog steeds positief.
Echter doordat de ontwikkelingen en verkopen langzamer gaan dan oorspronkelijk aangenomen, wordt de
looptijd van de projecten langer en zullen de resultaten lager worden.
93
DEEL 3 - FINANCIËN
94
ALGEMEEN
Inleiding
In onze begroting heeft het beleid een centrale plaats. Het beleid is uitgewerkt en toegelicht in de
beleidsbegroting, deel 1 van deze begroting. De cijfers betreffen de uitwerking van dit beleid. In dit
financiële deel van de begroting treft u de volgende zaken aan:
- Kaders en uitgangspunten
- Algemeen financieel beeld
- Overzicht van baten en lasten
- Incidentele baten en lasten
- EMU saldo
- Uiteenzetting financiële positie
Bij de uiteenzetting van de financiële positie gaan wij in op de uitkomsten van de begroting 2015, de
meerjarenramingen 2016 - 2018 en de financiële gevolgen van bestaand en nieuw beleid, zoals dat in de
programma's is verwerkt. Ook besteden wij aandacht aan het investeringsplan en de stand en het verloop
van de reserves en voorzieningen. Het aan u gepresenteerde meerjarenbeeld in de Perspectiefnota 2015
hebben wij, vanwege een aantal (voorziene) ontwikkelingen, bijgesteld. Deze ontwikkelingen en de
(financiële) effecten hiervan op de programmabegroting lichten wij hierna toe.
Autorisatie budgetten
Het overzicht van baten en lasten toont het niveau waarop u als raad in het kader van het dualisme de
begrotingsbudgetten autoriseert. Zoals wij bij het onderdeel autorisatie in het algemene deel van deze
begroting hebben aangegeven zijn wij binnen deze budgetten geautoriseerd de begroting uit te voeren.
Noodzakelijke mutaties op deze budgetten in de loop van het dienstjaar leggen wij aan uw raad ter
besluitvorming voor.
95
KADERS EN UITGANGSPUNTEN
Voor het opstellen van de financiële begroting 2015-2018 hebben wij, conform uw besluitvorming bij de
perspectiefnota 2015, de volgende grondslagen gehanteerd.
Onderdeel
Grondslag
Toelichting
Loonontwikkeling
1,0%
Het huidige salarispeil is conform de vastgestelde
CAO. Voor 2018 wordt rekening gehouden met 1%
loonontwikkeling.
Prijsontwikkeling
1,0%
Het indexeringspercentage voor materiële lasten en
subsidies voor 2015 tot en met 2018 bedraagt 1% per
jaar.
Rente
3,5%
Als rentepercentage hanteren wij 3,5%, zowel over het
financieringstekort als voor de berekening van de
kapitaallasten van nieuwe investeringen en de
grondexploitaties en bespaarde rente over het eigen
vermogen.
Huren en pachten
1,0%
Het indexeringspercentage is gelijk aan het percentage
voor de prijsontwikkeling van de materiële lasten en
subsidies.
Subsidies
1,0%
Idem
Belastingen
divers
Aantal inwoners
- Per 1-1-2015
18.425
- Per 1-1-2016
- Per 1-1-2017
- Per 1-1-2018
18.425
18.425
18.425
Aantal woningen
- Per 1-1-2015
- Per 1-1-2016
- Per 1-1-2017
- Per 1-1-2018
7.840
7.915
7.975
8.035
Overige
Algemene uitkering
Onvoorzien
Leges en heffingen
December
circulaire 2013
€ 65.000
Voor de jaren 2015-2018 houden wij rekening met een
stijging van 0,5% per jaar.
De groei hebben wij gebaseerd op ons woningbouwprogramma en de verwachte demografische
ontwikkelingen, zoals opgenomen in de Visie
leefbaarheid kernen, binnen onze gemeente.
De groei hebben wij gebaseerd op ons woningbouw-.
Programma.
De raming van de Algemene uitkering is gebaseerd op
de decembercirculaire 2013. Actualisatie vindt plaats
na publicatie van de mei- en/of septembercirculaire
2014.
Voor de post onvoorzien ramen wij conform de
bestendige gedragslijn een bedrag van € 65.000 voor
incidentele onvoorziene uitgaven.
Opmerking:
Deze post maakt onderdeel uit van het voorgestelde
dekkingsplan. Het voorstel is om deze structureel af te
ramen met € 50.000.
100%
kostendekkend
96
ALGEMEEN FINANCIEEL BEELD
Op 10 juli 2014 hebt u de perspectiefnota 2015 vastgesteld. In deze perspectiefnota zijn de uitgangspunten
opgenomen op basis waarvan wij deze programmabegroting hebben opgesteld. Het financiële beeld van de
Perspectiefnota ziet er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Tabel: Meerjarenperspectief
Omschrijving
Saldo Meerjarenperspectief 2015-2018
e
(2014 is o.b.v. vastgestelde 1 Bestuursrapportage 2014)
e
Begrotingswijzigingen tot 2 bestuursrapportage 2014
e
Financiële effecten 2 bestuursrapportage
Actueel saldo Meerjarenperspectief 2014-2018
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
689
-251
-99
-60
-30
227
-110
0
52
-9
24
-10
-31
-11
-13
806
-199
-84
-101
-54
-51
-139
-73
-263
-28
-144
-53
-226
-29
52
-53
-30
-57
56
-53
-55
0
0
0
0
0
0
0
0
-263
-226
-30
-55
-462
-310
-131
-109
394
287
237
237
-69
-23
106
128
69
23
0
0
106
128
Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting
Autonome ontwikkelingen (Perspectiefnota)
Administratieve aanpassingen
Heroverweging/intensivering bestaand beleid (bijgesteld)
Totaal Bestaand beleid
Nieuw beleid
Totaal Nieuw beleid
Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting
Saldo Programmabegroting 2015, voor dekkingsplan
806
Dekkingsplan, conform Perspectiefnota 2015
Saldo Programmabegroting 2015
806
Aanvullend dekkingsplan
Saldo Programmabegroting 2015, na dekkingsplan
806
Toelichting (aanvullend) dekkingsplan
Exploitatie
Begroting Begroting Begroting Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
Perspectiefnota
Aframen Stelpost Binnenzwembad
Gedeeltelijk aframen Stelpost Accommodatiebeleid
204
140
100
100
100
50
137
50
87
50
87
50
394
287
237
237
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Aanvullend dekkingsplan
Onttrekking aan de Algemene reserve
69
23
Totaal verhoging baten
69
23
0
0
463
310
237
237
Gedeeltelijk aframen Stelpost incidentele beleidsruimte
Gedeeltelijk aframen post Onvoorzien
Totaal verlaging lasten
Baten
Belastingverhoging
Totaal dekkingsplan
- Aframen stelpost Bijdrage binnenzwembad
De mogelijke realisatie van een binnenzwembad in onze gemeente is niet te voorzien
- € 204.000 I
97
-
-
-
-
-
-
-
voor 2016. Dit betekent dat het gereserveerde bedrag voor een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten
van het te realiseren zwembad voor 2015 vrij kan vallen en kan worden
ingezet in het kader van het dekkingsplan.
Aframen stelpost Accommodatiebeleid
- € 100.000 S
Ten behoeve van het uitvoeren van het accommodatiebeleid hebben wij op basis van
het door u vastgesteld amendement een structureel bedrag van € 154.500 in onze
begroting beschikbaar. Ten behoeve van Koers 2030 hebt u besloten hiervan € 15.000
voor de komende jaren in te zetten. De komende jaren is er dus nog een bedrag van
€ 139.500 beschikbaar. Gelet op de realisatie van diverse accommodaties in de
afgelopen jaren is het, gelet op de noodzakelijke bezuinigingen, verantwoord dit bedrag
te verlagen tot € 39.500.
Aframen post Onvoorzien
- € 50.000 S
De doelstelling van de post onvoorziene uitgaven is het opvangen van extra uitgaven, die bij
het samenstellen van de begroting onvoorzienbaar waren en die bovendien onuitstelbaar en
onontkoombaar zijn.
In de praktijk wordt de post Onvoorzien gebruikt als een flexibel budget voor incidentele
tegenvallers. Wij maken nauwelijks gebruik van dit flexibele budget. Aframing tot een bedrag
van € 15.000 is daarom verantwoord.
Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte (met ingang van 2016)
- € 137.000 S
De stelpost Incidentele beleidsruimte is voor u bedoeld om gedurende het jaar een flexibel
budget te hebben om incidentele beleidskeuzes te kunnen maken. Gelet op
de behoefte aan extra dekkingsmiddelen in relatie tot het gebruik van dit budget achten wij
aframing tot een structureel bedrag van € 50.000 verantwoord. Alleen in 2016 is het
beschikbare bedrag volledig ingezet in het kader van het sluitend maken van onze begroting.
Aframen post Onvoorzien
- € 50.000 S
De doelstelling van de post onvoorziene uitgaven is het opvangen van extra uitgaven, die bij
het samenstellen van de begroting onvoorzienbaar waren en die bovendien onuitstelbaar en
onontkoombaar zijn.
In de praktijk wordt de post Onvoorzien gebruikt als een flexibel budget voor incidentele
tegenvallers. Wij maken nauwelijks gebruik van dit flexibele budget. Aframing tot een bedrag
van € 15.000 is daarom verantwoord.
Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte (met ingang van 2016)
- € 137.000 S
De stelpost Incidentele beleidsruimte is voor u bedoeld om gedurende het jaar een flexibel
budget te hebben om incidentele beleidskeuzes te kunnen maken. Gelet op
de behoefte aan extra dekkingsmiddelen in relatie tot het gebruik van dit budget achten wij
aframing tot een structureel bedrag van € 50.000 verantwoord. Alleen in 2016 is het
beschikbare bedrag volledig ingezet in het kader van het sluitend maken van onze begroting.
Belastingverhoging
p.m.
Verhoging van de belastingen achten wij in deze, ook voor onze inwoners, moeilijke tijden
niet gewenst. Door de incidentele begrotingstekorten in 2015 en 2016 anders te dekken, zie
het volgende onderdeel, achten wij het niet noodzakelijk hier voorstellen toe te doen.
Bijdrage uit de Algemene reserve
€ 69.000 I
Gelet op de incidentele begrotingstekorten in 2015 en 2016 van € 69.000 respectievelijk €
23.000 achten wij het verantwoord hiervoor de Algemene reserve in te zetten. Enerzijds is
deze reserve mede bedoeld als buffer om fluctuaties in de exploitatie op te vangen en
anderzijds is de hoogte van de reserve dusdanig dat een onttrekking van in totaal € 92.000 in
2015 en 2016 verantwoord is. Bovendien is er in 2014 een positief rekeningresultaat te
verwachten.
Vergelijking met de Perspectiefnota
Na vaststelling van de Perspectiefnota hebben zich nog enkele ontwikkelingen voorgedaan. Deze
ontwikkelingen betreffen nog enkele kleinere begrotingswijzigingen (totaal meerjarig effect € 11.000) en de
e
financiële effecten van de 2 bestuursrapportage 2014.
98
De belangrijkste structurele effecten zijn:
e
Tabel: Structurele effecten 2 bestuursrapportage 2014
Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting
2015
2016
2017
2018
Lasten
RBT-agentschap - vervallen conform besluitvorming raad
Sociale uitkeringen (Wwb en Ioaw) - hogere uitgaven
Wmo - huishoudelijke verzorging en persoonsgebonden budget
Wmo - woningaanpassingen
Gewezen wethouders - actualisatie voorziening
Reserve Onderwijshuisvesting - vervallen toevoeging
Taakstelling 3D's - in te vullen dekking op basis van uitgangspunt
'Budget is leidend'
Reserves - actualisatie
Overige kleinere wijzigingen
Totaal lasten
-33
178
-35
-30
-86
-51
-33
178
-35
-30
-86
-52
-34
178
-35
-30
-86
-52
-34
178
-35
-30
-86
-52
-444
-444
-444
-444
74
-98
204
204
135
105
106
88
-292
-495
-192
-210
-35
-38
178
-518
224
-35
-38
178
-397
-129
-36
-38
178
-437
161
-36
-38
178
-437
161
-50
-50
-51
-51
-239
-471
-224
-224
53
24
-31
-13
Baten
RBT-agentschap - vervallen inkomsten door opheffen agentschap
Voetbalvelden - vervallen met ingang van 2015 geraamde huur
Rijksvergoeding Iau - compensatie van de kosten Wwb en Ioaw
Gemeentefondsuitkering - actualisatie op basis van de Meicirculaire
Reserves - actualisatie
Overige kleinere wijzigingen
Totaal baten
e
Totaal structurele effecten 2 bestuursrapportage 2014
Buiten de ontwikkelingen vanuit 2014, hebben wij in de programmabegroting ook nieuwe ontwikkelingen
opgenomen, die pas vanaf het jaar 2015 actueel worden. Deze ontwikkelingen zijn:
Bedragen x € 1.000
Tabel: Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting 2015
Omschrijving
Begroting Begroting Begroting Begroting
2015
2016
2017
2018
Autonome ontwikkelingen
- Administratieve aanpassingen
Heroverweging/intensivering bestaand beleid
-51
-139
-73
-28
-144
-53
-29
52
-53
-57
56
-53
Totaal Effecten
-263
-226
-30
-55
De autonome ontwikkelingen en heroverwegingen/intensiveringen van het bestaande beleid zijn bij de
programma's toegelicht. De belangrijkste ontwikkelingen betreffen:
Autonome ontwikkelingen
- Decentralisaties sociaal domein (Programmabegroting)
€0S
De drie decentralisaties binnen het sociaal domein zijn zoals eerder vastgesteld
budgettair verwerkt in onze begroting. Op basis van de meicirculaire van de Algemene
uitkering uit het Gemeentefonds hebben wij voor 2015 voorlopig een bedrag opgenomen
van € 6.825.000.
- Administratieve aanpassingen (bijstelling Programmabegroting)
- € 139.000 S
De administratieve aanpassingen hebben vooral betrekking op de actualisatie van de
verdeling van de indirecte kosten voor huisvesting, personeel en materieel. Door de
nieuwe CAO-afspraken zijn met name de personeelskosten gestegen. Andere aanpassingen
hebben betrekking op de actualisatie van de reserveringen, het meerjareninvesteringsplan
en de verzekeringen. Daarnaast zijn er nog kleinere wijzigingen betreffende de prijsindex
voor 2017, die nu in de begroting verwerkt is, en de verhoging van de inwonerbijdrage
aan de GGD inzake de lijkschouwing opgenomen.
99
Heroverweging/intensivering bestaand beleid
- Koers 2030
Op 25 september 2014 hebt u op grond van de Visie Leefbaarheid Kernen Koers 2030
het uitvoeringsprogramma voor 2015 vastgesteld. De komende jaren is hiervoor
jaarlijks een bedrag van € 25.000 in de begroting opgenomen. Dit bedrag wordt gedekt
uit de reserve Leefbaarheid kernen.
€ 25.000 S
100
OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN
In de onderstaande tabel vindt u het overzicht van baten en lasten per programma en de algemene
dekkingsmiddelen.
Bedragen x € 1.000
Programma
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Lasten
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal lasten
13.445
15.014
7.507
7.690
3.131
46.787
10.199
16.337
7.533
5.403
1.009
40.475
9.557
21.719
7.178
5.463
-510
43.407
9.522
21.940
7.231
5.445
-711
43.428
9.468
21.777
7.326
5.372
-786
43.157
9.483
21.763
7.337
5.420
-837
43.166
Baten
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal baten
11.842
6.319
4.340
3.509
21.634
47.644
8.665
6.483
4.245
316
21.370
41.079
7.964
5.868
3.540
265
25.917
43.555
7.929
5.872
3.557
265
26.212
43.835
7.957
5.876
3.590
268
26.233
43.924
7.958
5.876
3.590
268
26.291
43.983
Saldo
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van baten en lasten
-1.603
-8.695
-3.167
-4.181
18.503
857
-1.534
-9.846
-3.288
-5.087
20.363
608
-1.593
-15.850
-3.638
-5.198
26.427
148
-1.593
-16.068
-3.674
-5.180
26.923
407
-1.512
-15.900
-3.735
-5.104
27.018
767
-1.524
-15.886
-3.747
-5.153
27.127
817
69
23
Aanvullend dekkingsplan
Resultaat voor bestemming
857
608
217
430
767
817
-5
-26
-217
-2
-427
145
13
-2
-326
-20
13
-2
-326
-20
14
-3
-326
-20
15
-4
-326
-20
15
3
-61
5
61
6
6
6
6
58
33
179
81
-7
-52
-54
62
40
32
55
58
99
198
-298
40
191
-877
40
704
-333
-345
Totaal mutaties reserves
-951
40
-159
55
592
169
-363
12
25
-217
13
25
-430
13
25
-661
14
25
-689
Resultaat na bestemming
494
806
0
0
106
128
Mutaties in reserves
1 - Wonen, werken en recreëren
Recreatie en toerisme
Bovenwijkse voorzieningen
Sociale woningbouw
Startersleningen
2 - Maatschappelijke zaken
Onderwijshuisvesting
Bijzondere bijstand (egalisatie)
Onderhoud voetbalvelden
Afkoopsommen erfpacht
3 - Fysieke leefomgeving
Afvalstoffenverwerking
Rioolheffing
Algemene dekkingsmiddelen
Algemene reserve
Personeel
Informatisering
Afschrijving activa maats. nut
Afschrijving activa econ. nut
Leefbaarheid kernen
16
29
14
101
Toelichting ontwikkelingen financieel meerjarenperspectief
Begroting 2014 - 2015
De verschillen tussen de begroting 2014 en de raming voor 2015 zien er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Lasten
Baten
Saldo
Begroting Begroting
2014
2015
Verschil
40.471
41.079
43.407
43.555
2.936
2.476
608
148
-460
Het verschil tussen de begroting 2014 en 2015, zowel bij de lasten als de baten wordt, naast de
inflatiecorrectie voor prijsontwikkeling en mutaties vanuit de kostenverdeling, voornamelijk veroorzaakt door
de verwerking van de drie decentralisaties in het sociaal domein voor een totaalbedrag van € 6 miljoen.
Daarnaast wordt er € 1,5 miljoen minder aan Gemeentefondsuitkeringen ontvangen. De overige verschillen
bestaan uit mutaties van de reserves van € 1,0 miljoen, de verkoop van het MSCC gebouw voor € 0,5
miljoen en nieuw beleid van € 0,5 miljoen.
Rekening 2013 - begroting 2015
De verschillen tussen de rekening 2013 en de raming voor 2015 zien er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Lasten
Baten
Saldo
Rekening Begroting
2013
2015
Verschil
46.787
47.644
43.407
43.555
-3.380
-4.089
857
148
-709
De belangrijkste verschillen, naast de inflatiecorrectie voor loon- en prijsontwikkeling, zijn:
- Het verschil met de rekeningcijfers 2013 is grotendeels toe te rekenen aan de baten en lasten van
grondexploitaties. In de jaarrekening 2013 is een fors verlies op de grondexploitatie verwerkt. (- € 3,5
miljoen)
- In 2013 zijn de effecten van het afstoten van de brandweerkazernes (€ 2,2 miljoen) opgenomen
- In 2015 is er sprake van mutaties reserves (- € 2,2 miljoen), een afname van de gemeentefondsuitkering
(- € 0,7 miljoen) en een afname van algemene lasten (- € 1 miljoen).
- Daartegenover is in de begroting van 2015 zowel aan de baten/ als lastenkant een bedrag van € 6 miljoen
opgenomen voor decentralisaties.
Meerjarenperspectief
De verschillen tussen de raming 2015 en de raming voor 2016 tot en met 2018 zien er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Lasten
Baten
Saldo
Begroting Begroting
2015
2016
Begrotin
g 2017
Begroting
2018
43.407
43.555
43.428
43.835
43.157
43.924
43.166
43.983
148
407
767
817
De belangrijkste ontwikkelingen binnen het meerjarenperspectief zijn:
- Kortingen vanuit het Rijk op de algemene uitkering als gevolg van mutaties in maatstaven (inwoners,
woonruimten, leerlingen VO) en het incidentele nadeel als gevolg van de zogenaamde “kasschuif”
(Nationaal Uitvoeringsprogramma) leiden tot lagere inkomsten met name in 2015. In 2016 is een toename
te zien van de Algemene uitkering.
- Door afnemende bouwactiviteiten worden vanaf 2012 minder (interne) lasten doorberekend aan de
grondexploitaties en als gevolg hiervan neemt de doorbelasting aan de exploitatie toe. Tegenover deze
hogere doorbelasting staan lagere personeelskosten. Per saldo loopt het nadeel voor de exploitatie op tot
€ 200.000 in 2016.
Mutaties in reserves
Meerjarig gezien laten de mutaties in de reserves een gelijkmatig verloop zien. In 2016 is een lagere
aanwending geraamd van de reserve Informatisering in verband met de ontwikkeling van het Egem-I-plan.
102
OVERZICHT VAN INCIDENTELE BATEN EN LASTEN
Ingevolge de voorschriften (BBV) presenteren wij het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten
voor het begrotingsjaar 2015. Het overzicht ziet er als volgt uit:
Tabel: Incidentele baten en lasten 2015
Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting Begroting
2017
2018
Incidentele lasten
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
- Onderzoek bedrijventerreinen
- Aanleg klompenpaden
- Aanschaf dienstauto handhaving
20
8
0
0
0
0
0
0
0
0
0
9
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
- Buitenbad Zeven-Morgen, Dreumel - aanschaf waterstofzuiger
- Project ´Thuis met het grootste gemak´
9
10
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
4
9
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
- Leden van de raad - vervanging iPad's
- Leden van de raad - overige goederen en diensten
- Verkiezingen
- Representatiekosten - extra lasten in verkiezingsjaren
6
0
40
0
0
0
17
0
0
0
0
0
0
6
20
3
Algemene dekkingsmiddelen
- Incidentele beleidsruimte
- Inventaris - koffieautomaten
50
0
0
0
50
0
50
8
143
17
50
109
50
25
0
0
8
0
0
0
Algemene dekkingsmiddelen
- Bespaarde rente bestemmingsreserves
128
128
128
128
Totaal incidentele baten
186
153
128
128
43
136
78
19
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
- Aanschaf 2 sneeuwschuivers
- Aanschaf dienstauto milieuhandhaving
Totaal incidentele lasten
Incidentele baten
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
- Exploitatie landerijen en gronden - opbrengsten
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
- BDU Centrum Jeugd en Gezin - bijdrage uren
Totaal incidentele lasten en baten
103
EMU SALDO
Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Hierbij zitten ook inkomsten en
uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen grond, investeringen en investeringsbijdragen.
Ingevolge de voorschriften (BBV) presenteren wij de berekening van ons EMU-saldo 2013-2015:
Tabel: EMU saldo 2013 - 2015
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit
reserves (zie BBV, artikel 17c)
2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de
exploitatie
4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans
worden geactiveerd
5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie
en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en
niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa
(tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie
verantwoord
7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de
exploitatie staan)
8 Baten bouwgrondexploitatie:
Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord
Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze
9
transacties met derden betreffen
10 Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder
post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten
laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke)
worden gebracht en die nog niet vallen onder één van
bovenstaande posten
11 Verkoop van effecten:
a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de
b
exploitatie?
Berekend EMU-saldo
Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
673
802
977
1.904
2.620
1.749
1.886
1.549
1.931
-2.168
-2.367
-2.501
0
0
0
0
0
-2.630
-1.100
-1.099
3.764
1.361
1.501
-1.504
-1.257
-1.402
0
0
0
nee
nee
nee
2.659
1.074
956
-2.01
0
Het overzicht van het EMU-saldo is bedoeld om op nationaal niveau te kunnen bepalen in hoeverre de
verschillende overheden bijdragen aan het nationale EMU-saldo. Wij hebben een voordelig EMU-saldo en
dragen dus op een positieve wijze bij aan het EMU-saldo van ons land.
104
UITEENZETTING FINANCIËLE POSITIE EN TOELICHTING
Om inzicht te krijgen in de financiële bestendigheid van onze begroting presenteren wij hier een overzicht
van de financiële positie van onze gemeente. Onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn de jaarlijks
terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume, de investeringen, de
financiering en de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen.
Ontwikkeling financiële positie
Het meerjarenperspectief van onze gemeente ontwikkeld zich op de volgende manier:
Omschrijving
Saldo
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Algemene dekkingsmiddelen
Saldo van baten en lasten
Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting
2013
2014
2015
2016
2017
-1.603
-8.695
-3.167
-4.181
18.503
857
-1.534
-9.846
-3.288
-5.087
20.363
608
Aanvullend dekkingsplan
Resultaat voor bestemming
Mutaties in reserves
1- Wonen, werken en recreëren
2- Maatschappelijke zaken
3 - Fysieke leefomgeving
Algemene dekkingsmiddelen
Totale mutatie reserves
Resultaat na bestemming
-1.593
-15.850
-3.638
-5.198
26.427
148
-1.593
-16.068
-3.674
-5.180
26.923
407
69
23
Begroting
2018
-1.512
-15.900
-3.735
-5.104
27.018
767
-1.524
-15.886
-3.747
-5.153
27.127
817
857
608
217
430
767
817
-248
48
91
-254
-363
-271
-56
179
346
198
-335
67
81
-30
-217
-334
6
-7
-95
-430
-334
6
-52
-281
-661
-335
6
-54
-306
-689
494
806
0
0
106
128
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
Het BBV onderscheidt arbeidskostengerelateerde verplichtingen met en zonder jaarlijks vergelijkbaar
volume. Op grond van de voorschriften is het niet toegestaan om een voorziening te vormen voor jaarlijks
terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume die in het begrotingsjaar
zijn opgebouwd en in een volgende begrotingsjaar tot uit betaling komen. Bij de hier bedoelde kosten gaat
het bijvoorbeeld om wachtgelden, vakantiegeld en IZA-premie niet-actieven.
Vakantiegelden
Bij vakantiegelden worden gedurende een begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in het
daaropvolgende begrotingsjaar tot betaling komen. De daadwerkelijke uitbetaling van de vakantiegelden is
opgenomen in de exploitatiebegroting als onderdeel van de reguliere salarislasten.
Levensloopregeling
Bij de bijdrage van de werkgever aan de levensloopregeling worden, net als bij het vakantiegeld, gedurende
een begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in het daaropvolgende begrotingsjaar tot betaling komen.
Artikel 49 BBV verbiedt het opnemen van dergelijke verplichtingen op de balans.
Sinds 2008 wordt de reservering levensloopregeling gelijktijdig met de eindejaarsuitkering uitgekeerd in
december. Er zijn geen verplichtingen meer voor het ultimo boekjaar.
Spaarverlof
Per einde jaar is sprake van een impliciete schuld aan nog niet opgenomen vrije dagen door de
gemeenteambtenaren. Dit heeft een relatief constant verloop en om die reden mag er geen verplichting voor
worden aangemaakt.
Deze kosten zijn niet expliciet opgenomen in de begroting, mede gegeven het feit dat uitbetaling alleen
plaatsvindt in geval van FPU, ontslag of bij uitzondering. Het is dus wel een verplichting, maar geen (kas)
begrotingsbedrag.
105
Investeringen
In bijlage 2 - Meerjareninvesteringsplan is het totaaloverzicht van de investeringen voor de komende jaren
opgenomen. Op hoofdlijnen ziet dit er als volgt uit:
Bedragen x € 1.000
Investeringen
v/
n
1 - Wonen, werken en recreatie
Bedrag
Bijdrag
en
Begroting Begroting Begroting Begroting
2015
2016
2017
2018
0
0
0
0
0
0
Hulpmiddelen WMO
Overige kleine investeringen
Totaal 2 - Maatschappelijke zaken
v
v
660
9
669
0
0
0
39
9
48
77
0
77
113
0
113
148
0
148
Openbare werken - vervang. materialen
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP)
Totaal 3 - Fysieke leefomgeving
v
v
433
4.275
4.708
0
0
0
36
36
72
45
80
125
55
123
178
74
192
266
Gemeentehuis - vervanging materialen
Investeringen ICT
Totaal 4 - Burger, bestuur en veiligheid
v
v
272
997
1.269
0
17
256
273
23
262
285
17
254
271
32
245
277
6.646
0
393
487
562
691
6.646
0
393
487
562
691
Totaal
Waarvan:
- vervangingsinvesteringen
v
Het investeringsplan voor de komende jaren is bescheiden van omvang. De belangrijkste nieuwe
investeringen betreffen de uitvoering van de maatregelen uit het verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan, het
Waterplan en het Egem-I plan. De vervangingsinvesteringen hebben in belangrijke mate ook te maken met
het rioleringsplan. Daarnaast betreft het vooral vervanging van materialen voor het onderhoud van de
wegen, de brandweer en de bedrijfsvoering.
Financiering
Op basis van onze huidige en toekomstige investeringen ziet onze financieringsbehoefte er als volgt uit:
Tabel: Financieringsbehoefte
Bedragen x € 1.000
Onderdeel
2015
2016
2017
2018
Vaste activa
Bouwgrondexploitatie - onderhanden werken
Investeringen (MIP 2015-2018)
44.516
8.557
2.272
42.629
8.557
3.305
40.742
8.557
4.031
38.855
8.557
5.051
Totaal financieringsbehoefte
55.345
54.491
53.330
52.463
Financieringsmiddelen
2015
2016
2017
2018
Vaste geldleningen o/g
Reserves en voorzieningen
32.307
18.556
27.182
17.903
22.546
17.860
18.565
18.531
Totaal financieringsmiddelen
50.863
45.085
40.406
37.096
Tabel: Financieringsmiddelen
Bedragen x € 1.000
Bedragen x
€ 1.000
Tabel: Financieringspositie
Onderdeel
2015
2016
2017
2018
Financieringsbehoefte
Financieringsmiddelen
55.345
50.863
54.491
45.085
53.330
40.406
52.463
37.096
Financieringspositie
-4.482
-9.406
-12.924
-15.367
106
Het hoge financieringstekort wordt aan de ene kant veroorzaakt door een hogere financieringsbehoefte,
veroorzaakt door de toegenomen voorraad bouwgronden en de voorgenomen investeringen uit het
Meerjaren InvesteringsPlan. Aan de andere kant nemen de financieringsmiddelen door de reguliere
aflossingen af.
Reserves
De reservepositie geeft een inzicht in de robuustheid van onze financiële positie. Onze reserves vormen een
belangrijk bestanddeel van onze weerstandscapaciteit en bepalen mede de hoogte van ons
weerstandsvermogen. In de volgende tabel presenteren wij de stand en het verloop van onze reserves.
Tabel: Overzicht reserves
Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Boekwaarde
01-012015
Vermeerderingen
t.l.v.
Derden/
subsidies
exploitatie
Algemene reserves
a. rente t.g.v. reserve
b. rente structureel t.g.v. exploitatie
Totaal algemene reserve
3.025
2.500
5.525
Bestemmingsreserves
Afkoopsommen (erfpacht)
Afschrijving investeringen economisch nut
Bovenwijkse voorzieningen
Egalisatiereserve rioolheffing
Informatisering
Leefbaarheid kernen
Lokaal onderwijsbeleid
Onderhoud voetbalvelden
Ondersteuning sociale woningbouw
Onderwijshuisvesting
Personeel & Organisatie
Startersleningen
Stimuleringsfonds recreatie & toerisme
Totaal bestemmingsreserves
466
1.443
635
406
909
338
135
61
237
643
80
486
73
5.911
Totaal reserves
11.436
Verminderen
t.g.v.
Overige
exploitatie
Boekwaarde
31-122015
0
3.310
2.500
5.810
285
285
0
0
6
12
326
44
461
1.430
961
206
909
313
135
244
25
61
20
18
408
0
40
3
15
406
693
0
406
0
257
643
40
483
75
5.913
0
11.723
Kijken we naar onze reservepositie per inwoner geeft dit het volgende beeld te zien:
Tabel: Overzicht reserves per inwoner
Reserve
Bedragen x € 1.000
2014
2015
Verschil
Algemene reserve
Waarvan niet geblokkeerd
299
163
298
163
-1
0
Bestemmingsreserves
Waarvan niet geblokkeerd
331
129
319
132
-12
3
Uit blijkt dat onze reservepositie per inwoner ongeveer gelijk is gebleven ten opzichte van vorig jaar. De
omvang van de reserves is weliswaar licht gestegen, maar ook het aantal inwoners is hoger.
Voorzieningen
Een voorziening is dat deel van het vreemd vermogen dat wordt aangewend ter dekking van verplichtingen
die redelijkerwijs zijn in te schatten. Een voorziening heeft een planmatig karakter en is in principe eindig.
Voorzieningen worden gevormd wegens:
1. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker, maar redelijkerwijs in te schatten is;
2. Risico’s terzake van verplichtingen of verliezen waarvan omvang redelijkerwijs is in te schatten;
3. Kosten te maken in volgend begrotingsjaar met oorsprong in (voorafgaand) begrotingsjaar en voorziening
strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over aantal begrotingsjaren;
4. Van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (indien er sprake is van een
terugbetalingsverplichting).
107
In onze gemeente hebben wij de volgende voorzieningen gevormd:
Tabel: Overzicht voorzieningen
Omschrijving
Bedragen x € 1.000
Boekwaarde
01-012015
Vermeerderingen
Derden/
t.l.v.
subsidies
exploitatie
Afkoop onderhoud grafrechten
B.& O.-fonds ontzandingen
Gebouwen
Onderwijsgebouwen
Openbare verlichting
Pensioenen wethouders
Voormalig personeel
Voormalige wethouders
Wegen
100
669
924
458
281
1.882
101
169
2.535
6
1.077
Totaal voorzieningen
7.120
1.761
Verminderen
t.g.v.
Overige
exploitatie
25
150
248
30
85
75
1
37
1.882
95
819
806
458
302
1.958
100
138
1.729
2.476
6.404
367
105
151
0
0
Boekwaarde
31-122015
Kijken we naar de hoogte van onze voorzieningen per inwoner geeft dit het volgende beeld te zien:
Tabel: Overzicht voorzieningen per inwoner
Bedragen x € 1.000
2014
Voorzieningen
399
2015
384
Verschil
-15
Zoals uit het overzicht blijkt neemt de hoogte van de voorzieningen per saldo af ten opzichte van 2014. Dit
wordt vooral veroorzaakt door de geplande uitgaven ten laste van de voorziening Wegen. Dit betreft onder
meer de combinatieprojecten Beatrixstraat in beneden-Leeuwen en de Oude Maasdijk in Dreumel.
108
DEEL 4 - BIJLAGEN
109
BIJLAGE 1 - ZOEKRICHTINGEN
110
PERSONEEL EN ORGANISATIE
1. PERSONEEL EN ORGANISATIE
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Deze zoekrichting zal in ieder geval invulling moeten geven aan de opgenomen taakstelling.
a. Personeelslasten
Nadere uitwerking organisatievorm voor de toekomst. Hierbij rekening houden met de volgende
ontwikkelingen:
1. Vertrek medewerkers (brandweer, V&H)
2. Effect ondersteunende taken (achterblijvende overhead)
3. Samenwerking BNW
4. Regiegemeente
5. Afstoten, niet meer uitvoeren of uitbesteden taken (ook beleidstaken)
6. Verminderen functies
b. Secundaire personeelskosten
Uitwerken effecten van vertrek personeel (brandweer, ODR e.d.)
In het door u op 26 juni bij de behandeling van de Perspectiefnota 2014 vastgestelde amendement
hebt u als kader meegegeven dat dit een structurele besparing van minimaal € 15.000 op moet
leveren.
Uitwerking
Deze zoekrichting zal in ieder geval een besparing op moeten leveren die invulling geeft aan de opgenomen
stelpost van € 60.000 in 2015, € 120.000 in 2016 en € 180.000 structureel in 2017.
De zoekrichting werken wij als volgt uit:
a. Personeelslasten.
Conform de regie-agenda vindt vanaf 2014 een heroriëntatie plaats op de achterblijvende organisatie. De
bij de toelichting genoemde ontwikkelingen nemen wij hierin mee. Bij de Perspectiefnota 2015 kunnen wij
e
de eerste resultaten hiervan aan u presenteren. Dit zal met name betrekking hebben op de 1 drie
onderdelen.
b. Secundaire personeelskosten
In deze begroting hebben wij een besparing op de opleidingskosten en het persoonsgebonden budget
opgenomen van € 27.000 in 2014, oplopend tot € 29.000 in 2017. Deze bedragen worden ten gunste van
de opgenomen stelpost gebracht. Dit betekent dat we in 2014 een incidenteel voordeel van € 27.000
hebben.
Stand van zaken
Aan de stelpost personeelslasten is invulling gegeven en dit is verwerkt in de programmabegroting. De
personeelsbudgetten zijn doorgelicht. Er is, waar mogelijk, bezuinigd op de door vacatures en anderszins
ontstane ruimte in de personeelsbegroting. Hierbij is een integrale afweging gemaakt in noodzakelijke inzet
ten behoeve van de te verrichten werkzaamheden.
In het proces om te komen tot samenwerking tussen de BNW-gemeenten is enige vertraging ontstaan als
gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Naar verwachting zal de samenwerking in de loop van
2015 formeel van start gaan.
Om invulling te geven aan de besparing op de secundaire personeelslasten hebben wij voorgenomen
besluiten genomen over het afschaffen van de kerstpakketten, het afschaffen van de regeling betaald
ouderschapsverlof en het wijzigen van de werktijdenregeling. Dat laatste brengt onder andere met zich mee
dat voor het grootste deel van de medewerkers geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag meer van
toepassing is. Voor het deel dat nog wel recht heeft op overwerktoeslag, geldt dat het eerste half uur niet
voor toeslag in aanmerking komt. Deze besluiten zijn genomen onder voorbehoud van instemming van
GO/OR. Overleg hierover is vertraagd als gevolg van het CAO conflict. In de periode van april tot en met half
juli 2014 is alle overleg in GO-verband opgeschort geweest als gevolg van dit CAO conflict.
111
2. SAMENWERKING BEHEER EN ONDERHOUD
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Door samenwerking met andere gemeenten op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare
ruimte en elkaars materialen en personeel gericht te gebruiken zijn besparingen te behalen.
Op 12 september hebt u in uw vergadering duidelijkheid verschaft over deze opdracht. Uitkomst hiervan is
dat er een onderzoek naar de effecten van algehele uitbesteding van de buitendienst plaats moet vinden.
Uitwerking
Om invulling te geven aan uw opdracht gaan wij de komende periode de volgende activiteiten ontplooien:
1. de mogelijkheden op het gebied van uitbesteding van de taken van de buitendienst in beeld brengen;
2. de financiële effecten hiervan in kaart brengen, inclusief de verschillen met de huidige kosten;
3. in beeld brengen personele consequenties;
4. de mogelijke effecten van uitbesteding voor het maatschappelijk veld in beeld brengen.
Stand van zaken
In het derde kwartaal 2014 hebben wij een keuze gemaakt welk bureau gaat onderzoeken welke
efficiëntieslagen er te behalen zijn. In het eerste kwartaal van 2015 zullen de resultaten hiervan bekend zijn.
3. INFORMATIEVOORZIENING
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en kritische beoordeling van de beschikbare
kredieten zijn wellicht besparingen mogelijk.
Uitwerking
Wij hebben als colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Buren, Neder-Betuwe en West
Maas en Waal (BNW) de intentie uitgesproken om met elkaar samen te werken op het gebied van
bedrijfsvoering. Informatievoorziening is een van de taakgebieden behorende bij bedrijfsvoering. Het is het
geheel van mensen, middelen en maatregelen, gericht op de informatiebehoefte van die organisatie.
Bij onze gemeente betreft het informatiemanagement, gegevensbeheer, DIV (post en archief) en
automatisering.
Wij hebben afgesproken om op de bestaande budgetten op het terrein van de bedrijfsvoering, vooruitlopend
op de samenwerking, niet te bezuinigen. De begrotingen 2014 zijn vooralsnog leidend (definitieve afspraken
moeten nog worden gemaakt). Wel krijgt de nieuwe samenwerkings-entiteit de opdracht om kosten te
reduceren. Gezien het feit dat er op dit moment geen formele besluiten door de verschillende
gemeenteraden zijn genomen over samenwerking in BNW-verband is het prematuur om bezuinigingen in te
boeken.
Daarnaast merken wij op dat medewerkers opgeleid moeten worden en automatiseringssystemen op elkaar
afgestemd moeten worden (de kost gaat voor de baat), met als gevolg dat bezuiniging op het terrein van de
informatievoorziening op korte termijn waarschijnlijk niet haalbaar zal zijn.
Stand van zaken
Doordat de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe zich nog in de onderzoeksfase
bevind kunnen wij nog geen uitspraken doen over mogelijke bezuinigingen.
Wij stellen u dan ook voor de planning van de uitwerking van deze zoekrichting door te schuiven naar eind
2014 begin 2015 als er meer duidelijk moet zijn over de samenwerking.
112
4. HUISVESTING
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Huisvesting van de gemeentelijke organisatie beoordelen en mogelijke alternatieven (verhuur, clustering) in
beeld brengen.
Uitwerking
In afwachting van de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe is deze zoekrichting nog
niet verder uitgewerkt. Begin 2014 moet duidelijk worden hoe de verschillende PIJOFACH-taken van het
samenwerkingsverband gehuisvest gaan worden.
Medio 2014 wordt op basis hiervan deze zoekrichting verder uitgewerkt.
Stand van zaken
Doordat de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe zich nog in de onderzoekssfase
bevind kunnen wij nog geen uitspraken doen over mogelijke bezuinigingen.
Wij stellen dan ook voor de planning van de uitwerking van deze zoekrichting door te schuiven naar eind
2014 begin 2015 als er meer duidelijk moet zijn over de samenwerking.
5. VERKOOP GEMEENTELIJKE EIGENDOMMEN
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Een potentiële bezuiniging betreft de verkoop van gemeentelijke eigendommen, die niet noodzakelijk zijn
voor een goede dienstverlening of de leefbaarheid in de kernen.
Uitwerking
De verkoop van gemeentelijke eigendom is al enkele jaren een aandachtspunt in onze gemeente. Zo zijn in
2012 de autoboxen in Maasbommel en Alphen verkocht en in 2013 het Drieluik in Wamel. Gemeentelijke
eigendommen die nog voor verkoop in aanmerking komen zijn:
1. Woningen
Onze gemeente heeft nog twee woningen in haar bezit, te weten Stationsstraat 5 in Wamel en Kerkstraat
17 in Altforst. De woning Stationstraat 5 te Wamel is vrijgekomen en staat sinds oktober 2013 in de
verkoop. De boekwaarde van de woning Stationstraat 5 bedraagt € 262.503. De WOZ-waarde van de
deze woning is € 266.000. Als de woning aan de Kerkstraat vrij komt kan deze ook worden verkocht. De
WOZ-waarde hiervan bedraagt € 276.000 (2013). De andere woning maakt onderdeel uit van de
grondexploitaties.
2. Stellingmolen in Beneden-Leeuwen
Verkoop van de Stellingmolen is niet reëel, de molen zou eventueel wel aan de plaatselijke
ondernemersvereniging overgedragen kunnen worden.
3. M.S.C.C. in Beneden-Leeuwen
De verkoop van het M.S.C.C.-gebouw is eind oktober 2014 afgerond.
4. Souterrain te Appeltern
Verkocht per oktober 2013 voor een bedrag van € 40.000.
5. Verenigingsgebouw in Beneden-Leeuwen
Als de gebruikers elders ondergebracht worden kan het Verenigingsgebouw worden verkocht. De WOZwaarde is € 233.000. De boekwaarde die nog op het pand rust bedraagt € 45.423.
6. Voetbalaccommodaties
Betreffende de voetbalverenigingen voeren wij gesprekken om tot privatisering over te gaan.
7. Brandweer
Met betrekking tot de gebouwen voor de brandweer loopt een discussie met de Veiligheidsregio. Eind
2013 moet hierover meer duidelijk worden.
113
De boekwaarden van de brandweergebouwen per 1 januari 2014 zijn:
- Brandweerkazerne Beneden-Leeuwen
€ 1.023.324
- Brandweerpost Dreumel
€ 614.074
- Brandweerpost Maasbommel
€ 500.122
Aandachtspunt
De overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de bedrijfsvoering of het
gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed is onderdeel van de “Stille reserves” in het kader van onze
weerstandscapaciteit. Verkoop van bezittingen heeft dus consequenties voor ons weerstandsvermogen.
Stand van zaken
Betreffende de verschillende onderdelen kunnen wij u het volgende melden:
1. Woningen
De woning Stationsstraat 5 in Wamel is verkocht.
2. Stellingmolen in Beneden-Leeuwen
Geen ontwikkelingen te melden.
3. M.S.C.C. in Beneden-Leeuwen
Het M.S.C.C.-gebouw staat op de nominatie om afgestoten te worden.
4. Souterrain te Appeltern
Verkocht per oktober 2013 voor een bedrag van € 40.000.
5. Verenigingsgebouw in Beneden-Leeuwen
Na het gereedkomen van de nieuwe Rosmolen zullen wij bezien of de gebruikers elders ondergebracht
kunnen worden en het pand verkocht kan worden.
6. Voetbalaccommodaties
De voetbalterreinen zijn inmiddels geprivatiseerd.
7. Brandweer
De brandweerkazernes zijn eind 2013 aan de Veiligheidsregio overgedragen.
6. OPTIMALISEREN BELASTINGOPBRENGSTEN
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
De werkelijke opbrengsten komen veelal niet overeen met de raming in de gemeentebegroting.
Onderzoeken waar de oorzaak ligt van deze afwijkingen. Hierin nemen we alle belastingsoorten mee die
door BSR worden opgelegd. Doel is om de werkelijke opbrengst op hetzelfde niveau te brengen als de
raming.
Uitwerking
Uit het artikel 213a onderzoek naar de relatie en interactie tussen gemeente en BSR (Belasting
Samenwerking Rivierenland) van eind 2012, is een aantal aandachtspunten c.q. verbeterpunten naar voren
gekomen. Een van die punten is het optimaliseren van de belastingopbrengsten, omdat de opbrengsten in
de afgelopen jaren minder waren dan aanvankelijk geraamd.
In overleg en samenwerking met de BSR zijn inmiddels stappen ondernomen om de basis voor de op te
leggen aanslagen af te stemmen en te verbeteren. Andere in het rapport genoemde zaken zijn in de
afgelopen maanden eveneens opgepakt en hebben geleid tot een gedeeltelijk of gehele oplossing.
De eerste ervaringen en resultaten hebben wij in de vergadering van de RTG (Ronde Tafel Gesprek) op 19
september gedeeld.
Stand van zaken
De verwachting is dat de SLA eind 2014 definitief door het Algemeen Bestuur bekrachtigd zal worden.
In de afgelopen periode is er echter al wel in de geest van deze SLA gewerkt.
Daarnaast is er door ons inmiddels onderzoek gedaan naar de aansluiting van de bestanden bij de BSR en
de door ons geraamde opbrengsten. Naar alle waarschijnlijkheid bestaat hier in het 4e kwartaal 2014
duidelijkheid over en kunnen eventuele vervolgstappen worden ondernomen.
Wij houden uw raad van de ontwikkelingen op de hoogte.
114
7. OPENBAAR GROEN
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Onderdeel van deze zoekrichting zijn het:
1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen.
2. Opstellen protocol duurzame Openbare Ruimte.
3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen.
4. Privatiseren onderhoud rotondes
Uitwerking
1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen
Groen in de woonwijk heeft belangrijke functies zoals verhoging van de leefbaarheid en de gezondheid, de
mogelijkheid om te spelen en een verkeer geleidende functie. Naast deze functies kan het voorkomen dat de
gebieden noodzakelijk zijn voor toekomstige ontwikkelingen, zoals uitbreiding parkeerplaatsen en
waterberging.
Het huidige groenbeleid en het daarbij behorende pilotproject in Dreumel betreft hoofdzakelijk al in gebruik
genomen/gegeven gronden door en aan inwoners. De huidige werkwijze is een passieve manier van
werken. Er wordt alleen grond verkocht als er een aanvraag wordt ingediend.
Bij iedere aanvraag moeten er diverse disciplines bekijken of de betreffende percelen verkocht kunnen
worden. Dit kan als deze percelen als plantsoen die geen waarde of functie hebben voor de openbare
ruimte.
Het voorstel is om de percelen die geen waarde of functie hebben voor de openbare ruimte voor de hele
gemeente te inventariseren en op een kaart te plaatsen. Deze werkwijze is efficiënter en effectiever dan de
huidige ad hoc werkwijze. Bovendien biedt deze inventarisatie de mogelijkheid deze betreffende gronden
actief te koop aan te bieden.
De voor deze inventarisatie benodigde disciplines zijn Openbare ruimte (verkeer, weg-, groen- en
waterbeheer en riolering) en Wonen en milieu (ruimtelijke ordening en recreatie). Voor de uitvoering van het
werk is de inzet van Juridische zaken noodzakelijk.
De werkzaamheden betreffen: Vervaardigen kaart. Inventarisatie van de mogelijk te verkopen stukken.
Gegevens aanliggende eigenaren koppelen.
Opmerking:
Het onderhoud van deze gronden wordt niet bekostigd uit de gemeentelijke budgetten en het afstoten van
deze percelen zorgt niet voor een vermindering van het areaal plantsoenen.
2. Opstellen protocol duurzame Openbare Ruimte
Het gaat hierbij om een protocol voor de inrichting van de openbare ruimte om zo het toekomstig onderhoud
beheersbaar (en betaalbaar) te houden. Het is belangrijk goede kaders te stellen, waar bij de inrichting van
de wijken al rekening wordt gehouden. Nu worden er soms keuzes gemaakt waarbij onvoldoende aandacht
is voor het toekomstige beheer en onderhoud. Een mooie inrichting van een nieuwe wijk of weg kan hoge
onderhoudskosten voor de toekomst tot gevolg hebben.
Hierbij kunt u denken aan de plaatsing van palen, de vorm van parkeervakken, de toe te passen materialen,
de grote van de groenvakken en een goede ondergrondse groeiruimte voor bomen.
Voor het opstellen van het protocol is een integraal advies van alle betrokken partijen noodzakelijk. De
betrokken disciplines zijn Openbare ruimte (verkeer, weg-, groen- en waterbeheer) en Wonen en milieu
(ruimtelijke ordening en grondbeleid).
Opmerking:
Dit protocol levert alleen voordeel op bij toekomstige bouwprojecten en reconstructies van wegen.
3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen
In het door u op 26 juni 2013 vastgestelde amendement heeft u bepaald dat onderzocht moet worden of er
een voordeel in de uitgaven behaald kan worden door samenwerking in het beheer van openbaar groen,
waarbij de huidige uitgangspunten van beleid gehandhaafd blijven.
115
Een letterlijke vertaling van uw amendement betekent dat deze zoekrichting niet uitgewerkt hoeft te worden.
In het huidige beleid is de onderhoudskwaliteit vastgelegd op basisniveau en hier wilt u blijkbaar aan vast
houden.
De zoekrichting was bedoeld om te onderzoeken welke besparingen het aanbrengen van een zonering in de
onderhoudsniveaus op zou kunnen leveren.
Gelet op uw besluit hebben wij deze zoekrichting (nog) niet verder uitgewerkt.
4. Privatiseren onderhoud rotondes
De rotondes worden door onze buitendienst onderhouden. Het adopteren of privatiseren van het onderhoud
bespaart dus alleen indirecte kosten (=uren van de buitendienst). Op basis hiervan kunnen andere
werkzaamheden worden verricht of kan de formatie worden verminderd. Het gaat hierbij om een beoogde
bezuiniging van € 3.000, hetgeen ongeveer neer komt op 50 uur op jaarbasis.
Opmerking:
Het adopteren van de rotondes is in strijd met het huidige reclamebeleid.
Stand van zaken
De stand van zaken betreffende verschillende onderdelen van de zoekrichting is als volgt:
1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen
De activiteit hebben wij in deze Perspectiefnota opgenomen in de planning voor 2015.
2. Protocol duurzame openbare ruimte
Deze activiteit hebben wij in de Perspectiefnota opgenomen in de planning voor 2015.
3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen
Conform het door u bij de programmabegroting 2014 overgenomen advies doen wij geen onderzoek naar
het invoeren van zonering.
4. Privatiseren onderhoud rotondes
De zoekrichting is uitgewerkt in een concreet voorstel. De beoogde directe bezuiniging van € 3.000 kan
niet gerealiseerd worden. Dit omdat het onderhoud volledig door ons eigen personeel wordt uitgevoerd
en de vrijkomende tijd wordt ingezet ten behoeve van het extra onderhoud dat is ontstaan door het
opleveren van nieuwe woonwijken.
Indirect is er echter wel sprake van een besparing. Wij hebben een contract afgesloten waarbij het
onderhoud de komende 10 jaar door een derde wordt verricht en wij bovendien jaarlijks € 2.500 aan
reclame-inkomsten genereren. Verder hoeven wij de resterende rotondes niet in te richten, hetgeen een
incidentele besparing van € 15.000 oplevert. Deze was echter nog niet geraamd, omdat de rotondes pas
eind 2013 aan ons zijn overgedragen, en is dus niet als echte bezuiniging in te boeken.
Voorstel
Wij stellen u voor om de zoekrichting zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen af te voeren.
Onderdeel 4 van de zoekrichting is inmiddels afgewerkt en kan worden afgevoerd.
8. OPENBARE VERLICHTING
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Het nader uitwerken effecten van vermindering van het aantal lichtmasten en/of aantal branduren.
Uitwerking
1. Vermindering aantal lichtmasten
De meeste kosten (energie, onderhoud en vervanging) zijn te besparen door de verlichting te verwijderen,
maar dit is niet overal mogelijk.
Binnen de bebouwde kom is de verlichting en het aantal masten afgestemd op de Richtlijn Openbare
Verlichting 2011. In onze regio gaan wij uit van een lichtsterkte van 75%. Dit percentage wordt toegepast bij
nieuwe woningbouw- en vervangingsprojecten.
Verlichting binnen de bebouwde kom speelt een grote rol voor de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid.
Verwijdering van verlichting binnen de bebouwde kom is mede uit juridisch oogpunt niet gewenst.
116
Het verwijderen van verlichting in het buitengebied is eventueel wel mogelijk. Deze verlichting heeft een
oriëntatie-/geleidingsfunctie. De weggebruiker dient afwijkende situaties van de weg goed te kunnen
onderscheiden. Dit betekent dat niet het gehele buitengebied voorzien dient te worden van verlichting. Indien
de verlichting slechts tot doel heeft om het navigeren te vergemakkelijken, kan men zich afvragen of
functionele verlichting noodzakelijk is of dat alternatieve vormen van verlichten kunnen volstaan. Hierbij valt
te denken aan retroreflecterende materialen of oriëntatieverlichting.
Bij het verwijderen van lichtpunten in het buitengebied dient per lichtpunt rekening gehouden met de
volgende verwijderingskosten:
Loskoppeling aansluiting van de lichtpunten door netbeheerder
€ 375
Verwijderen lichtmast door aannemer
€ 100
Totale kosten per lichtpunt
€ 475
Het verwijderen van lichtpunten levert ook voordelen op. Kosten die vervallen zijn onderhoudskosten (€ 40),
energiekosten (€ 15) en netwerkkosten (€ 16,44). In totaal wordt jaarlijks per vervallen lichtpunt € 70
bespaard. Onze eigen interne kosten zijn hierin niet meegenomen.
Dit betekent dat de kosten van verwijdering ongeveer in 6 jaar worden terugverdiend.
Buiten de bebouwde kom staan 522 lichtmasten. Wij hebben in afwachting van uw besluitvorming nog niet
op straatniveau gekeken waar in het buitengebied de lichtpunten geminimaliseerd kunnen worden. Hierbij
speelt natuurlijk de sociale en verkeersveiligheid en daarmee de maatschappelijke acceptatie wel een rol.
2. Vermindering aantal branduren
De schakeling van de verlichting wordt centraal geregeld om een gelijkmatigheid in het landelijke
verlichtingsnetwerk te realiseren. Er loopt een proefproject in Drenthe en Overijssel, waarbij nieuwe
schakeltijden zijn ingevoerd. Dit kan gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid en mogelijk in de sociale
beleving. Aan de hand van de resultaten van dat onderzoek (1 jaar) wordt gekeken of dit op grotere schaal
kan worden doorgevoerd. Binnen het IGOV (intergemeentelijk overleg Openbare Verlichting) wordt dit
onderwerp voortdurend gevolgd.
Stand van zaken
Betreffende de openbare verlichting zijn wij in 2013 gestart met de voorbereiding van het vervangen van de
armaturen voor LED-verlichting. Op basis van de besparingen die wij hierbij realiseren wordt dekking
gegeven aan de hiervoor benodigde investeringen. Daarnaast hebben wij in de bezuinigingsoperatie voor de
programmabegroting 2014 al een structurele besparing van € 3.600 vanaf 2017 opgenomen.
Inzake deze zoekrichting kunnen wij u het volgende mededelen:
1. Vermindering aantal lichtmasten
Bij de vaststelling van de programmabegroting 2014-2017 heeft u betreffende deze optie nog geen keuze
gemaakt.
Rekening houdend met de sociale en verkeersveiligheid en daarmee de maatschappelijke acceptatie en
mede gelet op het feit dat wij binnen het product Openbare verlichting door de toepassing van LEDverlichting al aanzienlijke besparingen zullen realiseren, adviseren wij u het aantal lichtmasten in stand te
houden. Wel bekijken wij de verlichting in de straten op mogelijke overdaad. Een voorbeeld hiervan is de
Viaductstraat in Wamel, waar wij in overleg met de bewoners een vermindering van het aantal masten
realiseren.
2. Verminderen aantal branduren
De resultaten van het proefproject zijn nog niet bekend, wij verwachten deze medio 2015 te ontvangen.
Bij bekendwording van de uitkomsten zullen wij u nader informeren.
9. SUBSIDIËRING
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Gelet op de hoogte van de noodzakelijke bezuinigingen en de principiële keuzes die te maken zijn, deze
bezuiniging in de integrale afweging meenemen. Vraag hierbij is welke subsidies bijdragen bij aan de
beleidsdoelen.
117
In het door u op 26 juni aangenomen amendement heeft u in aanvulling hier op het volgende opgenomen:
"Verenigingen en organisaties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, het begeleiden van bepaalde
doelgroepen en die een wezenlijke bijdrage leveren aan het beleid van de gemeente, worden ontzien in het
subsidiebeleid c.q. zij kunnen voor meer subsidie in aanmerking komen".
Uitwerking
De door u benoemde pijlers (bijdrage leveren aan leefbaarheid, begeleiden van doelgroepen en bijdrage aan
beleid van de gemeente) worden verkend en werken wij uit als uitgangspunten voor het vast te stellen
beleid. Aansluitend vertalen wij deze in de beleidsregels. Binnen het proces van kaderstelling (vaststellen
uitgangspunten door uw raad voor de verkiezingen in 2014) en uitvoering (vaststellen beleidsregels door ons
college) houden wij rekening met de rol die u als raad daarbinnen heeft. Binnen het implementatietraject
houden wij verder rekening met de administratieve procedures (onder andere aanvraagtermijnen,
e
overgangsregels, etc.). Wij streven er naar om de implementatie van het nieuwe beleid in de 1 helft van
2014 te hebben afgerond.
Stand van zaken
Wij hebben de nieuwe beleidsregels vastgesteld op 13 mei 2014 en deze ter kennisname aan uw raad
verzonden. De vastgestelde beleidsregels hebben betrekking op de subsidieaanvragen 2015.
De beleidsregels hebben geen financiële effecten voor de begroting, er vinden alleen verschuivingen tussen
de budgetten plaats.
Wij beschouwen hiermede de uitwerking van deze zoekrichting als afgerond.
10. LEERLINGENVERVOER
Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld:
Toelichting
Gemeenten mogen autonoom een km grens vaststellen voor het leerlingenvervoer, waarbij wettelijk een
maximum is vastgesteld van 6 km. Voor de gemeente West Maas en Waal is de km grens vastgesteld op 4
km. De gemeente heeft daardoor de ruimte de km grens op te hogen met maximaal 2 km.
Daarnaast hanteert de gemeente een eigen bijdrage, het drempelbedrag. De hoogte van dit bedrag is
gebaseerd op de km grens. Dat betekent dat de eigen bijdrage automatisch verhoogd zal worden bij het
invoeren van een 6 km grens.
Uitwerking
Leerlingenvervoer is voor kinderen die niet zelfstandig of niet onder begeleiding van ouders/verzorgers van
en naar een basisschool, speciale school voor basisonderwijs, of een school voor (voortgezet) speciaal
onderwijs kunnen reizen. Daarnaast wordt leerlingenvervoer toegekend aan leerlingen waarvan ouders een
school hebben gekozen die past bij hun levensovertuiging of levensbeschouwing. Het vervoer wordt dan
echter alleen toegekend tot aan de dichtstbijzijnde school die past bij de godsdienst of levensbeschouwing.
De gemeente heeft de wettelijke taak om te zorgen voor een vergoeding voor "passend vervoer" naar de
dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dat wil zeggen, dat rekening gehouden moet worden met de eisen die
bijvoorbeeld de functiebeperking van de leerling stelt aan het vervoer. Bijvoorbeeld rolstoelgebruik,
gedragsprobleem als gevolg van een functiebeperking, blindheid etc.
In onze verordening is opgenomen aan welke criteria voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor
deze vergoeding voor passend vervoer.
Wij hebben voor leerlingen die niet zelfstandig dan wel niet onder begeleiding van ouders/verzorgers kunnen
reizen geregeld dat het vervoer wordt uitgevoerd door Personenvervoer Maas en Waal.
In 2013 is na een aanbestedingstraject de opdracht voor de uitvoering van leerlingenvervoer voor een jaar
gegund met een verlengmogelijkheid van tweemaal één jaar.
Niet altijd blijkt het georganiseerde vervoer het goedkoopst. Omdat de gemeente uitgaat van de
goedkoopste vorm van vergoeding, zijn er mogelijkheden een andere (goedkopere) vorm van vergoeding te
verstrekken. Denk daarbij aan een fietsvergoeding, km-vergoeding of vergoeding van het openbaar vervoer.
118
Een van de voorwaarde om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer is dat de school minimaal een
bepaalde afstand van de woning is gelegen: de kilometergrens.
Leerlingen in het reguliere onderwijs die vanwege een handicap niet of niet zelfstandig gebruik kunnen
maken van het openbaar vervoer kunnen wel binnen de kilometergrens aanspraak maken op
leerlingenvervoer.
Gemeenten mogen een drempelbedrag vragen, maar wettelijk gezien zijn ze hiertoe niet verplicht.
De hoogte van het drempelbedrag is gebaseerd op de kosten voor het openbaar vervoer tot de
kilometergrens. Voor onze gemeente betekent dat de eerste 4 kilometers voor eigen rekening van de ouders
komen. Niet alle ouders betalen het drempelbedrag. Vrijgesteld zijn:
- ouders met een laag inkomen (minder dan € 24.300 voor het schooljaar 2013/2014)
- ouders van kinderen die een speciale school voor verstandelijk, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapten
bezoeken
- ouders van kinderen met een handicap die naar het regulier basisonderwijs en naar het speciaal
basisonderwijs gaan.
Voor het schooljaar 2013-2014 is een nieuw drempelbedrag vastgesteld. Door ons werd voorheen altijd het
drempelbedrag gehanteerd op basis van de prijs van een jeugdjaarkaart voor openbaar vervoer op grond
van de zone-indeling van één ster. Doordat het landelijk sterabonnement niet meer te koop is heeft onze
gemeente zelfstandig de wijze van berekening van het drempelbedrag vast moeten stellen. De berekening
van de eigen bijdrage is gebaseerd op de kosten van het huidige openbaar vervoer. Daardoor is het
drempelbedrag 50% hoger uitgevallen dan voorgaande schooljaren.
De verhoging van het drempelbedrag mag niet worden meegerekend als bezuiniging. Uiteraard is het een
gunstig bijkomstig effect, omdat daarmee onze inkomsten met betrekking tot het leerlingenvervoer zullen
verdubbelen (mits iedereen gebruik blijft maken).
Een ander neveneffect van de verhoging van het drempelbedrag, is dat het aantal leerlingen dat gebruik
maakt van het leerlingenvervoer verminderd. In hoeverre daar nu al sprake van is, is nog niet vast te stellen.
In de huidige situatie zouden 13 kinderen buiten het leerlingenvervoer worden gesteld op het moment dat de
km grens wordt opgehoogd naar 6 km. Daarvan gaan 3 leerlingen naar de Dijk in Druten. 9 leerlingen naar
de Kom in Druten en 1 leerling naar De Gravin van Rechterenschool in Appeltern.
Leerlingenvervoer naar Druten wordt nu door middel van een touringcar georganiseerd. Wanneer 12
kinderen minder gebruik maken van het leerlingenvervoer, kan klein materieel worden ingezet.
Inzetten van klein materieel kan als nadeel hebben dat wanneer er meer aanmeldingen zijn, extra materieel
ingezet moet worden dat duurder kan zijn dan wanneer een touringcar zou zijn ingezet. Het voordeel van
een touringcar is momenteel dat deze voldoende ruimte heeft een aantal extra leerlingen te vervoeren
zonder veel extra kosten.
Per schooljaar wordt voor het vervoer naar de Kom en de Dijk in Druten vastgelegd of er dat schooljaar een
touringcar wordt ingezet of klein materieel.
De eigen bijdrage wordt momenteel voor 13 leerlingen doorgerekend (van de 133 leerlingen die in totaal
gebruik maken van het leerlingenvervoer). Wanneer wordt uitgegaan van het zelfde aantal voor het nieuwe
schooljaar en gebaseerd op de invoering van de 6 km grens levert dit een financieel voordeel van € 1.424,80
op.
Dit is echter een inschatting. Aangezien het leerlingenvervoer er morgen weer anders uit kan zien wanneer
er meer of minder aanmeldingen zijn, is het niet mogelijk hierop een garantie te geven.
Vanaf 01-08-2014 gaat de wet op Passend Onderwijs van kracht. De invoering van deze wet kan mogelijke
consequenties hebben voor het leerlingenvervoer. De verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer zal
voorlopig ook nog in handen liggen van de gemeenten.
Het is nu niet inzichtelijk welke consequenties het Passend Onderwijs zal hebben. Daarover zal in de loop
van 2014 meer duidelijkheid over moeten komen.
In februari 2014 staat gepland dat de schoolbesturen het concept zorgplan moeten bespreken met de
gemeenten. Dan kan waarschijnlijk meer inzicht gegeven worden.
Stand van zaken
De nieuwe wet op Passend Onderwijs is definitief in werking getreden op 1 augustus 2014. De
wetswijzigingen die direct het leerlingenvervoer betreffen zijn in aantal beperkt. Het gaat om de volgende
belangrijke punten:
- De regeling (bedoeld wordt de verordening) dient rekening te houden met de van ouders redelijkerwijs te
vergen inzet;
119
- Leerlingen die voortgezet speciaal onderwijs volgen kunnen slechts aanspraak maken op een
vervoersvoorziening als zij wegens hun handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn
aangewezen, dan wel vanwege hun handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen
maken.
Aanpassing verordening
In de raadvergadering van 19 juni 2014 is uw raad gevraagd een besluit te nemen over de aangepaste
verordening voor het leerlingenvervoer.
In deze verordening zijn alleen de wijzigingen met betrekking tot het Passend Onderwijs meegenomen.
Vervolg
Conform voorstel en planning.
120
MEERJAREN INVESTERINGSPLAN
121
In de laatste kolom is aangegeven of er sprake is van een oude (O), gewijzigde (G) of nieuwe (N)
investering ten opzichte van het bij de Programmabegroting 2014 vastgestelde meerjareninvesteringsplan
2014-2017. Alleen de nieuwe en gewijzigde investeringen hebben een budgettair effect. Daarnaast
presenteren wij de vervallen (V) investeringen. Deze hebben een positief financieel effect.
122
BIJLAGE 3 - OVERZICHT VASTE ACTIVA
Bedragen x € 1.000
Activaklasse
Boekwrd Aflos- Afschrij Rente Boekwrd Kapitaallasten
01-01-2015 sing
31-12-2015 2015 2016 2017
ving
Programma 1 - Wonen, werken en recreëren
Gronden en terreinen
258
0
Woonruimten
99
0
Bedrijfsgebouwen
295
0
Grond, weg en water werk
66
0
Ov. lang lopende leningen
2.602
204
Aandeel in gem. R&D
19
0
Onderh. werken GrEx’en
8.557
0
Totaal programma 1
11.896
204
15
5
15
3
0
0
0
38
11
4
12
3
176
1
299
506
243
95
280
63
2.398
19
8.557
11.655
0
0
0
0
89
0
89
12
365
15
135
0
5
532
29
430
7
13
334
2
815
716
41
39
38
38
9.724
795
751
733
722
150
22
21
19
16
196
148
100
65
36
7.378
334
330
326
321
34
6
6
6
6
18.198 1.346 1.247 1.187 1.139
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7
1
47
42
29
519
3
0
648
5
1
34
11
10
677
1
1
740
68
13
13
12
12
21
2
2
2
2
798
81
86
84
82
234
53
51
43
39
213
39
38
37
35
15.494 1.196 1.187 1.182 1.179
27
5
4
4
4
6
0
0
0
0
16.861 1.389 1.381 1.364 1.353
Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid
Bedrijfsgebouwen
3.923
0
Grond, weg en water werk
2
0
Machines, app. en install.
833
0
Ov. materiële VA econ.
91
0
Totaal programma 4
4.849
0
64
1
298
13
376
245
0
33
4
282
3.859
1
534
78
4.472
309
1
331
16
657
309
1
256
16
582
308
1
141
15
465
308
0
136
15
459
64
13
77
245
4
249
3.859
80
3.939
309
17
326
309
16
325
308
16
324
308
15
323
Programma 2 - Maatschappelijke zaken
Gronden en terreinen
728
Bedrijfsgebouwen
10.089
Machines, app. en install.
166
Ov. materiële VA econ.
331
Ov. lang lopende leningen
7.467
Bijdrage aan activa
39
Totaal programma 2
18.820
Programma 3 - Fysieke leefomgeving
Gronden en terreinen
75
Bedrijfsgebouwen
22
Grond, weg en water werk
845
Vervoermiddelen
275
Machines, app. en install.
242
Ov. materiële VA econ.
16.013
Ov materiële VA maat
31
Aandeel in gem. R&D
6
Totaal programma 3
17.509
Algemene dekkingsmiddelen
Bedrijfsgebouwen
Ov. materiële VA econ.
Totaal Alg. dekkingsm.
TOTAAL
3.923
93
4.016
0
0
0
57.090
293
1.671 2.592
27
8
27
6
176
1
299
544
27
8
27
6
161
1
299
529
10
8
26
5
145
1
299
494
2018
10
8
26
5
128
1
299
477
55.125 4.262 4.064 3.834 3.751
123
BIJLAGE 4 - OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Reserves
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
Programma 1
Bovenwijkse voorzieningen
Recreatie en toerisme
Sociale woningbouw
Startersleningen
Totaal Programma 1
366
66
165
499
1.095
392
71
382
499
1.344
635
73
237
486
1.431
961
75
257
473
1.766
1.287
78
277
459
2.101
1.613
81
297
444
2.435
Programma 2
Afkoopsommen erfpacht
Leefbaarheid kernen
Lokaal onderwijsbeleid
Onderhoud voetbalvelden
Onderwijshuisvesting
Totaal Programma 2
235
606
135
0
674
1.649
233
437
135
0
658
1.462
466
338
135
61
643
1.642
461
313
135
0
643
1.551
455
288
135
0
643
1.520
449
263
135
0
643
1.489
618
618
585
585
406
406
184
184
0
0
0
0
4.560
781
2.093
109
160
7.703
5.511
940
1.501
55
120
8.126
5.525
909
1.443
0
80
7.957
5.810
717
1.430
0
40
7.998
6.686
14
1.417
0
0
8.117
7.012
0
1.404
0
0
8.416
11.066
11.517
11.436
11.499
11.738
12.341
Programma 3
Egalisatie Rioolheffing
Totaal Programma 3
Algemene dekkingsmiddelen
Algemene reserve
Informatisering
Investeringen met economisch nut
Investeringen met maatschappelijk nut
Personeel en organisatie
Totaal Algemene dekkingsmiddelen
Totaal reserves
124
Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000
Voorzieningen
Programma 1
Beheer en onderhoud ontzanding
Totaal Programma 1
Saldo
2013
Saldo
2014
Saldo
2015
Saldo
2016
Saldo
2017
Saldo
2018
323
323
471
471
669
669
819
819
969
969
1.119
1.119
Programma 2
Gebouwen
Onderwijsgebouwen
Totaal Programma 2
1.331
582
1.913
904
416
1.320
924
458
1.383
806
458
1.264
871
458
1.330
742
458
1.200
Programma 3
Afkoop onderhoud grafrechten
Openbare verlichting
Wegen
Totaal Programma 3
122
350
2.985
3.457
106
395
2.955
3.457
100
281
2.535
2.916
95
302
1.729
2.126
92
357
1.138
1.587
89
288
1.215
1.592
Programma 4
Pensioenen wethouders
Voormalige wethouders
Totaal Programma 4
1.722
124
1.847
1.799
79
1.879
1.882
169
2.051
1.958
138
2.096
2.034
103
2.137
2.110
70
2.180
148
148
220
220
101
101
100
100
100
100
100
100
7.688
7.346
7.120
6.404
6.122
6.190
Algemene dekkingsmiddelen
Voormalig personeel
Totaal Algemene dekkingsmiddelen
Totaal Voorzieningen
125
BIJLAGE 5 - RISICOREGISTER
Categorie
Risico
Bedrag
Kans
Klasse
Gevolg
% Klasse
Bedrag
x € 1.000
1. Aansprakelijkheid
Bedrijfsongevallen
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
200
1
2%
1
4 S
Accepteren
Nalatigheid of
onrechtmatig handelen
100
1
5%
1
5 S
Verminderen
Fraude, diefstal
500
1
5%
2
25 S
Verminderen
50
3
50%
2
25 S
Overdragen/
verminderen
200
2
25%
2
50 S
Verminderen
(accepteren)
Achterstallig onderhoud gebouwen,
wegen, riolering, groen a.g.v. mogelijke
bezuinigingen kunnen leiden tot meer
claims.
Verminderen
Verzekering: Clausule vergeten
objecten. Hertaxatie geschiedt jaarlijks;
Vandalisme niet verzekerd. € 1.000
max. per schadegeval, begroting €
9.400.
Onderhoud is gebaseerd (actuele)
meerjarige onderhoudsplannen. Het
a.g.v. opstellen accommodatiebeleid
ontstane achterstallig onderhoud
gebouwen is/wordt ingelopen.
Het is een risico of onze voorzieningen
financieel toereikend zijn. Het risico
schatten we in op € 150.000.
De kosten van de uitvoering van het
Integraal Onderwijshuisvestingsplan
worden begin 2015 bekend. Dan kunnen
wij ook bepalen wat de eventuele extra
toevoeging aan de reserve moet zijn.
Vooralsnog hebben wij hiervoor €
250.000 als risico opgenomen.
Planschade
Schadeclaims
- Algemeen
Totaal 1.
Aansprakelijkheid
1.050
109
2. Eigendommen
Gemeentelijke
eigendommen en
accommodaties
- eigen risico
schadegevallen
- onderhoud en beheer
10
5
90%
1
9 S
150
2
25%
3
38 S
- onderwijshuisvesting
250
3
50%
3
5
5
99%
- vervuiling openbare
ruimte
Totaal 2.
Eigendommen
3. Bedrijfsvoering
Doorbelasting
personeel aan
Grondexploitaties
Afwezigheid personeel
wegens ziekte of
anderszins
(zwangerschaps- en
bevallingsverlof,
zorgverlof)
Arbo-voorschriften worden nageleefd en
werkprocedures gevolgd. WABMverzekering (bestuurders motorrijtuigen,
onderweg met eigen vervoer).
WA-verzekering, WA-bestuurders en
rechtsbijstandsverzekering, procedures
en mandaatregeling volgen.
FOG-verzekering. Treffen fysieke en/of
administratieve maatregelen
(functiescheiding,
procesbeschrijvingen).
Planschade overeenkomsten
ontwikkelaar. Risico binnen projecten
gemeente.
415
Accepteren
125 I
Accepteren
4 s
Accepteren
Dumpen van afval: asbest, chemisch
afval, drugsgerelateerd afval
176
445
3
50%
3
223 S
100
2
30%
2
30 S
Verminderen
Toerekening van structurele lasten aan
grondexploitaties wordt in de komende
jaren afgebouwd.
Verminderen/ Ziektepercentage gemiddeld 4%.
accepteren
Uitgangspunt opvangen binnen eigen
budgetten, bij calamiteiten risico €
100.000.
126
Categorie
Risico
Bedrag
Kans
Klasse
Gevolg
% Klasse
Bedrag
x € 1.000
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
Vertrek personeel
50
2
30%
1
15 S
Verminderen
Stijging kosten
pensioenen
65
5
80%
2
52 S
Accepteren
Kwalitatief goed
personeel
50
3
50%
2
25 S
Disfunctioneren
medewerkers
ICT
100
2
25%
2
25 S
Verminderen/ Ontwikkelingen op arbeidsmarkt na
accepteren
aantrekken economie zijn naar
verwachting ongunstig voor de overheid.
Van aantrekken is echter nog geen
sprake.
Verminderen Coaching en begeleiding.
29
2
25%
1
10 S
Verminderen
45
2
25%
1
11 S
Verminderen
ICT - software
Totaal 3.
Bedrijfsvoering
4. Financieel
a. Economische
ontwikkelingen
- Loon- en
prijsontwikkelingen
857
Gemiddeld verloop 10 personen per
jaar. Uitgangspunt opvangen binnen
eigen budgetten, bij groter verloop is
sprake van risico € 50.000.
Gelet op vergrijzing is stijging lasten
pensioenen te verwachten.
Training medewerkers, gegevensuitwijk,
back up systemen.
Computeruitval 95 medewerkers - 1/2
dag, gemiddeld uurtarief € 75.
Een softwareleverancier heeft haar
prijzen bij al haar gemeentelijke klanten
aanzienlijk verhoogd. Hiertegen wordt,
samen met een aantal andere
gemeenten, (waarschijnlijk) een
juridische procedure opgestart.
384
100
1
10%
1
10 S
Verminderen
Begrotingspost wordt geraamd op basis
van meest recente gegevens.
- Toename uitkeringen
WWB (inkomensdeel)
100
3
50%
2
50 I
Verminderen
Begrotingspost wordt geraamd op basis
van meest recente gegevens en indien
noodzakelijk gedurende jaar bijgesteld.
- Toename aanvragen
bijzondere bijstand
- Toename aanvragen
schuldhulpverlening
- Vermindering
legesopbrengsten
bouwvergunningen
10
4
70%
1
7 I
Verminderen
Begrotingspost is bijgeraamd.
10
4
70%
1
7 I
Verminderen
50
2
25%
1
13 I
Verminderen
/accepteren
p.m.
2
30%
1
p.m. I
Verminderen
p.m.
1
10%
2
p.m. I
Verminderen
p.m.
1
10%
2
p.m. I
Verminderen
100
2
25%
2
25 I
- Vertraging
bouwprojecten renteverliezen
- Daling grondprijzen
GrEx
- Terugtrekken partners
GrEx - niet realiseren
opbrengsten
- Ontzandingen
Accepteren
Ramingen zijn bijgesteld conform
bijgestelde woning-bouwprogramma.
Opbrengsten bouwleges zijn deels
afhankelijk van economische
conjunctuur en daarmee risicovol.
Rente verliezen worden binnen de GrEx
opgevangen.
Kosten door organisatie gemaakt,
worden op basis van gesloten
overeenkomsten, op termijn voor 100%
vergoed. Contractant verzorgt beheer en
onderhoud.
Bedragen zijn gekoppeld aan
hoeveelheid tonnages zand door
contractpartijen gewonnen. Hoeveelheid
gewonnen zand is afhankelijk van
ontwikkelingen in de markt. Fasering
realisatie opbrengsten zijn voor een deel
conjunctuur gevoelig. Het risico wordt
geschat op
€ 100.000 incidenteel.
127
Categorie
Risico
Bedrag
Kans
Klasse
Gevolg
% Klasse
Bedrag
x € 1.000
- Lagere opbrengsten
OZB door leegstand
bedrijfsvastgoed
- Toename
bezwaar/kwijtschelding
- kosten/
minder opbrengsten
Totaal a. Economische
ontwikkelingen
b. Grondexploitatie
- Grondexploitaties
Totaal b.
Grondexploitatie
c. Verbonden partijen
en gesubsideerde
instellingen
Regio Rivierenland
I/S Beheersing
x € 1.000
25
3
50%
1
13 I
Verminderen
15
3
50%
1
8 I
Verminderen
410
1.250
Toelichting
132
2
25%
5
1.250
313 I
Verminderen
Activiteiten zijn conjunctuurgevoelig.
Realisatie plannen ligt deels bij
projectontwikkelaars. Verschillende
risico´s gemeente (afzetmogelijkheden,
rente, BTW, waardering gronden,
subsidies derden). De
exploitatieopzetten worden periodiek
herzien. Voor de verliesgevende
exploitaties zijn voorzieningen getroffen.
313
79
1
10%
1
8 S
126
1
10%
1
13 S
150
2
25%
2
50 S
61
1
10%
1
6 S
Verminderen/ idem
accepteren
Belasting
Samenwerking
Rivierenland
273
1
10%
1
27 S
Verminderen/ idem
accepteren
GGD Gelderland-Zuid
500
1
10%
2
50 S
Verminderen/ Vooralsnog leiden frictiekosten als
accepteren
gevolg van de uittreding van Mook &
Middelaar niet tot hogere bijdragen. Met
ingang van 2015 kan dit mogelijk wel het
geval zijn.
Milieu Afvalverwerking
Regio Nijmegen
(MARN)
Totaal c. Verbonden
partijen
0
1
10%
2
0 S
GR Veiligheidsregio
Gelderland-Zuid
- algemeen
- FLO-overgangsrecht
Werkvoorzieningschap
Breed
Schoollogodische
Dienst Maas en Waal
d. Open-einde
regelingen
Leerlingenvervoer
1.189
50
Verminderen/ Budgetoverschrijdingen t.l.v. gemeente.
accepteren
Budgetten bijgesteld o.b.v. actuele
begrotingen. De mate van beïnvloeding
en zeggenschap binnen de verbonden
partijen is onderwerp van bestuurlijke
discussie.
Verminderen/ idem
accepteren
Verminderen/ idem (transitiekosten)
accepteren
Verminderen/ De MARN heeft haar risico´s afgedekt.
accepteren
De gemeente loopt geen extra risico´s
154
2
25%
1
13 S
Verminderen/ Begrotingspost wordt geraamd op basis
accepteren
van meest recente gegevens. Indien
noodzakelijk vindt bijstelling bij
bestuursrapportages plaats
128
Categorie
Risico
Bedrag
Kans
Klasse
Gevolg
% Klasse
Bedrag
x € 1.000
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
Wet maatschappelijke
ondersteuning
50
2
25%
1
13 S
Verminderen/ Idem
accepteren
Wet werk en bijstand
(deels)
100
3
25%
3
25 S
Bijzondere bijstand
Totaal d. Open-einde
regelingen
10
210
3
50%
2
5 S
55
Verminderen/ Idem. Wij zijn volledig risicodrager voor
accepteren
de kosten van de bijstand inkomensdeel. Het maximale risico
schatten wij in € 100.000. Een deel van
dit risico presenteren wij bij de
economische omstandigheden.
Accepteren
Idem
e. Grote projecten
Totaal e. Grote projecte
f. Overige financiële
risico's
Algemene uitkering
0
0
250
3
50%
3
Juridisch geschil
heffing baatbelasting
100
5
1%
3
1 I
Accepteren
Renterisico
100
2
30%
3
30 S
Accepteren
Toerekening rente
eigen vermogen
(reserves)
200
3
50%
3
100 S
Accepteren/
verminderen
Beleggingen - dividend
56
2
25%
2
14 S
Accepteren
Decentralisatie
Rijkstaken
Opruiming explosieven
Bodemsanering
p.m.
4
75%
2
p.m. S
Accepteren
100
300
1
1
10%
10%
3
3
10 S
30 S
Accepteren
Accepteren
75
5
80%
2
60 S
Verminderen
p.m.
1
10%
2
p.m. S
Verminderen
Oninbare vorderingen
Belastingaangiften
(onvolledige, niet tijdige
of onjuiste opgave en
aangifte
belastingsdienst BTW, loonbelastingen)
Belastingopbrengsten
p.m.
125 S
p.m.
Accepteren/
verminderen
Effecten van de rijksbezuinigingen,
decentralisaties en nieuwe circulaires
zijn nog onzeker. Als risico nemen we
2,5% accress mee
Juridisch geschil over heffing
baatbelasting. Risico:
tot € 100.000
Rente fluctueert. Momenteel is rente
relatief laag. In begroting wordt tevens
structureel deel opbrengsten als dekking
meegenomen. Fluctuaties in rentepercentage kunnen leiden tot risico. Het
'algemene' renterisico stellen we op
€ 100.000.
Per 1 januari 2012 geldt de vastgestelde
nota reserves en voorzieningen. Hierin
is het nieuwe rentebeleid opgenomen.
Over de geblokkeerde reserves wordt
een bedrag van €. 200.000,00
toegerekend aan de exploitatie.
Mochten deze reserves toch worden
aangesproken leidt dat tot een risico in
de begroting.
Totale geraamde dividend Vitens NV
€ 56.000, Nazorg Bodem BV keert tot
2020 geen dividend uit om bedrijf op
orde te brengen.
Er zijn geen lokaties bekend met een
risico van bodemsanering. Het
'algemene' risico van bodemsanering
schatten we in op € 300.000.
Voorziening voor dubieuze debiteuren
gevormd van
€ 60.000 (jaarverslag 2012), .
In overleg met belastingdienst over
horizontaal toezicht. Dit betekent dat
onze processen worden doorgelicht. Zijn
deze akkoord vinden er nog beperkt
controles plaats. Bovendien zijn wij dan
vrijgesteld van boetes.
Het risico betreft het niet volledig
genereren van inkomsten. Verminderen
van risico door het uitvoeren van
volledigheidscontrole en bijhouden
standenregisters
129
Categorie
Risico
Bedrag
Kans
Klasse
Gevolg
% Klasse
Bedrag
x € 1.000
I/S Beheersing
Toelichting
x € 1.000
Garanties en
borgstellingen
5.000
1
1%
5
50 S
Wachtgeld bestuurders
Totaal f. Overige
financiële risico's
0
6.181
3
50%
3
0 S
420
Totaal 4. Financieel
9.240
1.073
Totaal
Waarvan incidenteel
structureel
11.562
1.741
560
1.181
Accepteren
Verminderen
Gemeentelijke garanstellingen voor
verenigingen en gewaarborgde
geldleningen e.d. Totaalbedrag ca. € 23
miljoen. Betreft vooral Woningstichting
De Kernen (€ 19 miljoen), in dit kader is
risico beperkt
Voorzieningen beschikbaar
130
BIJLAGE 6 - SAMENSTELLING COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Burgemeester Th.A.M. Steenkamp
Portefeuille Algemeen bestuur, Openbare orde en Veiligheid
- Algemeen bestuur en bestuurlijke coördinatie
- Bestuurlijke samenwerking (Regio Rivierenland)
- Integriteitsbeleid
- Personeelszaken
- Communicatie
- Burgerzaken
- Openbare orde en veiligheid (politie, brandweer en ambulancezorg)
- Integraal veiligheidsbeleid (incl. rampenbestrijding –GHOR-)
- Algemeen plaatselijke verordening
- Handhaving APV
- Representatie
Vervanging van portefeuille door wethouder van Swam
Wethouder A.P.M. van Swam
Portefeuille Sociaal Domein
- Participatiewet (inkomensvoorziening en –ondersteuning)
- Gezondheidszorg
- Wet Maatschappelijke Ondersteuning
- Jeugdzorg
- Transities sociaal domein
- Welzijn (jeugd en jongerenwerk en ouderenbeleid, minderheden, vrijwilligers en subsidiebeleid)
- Educatie (kinderopvang, peuterspeelzalen, lokaal (primair- en voortgezet) onderwijsbeleid
(onderwijsvoorzieningen
en –huisvesting) en bibliotheekwerk
- Leerplicht
- Uitvoering Visie Leefbaarheid Kernen
- Project nieuw-/verbouw De Rosmolen
e
- 1 loco burgemeester
Vervanging van portefeuille door wethouder Bos
Wethouder S.A.M. Bos
Portefeuille Wonen, Werken, Economie, Recreatie en Toerisme
- Ruimtelijke Ordening (structuur en bestemmingsplannen)
- Grondexploitaties/woningbouw
- Volkshuisvesting
- Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO)
- Handhaving WABO
- Economische zaken (middenstand, bedrijven, markten en kermissen)
- Grondzaken (pacht, huur en verhuur, aan- en verkoop gemeentelijke eigendommen)
- Recreatie- en toerisme (structuurvisie Recreatieconcentratiegebieden; Gouden Ham/de Schans, Tuinen van
Appeltern
e
- 2 loco burgemeester
Vervanging van portefeuille door wethouder Hol
131
Wethouder A.H.M. de Vree
Portefeuille Financiën, Milieu, Sport en Bedrijfsvoering
- Planning en control (financiën, belastingen)
- Milieu (incl. afvalverwijdering en –verwerking)
- Welzijn (accommodaties -sportaccommodaties en dorpshuizen-, kunst en cultuur, sport)
- Opdrachtnemersrol gemeenschappelijke uitvoeringsregelingen (BSR, ODR, AVRI)
- Bedrijfsvoering (informatievoorziening, juridisch, organisatie, facilitair, automatisering)
- Regiegemeente
- Dienstverlening
e
- 3 loco burgemeester
Vervanging van portefeuille door burgemeester Steenkamp
Wethouder T.P.M. Hol
Portefeuille Openbare voorzieningen, Wegen en Verkeer
- Verkeer en Vervoer (wegenverkeerswetgeving, vervoersvoorzieningen (regio taxi, openbaar vervoer) en
veerdiensten
- Ontgrondingen (project Over de Maas)
- Deltawerken
- Beheer en onderhoud openbare buitenruimte (openbaar groen, openbare begraafplaatsen) gemeentelijke
gebouwen (m.u.v. sportaccommodaties en dorpshuizen) en voorzieningen (w.o. speelterreinen)
- Aanleg, beheer en onderhoud wegen straten en pleinen (incl. openbare verlichting)
- Rioleringen, waterplan en waterbeheer
e
- 4 loco-burgemeester
Vervanging van portefeuille door wethouder de Vree
132
BIJLAGE 7 - KERNGEGEVENS
Gegevens
1 januari 2014
Geschatte
gegevens
2015
Geschatte
gegevens 2016
Sociale structuur
Aantal inwoners
- totaal
- waarvan 0 - 19 jaar
- waarvan 20 - 64 jaar
- waarvan 65 jaar en ouder
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden
- totaal
- waarvan W.W.B.
- waarvan I.O.A.W.
- waarvan I.O.A.Z.
Aantal tewerkgestelde in sociale
werkvoorzieningsschappen
Aantal leerlingen basisscholen
Aantal leerlingen juniorcollege West Maas
en Waal voortgezet onderwijs
18.419
4.107
10.942
3.370
18.425
4.032
10.923
3.470
18.425
3.957
10.898
3.570
210
192
17
1
216
192
23
1
203
180
22
1
79
74
69
1.508
1.475
1.465
342
307
300
8.584 ha.
777 ha.
8.515 ha.
777 ha.
8.515 ha.
777 ha.
7.765
7.840
7.915
1.486.900
1.494.350
1.502.700
15.182 stuks
7,5 ha
1,3 ha
16,7 ha
0,7 ha
126 ha
12,9 ha
11,3 ha
10 ha
23 km
116 km
38 ha
4 ha
15.231 stuks
7,5 ha
1,3 ha
17 ha
0,7 ha
126 ha
12,9 ha
11,5 ha
10 ha
23,6 km
116 km
38,2 ha
4 ha
15.266 stuks
7,5 ha
1,3 ha
17,3 ha
0,7 ha
126,4 ha
12,9 ha
11,8 ha
10 ha
24,2 km
116 km
38,4 ha
4 ha
Fysieke structuur
Oppervlakte gemeente
- waarvan binnenwater
Aantal woonruimten
Oppervlakte van de wegen in m²
Bomen
Cultuurlijke beplanting
Hagen
Gazon
Hondenuitlaatterrein
Berm
Kruidenrijk gras
Natuurlijke beplanting
Bos
B-watergangen
C-watergangen
Onkruidbestrijding op verhardingen
Algemene begraafplaatsen
133