Gemeente West Maas en Waal Programmabegroting 2015 Alphen Altforst Appeltern Beneden-Leeuwen Boven-Leeuwen Dreumel Maasbommel Wamel 1 INHOUDSOPGAVE Aanbieding aan de raad Vaststellingsbesluit Leeswijzer Autorisatie begroting 3 6 7 10 Deel 1 - Programma's Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Recapitulatie van baten en lasten 12 13 18 24 30 34 38 Deel 2 - Paragrafen Paragraaf Lokale Heffingen Paragraaf Weerstandsvermogen Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf Financiering Paragraaf Bedrijfsvoering Paragraaf Verbonden partijen Paragraaf Grondbeleid 39 40 48 54 64 69 77 86 Deel 3 - Financiën Algemeen Kaders en uitgangspunten Algemeen financieel beeld Overzicht van baten en lasten Toelichting ontwikkelingen financieel meerjarenperspectief Overzicht van incidentele baten en lasten EMU saldo Uiteenzetting financiële positie en toelichting 94 95 96 97 101 102 103 104 105 Deel 4 - Bijlagen Bijlage 1 - Zoekrichtingen Bijlage 2 - Meerjaren investeringsplan Bijlage 3 - Overzicht vaste activa Bijlage 4 - Overzicht reserves en voorzieningen Bijlage 5 - Risicoregister Bijlage 6 - Samenstelling college van Burgemeester en Wethouders Bijlage 7 - Kerngegevens 109 110 121 123 124 126 131 133 2 AANBIEDING AAN DE RAAD Hierbij bieden wij u de Programmabegroting 2015 en de meerjarenbegroting 2016-2018 aan. Deze begroting is opgesteld binnen de door u bij de Perspectiefnota 2015 op 10 juli 2014 vastgestelde kaders. Financieel uitgangspunt voor de opstelling van deze Programmabegroting is het in de Perspectiefnota gepresenteerde financieel meerjarenbeeld. De door u gemaakte keuzes naar aanleiding van deze perspectiefnota hebben wij in deze begroting verwerkt en zijn bepalend voor het gepresenteerde meerjarenbeeld. De structurele effecten uit de bij de samenstelling van deze begroting nog vast te stellen 2e bestuursrapportage nemen wij mee in de 1e begrotingswijziging 2015. In onderstaande presentatie hebben wij echter reeds rekening gehouden met deze mutaties, om zodoende het meest actuele beeld voor de periode 2015/2018 aan uw raad voor te leggen. Op basis van de actualisatie geeft het meerjarenperspectief het volgende beeld te zien: Bedragen x € 1.000 Omschrijving Meerjarenperspectief 2015-2018 e (2014 is o.b.v. vastgestelde 1 Bestuursrapportage 2014) e Begrotingswijzigingen tot 2 bestuursrapportage 2014 e Financiële effecten 2 bestuursrapportage Actueel saldo Meerjarenperspectief 2014-2018 Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 689 -251 -99 -60 -30 227 -110 0 52 -9 24 -10 -31 -11 -13 806 -199 -84 -101 -54 -51 -139 -73 -263 -28 -144 -53 -226 -29 52 -53 -30 -57 56 -53 -55 0 0 0 0 0 0 0 0 -263 -226 -30 -55 -462 -310 -131 -109 394 287 237 237 -69 -23 106 128 69 23 0 0 106 128 Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting Autonome ontwikkelingen (Perspectiefnota) Administratieve aanpassingen Heroverweging/intensivering bestaand beleid (bijgesteld) Totaal Bestaand beleid Nieuw beleid Totaal Nieuw beleid Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting Saldo Programmabegroting 2015, voor dekkingsplan 806 Dekkingsplan, conform Perspectiefnota 2015 Saldo Programmabegroting 2015 806 Aanvullend dekkingsplan Saldo Programmabegroting 2015, na dekkingsplan 806 De raming van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2014. Toelichting op het bijgestelde meerjarenperspectief 2015-2018 Vastgesteld meerjarenperspectief 2015-2018 Financieel uitgangspunt voor de opstelling van deze programmabegroting is de bijgestelde begroting 2014, e inclusief 2 bestuursrapportage en het bij de begroting 2014 gepresenteerde meerjarenperspectief 20152017. Het meerjarenperspectief wordt nu uitgebreid met het begrotingsjaar 2018. Extrapolatie naar 2018 heeft plaatsgevonden op basis van “bestaand beleid”. Begrotingswijzigingen Tussen de vaststelling van de meerjarenbegroting 2014-2017 en de opmaak van deze programmabegroting hebben zich een aantal begrotingswijzigingen voorgedaan. Deze zijn in de berekening verwerkt. De financiële effecten van deze wijzigingen zijn voor de komende jaren beperkt. 3 e Financiële effecten 2 bestuursrapportage 2014 Hoewel deze bestuursrapportage nog door u vastgesteld dient te worden hebben wij, om u een zo actueel mogelijk financieel beeld te schetsen, de structurele effecten uit deze rapportage al verwerkt. Aanpassingen op basis van uw besluitvorming verwerken wij als wijziging van de voorliggende begroting. Voor 2015 en 2016 is een positief resultaat te zien, voor de jaren daarna een gering nadelig effect. Toelichting effecten Perspectiefnota/Programmabegroting 2015 De ontwikkelingen worden bij de programma's verder toegelicht. Bestaand beleid Autonome ontwikkelingen Bij dit onderdeel presenteren wij de ontwikkelingen die wij zelf niet of nauwelijks kunnen beïnvloeden. Dit kunnen de gevolgen van ons eigen beleid zijn, bijvoorbeeld areaaluitbreidingen als gevolg van toename van groen door de ontwikkeling van nieuwe wijken. Ook ontwikkelingen op rijksniveau verplichten ons soms onze budgetten bij te stellen. Hetzelfde geldt voor maatschappelijke ontwikkelingen, zoals prijsontwikkelingen. Administratieve aanpassingen Dit onderdeel van de autonome ontwikkelingen hebben wij er specifiek uitgelicht, omdat de effecten hiervan binnen de programma's aanzienlijke verschuivingen tot gevolg kunnen hebben. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de nieuwe verdeling van de indirecte kosten van huisvesting, personeel en materialen en het geactualiseerde meerjareninvesteringsplan. Kleinere effecten betreffen de actualisatie van de reserves en aanpassingen van de verzekeringen. Heroverweging/intensivering bestaand beleid en nieuw beleid Bij heroverweging/intensivering gaat het om taken die wij al uitvoeren, maar waarvoor wij voorstellen de budgetten aan te passen om de taken goed uit te kunnen blijven voeren. Bij nieuw beleid gaat het om zaken die wij nog niet doen, maar die wij adviseren wel te gaan doen (soms door het Rijk geïnitieerd) en waar mogelijk budget voor nodig is. De opgenomen saldi bij dit onderdeel betreffen onder andere het onderzoek naar de bedrijventerreinen, de geraamde kosten van Koers 2030 en het vernieuwen van de website. Nieuw beleid Hier presenteren wij het nieuwe beleid. Wij zijn hierbij uitgegaan van een bescheiden ambitieniveau, vooralsnog presenteren wij geen nieuw beleid met budgettaire consequenties. Toelichting (aanvullend) dekkingsplan Het (aanvullend) dekkingsplan ziet er als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Exploitatie Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 Lasten Perspectiefnota Aframen Stelpost Binnenzwembad Gedeeltelijk aframen Stelpost Accommodatiebeleid 204 140 100 100 100 50 137 50 87 50 87 50 394 287 237 237 p.m. p.m. p.m. p.m. Aanvullend dekkingsplan Onttrekking aan de Algemene reserve 69 23 Totaal verhoging baten 69 23 0 0 463 310 237 237 Gedeeltelijk aframen Stelpost incidentele beleidsruimte Gedeeltelijk aframen post Onvoorzien Totaal verlaging lasten Baten Belastingverhoging Totaal dekkingsplan De afzonderlijke posten worden toegelicht bij het onderdeel 'Algemeen financieel beeld'. 4 Saldo Programmabegroting 2015, na dekkingsplan Hoewel het saldo van de baten en lasten na ons dekkingsplan een sluitend meerjarenperspectief te zien zijn wij voorzichtig wat betreft onze ambities, het uitgangspunt van een solide financieel beleid staat nog steeds voorop. De nog aanwezige onzekerheden betreffende de drie decentralisaties in het sociale domein en de nog niet echt stabiele economie zijn een reden te meer om voorzichtig met de beschikbare financiële middelen om te gaan. Wij zien als college uit naar een eerste moment van gedachten wisseling met u op 16 oktober 2014. Op deze avond is er een technische vragenmarkt, die gevolgd wordt door een bestuurlijke voorbereidingsronde. Dan kunt u met de ambtelijke organisatie en ons in gesprek over de voorliggende begroting en uiteraard indien u daar behoefte aan heeft vragen stellen. Vervolgens zal de formele behandeling van de Programmabegroting 2015 plaats vinden in uw raadsvergadering van 5 november 2014. Wij vertrouwen op een constructief overleg met uw raad. Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WEST MAAS EN WAAL, De gemeentesecretaris, De burgemeester, P.G. Arissen Th.A.M. Steenkamp 5 VASTSTELLINGSBESLUIT Onderwerp: Vaststelling Begroting 2015 en meerjarenraming 2016-2018 Nr. De Raad van de gemeente West Maas en Waal, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, d.d. 30 september 2014, nr. 14INT647 Overweging: Gelet op artikel 191 van de Gemeentewet, BESLUIT: 1. De Programmabegroting 2015 en Meerjarenbegroting 2016-2018 vast te stellen; e 2. Het structurele effect uit de 2 Bestuursrapportage 2014 te verwerken in de begroting 2015 en e meerjarenbegroting 2016-2018 middels de 1 begrotingswijziging 2015. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering op 5 november 2014. DE RAAD VAN DE GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL, De griffier, De voorzitter, mr. G.E.M. (Gabriëlle) Gieling Th.A.M. (Thomas) Steenkamp 6 LEESWIJZER Inleiding De programmabegroting is het hulpmiddel voor u als raad om de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol uit te kunnen voeren en te kunnen sturen op hoofdlijnen. Om deze reden is er ook een splitsing gemaakt in de begroting voor uw raad en de productenraming voor ons college. In onze productenraming nemen wij meer detailinformatie op. Deze informatie hebben wij nodig voor de uitvoering van het door u gewenste beleid binnen de in de programmabegroting gestelde kaders. De programmabegroting bestaat uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. De beleidsbegroting is opgebouwd uit een programmaplan en de paragrafen. In het programmaplan is ons gemeentelijke beleid op hoofdlijnen opgenomen. Het richt zich vooral op de maatschappelijke effecten die wij in onze gemeente willen bereiken. De paragrafen richten zich op het beleid ten aanzien van relevante beheersaspecten, zoals de bedrijfsvoering, het weerstandsvermogen, onze kapitaalgoederen en de lokale heffingen. De financiële begroting gaat vooral in op de financiële positie van onze gemeente. Hier nemen wij het totale financiële overzicht, inclusief de toelichtingen op. De door u vastgestelde kaders, het algemene financiële beeld en het overzicht van de baten en lasten presenteren wij u hier. Indeling van de programmabegroting In de inhoudsopgave treft u aan uit welke delen de programmabegroting is samengesteld. In vogelvlucht worden deze delen hier kort toegelicht: Deel 1 - Programma’s Op grond van artikel 8 van het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten (BBV) bevat het programmaplan de te realiseren programma's, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorziene uitgaven. In de programma's moet vooral duidelijk worden welke doelen -in termen van maatschappelijke effecten- we nastreven en welke activiteiten we daarvoor gaan uitvoeren. Voorgeschreven is ook dat per programma een raming van (incidentele) baten en lasten gegeven wordt. De programma-indeling, met de portefeuillehouders en afdelingen/teams, ziet er als volgt uit: Programma's Portefeuillehouder Afdeling/team 1 - Wonen, werken en recreëren 2 - Maatschappelijke zaken S.A.M. Bos A.P.M. van Swam 3 - Fysieke leefomgeving 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen T.P.M. Hol Th.A.M. Steenkamp A.H.M. de Vree Ruimte & Welzijn/Wonen & Milieu Ruimte & Welzijn/Maatschappelijke ontwikkeling Ruimte & Welzijn/Openbare ruimte Publiek & Bedrijf en Integrale Veiligheid Publiek & Bedrijf/Financiële & juridische zaken Bij de programma’s hebben we alleen die zaken opgenomen die voor u als raad relevant zijn om op te sturen. Dit betreft vooral het nieuwe beleid. Het bestaande beleid, de al lopende zaken, hebben we alleen opgenomen en toegelicht als hierbij sprake is van wijzigingen in de vorm van intensiveringen of bezuinigingen. Dan wilt u hier immers specifiek op sturen en achteraf controleren of uw opdracht door ons college naar tevredenheid is uitgevoerd. Wij hebben deze verwerkt op basis van uw besluitvorming bij de perspectiefnota 2015 op 10 juli 2014. Wij hebben wederom getracht de teksten, om het leesbaar en overzichtelijk te houden, zo bondig mogelijk te presenteren. Hieronder volgt de toelichting op de functies van de verschillende onderdelen van het programmaplan. Algemeen Een programma begint met een korte aanduiding van de inhoud, de doelstelling op programmaniveau, onze gemeentelijke kaders en de belangrijkste externe ontwikkelingen die van invloed zijn op de realisatie van de beoogde maatschappelijke effecten van het programma. Wat willen we bereiken? Dit is het belangrijkste onderdeel van het programma. Per programma presenteren wij de beoogde maatschappelijk effecten per beleidsveld. Hier hebben wij zo concreet mogelijk benoemd wat u als raad met dit programma wil bereiken. 7 Om te kunnen beoordelen of deze effecten ook werkelijk behaald worden is het gebruik van effectindicatoren noodzakelijk. Enerzijds om vooraf de te realiseren 'score' van de gewenste maatschappelijke effecten als kader/doelstelling aan te geven en anderzijds om de werkelijk behaalde resultaten hiervan te kunnen monitoren en hier op (bij) te kunnen sturen. Op basis van deze indicatoren blijkt immers of we de goede dingen gedaan hebben en of we deze goed hebben gedaan. In tegenstelling tot voorgaande jaren zijn de effectindicatoren achterwege gelaten. In de raadsvergadering van 11 september 2014 heeft u 4 thema's benoemd, waarop u specifiek wil sturen met behulp van effectindicatoren. Deze indicatoren worden door de auditcommissie in de vergadering van 27 november 2014 verder uitgewerkt. Vervolgens bieden wij u deze ter vaststelling aan. Mogelijke thema's die in de vergadering van 11 september zijn genoemd zijn, duurzaamheid, afval, recreatie en toerisme en transities en of leefbaarheid kernen. Wat gaan we daarvoor doen? Bij dit onderdeel presenteren wij de concrete activiteiten die wij uit gaan voeren om de beoogde maatschappelijke effecten te realiseren. Dit is geen limitatieve opsomming, vanzelfsprekend voeren wij binnen een programma veel meer activiteiten uit. Het bestaande beleid, de zaken die we al doen en gewoon blijven doen hebben we niet opgenomen. Op deze onderwerpen hoeft u immers niet te sturen. Is hiervan wel sprake, bijvoorbeeld door wetswijzigingen of maatschappelijke ontwikkelingen, en wilt u bijsturen is er sprake van intensivering, heroverweging of bezuiniging en brengen wij deze weer apart in beeld. De onderwerpen die wij aanhalen, zijn dus de onderwerpen die er echt toe doen binnen het programma. Overigens worden niet alle activiteiten inhoudelijk toegelicht. Een aantal spreekt voor zich op grond van de titel. Daar waar dit niet het geval is hebben wij een nadere toelichting opgenomen. Ter ondersteuning van uw controlerende taak nemen wij hier ook relevante kengetallen op. Wat mag het kosten/gaat het opbrengen? Hier presenteren we in een tabel de lasten en baten van het programma. Het saldo van de lasten en baten van het bestaande beleid geven wij in één totaalregel weer. De onderdelen waar u specifiek op wilt sturen, de intensiveringen en heroverwegingen c.q. bezuinigingen binnen het bestaande beleid en het nieuwe beleid, geven wij apart weer. De heroverwegingen c.q. bezuinigingen presenteren wij aan de lastenkant als negatieve bedragen (verlaging lasten) en aan de batenkant als positieve bedragen (verhoging baten). Door deze informatie ook in de verantwoordingen op te nemen ondersteunen wij bovendien uw controlerende rol. De belangrijkste wijzigingen lichten wij toe per programma. Bij de verschillende programma's presenteren wij ook een onderdeel administratieve aanpassingen. Dit betreft vooral de financiële effecten van de nieuwe verdeling met betrekking tot de indirecte kosten. Het gaat hierbij om de kosten van huisvesting, personeel en materieel (ICT, facilitair e.d.). Daarnaast zijn hier de verschillen opgenomen als gevolg van het geactualiseerde meerjareninvesteringsplan en enkele kleinere wijzigingen als gevolg van de actualisatie van de verzekeringen en de prijsindexering voor 2017. Bij dit onderdeel geven wij ook inzicht in de investeringen die voor dit programma gepland zijn en de reserves en voorzieningen die betrekking hebben op het programma. Bij een investering geven wij aan wat deze in totaliteit kost (de bruto investering), hoeveel door anderen wordt bijgedragen en welk bedrag voor onze eigen rekening komt (de netto-investering). De netto-investering wordt geactiveerd, waardoor de (kapitaal)lasten gespreid worden over de totale levensduur van de investering. De jaarlijkse kapitaallasten maken deel uit van de lasten die wij presenteren in de eerste tabel betreffende de exploitatie. Conform de nota Activabeleid 2012 activeren wij geen investeringen lager dan € 10.000, deze worden ineens ten laste van de exploitatie gebracht. In de bijlagen vindt u een overzicht van ons totale gemeentelijke investeringsprogramma. Deel 2 - Paragrafen Artikel 9 van het BBV schrijft voor dat in de paragrafen de beleidslijnen worden vastgelegd met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Tenzij het betreffende aspect niet aan de orde is, bevat de begroting in ieder geval de volgende paragrafen: - Lokale heffingen In deze paragraaf geven wij de ontwikkelingen met betrekking tot ons belastinggebied weer. Per heffing geven wij aan wat het beleid is en op welke wijze het tarief tot stand is gekomen. Ook geven wij inzicht in de (geraamde) opbrengsten. - Weerstandsvermogen In deze paragraaf brengen wij onze risico’s in beeld. Het weerstandsvermogen geeft inzicht in de financiële gezondheid van de gemeente. Het geeft aan in welke mate de gemeente in staat is om financiële risico’s op te vangen. 8 - Onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf geeft inzicht in onze kapitaalgoederen. De kosten van het onderhoud van onze wegen, openbare verlichting, riolering en water, groen en gebouwen vormen een substantieel deel van de begroting. - Financiering In de financieringsparagraaf bespreken wij de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury. - Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering betreft de processen binnen onze gemeentelijke organisatie om de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren, sturen en beheersen. Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financiën en huisvesting. Tegenwoordig wordt planning en control steeds belangrijker. - Verbonden partijen De gemeente werkt vaak samen met andere partijen om bepaalde doelen te bereiken. Als deze samenwerking in een bestuurlijke en financiële vorm wordt gegoten, spreken we van een verbonden partij. In deze paragraaf lichten wij deze partijen, hun beleidsdoelstellingen en activiteiten en de hiermee gemoeid zijnde gemeentelijke bijdragen nader toe. - Grondbeleid Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van doelstellingen op het gebied van Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, Verkeer en Vervoer, Cultuur, Sport en Recreatie en Economische Zaken. Het gaat om grote belangen in diverse disciplines. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De resultaten op grondexploitaties zijn dan ook van groot belang voor de financiële positie van onze gemeente. Deel 3 - Financiën Hier schetsen wij de financiële ontwikkelingen, kaders en uitgangspunten. Ook geven wij inzicht in het financiële beeld voor de komende jaren. Bovendien nemen wij de op grond van de BBV verplichte onderdelen, zoals het overzicht van de baten en lasten, de incidentele baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie hier op. Tot slot hebben wij een aantal bijlagen aan de programmabegroting toegevoegd. 9 AUTORISATIE BEGROTING Bij de autorisatie van budgetten (begrotings- en investeringsbudgetten) hebben wij aansluiting gezocht bij de regelgeving volgens de wet Dualisering Gemeentebestuur. Deze wet schrijft voor dat de gemeenteraad op hoofdlijnen stuurt en dat het college van burgemeester en wethouders de dagelijkse uitvoering van zaken voor haar rekening neemt. Om dit te ondersteunen heeft de wetgever een splitsing gemaakt in de gemeentebegroting. Voor u is er de programmabegroting ter ondersteuning van het sturen op hoofdlijnen en de kaderstellende en controlerende taak. De productenraming is voor ons college. Instrumenten Programmabegroting Dit is de begroting die (onder andere) uw kaderstellende functie ondersteunt. Met de kaderstellende functie wordt bedoeld dat op het niveau van programma’s middelen, de begrotings- en investeringsbudgetten, worden toegewezen en de doelstellingen en uit te voeren activiteiten om deze doelstellingen te bereiken worden vastgesteld. Het onderdeel algemene dekkingsmiddelen wordt in dit verband gelijk gesteld aan een programma. U stelt de programmabegroting vast en autoriseert daarmee ons college om deze middelen in te zetten om de opgenomen doelen te realiseren. Productenraming Wij hebben de taak de programma’s uit te voeren. De productenraming ondersteunt onze uitvoerende functie. De productenraming wordt opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming stellen wij als college vast. Budgetten Exploitatiebudgetten U autoriseert ons college op het niveau van programma’s. Wij zijn daarmee bevoegd uitvoering te geven aan het realiseren van de doelstellingen van het betreffende programma met behulp van de daarbij opgenomen middelen. Voorwaarde daarbij is dat wij bij de besteding van de budgetten bestaand beleid binnen de grenzen van het totale budget van het programma blijven. Binnen deze grenzen zijn wij bevoegd om de wijze van besteding van de budgetten aan te passen als dit noodzakelijk is voor het bereiken van de door u vastgestelde doelstellingen van het betreffende programma. Hiervoor hoeven wij u, ingevolge de voorschriften, geen begrotingswijziging voor te leggen. Bij het schuiven met budgetten tussen verschillende programma’s, moeten wij uw goedkeuring vragen middels het voorleggen van een raadsvoorstel met begrotingswijziging. Bij budgetten voor nieuw beleid en bezuinigingen/heroverwegingen en intensiveringen binnen het bestaande beleid geldt dit niet. Voor deze budgetten heeft u als raad specifiek met een bepaald doel extra of minder middelen beschikbaar gesteld. Deze gelden als vastgesteld kader voor onze bestedingen. Voor noodzakelijke aanpassingen hierin, in verband met te verwachten over- of onderschrijdingen, moeten wij vooraf uw toestemming vragen. Bij tussentijdse bestuursrapportages en jaarverslag en -rekening leggen wij aan u verantwoording af over de uitvoering, de besteding van de middelen en de bereikte resultaten van het betreffende programma en de realisatie van de doelstellingen. Investeringsbudgetten Bij de programmabegroting vermelden wij per programma naast de exploitatiebudgetten ook de investeringsbudgetten uit het investeringsprogramma die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van het betreffende programma. Zoals gezegd autoriseert u ons op het niveau van de programma’s en zijn wij daarmee bevoegd uitvoering te geven aan de realisatie van de doelstellingen van het betreffende programma. Wij zijn dus bevoegd om ook uitvoering te geven aan de investeringsbudgetten. Hiertoe ramen wij per investeringsbudget een krediet, inclusief bijbehorende dekking en eventueel in te stellen dekkingsreserves. Indien bij een kredietaanvraag blijkt dat het te voteren bedrag noodzakelijkerwijs hoger is dan het in het investeringsprogramma opgenomen bedrag zullen wij u hiervoor vooraf om autorisatie vragen. Hierbij zullen wij tevens de daarbij behorende dekkingsmiddelen aangeven. In dergelijke gevallen zullen wij u ook een begrotingswijziging voorleggen. Na uw goedkeuring, met de bijbehorende begrotingswijziging, is het krediet beschikbaar gesteld. Uiteraard leggen wij ook over de uitvoering van de investeringsbudgetten, zowel inhoudelijk als financieel, tussentijds en bij het jaarverslag verantwoording aan u af. 10 Budgetten reserves en voorzieningen Bij de programmabegroting presenteren wij per programma ook de betreffende reserves en voorzieningen. Voor mutaties in reserves zijn wij verplicht uw raad om autorisatie te vragen. In het kader van het budgetrecht bent u als raad bevoegd reserves in te stellen en toevoegingen en onttrekkingen te autoriseren. De bij het onderdeel reserves opgenomen mutaties gelden in dit verband als vast te stellen kader. Voor noodzakelijke wijzigingen hierin komen wij met een apart voorstel bij u terug. Voor voorzieningen geldt een ander regime. U stelt als raad een voorziening in op basis van bijvoorbeeld een onderhoudsplan. Bij de instelling van de voorziening bepaalt u de hoogte van de jaarlijkse dotatie. De werkelijke bestedingen ten laste van de voorziening vinden plaats op basis van het vastgestelde onderhoudsplan. Deze bestedingen vallen binnen het mandaat van ons college. 11 DEEL 1 - PROGRAMMA'S 12 PROGRAMMA 1 - WONEN, WERKEN EN RECREËREN ALGEMEEN Omschrijving Dit programma omvat de beleidsvelden woningbouw, bedrijvigheid en werkgelegenheid, recreatie en toerisme en vergunningverlening, toezicht en handhaving. Doelstelling Een aantrekkelijke vitale gemeente om in te wonen, werken en recreëren met een goed voorzieningenniveau. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Jaar Ontwikkelingsvisie wonen en werken Aanpassingen op Visie wonen en werken, incl. vastgesteld woningbouwprogr. 2020 Welstandsnota Visie Detailhandel Visie en toetsingskader de Gouden Ham/de Schans Bouwbeleidsplan Kadernota buitenreclame Sociaal Economische Visie Rivierenland (SEV) Woonwagenbeleid Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 Masterplan Woonzorgzones Structuurvisie Buitengebied Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument Rivierenland (EPO) Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) Nota Kleinschalige woningbouw (herzien) Landschapsontwikkelingsplan Integrale handhavingsnotitie Nota Recreatie en Toerisme 2012-2014 Toeristisch recreatieve visie Regio Rivierenland 2012-2015 Nota Grondbeleid Visie Leefbaarheid Kernen 2030 Uitvoeringsagenda VLK Nota Economische Zaken Ruimtelijke structuurvisie dorpen 2023 Regionale detailhandelsvisie Beleid internet winkels 2002 2011 2004 2004 2005 2008 2008 2009 2010 2010 2010 2010 2010 2011 2011 2011 2011 2012 2012 2013 2013 2013 2013 2014 2014 2014 Ontwikkelingen - Vernieuwing omgevingsrecht Het kabinet is voornemens het omgevingsrecht te vernieuwen en is bezig met de ontwikkeling van een Omgevingswet. Met deze toekomstige Omgevingswet wil het kabinet de regels voor ruimtelijke projecten vereenvoudigen en bundelen. Het omgevingsrecht bestaat op dit moment uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Deze hebben allemaal hun eigen uitgangspunten, procedures en vereisten. Dit zorgt voor lange doorlooptijden, hoge onderzoekskosten en het remt innovatie. Daarom wil het kabinet het omgevingsrecht vereenvoudigen en bundelen in één Omgevingswet. Naar verwachting worden de bestemmingsplannen vervangen door een gebiedsdekkende verordening voor de leefomgeving: de omgevingsverordening. Dit betekent minder regels en meer samenhang. Wanneer de Wet wordt behandeld door de Tweede en Eerste Kamer is nog niet bekend. - Woonakkoord/Huisvestingswet In 2013 is het Woonakkoord gesloten. Het Woonakkoord bevat een aantal maatregelen die (grote) gevolgen hebben voor de lokale woningmarkt. Begin 2014 heeft minister Blok de novelle op het eerder ingediende wetsvoorstel herziening Woningwet gepubliceerd (consultatieronde). 13 In de novelle wordt ingegaan op de relatie (toezicht) tussen gemeenten en woningcorporaties, de investeringscapaciteit van corporaties, leefbaarheid en het werkgebied van de corporaties. Het is nog niet duidelijk op welk moment de maatregelen ingaan en wat dit precies betekent voor de investeringscapaciteit van corporaties. Het wetsvoorstel voor de nieuwe Huisvestingswet lag sinds 2009 ter behandeling bij de Tweede Kamer. Op 11 maart 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met de Huisvestingswet 2014. Het voorstel ligt voor behandeling bij de Eerste Kamer. WAT WILLEN WE BEREIKEN? 1. 2. 3. 4. Iedereen kan in onze dorpen komen en blijven wonen. Leefbaarheid van de dorpen behouden. Economische groei realiseren en lokale werkgelegenheid bevorderen. Aanwezige natuurwaarden en landschappelijke elementen behouden en mogelijk versterken. WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN? Activiteiten Realisatie 1.1 Deltaprogramma rivieren Maas en Waal (Waalweelde + Deltaprogramma Rivieren) - Uitwerken gebiedsopgave in ruimtelijke maatregelen via regioprocessen 1.2 Actualiseren prestatieafspraken met Woonstichting De Kernen 1.3 Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1 1.4 Opstellen Structuurvisie Dorpen 1.5 Opstellen lokaal woningbouwbeleid 1.6 Uitvoeren beleidsplan Stimulering woningbouw dorpen aan de Maaskant 2015 2015 2015-2016 2015 2015 2015 2.1 Visie leefbaarheid kernen - Uitvoeren projecten uitvoeringsprogramma 2.2 Opstellen Uitvoeringsprogramma structuurvisie Buitengebied 2.3 Opstellen nota Kostenverhaal 2015-2018 2015 2015 3.1 3.2 3.3 3.4 2015-2018 2015 2015 2015 Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2015-2018 Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Economische Zaken 2013-2015 Actualiseren nota Economische Zaken Opstellen structuurvisie Recreatie concentratie gebieden 4.1 Opstellen beleidskader Cultuurhistorie Bovengronds 4.2 Evalueren beleidskader Ontgrondingen 2015 2015 Toelichting activiteiten 1.3 Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1 VNG, IPO en Rijk hebben landelijke kwaliteitseisen opgesteld voor VTH-taken (vergunningverlening, toezicht en handhaving). In de vastgestelde kwaliteitscriteria 2.1 zijn er afspraken gemaakt over de minimale kwaliteit van de VTH-taken, deze bevatten criteria voor kritische massa, inhoud en proces. Wij zullen nog een kwaliteitsslag moeten maken om te voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.1. Op basis van het in 2014 op te stellen verbeterplan zal duidelijk worden welke activiteiten wij hiervoor moeten uitvoeren. De ODR heeft, naar aanleiding van een discussie over de VTH-taken, een projectplan opgesteld om duidelijkheid te krijgen in de verdeling en uitvoering van deze taken. Het projectplan wordt medio 2014 vastgesteld en heeft een doorlooptijd van minstens 6 maanden. 1.6 Uitvoeren beleidsplan Stimulering woningbouw dorpen aan de Maaskant Bij de behandeling van de Perspectiefnota 2015 hebt u als raad het amendement vastgesteld waarin u ons college opdraagt om in 2014 een beleidsplan op te stellen om de woningbouw in de dorpen aan de Maaskant te stimuleren. Dit plan moet in 2015 uitgevoerd worden. 2.3 Opstellen nota Kostenverhaal De noodzakelijke uitwerking van de Structuurvisie Buitengebied en de Structuurvisie Dorpskernen vindt in 2014 plaats, met daaraan gekoppeld een uitvoeringsnota. Op basis van deze 3 elementen kan de nota kostenverhaal worden uitgewerkt. 14 KENGETALLEN Aantallen x 1 Kengetal Aantal woningen Gereed gemelde huurwoningen Gereed gemelde koopwoningen Startersleningen (toekenningen) Arbeidsplaatsen Overnachtingen per jaar Recreatieve bedrijven Winkelaanbod 2013 2014 2015 2016 2017 2018 7.647 17 57 21 5.969 141.000 72 123 7.765 40 35 25 6.000 141.000 73 130 7.840 25 50 20 6.100 142.000 74 130 7.915 20 40 20 6.150 142.500 76 130 7.975 20 40 20 6.200 153.000 78 130 8.035 20 40 20 6.200 170.000 78 130 Opmerking: Vanaf 2016 is een toename van het aantal overnachtingen te verwachten, onder andere als gevolg van de realisatie van de Gouden Kans in Appeltern. WAT MAG HET KOSTEN? Bedragen x € 1.000 Exploitatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage 13.445 13.445 9.966 214 19 10.199 Autonome ontwikkelingen - Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1 - Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2015-2018 - Administratieve aanpassingen Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Onderzoek bedrijventerreinen - Opstellen lokaal woningbouwbeleid Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid 9.877 -82 11 9.806 9.912 -107 9 9.814 9.866 -107 4 9.763 9.866 -107 4 9.763 p.m. 0 p.m. 0 p.m. 0 p.m. 0. -318 -292 -294 -280 20 p.m. -298 -292 -294 -280 Totaal Nieuw beleid Totaal lasten 13.445 10.199 9.508 9.522 9.468 9.483 11.842 8.212 477 -24 8.665 8.151 175 -35 8.291 8.188 150 -35 8.303 8.238 125 -36 8.327 8.238 125 -36 8.327 -376 -376 -374 -374 -370 -370 -369 -369 Baten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage 11.842 Autonome ontwikkelingen - Administratieve aanpassingen Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid Totaal Nieuw beleid Totaal baten 11.842 8.665 7.915 7.929 7.957 7.958 Saldo van lasten en baten -1.603 -1.534 -1.593 -1.593 -1.512 -1.524 15 Toelichting ontwikkelingen Lasten Autonome ontwikkelingen - Implementeren VTH-kwaliteitscriteria 2.1 p.m. Ten behoeve van de implementatie van de nieuwe kwaliteitscriteria zullen wij diverse activiteiten moeten ontplooien. Of dit kosten met zich meebrengt is nog niet duidelijk. Wij ramen deze vooralsnog pro memorie. - Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2015-2018 €0S Eind 2014 stellen wij een geactualiseerde visie, inclusief uitvoeringsprogramma, op. Met ingang van 2015 bestaat de mogelijkheid dat er, naast de reguliere in de begroting opgenomen bedragen, extra budget noodzakelijk is in het kader van het Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2015-2018. Deze budgetten kunnen waarschijnlijk gedekt worden ten laste van de reserve Recreatie en Toerisme. Bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma wordt het budget door uw raad bepaald. Wij gaan er vooralsnog van uit dat er geen budgettaire consequenties zijn. - Administratieve aanpassingen - € 318.000 S Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting, personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten) vinden er binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Bovendien is er sprake van geringe aanpassingen betreffende verzekeringen en de prijsindexering van 2017. Het totale effect van de actualisatie van deze kosten is beperkt en presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting. Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Onderzoek bedrijventerreinen In de vergadering betreffende de Perspectiefnota 2015 van 10 juli 2014 hebt u besloten een budget van € 20.000 beschikbaar te stellen voor een onderzoek naar de beste invulling van de bedrijventerreinen. - Opstellen lokaal woningbouwbeleid In de tweede helft van 2014 is een regionaal woningbehoefteonderzoek uitgevoerd. In vervolg hierop gaan we lokaal woningbouwbeleid opstellen. De hiermee gemoeid zijnde kosten zijn nog niet inzichtelijk. Worden deze inzichtelijk en er is aanvullend budget nodig leggen wij dit aan u voor. € 20.000 I p.m. Baten Autonome ontwikkelingen - Administratieve aanpassingen Zie de toelichting onder de lasten. - € 376.000 S Tabel: Incidentele baten en lasten Bedragen x € 1.000 Onderwerp Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Incidentele lasten Onderzoek bedrijventerreinen Aanleg klompenpaden Aanschaf dienstauto handhaving (investering) 20 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9 Totaal incidentele lasten 28 25 0 9 Exploitatie landerijen en gronden - opbrengsten 50 25 0 0 Totaal incidentele baten 50 25 0 0 Totaal incidentele baten en lasten 22 0 0 -9 Incidentele baten 16 De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele effecten binnen dit programma zijn beperkt. RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Reserves Bovenwijkse voorzieningen Recreatie en toerisme Sociale woningbouw Startersleningen Totaal reserves Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 366 66 165 499 392 71 382 499 635 73 237 486 961 75 257 473 1.287 78 277 459 1.613 81 297 444 1.096 1.344 1.431 1.766 2.101 2.435 Toelichting reserves - Bovenwijkse voorzieningen 2 Van iedere verkochte m bouwgrond binnen onze gemeente wordt € 10 afgedragen aan de reserve Bovenwijkse voorzieningen. Dit geldt voor zowel gronden onder woningbouw als voor gronden onder bedrijventerreinen. In afwijking hiervan kunnen incidentele bijdragen in rekening gebracht worden bij ontwikkelaars. In 2015 wordt de nota Kostenverhaal opgesteld op basis waarvan formeel de bovenwijkse voorzieningen kunnen worden bepaald. De reserve zal dan ingezet worden ten behoeve van specifieke investeringen. Medio 2014 ligt er alleen een claim betreffende de dekking van de investering van De Rosmolen in Beneden-Leeuwen, in afwachting van de besluitvorming rondom de aanvraag van landelijke en provinciale subsidies. - Recreatie en toerisme De reserve is ontstaan door inleg van onze gemeente, Uiterwaarde en ondernemersvereniging De Gouden Ham. Jaarlijks vindt voeding plaats door een 'bijdrage uit de toeristenbelasting'. Indien het jaarlijks budget niet volledig wordt uitgegeven, wordt het resterende bedrag in deze reserve gestort. Ook wordt de rente aan deze reserve toegevoegd. In samenspraak met het Platform Recreatie en Toerisme (PRET), waar eerdergenoemde partijen ook in deelnemen, wordt aan u de vraag voorgelegd om de middelen uit de reserve in te zetten om één recreatief project of een aantal kleinere recreatieve projecten uit te voeren. Er zijn nog geen concrete bestedingen gepland. - Sociale woningbouw Deze reserve is bedoeld ter ondersteuning van starters op de woningmarkt en stimulering van goedkope woningbouw. Uit deze reserve is ook de reserve Startersleningen voor een bedrag van € 500.000 gevoed. Jaarlijks wordt aan de reserve een bedrag van ongeveer € 20.000 toegevoegd in het kader van vrijkomende gelden in verband met de opheffing van het kettingbeding bij de verkoop huurwoningen. Bestedingen zijn nog niet gepland. - Startersleningen In 2013 is de reserve Startersleningen gevormd door een bijdrage vanuit de reserve Sociale woningbouw. De reserve is bedoeld ter ondersteuning van starters op de woningmarkt. Het aantal startersleningen groeit gestaag. De beheerkosten en rente die wij aan de SVN moeten betalen kan nagenoeg gedekt worden door de rente op de verstrekte geldleningen. De omvang van de reserve blijft dan ook nog redelijk constant. Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorzieningen Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 Beheer en onderhoud ontzanding 323 471 669 819 969 1.119 Totaal voorzieningen 323 471 669 819 969 1.119 Toelichting voorzieningen - Beheer en onderhoud ontzanding De voorziening Beheer en onderhoud ontzanding is bedoeld om na beëindiging van de ontzanding en na overdracht van de gronden aan onze gemeente het eeuwig durend beheer en onderhoud veilig te stellen. Deze voorziening wordt gevuld met een dotatie gerelateerd aan de zandproductie. De voorziening kan groeien tot een bedrag van € 3 miljoen. 17 PROGRAMMA 2 - MAATSCHAPPELIJKE ZAKEN ALGEMEEN Omschrijving Dit programma omvat ondersteuning, welzijn, onderwijs, sport, cultuur, zorg en sociale voorzieningen. Doelstelling Alle inwoners zijn zelfredzaam, doen mee in de samenleving en werken samen aan sociale samenhang en leefbaarheid. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Jaar Accommodatiebeleidsplan Maatschappelijke knooppunt in elke kern Nota implementatie Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE) Beleidskader Gezonde Toekomst 2011-2015 Kadernota onderwijshuisvesting (integraal huisvestingsplan) Lokale Educatieve Agenda (Lokaal Onderwijs Beleid) Wmo beleidskader 'Ik doe mee!' 2012-2015 Kadernota Voorziening Centra Jeugd en Gezin Lokaal Kadernota Positief Integraal Jeugdbeleid Kadernota Mantelzorgers en vrijwilligers doen mee Cultuurnota Transitieplan Toekomst Breed financiële aspecten Visie Leefbaarheid Kernen/Koers 2030 Regionale visie op het sociale domein 'De Samenredzame Samenleving' Nota 'Contouren voor een sociaal Rivierenland' Kadernota Passend Onderwijs Kadernota Harmonisatie Voorschoolse Voorzieningen Beleidsplan Schuldhulpverlening 2013-2016 Lokaal sociaal akkoord Herziening bijzondere bijstand Projectplan Actief Maas en Waal Algemene subsidieverordening Plan van aanpak Lokaal zorgnetwerk 2009 2010 2010 2010 2010 2011 2011 2011 2011 2011 2012 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2014 Ontwikkelingen - Integratie kinderopvang, peuterspeelzalen en basisonderwijs voor alle kinderen Gemeenten, PO-Raad en de brancheorganisaties voor kinderopvang en welzijn pleiten bij het kabinet voor een integratie van kinderopvang, peuterspeelzalen en basisonderwijs voor alle kinderen. - Basismobiliteit Voor de periode 2013-2015 is door de Provincie Gelderland een samenwerkingsovereenkomst voor de exploitatie van Regiotaxi Gelderland afgesloten. Regiotaxi is een relatief kostbare, maar noodzakelijke voorziening in het verzorgen van de basismobiliteit. Dit stelt (kwetsbare) burgers in staat om in hun verplaatsingsbehoeften te voldoen, zodat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Door afname van de budgetten neemt de vraag om efficiency toe. Om deze reden is het noodzakelijk verschillende vormen van openbaar en collectief vervoer in samenhang te organiseren. In de regio Rivierenland is hiervoor een onderzoek gestart. - Kleine scholen Daar waar er eerst sprake van was dat de kleine scholentoeslag zou verdwijnen, komt staatssecretaris Dekker van Onderwijs nu met het voorstel om scholen die gaan samenwerken de toeslag te laten behouden. Als scholen dan op vrijwillige basis besluiten te fuseren, verliezen ze geen geld. Indirect is dat ook stimulans voor samenwerking. 18 Medio 2014 komt de staatssecretaris met een voorstel om de regels rondom de samenwerkingsschool aan te passen. Daarin betrekt hij een advies van het Centrum voor Onderwijsrecht over de juridische mogelijkheden die artikel 23 biedt voor het vereenvoudigen van de wetgeving, als het gaat om een fusie tussen een openbare en bijzondere school. De nieuwe wetgeving wordt op zijn vroegst per 1 augustus 2016 van kracht. - Nieuwe Bibliotheekwet Naar verwachting treedt in 2015 een nieuwe Bibliotheekwet in werking. Het Rijk wordt dan verantwoordelijk voor de financiering van de digitale bibliotheek. De digitale bibliotheek is voor burgers zowel direct als via de lokale fysieke bibliotheek toegankelijk. In het conceptwetsvoorstel worden gemeenten niet verplicht gesteld om een lokale, fysieke bibliotheek te subsidiëren. Het Rijk doet voor de digitale bibliotheek een uitname uit het Gemeentefonds. WAT WILLEN WE BEREIKEN? 1. Jeugd en jongeren (tot 23 jaar) op een verantwoorde manier laten opgroeien, vergroten van ontwikkelkansen en zorg dragen voor een zinvolle vrijetijdsbesteding. 2. Vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners (inwoners wonen zo lang mogelijk zelfstandig in een door henzelf gekozen omgeving). 3. Goede gezondheid en verantwoorde levensstijl van onze inwoners. 4. Bevorderen actieve en passieve deelname/betrokkenheid aan de samenleving met versterking van de eigen kracht en samenkracht in de nulde lijn. 5. Voorzieningenniveau dat bijdraagt aan de leefbaarheid in de kernen. WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN? Activiteiten Realisatie 2.1 Vervolg geven aan project ‘Thuis met het grootste gemak’ 2.2 Uitvoeren beleidskaders transities 2015 2015-2018 3.1 Ontwikkelen beleidskader Gezondheid 2016-2019 2015 5.1 MFA Alphen - Onderzoeken financieel haalbaar alternatief 5.2 Visie Leefbaarheid kernen/Koers 2030 - Uitvoeren projecten uitvoeringsprogramma 2015 2015-2018 Toelichting activiteiten De opgenomen activiteiten hebben vooral betrekking op al lopende activiteiten of zijn een vervolg hier op. Regelmatig wordt uw raad met informatienota's of andere stukken over deze onderwerpen geïnformeerd. KENGETALLEN Aantallen x 1 Kengetal Bezoekers bibliotheek Leden bibliotheek Gesubsidieerde jeugdleden binnensport Voortijdige schoolverlaters Aantal VVE-doelgroepkinderen Aanmeldingen NIM Maatschappelijk Werk Aanmeldingen Meldpunt Bijzondere Zorg Aantal individuele voorzieningen (Wmo) Aantal hulp in de huishouding (Wmo) Periodieke uitkeringsgerechtigden Wwb Periodieke uitkeringsgerechtigden Ioa 2013 2014 2015 2016 2017 2018 61.700 4.600 480 94 62.000 4.600 450 92 23 135 36 430 415 166 15 62.000 4.600 420 90 22 141 34 425 410 205 16 62.000 4.600 420 89 20 150 32 420 405 200 16 62.000 4.600 420 88 20 156 30 410 400 190 15 62.000 4.600 420 86 20 160 29 410 400 180 15 113 35 430 420 200 16 19 WAT MAG HET KOSTEN? Bedragen x € 1.000 Exploitatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage 15.014 15.014 15.513 470 346 16.329 Autonome ontwikkelingen - Decentralisaties sociaal domein - Passend onderwijs - Overheveling buitenonderhoud scholen - Nieuwe Bibliotheekwet - Administratieve aanpassingen Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Vervolg project 'Thuis met het grootste gemak' - Koers 2030 Dekkingsplan Perspectiefnota 2015 - Aframen stelpost Bijdrage binnenzwembad - Aframen stelpost Accommodatiebeleid Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid 15.410 -230 107 15.287 15.325 -239 106 15.192 15.236 -169 106 15.173 15.236 -198 106 15.144 6.825 p.m. p.m. 0 -85 6.871 p.m. p.m. 0 -48 6.719 p.m. p.m. 0 -41 6.730 p.m. p.m. 0 -37 10 25 25 25 25 -204 -140 6.431 -100 6.748 -100 6.603 -100 6.618 Totaal Nieuw beleid Totaal lasten 15.014 16.329 21.719 21.940 21.776 21.762 6.319 6.330 35 118 6.483 6.335 -581 114 5.868 6.340 -582 114 5.872 6.340 -583 114 5.871 6.340 -583 114 5.871 0 0 0 0 4 4 4 4 Baten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage 6.319 Autonome ontwikkelingen - Administratieve aanpassingen Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid Totaal Nieuw beleid Totaal baten Saldo van lasten en baten 6.319 6.483 5.868 5.872 5.876 5.876 -8.695 -9.846 -15.850 -16.068 -15.900 -15.886 Toelichting ontwikkelingen Autonome ontwikkelingen - Decentralisaties sociaal domein € 6.825.000 S Binnen het sociaal domein staan drie grote decentralisaties voor de deur. Gemeenten gaan de komende jaren de verantwoordelijkheid dragen voor de Jeugdzorg, voor nieuwe Wmo-taken vanuit de Awbz en voor de Participatiewet. Het uitgangspunt is dat de hele operatie budgettair neutraal verloopt. Het beschikbare budget is leidend. De inkomsten staan geraamd bij de Algemene dekkingsmiddelen. - Passend onderwijs p.m. Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Dit zal waarschijnlijk het meeste effect hebben op het leerlingenvervoer en de onderwijshuisvesting. Mogelijke financiële effecten zijn nog niet in te schatten, daarom ramen wij deze post pro memorie. 20 - Overheveling Buitenonderhoud p.m. Wettelijk verschuift de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen aan het gebouw van gemeente naar schoolbestuur. De gemeenten ontvingen voor deze verantwoordelijkheden middelen in het Gemeentefonds. De verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en daarmee samenhangende taken voor het behandelen van de aanvragen komen te vervallen. Wel blijven gemeenten via het economisch claimrecht verbonden met de gebouwen. Dat betekent dat wij als gemeente, ook in het kader van de zorgplicht, gebaat zijn bij goed onderhouden gebouwen. Het is nu nog niet duidelijk of het onderhoudsbudget dat de schoolbesturen vanaf 2015 ontvangen toereikend is voor de onderhoudsbehoefte. - Nieuwe Bibliotheekwet €0 De aanpassing van de Bibliotheekwet brengt voor onze gemeente geen kosten met zich mee. In het concept 'Convenant Bibliotheek Rivierenland' is opgenomen dat: 'Het bedrag dat jaarlijks door de bibliotheekbranche via een onttrekking aan het Gemeentefonds wordt besteed aan de centrale inkoop van e-content (e-books en databanken), zal in mindering worden gebracht op de kosten voor het basispakket'. - Administratieve aanpassingen -€ 85.000 S Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting, personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten) vinden er binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect van de actualisatie van de kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting. Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Vervolg project ‘Thuis met het grootste gemak’ € 10.000 I In 2014 is er een informatiemarkt ‘Thuis met het grootste gemak’ gehouden. Op deze markt zijn diverse thema's aan bod gekomen die betrekking hebben op langer zelfstandig blijven wonen (en de transities op het sociale domein). Deze markt was een doorslaand succes! Zowel ondernemers als inwoners hebben aangegeven dat zij een herhaling van deze markt zeer op prijs zouden stellen. Ook een volgende markt willen we organiseren met de lokale ondernemers. Wij stellen voor een bedrag van € 10.000 te reserveren voor de organisatie van een informatiemarkt. - Koers 2030 € 25.000 S Op 25 september 2014 hebt u op grond van de Visie Leefbaarheid Kernen Koers 2030 het uitvoeringsprogramma voor 2015 vastgesteld. Hierin staan alle maatregelen die de leefbaarheid in onze kernen behouden en bevorderen. De komende jaren is hiervoor jaarlijks een bedrag van € 25.000 in de begroting opgenomen. Dit bedrag wordt gedekt uit de reserve Leefbaarheid kernen. Dekkingsplan - Aframen stelpost Bijdrage binnenzwembad De mogelijke realisatie van een binnenzwembad in onze gemeente is niet te voorzien voor 2016. Dit betekent dat het gereserveerde bedrag voor een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten van het te realiseren zwembad voor 2015 vrij kan vallen en kan worden ingezet in het kader van het dekkingsplan. - Aframen stelpost Accommodatiebeleid Ten behoeve van het uitvoeren van het accommodatiebeleid hebben wij op basis van het door u vastgesteld amendement een structureel bedrag van € 154.500 in onze begroting beschikbaar. Ten behoeve van Koers 2030 hebt u besloten hiervan € 15.000 voor de komende jaren in te zetten. De komende jaren is er dus nog een bedrag van € 139.500 beschikbaar. Gelet op de realisatie van diverse accommodaties in de afgelopen jaren is het, gelet op de noodzakelijke bezuinigingen, verantwoord dit bedrag te verlagen tot € 39.500. - € 204.000 I - € 100.000 S Tabel: Incidentele baten en lasten 2015 Bedragen x € 1.000 Onderwerp Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Incidentele lasten - Buitenbad Zeven-Morgen, Dreumel - aanschaf waterstofzuiger - Project ´Thuis met het grootste gemak´ 9 10 0 0 0 0 0 0 Totaal incidentele lasten 19 0 0 0 21 Onderwerp Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Incidentele baten - BDU Centrum Jeugd en Gezin - bijdrage uren 8 0 0 0 Totaal incidentele baten 8 0 0 0 -11 0 0 0 Totaal incidentele lasten en baten De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele effecten binnen dit programma zijn zeer gering. INVESTERINGEN Bedragen x € 1.000 Omschrijving Hulpmiddelen Wmo Buitenzwembad waterstofzuiger Automatisering i.h.k.v. de transities Hulpmiddelen Wmo Hulpmiddelen Wmo Hulpmiddelen Wmo Totaal investeringen Netto invest 2015 2016 2017 2018 BijAfschr. Kapitaallasten dragen termijn 2015 2016 165 9 p.m. 165 165 165 669 5 1 4 5 5 5 39 9 Correctie reeds geraamd kapitaallasten Totaal effecten MIP 2018 38 36 35 p.m. 39 p.m. 39 39 p.m. 38 39 39 48 76 113 148 -49 -79 -119 -119 -1 -3 -6 29 0 0 0 0 2017 Toelichting investeringen Hulpmiddelen Wmo Voor de aanschaf van hulpmiddelen in het kader van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning ramen wij jaarlijks een bedrag van € 165.000. Dit bedrag is gemiddeld benodigd voor de vervanging van hulpmiddelen. De werkelijke uitgaven zijn afhankelijk van de aanvragen voor bijvoorbeeld rolstoelen, rollators en scootmobiels. Buitenzwembad waterstofzuiger Volgens het vervangingsschema moet de waterstofzuiger in 2015 vervangen worden. De werkelijke vervanging is afhankelijk van de technische staat. Gelet op de hoogte van het bedrag wordt de investering, conform de nota Activabeleid, in één keer ten laste van de exploitatie gebracht. Automatisering i.h.k.v. transities Onze systemen zullen als gevolg van de nieuwe taken die wij per 1 januari 2015 uit moeten gaan voeren aangepast moeten worden. Op dit moment is nog niet duidelijk welke gevolgen dit zal hebben en of er in 2014 al sprake zal zijn van deze aanpassingen. Daarom ramen wij deze investering vooralsnog pro memorie voor het jaar 2015. € 165.000 € 9.000 p.m. RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Reserves Afkoopsommen erfpacht Leefbaarheid kernen Lokaal onderwijsbeleid Onderhoud voetbalvelden Onderwijshuisvesting Totaal Reserves Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 235 606 135 0 674 233 437 135 0 658 466 338 135 61 643 461 313 135 0 643 455 288 135 0 643 449 263 135 0 643 1.650 1.463 1.643 1.552 1.521 1.490 22 Toelichting reserves - Afkoopsommen (erfpacht) Dit betreft de afkoopsommen van de erfpacht van het Kulturhus D'n Dulper in Boven-Leeuwen en sinds 2014 MFA D'n Hoender in Dreumel. De afkoopsommen worden in 40 jaar ten gunste van de exploitatie gebracht. - Leefbaarheid kernen Deze reserve is bedoeld voor de uitvoering van activiteiten en plannen die voortvloeien uit de Visie Leefbaarheid Kernen 2030/Koers 2030. Voor de uitvoering hiervan wordt voor de jaren 2015-2019 jaarlijks € 25.000 ter beschikking gesteld. - Lokaal onderwijsbeleid Er zijn nog geen bestedingen ten laste van deze reserve voorzien. - Onderhoud voetbalvelden De reserve is in 2014 gevormd ten behoeve van de overdracht van de voetbalvelden aan de voetbalverenigingen. In 2014 is hiervoor € 130.000 aan de reserve toegevoegd. In 2014 is er al een aanzienlijk deel van de reserve ingezet. De reserve wordt ingezet voor het incidenteel onderhouden en opknappen van de velden. - Onderwijshuisvesting De reserve is gevormd om de kwaliteit van de onderwijsgebouwen in stand te kunnen houden en te voldoen aan de wettelijke zorgplicht voor voldoende en adequate onderwijshuisvesting. De reserve is gebaseerd op de Kadernota 'De toekomst van het schoolgebouw' en het Integraal huisvestingsplan (IHP). Er zijn, buiten de jaarlijkse raming van € 15.000 voor schadevergoedingen aan schoolbesturen, nog geen bestedingen gepland. De kosten van de uitvoering van het Integraal Onderwijshuisvestingsplan worden begin 2015 bekend. Dan kunnen wij ook bepalen wat de eventuele extra toevoeging aan de reserve moet zijn. In dit kader hebben wij in de risicoparagraaf een bedrag van € 250.000 opgenomen. Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorzieningen Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 Gebouwen Onderwijsgebouwen 1.331 582 904 416 924 458 806 458 871 458 742 458 Totaal Voorzieningen 1.913 1.320 1.382 1.264 1.329 1.200 Toelichting voorzieningen - Gebouwen De dotaties en onttrekkingen aan de voorziening worden geraamd op basis van het beheerplan en de meerjarenonderhoudsraming. Bij deze programmabegroting hebben wij de voorziening geactualiseerd in relatie tot het meerjarenonderhoudsplan. - Onderwijsgebouwen De ontwikkeling is gebaseerd op het Meerjarenonderhoudsplan schoolgebouwen 2007-2016. In 2014 is een nulmeting in het kader van de overheveling van het buitenonderhoud uitgevoerd. Deze nulmeting vormt de basis voor de toekomst. 23 PROGRAMMA 3 - FYSIEKE LEEFOMGEVING ALGEMEEN Omschrijving Dit programma omvat de beleidsontwikkeling, inrichting en ontwerp, beheer, onderhoud en exploitatie van onze openbare ruimte, verkeer, milieu en afval. Doelstelling Een gezonde, schone, veilige leefomgeving voor nu en in de toekomst, die een duurzaam evenwicht nastreeft tussen milieubesparing en -belasting. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Jaar Waterplan 2005-2025 Onderhoudsstrategie wegen Verbeterplan Wegen Bodemkwaliteitskaart en beheernota Beleidsplan Openbare verlichting Op weg naar duurzaam groenbeheer Nota Parkeren Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 (vGRP) Integrale leidraad Flora en Fauna ruimtelijke ontwikkeling en bestendig beheer Integraal handhavingsbeleid 2013-2016 Milieubeleidsvisie 2013-2016 Bomenbeleidsplan Milieuprogramma Bruggen Openbaar opladen Gladheidsbestrijdingsplan Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan 2005 2009 2009 2011 2011 2011 2012 2012 2013 2013 2013 2014 2014 2014 2014 2014 2014 Ontwikkelingen - Bedrijfsvergroting Het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied staat een uitbreiding van 2 ha toe voor (agrarische) bedrijven. De uitbreiding vergt veel van de openbare ruimte: dubbele inritten vanwege de hygiëne-eisen, meer veeen voertransporten met zwaarder materieel. Veel wegen in het buitengebied zijn gedimensioneerd op voertuigen met beperkte afmetingen en een lage intensiteit. Op diverse locaties is al sprake van bermschade en schades op de asfaltverhardingen. Op een verspreide locatie kunnen de wegen dit nog wel aan, maar de verdichting van de bedrijven zal ten koste van de onderhoudskwaliteit van de wegen gaan. Ook de verkeersveiligheid kan in het geding komen bij intensiever en zwaarder verkeer. WAT WILLEN WE BEREIKEN? 1. Een nette, goed onderhouden, veilige en functionele leefomgeving. 2. Goede en veilige bereikbaarheid van de kernen en buitengebied voor alle verkeersdeelnemers. 3. Creëren en behouden van een duurzame, gezonde en schone leefomgeving en bijdragen aan oplossingen voor (boven)lokale klimaatproblematiek. WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN? Activiteiten 1.1 1.2 1.3 1.4 Aanpassen van beheerssystemen t.b.v. BGT Opstellen beleid Afstoten openbaar groen Opstellen protocol Duurzame openbare ruimte Uitvoeren Visual Tree Assessment - Bomenveiligheidscontrole Realisatie 2015 2015 2015 2015 24 Activiteiten Realisatie 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 2015 2015 2015-2016 2015 2015-2016 Opstellen Gewasbeschermingsbeleid Opstellen beleid Duurzame energie gemeentelijk vastgoed Uitvoeren activiteiten in het kader van duurzaamheid Evalueren hondenpoepbeleid Uitvoeren projecten Gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP) Toelichting activiteiten 1.2 Opstellen beleid Afstoten openbaar groen Hierbij inventariseren wij voor de hele gemeente percelen die geen waarde of functie hebben voor de openbare ruimte en plaatsen deze op een kaart. Deze werkwijze is efficiënter en effectiever dan de huidige ad hoc werkwijze van verkoop op basis van individuele verzoeken. Bovendien biedt deze inventarisatie de mogelijkheid deze betreffende gronden actief te koop aan te bieden. 1.3 Opstellen protocol Duurzame openbare ruimte Het gaat hierbij om een protocol voor de inrichting van de openbare ruimte om zo het toekomstig onderhoud beheersbaar (en betaalbaar) te houden. Het is belangrijk goede kaders te stellen, waar bij de inrichting van de wijken al rekening mee wordt gehouden. 3.5 Uitvoeren projecten Gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP) Het hoofddoel van het GUP sluit aan op de ambities, zoals geformuleerd in de Landschapsontwikkelingsplannen (LOP’s) van de samenwerkende gemeenten (Beuningen, Druten, Heumen, West Maas en Waal en Wijchen). Die ambities zijn gericht op het versterken en ontwikkelen van de landschapstypen, die de karakteristiek vormen voor het fraaie rivierenlandschap en op het streekeigen inpassen van bestaande en nieuwe functies. Om de ambities tot uitvoering te kunnen brengen, hebben wij gezamenlijk een proces opgestart om op zoek te gaan naar een nieuwe realisatiestrategie voor de versterking van het landschap. De realisatiestrategie zet in op het stimuleren van lokaal eigenaarschap en participatie van bewoners en ondernemers. Door in de uitvoering in te zetten op het vergroten van de maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt tevens aangesloten bij de mogelijkheden die het nieuwe provinciale Programma Natuur en Landschap biedt. Met de nieuwe ‘Regels Subsidieverstrekking Landschap’ (april 2013) ondersteunt de Provincie Gelderland gemeenten bij het realiseren van hun landschapsambities, zoals verwoord in het Landschapsontwikkelingsplan (LOP), het GUP en de daarbij behorende realisatiestrategie. De Provincie onderstreept daarbij het belang van inzet en betrokkenheid van bewoners bij het ontwikkelen en behouden van het landschap in Gelderland; het kapitaal van de Provincie. Deze nieuwe benadering sluit goed aan bij de wijze waarop de gemeenten in het Land van Maas en Waal bewoners en ondernemers willen stimuleren zich meer in te zetten voor het landschap. Via de pilots, die benoemd staan in het document Realisatiestrategie Landschap Maas en Waal willen de gemeenten het landschap gevarieerder, aantrekkelijker en beleefbaarder te maken. KENGETALLEN Aantallen x 1 Kengetal Meldingen over groenonderhoud Meldingen over openbare verlichting Meldingen over riolering Meldingen over wateroverlast Meldingen over wegenonderhoud Restafval per inwoner in kg Verkeersongevallen met slachtoffer 2013 388 194 75 9 156 202 5 2014 450 250 75 15 250 168 5 2015 450 250 75 15 250 152 5 2016 450 250 75 15 250 145 5 2017 450 250 75 15 250 145 5 2018 450 250 75 15 250 145 5 25 WAT MAG HET KOSTEN? Bedragen x € 1.000 Exploitatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage 7.507 7.507 6.802 486 245 7.533 Autonome ontwikkelingen - Afvoeren ontvangen slootvuil A-watergangen - Administratieve aanpassingen Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Uitvoeren projecten gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP) Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid Nieuw beleid - Uitvoeren projecten in het kader van duurzaamheid Totaal Nieuw beleid Totaal lasten Baten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage 6.832 98 16 6.946 6.915 101 16 7.032 6.971 106 16 7.093 6.971 105 16 7.092 20 206 20 173 20 206 21 218 6 6 6 6 232 199 232 245 p.m. p.m. p.m. p.m. 7.507 7.533 7.178 7.231 7.325 7.337 4.340 3.513 471 261 4.245 3.481 78 -19 3.540 3.478 98 -19 3.557 3.478 98 -20 3.556 3.478 98 -20 3.556 0 0 0 0 34 34 34 34 4.340 Autonome ontwikkelingen - Administratieve aanpassingen Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid Totaal Nieuw beleid Totaal baten Saldo van lasten en baten 4.340 4.245 3.540 3.557 3.590 3.590 -3.167 -3.288 -3.638 -3.674 -3.735 -3.747 Toelichting ontwikkelingen Lasten Autonome ontwikkelingen - Afvoeren ontvangen slootvuil A-watergangen € 20.000 S Voor de A-watergangen hebben de aanliggende eigenaren een ontvangstplicht voor het vrijkomende maaisel. In verschillende gevallen is onze gemeente aanliggend eigenaar van een A-watergang. De laatste jaren is er, door de aanleg van water bergende voorzieningen, sprake van een forse uitbreiding van A-watergangen binnen de bebouwde kom. Het laten liggen van sloot maaisel is niet wenselijk, omdat het de bermen verrijkt en bovenal een rommelig straatbeeld geeft. Het nodigt anderen ook uit om er afval bij te gooien. Hierdoor wordt de berm steeds verder opgehoogd, waardoor de afwaterende functie onder druk kan komen te staan. Er blijft dan water naast de verharding staan, waardoor de rand van de verharding en de berm ernaast kapot worden gereden. De kosten voor het opladen, afvoeren en storten van het maaisel ramen wij op € 20.000, excl. BTW, per jaar. - Administratieve aanpassingen € 206.000 S Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting, personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten), actualisatie van de kosten van verzekeringen en het meerjareninvesteringsprogramma vinden er binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect van de actualisatie van de kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting. 26 Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Uitvoeren projecten gebiedsuitvoeringsprogramma (GUP) Voor de uitvoering van de realisatiestrategie en de aanvraag landschapsregeling (subsidie) is voor de periode van 4 jaar een totaal bedrag van € 25.000 cofinanciering noodzakelijk. Dit is jaarlijks een bedrag van € 6.250. € 6.250 S Nieuw beleid - Duurzaamheid In het kader van duurzaamheid gaan wij de komende jaren diverse activiteiten ontplooien. Hiervoor is budget noodzakelijk. Op basis van uitgewerkte plannen zullen wij concrete budgetten aanvragen. p.m. Baten Autonome ontwikkelingen - Administratieve aanpassingen (m.i.v. 2017) Zie de toelichting onder de lasten. € 34.000 S Tabel: Incidentele baten en lasten 2015 Bedragen x € 1.000 Onderwerp Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Incidentele lasten - Aanschaf 2 sneeuwschuivers - Aanschaf dienstauto milieuhandhaving 0 0 0 0 0 0 4 9 Totaal incidentele lasten 0 0 0 13 Totaal incidentele baten 0 0 0 0 Totaal incidentele lasten en baten 0 0 0 -13 Incidentele baten De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele effecten binnen dit programma zijn minimaal. INVESTERINGEN Bedragen x € 1.000 Omschrijving Verkeersborden, schrikhekken e.d. 2 Aanhangwagens 2 Aanhangwagens afzethekken 2 Aanhangers Giertank Tractor Onderhoudsbus Schaftwagens 2 Transportbussen Bladzuiger 2 aanhangwagens Veegmachine Combi bedrijfswagen Combi bedrijfswagen 2 Sneeuwschuivers Dienstauto milieuhandhaving Dienstauto handhaving Aanhangwagen Netto invest 2015 2016 2017 2018 71 9 9 9 15 66 45 5 80 42 6 4 13 13 25 9 9 5 BijAfschr. Kapitaallasten dragen termijn 2015 2016 15 1 1 1 10 10 7 1 7 10 1 1 7 7 10 1 1 1 7 9 9 9 2 2017 2018 7 7 7 2 9 8 5 14 2 9 8 2 8 8 14 6 6 4 13 6 2 2 3 9 9 5 27 Omschrijving Netto invest Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP): - Vervangingsinvesteringen - Vervangingsinvesteringen 2015 2016 - Vervangingsinvesteringen 2017 - Vervangingsinvesteringen 2018 Totaal investeringen BijAfschr. Kapitaallasten dragen termijn 2015 2016 910 865 101 970 51 1.082 295 60 60 15 60 15 60 15 4.709 0 Correctie al geraamde kapitaallasten Totaal effecten MIP 2017 2018 36 36 35 9 36 35 9 39 4 36 35 9 39 4 43 26 72 125 178 266 -26 -81 -148 -217 46 44 30 49 Toelichting investeringen Dit betreft vervangingsinvesteringen van het huidige materieel en de rioleringen. Met betrekking tot het materieel geldt dat de investeringen in afwachting van de ontwikkelingen met betrekking tot de organisatie van de buitendienst worden opgeschort tot er definitieve duidelijkheid ontstaat. De te verwachten noodzakelijke investeringen hebben we echter wel in beeld gebracht. De investeringen in het kader van de riolering zijn gebaseerd op het eind 2012 vastgestelde Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan 2013-2017. RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Reserves Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Egalisatie Rioolheffing 618 585 406 184 0 0 Totaal Reserves 618 585 406 184 0 0 Toelichting reserves - Egalisatie rioolheffing De reserve wordt gebruikt als egalisatie voor de totale lasten en baten binnen het product 'Riolering'. De ontwikkeling is opgenomen op basis van het in 2012 vastgestelde verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan 2013-2017. Op basis van de werkelijk behaalde resultaten vindt bij de jaarrekening de afrekening plaats. Begin 2015 bezien wij in het kader van de nieuw op te stellen nota Reserves en voorzieningen de ontwikkelingen betreffende deze reserve en komen wij met voorstellen in uw richting. Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorzieningen Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 Afkoop onderhoud grafrechten Openbare verlichting Wegen 122 350 2.985 106 395 2.955 100 281 2.535 95 302 1.729 92 357 1.138 89 288 1.215 Totaal Voorzieningen 3.457 3.456 2.916 2.126 1.587 1.592 Toelichting voorzieningen - Afkoop onderhoud grafrechten In deze voorziening worden jaarlijks de ontvangen afkoopsommen voor onderhoud gestort. De voorziening wordt ingezet ter dekking van de (onderhouds-)kosten van de begraafplaatsen. De geraamde toevoeging is € 25.000. De werkelijke ontvangsten worden gedurende 10 jaar ten gunste van de exploitatie gebracht. 28 - Openbare verlichting Op basis van het vastgestelde meerjarenonderhoudsplan Openbare verlichting vinden de mutaties in de voorziening plaats. - Wegen Een tienjarige onderhoudsplanning vormt de basis voor de mutaties in deze voorziening. De werkelijke onttrekkingen vinden plaats na visuele inspecties en nader onderzoek (maatregelentoets). In 2015 zijn naast het reguliere groot onderhoud de gedeeltelijke kosten van het combinatieproject Beatrixstraat te Beneden-Leeuwen geraamd. 29 PROGRAMMA 4 - BURGER, BESTUUR EN VEILIGHEID ALGEMEEN Omschrijving Het programma omvat de dienstverlening aan burgers, het functioneren van het bestuur en de organisatie en de integrale veiligheid. Doelstelling Voldoende waardering van onze burgers, bedrijven en instellingen voor de kwaliteit van ons bestuur en onze dienstverlening en een zo optimaal mogelijk gevoel van veiligheid in onze gemeente. Daarnaast het beperken en bestrijden van brand, ongevallen en rampen. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Jaar Dienstverleningsconcept Egem-I plan (2012-2015) Regionaal crisisplan APV Inkoopbeleid Integraal Veiligheidsbeleid Nota Verbonden partijen 2010 2011 2012 2012 2013 2014 2014 Ontwikkelingen - Europese aanbestedingsrichtlijnen In maart 2014 is een nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn aangenomen. De verwachting is dat de nieuwe richtlijn in 2015 in onze nationale wetgeving geïmplementeerd zal zijn. De richtlijn heeft als doel de efficiency en doeltreffendheid van aanbestedingen te verhogen. Of dit gevolgen zal hebben voor ons inkoopbeleid is nog niet bekend. - Wijziging Gemeentewet De regering heeft op 4 juli 2013 een ‘verzamelwetsvoorstel’ ingediend om de Gemeentewet op diverse onderdelen te wijzigen. Het wetsvoorstel bevat een aantal wijzigingen voor het college en raadsleden. Een aantal voorbeelden hiervan: Voorzitter van een raadscommissie hoeft niet langer een lid te zijn van de raad Raadsleden kunnen niet langer zitting nemen in bezwaarschriftencommissies Burgemeester krijgt een wettelijke rol in het proces van collegeonderhandelingen na verkiezingen Vervallen verplichting tot uitbrengen van een burgerjaarverslag. WAT WILLEN WE BEREIKEN? 1. 2. 3. Kwalitatief voldoende dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen denkend vanuit de klant. Het vergroten van het gevoel van veiligheid bij burgers. Burgers, maatschappelijke instellingen en bedrijven voelen zich optimaal betrokken bij de totstandkoming van ons beleid en zijn tevreden over de kwaliteit van ons bestuur. WAT GAAN WE DAARVOOR DOEN? Activiteiten 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Actualiseren en uitvoeren Concernplan Actualiseren dienstverleningsconcept Doorontwikkelen digitale dienstverlening Actualiseren nota Reserves en voorzieningen Actualiseren nota Activabeleid 3.1 Doorontwikkelen Regiegemeente 3.2 Uitvoeren klanttevredenheidsonderzoek Realisatie 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015 30 KENGETALLEN Aantallen x 1 Kengetal Diefstal/inbraak bedrijven Woninginbraken Digitale aanvragen burgerzaken Klachten servicenormen 2013 17 87 220 n.v.t. 2014 19 90 0 n.v.t. 2015 2016 19 90 260 15 2017 18 80 280 10 2018 17 70 300 10 16 65 320 10 WAT MAG HET KOSTEN? Bedragen x € 1.000 Exploitatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage 7.690 7.690 5.340 61 2 5.403 Autonome ontwikkelingen - Verkiezingen - BTW betreffende Veiligheidsregio - Administratieve aanpassingen Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Concernplan - Software ter ondersteuning van de P&Ccyclus Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid 5.353 1 -72 5.282 5.268 14 -84 5.198 5.203 14 -84 5.133 5.203 14 -84 5.133 23 p.m. 147 0 p.m. 222 0 p.m. 213 29 p.m. 233 15 15 15 10 10 10 10 180 247 238 287 Totaal Nieuw beleid Totaal lasten Baten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage 7.690 5.403 5.463 5.445 5.372 5.420 3.509 283 16 17 316 284 -19 0 265 284 -19 0 265 284 -19 0 265 284 -19 0 265 0 0 0 0 3 3 3 3 3.509 Autonome ontwikkelingen - Administratieve aanpassingen Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid Totaal Nieuw beleid Totaal baten Saldo van lasten en baten 3.509 316 265 265 268 268 -4.181 -5.087 -5.198 -5.180 -5.104 -5.153 Toelichting ontwikkelingen Autonome ontwikkelingen - Verkiezingen € 23.000 I De Waterschapsverkiezingen worden in 2015 gecombineerd met de verkiezingen voor de Provinciale Staten en moeten door de gemeente worden uitgevoerd. De kosten worden misschien gecompenseerd. Dit is nog niet duidelijk. In 2018 zijn er weer verkiezingen voor de gemeenteraad. - BTW in de veiligheidsregio p.m. In 2015 vindt er nog een compensatie plaats van € 215.000 voor alle regiogemeenten via een bestemde reserve. Wat de consequenties voor 2016 en verder zijn in relatie tot de BTW is op dit moment niet duidelijk. Er wordt gesproken over een mogelijke taakstelling voor de veiligheidsregio. De verwachting is dat er in 2015 hierover meer duidelijkheid komt. 31 € 147.000 S - Administratieve aanpassingen Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting, personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten), verzekeringen en het meerjareninvesteringsplan vinden er binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect van de actualisatie van de kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting. Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Concernplan (met ingang van 2016) € 15.000 S Ter uitvoering van het concernplan en met name de bijbehorende regie-agenda moet er regelmatig externe expertise worden ingezet. Het betreft advies, onderzoek of opleiding op de diverse onderdelen die genoemd zijn in het concernplan. Bijvoorbeeld in het kader van de regiefunctie. In 2015 is hiervoor al € 15.000 opgenomen. - Software ter ondersteuning van de P&C-cyclus € 10.000 S Ten behoeve van de ondersteuning van de planning en controlprocessen maken wij gebruik van specifieke software. In het kader van de continue kwaliteitsverbetering van de processen en producten is het noodzakelijk hier jaarlijks in te investeren door middel van aanvullende software en consultancy. Tabel: Incidentele baten en lasten 2015 Bedragen x € 1.000 Onderwerp Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Incidentele lasten - Leden van de raad - vervanging iPad's - Leden van de raad - overige goederen en diensten - Verkiezingen - Representatiekosten - extra lasten raadsverkiezingen 6 0 40 0 0 0 17 0 0 0 0 0 0 6 20 3 Totaal incidentele lasten 46 17 0 29 0 0 0 0 -46 -17 0 -29 Incidentele baten Totaal incidentele baten Totaal incidentele lasten en baten De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele nadelige effecten binnen dit programma zijn gering. INVESTERINGEN Omschrijving Meubilair - Gemeentehuis (diversen) Meubilair - Tafels raadzaal Telefooncentrale ICT - Basisregistraties ICT - Basisinfrastructuur ICT - KCC ICT - Koppelingen ICT - Overige vervangingen ICT - Basisregistraties ICT - Overige vervangingen Inventaris - Diverse keukentoebehoren Meubilair - Stoelen spreekkamers Netto invest 2015 2016 2017 150 15 50 137 440 90 180 50 10 40 7 13 Bijdragen Afschr. Kapitaallasten termijn 2015 2016 15 15 10 4 4 4 4 4 4 4 1 15 15 2 7 39 125 26 51 14 15 1 7 38 122 25 50 14 3 11 7 2017 2018 15 1 6 37 118 24 48 13 3 11 14 1 6 36 114 23 46 13 3 11 1 1 32 Omschrijving Netto invest Bijdragen Afschr. Kapitaallasten termijn 2015 2016 2017 2018 Meubilair - Bureaustoelen 2018 Meubilair - Paternosterkasten Dienstencentrum Inventaris - Koffie automaten Totaal investeringen 55 25 8 1.270 15 25 1 0 279 292 277 6 2 8 284 Correctie al geraamde investeringen 1.592 0 -123 -191 -401 -401 156 101 -124 -117 TOTAAL Toelichting investeringen De vervanging inventaris gemeentehuis betreft reguliere vervangingen van onder andere meubilair dat uit 1993 dateert door meer arbotechnisch verantwoord meubilair en de vervanging van het meubilair in de raadzaal. De ICT investeringen betreffen het door het Rijk verplicht gestelde landelijke stelsel van basisregistraties, alsmede de koppelingen hiervan aan onze eigen informatie-architectuur. Daarnaast betreft het reguliere vervangingen en investeringen ten behoeve van de verbetering van de klantcontacten. De geplande vervanging van de telefooncentrale is nodig omdat deze verouderd is en niet voldoet aan de eisen van dienstverlening. RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorzieningen Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 Pensioenen wethouders Voormalige wethouders 1.722 124 1.799 79 1.882 169 1.958 138 2.034 103 2.110 70 Totaal voorzieningen 1.846 1.878 2.051 2.096 2.137 2.180 Toelichting voorzieningen - Pensioenen/overlijdensrisico wethouders Het saldo van de voorziening wordt bepaald door onze verplichtingen per jaar. De pensioenverplichtingen worden na de actuariële berekening in de begroting als last opgenomen. Daarbij wordt de voorziening op de juiste hoogte gebracht. De opgenomen toekomstige stortingen en onttrekkingen zijn fictief, op basis van de genoemde berekeningen worden deze jaarlijks geactualiseerd. - Voormalige wethouders e Bij de 2 bestuursrapportage is de voorziening door een dotatie van € 138.000 op de juiste hoogte gebracht. De onttrekkingen hebben betrekking op de wachtgelden die wij uitkeren aan onze voormalige wethouders. 33 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN ALGEMEEN Omschrijving Binnen de begroting bestaat onderscheid tussen algemene dekkingsmiddelen en specifieke dekkingsmiddelen. Specifieke dekkingsmiddelen zijn de inkomsten die direct samenhangen met een bepaald programma. Dat kunnen de inkomsten zijn van het Rijk met een specifiek bestedingsdoel (bijvoorbeeld voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand in programma 2), de opbrengsten uit verkoop van gronden (programma 1) of opbrengsten uit verleende diensten, zoals het verstrekken van een paspoort (programma 4). Ook de rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn specifieke dekkingsmiddelen. De specifieke dekkingsmiddelen worden binnen het betreffende programma verantwoord. De algemene dekkingsmiddelen zijn dekkingsmiddelen die vrij aan te wenden zijn. De besteding van deze inkomsten is op voorhand niet gebonden aan een bepaald programma of doel, maar wordt ingezet ter dekking van de tekorten op de programma's. De dekking bestaat voor het grootste gedeelte uit de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds en de lokale heffingen die niet bestedingsgebonden zijn. De overige dekkingsmiddelen bestaan uit rentebaten en de post onvoorzien. Doelstelling We willen een financieel gezonde gemeente voor nu en in de toekomst zijn. Om dit te bereiken voeren wij een verantwoord en stabiel financieel beleid met sluitende begrotingen, waarbinnen ruimte wordt gemaakt voor noodzakelijke en gewenste veranderingen van beleid en het opvangen van onvoorziene omstandigheden. Wij maken voortdurend een afweging tussen onze bestuurlijke ambities en de daarvoor beschikbare middelen. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Jaar Financiële verordening gemeente West Maas en Waal Controleverordening gemeente West Maas en Waal Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid Belastingverordeningen 2011 2011 2011 2014 Ontwikkelingen Er zijn geen bijzondere externe ontwikkelingen te melden. WAT MAG HET KOSTEN? Bedragen x € 1.000 Exploitatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal lasten tot en met 2 bestuursrapportage Autonome ontwikkelingen - DigiD audit - Administratieve aanpassingen Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Vernieuwen website - Actualisatie dienstverleningsconcept 4.489 4.489 346 593 557 1.496 338 338 -353 323 1.144 347 -542 949 347 355 -234 468 347 355 -218 484 8 -172 8 -271 8 -413 8 -465 22 5 22 22 22 34 Exploitatie Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Dekkingsplan Perspectiefnota 2015 - Aframen post Onvoorzien - Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid -50 -187 -50 -137 -428 -50 -87 -520 -50 -87 -572 Totaal Nieuw beleid Totaal lasten Baten Programmabegroting e Wijzigingen tot de 2 bestuursrapportage e Effecten 2 bestuursrapportage e Totaal baten tot en met 2 bestuursrapportage 4.489 1.496 136 521 -52 -88 22.629 20.395 976 687 22.058 19.538 232 -299 19.471 20.510 114 -531 20.093 19.406 374 -281 19.499 19.406 374 -247 19.533 6.825 6.871 6.719 6.730 25 25 63 63 25 6.875 25 6.921 25 6.807 25 6.818 22.629 Autonome ontwikkelingen - Algemene uitkering - decentralisaties sociaal domein - Administratieve aanpassingen Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Koers 2030 Totaal Ontwikkelingen bestaand beleid Totaal Nieuw beleid Totaal baten 22.629 22.058 26.346 27.014 26.306 26.351 Saldo van lasten en baten 18.140 20.562 26.210 26.493 26.358 26.439 Toelichting ontwikkelingen Lasten Autonome ontwikkelingen - DigiD audit € 8.000 S Door problemen rond de beveiliging van gemeentelijke gegevens op hun website is in 2013 door het Rijk de gemeente verplicht gesteld een audit te laten uitvoeren op de DigiD aansluiting van de website. Achter deze DigiD zitten de elektronische webformulieren van de gemeente met vertrouwelijke gegevens van haar burgers. Deze audit dient jaarlijks plaats te vinden. Slaagt de gemeente niet voor de audit kan geen gebruik worden gemaakt van DigiD en kun je de burger dus niet op deze wijze bedienen. De structurele lasten bedragen € 8.000. - Actualisatie kostenverdeling en overige administratieve aanpassingen - € 172.000 S Als gevolg van de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten (huisvesting, personeel en overige kosten bedrijfsvoering, zoals facilitaire en ICT-kosten) vinden er binnen de programma's verschuivingen van de kosten plaats. Het totale effect van de actualisatie van de kosten presenteren wij in deel 2 - Financiële begroting. Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Vernieuwen website € 22.000 S Onze website voldoet niet meer aan de eisen en wensen die aan een moderne gemeentelijke website gesteld worden. Er kan bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt worden van digitale dienstverlening (e-formulieren, DigiD) en we voldoen niet aan alle webrichtlijnen, die vanuit de overheid zijn opgesteld. Onze huidige provider heeft aangegeven per 1 april 2015 de versie die wij gebruiken niet meer te ondersteunen. De versie van ons intranet wordt al langere tijd niet meer ondersteund. Vernieuwing is daardoor aan de orde. - Dienstverleningsconcept € 5.000 I In 2010 is een dienstverleningsconcept opgesteld. Gezien de snelle ontwikkeling in opvattingen over dienstverlening is het noodzakelijk elke 5 jaar het dienstverleningsconcept te evalueren en te actualiseren. 35 Dekkingsplan - Aframen post Onvoorzien - € 50.000 S De doelstelling van de post onvoorziene uitgaven is het opvangen van extra uitgaven, die bij het samenstellen van de begroting onvoorzienbaar waren en die bovendien onuitstelbaar en onontkoombaar zijn. In de praktijk wordt de post Onvoorzien gebruikt als een flexibel budget voor incidentele tegenvallers. Wij maken nauwelijks gebruik van dit flexibele budget. Aframing tot een bedrag van € 15.000 is daarom verantwoord. - Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte (met ingang van 2016) - € 137.000 S De stelpost Incidentele beleidsruimte is voor u bedoeld om gedurende het jaar een flexibel budget te hebben om incidentele beleidskeuzes te kunnen maken. Gelet op de behoefte aan extra dekkingsmiddelen in relatie tot het gebruik van dit budget achten wij aframing tot een structureel bedrag van € 50.000 verantwoord. Alleen in 2016 is het beschikbare bedrag volledig ingezet in het kader van het sluitend maken van onze begroting. Baten Autonome ontwikkelingen - Algemene uitkering uit het Gemeentefonds Dit betreft de verhoging van de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds in verband met de drie decentralisaties in het sociaal domein. De uitgaven hiervan hebben wij op programma 2 - Maatschappelijke zaken geraamd. - Administratieve aanpassingen Zie de toelichting onder de lasten. € 6.825.000 S € 25.000 S Intensivering/heroverweging bestaand beleid - Koers 2030 Dit betreft de bijdrage vanuit de reserve Leefbaarheid kernen ter dekking van de kosten van Koers 2030. De lasten staan geraamd op programma 2. € 25.000 S Tabel: Incidentele baten en lasten 2015 Bedragen x € 1.000 Onderwerp Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Incidentele lasten - Incidentele beleidsruimte - Inventaris - koffieautomaten 50 0 0 0 50 0 50 8 Totaal incidentele lasten 50 0 50 58 - Bespaarde rente bestemmingsreserves 128 128 128 128 Totaal incidentele baten 128 128 128 128 78 128 78 70 Incidentele baten Totaal incidentele lasten en baten De ingevolge de voorschriften (Besluit Begroting en Verantwoording) verplichte tabel van incidentele baten en lasten geeft een beeld van mogelijke incidentele effecten op het financiële beeld. De incidentele nadelige effecten binnen dit programma zijn beperkt. Het saldo wordt bepaald door de stelpost Incidentele beleidsruimte. 36 RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Reserves Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 Algemene reserve Informatisering Investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Personeel en organisatie 4.560 781 2.093 109 160 5.511 940 1.501 55 120 5.525 909 1.443 0 80 5.810 717 1.430 0 40 6.686 14 1.417 0 0 7.012 0 1.404 0 0 Totaal reserves 7.703 8.127 7.957 7.997 8.117 8.416 Toelichting reserves - Algemene reserve De toename ontstaat door de rentetoevoegingen. Een deel van deze rente, over het beklemde deel van de reserve ad. € 2,5 miljoen, wordt toegevoegd aan de exploitatie als structureel dekkingsmiddel. In 2016 staat een toevoeging van € 767.000 gepland voor het restantbedrag van de reserve Informatisering, conform uw besluit bij de vaststelling van de nota Reserves en voorzieningen 2012. - Informatisering De reserve is gekoppeld aan het Egem-I plan. In 2016 valt het restant van de reserve vrij ten gunste van de Algemene reserve conform uw besluitvorming bij de vaststelling van de nota Reserves en voorzieningen 2012. Er is hierbij nog geen rekening gehouden met de effecten van de mogelijke samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe. - Investeringen economisch nut De reserve dient ter dekking van afschrijvingslasten van investeringen met een economisch nut. De afschrijving is gelijk aan de bijdrage vanuit de reserve. De boekwaarde van de investeringen loopt daardoor gelijk af met de stand van de reserve. - Investeringen maatschappelijk nut Aan de reserve wordt structureel een bedrag onttrokken ter dekking van afschrijvingslasten van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. In 2014 vindt de laatste onttrekking plaats. - Personeelslasten De reserve wordt ingezet ter dekking van ombuigingen op het gebied van personeel. Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorzieningen Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 Voormalig personeel 148 220 101 100 100 100 Totaal voorzieningen 148 220 101 100 100 100 Toelichting voorzieningen - Voormalig personeel De voorziening dient ter dekking van (toekomstige) FPU-verplichtingen. 37 RECAPITULATIE VAN BATEN EN LASTEN Bedragen x € 1.000 Omschrijving Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten 13.445 15.014 7.507 7.690 4.489 48.145 10.199 16.329 7.533 5.403 1.499 40.963 9.557 21.718 7.178 5.463 136 44.053 9.522 21.940 7.231 5.445 521 44.660 9.468 21.776 7.326 5.372 -52 43.890 9.483 21.762 7.337 5.420 -88 43.914 Baten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten 11.842 6.319 4.340 3.509 22.629 48.639 8.665 6.483 4.245 316 22.058 41.767 7.964 5.868 3.540 265 26.346 43.984 7.929 5.872 3.557 265 27.014 44.637 7.957 5.876 3.590 268 26.306 43.997 7.958 5.876 3.590 268 26.351 44.043 Saldo Programma 1 - Wonen, werken en recreëren -1.603 -1.534 Programma 2 - Maatschappelijke zaken -8.695 -9.846 Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Saldo van baten en lasten -3.167 -4.181 18.140 494 -3.288 -5.087 20.561 806 -1.593 15.850 -3.638 -5.198 26.210 -69 -1.593 16.068 -3.674 -5.180 26.493 -23 -1.512 15.900 -3.735 -5.104 26.357 106 -1.524 15.886 -3.747 -5.153 26.438 128 69 23 0 0 106 128 Aanvullend dekkingsplan Saldo Programmabegroting 2015, na dekkingsplan 494 806 38 DEEL 2 - PARAGRAFEN 39 PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN ALGEMEEN Inleiding In deze paragraaf presenteren wij de uitgangspunten en het doel van de gemeentelijke heffingen. De belangrijkste (gemeentelijke woonlasten) zijn de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolrechten. De gepresenteerde tarieven voor 2015 en verdere jaren betreffen voorlopige tarieven. De definitieve tarieven worden met vaststelling van de betreffende belastingverordeningen in december vastgesteld en kunnen door actuele waarde- en prijsontwikkelingen afwijken. Gemeentelijke kaders Na de begrotingsbehandeling actualiseren wij jaarlijks de verordeningen op het gebied van de lokale heffingen. In december voorafgaande aan het heffingsjaar bieden wij u deze ter vaststelling aan. Er is onderscheid te maken tussen opbrengsten als algemene dekkingsmiddelen en opbrengsten die direct dienen ter dekking van gemaakte kosten. Tot de eerste categorie behoren de onroerende zaakbelastingen, roerende zaakbelastingen, forensenbelasting, hondenbelasting, watertoeristenbelasting en landtoeristenbelasting. Tot de tweede categorie, zogenaamde bestemmingsheffingen, behoren de rioolheffing, afvalstoffenheffing, lijkbezorgingsrechten, marktgelden en leges. Voor deze categorie is het uitgangspunt dat de te maken kosten worden terugverdiend door de opbrengsten van de betreffende belasting of leges. Wij streven naar een 100% kostendekkend tarief. Of het tarief ook daadwerkelijk 100% kostendekkend kan zijn is afhankelijk van diverse factoren, zoals het aandeel vaste en variabele kosten binnen de activiteit, de schommelingen in aantallen per jaar en de diversiteit binnen activiteiten, maar ook is in zekere zin sprake van marktconforme prijzen ten opzichte van buurgemeenten of met landelijk vastgestelde maximum tarieven. Ontwikkelingen De verordening toeristenbelasting is conform de modelverordening van de VNG vernieuwd. Deze wordt u afzonderlijk ter vaststelling aangeboden in de raadsvergadering van december 2014. ONROERENDE ZAAK BELASTINGEN Algemeen Onder de naam onroerende zaakbelastingen (OZB) heffen wij ter zake van binnen onze gemeente gelegen onroerende zaken twee directe belastingen in het geval van niet-woningen: een gebruikersbelasting en een eigenarenbelasting. In het geval van onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen heffen wij alleen een eigenarenbelasting. Voor het belastingjaar 2015 baseren wij de OZB-heffing op de nieuwe taxatiewaarden per 1 januari 2014. Omdat deze taxatiegegevens bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend zijn, gaan wij bij de gepresenteerde tarieven nog uit van de waarden per 1 januari 2013. De hertaxatie zal aanpassing van de tarieven met zich meebrengen. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2015. Tarieven De ontwikkeling van de OZB-tarieven in de afgelopen c.q. komende jaren, op basis van de huidige afspraken, ziet er als volgt uit: Soort 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Woningen - zakelijk recht - feitelijk gebruik Totaal woningen 0,1086% n.v.t. 0,1086% 0,1198% n.v.t. 0,1198% 0,1275% n.v.t. 0,1275% 0,1280% n.v.t. 0,1280% 0,1285% n.v.t. 0,1285% 0,1290% n.v.t. 0,1290% Niet-woningen \ - zakelijk recht - feitelijk gebruik Totaal woningen 0,1903% 0,1789% 0,3692% 0,2160% 0,1994% 0,4154% 0,2302% 0,2090% 0,4392% 0,2307% 0,2095% 0,4402% 0,2312% 0,2100% 0,4412% 0,2317% 0,2105% 0,4422% 40 Opbrengsten Voor 2015 ramen wij de volgende opbrengsten betreffende de onroerende zaak belastingen (bedragen x € 1.000): Zakelijk gerechtigden € 2.921 Gebruikers € 450 Totaal raming 2015 € 3.371 De opbrengsten van de afgelopen jaren en te verwachten opbrengsten voor de komende jaren presenteren wij bij het onderdeel “Opbrengsten lokale heffingen”. ROERENDE ZAAKBELASTINGEN Algemeen Onder de naam "belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten" heffen wij een, met de OZB vergelijkbare, belasting voor binnen onze gemeente gelegen roerende objecten, zoals woonwagens en woonschepen. De tarieven dienen gelijk te zijn aan die van de OZB. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2015. Tarieven De tarieven voor de roerende zaakbelastingen zijn gelijk aan de tarieven van onroerende zaakbelastingen. Zie de tabel bij het onderdeel “Onroerende zaakbelastingen”. Opbrengsten Voor 2015 ramen wij de volgende opbrengsten betreffende de roerende zaak belastingen (bedragen x € 1.000): Zakelijk gerechtigden € 4 Gebruikers € 1 Totaal raming 2015 € 5 HONDENBELASTING Algemeen Onder de naam "hondenbelasting" heffen wij een directe belasting ter zake van het houden van een hond binnen onze gemeente. Als houder wordt aangemerkt degene die, onder welke titel dan ook, een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2015. Tarieven De ontwikkeling van de tarieven voor de hondenbelasting ziet er als volgt uit: Tarief per hond/kennel e 1 hond e 2 en volgende hond Kennel 2013 2014 2015 2016 2017 2018 47,04 94,08 282,24 47,28 94,56 283,68 47,52 95,03 285,10 47,75 95,51 286,53 47,98 95,99 287,96 48,22 96,46 289,40 Opbrengsten Voor de hondenbelasting ramen wij in 2015 € 97.692 aan opbrengsten. TOERISTENBELASTING Algemeen Ter zake van het binnen onze gemeente houden van verblijf met overnachten tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van onze gemeente zijn ingeschreven, heffen wij onder de naam toeristenbelasting een directe belasting. Deze belasting heffen wij naar het aantal overnachtingen. 41 Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2015. Tarieven De ontwikkeling van de tarieven voor de toeristenbelasting ziet er als volgt uit: Tarief Per overnachting 2013 0,94 2014 1,00 2015 1,00 2016 1,00 2017 2018 1,00 1,00 Het tarief is jaarlijks met € 0,10 verhoogd tot het tarief van € 1,00 per overnachting in 2014. Begrotingsbehandeling 2009). Opbrengsten Voor 2014 ramen wij € 164.628 aan opbrengsten betreffende de toeristenbelasting. WATERTOERISTENBELASTING Algemeen Ter zake van het binnen onze gemeente houden van verblijf op vaartuigen waarvoor, in welke vorm dan ook, een vergoeding wordt betaald door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van onze gemeente zijn ingeschreven, heffen wij onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting. De belasting heffen wij naar het aantal etmalen van verblijf. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van watertoeristenbelasting 2015. Wanneer voor het verblijf, krachtens een overeenkomst, een vergoeding is voldaan vóór 15 april van het belastingjaar, heffen wij geen belasting op grond van de verordening watertoeristenbelasting. De belasting wordt naar rato van het aantal belastingplichtige ligplaatsen verdeeld over de verschillende jachthavens. Tarieven De ontwikkeling van de tarieven voor de watertoeristenbelasting ziet er op basis van de huidige afspraken als volgt uit: Tarief Per etmaal 2013 0,94 2014 1,00 2015 1,00 2016 1,00 2017 1,00 2018 1,00 Opbrengsten Betreffende de watertoeristenbelasting ramen wij voor 2015 € 15.758 aan opbrengsten. FORENSENBELASTING Algemeen Onder de naam "Forensenbelasting" heffen wij een directe belasting van personen die, zonder in onze gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning in onze gemeente beschikbaar houden. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2015. Tarieven De ontwikkeling van de tarieven voor de forensenbelasting ziet er, op basis van 0,5% inflatiecorrectie per jaar, als volgt uit: Tarief 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Per gemeubileerde woning 366,00 368,00 370,00 372,00 374,00 376,00 Opbrengsten Voor 2015 ramen wij € 11.031 aan opbrengsten betreffende de forensenbelasting. 42 AFVALSTOFFENHEFFING Algemeen Met ingang van 1 januari 2012 verzorgt Afvalverwijdering Rivierenland (Avri) voor onze gemeente de verwerking van diverse stromen in het huishoudelijk afval. De inzameling en verwerking van huishoudelijk afval financiert Avri met de inkomsten uit de afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing is een belasting die wordt betaald voor het inzamelen en verwerken van afval. Gemeentelijke kaders Door de toetreding tot de GR Rivierenland is de Verordening Afvalstoffenheffing van de Regio van kracht in onze gemeente. Tarieven Door de komst van het 'volume-frequentie tariefsysteem' vanaf 1 januari 2014 worden de tarieven voor het aanbieden van afval voor inwoners gebaseerd op de grootte van de restafvalcontainer en op het aantal maal dat een container wordt aangeboden. Hetgeen betekent dat alle huishoudens een combinatie gaan betalen van een vast- en variabel deel. In december stelt het Algemeen bestuur van de GR de tarieven voor 2015 vast. Opbrengsten en kostendekkendheid De opbrengsten van de regionaal vastgestelde heffingen vormen een 100% dekking voor het ophalen van afvalstromen aan huis, de kosten voor de milieustraten, alsmede de kosten voor de verwerking van alle vrijkomende afvalstromen, inclusief BTW. Wanneer op rekeningbasis een meer of juist minder dan 100% kostendekkende opbrengst wordt gerealiseerd, wordt het verschil verrekend in de regionale egalisatiereserve. Deze komt ten goede aan of ten laste van alle deelnemende gemeenten uit de regio. BREDE RIOOLHEFFING Algemeen Onder de naam "brede rioolheffing" heffen wij een belasting van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2015. De hoogte van de opbrengsten en daarmee de tarieven rioolheffing berekenen wij zo dat sprake is van 100% dekking van de gemaakte kosten, inclusief BTW. Daarmee zitten de tarieven op het wettelijke maximum. Wanneer op rekeningbasis een meer of juist minder dan 100% kostendekkende opbrengst wordt gerealiseerd verrekenen wij het verschil met de Egalisatiereserve Rioolheffing. Kosten Met de vaststelling van de Perspectiefnota 2011 hebt u besloten om de maximaal toe te rekenen kosten mee te nemen bij de berekening van de rioolheffing. Dit betekent dat wij met ingang van 2011 ook kosten voor de aanslagoplegging en inning en kosten reiniging straatkolken in de 100% kostendekkendheid meenemen. In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de gemeentelijke riolering. Tabel: Overzicht kosten Bedragen x € 1.000 Kostensoort 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Klein onderhoud en controle 246 295 224 226 228 230 Stroomverbruik gemalen Personeel van derden Telefoonkosten Kapitaallasten Doorbelasting kostenplaats Overige directe lasten 71 48 60 27 1.079 346 9 71 56 28 1.198 275 155 72 57 28 1.210 278 157 73 58 28 1.222 281 159 74 59 28 1.234 284 161 1.196 322 51 43 Kostensoort Aanslagoplegging / inning Grond- en hemelwaterzorgplicht BTW Totaal kosten riolering 2013 20 2014 2015 2016 2017 2018 185 24 30 211 20 31 215 20 31 217 20 31 219 20 31 221 2.091 2.129 2.273 2.296 2.319 2.342 Tarieven De tarieven voor de brede rioolheffing ontwikkelen zich, op basis van de bovenvermelde kosten, als volgt: Tarief per eigendom Aansluiting gem. riolering 2013 236 2014 244 2015 2016 253 261 2017 2018 266 271 Opbrengsten en kostendekkendheid Betreffende de brede rioolheffing ramen wij voor 2015 € 2.001.831 aan opbrengsten. Inclusief de onttrekking aan de Egalisatiereserve Rioolheffing ad. € 266.000 realiseren wij een kostendekkingspercentage van 100%. De definitieve bijdrage uit de reserve wordt, op basis van de werkelijke baten en lasten, bepaald bij de jaarrekening 2015. MARKTGELD Algemeen Onder de naam marktgeld heffen wij een recht voor het gebruik van enig gedeelte van openbare gebouwen, terreinen, pleinen of straten, welke door ons voor het houden van markten is aangewezen. Kosten Doordat wij uitgaan van een onderbezetting, gebaseerd op de ervaringscijfers over de afgelopen jaren, realiseren wij een totale opbrengst, waarmee feitelijk 19% van de kosten wordt gedekt door de marktgelden. De kosten hebben wij in de begroting 2015 geraamd op € 24.555. De opbrengsten ramen wij op € 4.625. In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de markten. Bedragen x € 1.000 Tabel: Overzicht kosten Kostensoort 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Energiekosten Overige kosten Doorberekening kostenplaats 5 3 18 5 3 10 7 5 12 7 6 12 7 6 12 7 6 12 Totaal kosten markten 26 18 24 25 25 25 Tarieven De (geraamde) tarieven voor de marktgelden ontwikkelen zich, op basis van 0,5% inflatiecorrectie per jaar, als volgt: Tarief per strekkende meter Incidenteel Per kwartaal 2013 1,34 16,97 2014 1,35 17,05 2015 2016 1,36 17,14 1,37 17,23 2017 1,38 17,32 2018 1,39 17,41 LIJKBEZORGINGRECHTEN Algemeen Wij heffen rechten voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door onze gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingrechten 2015. Kosten In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de lijkbezorging en onderhoud begraafplaatsen. 44 Bedragen x € 1.000 Tabel: Overzicht kosten Kostensoort 2013 Grafdelving en klein onderhoud Doorbelasting kostenplaats Overige kosten Kapitaallasten Pachten Mutatie voorziening 7 101 6 16 Totaal kosten lijkbezorging 2014 2015 2016 2017 2018 -9 7 88 2 15 -2 -4 7 77 2 15 -2 -5 7 76 2 15 -2 -2 7 78 2 14 -2 0 7 80 2 14 -2 0 121 106 94 96 99 101 Tarieven De (geraamde) tarieven voor de lijkbezorgingsrechten ontwikkelen zich op basis van 0,5% inflatiecorrectie per jaar. Tarief volwassenen Begraven Onderhoud 20 jaar 2013 250 1.329 2014 251 1.336 2015 252 1.343 2016 253 1.350 2017 254 1.357 2018 255 1.364 Opbrengsten en kostendekkendheid Door het geringe aantal begravingen op de openbare begraafplaatsen, kunnen wij het beoogde dekkingspercentage van 100% niet realiseren. Wanneer u vasthoudt aan volledige kostendekking moeten de tarieven de komende jaren nog aanzienlijk stijgen. Gelet op de extra verhoogde tarieven is dat niet meer reëel. Betreffende de lijkbezorging ramen wij voor 2015 € 44.799 aan opbrengsten. Hiermee realiseren wij een kostendekkingspercentage van 47,66%. LEGES Algemeen Onder de naam "leges" heffen wij verschillende rechten ter zake van het genot van door ons verstrekte diensten, genoemd in de legesverordening en de daarbij behorende tarieventabel. Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015. Uitgangspunt bij bepaling van de tarieven is 100% kostendekkendheid. Kosten In het onderstaande overzicht geven wij u op hoofdlijnen inzicht in de ontwikkeling van de (geraamde) kosten van de leges. Tabel: Overzicht kosten Bedragen x € 1.000 Kostensoort 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Bestemmingsplannen Gemeentelijke basisadministratie Burgerlijke stand Rij- en reisdocumenten APV 228 152 54 241 56 214 196 74 255 59 249 193 98 246 66 250 194 99 247 67 247 191 98 245 66 249 192 99 246 66 Totaal kosten 731 798 852 857 847 852 In de tabel is het bedrag voor bouwleges niet opgenomen, omdat deze niet meer apart in onze administratie voorkomt vanwege de overgang naar de omgevingsdienst Rivierenland. Tarieven De belangrijkste tarieven voor de leges geven, op basis van de huidige afspraken, de volgende ontwikkeling te zien: Tarief Reguliere bouwvergunning bij € 100.000 bouwkosten Principeverzoek bestemmingsplan/ projectbesluit Huwelijksvoltrekking Paspoort Rijbewijs 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2.100 2.100 2.121 2.121 2.121 2.121 1.515 1.555 1.600 1.616 1.632 1.648 315 *50,35 35 320 *66,95 38,48 328 *66,95 *38,40 333 *66,95 *38,40 333 *66,95 *38,40 333 *66,95 *38,40 *Opmerking: Landelijk vastgesteld tarief. 45 Opbrengsten Voor 2015 ramen wij € 769.000 aan opbrengsten betreffende de leges inclusief leges omgevingsvergunning. De legesopbrengsten zonder de leges omgevingsvergunning bedragen € 364.000. Hiermee realiseren wij een kostendekkingspercentage van 42,7%. De 100% dekking van kosten wordt niet gehaald, omdat niet alle gemaakte kosten rechtstreeks verband houden met de dienstverlening en daarom niet kunnen worden gedekt uit leges. Dit geldt vooral voor een deel van de kosten voor bestemmingsplanprocedures en burgerlijke stand. OPBRENGSTEN LOKALE HEFFINGEN De (geraamde) opbrengsten van de lokale heffingen zien er als volgt uit: Tabel: Opbrengsten lokale heffingen Belasting c.q. heffing 2013 2014 2015 Bedragen x € 1.000 2016 2017 2018 Onroerende zaakbelastingen Roerende zaakbelastingen Baatbelasting Hondenbelasting Toeristenbelasting Watertoeristenbelasting Forensenbelasting Totaal belastingen 3.185 6 0 99 148 16 11 3.465 3.277 6 0 96 141 16 11 3.547 3.371 5 0 98 165 16 11 3.666 3.466 5 0 100 165 16 11 3.763 3.555 5 0 102 166 16 12 3.856 3.555 5 0 102 166 16 12 3.856 Afvalstoffenheffing Brede rioolheffing Marktgeld Lijkbezorgingrechten Leges Totaal heffingen 0 1.981 4 73 917 2.975 0 2.022 4 73 776 2.875 0 2.002 5 45 769 2.821 0 2.022 5 45 821 2.893 0 2.041 5 45 880 2.971 0 2.041 5 45 880 2.971 Totaal lokale heffingen 6.440 6.422 6.487 6.656 6.827 6.827 ONTWIKKELING LOKALE LASTENDRUK Ontwikkeling lokale lastendruk per soort woning Hierna presenteren wij een overzicht van de belangrijkste gemeentelijke belastingen c.q. heffingen per type huishouden. Tabel: Lokale lastendruk Belasting c.q. heffing Koopwoning 2014 2015 Onroerende zaakbelastingen Afvalstoffenheffing Brede rioolheffing 347,42 109,00 244,00 369,75 n.n.b 253,00 Totaal Lokale lastendruk 700,42 Huurwoning % wijziging 2014 2015 % wijziging 6,43% 109,00 n.n.b. 3,69% 109,00 Uitgangspunten: Onroerende zaakbelastingen Uitgangspunt woningwaarde €290.000 - Tarief eigenaren 2014: 0,1198% - Tarief eigenaren 2015: 0,1275% Afvalstoffenheffing In 2014 is het Diftar systeem geïntroduceerd. Hierbij wordt per huishouden een vast bedrag per jaar gerekend (€ 109,00) en een bedrag per lediging (€ 6,00). De tarieven 2015 worden in december 2014 vastgesteld hierdoor is het niet mogelijk de lastendruk voor 2015 weer te geven en een goede vergelijking te maken met 2014. 46 Ontwikkeling lokale lastendruk per inwoner De lastendruk per inwoner in onze gemeente in relatie tot onze nabuurgemeenten en het gemiddelde in onze provincie zag er in 2014 als volgt uit: Grafiek: Lokale lastendruk per inwoner West Maas en Waal - provincie Gelderland (Bron: Provincie Gelderland - Financieel toezicht op gemeenten) CONCLUSIE Met onze totale belastingdruk zitten we iets onder het provinciaal gemiddelde. KWIJTSCHELDINGSBELEID Indien een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen, kunnen wij onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige gehele of gedeeltelijke kwijtschelding verlenen. Het percentage van de bijstandsnorm, dat ten behoeve van de beoordeling of een verzoek wel of niet kan worden gehonoreerd, bedraagt 100%. Dit betekent dat alle belastingplichtigen die een inkomen hebben dat 100% van het minimuminkomen (volgens bijstandsnorm) of lager bedraagt, in aanmerking komen voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. Kwijtschelding wordt alleen verleend indien het een aanslag betreft voor onroerende zaakbelastingen e gebruikers, niet woningen en hondenbelasting (alleen 1 hond). Kwijtschelding voor afvalstoffenheffing loopt via de AVRI. Bedrag x € 1.000 Tabel: Overzicht kwijtschelding Jaar Aantal verzoeken* Toegekende verzoeken Bedrag kwijtschelding 2013 173 136 5 2014 180 137 5 2015 185 138 5 2016 190 139 5 2017 200 140 5 2018 200 140 5 RISICO'S De risico’s bij lokale heffingen zijn voornamelijk incidenteel van aard, omdat deze het jaar daarop in de belastingtarieven opgevangen kunnen worden. Financiële risico's bestaan vooral uit onvoorziene kostenontwikkelingen bij riolering. Meerjarig bestaat het risico dat areaaluitbreiding van woningen en niet-woningen afwijkt van de prognose, waarmee de waardeontwikkeling als grondslag voor de onroerende zaakbelastingen anders is. Dit laatste risico wordt deels teniet gedaan, doordat diezelfde waardeontwikkeling ook als correctie op de Algemene uitkering wordt gehanteerd. Een nadeel op de onroerende zaakbelasting leidt zodoende tot een voordeel op de Algemene uitkering. 47 PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN ALGEMEEN Inleiding Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om niet-reguliere kosten die onverwacht en substantieel zijn op te kunnen vangen, zonder dat de uitvoering van de taken en de bedrijfsvoering in gevaar komt. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van onze gemeente is. Voor het beoordelen van de "weerstand" is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Het gaat hierbij alleen om risico's waarvoor geen of wellicht onvoldoende verzekeringen zijn afgesloten, voorzieningen zijn gevormd of budgetten binnen de begroting beschikbaar zijn. Gemeentelijke kaders Het gemeentelijke beleid is vastgelegd in de nota Weerstandsvermogen 2012. In deze nota heeft u het volgende bepaald: 1. Het college stelt een nota Risicomanagement op waarin aandacht wordt besteed aan de te gebruiken methodiek van risicomanagement en de inrichting van de organisatie op het gebied van risicomanagement; 2. De informatievoorziening richting u verloopt via de paragraaf Weerstandsvermogen bij begroting en jaarverslag en dat tevens een bijlage met de risico-inventarisatie wordt bijgevoegd; 3. De weerstandsratio minimaal 1,0 moet bedragen. De nota Risicomanagement hebben wij in 2013 vastgesteld. Uitgangspunt hierin is de structurele inpassing van risicomanagement in onze bedrijfsvoering en beleid. Vooral het verhogen van het risicobewustzijn is een speerpunt, waarbij wij speciale aandacht schenken aan de “grote projecten”. Het proces van risicomanagement verloopt volgens de volgende stappen: Identificatie - Analyse en beoordeling Beheersing - Rapportage en monitoring. Ontwikkelingen Er zijn geen bijzondere ontwikkelingen te noemen. RISICOMANAGEMENT Risicomanagement hebben wij sinds 2013 als volgt vorm gegeven: 1. Formele inbedding van risicomanagement in onze organisatie, Risicomanagement is de verantwoordelijkheid van het management. Binnen het team Financiële en Juridische Zaken hebben wij een coördinator risicomanagement benoemd. Het monitoren van de risico’s is een continu proces. 2. Structurele inpassing risicomanagement in de reguliere werkzaamheden; De paragraaf risicomanagement maakt standaard onderdeel uit van onze beleidsdocumenten. 3. Risicoregister bijhouden. Het gaat hierbij om het continu inventariseren, beoordelen en analyseren van risico's, deze vervolgens kwantificeren en hier een kansberekening op toepassen. RISICOPROFIEL Bij dit onderdeel presenteren wij de risico's. Wij hebben de risico-inventarisatie geactualiseerd, de risico's geanalyseerd en beoordeeld en vervolgens zoveel als mogelijk gekwantificeerd. Deze risico’s zullen zich immers nooit allemaal in hetzelfde jaar voordoen. We verdelen onze risico’s als volgt: - Aansprakelijkheidsrisico’s; - Risico’s op eigendommen; - Risico’s van de bedrijfsvoering; - Financiële risico’s - Economische omstandigheden - Grondexploitatie - Verbonden partijen - Open-einde regelingen - Grote projecten - Overige financiële risico’s 48 Wij hebben hierbij ook een verdeling gemaakt naar incidentele risico’s en structurele risico’s. De incidentele risico’s hebben vooral betrekking op het onderdeel Financiële risico’s - economische omstandigheden. In de bijlage Risicoregister hebben wij een actueel overzicht opgenomen. Op hoofdlijnen zien onze risico’s er als volgt uit: Tabel: Overzicht risico's Bedragen x € 1.000 Categorie Risico 1. Aansprakelijkheid 2. Eigendommen 3. Bedrijfsvoering 4. Financieel 109 176 384 1.072 Totaal risico's Waarvan incidenteel structureel 1.741 560 1.181 Toelichting: 1. Aansprakelijkheid (totaal risico € 109.000) Binnen dit onderdeel vallen risico's op het gebied van: - Bedrijfsongevallen - Nalatigheid of onrechtmatig handelen - Fraude, diefstal - Planschade - Schadeclaims De risico's zijn in de meeste gevallen verminderd door hier maatregelen voor te nemen. Dit kan in de vorm van fysieke en administratieve maatregelen, het volgen van de procedures en het afsluiten van verzekeringen. Ook hebben wij in de begroting diverse budgetten beschikbaar, bijvoorbeeld om ons eigen risico te dekken. Op het gebied van planschade sluiten wij overeenkomsten met de ontwikkelaars. 2. Eigendommen (risico € 176.000) De risico’s met betrekking tot onze eigendommen hebben wij aanzienlijk beperkt door het afsluiten van brand- en stormverzekeringen. Zaken als bijvoorbeeld vandalisme en diefstal zijn uitgesloten van de verzekering. Bovendien voeren wij voor onze eigendommen planmatig beheer en onderhoud uit. Dit doen wij op basis van de beheerplannen en actuele inspecties. De hiervoor noodzakelijke budgetten zijn opgenomen in de begroting. Door de bezuinigingsronden van de afgelopen jaren komen deze budgetten echter wel onder druk te staan. Het is een risico of onze voorzieningen financieel nog wel toereikend zijn om de groeiende onderhoudskosten de komende jaren te dekken. Van functieverlies is geen sprake, maar het risico dat achterstallig onderhoud ontstaat is reëel. Met betrekking tot onze gemeentelijke accommodaties is in afwachting van het accommodatiebeleid al achterstallig onderhoud ontstaan. 3. Bedrijfsvoering (risico € 384.000) De risico's in de bedrijfsvoering hebben betrekking op de afwezigheid van personeel wegens ziekte of anderszins, het vertrek van personeel en noodzakelijke (tijdelijke en duurdere) vervanging, stijging van de pensioenkosten, het disfunctioneren van personeel (frictiekosten) en ICT. Zo kan computeruitval tot gevolg hebben dat onze dienstverlening niet meer uitgevoerd kan worden en onze medewerkers niet meer optimaal kunnen werken. Ter vermindering van de genoemde risico's zijn in beperkte mate budgetten in onze personeelsbegroting opgenomen. Een specifiek risico betreft de toerekening van personeelslasten aan de grondexploitaties. De werkzaamheden inzake de grondexploitaties zijn conjunctuurgevoelig en vormen daarom een risico. Zeker nu door de economische omstandigheden de bouw in zwaar weer verkeert. Kunnen er geen activiteiten voor de grondexploitaties verricht worden, drukken de kosten van de betreffende medewerkers op onze exploitatie. Wij zijn daarom gestart deze structurele kosten gefaseerd volledig ten laste van de exploitatie te brengen. Het risico neemt daarom de komende jaren sterk af. 4. Financieel (risico € 1.072.000) De risico's bij dit onderdeel hebben betrekking op economische ontwikkelingen, de grondexploitaties, verbonden partijen, open-einde regelingen, grote projecten en overige financiële risico's. 49 a. Economische ontwikkelingen Betreffende de economische ontwikkelingen is ons risicobeleid gericht op "verminderen" en hebben wij op basis van de actuele informatie de budgetten de afgelopen tijd bijgesteld. Dit geldt voor de loon- en prijsontwikkeling, de sociale uitkeringen, maar ook de te ontvangen bouwleges. De risico's zijn dan ook meer van algemene aard en bedragen naar onze verwachting nog € 132.000. Het grootste risico lopen wij bij een toename van de uitkeringen ingevolge de Wet Werk en Bijstand. b. Grondexploitatie In het kader van de grondexploitaties zijn wij op grond van de voorschriften verplicht de "verliezen te nemen" als zij zich manifesteren. Hiervoor dienen wij een voorziening te vormen. Op basis van de huidige inzichten hebben wij een voorziening Verliesgevende complexen gevormd. De geraamde hoogte van deze voorziening per 1 januari 2014 is € 3.150.000. Bij de actualisatie van de exploitatieopzetten van onze complexen bezien wij dit opnieuw. Mogelijke andere risico's worden binnen de grondexploitatie opgevangen. Bovendien calculeren wij een te verwachten winst op de grondexploitaties van in totaal € 0,4 miljoen (zie de paragraaf "Grondbeleid"). Gelet op de hoogte van de boekwaarden van complexen die nog niet in exploitatie zijn genomen in relatie tot de huidige economische omstandigheden en de situatie in de bouwsector lopen wij een totaal risico van ongeveer € 1,25 miljoen. Rekening houdende met de kans dat dit risico zich de komende tijd manifesteert nemen wij een bedrag van € 313.000 mee als risico voor 2015. c. Verbonden partijen Hierbij gaat het om gemeenschappelijke regelingen en gesubsidieerde instellingen en zijn wij, samen met de overige deelnemende gemeenten, financieel aansprakelijk voor eventuele tekorten. Bovendien kan het zo zijn dat wij alsnog de door de verbonden partijen te verrichten werkzaamheden bij een faillissement door andere partijen uit moeten laten voeren, terwijl de bijdragen hiervoor al aan de verbonden partijen zijn betaald. De betreffende verbonden partijen zijn de GR Regio Rivierenland, GR Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, Werkvoorzieningschap Breed, de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Nijmegen (GGD), Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN), Schoollogopedische dienst Maas en Waal en de Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR). Het berekende risico bedraagt € 154.000. d. Open-einde regelingen De regelingen waar wij in onze gemeente mee te maken hebben betreffen het leerlingenvervoer, de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), deels de Wet Werk en Bijstand en de bijzondere bijstand. In de begroting hebben wij hier reële budgetten voor opgenomen, maar een extra leerling kan de vervoerskosten zo maar met € 25.000 doen stijgen. Ook hebben woningaanpassingen een grote impact op het budget van de Wmo. Door de budgetten in de begroting periodiek te actualiseren denken wij dat het risico beperkt blijft tot € 55.000. e. Grote projecten Er zijn geen grote projecten waarbij we specifieke risico’s lopen. f. Overige financiële risico's De belangrijkste overige risico's betreffen de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds, het renterisico, de toerekening van rente aan het eigen vermogen (een deel hiervan wordt ten gunste van de exploitatie gebracht), bodemsaneringen, de oninbaarheid van vorderingen en garanties en borgstellingen. Wij houden rekening met een totaal van de overige financiële risico’s van € 420.000 in 2015. WEERSTANDSCAPACITEIT Berekening weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit geeft aan welke middelen wij beschikbaar hebben om eventuele tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande zaken. De weerstandscapaciteit wordt onderverdeeld in structureel en incidenteel. Structurele weerstandscapaciteit De structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de: 1. onbenutte belastingcapaciteit; 2. vrije begrotingsruimte; 50 Ad. 1. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheden die wij als gemeente nog hebben om binnen de wettelijke grenzen onze belastingopbrengsten te verhogen. De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt: Tabel: Onbenutte belastingcapaciteit Bedragen x € 1.000 Belasting c.q. recht Bedrag 1. Onroerende zaakbelastingen 2. Brede rioolheffing 3. Leges 703 0 p.m. Totaal Onbenutte belastingcapaciteit 703 Opmerking Afvalstoffenheffing: In het verleden maakte de afvalstoffenheffing onderdeel uit van de onbenutte belastingcapaciteit. Voor de afvalinzameling en -verwerking zijn wij echter sinds 2013 aangesloten bij de AVRI. Zij voeren in dit kader alle taken voor ons uit. Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is de afvalstoffenheffing voor onze gemeente dus niet meer interessant. Toelichting: 1. Onroerende zaakbelastingen Voor de OZB kan de zogenaamde artikel 12 norm gehanteerd worden. Op basis van de meicirculaire 2014 is deze norm 0,16510%. De onbenutte capaciteit kan als volgt berekend worden: Tabel: Berekening belastingcapaciteit OZB Bedragen x € 1.000 Onderdeel Berekende waarde woningen Berekende waarde niet-woningen Totaal waarde Geraamde opbrengsten - woonruimten - niet-woonruimten Totaal opbrengsten begroting 2015 Maximale opbrengsten artikel 12-norm Totaal Onbenutte belastingcapaciteit OZB Bedrag 1.827.000 320.000 2.147.000 2.234 1.136 3.370 4.073 703 2. Brede rioolheffing Ook bij de rioolheffing is het uitgangspunt volledige kostendekkendheid en is er dus geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. 3. Leges Bij de heffing van leges hanteren wij volledige kostendekkendheid als uitgangspunt. Van belang hierbij is of het totale bedrag aan legesinkomsten binnen de begroting, de aan de specifieke dienstverlening toegerekende lasten al dan niet volledig dekken. Wij kunnen deze kosten nog niet volledig per product in beeld brengen, hiervoor is een verfijning van de huidige kostenverdeelsystematiek noodzakelijk. De onbenutte capaciteit ramen wij daarom vooralsnog pro memorie. Ad. 2. Vrije begrotingsruimte Onze meerjarenbegroting geeft structureel een positief beeld te zien. In 2015 en 2016 is het begrotingssaldo na dekkingsplan € 0, in 2017 een batig saldo van € 106.000 en in 2018 een batig saldo van €. 128.000. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de septembercirculaire 2014. Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de: 1. algemene reserve; 2. bestemmingsreserves, waarvan de bestemming nog kan worden gewijzigd; 3. stille reserves; 4. post onvoorzien - incidenteel, 5. incidentele beleidsruimte; 6. incidentele bezuinigingsmogelijkheden 51 Ad. 1. Algemene reserve De geraamde stand van de Algemene reserve per 1 januari 2015 is € 5.525.000. Hierbij moet worden opgemerkt dat de rente over een deel van de Algemene reserve (€ 2.500.000) structureel aan de exploitatie wordt toegevoegd. Hierdoor is de Algemene reserve voor een bedrag van € 3.025.000 inzetbaar als weerstandscapaciteit. Aanwending van het beklemde deel leidt immers tot een “gat” in onze begroting. Ad. 2. Bestemmingsreserves Wij hebben de aanwezige bestemmingsreserves beoordeeld op de noodzaak van handhaving. Hiervan is sprake als er claims op liggen of er vastgesteld beleid mee moet worden gerealiseerd. Als u als raad de bestemming nog kunt wijzigen en een “vrije” keuze heeft om de reserve anders in te zetten valt deze onder de incidentele weerstandscapaciteit. Het gaat hierbij om de volgende bestemmingsreserves: Bedragen x € 1.000 Tabel: Berekening weerstandscapaciteit bestemmingsreserves Naam bestemmingsreserve Saldo 1-1-2015 Informatisering Stimuleringsfonds Recreatie en toerisme Bovenwijkse voorzieningen Lokaal onderwijsbeleid Leefbaarheid kernen 1218 72 635 135 338 Totaal bestemmingsreserves weerstandscapaciteit 2.398 Claim/ noodzaak Weerstandscapaciteit 580 638 72 635 135 338 1.818 Ad. 3. Stille reserves Hierbij gaat het om de overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de bedrijfsvoering of het gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed. De overwaarde betreft het verschil tussen de verwachte verkoopopbrengst, wij hebben hiervoor de WOZ-waarde 2013 als uitgangspunt gehanteerd, en de geraamde boekwaarde per 1 januari 2014. Wij hebben onze bezittingen beoordeeld op de benoemde uitgangspunten. Een groot deel van onze bezittingen zijn nodig voor de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld ons gemeentehuis. Een ander belangrijk deel is van belang voor de uitvoering van ons gemeentelijke beleid. Dit geldt bijvoorbeeld voor de onderwijs- en welzijnsgebouwen. Voor wat betreft de aandelenpositie hebben wij onze aandelen Vitens beoordeeld. Wij zijn in het bezit van 18.693 gewone aandelen Vitens. De nominale waarde hiervan is € 1 per aandeel. Op basis van het vermogen per 1 januari 2012 bedraagt de intrinsieke waarde € 70. De veronderstelde opbrengst bij verkoop is dan € 1,3 miljoen. Deze aandelen zijn echter moeilijk verhandelbaar, omdat deze altijd in handen van overheidslichamen dienen te blijven. De huidige marktprijs is niet bekend. Tevens zou bij verkoop van de aandelen de structureel in de begroting opgenomen dividenduitkering van € 53.000 vervallen. Een verkoopopbrengst van € 1,3 miljoen zou daarom als geblokkeerde reserve opzij gezet moeten worden om daarvan structureel een bespaarde rente van € 53.000 te genereren. Een geblokkeerde reserve nemen wij niet mee bij de berekening van de weerstandscapaciteit. De stille reserves per 1 januari 2014 zijn: Tabel: Overzicht stille reserves Omschrijving Bedragen x € 1.000 Boek waarde Actuele waarde Weerstands capaciteit Openluchtzwembad Dreumel 156 547 391 Totaal Stille reserves 156 547 391 Ad. 4. Post Onvoorzien - incidenteel De incidentele post Onvoorzien is voor 2015 geraamd op € 15.000. Ad. 5. Incidentele beleidsruimte Het overzicht van de incidentele baten en lasten is opgenomen in de financiële begroting. De stelpost incidentele beleidsruimte is voor de jaren 2015 en 2016 volledig ingezet. Het geraamde saldo voor 2017 en 2018 bedraagt € 50.000. Ad. 6. Incidentele bezuinigingsmogelijkheden De incidentele bezuinigingsmogelijkheden zijn verwerkt in de bezuinigingsronden van de afgelopen jaren. Voor de begroting 2015-2018 voorzien wij vooralsnog geen incidentele bezuinigingsmogelijkheden. 52 Totaaloverzicht weerstandscapaciteit De totale weerstandscapaciteit van de gemeente ziet er als volgt uit: Tabel: Totaaloverzicht weerstandscapaciteit Bedragen x € 1.000 Onderdeel Bedrag Structurele weerstandscapaciteit 1. onbenutte belastingcapaciteit 2. vrije begrotingsruimte 703 703 0 Incidentele weerstandscapaciteit 1. algemene reserve 2. bestemmingsreserves 3. stille reserves 4. post onvoorziene uitgaven 5. incidentele begrotingsruimte 6. incidentele bezuinigingsmogelijkheden 4.724 2.500 1.818 391 15 0 0 Totaal weerstandscapaciteit per 1-1-2015 5.427 WEERSTANDSVERMOGEN Op basis van het risicoprofiel en de inventarisatie van de weerstandscapaciteit kunnen wij ons weerstandsvermogen bepalen. Hierbij houden wij rekening met de incidentele en structurele onderdelen. De structurele risico’s en weerstandscapaciteit rekenen wij voor 4 jaar mee, de incidentele uiteraard voor 1 jaar. Het weerstandsvermogen drukken wij uit in een verhoudingsgetal. Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit Voor 2015 ziet de weerstandsratio er als volgt uit: Ratio weerstandsvermogen = 7.536 ---------5.284 = 1,43 RISICO'S Risicomanagement hebben wij formeel in 2013 ingevoerd. Dit is gericht op de structurele inpassing van risicomanagement in onze organisatie en het continu bijhouden van het risicoregister. Het ontstaan van nieuwe risico's is altijd mogelijk, ook kunnen risico's in omvang wijzigen. Indien er sprake is van grote risico's informeren wij u hierover tussentijds bij de bestuursrapportages. CONCLUSIE De risico's waar wij als gemeente mee te maken hebben worden steeds omvangrijker. Burgers worden steeds mondiger en zijn eerder genegen de overheid aansprakelijk te stellen voor schade. De gewijzigde economische omstandigheden hebben een behoorlijke impact op de omvang van onze risico's. Een lagere algemene uitkering door noodzakelijke bezuinigingen bij het Rijk, de omvang, en dus ook de lasten, van ons uitkeringenbestand neemt toe, de grondexploitatie wordt moeilijker, inkomsten van bouwleges worden minder etc. Noodzakelijke bezuinigingen op onderhoud en beheer kunnen leiden tot meer aansprakelijkheid stellingen en achterstallig onderhoud, wat per definitie duurder is dan regulier onderhoud. Onze totale weerstandscapaciteit is voldoende om de risico's af te dekken. Maar hierbij is wel de kanttekening te plaatsen dat onze structurele risico's niet volledig gedekt worden door de structurele weerstandscapaciteit. Het overschot op de incidente le weerstandscapaciteit is toereikend om gedurende bijna vijf jaar het structurele tekort af te dekken. Ondanks de nog niet perfecte kwantificering van onze risico's is onze weerstandsratio positief en komt uit op een score van 1,43. Dit betekent dat er sprake is van een positief weerstandsvermogen, wij voldoende in staat zijn mogelijke financiële tegenvallers op te vangen en voldoen aan de door u gestelde kaders. 53 PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN ALGEMEEN Inleiding Wij hebben een groot vermogen geïnvesteerd in de kapitaalgoederen in onze gemeente. Ook met het beheer en onderhoud van onze wegen, de openbare verlichting, de riolering en het water, het openbaar groen en onze gemeentelijke gebouwen is een grote inzet van onze middelen (personeel en financiën) gemoeid. De kapitaalgoederen zijn van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van onze gemeente, onder meer op het gebied van de leefbaarheid, veiligheid, verkeer en vervoer en recreatie. Onderhoud en beheer is bovendien noodzakelijk om kapitaalvernietiging te voorkomen. Doelstelling van deze paragraaf is u inzicht te geven in de kaders, ontwikkelingen, onderhoudstoestand en kosten van onze kapitaalgoederen. Tevens hebben wij basisinformatie opgenomen om u inzicht te geven in de omvang van de kapitaalgoederen. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk c.q. beheerplan Waterplan Beter op weg (scenario’s voor de toekomst van het wegbeheer) en de Onderhoudsstrategie wegen Groenbeleidsplan Openbare verlichting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) Bomenbeleidsplan Jaar Planperiode 2005 2005-2024 2009 2009-2020 2011 2011 2012 2014 2011-2014 2012-2016 2013-2017 Ontwikkelingen Er zijn geen algemene ontwikkelingen te melden. Bij de verschillende onderdelen zijn indien van toepassing ontwikkelingen opgenomen. WEGEN Algemeen Ons gemeentelijk beleid is gericht op efficiënt en effectief onderhoud aan de wegen. Daarnaast willen we ons wegennet inrichten volgens de principes van Duurzaam Veilig. De uitgangspunten hebben wij verwerkt in het verbeterplan wegen “Beter op weg”. Dit plan gaat vooral in op de inrichting en kwaliteit van de wegen. Voor het systematisch onderhoud van de wegen gebruiken wij een wegbeheersysteem op basis van de onderhoudsstrategie wegen. De technische kwaliteit toetsen wij periodiek aan de hand van de door het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de grond-, weg- en waterbouw en de verkeerstechniek (CROW) ontwikkelde en landelijke erkende normen. Het CROW is het landelijke kennisplatform voor beheer en onderhoud in de openbare ruimte. Eén keer per drie jaar wordt alle infrastructuur in onze gemeente geïnspecteerd en beoordeeld op kwaliteitsniveau en schades. In 2013 heeft dit voor het laatst plaatsgevonden. Op basis hiervan stellen wij het meerjarenprogramma voor het onderhoud van de wegen op. Vervolgens voeren wij jaarlijks een maatregeltoets uit. De maatregeltoets is de vertaling van de theoretische planning naar de praktijk. Op basis van de maatregeltoets voeren wij het jaarlijkse onderhoudsprogramma uit. Kwaliteitsnormen De kwaliteitsnormen en onderhoudsniveaus van wegen zijn opgenomen in het verbeterplan wegen, zoals u in 2009 hebt vastgesteld. Het overzicht van de kwaliteit, na de inspectie 2013, en het afgesproken scenario ziet er als volgt uit: Binnen de bebouwde kom Buiten de bebouwde kom Huidige kwaliteit Niveau en Kwaliteit Verhardingen Score Asfalt Score Elementen Hoofdstructuur Wijkontsluiting Wonen Werken Centrum Hoofdstructuur Verbinding Wonen en percelen Werken Fietsen en recreëren Basis 6,1 6,9 Basis 5,4 6,3 Basis 5,4 6,3 Basis 3,8 5,2 Hoog 3,8 9,5 Hoog 6,1 6,9 Basis 4,5 5,5 Laag 4,5 5,5 Basis 6,1 6,9 Basis 6,7 8,7 54 Binnen de bebouwde kom Reëel scenario Niveau en Kwaliteit Verhardingen Gemiddelde score Buiten de bebouwde kom Hoofdstructuur Wijkontsluiting Wonen Werken Centrum Hoofdstructuur Verbinding Wonen en percelen Werken Fietsen en recreëren Basis 6,5 Basis 6,5 Basis 6,5 Basis 6,5 Hoog 8,5 Basis 6,5 Basis 6,5 Laag 4,5 Basis 6,5 Basis 6,5 Aan de hand van inspecties van de afgelopen jaren is voor het eerst de kwaliteitsontwikkeling van de wegen in beeld gebracht. In de bovenstaande tabellen is de kwaliteit ter vergelijking in cijfers aangegeven. Hierbij is te zien dat op diverse wegonderdelen de kwaliteit redelijk gelijk loopt met het gewenste onderhoudsniveau. De asfaltwegen, binnen en buiten de bebouwde kom, vragen echter in de diverse gebieden de nodige aandacht. Het totale kwaliteitsbeeld geeft aan dat de asfaltwegen gemiddeld een cijfer 5,3 heeft gekregen en daarmee aan de onderzijde van het basisniveau zit. Bij de elementenverhardingen ligt het gemiddelde cijfer op 6,6, dit betekent een goed basisniveau. De zorg ligt bij de kritische ondergrens van het onderhoud van de asfaltwegen, welke het grootste deel van het totale areaal vormt. Toelichting Indeling wegen Hoofdstructuur Wijkontsluiting/ Verbinding Wonen/Wonen en percelen Werken Centrum en karakteristieke wegen//Fietspaden en recreëren Kwaliteitscatalogus Inrichting: Duurzaamheid Veiligheid Comfort Aanzien Beheer: Verharding Rapportcijfer Hoog (8) Basis (6) Laag (4) De belangrijkste en grotere verbindingswegen tussen de kernen en regio. Verbindingswegen op lokaal niveau om bij wijken of stuk buitengebied te komen. Woonstraten binnen de kom en de plattelandswegen naar enkele percelen of verspreide woningen. Straten op bedrijventerreinen en wegen met (meerdere) boerderijen. Gebieden die zowel voor bewoners van de gemeente als daarbuiten (vaak) bezocht worden. Door hun voorzieningen, betekenis (onderdeel fietsnetwerk) of historie zijn ze van extra betekenis voor de gemeente. Flexibel, degelijk, slijtvast Overzichtelijk, duidelijk, voorzieningen Gebruiksgemak, doorstroom Samenhang, materiaal, uiterlijk Technische staat, vlakheid, schades Verharding is duurzaam aangelegd, ziet er goed uit en is veilig in gebruik. Het comfort is goed. Schadebeelden zijn weinig hinderlijk voor alle groepen weggebruikers. Reparaties zijn uitgevoerd zonder zichtbaar verschil in toepassen materiaal. Kans op gegronde schadeclaims is minimaal. Verharding is degelijk aangelegd, ziet er redelijk uit. Veiligheid is slechts af en toe een probleem. Openbare ruimte geeft wel veroudering en slijtage te zien. Comfortniveau is in beperkte mate hinderlijk. Schadebeelden in beperkte mate. Uitgevoerde reparaties goed zichtbaar door toepassing ander of nieuw materiaal. Weinig kans op gegronde schadeclaims. Inrichting is niet zeer duurzaam, aanzien laat te wensen over, veiligheid is niet altijd gewaarborgd. Openbare ruimte vertoont zichtbare schades. Schadebeelden in grote mate. Comfortverlies kan storend zijn, aanpassing maximumsnelheid is nog niet nodig. Uitgevoerde reparaties duidelijk zichtbaar, weg oogt als lappendeken. Matige kans op gegronde schadeclaims. 55 Basisgegevens 2 In onze gemeente hebben wij in totaal bijna 1,4 miljoen m aan wegen. Rekening moet nog worden gehouden met het feit dat voor de nieuwe wijken nog niet alle gegevens in het beheersysteem verwerkt zijn. De onderverdeling van de wegen is als volgt: Tabel: Basisgegevens wegen structuurelement en verhardingstype Hoeveelheden x 1.000 m2 Wijknaam Verhardingstype Dicht Elementen asfaltbeton Totaal Oppervlakbehandeling Overige Centrum Fietsen en recreëren Hoofdstructuur Bibeko Hoofdstructuur Bubeko Perceelontsluiting Verbinding Werken Bibeko Werken Bubeko Wijkontsluiting Bibeko Wonen Bibeko 5 201 17 86 75 16 12 15 30 65 12 24 21 5 4 5 48 293 1 57 39 29 135 34 15 21 28 91 3 1 1 18 285 77 115 215 54 32 36 107 450 Totaal 522 412 450 5 1.389 Financiën De vervangingswaarde van onze gemeentelijke wegen bedraagt bijna € 80 miljoen. Dit is het bedrag dat wij kwijt zouden zijn als we al onze wegen opnieuw gaan aanleggen oftewel rehabiliteren. Door planmatig onderhoud is hier geen sprake van. In onze begroting hebben we binnen het programma Fysieke leefomgeving jaarlijks een budget opgenomen voor wegen, straten en pleinen. Voor 2015 hebben we de volgende budgetten geraamd. Bedragen x € 1.000 Tabel: Exploitatiebudgetten wegen, straten en pleinen 2015 Kostensoort Bedrag Dagelijks onderhoud Waterschapslasten Dotatie aan onderhoudsvoorziening wegen (incl. bruggen) Kapitaallasten Doorbelasting kostenplaatsen Overige kosten Vergoedingen 262 55 1.077 39 335 1 -15 Totaal 1.754 Ten behoeve van het groot onderhoud is een onderhoudsvoorziening wegen ingesteld. De mutaties in deze voorziening zijn gebaseerd op een tienjarige onderhoudsplanning. De verwachte ontwikkeling van de voorziening onderhoud wegen ziet er als volgt uit: Stand per 1 januari Voorziening Wegen Saldo 2013 2.985 Saldo 2014 2.955 Saldo 2015 2.514 Saldo 2016 1.709 Saldo 2017 1.118 Saldo 2018 1.194 Onderhoud Voor 2015 zijn onderhoudswerkzaamheden gepland voor een bedrag van € 1,8 miljoen. De belangrijkste geplande werkzaamheden presenteren wij hierna. Ieder jaar na de winterperiode voeren wij een maatregelentoets uit voor het definitieve uitvoeringsplan. Tabel: Onderhoudsplanning 2015 Omschrijving Asfaltwerkzaamheden Elementenverhardingen Overig kleinschalig onderhoud Combinatieprojecten Totaal Bedragen x € 1.000 Bedrag 989 52 74 726 1.841 56 Gelet op de in 2013 gehouden inspectie zijn de geplande werkzaamheden vooral gericht op de verbetering van de asfaltwegen. Afhankelijk van de nog uit te voeren maatregelentoets zullen deze in 2015 daadwerkelijk worden uitgevoerd. In 2015 staan er onder andere werkzaamheden op de volgende wegen gepland: Alphen Schutstraat - Filipsstraat Altforst Oude Heppert Appeltern Mr. Smitsstraat Beneden-Leeuwen Lijnbaanstraat Boven-Leeuwen Kampsestraat - Korenbloemstraat Dreumel Nieuwstraat - Meerheuvelweg Maasbommel Kapelstraat - Blauwstraat Combinatieprojecten: - Beatrixstraat - Beneden-Leeuwen - Oude Maasdijk - Dreumel Ontwikkelingen Er zijn geen externe ontwikkelingen. Risico’s De voorziening wordt geactualiseerd op basis van het wegbeheersysteem. De totale hoogte van de voorziening is nog voldoende, omdat de afgelopen jaren de onderhoudsstrategie naar beneden is bijgesteld. Dit betekent dat het onderhoudsniveau op een kritische ondergrens ligt. De zorg ligt vooral bij het onderhoud van de asfaltwegen, welke het grootste deel van het areaal vormt. Als gevolg hiervan wordt het risico op schadeclaims groter. OPENBARE VERLICHTING Algemeen Het beleidsplan Openbare verlichting is vastgesteld in 2011. Sinds 2013 maken wij gebruik van een beheersysteem openbare verlichting. Er is een meerjarenplanning voor het onderhoud aan gekoppeld. Kwaliteitsnormen De kwaliteitsnormen met betrekking tot de openbare verlichting zijn vastgelegd in de Richtlijn voor Openbare Verlichting (ROVL 2011). Deze hebben vooral betrekking op de vereiste lichtsterkte in de openbare ruimte in verband met sociale en verkeerstechnische veiligheid. Basisgegevens Soort Lichtmasten Armaturen Lampen Aantal 2014 Aantal 2015 3.310 3.310 3.730 3.310 3.310 3.770 De aantallen zijn ten opzichte van 2014 toegenomen door areaaluitbreiding als gevolg van overdracht van nieuwe wijken. Financiën Binnen het programma fysieke leefomgeving nemen we jaarlijks budgetten op voor dagelijks beheer en onderhoud van onze openbare verlichting. Voor 2015 hebben we onderstaande budgetten geraamd. Tabel: Exploitatiebudgetten openbare verlichting 2015 Kostensoort Bedragen x € 1.000 Bedrag Jaarlijks onderhoud Dotatie aan voorziening Instandhouding straatverlichting Energiekosten Doorbelasting kostenplaatsen Overige kosten Vergoedingen 47 101 *80 82 3 -1 Totaal 312 57 * Opmerking: De omvang van de energiekosten is gebaseerd op het huidige gebruik. In 2014 zijn een aantal uitbreidingsgebieden toegevoegd. Het budgettaire effect hiervan is nog niet helemaal te overzien. Als gevolg van deze areaaluitbreidingen moeten wij wellicht in de loop van 2015 middels een bestuursrapportage voorstellen doen om het budget bij te stellen. Voor uitvoering van de onderhouds- en vervangingsplanning straatverlichting is de voorziening Instandhouding straatverlichting ingesteld. Met de jaarlijkse dotatie en de geplande aanwendingen voor onderhoud en vervanging wordt de volgende ontwikkeling van de voorziening verwacht. Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorziening Saldo 2013 Straatverlichting 350 Saldo 2014 395 Saldo 2015 *281 Saldo 2016 302 Saldo 2017 357 Saldo 2018 288 * Opmerking: De stand van de voorziening 2015 is gebaseerd op het raadsbesluit voor de toepassing van Led-verlichting. Door technische omstandigheden, met name leveranties, zal de uitvoering van het plan mogelijk in omvang vertraging oplopen. Hierdoor zal de inzet van de voorziening verschuiven. Onderhoud Het beleidsplan is uitgangspunt voor het toekomstige onderhoud en hebben wij in 2013 geïmplementeerd. Op basis van het beheerplan stellen wij de meerjarenplanningen en begrotingen vast. Ontwikkelingen Op het gebied van openbare verlichting vinden diverse technische veranderingen plaats. Deze zijn in het beleidsplan opgenomen. Er zijn verder geen nieuwe ontwikkelingen. Risico’s Er zijn geen bijzondere risico’s. RIOLERING EN WATER Algemeen Op grond van de “Wet verankering en bekostiging Gemeentelijke Watertaken” en de “Wet Milieubeheer” heeft de gemeente 3 wettelijke zorgplichten: 1. Inzameling en transport van afvalwater; 2. Inzameling en verwerking van overtollig hemelwater; 3. Inzameling en verwerking van overtollig grondwater. De hoofdactiviteiten die wij, om te voldoen aan onze wettelijke taken, uitvoeren zijn: - Zorg dragen voor het goed functioneren van het rioolstelsel (doelmatige inzameling en transport van afvalwater); - Plan- en beleidsvorming op het gebied van water en riolering; - Onderhoud, reparatie, renovatie en vervanging van het gemeentelijke rioolstelsel; - Onderzoeken uitvoeren naar het functioneren van het gemeentelijke rioolstelsel om op basis daarvan de benodigde maatregelen te bepalen en uit te voeren; - Uitvoeren van de maatregelen uit het Waterplan; - Onderzoeken uitvoeren naar het functioneren van de gemeentelijk waterstelsels en -voorzieningen en monitoren van grondwaterstanden; - Onderhoud, herstel en renovatie van gemeentelijke watervoorzieningen, zoals drainagestelsels, retentievijvers en wadi’s; - Op orde hebben en houden van het rioolbeheerbestand en de watergegevens. In de raadsvergadering van 6 december 2012 is het nieuwe verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP) vastgesteld. De looptijd van dit plan is van 2013 t/m 2017. Dit vGRP is in samenwerking met de gemeenten Beuningen en Druten opgesteld. Er is een gezamenlijk hoofdrapport opgesteld met daarin: de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de zorgplichten, wat de missie en visie is en wat de beleidsuitgangspunten zijn. Hiernaast is per gemeente een deelrapport opgesteld waarin op de gemeentelijke situatie is ingezoomd, de gemeentelijk maatregelen zijn beschreven met daarbij de financiële consequenties. Kwaliteitsnormen - Met betrekking tot waterkwaliteitseisen worden deze gesteld in de Kader Richtlijn Water (KRW). - De kwaliteitsnormen voor het rioolstelsel zijn vastgelegd in het vGRP. 58 Basisgegevens In onze gemeente is sprake van een omvangrijk riolerings- en waterstelsel. Om u een beeld te schetsen presenteren wij u de volgende tabel: Kenmerk Zorgplicht (*) Hoeveelheid Eenheid A H A H A A H A A A A H G G H 18.400 78,3 13,6 4,4 7.200 24 12 2 49 572 9,4 13 23 40 9,2 13,1 Personen Km Km Km Stuks Stuks Stuks Stuks Stuks Stuks Km Stuks Stuks Stuks Km Km Inwoners Hoofdriool gemengd (vrijverval) Hoofdriool regenwater (vrijverval) Hoofdriool vuilwater (vrijverval) Kolken Hoofdrioolgemalen Randvoorzieningen (bergbezinkbakken/leidingen) Lamellenfilters Overstorten (gemengd stelsel, inclusief de 12 randvoorz.) Minigemalen (drukrioolstelsel) Persleidingen en drukriolering IBA´s Wadi's / retentievijvers Peilbuizen Drainage Duikerleidingen (overkluizingen) (*) zorgplichten: A=Afvalwater, H=Hemelwater, G=Grondwater Financiën De financiën voor riolering en water zijn opgebouwd uit 3 pijlers: 1. Exploitatie (beheer en onderhoud riool/water-stelsel); 2. Investeringen (rioolvervangingen, projectenwaterplan); 3. Reserve (egalisatie rioolheffing) ad. 1. Exploitatie Binnen het programma 3 - Fysieke leefomgeving nemen we jaarlijks budgetten op voor beheer en onderhoud van ons stelsel (zowel riolering als water). Voor 2015 zijn de onderstaande budgetten geraamd. Bedragen x € 1.000 Tabel: Exploitatiebudgetten riolering 2015 Kostensoort Bedrag Onderhoud leidingstelsel en elektronische/mechanische installaties Reiniging en inspectie (riool, kolken en gemalen) Onderzoeken en beheersystemen Stroomverbruik en telefoonkosten rioolgemalen Doorbelasting kostenplaatsen Overige lasten Beheer en onderhoud hemel- en grondwatervoorzieningen Kapitaallasten 125 100 82 99 260 86 31 1.198 Totaal 1.981 ad. 2. Investeringen Voor 2015 t/m 2018 staan de volgende investeringen gepland: Bedragen x € 1.000 Omschrijving 2015 2016 2017 2018 Vervangen/renoveren vrijvervalriolen (afschrijvingstermijn 60 jr) Meet- en regelapparatuur (afschrijvingstermijn 15 jaar) Waterplanmaatregelen (afschrijvingstermijn 60 jaar) 340 0 570 345 51 570 400 51 570 663 295 419 Totaal 910 966 1.021 1.377 ad. 3. Reserve egalisatie rioolheffing Uit deze egalisatiereserve wordt jaarlijks een bedrag onttrokken, omdat het tarief van de rioolheffing nog niet volledig kostendekkend is. Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Reserve Egalisatiereserve rioolheffing Saldo 2013 618 Saldo 2014 585 Saldo 2015 406 Saldo 2016 184 Saldo 2017 0 Saldo 2018 0 59 Ontwikkelingen In het in 2011 vastgestelde bestuursakkoord Water is opgenomen dat gemeenten en waterschappen moeten samenwerken om kostenbesparingen in de riolering/watersector te realiseren. Samenwerking vindt plaats met de gemeenten Druten en Beuningen vanuit ons gezamenlijke opgestelde vGRP. Ook vindt samenwerking plaats met de Regio Rivierenland binnen het zogenoemde Netwerk Waterketen regio Rivierenland (NWrR). Dit is een samenwerking tussen de 10 regiogemeenten in het Rivierengebied en het waterschap Rivierenland. Risico’s De kwaliteit van het vrijvervalrioolstelsel is over het algemeen goed. De belangrijkste reden hiervoor is dat het stelsel niet oud is. Vanaf 1964 zijn er in onze gemeente riolen aangelegd. De oudste riolen zijn dus ca. 50 jaar oud (landelijk wordt gerekend met een gemiddelde levensduur van 60 jaar). Echter de vele inprikpunten van de drukrioolstelsels op het vrijvervalstelsel kunnen de levensduur van het vrijvervalstelsel negatief beïnvloeden. Hier zal de komende jaren specifiek onderzoek naar worden verricht. Klimaatveranderingen kunnen in stedelijk gebied onder andere leiden tot overmatige neerslag en extreme hitte. Dit kunnen we deels voorkomen (maatregelen treffen), we zullen dit ook deels moeten accepteren en leren omgaan de risico’s. GROEN Algemeen Onder groen valt het beheer en onderhoud van parken, plantsoenen, begraafplaatsen, bermen, watergangen, waterberging locaties, landschappelijke beplantingen, honden uitlaatterreinen, sportvelden en onkruidbeheersing op verharding en renovatie tennisbanen. In 2013 hebben wij de leidraad flora en fauna geïmplementeerd en het Bomenbeleidsplan opgesteld. Ook is het beheersysteem geïmplementeerd. In 2014 starten wij met het aanpassen het beheersysteem ten behoeve van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) . Het gaat hierbij om de opname van alle te beheren objecten (groen, water, bermen, palen etc.) in de openbare ruimte. Het in kaart brengen van het te beheren areaal is mede noodzakelijk, omdat wij meer regie willen gaan voeren. In 2014 hebben wij het Bomenbeleidsplan opgesteld. In dit plan zijn beleidsthema's uitgewerkt om het bomenbestand op een duurzame en veilige manier in stand te houden, waarbij de speerpunten gestructureerd werken, veiligheid, investeren en beschermen zijn gehanteerd. Kwaliteitsnormen Op het gebied van groen hanteren wij de volgende kwaliteitsnormen: Plantsoenen Voor het maaien van de bermen buiten de bebouwde kom hebben wij een 3-jarig onderhoudsbestek aanbesteed. Het betreft hier een frequentiebestek. De bermen worden 2 keer per jaar gemaaid. Voor het maaien van het gazon en de bermen binnen de bebouwde kom hebben wij per 1 januari 2012 een 3-jarig onderhoudsbestek aanbesteed. In 2015 bezien wij of het bestek opnieuw aanbesteed of verlengd wordt. Het betreft een beeldbestek. Het gazon en de bermen binnen de kom worden op kwaliteitsniveau B onderhouden. Het openbaar plantsoen wordt ook met een beeldbestek onderhouden. Het groenonderhoud wordt uitgevoerd op kwaliteitsniveau B. Dit komt overeen met de landelijke normen voor een basiskwaliteit. Bomen De bomen zijn VTA-geïnspecteerd (=boomveiligheid). De bomen worden regelmatig gesnoeid. Hierbij is het uitgangspunt het verkrijgen en behouden van een veilig bomenbestand. Watergangen De watergangen moeten voldoen aan de keur van het waterschap Rivierenland. Voor 5 november moeten de watergangen schoon zijn. Als gevolg van de ruilverkaveling zijn in 2013 stukken C-watergang opgewaardeerd naar B-watergang. Dit betekent een verhoging van de onderhoudskosten. Door de aanleg van retentiegebieden en wadi’s is het areaal watergangen toegenomen. Deze retentiegebieden en wadi's maken feitelijk onderdeel uit van het rioolstelsel, omdat hierin het afstromende regenwater wordt opgevangen. Het beheer en onderhoud van deze voorzieningen wordt daarom vanaf 2013 meegenomen in het Gemeentelijk RioleringsPlan. 60 Onkruidbeheersing op verhardingen Het onkruid op de elementverhardingen wordt 2 keer per jaar bespoten met glyfosaat volgens de DOBmethode. Er is geen beleid of beeldkwaliteit vastgelegd. Basisgegevens Betreffende ons openbaar groen onderhouden wij de volgende soorten en hoeveelheden: Soort Bomen Cultuurlijke beplanting Hagen Gazon Hondenuitlaatterrein Berm Kruidenrijk gras Natuurlijke beplanting Bos B-watergangen C-watergangen Onkruidbestrijding op verhardingen Algemene begraafplaatsen 2013 2014 15.000 stuks 7,4 ha 1,25 ha 18,2 ha 0,7 ha 123 ha 2 ha 10 ha 4 ha 2015 15.182 stuks 7,5 ha 1,3 ha 16,7 ha 0,7 ha 126 ha 12,9 ha 11,3 ha 10 ha 23 km 116 km 38 ha 4 ha 15.231 stuks 7,5 ha 1,3 ha 17 ha 0,7 ha 126 ha 12,9 ha 11,5 ha 10 ha 23,6 km 116 km 38,2 ha 4 ha Financiën Binnen het programma Fysieke leefomgeving nemen we jaarlijks budgetten op voor beheer en onderhoud van openbaar groen en watergangen. Beheer en onderhoud van sportvelden valt onder het programma Maatschappelijke zaken. Voor 2015 hebben we onderstaande budgetten geraamd. Tabel: Exploitatiebudgetten groen, watergangen 2015 Kostensoort Bedragen x € 1.000 Bedrag Onderhoud plantsoenen (inboeten, maaien, snoeien, schoffelen, groenafval etc.) Onkruidbestrijding op verharding (chemische bestrijding) Onderhoud watergangen Bestrijding hondenoverlast (vervanging bakken en zakjes, onderhoud velden) Doorbelasting kostenplaatsen Overige lasten groen 248 16 36 14 509 27 Totaal 850 Ontwikkelingen Onkruidbestrijding op verharding De verwachting is dat het gebruik van glyfosaat op verharding niet meer wordt toegelaten of in ieder geval verder aan banden wordt gelegd. We moeten dan met duurzame methoden het onkruid bestrijden. Deze methoden zijn minstens twee keer zo kostbaar in de uitvoering. Risico’s Er zijn geen risico's te melden. GEBOUWEN Algemeen Wij hebben in onze gemeente accommodaties voor sport, kunst en cultuur, welzijn en de huisvesting van ons gemeentelijke apparaat. Iedere drie jaar beoordelen wij de staat van onderhoud van de gemeentelijke gebouwen en stellen op basis hiervan een meerjarenonderhoudprogramma op. Het daadwerkelijke onderhoud voeren wij overigens pas uit na een actuele inspectie. Bij deze inspectie beoordelen wij of de geplande onderhoudswerkzaamheden echt noodzakelijk zijn of nog uitgesteld kunnen worden. In 2009 hebt u het accommodatiebeleid vastgesteld. Het belangrijkste uitgangspunt hierbij is clustering van voorzieningen. Bij investeringen houden wij rekening met duurzaamheid en energie besparende maatregelen. Kwaliteitsnormen Bij het onderhoud en beheer van onze gebouwen gaan wij uit van planmatig onderhoud gericht op het op een zo efficiënt mogelijke wijze in stand houden van de accommodaties. Uitgangspunt is de gebouwen in een dusdanige staat van onderhoud te houden dat er sprake is van veilige en visueel goed onderhouden gebouwen en dat voorkomen wordt dat er achterstallig onderhoud ontstaat en calamiteiten kunnen ontstaan. 61 Basisgegevens Gebouw Jaar bouw c.q. renovatie Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Standaardmolen - Alphen Stellingmolen - Beneden-Leeuwen Stoottroepenkapel - Beneden-Leeuwen Museum - Beneden-Leeuwen Toren NH-kerk - Appeltern Toren NH-kerk - Dreumel Toren NH-kerk - Wamel Monumenten (algemeen) Totaal programma 1 - Wonen, werken en recreëren BVO 2 in m 1900 1900 1950 1930/2010 1900 1900 1900 1950 64 90 73 1.150 64 64 9 div. 1.514 1979 1979 1979 1960 1973 1974 2001 1972 1972 1972 1972 1971 1975 488 462 473 637 381 158 338 183 170 135 182 2.444 798 562 687 694 973 304 310 144 10.523 Programma 2 - Maatschappelijke zaken Gymzaal - Appeltern Gymzaal - Maasbommel Gymzaal - Wamel Openluchtzwembad De Zeven Morgen - Dreumel Accommodatie SV Leones - Beneden-Leeuwen Accommodatie D.S.Z. - Boven-Leeuwen Accommodatie VV Unitas’28 - Wamel Accommodatie VV Aquila - Dreumel Accommodatie SV Avios - Alphen Accommodatie VV A.A.C. - Altforst Accommodatie VV D.B.V. - Maasbommel MFA De Rosmolen - Beneden-Leeuwen Dorpshuis De Hucht (incl. peuterspeelzaal) - Alphen Dorpshuis De Hanze - Maasbommel Dorpshuis De Schuur - Appeltern Dorpshuis De Uithof - Altforst Dorpshuis V.T.C. - Wamel Activiteitengebouw - Dreumel Verenigingsgebouw - Beneden-Leeuwen Peuterspeelzaal - Maasbommel Totaal programma 2 - Maatschappelijke zaken 1978 1978 1930 2001 1998 Programma 3 - Fysieke leefomgeving Gebouwen Begraafplaats - Dreumel Totaal programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Werkplaats gemeentewerken - Beneden-Leeuwen Gemeentehuis - Beneden-Leeuwen Totaal programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid 1993 36 36 2003 1985/1995 1.266 3.375 4.641 Totaal Gemeentelijke gebouwen 16.714 Financiën De kosten van het planmatig beheer van onze gebouwen zijn verwerkt in onze begroting. Voor het reguliere onderhoud hebben wij in 2015 € 76.000 in onze begroting opgenomen. Voor het groot onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen hebben wij een voorziening gevormd. De geraamde stand van de voorziening per 1 januari 2015 bedraagt € 924.000. De dotatie aan de voorziening bedraagt in 2015 € 248.000. Voor 2015 ramen wij een onttrekking van € 366.000 ten laste van de voorziening. De belangrijkste uitgaven hebben wij bij het onderdeel “Onderhoud” opgenomen. Met de opgenomen dotatie in onze begroting en het geplande meerjarenonderhoud zal de stand van de voorziening zich als volgt ontwikkelen. Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorziening Gebouwen Saldo 2013 1.331 Saldo 2014 904 Saldo 2015 924 Saldo 2016 806 Saldo 2017 871 Saldo 2018 742 Onderhoud Voor 2015 staan er geen grote onderhoudswerkzaamheden op het programma, de kosten hebben betrekking op nagenoeg alle gebouwen. 62 Ontwikkelingen Extern zijn er geen bijzondere ontwikkelingen te verwachten. Risico’s De afgelopen jaren hebben wij in verband met de onzekerheid over ons accommodatiebeleid diverse onderhoudswerkzaamheden doorgeschoven. Hier is geen sprake meer van, wel schuiven wij afhankelijk van de werkelijke onderhoudstoestand werkzaamheden door. De komende jaren staan wij voor behoorlijke kosten, bij de herziening van de nota Reserves en voorzieningen in 2015 besteden wij extra aandacht aan de noodzakelijke hoogte van de voorziening in de komende jaren. Indien nodig zullen wij u voorstellen doen om een extra dotatie te doen. CONCLUSIE Wegen De wegen komen steeds meer op het gewenste kwaliteit- en onderhoudsniveau, zoals vastgesteld in het Verbeterplan wegen. De realisatie hiervan vindt plaats binnen de reguliere jaarlijkse onderhoudscyclus van de wegen en binnen de beschikbare budgetten. Het onderhoudsniveau blijft echter, volgens de vastgestelde onderhoudstrategie, staan op een kritische ondergrens. Aandachtspunt blijven de areaaluitbreidingen en de daarvoor extra benodigde middelen voor onderhoud. Openbare verlichting Het beheer van de openbare verlichting wordt door het gebruik van het beheersysteem steeds inzichtelijker. Het op basis van het vastgestelde beleidsplan opgestelde beheerplan leidt steeds meer tot een goed en gestructureerd beheer en onderhoud van de openbare verlichting. Groen De beeldkwaliteit van de plantsoenen komt overeen met de landelijke normen voor een basiskwaliteit. Areaaluitbreidingen, zonder aanpassing van de budgetten, leiden tot risico’s waardoor de kwaliteit van het groen onder druk komt te staan. Riolering en water De kwaliteit van ons rioolstelsel is over het algemeen goed. In het nieuwe vGRP 2013 t/m 2017 geven we invulling aan onze gemeentelijke zorgplichten. We gaan in deze planperiode voor een aantal projecten samenwerken met de gemeenten Beuningen en Druten. Op de landelijke/wettelijke ontwikkelingen spelen wij accuraat in. Gebouwen De afgelopen jaren is in afwachting van het accommodatiebeleid veel onderhoud uitgesteld. Hierdoor is er achterstallig onderhoud ontstaan. Op basis van de gemaakte keuzes wordt het achterstallig onderhoud de komende jaren weggewerkt. Voor de meeste gemeentelijke gebouwen is de onderhoudsstaat ruim voldoende. 63 PARAGRAAF FINANCIERING Inleiding Het doel van deze paragraaf is om u te informeren over het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico’s. Treasury is het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Dit dienen wij te doen binnen de kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Het doel van deze wet is onder andere om op een verantwoorde, prudente en professionele wijze de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie (financieringsactiviteiten) van de gemeente te regelen. Gemeentelijke kaders Onze kaders zijn vastgelegd in de, op grond van artikel 212 Gemeentewet, vastgestelde “Financiële verordening gemeente West Maas en Waal” (Rb. 7 april 2011). Het gaat om kaders voor het uitvoeren van de financieringsfunctie zoals doelstellingen, richtlijnen en limieten die voor het college gelden. In het door het college van burgemeester en wethouders op 10 januari 2012 vastgestelde Treasurystatuut is de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Het bevat met name protocollen voor de dagelijkse uitvoering. De onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn het kasbeheer, het risicobeheer, de financiering en de administratieve organisatie. Hoofddoelstelling beleid Inzicht te hebben in de lange termijn ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Het aangaan en verstrekken van geldleningen alsmede het verstrekken van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij mogen geen overmatige risico’s worden gelopen. Het gebruik van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm is bedoeld als normstellend. Algemene ontwikkelingen / rentevisie De treasuryactiviteiten staan bloot aan zowel interne als externe ontwikkelingen. De interne ontwikkelingen bestaan uit het oppakken van nieuwe activiteiten, investeringsplannen en reorganisatieprocessen. De belangrijkste externe ontwikkelingen zijn (internationale) economische indicatoren en de invloed hiervan op de geld- en kapitaalmarkt, alsmede wijzigingen in wet- en regelgeving. In december 2013 is de wijziging van de Wet financiering decentrale overheden in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ´s Rijks schatkist (verplicht schatkistbankieren) van kracht geworden. De detailverplichtingen zijn vastgelegd in een ministeriële Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Voor onze gemeente is de ingangsdatum voor het schatkistbankieren 13 december 2013. Schatkistbankieren kan worden gezien als een onderdeel van de centrale treasuryfunctie binnen het Rijk voor publieke middelen. Het principe van schatkistbankieren is dat publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Deelnemers houden hun tijdelijk overtollige middelen boven een bepaald drempelbedrag aan bij het ministerie van Financiën. Ze doen dat in de vorm van een rekening-courant. Over de saldi die worden aangehouden vergoedt de staat rente. Het drempelbedrag bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal. Concreet betekent dit voor onze gemeente globaal dat het saldo in rekening-courant boven € 300.000 wordt afgeroomd. Het voorspellen van de renteontwikkeling is een lastige en bijna onmogelijke opgaaf, zeker op de lange termijn. Niettemin kan het waardevol zijn om de drijvende factoren achter de rente in kaart te brengen, zodat een beeld ontstaat van de risico’s en onzekerheden omtrent het verloop van de rente in de toekomst. Hierbij zijn echter legio scenario’s denkbaar. Volgens de rentevisie van de nv Bank Nederlandse Gemeenten (augustus 2014) wordt voor Nederland in 2014 een economische groei verwacht van 0,5%. De inflatie neemt af van 2,5% in 2013 naar 1,0% in 2014. De lange rentetarieven zullen onder invloed van een verwacht licht economisch herstel enigszins oplopen. Medio augustus 2014 was het rentepercentage van de door ons meest gebruikte leningvorm van 10 jaar lineair ongeveer 1,45%. In de begroting 2015 wordt voor de consolidatie van de vlottende schuld en voor nieuwe investeringen een rentepercentage gehanteerd van 3,5, waarbij mede rekening is gehouden met de langere looptijd van met name de grote investeringen en een verwachte geringe rentestijging. 64 Risicomanagement Risicomanagement is het identificeren en kwantificeren van risico's en het vaststellen van beheersmaatregelen. Hiermee worden activiteiten bedoeld waarmee de kans van optreden of de gevolgen van risico's worden beïnvloed. De risico’s die binnen onze gemeente worden gelopen bij de uitvoering van de treasurytaak bestaan voornamelijk uit renterisico's. Om die risico's te beperken en te beheersen geldt er een kasgeldlimiet en is er een renterisiconorm ontwikkeld. Daarnaast verdient vooral het kredietrisico aandacht. Dit is het risico dat wij lopen wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële problemen zouden kunnen komen. In het treasurystatuut zijn algemene uitgangspunten opgenomen om dit risico te beperken. Treasurybeheer De leningportefeuille In 2014 (medio augustus) zijn voor de consolidatie van de vlottende schuld alsmede voor de gedeeltelijke financiering van de investeringsplanning nog geen langlopende geldleningen afgesloten. De ontwikkeling van de huidige leningportefeuille ziet er als volgt uit: Per 1 januari 2015 heeft de gemeente 20 langlopende geldleningen o.g. met een totaal schuldrestant van 32,3 miljoen euro. Alle leningen zijn opgenomen bij de BNG Bank. De rentetypische looptijd van 18 leningen is 10 jaar. Eén lening (geconverteerd in 2001) heeft een rentetypische looptijd van 15 jaar en één lening (geconverteerd in 2013) heeft een rentetypische looptijd van 20 jaar. In 2015 bedraagt de totale rentelast € 1 miljoen. Interne financiering De financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken. De (bespaarde) rente over de reserves en voorzieningen, voor 2015 gebaseerd op 3,5%, wordt voor een deel structureel en voor een deel incidenteel ten gunste van de exploitatie gebracht. Hierdoor heeft aanwending (en toevoeging), in het kader van rentebaten, gevolgen voor de exploitatie. Onze gemeente trekt niet voor iedere financiering een aparte lening aan, maar financiert het geheel van investeringen (integrale financiering). Tegenover de totaliteit van de boekwaarden van alle investeringen staan de totaal beschikbare financieringsmiddelen. Door middel van de omslagrente worden de kapitaallasten (rente en afschrijving) van investeringen toegerekend aan producten en maken deze lasten vervolgens deel uit van de betreffende programma's. De omslagrente hoeft niet de huidige marktcondities te weerspiegelen. Om te voorkomen dat het rente-omslagpercentage jaarlijks moet worden bijgesteld, wordt vaak voor een langere periode een percentage vastgesteld. Dit leidt ertoe dat de rente die aan de programma's en producten wordt toegerekend vast en dus stabiel is. Wij hanteren al een aantal jaren 4%. Als het rente-omslagpercentage gaat afwijken van de werkelijke vermogenskostenvoet (werkelijke rentelasten), ontstaat een renteresultaat. Wanneer dit renteresultaat hoog wordt, is dat een signaal om het rente-omslagpercentage te herzien. In feite worden dan de programma's en producten te hoog belast. Gelet op het renteresultaat van onze gemeente (ruim € 600.000) wordt een herziening overwogen. Financieringsbehoefte In het onderstaand overzicht wordt de verwachte financieringsbehoefte voor de komende 4 jaren weergegeven. Hierbij is uitgegaan van volledige realisatie van alle investeringen, inclusief die volgens het investeringsplan 2015 - 2018. Verder is uitgegaan van een gelijkblijvende boekwaarde van de voorraad bouwgrondexploitaties. 65 2015 (Bedragen x EUR 1.000) 2016 2017 2018 Geraamde boekwaarde investeringen staat van activa Geraamde boekwaarde voorraad bouwgrondexploitaties 44.516 8.557 42.629 8.557 40.742 8.557 38.855 8.557 Boekwaarde investeringen vlgs. Invest.plan 2015 - 2018: Hulpmiddelen Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Bedrijfsvoering Overige investeringen 165 910 1.197 0 297 1.776 1.232 0 396 2.597 1.038 0 462 3.675 914 0 Totaal financieringsbehoefte 55.345 54.491 53.330 52.463 Langlopende geldleningen o/g Reserves en voorzieningen 32.307 18.556 27.182 17.903 22.546 17.860 18.565 18.531 Totaal financieringsmiddelen 50.863 45.085 40.406 37.096 4.482 9.406 12.924 15.367 Maximale financieringsbehoefte Renterisicobeheer Renterisicobeheer is het bewust beperken van de negatieve invloed van toekomstige rentewijzigingen op het resultaat van de organisatie en op de waarde van rentedragende activa en passiva. Ook het minimaliseren van de rentekosten en het optimaliseren van de rentebaten behoren tot dit onderwerp. Met betrekking tot risicobeheer hanteren wij, ingevolge het treasurystatuut, de volgende algemene uitgangspunten: 1. De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen. 2. De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. 3. Het gebruik van derivaten is niet toegestaan. Om de renterisico’s te beperken geldt er een kasgeldlimiet en een renterisiconorm. Kasgeldlimiet In de begroting 2015 wordt per 1 januari een financieringstekort geraamd van € 1,9 miljoen. Voor de renteberekening hierover is een percentage gehanteerd van 3,5. De kasgeldlimiet voor 2015 bedraagt € 3,6 miljoen, zijnde 8,5% van het begrotingstotaal ad. € 44 miljoen. Verplichte consolidatie van vlottende schuld is op basis van deze cijfers niet aanwezig. Renterisiconorm Het begrip renterisiconorm is ingevoerd om zoveel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen, en zodoende het renterisico bij herfinanciering van de vaste schuld te beheersen. Deze norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 2,5 miljoen. De berekening van de huidige renterisiconorm in meerjarenperspectief is opgenomen in het volgend overzicht. (jaar T) Renterisico vaste schuld over de jaren: (Bedragen x € 1.000) (jaar T+1) (jaar T+2) (jaar T+3) 2015 2016 2017 2018 Stap (1) (2) (3) Variabelen / Renterisico(norm ) Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (1+2) 0 5.124 5.124 0 4.636 4.636 0 3.981 3.981 0 3.490 3.490 (4) (5a)=(4>3) (5b)=(3>4) Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm 8.711 3.587 8.711 4.075 8.711 4.730 8.711 5.221 43.555 20 8.711 43.555 20 8.711 43.555 20 8.711 43.555 20 8.711 Berekening (4a) (4b) (4)=(4a x 4b/100) renterisiconorm Begrotingstotaal (jaar T) Percentage (regeling) Renterisiconorm (van alleen jaar T) 66 Kredietrisicobeheer Kredietrisico Dit is het risico dat wij lopen wanneer geldleningen worden verstrekt aan rechtspersonen die in voorkomende gevallen in financiële problemen zouden kunnen komen. In het treasurystatuut is vastgelegd dat de gemeente alleen overtollige middelen mag uitlenen aan betrouwbare bedrijven met minimaal een zogeheten AAA-rating (looptijd langer dan 3 maanden) cq.AArating (looptijd tot 3 maanden), aan ondernemingen waarvoor een solvabiliteitsratio van 0% geldt of aan de centrale overheid. Bij het verstrekken van leningen uit hoofde van de publieke taak worden zekerheden of garanties geëist. In het kader van aandelentransacties is in 1998 een geldlening ad 2,1 miljoen euro verstrekt aan de Nuon tegen een rente van 9%. Deze geldlening was tot en met 2004 aflossingsvrij. Per 1 januari 2005 is deze geldlening, op grond van de overeenkomst, omgezet in een 18-jarige achtergestelde annuïtaire lening tegen 9% rente. Door middel van een wijziging in de Statuten is de naam van n.v. Nuon per 29 juni 2009 gewijzigd in Alliander N.V. In 2006 heeft de verkoop plaatsgevonden van de preferente aandelen Vitens NV voor een bedrag van € 1.253.200,00 Ter voldoening van de koopsom is een achtergestelde lening verstrekt tot een gelijk bedrag. De aflossing van deze lening geschiedt in 15 jaar gelijk, de rente is variabel (2014 3,55%). Per 31 december 2008 is aan de Stichting Kulturhus te Boven-Leeuwen een geldlening verstrekt ter voldoening van de verplichtingen voorvloeiende uit de overname van het kulturhus D’n Dulper. De geldlening bedraagt € 4.709.436, waarop gelijktijdig in mindering is gebracht het totaal van de toegezegde investeringssubsidies voor het kulturhus ad € 1.223.000. Per saldo derhalve € 3.486.436. De geldlening is verstrekt tegen een rente van 4,75% en een koers van 100%. De aflossing geschiedt op basis van 40 jaar annuïtair. Met als formele ingangsdatum 1 juli 2011 heeft in 2013 de overdracht plaatsgevonden van de multifunctionele accommodatie te Dreumel aan de Stichting MFA Dreumel D’n Hoender. Hiertoe is aan de Stichting een geldlening verstrekt ter grootte van de koopsom ad € 5.676.500, verminderd met verkregen subsidies en bijdragen ad € 792.500 alsmede de verhaalbare omzetbelasting ad € 562.000. De geldlening, pro resto groot € 4.322.000, is verstrekt tegen een rente van 4,25% en aflossing op basis van 40 jaar annuïtair. Aandelen De gemeente is in het bezit van 18.693 gewone aandelen Vitens. De nominale waarde hiervan is € 1 per aandeel. Op basis van het vermogen per 1 januari 2014 bedraagt de intrinsieke waarde € 76 (afg.). Als aandeelhouder komen alleen publiekrechtelijke (direct of indirect) rechtspersonen in aanmerking. Door de beperkte verhandelbaarheid is het moeilijk een marktwaarde te noemen. Overigens onderschrijven wij het belang dat de drinkwatervoorziening in publieke handen blijft. Op grond van het treasurystatuut vindt aankoop en verkoop van aandelen uitsluitend plaats in het kader van de uitoefening van de publieke taak. 67 Intern liquiditeitsbeheer Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat wij op de korte termijn niet genoeg geld in kas hebben om aan onze verplichtingen te voldoen. Om deze reden stellen wij liquiditeitsplanningen en een liquiditeitsbegroting op. Hierbij zien wij er op toe dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat wij de verplichtingen tijdig kunnen nakomen. De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot 1 jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal 4 jaar. Bij deze laatste dient enige terughoudendheid in acht te worden genomen. Een goede planning, zeker op de langere termijn, is gelet op de onzekere factoren die een rol spelen zoals vertragingen in de investeringsplanning en de beperkte interne informatievoorziening niet eenvoudig. Meerjarenramingen zijn veelal onbetrouwbaar, zowel qua volume als tijdpad. Wanneer op basis daarvan op voorhand leningen dienen te worden afgesloten, gaan wij onbedoeld renterisico’s lopen. Met name bij de op termijn voorziene grote(re) investeringen vormen het politieke, procedurele en de uiteindelijke omvang van de financieringsbehoefte dermate onzekere factoren dat dit een ongewenste risicovergroting zou vormen. Voor het liquiditeitenbeheer is, met ingang van 1 juli 2010, met de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten een Financieringsovereenkomst voor een (Rekening-courant) Krediet- en Depotarrangement (tijdelijk overtollige middelen beleggen) afgesloten, geldig tot en met 31 december 2011, met stilzwijgende verlenging telkens voor 1 jaar. De overeenkomst zal ook voor 2015 gelden. Debiteurenbeheer Het debiteurenbeheer is gericht op het beperken van de uitstaande debiteurenomvang. Enerzijds gericht op het traject van totstandkoming van de factuur en anderzijds gericht op de tijdige inning. In onze organisatie worden de facturen centraal vervaardigd en verzonden. Een afschrift hiervan komt bij de financiële afdeling voor registratie in de boekhouding en voor het zorg dragen van een tijdige inning. Om verbeteringen door te voeren heeft vooral het beschrijven van het invorderingsproces en de daarbij op te nemen richtlijnen voortdurend aandacht. Crediteurenbeheer Bij de betalingen wordt rekening gehouden met de uiterste vervaldagen en/of te behalen kredietbeperkingskortingen. Uit een oogpunt van representativiteit staat tijdige betaling voorop. Met behulp van de mogelijkheden binnen het in gebruik zijnde financieel systeem kan de afwikkeling van de ingekomen factureren nauwlettend worden gecontroleerd. 68 PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING ALGEMEEN Inleiding De bedrijfsvoering betreft de middelenfuncties (personeel en organisatie, planning & control, informatievoorziening en automatisering, communicatie en facilitaire zaken) ter ondersteuning van de uitvoering van de programma’s (het primaire proces). In deze paragraaf hebben wij tevens de griffie en de rekenkamercommissie opgenomen. De bedrijfsvoering is ondersteunend aan en mede bepalend voor de kwaliteit van het primaire proces en de realisatie van de beoogde maatschappelijke effecten. De interne organisatie staat volledig ten dienste aan het primaire proces. Dit betekent dat de kwaliteit en omvang van de gemeentelijke organisatie, maar ook faciliteiten als bijvoorbeeld de huisvesting en de automatisering indirect van grote invloed zijn op het behalen van de gewenste effecten. In deze paragraaf worden de verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering verder uitgewerkt. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Jaar Bestuurs- en managementconcept (BMC, vastgesteld door het college) Concernplan (vastgesteld door het college) Verordening ex. Artikel 212 Gemeentewet - Financiële verordening 2009 2011 2011 Ontwikkelingen Ontwikkelingen zijn er vooral op het gebied van de informatievoorziening in relatie tot digitale dienstverlening. Op initiatief van de centrale overheid worden hieraan steeds grotere eisen gesteld. PERSONEEL EN ORGANISATIE Organisatiebeleid Concernplan Onze missie: West Maas en Waal heeft een gemeentelijke organisatie die anticipeert op ontwikkelingen, die inventief en oplossingsgericht is en die in samenwerking met partners werkt aan door bestuur en samenleving gewenste resultaten met een goede kwaliteit. Onze visie: West Maas en Waal blijft een zelfstandige gemeente. Dit is een bestuurlijk uitgangspunt dat leidend is in ons toekomstbeeld van onze gemeentelijke organisatie. Deze gemeentelijke organisatie is verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Dat wil niet zeggen dat we deze taken ook allemaal zelf moeten uitvoeren. De gemeentelijke organisatie voert de regie in de keten, stelt integraal en interactief beleid op en werkt faciliterend voor het maatschappelijk veld. In de keten is de gemeente bepalend in de WAT vraag. De HOE vraag wordt veelal beantwoord door professionals in de keten. Dit betekent dat uitvoerende taken voor een groot deel uitbesteed kunnen worden aan publieke of private partijen. Of aan samenwerkingsverbanden tussen overheden, rekening houdend met de kwaliteitseisen die gesteld worden en kosten die gemoeid gaan met de uitvoering van diensten en maken van producten (prijs-kwaliteitverhouding). Onze organisatie kan daarbij ook taken voor anderen uitvoeren. Voorop staat daarbij de mate van efficiency. Het college heeft in het najaar van 2013 de regieagenda vastgesteld. Hierin is opgenomen welke taken zich lenen om op afstand te worden geplaatst en hoe de regiegemeente er mogelijk uit kan zien. Er lopen acties om tot externe of gezamenlijke uitvoering te komen. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe. Andere thema's die in het concernplan terugkomen zijn de doorontwikkeling van het klantcontactcentrum, de digitalisering van processen en gegevens, (digitale) communicatie en burgerparticipatie. 69 Dienstverlening/KCC Het beleid van de rijksoverheid om de gemeente het loket voor de totale overheid te laten zijn, hebben wij uitgewerkt in het dienstverleningsconcept West Maas en Waal. Op basis hiervan is in de “Routekaart naar onze dienstverlening van 2015” opgesteld, waarin ons doel met betrekking tot dienstverlening/KCC is vastgelegd. In oktober 2011 zijn we gestart met de fasegewijze ontwikkeling van onze dienstverlening/KCC volgens deze routekaart. In 2013 zijn de fysieke en personele voorbereidingen getroffen om in 2014 te starten met de uitvoering van het KCC-concept. Op 30 november 2013 is het KCC officieel geopend. Het dienstverleningsconcept zal in 2015 worden geëvalueerd. Organisatieontwikkeling/samenwerking In het vastgestelde concernplan hebben we om redenen van continuïteit c.q. het opheffen van de kwalitatieve en kwantitatieve kwetsbaarheid, maar ook kwaliteitsbesparing en kwaliteitsverbetering, aangegeven om te willen zien naar mogelijkheden onze werkzaamheden “anders te organiseren”. Daartoe is uitgesproken om onze gemeentelijke organisatie meer en meer te richten op een regie gemeente. In februari/september 2013 is met u gesproken over de kaders en uitgangspunten daarvoor. Enerzijds voor zover het betreft de beleidsontwikkeling, die in eigen huis ambtelijk zal worden ondersteund, en anderzijds over de uitvoerende taken die grotendeels buitenshuis georganiseerd kunnen worden. In de zomer van 2014 is de business case voor de BNW samenwerking opgeleverd. Hierin is aangeven op welke wijze onze bedrijfsvoeringstaken (PIJOFACH) samen met de gemeente Buren en Neder Betuwe georganiseerd worden. De formele start hiervan vindt plaats in de loop van 2015. In 2014 is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de buitendienst van het team Openbare Ruimte op een andere wijze te organiseren. Uit het onderzoek is gebleken dat de huidige wijze van organiseren, rekening houdend met een efficiëntieslag die gemaakt kan worden, het beste resultaat naar de toekomst geeft. Uw Raad heeft middelen beschikbaar gesteld voor nader onderzoek naar de specifieke onderdelen waar efficiëntievoordelen te behalen zijn waarbij specifiek aandacht is voor voordelen die door samenwerken te behalen zijn en waarbij ook specifieke aandacht is voor de werkprocessen die de binnendienst en de buitendienst met elkaar verbinden. In samenhang met de ontwikkelingen rondom de transities binnen het sociale domein bekijken wij, vanuit de gedachten in ons concernplan, of wij de uitvoerende werkzaamheden binnen dit domein in samenwerking met andere gemeenten kunnen organiseren. Binnen de kaders, zoals deze door u unaniem zijn vastgesteld, richten wij ons primair op gemeentelijke samenwerking met (gemeenten in) de regio Rivierenland. Deze ontwikkelingen zullen de noodzaak tot herinrichting van onze ambtelijke organisatie, die nu zoals onderstaand is ingericht actueel maken. Uiteraard zal dat op een zorgvuldige wijze plaatsvinden, waarbij voor de medewerkers een baan, binnen de organisatie of elders, wordt gegarandeerd. De indeling van de organisatie ziet er grafisch als volgt uit: Organigram gemeente West Maas en Waal 1 april 2013 Raad Griffie B&W Gemeente secretaris Ruimte & Welzijn Maatschappelijke Ontwikkeling Wonen & Milieu Publiek & Bedrijf Openbare Ruimte Klant Contact Centrum Informatievoorziening Bestuur- & Managementondersteuning Financiële & Juridische zaken 70 Personeelsbeleid Arbeidsvoorwaarden In juli 2014 is na een periode van anderhalf jaar onderhandelen een nieuwe CAO overeengekomen. Hierin is de afgesproken nullijn voor ambtenaren losgelaten. De salarissen zijn per 1 oktober 2014 structureel met 1% gestegen en zullen per 1 april 2015 met € 50 per maand stijgen. Dit heeft tot gevolg dat de personeelsbudgetten stijgen. Per 1 januari 2015 wordt de werkkostenregeling ingevoerd. Regelingen en arbeidsvoorwaarden zijn op de nieuwe fiscale regels afgestemd. Verder zijn in het CAO overleg afspraken gemaakt over de invoering van een Individueel Keuze Budget (IKB), uiterlijk per 1 januari 2016. Het IKB biedt meer mogelijkheden voor de medewerkers om arbeidsvoorwaarden op maat te kiezen. In de loop van 2015 worden de bestaande regelingen hierop aangepast. Arbeidsomstandigheden De verzuimbegeleiding en -preventie wordt uitgevoerd volgens het 'eigen regie model'. Hierbij wordt samengewerkt met een Arboarts, die ondersteuning biedt als de leidinggevende of de medewerker hierom vraagt. Deze manier van samenwerking bevalt zeer goed en wordt de komende jaren voortgezet. Sturen op resultaat, mobiliteit en loopbaanontwikkeling Ieder jaar voeren wij met iedere medewerker resultaat- en ontwikkelgesprekken. Daarin koppelen wij de onze doelstellingen aan te behalen resultaten van de medewerker voor het komende jaar. Ook komen de voor het werk noodzakelijke competenties aan de orde. Indien nodig volgt de medewerker opleidingen of krijgt deze extra coaching/opleiding om competenties te verbeteren. Na afloop van het jaar beoordelen wij de behaalde resultaten, de ontwikkeling van de competenties en getoonde inzet. De periodieke salarisverhogingen hebben een rechtstreekse koppeling met de beoordeling, dit aan de hand van de richtlijnen beloningsbeleid. Vanaf 2013 ligt er een duidelijke focus op loopbaanontwikkeling. Dit is nodig om organisatiedoelen en ambities waar te maken en om de inzetbaarheid van de medewerkers op de arbeidsmarkt te handhaven of te versterken. Uitgangspunt is dat de medewerkers verantwoordelijk zijn voor hun eigen loopbaan. Financiën De kosten van het personeel zijn verdeeld op basis van de loonsom. Met u zijn afspraken gemaakt dat wij niet sturen op formatie, maar op loonsom. Deze loonsom stijgt uitsluitend met niet te beïnvloeden externe factoren, zoals CAO-stijgingen of wijzigingen in sociale premies. Het managementteam is er voor verantwoordelijk dat de taken binnen de loonsom worden verricht. Bedragen x € 1.000 Tabel: Ontwikkeling personeelskosten 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Directe loonkosten Bestuur Personeel werkvoorzieningschap BREED Inhuurbudget bouw- en woningtoezicht Inhuur t.b.v. accommodaties Inhuur t.b.v. ziekte-/vacaturevervanging 7.269 535 111 23 82 0 5.947 566 112 0 57 0 5.898 572 114 0 58 0 5.958 577 115 0 59 0 6.017 583 116 0 59 0 6.078 583 116 0 59 0 Totaal 8.020 6.682 6.642 6.709 6.775 6.836 Toelichting ontwikkeling personeelslasten: De stijging van de directe loonkosten wordt veroorzaakt door verwachte CAO-aanpassingen en verhoging van werkgeverslasten. Voor de jaren 2013 en 2014 was, gezien de afgesproken nullijn voor ambtenaren, geen rekening gehouden met een stijging als gevolg van salarisverhogingen. In 2014 zijn, als gevolg van de afspraken in de nieuwe CAO, de salarissen toch gestegen. 1% structureel per 1 oktober 2014 en een eenmalig uitkering van € 350,-- bij een full-time dienstverband. Per 1 april 2015 stijgen de salarissen verder met € 50,-- per maand bij een full-time dienstverband. Werkgeverslasten dalen mogelijk door een verlaging van de pensioenpremies. Ziekteverzuim Ons beleid is er op gericht het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. Onze streefwaarde is een maximaal ziekteverzuimpercentage van 4,0%. In 2012 lag het cijfer ruim onder de streefwaarde. Maar sinds 2013 zien we het cijfer weer stijgen. Deze stijging van het ziekteverzuim is lastig te beïnvloeden. Het betreft voornamelijk langdurig verzuim met een medische oorzaak of redenen die in de privé sfeer liggen. Er wordt gebruik gemaakt van de adviezen van de Arboarts voor een optimale re-integratie. 71 In de hierna opgenomen tabel wordt inzicht gegeven in de bereikte en komende jaren te bereiken resultaten: Tabel: Ontwikkeling ziekteverzuim Ziekteverzuimpercentage 2012 2013 2014 2015 2016 2017 3,4 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 Ontwikkelingen Geen. Risico’s Frictiekosten Als gevolg van uitbesteding dan wel vormen van samenwerking kunnen we te maken krijgen met zogenaamde frictiekosten. Hierbij gaat het om aanloop/initiële kosten en kosten die achterblijven binnen onze organisatie, maar niet meer toe te rekenen zijn als gevolg van het elders onderbrengen van de betreffende diensten en/of producten. Hierbij gaat het om zowel directe kosten (uren) maar ook indirecte kosten zoals facilitaire diensten en kosten van ondersteuning. Middels het efficiencyvoordeel van samenwerking moeten deze kosten op termijn worden terugverdiend. INFORMATIEVOORZIENING EN AUTOMATISERING Beleid Het I&A beleid van onze gemeente is gebaseerd op de volgende doelstellingen en uitgangspunten: - bedrijfsprocessen optimaliseren en integreren - klantgerichtheid van de organisatie verbeteren - informatievoorziening aan belanghebbenden verbeteren - betrokkenheid en inbreng van burgers en samenleving vergroten Op basis van deze doelstellingen en uitgangspunten formuleren wij spelregels, uitgangspunten en kaders waarbinnen wij projecten op ICT gebied uitvoeren. Wij streven er niet naar om voorop te lopen op het gebied van informatievoorziening en automatisering. Waar mogelijk kiezen wij voor een sobere uitvoering. In het door u vastgestelde Egem-I plan (november 2011) is de koers voor onze gemeente tot en met 2015 vastgesteld. De grote lijnen daarin hebben te maken met: 1. het vormgeven aan het wettelijk verplichte landelijke stelsel van basisregistraties 2. koppelen van dit stelsel aan de interne informatie-architectuur en het stelsel van landelijke voorzieningen voor deze basisregistraties 3. implementeren van de IT instrumenten voor het Klantcontactcentrum (KCC). 4. Implementeren van IT oplossingen voor een stabiele en veilige IT infrastructuur Reeds in 2013 is een bestuurlijke intentie uitgesproken gemaakt om op het gebied van de zogenaamde PIJOFACH-taken te gaan samenwerken met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe. Om een effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering te realiseren zullen de informatiserings- en automatiseringsplannen van de drie gemeenten op elkaar afgestemd worden. Naast deze afstemming c.q. integratie zullen ook medewerkers afhankelijk van toekomstige besluitvorming anders worden aangestuurd en elders worden gehuisvest. Inhoudelijk betekenen deze veranderingen voor de gemeente West Maas en Waal dat in ieder geval naast de landelijk verplichte doorontwikkeling van het landelijk stelsel van basisregistraties er in 2015 veel aandacht geschonken gaat worden aan: de harmonisering van de automatiseringsinfrastructuur inclusief het Locatie Onafhankelijk Werken digitaliseren van informatiestromen door het opzetten van het zaakgericht werken inclusief het scannen van inkomende informatiestromen opzetten van generieke voorzieningen voor het synchroniseren en distribueren van (authentieke) gegevens naar en van in- en externe klanten. (gegevensmakelaar, servicebus en koppelingen met landelijke voorzieningen) Op het moment van het opmaken van de begroting zijn de projecten zoals die zijn opgenomen in het Egem-I plan van november 2011 nog leidend echter door de snelle ontwikkelingen rond de samenwerking zullen in 2015 andere keuzes gemaakt kunnen worden. Dit met als doel te komen tot harmonisatie van de automatiseringsinfrastructuur en werkprocessen. Voorbeelden van projecten die nog op de rol staan zijn: 1) Integraal gemeentelijk informatieveiligheidsbeleid; 2) Vernieuwen website; 72 3) Aanpassen klok- tijdschrijfsysteem; 4) Implementatie van de basisregistratie Kadaster en deze koppelen aan de interne informatie-architectuur; 5) Project basisregistratie Grootschalige Topografie; 6) Implementatie gegevensmakelaar en aanverwante onderdelen; 7) Aanpassing telefooncentrale. De projecten 3 tot en met 7 maken deel uit van genoemd Egem-I plan. Wat betreft de projecten 1 en 2 is er sprake van een uitbreiding van het plan dit omdat het rijk nieuwe wettelijke verplichtingen heeft opgelegd. Bijvoorbeeld de DigiD audit. Financiën De kosten van onze informatievoorziening en automatisering, exclusief de personeelslasten en doorberekeningen, ontwikkelen zich de komende jaren als volgt: Bedragen x € 1.000 Tabel: Ontwikkeling kosten I&A 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Kapitaallasten (incl. Egem-I) Onderhoud, huur, lease en overige Telefonie Gegevensbeheer Bijdrage reserve Informatisering 343 348 38 62 -14 383 384 39 40 -32 571 417 39 41 -191 503 421 39 41 -123 393 426 39 41 -14 380 426 39 41 0 Totaal kosten I&A 777 814 877 881 885 886 Toelichting financiële ontwikkelingen: De financiële effecten van het Egem-I plan zijn verwerkt in de meerjarenbegroting. De hieruit voortvloeiende (tijdelijke) hogere lasten worden opgevangen door de reserve Informatisering. In 2016 valt het te verwachten saldo van deze reserve vrij ten gunste van de algemene reserve. Het verwachte verloop van deze reserve ziet er, rekening houdend met het Egem-I plan, als volgt uit: Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Naam Reserve Informatisering Saldo 2013 781 Saldo 2014 940 Saldo 2015 908 Saldo 2016 717 Saldo 2017 14 Saldo 2018 0 Bij deze cijfers moet opgemerkt worden dat deze gebaseerd zijn op het thans geldende Egem-I plan. De toekomstige samenwerking met Buren en Neder-Betuwe zal gevolgen hebben voor de investeringen op het gebied van ICT. Deze gevolgen kunnen op dit moment echter niet inzichtelijk worden gemaakt. Gebruikelijk bij dit soort processen is dat investeringen naar voren worden getrokken om zodoende de meerwaarde van de samenwerking zo snel mogelijk te realiseren. Ontwikkelingen De grootste ontwikkeling voor de gemeente West Maas en Waal in 2015 zal zijn de keuze voor samenwerking met en de gevolgen van de samenwerking met de gemeentes Buren en Neder-Betuwe op het gebied van de bedrijfsvoering, alsook de gevolgen van de keuze om regiegemeente te worden. Gevolg is dat er niet alleen afstemming moet komen tussen de informatiseringsplatforms en gebruikte systemen maar ook afstemming en voortgang met het i-NUP programma. In 2015 en volgende jaren gaan leveranciers van gemeentelijke softwarepakketten hun prijzen drastisch verhogen. Dit naar hun zeggen omdat zij te maken hebben met hoge ontwikkelkosten. Het gevolg hiervan kan zijn dat om financiële redenen wij noodgedwongen naar andere leveranciers moeten zoeken. Daar het gemeentelijk specifieke software betreft zijn er echter weinig alternatieven. Risico's Een eerste risico is het vasthouden aan de geplande investeringen. Dit is een gevolg van de keuze tot regiegemeente en de mogelijke samenwerking met Buren en Neder-Betuwe. Hierdoor zullen er nieuwe projecten komen en zal per project een afweging gemaakt worden welke projecten noodzakelijk zijn in het kader van wettelijke verplichtingen en een stabiele en veilige IT infrastructuur en welke projecten wachten op een vorm van regie gezien de investeringen en gevolgen die samenhangen met de te maken keuzes in het betreffende project. Een tweede risico heeft te maken met afstemming en overdracht c.q. de bedrijfszekerheid. Het dagelijks beheer zal in handen komen van een nieuwe leidinggevende en vanaf een andere locatie worden aangestuurd. Het overbrengen van taken en verantwoordelijkheden naar een ander gaat vaak gepaard met kinderziektes, zeker op het gebied van ICT. 73 Hiernaast is er een personeelsrisico. Doordat bij de overbrenging de winkel gewoon open moet blijven zullen de risico's van capaciteit verschuiven naar prioriteitsstelling en daarmee vertraging in de tijd. Een derde risico is dat als overgestapt moet worden naar andere leveranciers van software, geplande ICTprojecten komen te vervallen of uitgesteld worden. Het gevolg hiervan is dat afdelingen enerzijds last krijgen van het niet doorgaan van projecten en anderzijds last ondervinden van overgangs- en implementatietrajecten. PLANNING & CONTROL In de afgelopen jaren is de verbetering van de verschillende instrumenten uit planning en control-cyclus in gang gezet en gecontinueerd. Wij zien dit als een continu proces en zullen de komende jaren deze lijn doorzetten. Weliswaar is er landelijk sprake van enig economische herstel, echter dient de gemeente nog steeds op haar “tellen” te passen zowel op beleidsinhoudelijk als op budgettair vlak. Daarbij is inzicht in, en het kunnen omgaan met, (mogelijke) risico's essentieel. Het verder implementeren van het risicomanagement is een van de speerpunten binnen de bedrijfsvoering. In dit verband is het bewaken/beheersen van processen eveneens belangrijk. In 2015 moet het samenwerkingsverband met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe op het gebied van de bedrijfsvoering vorm krijgen. Dit heeft ook gevolgen voor de planning en control binnen onze gemeente. Los van deze ontwikkeling staan in ieder geval het verder uitbouwen van de controlfunctie alsmede het werken met digitale workflow op onze agenda voor 2015 en de komende jaren. Het gaat hierbij onder andere om: - administratieve organisatie en interne controle - juridische control (kwaliteit regelgeving (verordeningen en beleidsregels), overeenkomsten, toetsing, klacht- en bezwaarafhandeling) - financiële control (kwaliteit financiële informatie (onder meer meerjarenplanning), budgetbeheer, begrotingsdiscipline, rechtmatigheid, debiteurenbeheer) - projectcontrol Onze controller zal met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband dit verder uitwerken. Ontwikkelingen en risico’s Op het gebied van planning en control zijn er geen externe ontwikkelingen en risico’s. COMMUNICATIE Algemeen Communicatie is belangrijk om onze doelstellingen op het gebied van dienstverlening en burgerparticipatie te bereiken. In het najaar van 2012 is het communicatiebeleidsplan voor de komende jaren vastgesteld. Een van de items daarin is het doorontwikkelen van onze website. Deze voldoet niet meer aan de door het Rijk opgestelde eisen en zal in 2015 worden vernieuwd. Actiepunten uit het communicatieplan plan, zoals o.a. richtlijnen burgerparticipatie, promotiebeleid en collegecommunicatie zullen in 2015 en 2016 verder worden uitgewerkt. Financiën De budgetten voor communicatie maken onderdeel uit van de facilitaire taak. Ontwikkelingen en risico’s Op het gebied van communicatie zijn er geen externe risico's. FACILITAIRE ONDERSTEUNING Algemeen Facilitaire zaken beslaat de huisvesting, inkoop, advisering voor het verkrijgen van subsidies en huishoudelijke zaken. Op 1 april 2013 is de nieuwe aanbestedingswet van kracht geworden. In aansluiting op deze wet is het inkoopbeleid aangepast. In het nieuwe inkoopbeleid is binnen de bestaande budgetten aandacht voor het duurzaam inkopen van producten, diensten en werken. Hieronder valt ook aandacht en inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Binnen de nieuwe wet en het beleid is ook specifieke aandacht voor deelname aan aanbestedingen door het Midden- en Kleinbedrijf. 74 Met het inkoopbureau van de Regio Rivierenland wordt nog altijd regelmatig samen gewerkt onder meer op het terrein van de transities van de (jeugd)zorg. Voor advisering betreffende subsidies huren wij nog vier dagen per jaar deskundigheid in, omdat voor sommige subsidies meer specialistische kennis nodig is. Enige vorm van back-up voor subsidieadvisering is blijvend noodzakelijk. Met behulp van het abonnement op subsidienieuws-berichten en het aangeschafte subsidievolgsysteem is de werving van nieuwe subsidies en het proces van verzilvering van de toegekende subsidies goed gewaarborgd. Bekeken wordt in hoeverre regiobreed getracht kan worden ook op Europees niveau subsidies te verwerven. Financiën De kosten van onze facilitaire zaken, exclusief de personeelslasten en doorberekeningen, ontwikkelen zich de komende jaren als volgt: Bedragen x € 1.000 Tabel: Ontwikkeling kosten Facilitaire zaken Huisvesting - gemeentehuis - gemeentewerf - Dienstencentrum Welzijn en zorg Totaal huisvesting Personeel van derden Frankeerkosten Abonnementen Drukwerk Overige kosten Totaal kosten Facilitaire zaken 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Bedragen x € 1.000 498 113 46 657 502 112 31 645 493 112 34 639 501 113 34 648 495 113 35 643 499 113 37 649 0 33 32 26 39 0 31 27 26 34 0 31 7 26 35 0 32 7 26 35 0 32 7 27 35 0 32 8 27 41 787 763 738 748 744 757 Ontwikkelingen Het nieuwe werken, mede in relatie tot de ontwikkeling van een regiegemeente, zal facilitair gevolgen hebben en op termijn moet hiervoor onder meer een huisvestingsplan worden opgesteld. Risico’s Op dit moment worden er door het Rijk geen sancties opgelegd ten aanzien van doelstellingen in het kader van duurzaam inkopen. GRIFFIE Algemeen De griffier verricht haar werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van uw gemeenteraad. Daarmee is de griffier op dit moment de enige medewerker die niet onder de bevoegdheid van ons college valt. De griffier legt alleen verantwoording af aan uw raad. De griffier wordt vanuit de ambtelijke organisatie ondersteund voor inhoudelijke, secretariële, administratieve en logistieke zaken. De griffie heeft drie kerntaken: - adviserende taak gericht op de ondersteuning van uw raad en individuele raadsleden bij de uitoefening van de taken en bevoegdheden en de positionering van uw raad - logistieke en secretariële ondersteuning bij vergaderingen en overige werkzaamheden van uw raad - afstemmende en coördinerende taken Naast reguliere werkzaamheden kent de griffie ad hoc werkzaamheden. Deze vallen onder de procesmatige ondersteuning en advisering van uw raad over werkprocedures, positionering, ontwikkeling enz. Deze werkzaamheden worden verricht op uw verzoek of op eigen initiatief. De griffie verwacht dat 55% van de beschikbare capaciteit nodig is voor logistieke, secretariële en afstemmende en coördinerende taken. De overige 45% is beschikbaar voor de adviserende taken. Financiën Als raad beschikt u voor 2015 over een budget van € 6000. Dit is een bedrag voor trainingen, inhuur advies derden, het raadsuitje, ontwikkeling instrumenten en raadsactiviteiten. 75 Ontwikkelingen en risico’s Geen. REKENKAMERCOMMISSIE Algemeen Er is een rekenkamercommissie bestaande uit een externe voorzitter en vier raadsleden. Deze rekenkamercommissie is één van de instrumenten voor uw raad om uw controlerende taak te kunnen uitvoeren. Daarom is het belangrijk dat er een goede afstemming is tussen uw raad en de rekenkamer over gewenste onderzoeken. Financiën Voor de rekenkamercommissie is een eenmalig budget beschikbaar van € 20.000. Het in enig jaar niet bestede budget van de rekencommissie blijft, tot u anders besluit, bestemd voor de rekenkamercommissie. Ontwikkelingen en risico’s Invulling vacature voorzitter Rekenkamercommissie. 76 PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN ALGEMEEN Inleiding Verbonden partijen zijn organisaties waaraan de gemeente zich bestuurlijk en financieel verbindt. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, artikel 1) geeft als definitie: “een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft”. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake wanneer wij middelen ter beschikking stellen en die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij op ons verhaald kunnen worden. Partijen waaraan alleen een financieel risico kleeft, worden opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Partijen waarmee een bestuurlijk belang gediend is en waaraan geen juridisch afdwingbare financiële verplichtingen kleven, maken onderdeel uit van een programma. In deze paragraaf gaan wij in op de belangen die met de diverse verbonden partijen zijn gediend en de relatie met onze gemeentelijke doelstellingen. Voor uw inzicht is het van belang dat de relatie tussen “verbonden partijen” en het “publieke belang”, zoals geconcretiseerd in de programma’s, op hoofdlijnen wordt aangegeven. Verbonden partijen voeren vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De verbonden partij wordt in die situatie gemandateerd door de gemeente. De gemeente of samenwerkende gemeenten blijven de uiteindelijke verantwoordelijkheid houden voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. U hebt als raad echter een kaderstellende en controlerende taak bij de programma’s. Met name dient afgevraagd te worden of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd kunnen worden. Andere belangrijke aspecten bij verbonden partijen zijn de kosten en de financiële risico’s die dit met zich meebrengt. Wij hebben als gemeente West Maas en Waal een aantal bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Deze verbonden partijen voeren voor ons het beleid uit. Het betreft de volgende belangrijkste verbonden partijen: - Regio Rivierenland - Gemeenschappelijke regeling Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid - Werkvoorzieningsschap <Breed> - Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid (GGD) - Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen - Schoollogopedische dienst Maas en Waal - Belastingsamenwerking Rivierenland - Omgevingsdienst Rivierenland Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Schoollogopedische dienst Maas en Waal Werkvoorzieningsschap <Breed> GR Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen GR Hulpverlening en Veiligheid Gelderland Zuid GR Belastingsamenwerking Rivierenland GR Regio Rivierenland Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid GR Omgevingsdienst Rivierenland Jaar 1989 2000 2000 2004 2009 2010 2013 2013 Met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen in de regio Nijmegen hebben wij afspraken gemaakt over de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting en de jaarrekening. In deze begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN) wordt een aantal essentiële uitgangspunten gegeven. Deze uitgangspunten zijn: - Uitgangspunten voor opstelling van de begroting: - Indexering van de gemeentelijke bijdrage; - Overige uitgangspunten. - Uitgangspunten voor opstelling jaarrekening; - Resultaatbestemming; - Door gemeenten terug te vorderen BTW op grond van het BTW Compensatie Fonds (BCF). - Planning besluitvorming voor de regio. 77 De opgenomen kaders in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor de begroting en jaarrekening zijn vanzelfsprekend van toepassing voor de GR. Ontwikkelingen Wij hanteren het principe van 'Gelijk de trap op, trap af' voor bijdragen aan GR’en. Dit brengt met zich mee dat in beginsel de bijdragen zullen moeten dalen met een gelijk percentage als waarmee het Rijk de Algemene uitkering aan gemeenten kort. Bij de Begrotingsrichtlijnen Regio Nijmegen (BRN) is besloten om voor de bijdrage van de deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regelingen een indexering van -2,5% die meerjarig oploopt tot -10% te hanteren. Dit is met ingang van de programmabegroting 2012 als zodanig verwerkt. OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN Belasting Samenwerking Rivierenland Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Tiel Omschrijving Samenwerkingsverband op het gebied van belastingen Doel Uitvoering gemeentelijke belastingtaken, met uitzondering van het beleid. Participanten De gemeenten Culemborg, Geldermalsen, IJsselstein, Lingewaal, Maasdriel, Montfoort, Neerijnen, Tiel, West Maas en Waal en Wijk bij Duurstede en het Waterschap Rivierenland en de AVRI. Bestuurlijk belang Vertegenwoordiging in het bestuur door onze portefeuillehouder financiën. Financieel belang De gemeentelijke bijdrage voor 2015 is geraamd op € 245.000. Relatie met programma Programma 3 - Fysieke leefomgeving en 4 - Burger, bestuur en veiligheid Beleidsvoornemens Het beleid op het gebied van belastingen wordt door de gemeente zelf uitgevoerd. Zie de paragraaf Lokale heffingen. Het beleid van BSR is gericht op efficiency en de groei van het aantal deelnemers om zo de kosten voor de deelnemende gemeenten te beperken. Daarnaast wil de BSR blijven investeren in mensen en ondersteunende systemen en processen dat zal leiden tot procesverbetering, efficiency en optimalisatie van de belastinginkomsten voor de deelnemers. Risico’s en getroffen maatregelen Door het op afstand zetten van de waardering en aanslagoplegging is de controle op de juistheid en volledigheid moeilijker te realiseren. Naast de accountantscontrole bij de BSR, vindt er door de BAG-WOZ koppeling een bestandscontrole plaats. In 2014 heeft West Maas en Waal een audit uit laten voeren op de kwaliteit en volledigheid van de bestanden. In verband met de vergoeding van proceskosten en toename in Nederland van bureaus die hier aanspraak op maken, is er een risico dat de werkelijk gemaakte proceskosten de begrote kosten gaan overschrijden. Vooralsnog heeft BSR hiervoor een bedrag opgenomen ter hoogte van € 200.000. In 2009 is besloten dat BSR geen weerstandsvermogen zal krijgen. Ontwikkelingen In 2015 zal BSR het traject voortzetten waarbij de mogelijkheden van digitalisering, zoals uitbreiding digitaal loket, digitale nota en scannen worden onderzocht en verbeterd. BSR streeft naar een gecontroleerde groei van het aantal deelnemers. Binnen en buiten het gebied van Waterschap Rivierenland zijn er meerdere oriënterende contacten met geïnteresseerde gemeenten. Voor 2015 heeft BSR als doelstelling minimaal één gemeente te laten aansluiten. 78 Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Tiel Omschrijving De gemeente heeft met ingang van 1 april 2013 haar taken op het gebied van vergunningverlening en handhaving ondergebracht bij de Omgevingsdienst Rivierenland. Onze gemeente is WABO-breed overgegaan, dus zowel de milieutaken als de bouwzaken zijn overgegaan. Het betrokken personeel is mee overgegaan, in totaal 12,45 fte. Doel Door de bundeling en schaalvergroting wordt de basis gelegd voor een kwalitatief betere dienstverlening aan de burgers. Door een bundeling van formatie wordt een schaal gecreëerd die beter in staat is om versnippering en gaten in de capaciteit op te vangen, dus minder kwetsbaarheid. De ODR zal door haar omvang beter kunnen inspelen op komende wettelijke en kwaliteitscriteria. Participanten De aangesloten gemeenten zijn: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel en West Maas en Waal. De provincie Gelderland participeert uiteraard ook. Bestuurlijk belang De burgers worden uiteindelijk beter bediend, de kwaliteit gaat omhoog en de kwetsbaarheid wordt verminderd. Financieel belang Onze gemeentelijke bijdrage voor 2015 wordt door de ODR geraamd op € 1.438.312. Dit bedrag is nog exclusief loon- en prijsindexering. Relatie met programma Er is vooral een relatie met Programma 1 - Wonen, Werken en Recreëren en met programma 3 - Fysieke leefomgeving. Beleidsvoornemens De ODR is een beleidsarme organisatie. Het beleid wordt binnen de wettelijke kaders vastgesteld door de gemeenten. Wij hebben ons budgettair gecommitteerd om voor een periode van 5 jaar, tot 2017. Na die vijf jaar kunnen wij opnieuw afspraken maken over de taken die de ODR voor onze gemeente verricht naast de verplichte milieutaken. Risico's en getroffen maatregelen De totale kosten gemoeid met de uitvoering van taken door de ODR liggen vast in de meerjarenbegroting. Deze bedragen zullen nog herzien worden op basis van de werkelijk ingebrachte formatie en de jaarlijkse loon- en prijsindexeringen. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan. Een risico is dat de ODR haar taken niet geheel kan uitvoeren met de door onze gemeente aangeleverde formatie, door een eventuele toename in de omvang van het werk dan wel door nieuwe taken die bij de ODR neergelegd worden. Ontwikkelingen De ODR is gestart per 1 april 2013 en de periode tot einde 2013 kan gezien worden als opstartperiode, met de nodige problemen. In 2014 was de ODR volledig operationeel. In 2015 zullen wellicht nog enkele taken door de gemeente aan de ODR uitbesteed worden. Hierbij kan gedacht worden aan de vergunningverlening en toezicht in het kader van de drank- en horecawet en de inning van de leges. GGD Gelderland-Zuid Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Nijmegen Omschrijving De GGD Gelderland-Zuid is - na de fusie van GGD Regio Nijmegen en GGD Rivierenland - vanaf 1 juli 2013 de uitvoeringsorganisatie van de gemeentelijke taken die voor een belangrijk deel zijn vastgelegd in de Wet Preventie Gezondheid (WPG). De taken die de GGD uitvoert dragen bij tot de bescherming en de bevordering van de gezondheid van onze inwoners. 79 Doel Doelstelling van de GGD is de uitvoering geven aan de wettelijke taken op het terrein van de (preventievoorlichting over de) openbare volksgezondheid. De belangrijkste taken die worden uitgevoerd zijn vroegsignalering van lichamelijke en geestelijke stoornissen en psychosociale problemen, voornamelijk door uitvoering van jeugdgezondheidszorg, en het opsporen en bestrijden van bronnen van infectieziekten. Het gaat ook om een goede toegankelijkheid en spreiding van gezondheidszorgvoorzieningen. Participanten Vanaf 1-7-2013: Gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Nijmegen, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Ubbergen, West Maas en Waal, Wijchen en Zaltbommel. Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur bestaan uit portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten. De stemverhouding in het algemeen bestuur is gebaseerd op 1 stem per 20.000 inwoners of minder. Financieel belang De financiering van de GGD is ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling ‘Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gelderland-Zuid’. Onze bijdrage uit het programma Maatschappelijke Zaken is over 2014 617.978 euro volgens de begroting 2014 van GGD Gelderland-Zuid. Relatie met programma Maatschappelijke zaken Beleidsvoornemens - Uitvoeren wettelijke taken op minimaal niveau - Jeugdgezondheidszorg: goede samenwerking en afstemming bewerkstelligen tussen alle partijen werkzaam op het gebied van de jeugd en zorg voor voldoende laagdrempelige hulp en afstemming met de gemeentelijke taken in de Jeugdwet - CJG: samen met gemeenten en instellingen zorgen voor coördinatie van zorg, coördineren werkzaamheden, aanbod laagdrempelige hulp - Meldpunt bijzondere zorg: coördinatie uitvoering Wet Tijdelijk Huisverbod, inzet voor Veiligheidshuis en wijkteamondersteuning - Gezondheidsbevordering: middelen voor verdere invoering Gezonde School Methode binnen onderwijs incl. afstemming met Project Actief Maas en Waal Risico's en getroffen maatregelen GGD Gelderland-Zuid mag eventuele exploitatieoverschotten toevoegen aan het weerstandsvermogen binnen de toegestane grens van € 2,50 per inwoner. Eventuele tekorten moet zij binnen dit vermogen opvangen. Volgens de risico-inventarisatie bij de ontwerpbegroting 2014 voorziet de GGD de dekking van de beschreven risico's. Deze risico's doen zich echter nooit allemaal tegelijk voor. Ontwikkelingen GGD Gelderland-Zuid dient in september 2014 de ontwerpbegroting 2015 in. Bij overschrijding van het budget in de ontwerpgemeentebegroting volgt in december behandeling in de gemeenteraad. . 80 Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland Zuid Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Nijmegen Omschrijving De gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (1 januari 2011) is een voortzetting van de gemeenschappelijke regeling Hulpverlening en Veiligheid (1 januari 2004) en bestaat uit de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR), de regionale ambulancevoorziening (RAV), brandweer Gelderland-Zuid, de gemeenschappelijke meldkamer (GMK), het veiligheidsbureau, P&O en Financiën, facilitaire zaken en ICT en een aantal staffuncties. Het samenwerkingsverband behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van hulpverlening en veiligheid door te zorgen voor: 1. brandweerzorg 2. vervoer zieken en slachtoffers 3. hulpverlening bij rampen 4. fysieke veiligheid 5. advisering hulpverlening en veiligheid Doel Doel van de GR is het in onze regio organiseren van geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), de brandweer en rampenbestrijding, de ambulancevoorziening (RAV) en de meldkamer. Met de gemeenschappelijke regeling willen wij als deelnemende gemeenten in Gelderland-Zuid de samenwerking van de hulpverleningsdiensten op een meer eenduidige wijze laten plaatsvinden. De veiligheid in onze gemeente is voor wat betreft het voorkomen en bestrijden van incidenten, rampen en zware ongevallen mede afhankelijk van de kwaliteit van de door de gemeenschappelijke regeling uit te voeren wettelijke taken. Participanten De gemeenten Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Groesbeek, Heumen, Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, West Maas & Waal, Wijchen en Zaltbommel. Bestuurlijk belang Het Algemeen Bestuur (AB) bestaat uit de burgemeesters van de 18 deelnemende gemeenten. Financieel belang Voor het jaar 2015 worden geen beleidsbesluiten verwacht die leiden tot een extra financiële uitzetting. Ook worden er géén wijzigingen voorzien die nadelige financiële consequenties hebben voor de gemeente. In hoeverre de discussie omtrent de huisvesting nog extra lasten met zich mee brengt is op dit moment ongewis. Relatie met programma Burger, bestuur en veiligheid Beleidsvoornemens Door te investeren in de voorkant van de veiligheidsketen kan veel leed en schade voorkomen worden. De veiligheidsregio blijft in 2015 dan ook aandacht geven aan de implementatie van de bevolkingszorg als element in de rampenorganisatie. Tevens wordt gewerkt aan de verdere professionalisering van de (crisis)communicatie.Samen met andere veiligheidsregio’s wordt in 2015 onderzoek gedaan naar nieuwe mogelijkheden om de zelfredzaamheid van de burgers te stimuleren. Door middel van risicocommunicatie worden de inwoners nog beter geïnformeerd over de bestaande risico’s in de gemeenten. Risico's en getroffen maatregelen In 2011 is door het kabinet besloten tot schaalvergroting van de meldkamers in Nederland. Naar verwachting zal het aantal meldkamers terug worden gebracht naar 10 (nu 25). Het is nog niet duidelijk wat financieel gezien precies de gevolgen zullen zijn, maar het lijkt aannemelijk dat er frictiekosten zullen ontstaan. 81 Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland Zuid Daarnaast heeft de VRGZ geen capaciteit voor de uniformering van bedrijfsprocessen en de voorbereiding op nieuwe werkwijzen. Dit risico wordt geschat op € 340.000 voor het programma RAV en Crisisbeheersing en rampenbestrijding. Het landelijk referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg is begin 2013 herijkt. Vanaf 2014 wordt het budget in drie gelijke stappen structureel verlaagd tot € 100.000 in 2016. Het risico wordt geschat op € 250.000. In de sector ambulancezorg is de afspraak gemaakt de overgang te maken naar een nieuwe functiebeschrijvings en waarderingssystematiek. Het financiële risico hiervan is dat hieruit een hogere inschaling van het personeel kan volgen die fors kan oplopen. Het risico kan oplopen tot maximaal € 4.240. Per 1 januari 2013 zijn de gemeentelijke brandweertaken formeel overgeheveld naar de veiligheidsregio evenals de hiervoor benodigde financiële middelen van de gemeente. In december 2013 zijn de brandweerkazernes van de gemeente West Maas en Waal formeel aan de VRGZ overgedragen. Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Nijmegen Omschrijving De MARN zorgt voor de afvalverwerking in de regio Nijmegen Doel De MARN heeft als doelstelling ondersteuning van de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten ter bescherming van het milieu, waaronder in ieder geval begrepen een doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van afvalstoffen. Als onderdeel van de MARN kan in dit kader worden genoemd dat de gemeente West Maas en Waal een belang in de vorm van aandelen (via de MARN) heeft in de Afvalverwerking regio Nijmegen B.V. (ARN). Participanten Gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen. Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur telt tien leden (en plaatsvervangende leden) en is samengesteld uit vertegenwoordigers van de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. De bevoegdheden van het algemeen bestuur zijn gelijk aan die van de gemeenteraad met als uitzondering dat de verhoudingen bij de gemeenschappelijke regelingen niet volledig zijn gedualiseerd. Financieel belang Aangezien de kosten van de GR MARN worden gefinancierd uit de verhuur van terreinen aan ARN, is er binnen de gemeente niets begroot. De gemeente West Maas en Waal heeft een belang in de vorm van aandelen Relatie met programma Fysieke leefomgeving Beleidsvoornemens Op het gebied van bodem, klimaat en afval lopen diverse projecten Risico's en getroffen maatregelen De deelnemende gemeenten staan garant voor rente en aflossing van leningen van de GR MARN en voor garanties die de GR MARN heeft gegeven aan ARN BV. Het risico dat de ARN verplichtingen niet na kan komen is beperkt, omdat de vollast van de installatie door het bedrijf Remondis is gegarandeerd. 82 Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Ontwikkelingen Met ingang van 2012 is aangesloten bij de GR Regio Rivierenland - AVRI voor afvalinzameling en -verwerking. Ontmanteling GR Marn De gemeenschappelijke regeling MARN heeft een langdurige doorlopende overeenkomst tot aanlevering van afvalstoffen aan ARN B.V. gesloten. Deze aanlevering loopt in ieder geval nog tot 1 januari 2021. Door de Dar en de komst van de Omgevingsdienst Nijmegen is het takenpakket van de MARN gewijzigd. Regio Rivierenland Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Tiel Omschrijving Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband dat de belangen behartigt van gemeenten in het Rivierengebied. Dit kunnen individuele belangen zijn, maar ook regionale. Daarnaast voeren zij gemeenschappelijke taken voor de gemeenten uit de regio. Doel Het doel van de Regio Rivierenland is: - ondersteuning bij en uitvoering van gemeentelijke taken Bijvoorbeeld: afvalverwijdering, openbare volksgezondheid, bijzondere controle op bijstandsuitkeringen, milieuadviezen, geluidmetingen, ondersteuning volwasseneneducatie, registratie voortijdig schoolverlaten, regiotaxi en woninggebonden subsidies. - afstemming gemeentelijk beleid c.q. gemeentelijke belangen met bovengemeentelijke schaal Voorbeelden daarvan zijn economische ontwikkeling, arbeidsmarktaangelegenheden, ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, werkgelegenheid, milieu, onderwijs, verkeer en vervoer. - belangenbehartiging `naar buiten´. In de richting van maatschappelijke partners en andere overheden, zoals Rijk en Provincie (bijvoorbeeld betreffende subsidies en verdeling RSPgelden) Participanten De aangesloten gemeenten zijn: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, Zaltbommel en West Maas en Waal Bestuurlijk belang Het Openbaar Lichaam Regio Rivierenland heeft een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 10 leden. Dit zijn bestuurders van de aangesloten gemeenten Financieel belang Onze gemeentelijke bijdrage voor 2015 is geraamd op €. 139.000 Relatie met programma Alle programma’s Beleidsvoornemens Meer inhoud geven aan gemeentelijke samenwerking: 1. bevorderen beleidsafstemming en -overleg; 2. bevorderen gezamenlijke standpunten voor overleg met andere (overheids)organisaties en het vertegenwoordigen van gemeenten daarbij; 3. organiseren (wettelijke) taken die gemeenten gezamenlijk efficiënter kunnen uitvoeren Risico's en getroffen maatregelen De regio heeft een financiële weerstand door voorzieningen te vormen voor kwantificeerbare risico’s, verplichtingen en verliezen. Daarnaast zijn er reserves gevormd om te voorkomen dat bedrijfsresultaten en onvoorziene omstandigheden grote schommelingen veroorzaken in de gemeentelijke bijdragen. 83 Regio Rivierenland De geraamde hoogte van de algemene bedrijfsreserve van de AVRI bedraagt € 1,3 miljoen per 1 januari 2015. Het maximum van deze reserve is vastgesteld op € 980.000 en het minimum € 700.000. De bestuursdienst heeft een algemene reserve van € 474.000. Voor onvoorziene uitgaven is een bedrag van €. 60.000 opgenomen. Ontwikkelingen Er zijn voor het overige geen ontwikkelingen te melden. Schoollogopedische Dienst Maas en Waal Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Wijchen Omschrijving De GR verzorgt de logopedie voor de regio. De activiteiten zijn gericht op het in een zo vroeg mogelijk stadium signaleren van defecten in de spraak- en taalontwikkeling van de kinderen. Hierdoor kan achterstand worden voorkomen bij een kind met een zwakke of gestoorde mondelinge communicatie die belemmerd wordt in zijn of haar, sociale, cognitieve en emotionele ontwikkeling. Doel Ontwikkelingskansen vergroten van kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar met spraak- en taalstoornissen door het bieden van preventieve logopedie. Participanten Gemeenten Beuningen, West Maas en Waal en Wijchen Bestuurlijk belang Het dagelijks bestuur bestaat uit portefeuillehouders en het algemene bestuur uit raadsleden van de deelnemende gemeenten. Financieel belang De bijdrage uit het programma Maatschappelijke zaken voor 2015 is op dit moment nog ongewis mede gelet op de mogelijke opheffing. Relatie met programma Maatschappelijke zaken Beleidsvoornemens Naast de wettelijke verplichting die de gemeente heeft, zal vooral worden ingezet op preventie en vroegsignalering. Dat betekent dat de zorg zo vroeg mogelijk wordt aangeboden. Onze gemeente heeft daarom meer baat bij een productafkoop. Risico's en getroffen maatregelen De logopedische dienst is in feite te kleinschalig om in de nabije toekomst zijn taken goed te kunnen blijven uitvoeren. Onderzocht wordt of en op welke wijze de Logopedische Dienst in de toekomst wordt weggezet. Ontwikkelingen Het onderzoek naar de gewenste bestuurlijke en inhoudelijke vorm van de school logopedische dienst is inmiddels afgerond. In het november van 2014 wordt uw raad gevraagd een besluit te nemen over de nieuwe invulling.. Werkvoorzieningschap “Breed” Juridische vorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Nijmegen Omschrijving <Breed> is het werkvoorzieningschap in het kader van de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de bijbehorende uitvoeringsregelingen voor de gemeenten in onze regio. Doel Het doel van het werkvoorzieningschap <Breed> is om in het kader van de Wet sociale werkvoorziening te voorzien in aangepaste werkgelegenheid, voor personen jonger dan 65 jaar met lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperkingen. 84 Werkvoorzieningschap “Breed” Participanten De gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen a/d Rijn, Nijmegen, Ubbergen, West Maas en Waal en Wijchen. Bestuurlijk belang Het algemene en dagelijkse bestuur bestaan uit portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten. Financieel belang We ontvangen een rijksbijdrage voor de uitvoering Wet Sociale Werkvoorzienin van € 1.832.097 die rechtstreeks overgemaakt wordt aan Breed. Relatie met programma Maatschappelijke zaken Beleidsvoornemens Er wordt een strategische koerswijziging doorgevoerd om te bewerkstelligen dat de huidige SW-medewerkers zoveel mogelijk geplaatst worden buiten Breed in een zo regulier mogelijke werksetting. Risico's en getroffen maatregelen Het tekort op de algemene reserve is opgenomen als vordering op de gemeenten. Een reële financiële vertaling is nog niet gemaakt. Breed stelt een nieuwe nota weerstandsvermogen op welke recht doet aan de nieuwe koers van Breed gericht op arbeidsbemiddeling. Ontwikkelingen Door de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 krijgt de gemeente één budget voor iedereen met een afstand op de arbeidsmarkt. De huidige regelingen voor Wsw, Wajong en WWB komen hierin samen. De instroom in de SW in zijn huidige vorm stopt met ingang van 1 januari 2015. 85 PARAGRAAF GRONDBELEID Inleiding Onder grondbeleid verstaan wij het gehele instrumentarium dat ons ter beschikking staat om ruimtelijke doelstellingen te realiseren. Het omvat de totale strategie van de gemeente rond het verwerven, beheren, bewerken en uitgeven van gronden. Grondbeleid is een verzamelnaam van een aantal specifieke beleidsuitingen waarmee wij doelstellingen van andere beleidsvelden binnen de gemeente mede mogelijk maken. Het grondbeleid heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van de beleidstaken zoals: ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting, verkeer en vervoer, cultuur, sport en recreatie en de economische structuur van de gemeente. Tot 2010 voerde de gemeente een actief grondbeleid. Hierdoor zijn bij een aantal projecten flinke positieve resultaten behaald, maar bij andere projecten juist verliezen geleden. Met actief grondbeleid kan de gemeente wel meer sturen, maar loopt het ook financiële risico’s. In 2009 heeft de raad besloten om niet verder actief grond aan te kopen, mede ook gezien de toen bestaande voorraden, maar zich te beperken tot faciliterend grondbeleid. Verdere ontwikkelingen zijn vervolgens afgeremd als gevolg van door de provincie afgedwongen regionale afspraken over beperking van de woningbouw. Gemeentelijke kaders Beleidsstuk Ontwikkelingsvisie Wonen en werken Raadsbesluit voortgang woningbouw Woningmarktscan maart 2011 Raadsbesluit faseren en doseren woningbouwplancapaciteit Nota Grondbeleid Jaar 2002 2009 2011 2011 2012 Ontwikkelingen In 2011 zijn de 845 beschikbare woningbouwcontingenten verdeeld over de verschillende lopende projecten. Eind 2013 was de resterende plancapaciteit nog ongeveer 500 contingenten, waarvan 50% bestemd voor het project Leeuwse Veld. In de meeste kernen is er nog een ruime voorraad. M.n. in Wamel (nog 11) en Boven Leeuwen (ongeveer 15), is de voorraad beperkt. De afname in plancapaciteit in de periode 2011 tot eind 2013 met 350 woningen geeft aan dat er de afgelopen jaren veel woningen zijn opgeleverd, ondanks de economische crisis. Wij hebben overleg gehad met de Provincie over de mogelijkheden voor extra contingenten. Daar is op korte termijn geen kans op. Wel heeft de Provincie aangegeven dat zij geen bezwaar gaat maken bij relatief kleine plannetjes van enkele woningen, waarmee een knelpunt in een kern omgezet kan worden in een kwalitatieve verbetering. In 2015 bij de uitwerking van de Structuurvisie Dorpen, zal in het kader van de Dorpskwaliteitsplannen duidelijk moeten worden welke woningbouwontwikkeling gewenst is. Tot die tijd kan er eventueel binnen de beschikbare plancapaciteit geschoven worden, met in acht name van alle contractuele afspraken en met afwaardering van bestaande capaciteit. Het project de Doorbraak in Beneden Leeuwen zal alleen tot realisatie kunnen komen als er in het kader van het Waalweelde project, of een bijzondere regeling, extra contingenten beschikbaar komen voor bijzondere doelgroepen. De tot nu toe gemaakte kosten zijn bij de jaarrekening 2013 afgeboekt. BELEID Visie en doelstellingen Op 6 december 2012 hebt u de Nota Grondbeleid vastgesteld. Hierin zijn een aantal kaders vastgesteld. Hieronder volgt een samenvatting van deze kaders: 1. Het grondbeleid dient te zijn gericht op het voeren van regie om daarmee aansluiting te krijgen, te hebben en te houden bij de omstandigheden en ontwikkelingen die zich in het algemeen en op diverse beleidsvelden voordoen. Economische uitvoerbaarheid en/of het bieden van een bijdrage 86 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. aan de leefbaarheid van de beoogde locatieontwikkeling gelden hierbij nadrukkelijk als randvoorwaarden. De geldigheidsduur van deze Nota is in principe tot het moment dat omstandigheden dusdanig wijzigen dat er noodzaak is om de Nota te herijken. Hierbij valt te denken aan gewijzigde wet- en regelgeving, gemeentelijke koerswijzigingen m.b.t. het grondbeleid etc. De gemeente West Maas en Waal voert een overwegend facilitair grondbeleid. Indien het vanuit de behoefte aan regie en bezien vanuit de gewenste veerkracht wenselijk is om voor een andere vorm te kiezen, dan staat de gemeente ook voor deze optie open. Aan de keuze voor een actieve rol in een specifieke situatie zal een gedegen analyse (ontwikkelstrategie) voorafgaan. Het behalen van winsten in de grondexploitatie vormt daarbij geen zelfstandig doel op zich. Het gemeentelijk doel is om met de particuliere exploitanten anterieure overeenkomsten te sluiten waarin afspraken zijn opgenomen over kostenverhaal en locatie-eisen. Pas als het afsluiten van een anterieure overeenkomst niet tot het gewenste resultaat leidt zal het instrument exploitatieplan ingezet worden. Daarnaast moet het ruimtelijk besluit in alle gevallen voor de gemeente ruimtelijk aanvaardbaar, economisch uitvoerbaar zijn en een bijdrage bieden aan de leefbaarheid. Een exploitatieplan wordt alleen opgesteld indien minnelijk onderhandelen tot onvoldoende resultaat leidt. Om de ondergrens van de te voeren onderhandelingen te kunnen bepalen, is het noodzakelijk voor de start van deze onderhandelingen een concept exploitatieplan op te stellen. Als een strategische aankoop wordt overwogen, moet dit geschieden op basis van een gedegen risicoanalyse, gebaseerd op de in deze nota genoemde vier factoren, namelijk: - Noodzaak sterke gemeentelijke sturing; - Ontwikkelingstermijn; - Prioriteit; - Mogelijkheid tot waarde creatie. Als een slagvaardig en snel optreden noodzakelijk is, zal het college de fractievoorzitters (seniorenconvent) vertrouwelijk informeren over een voorgenomen (strategische) aankoop. Daarbij zal tevens worden aangegeven op welke wijze in de financiële dekking van de aankoop zal worden voorzien. Indien, wegens omstandigheden, voor actief grondbeleid gekozen wordt is het van belang dat ondersteunende instrumenten, zoals de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) en de onteigening tijdig kunnen en zullen worden ingezet. Voor een effectieve werking van de toepassing van de Wvg is het een voorwaarde dat gedurende de Wvg-procedure de ruimtelijke uitwerkingen en procedures tijdig kunnen worden opgestart en doorlopen. Minnelijke verwerving vormt het uitgangspunt van de gemeente West Maas en Waal. Slechts als deze aanpak niet tot het gewenste resultaat leidt of kan leiden, wordt, indien het publieke belang dit vereist, overgegaan tot het in een tijdig stadium starten van een onteigeningsprocedure. De gemeente West Maas en Waal hanteert marktconforme uitgifteprijzen bepaald volgens de comparatieve methode. (Het vergelijken per object, regio of provincie van de prijs van grond met eenzelfde bestemming en dezelfde bebouwingsmogelijkheden). Inrichtingseisen die gelden bij gebiedsontwikkelingen zijn vast gelegd in het vastgesteld Protocol Bouwrijp maken. Dit handboek geldt als leidraad voor te maken afspraken in anterieure overeenkomsten en exploitatieplannen in geval van particuliere exploitatie. Voor de te hanteren indexerings- en renteregels wordt door het college medio 2013 een uitvoeringsnota 'Indexering en renteregels Grondexploitatie' vastgesteld. Deze nota zal ter kennisname aangeboden worden aan de raad. Wanneer een complex nog niet in exploitatie is genomen, dient dekking van de uitgaven plaats te vinden op basis van een voorbereidingskrediet dat beschikbaar wordt gesteld op basis van een projectopdracht voor het project. Jaarlijks worden bij het opmaken van de jaarrekening, of indien nodig op tussentijdse beslismomenten, de grondexploitaties geactualiseerd. Daarnaast wordt via de reguliere planning en control cyclus op afwijkingen gerapporteerd. Tussentijdse winst mag alleen gerealiseerd worden indien aan een van de in deze Nota genoemde drie voorwaarden wordt voldaan: - Alle kosten van een grondexploitatiecomplex zijn reeds geheel gedekt door inmiddels gerealiseerde verkopen en elke verder verkoop is pure winst; - Bijna alle kosten zijn gemaakt en ook de nog geraamde kosten zullen gedekt worden door de gerealiseerde verkopen; - Bij locaties met een relatief grote winstgevendheid. De gerealiseerde verkopen zijn hoger dan de gemaakte kosten en de geraamde verkopen zijn hoger dan de nog te maken kosten. 87 18. Bij het afsluiten van grondexploitatiecomplex zal een verantwoording opgesteld worden, welke ter kennisname aan de raad aangeboden zal worden. BOUWGRONDEXPLOITATIE Beschrijving van de complexen In onze gemeente zijn de volgende complexen met exploitatieopzet in ontwikkeling: Woningbouwprojecten: 1. De Appelhoek - Alphen Dit plan heeft betrekking op de realisatie van het bestemmingsplan voor het gebied ten westen van de Lindenlaan en ten noorden van het Gement en de Tijnagel te Alphen. Het complex omvatte oorspronkelijk de realisatie van 42 woningen. Fase 1a is in 2009 gestart en omvat 24 woningen. In het kader van het terugbrengen van de plancapaciteit is de ontwikkeling van fase 1b doorgeschoven tot na 2020. Daarvoor zal dan wel opnieuw een bestemmingsplanprocedure gevoerd moeten worden. 2. Kerkstraat 17 - Altforst Dit plan betreft de uitvoering van het bestemmingsplan voor het gebied tussen de Kerkstraat en Torsdam, achter Kerkstraat 17. Het gaat om de bouw van 9 woningen, waaronder 4 seniorenwoningen/ starterswoningen. 3. Van der Capellenstraat - Appeltern Dit complex betreft de uitvoering van het bestemmingsplan voor het gebied gelegen tussen de Kerkstraat en de Van der Capellenstraat in Appeltern. Het gaat om de realisatie van 30 woningen, waaronder 5 goedkope starterswoningen. De eerste 5 woningen zijn gebouwd. 4. Wilhelminastraat - Dreumel Dit complex betreft de realisatie van het project op de hoek van de Wilhelminastraat en de Rooysestraat, de vroegere brandweerkazerne. Het gaat hierbij om de bouw van 3 zorggeschikte patiowoningen. De grond is verkocht aan een ontwikkelaar. Deze is failliet, maar gaat naar verluidt het openbaar gebied nog wel woonrijp maken. Dit project zal naar verwachting in 2014 gerealiseerd zijn. 5. De Kroonenburg - Maasbommel Dit complex betreft de ontwikkeling van het bestemmingsplan voor het voormalig brandweerkazerne terrein. In totaal gaat het om de bouw van 17 woningen. Er zijn op dit moment nog 3 kavels te koop. Het openbaar gebied wordt woonrijp gemaakt. Het plan zal naar verwachting in 2014 zijn afgerond. 6. Kerkstraat Oost - Maasbommel Betreft de realisatie van 13 tot 18 woningen door een ontwikkelaar. De gemeente heeft de grond aan de Kernen verkocht en de door ons gemaakte kosten worden door de ontwikkelaar vergoed. De bestemmingsplan procedure is in 2014 weer gestart en zal naar verwachting begin 2015 afgerond worden. e 7. Kloosterhof 2 fase - Wamel Dit complex omvat de bouw van 65 woningen. De grond is aan een projectontwikkelaar verkocht. Een deel van de door ons gemaakte kosten wordt vergoed. Het project zal naar verwachting in 2014 afgerond worden. 8. Het Leeuwse Veld - Beneden-Leeuwen Er is een plancapaciteit van 310 woningen beschikbaar. De gemeente verkoopt haar gronden aan de ontwikkelaar die voor eigen risico en rekening het project ontwikkeld. De gemeente ontvangt naast een 2 vergoeding voor de gronden en gemeentelijke kosten een bijdrage per m uitgegeven grond. In het project komen sociale huurwoningen, starterswoningen, middeldure en dure koop en vrije kavels. 9. Zuid Oost - Boven-Leeuwen Betreft de uitgifte van 17 vrije bouwkavels. De verkoop is eind 2011 gestart. Eind 2013 zijn er nog 3 kavels te koop. Naar verwachting zal het project uiterlijk 2017 afgerond kunnen worden. 10. Leliestraat/Akkerstraat - Beneden-Leeuwen Planning ca. 42 woningen. De verkoop is gestart in 2011, maar stagneert. Het woningbouw programma voor de grondgebonden woningen is aangepast. De eerste 15 woningen zijn in aanbouw. Afronding wordt niet verwacht voor 2017. 11. Dorpshart - Dreumel Centrale winkelvoorziening, dorpsplein en woningen. De verkoop is gestart in 2010 voor de eerste fase. In 2014 is gestart met de 2e fase die bestaat uit een gezondheidscentrum en winkels op de begaande e e grond en huurappartementen op de 1 en 2 verdieping. De afronding wordt verwacht in 2015. Bedrijventerreinen: 1. Veesteeg Oost - Boven-Leeuwen Dit complex betreft de uitgifte van 7,6 ha uitgeefbaar bedrijventerrein ten oosten van de Veesteeg in Boven-Leeuwen. De verwachting is dat in 2016 de laatste kavels uitgegeven kunnen worden. 88 2. Uitbreiding bedrijventerrein Lageweg - Dreumel Dit betreft de uitbreiding van het bestaande industrieterrein Dreumel aan de Van Heemstraweg, ter hoogte van de Lageweg. Het gebied omvat ca. 2,4 ha bedrijventerrein. De uitgifte is gestart eind 2012, het plan wordt naar verwachting in 2017 afgerond. 3. Bedrijventerrein Kapelstraat - Maasbommel Dit complex betreft de ontwikkeling van 1,8 ha bedrijfsterrein (1,1 ha uitgeefbaar), het gaat om bedrijfskavels met woning. Het betreft verplaatsing en uitbreiding van uitsluitend lokale bedrijven. De kavels zijn in de verkoop gegaan in 2011. Het project zal worden afgerond in 2015. Het totaaloverzicht van de bedrijventerreinen ziet er als volgt uit: Naam Netto oppervlakte Veesteeg Oost Lageweg Kapelstraat Totaal Verkocht In optie Vrij 75.582 m2 23.892 m2 10.602 m2 54.958 m2 5.475 m2 15.423 m2 - 20.624 m2 8.469 m2 5.127 m2 110.076 m2 60.433 m2 15.423 m2 34.220 m2 Realisatie De realisatie ziet er als volgt uit: Tabel: Realisatie Jaar Woningen Basis 2015 2016 2017 2018 7.593 75 60 60 60 Totaal 7.848 Nog niet in exploitatie genomen gronden In onze gemeente hebben we ook gronden zonder exploitatieopzet/resultaatsverwachting. Deze gronden zijn nog niet in ontwikkeling genomen en er is geen einddatum van bekend. Het gaat om de volgende gronden: Gronden en projecten gemeente 1. Woonservicepunt - Dreumel Dit plan betrof oorspronkelijk 15 zorg- en welzijnsfuncties en 15 wooneenheden. In het kader van 'Faseren en doseren' is dit aantal al terug gebracht tot in totaal 15 woningen. In relatie met het Dorpshart is inmiddels besloten dat de zorgfunctie voorlopig niet ingevuld wordt, maar eventueel alleen vijf grondgebonden woningen gerealiseerd worden. Naast de hiervoor opgenomen gronden hebben wij nog verspreide terreinen en strategische aangekochte gronden in ons bezit. Gronden van en projecten door derden: 1. Valksestraat - Alphen 16 Seniorenappartementen. De bouw is nog niet gestart. 2. De Doorbraak - Beneden-Leeuwen Het gaat om de bouw van ca. 120 wooneenheden. De realisatie is afhankelijk van mogelijkheden in het kader van het project Waalweelde en financiële haalbaarheid van de locatie De Klef. 3. De Pronker - Beneden-Leeuwen Het project omvat 20 woningen, in 2011 is de projectbouw afgerond. Er zijn nog twee bouwkavels te koop. 4. Krozen Bogerd - Beneden-Leeuwen 2,2 ha. bedrijventerrein aan de Van Heemstraweg - woningen met bedrijfsruimten. De verkoop is gestart in 2011. 5. Veesteeg West - Beneden-Leeuwen Ca. 4 ha bedrijventerrein, ongeveer 2 ha. is uitgegeven. 6. Leeuwenborgh - Boven-Leeuwen Het project omvat de bouw van ca. 39 wooneenheden. In 2011 is de verkoop van start gegaan. De bouw is gestart in 2012. De oplevering heeft plaats gevonden eind 2013 en het project kan daarom worden afgesloten. Per 2014 moesten er nog vier woningen gebouwd worden. 89 7. 8. De Flora - Boven-Leeuwen Het gaat om de bouw van 5 woningen. De bouw is in 2012 gestart. Het project is in 2014 afgerond. Bedrijventerrein Veesteeg Zuid-West. Dit betreft een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein van ongeveer 3 ha. netto. Dit is inclusief een perceel dat de ontwikkelaar van de gemeente zou aankopen. Prognose te verwachten resultaten Onderstaand overzicht geeft de verwachtingen weer op basis van de laatst herziene exploitatieopzetten. Deze opzetten zijn bij de jaarrekening 2013 vastgesteld. Bedragen * € 1.000 Tabel: Prognose resultaten met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverw achting Oorspronkelijke GrEx Actuele GrEx Om schrijving Jaar realisatie Jaar realisatie Prognose Prognose Woningbouwprojecten met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverwachting 1 Kerkstraat 17, Altforst 2009 -53 2 Leliestraat / Akkerstraat 2017 614 2015 -264 3 vd Cappellenstraat, Appeltern 2008 26 2015 42 5 Kerkstraat-Oost, Maasbommel* 2007 -540 PM -46 8 Appelhoek, Alphen 2011 -728 2018 686 9 Lauw esdijk, Beneden-Leeuw en 2008 2 2013 -6 2015 -112 10 Dorpshart, Dreumel 11 Het Leeuw se Veld, Beneden-Leeuw en PM -3.982 12 Boven-Leeuw en Zuid Oost Totaal woningbouwprojecten met vastgestelde exploitatieopzet 2021 -9 2017 -102 -5.275 803 Bedrijventerreinen 1 Bedrijventerrein Kapelstraat, Maasbommel 2008 338 2015 258 2 Uitbr. Bedr. Terr. Lagerw eg Dreumel 2009 586 2016 1.384 3 Bedrijventerrein Veesteeg Oost, Boven-Leeuw en 2010 -1700 2016 Totaal bedrijventerreinen met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverwachting Totaal complexen met exploitatieopzet en resultaatsverwachting (Positief) -2.797 -776 -1.155 -6.051 -352 Bij het project Kerkstraat Oost zijn de afspraken die in 2013 met de Kernen zijn gemaakt inmiddels geëffectueerd. Hierdoor houdt de gemeente nog een flink areaal in eigendom. Dit terrein zou in de toekomst benut kunnen worden voor woningbouw danwel voor het realiseren van nieuwe voorzieningen. Voor een aantal projecten is een voorziening getroffen. Dit betreft projecten met resultaatsverwachting (met een door de raad vastgestelde exploitatieopzet) en zonder resultaatsverwachting (zonder exploitatieopzetten). Voor de complexen met een verliesgevende resultaatsverwachting, is een voorziening getroffen voor het voorziene toekomstig verlies. Hierna volgt een uiteenzetting van deze voorziening. Naast de hiervoor genoemde projecten met vastgestelde exploitatieopzet en resultaatsverwachting is er nog een project zonder exploitatieopzet. Voor dit project is een voorziening getroffen. Dit project wordt hieronder weergegeven. Bedragen * € 1.000 Tabel: Verliesgevende projecten zonder vastgestelde exploitatieopzet Projectnr. Om schrijving Boekw aarde per 31 dec. 2013 Prognose Jaar van realisatie Verliesgevende projecten zonder resultaatsverw achting 1 Molenstraat / Leeuw enborgh, Boven-Leeuw en 16 25 Totaal verliesgevend zonder resultaatsverwachting 16 25 Onbekend 90 De financiële verwachtingen betreffen de projecten van derden zonder vastgestelde exploitatieopzet en zonder resultaatverwachting zien er als volgt uit: Bedragen * € 1.000 Tabel: Projecten zonder vastgestelde exploitatieopzet en zonder resultaatsverw achting Projectnr. Omschrijving Boekwaarde per 31 dec. 2013 Jaar van realisatie Prognose Projecten zonder vastgestelde exploitatieopzet en zonder resultaatsverwachting G.055 Bedrijventerrein Veesteeg West, Beneden-Leeuw en G.060 Valksestraat, Alphen 0 PM Onbekend -57 PM G.081 Sporteon Piels Onbekend 9 PM G.089 Onbekend Kroozenboogerd, Beneden-Leeuw en -7 PM Onbekend G.102 Florastraat Boven-Leeuw en 17 PM Onbekend G.105 Molenstraat/De Leeuw enborgh 22 G.106 De Flora, Boven-Leeuw en 25 PM Onbekend G.111 Woonservicepunt Dreumel 195 PM Onbekend G.136 Bedrijventerrein Wamel-Oost 7 PM Onbekend G.137 Tuincentrum Van Wijk -1 PM Onbekend G.138 Rooijsestraat 72, Dreumel -1 PM Onbekend G.139 Zw aanstraat, Dreumel 7 PM Onbekend G.141 Bedrijventerrein Veesteeg Zuid-West -5 PM Onbekend G.144 Park Zijveld -1 PM Onbekend G.145 Gouden Kans 4 PM Onbekend Totaal zonder vastgestelde exploitatieozet en zonder resultaatsverwachting 214 Van deze projecten zullen de kosten zoveel mogelijk op de ontwikkelaar verhaald worden. Voor het Centrumplan Dreumel is de prestatieafspraak gemaakt dat de gemeentelijke bijdrage zal bestaan uit het verplichte aandeel in verband met de ISV-subsidie ad. € 580.000. Naast de voornoemde projecten zijn er ook nog overige gronden en dergelijke. Projectnr. Om schrijving Boekw aarde per 31 dec. 2013 Afgeboekt in 2013 Jaar van realisatie Overig G.090 Verspreide terreinen G.095 Strategische aankopen bouw grondexploit. -8 Onbekend 749 G.999 Bouw grondexploitaties algemeen (voorziening) -3.150 Onbekend Totaal overig -2.409 Onbekend 0 Winst- en verliesneming Op grond van de wettelijke voorschriften (BBV) moeten wij inzicht geven in de onderbouwing van de winstneming. Hierbij is aangegeven dat tussentijdse winstneming slechts raadzaam is onder bepaalde voorwaarden. Bij grote projecten die jaren duren is het mogelijk tussentijds winst te nemen, waarbij het wenselijk is het project onder te verdelen in duidelijk herkenbare delen. Tussentijdse winstneming is dan mogelijk als een deelproject is afgesloten, de winst op het project is gerealiseerd en er geen verlies verwacht wordt op andere deelprojecten, tenzij daarvoor een voorziening is getroffen. In onze gemeente hebben wij het volgende betreffende winstneming opgenomen: Tussentijdse winst mag alleen gerealiseerd worden indien aan een van de in deze Nota genoemde drie voorwaarden voldaan wordt. 1. Alle kosten van een grondexploitatiecomplex zijn reeds geheel gedekt door inmiddels gerealiseerde verkopen en elke verder verkoop is pure winst; 2. Bijna alle kosten zijn gemaakt en ook de nog geraamde kosten zullen gedekt worden door de gerealiseerde verkopen; 3. Bij locaties met een relatief grote winstgevendheid. De gerealiseerde verkopen zijn hoger dan de gemaakte kosten en de geraamde verkopen zijn hoger dan de nog te maken kosten. Voor de te verwachten verliezen tot en met 2013 hebben is een voorziening getroffen. 91 Reserves en voorzieningen Bovenwijkse Voorzieningen 2 Van iedere verkochte m bouwgrond binnen onze gemeente wordt € 10 afgedragen aan de reserve Bovenwijkse voorzieningen. Dit geldt voor zowel gronden onder woningbouw als voor gronden onder bedrijventerreinen. Na aftrek van alle verplichtingen bedroeg de hoogte van de reserve per 31 december 2013 € 209.000. Voorziening Verliesgevende complexen Ingevolge de voorschriften is het, zoals voormeld, bij (te verwachten) exploitatietekorten verplicht een voorziening te vormen. Deze voorziening dient gepresenteerd te worden als correctieboeking op de balanswaarde en maakt dus geen onderdeel uit van het overzicht van reserves en voorzieningen, zoals in de bijlagen opgenomen. De bespaarde rente over de boekwaarde wordt jaarlijks toegevoegd aan de algemene reserve. De hoogte van de voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 3.150.000. In onderstaande tabel wordt de opbouw van de voorziening weergegeven: Tabel: Voorziening Verliesgevende complexen, bedragen x € 1000 Om schrijving Stand per 31 decem ber 2013 Bedrijventerrein Kapelstraat - Maasbommel 257.533 Kerkstraat 17 - Altforst 613.903 Uitbreiding bedrijventerrein Lagew eg - Dreumel 1.384.150 vd Cappellenstraat - Appeltern 41.879 De Kroonenburg - Maasbommel 141.170 Appelhoek - Alphen Totaal Vastgestelde exploitatieopzet 686.585 3.125.220 Leeuw enborgh - Boven-Leeuw en 25.000 Totaal zonder vastgestelde exploitatieopzet 25.000 Totaal per 31 decem ber 2013 3.150.220 RISICO’S De gemeente loopt altijd financiële risico's als de verkoop van kavels minder goed verloopt, dan verwerkt in de grondexploitaties. De looptijd van de projecten in de exploitatieopzet wordt regelmatig geactualiseerd. Voor projecten die op basis daarvan tot een negatief resultaat zouden leiden, is een voorziening getroffen. Risico's zitten met name in: - planprocedure; - renterisico; - afzetrisico; - voldoen aan subsidievoorwaarden. Voor de volgende projecten worden afzetrisico’s gelopen: - Woningbouwcomplex De Appelhoek - Alphen; - Bedrijventerrein Veesteeg Oost - Boven-Leeuwen; - Bedrijventerrein Kapelstraat - Maasbommel. - Zuid Oost - Boven Leeuwen - Kerkstraat 17 - Altforst - Lageweg - Dreumel - Het Leeuwse Veld - Beneden-Leeuwen Indien de verkoop tegen zit zal er op deze projecten minder winst behaald worden, c.q. meer verlies behaald worden. Door het periodiek actualiseren van de exploitatieopzetten en het nemen van maatregelen (vorming voorziening Verliesgevende complexen) worden de risico’s beheersbaar gehouden. Bovendien is er ter dekking van mogelijke onverwachte verliezen de Algemene reserve. 92 CONCLUSIE Het verloop van de projecten in de verschillende kernen geeft een zeer divers beeld. In onze gemeente liggen de gemiddelde verkopen de afgelopen jaren met ongeveer 100 ruim boven het langjarige gemiddelde van 60 nieuwe woningen per jaar. Wel worden er relatief veel huurwoningen en kleine goedkope woningen gebouwd. De som van de resultaten van de eigen gemeentelijke grondexploitaties is nog steeds positief. Echter doordat de ontwikkelingen en verkopen langzamer gaan dan oorspronkelijk aangenomen, wordt de looptijd van de projecten langer en zullen de resultaten lager worden. 93 DEEL 3 - FINANCIËN 94 ALGEMEEN Inleiding In onze begroting heeft het beleid een centrale plaats. Het beleid is uitgewerkt en toegelicht in de beleidsbegroting, deel 1 van deze begroting. De cijfers betreffen de uitwerking van dit beleid. In dit financiële deel van de begroting treft u de volgende zaken aan: - Kaders en uitgangspunten - Algemeen financieel beeld - Overzicht van baten en lasten - Incidentele baten en lasten - EMU saldo - Uiteenzetting financiële positie Bij de uiteenzetting van de financiële positie gaan wij in op de uitkomsten van de begroting 2015, de meerjarenramingen 2016 - 2018 en de financiële gevolgen van bestaand en nieuw beleid, zoals dat in de programma's is verwerkt. Ook besteden wij aandacht aan het investeringsplan en de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen. Het aan u gepresenteerde meerjarenbeeld in de Perspectiefnota 2015 hebben wij, vanwege een aantal (voorziene) ontwikkelingen, bijgesteld. Deze ontwikkelingen en de (financiële) effecten hiervan op de programmabegroting lichten wij hierna toe. Autorisatie budgetten Het overzicht van baten en lasten toont het niveau waarop u als raad in het kader van het dualisme de begrotingsbudgetten autoriseert. Zoals wij bij het onderdeel autorisatie in het algemene deel van deze begroting hebben aangegeven zijn wij binnen deze budgetten geautoriseerd de begroting uit te voeren. Noodzakelijke mutaties op deze budgetten in de loop van het dienstjaar leggen wij aan uw raad ter besluitvorming voor. 95 KADERS EN UITGANGSPUNTEN Voor het opstellen van de financiële begroting 2015-2018 hebben wij, conform uw besluitvorming bij de perspectiefnota 2015, de volgende grondslagen gehanteerd. Onderdeel Grondslag Toelichting Loonontwikkeling 1,0% Het huidige salarispeil is conform de vastgestelde CAO. Voor 2018 wordt rekening gehouden met 1% loonontwikkeling. Prijsontwikkeling 1,0% Het indexeringspercentage voor materiële lasten en subsidies voor 2015 tot en met 2018 bedraagt 1% per jaar. Rente 3,5% Als rentepercentage hanteren wij 3,5%, zowel over het financieringstekort als voor de berekening van de kapitaallasten van nieuwe investeringen en de grondexploitaties en bespaarde rente over het eigen vermogen. Huren en pachten 1,0% Het indexeringspercentage is gelijk aan het percentage voor de prijsontwikkeling van de materiële lasten en subsidies. Subsidies 1,0% Idem Belastingen divers Aantal inwoners - Per 1-1-2015 18.425 - Per 1-1-2016 - Per 1-1-2017 - Per 1-1-2018 18.425 18.425 18.425 Aantal woningen - Per 1-1-2015 - Per 1-1-2016 - Per 1-1-2017 - Per 1-1-2018 7.840 7.915 7.975 8.035 Overige Algemene uitkering Onvoorzien Leges en heffingen December circulaire 2013 € 65.000 Voor de jaren 2015-2018 houden wij rekening met een stijging van 0,5% per jaar. De groei hebben wij gebaseerd op ons woningbouwprogramma en de verwachte demografische ontwikkelingen, zoals opgenomen in de Visie leefbaarheid kernen, binnen onze gemeente. De groei hebben wij gebaseerd op ons woningbouw-. Programma. De raming van de Algemene uitkering is gebaseerd op de decembercirculaire 2013. Actualisatie vindt plaats na publicatie van de mei- en/of septembercirculaire 2014. Voor de post onvoorzien ramen wij conform de bestendige gedragslijn een bedrag van € 65.000 voor incidentele onvoorziene uitgaven. Opmerking: Deze post maakt onderdeel uit van het voorgestelde dekkingsplan. Het voorstel is om deze structureel af te ramen met € 50.000. 100% kostendekkend 96 ALGEMEEN FINANCIEEL BEELD Op 10 juli 2014 hebt u de perspectiefnota 2015 vastgesteld. In deze perspectiefnota zijn de uitgangspunten opgenomen op basis waarvan wij deze programmabegroting hebben opgesteld. Het financiële beeld van de Perspectiefnota ziet er als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Tabel: Meerjarenperspectief Omschrijving Saldo Meerjarenperspectief 2015-2018 e (2014 is o.b.v. vastgestelde 1 Bestuursrapportage 2014) e Begrotingswijzigingen tot 2 bestuursrapportage 2014 e Financiële effecten 2 bestuursrapportage Actueel saldo Meerjarenperspectief 2014-2018 Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2014 2015 2016 2017 2018 689 -251 -99 -60 -30 227 -110 0 52 -9 24 -10 -31 -11 -13 806 -199 -84 -101 -54 -51 -139 -73 -263 -28 -144 -53 -226 -29 52 -53 -30 -57 56 -53 -55 0 0 0 0 0 0 0 0 -263 -226 -30 -55 -462 -310 -131 -109 394 287 237 237 -69 -23 106 128 69 23 0 0 106 128 Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting Autonome ontwikkelingen (Perspectiefnota) Administratieve aanpassingen Heroverweging/intensivering bestaand beleid (bijgesteld) Totaal Bestaand beleid Nieuw beleid Totaal Nieuw beleid Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting Saldo Programmabegroting 2015, voor dekkingsplan 806 Dekkingsplan, conform Perspectiefnota 2015 Saldo Programmabegroting 2015 806 Aanvullend dekkingsplan Saldo Programmabegroting 2015, na dekkingsplan 806 Toelichting (aanvullend) dekkingsplan Exploitatie Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 Lasten Perspectiefnota Aframen Stelpost Binnenzwembad Gedeeltelijk aframen Stelpost Accommodatiebeleid 204 140 100 100 100 50 137 50 87 50 87 50 394 287 237 237 p.m. p.m. p.m. p.m. Aanvullend dekkingsplan Onttrekking aan de Algemene reserve 69 23 Totaal verhoging baten 69 23 0 0 463 310 237 237 Gedeeltelijk aframen Stelpost incidentele beleidsruimte Gedeeltelijk aframen post Onvoorzien Totaal verlaging lasten Baten Belastingverhoging Totaal dekkingsplan - Aframen stelpost Bijdrage binnenzwembad De mogelijke realisatie van een binnenzwembad in onze gemeente is niet te voorzien - € 204.000 I 97 - - - - - - - voor 2016. Dit betekent dat het gereserveerde bedrag voor een jaarlijkse bijdrage in de exploitatiekosten van het te realiseren zwembad voor 2015 vrij kan vallen en kan worden ingezet in het kader van het dekkingsplan. Aframen stelpost Accommodatiebeleid - € 100.000 S Ten behoeve van het uitvoeren van het accommodatiebeleid hebben wij op basis van het door u vastgesteld amendement een structureel bedrag van € 154.500 in onze begroting beschikbaar. Ten behoeve van Koers 2030 hebt u besloten hiervan € 15.000 voor de komende jaren in te zetten. De komende jaren is er dus nog een bedrag van € 139.500 beschikbaar. Gelet op de realisatie van diverse accommodaties in de afgelopen jaren is het, gelet op de noodzakelijke bezuinigingen, verantwoord dit bedrag te verlagen tot € 39.500. Aframen post Onvoorzien - € 50.000 S De doelstelling van de post onvoorziene uitgaven is het opvangen van extra uitgaven, die bij het samenstellen van de begroting onvoorzienbaar waren en die bovendien onuitstelbaar en onontkoombaar zijn. In de praktijk wordt de post Onvoorzien gebruikt als een flexibel budget voor incidentele tegenvallers. Wij maken nauwelijks gebruik van dit flexibele budget. Aframing tot een bedrag van € 15.000 is daarom verantwoord. Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte (met ingang van 2016) - € 137.000 S De stelpost Incidentele beleidsruimte is voor u bedoeld om gedurende het jaar een flexibel budget te hebben om incidentele beleidskeuzes te kunnen maken. Gelet op de behoefte aan extra dekkingsmiddelen in relatie tot het gebruik van dit budget achten wij aframing tot een structureel bedrag van € 50.000 verantwoord. Alleen in 2016 is het beschikbare bedrag volledig ingezet in het kader van het sluitend maken van onze begroting. Aframen post Onvoorzien - € 50.000 S De doelstelling van de post onvoorziene uitgaven is het opvangen van extra uitgaven, die bij het samenstellen van de begroting onvoorzienbaar waren en die bovendien onuitstelbaar en onontkoombaar zijn. In de praktijk wordt de post Onvoorzien gebruikt als een flexibel budget voor incidentele tegenvallers. Wij maken nauwelijks gebruik van dit flexibele budget. Aframing tot een bedrag van € 15.000 is daarom verantwoord. Aframen stelpost Incidentele beleidsruimte (met ingang van 2016) - € 137.000 S De stelpost Incidentele beleidsruimte is voor u bedoeld om gedurende het jaar een flexibel budget te hebben om incidentele beleidskeuzes te kunnen maken. Gelet op de behoefte aan extra dekkingsmiddelen in relatie tot het gebruik van dit budget achten wij aframing tot een structureel bedrag van € 50.000 verantwoord. Alleen in 2016 is het beschikbare bedrag volledig ingezet in het kader van het sluitend maken van onze begroting. Belastingverhoging p.m. Verhoging van de belastingen achten wij in deze, ook voor onze inwoners, moeilijke tijden niet gewenst. Door de incidentele begrotingstekorten in 2015 en 2016 anders te dekken, zie het volgende onderdeel, achten wij het niet noodzakelijk hier voorstellen toe te doen. Bijdrage uit de Algemene reserve € 69.000 I Gelet op de incidentele begrotingstekorten in 2015 en 2016 van € 69.000 respectievelijk € 23.000 achten wij het verantwoord hiervoor de Algemene reserve in te zetten. Enerzijds is deze reserve mede bedoeld als buffer om fluctuaties in de exploitatie op te vangen en anderzijds is de hoogte van de reserve dusdanig dat een onttrekking van in totaal € 92.000 in 2015 en 2016 verantwoord is. Bovendien is er in 2014 een positief rekeningresultaat te verwachten. Vergelijking met de Perspectiefnota Na vaststelling van de Perspectiefnota hebben zich nog enkele ontwikkelingen voorgedaan. Deze ontwikkelingen betreffen nog enkele kleinere begrotingswijzigingen (totaal meerjarig effect € 11.000) en de e financiële effecten van de 2 bestuursrapportage 2014. 98 De belangrijkste structurele effecten zijn: e Tabel: Structurele effecten 2 bestuursrapportage 2014 Omschrijving Bedragen x € 1.000 Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 Lasten RBT-agentschap - vervallen conform besluitvorming raad Sociale uitkeringen (Wwb en Ioaw) - hogere uitgaven Wmo - huishoudelijke verzorging en persoonsgebonden budget Wmo - woningaanpassingen Gewezen wethouders - actualisatie voorziening Reserve Onderwijshuisvesting - vervallen toevoeging Taakstelling 3D's - in te vullen dekking op basis van uitgangspunt 'Budget is leidend' Reserves - actualisatie Overige kleinere wijzigingen Totaal lasten -33 178 -35 -30 -86 -51 -33 178 -35 -30 -86 -52 -34 178 -35 -30 -86 -52 -34 178 -35 -30 -86 -52 -444 -444 -444 -444 74 -98 204 204 135 105 106 88 -292 -495 -192 -210 -35 -38 178 -518 224 -35 -38 178 -397 -129 -36 -38 178 -437 161 -36 -38 178 -437 161 -50 -50 -51 -51 -239 -471 -224 -224 53 24 -31 -13 Baten RBT-agentschap - vervallen inkomsten door opheffen agentschap Voetbalvelden - vervallen met ingang van 2015 geraamde huur Rijksvergoeding Iau - compensatie van de kosten Wwb en Ioaw Gemeentefondsuitkering - actualisatie op basis van de Meicirculaire Reserves - actualisatie Overige kleinere wijzigingen Totaal baten e Totaal structurele effecten 2 bestuursrapportage 2014 Buiten de ontwikkelingen vanuit 2014, hebben wij in de programmabegroting ook nieuwe ontwikkelingen opgenomen, die pas vanaf het jaar 2015 actueel worden. Deze ontwikkelingen zijn: Bedragen x € 1.000 Tabel: Effecten Perspectiefnota/Programmabegroting 2015 Omschrijving Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 Autonome ontwikkelingen - Administratieve aanpassingen Heroverweging/intensivering bestaand beleid -51 -139 -73 -28 -144 -53 -29 52 -53 -57 56 -53 Totaal Effecten -263 -226 -30 -55 De autonome ontwikkelingen en heroverwegingen/intensiveringen van het bestaande beleid zijn bij de programma's toegelicht. De belangrijkste ontwikkelingen betreffen: Autonome ontwikkelingen - Decentralisaties sociaal domein (Programmabegroting) €0S De drie decentralisaties binnen het sociaal domein zijn zoals eerder vastgesteld budgettair verwerkt in onze begroting. Op basis van de meicirculaire van de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds hebben wij voor 2015 voorlopig een bedrag opgenomen van € 6.825.000. - Administratieve aanpassingen (bijstelling Programmabegroting) - € 139.000 S De administratieve aanpassingen hebben vooral betrekking op de actualisatie van de verdeling van de indirecte kosten voor huisvesting, personeel en materieel. Door de nieuwe CAO-afspraken zijn met name de personeelskosten gestegen. Andere aanpassingen hebben betrekking op de actualisatie van de reserveringen, het meerjareninvesteringsplan en de verzekeringen. Daarnaast zijn er nog kleinere wijzigingen betreffende de prijsindex voor 2017, die nu in de begroting verwerkt is, en de verhoging van de inwonerbijdrage aan de GGD inzake de lijkschouwing opgenomen. 99 Heroverweging/intensivering bestaand beleid - Koers 2030 Op 25 september 2014 hebt u op grond van de Visie Leefbaarheid Kernen Koers 2030 het uitvoeringsprogramma voor 2015 vastgesteld. De komende jaren is hiervoor jaarlijks een bedrag van € 25.000 in de begroting opgenomen. Dit bedrag wordt gedekt uit de reserve Leefbaarheid kernen. € 25.000 S 100 OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN In de onderstaande tabel vindt u het overzicht van baten en lasten per programma en de algemene dekkingsmiddelen. Bedragen x € 1.000 Programma Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Lasten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten 13.445 15.014 7.507 7.690 3.131 46.787 10.199 16.337 7.533 5.403 1.009 40.475 9.557 21.719 7.178 5.463 -510 43.407 9.522 21.940 7.231 5.445 -711 43.428 9.468 21.777 7.326 5.372 -786 43.157 9.483 21.763 7.337 5.420 -837 43.166 Baten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten 11.842 6.319 4.340 3.509 21.634 47.644 8.665 6.483 4.245 316 21.370 41.079 7.964 5.868 3.540 265 25.917 43.555 7.929 5.872 3.557 265 26.212 43.835 7.957 5.876 3.590 268 26.233 43.924 7.958 5.876 3.590 268 26.291 43.983 Saldo Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Saldo van baten en lasten -1.603 -8.695 -3.167 -4.181 18.503 857 -1.534 -9.846 -3.288 -5.087 20.363 608 -1.593 -15.850 -3.638 -5.198 26.427 148 -1.593 -16.068 -3.674 -5.180 26.923 407 -1.512 -15.900 -3.735 -5.104 27.018 767 -1.524 -15.886 -3.747 -5.153 27.127 817 69 23 Aanvullend dekkingsplan Resultaat voor bestemming 857 608 217 430 767 817 -5 -26 -217 -2 -427 145 13 -2 -326 -20 13 -2 -326 -20 14 -3 -326 -20 15 -4 -326 -20 15 3 -61 5 61 6 6 6 6 58 33 179 81 -7 -52 -54 62 40 32 55 58 99 198 -298 40 191 -877 40 704 -333 -345 Totaal mutaties reserves -951 40 -159 55 592 169 -363 12 25 -217 13 25 -430 13 25 -661 14 25 -689 Resultaat na bestemming 494 806 0 0 106 128 Mutaties in reserves 1 - Wonen, werken en recreëren Recreatie en toerisme Bovenwijkse voorzieningen Sociale woningbouw Startersleningen 2 - Maatschappelijke zaken Onderwijshuisvesting Bijzondere bijstand (egalisatie) Onderhoud voetbalvelden Afkoopsommen erfpacht 3 - Fysieke leefomgeving Afvalstoffenverwerking Rioolheffing Algemene dekkingsmiddelen Algemene reserve Personeel Informatisering Afschrijving activa maats. nut Afschrijving activa econ. nut Leefbaarheid kernen 16 29 14 101 Toelichting ontwikkelingen financieel meerjarenperspectief Begroting 2014 - 2015 De verschillen tussen de begroting 2014 en de raming voor 2015 zien er als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Onderdeel Lasten Baten Saldo Begroting Begroting 2014 2015 Verschil 40.471 41.079 43.407 43.555 2.936 2.476 608 148 -460 Het verschil tussen de begroting 2014 en 2015, zowel bij de lasten als de baten wordt, naast de inflatiecorrectie voor prijsontwikkeling en mutaties vanuit de kostenverdeling, voornamelijk veroorzaakt door de verwerking van de drie decentralisaties in het sociaal domein voor een totaalbedrag van € 6 miljoen. Daarnaast wordt er € 1,5 miljoen minder aan Gemeentefondsuitkeringen ontvangen. De overige verschillen bestaan uit mutaties van de reserves van € 1,0 miljoen, de verkoop van het MSCC gebouw voor € 0,5 miljoen en nieuw beleid van € 0,5 miljoen. Rekening 2013 - begroting 2015 De verschillen tussen de rekening 2013 en de raming voor 2015 zien er als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Onderdeel Lasten Baten Saldo Rekening Begroting 2013 2015 Verschil 46.787 47.644 43.407 43.555 -3.380 -4.089 857 148 -709 De belangrijkste verschillen, naast de inflatiecorrectie voor loon- en prijsontwikkeling, zijn: - Het verschil met de rekeningcijfers 2013 is grotendeels toe te rekenen aan de baten en lasten van grondexploitaties. In de jaarrekening 2013 is een fors verlies op de grondexploitatie verwerkt. (- € 3,5 miljoen) - In 2013 zijn de effecten van het afstoten van de brandweerkazernes (€ 2,2 miljoen) opgenomen - In 2015 is er sprake van mutaties reserves (- € 2,2 miljoen), een afname van de gemeentefondsuitkering (- € 0,7 miljoen) en een afname van algemene lasten (- € 1 miljoen). - Daartegenover is in de begroting van 2015 zowel aan de baten/ als lastenkant een bedrag van € 6 miljoen opgenomen voor decentralisaties. Meerjarenperspectief De verschillen tussen de raming 2015 en de raming voor 2016 tot en met 2018 zien er als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Onderdeel Lasten Baten Saldo Begroting Begroting 2015 2016 Begrotin g 2017 Begroting 2018 43.407 43.555 43.428 43.835 43.157 43.924 43.166 43.983 148 407 767 817 De belangrijkste ontwikkelingen binnen het meerjarenperspectief zijn: - Kortingen vanuit het Rijk op de algemene uitkering als gevolg van mutaties in maatstaven (inwoners, woonruimten, leerlingen VO) en het incidentele nadeel als gevolg van de zogenaamde “kasschuif” (Nationaal Uitvoeringsprogramma) leiden tot lagere inkomsten met name in 2015. In 2016 is een toename te zien van de Algemene uitkering. - Door afnemende bouwactiviteiten worden vanaf 2012 minder (interne) lasten doorberekend aan de grondexploitaties en als gevolg hiervan neemt de doorbelasting aan de exploitatie toe. Tegenover deze hogere doorbelasting staan lagere personeelskosten. Per saldo loopt het nadeel voor de exploitatie op tot € 200.000 in 2016. Mutaties in reserves Meerjarig gezien laten de mutaties in de reserves een gelijkmatig verloop zien. In 2016 is een lagere aanwending geraamd van de reserve Informatisering in verband met de ontwikkeling van het Egem-I-plan. 102 OVERZICHT VAN INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Ingevolge de voorschriften (BBV) presenteren wij het overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten voor het begrotingsjaar 2015. Het overzicht ziet er als volgt uit: Tabel: Incidentele baten en lasten 2015 Bedragen x € 1.000 Onderwerp Begroting 2015 Begroting 2016 Begroting Begroting 2017 2018 Incidentele lasten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren - Onderzoek bedrijventerreinen - Aanleg klompenpaden - Aanschaf dienstauto handhaving 20 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 9 Programma 2 - Maatschappelijke zaken - Buitenbad Zeven-Morgen, Dreumel - aanschaf waterstofzuiger - Project ´Thuis met het grootste gemak´ 9 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 9 Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid - Leden van de raad - vervanging iPad's - Leden van de raad - overige goederen en diensten - Verkiezingen - Representatiekosten - extra lasten in verkiezingsjaren 6 0 40 0 0 0 17 0 0 0 0 0 0 6 20 3 Algemene dekkingsmiddelen - Incidentele beleidsruimte - Inventaris - koffieautomaten 50 0 0 0 50 0 50 8 143 17 50 109 50 25 0 0 8 0 0 0 Algemene dekkingsmiddelen - Bespaarde rente bestemmingsreserves 128 128 128 128 Totaal incidentele baten 186 153 128 128 43 136 78 19 Programma 3 - Fysieke leefomgeving - Aanschaf 2 sneeuwschuivers - Aanschaf dienstauto milieuhandhaving Totaal incidentele lasten Incidentele baten Programma 1 - Wonen, werken en recreëren - Exploitatie landerijen en gronden - opbrengsten Programma 2 - Maatschappelijke zaken - BDU Centrum Jeugd en Gezin - bijdrage uren Totaal incidentele lasten en baten 103 EMU SALDO Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen grond, investeringen en investeringsbijdragen. Ingevolge de voorschriften (BBV) presenteren wij de berekening van ons EMU-saldo 2013-2015: Tabel: EMU saldo 2013 - 2015 Omschrijving 1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze 9 transacties met derden betreffen 10 Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja, wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de b exploitatie? Berekend EMU-saldo Bedragen x € 1.000 2013 2014 2015 673 802 977 1.904 2.620 1.749 1.886 1.549 1.931 -2.168 -2.367 -2.501 0 0 0 0 0 -2.630 -1.100 -1.099 3.764 1.361 1.501 -1.504 -1.257 -1.402 0 0 0 nee nee nee 2.659 1.074 956 -2.01 0 Het overzicht van het EMU-saldo is bedoeld om op nationaal niveau te kunnen bepalen in hoeverre de verschillende overheden bijdragen aan het nationale EMU-saldo. Wij hebben een voordelig EMU-saldo en dragen dus op een positieve wijze bij aan het EMU-saldo van ons land. 104 UITEENZETTING FINANCIËLE POSITIE EN TOELICHTING Om inzicht te krijgen in de financiële bestendigheid van onze begroting presenteren wij hier een overzicht van de financiële positie van onze gemeente. Onderwerpen die hierbij aan de orde komen zijn de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume, de investeringen, de financiering en de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen. Ontwikkeling financiële positie Het meerjarenperspectief van onze gemeente ontwikkeld zich op de volgende manier: Omschrijving Saldo Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Programma 2 - Maatschappelijke zaken Programma 3 - Fysieke leefomgeving Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Algemene dekkingsmiddelen Saldo van baten en lasten Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015 2016 2017 -1.603 -8.695 -3.167 -4.181 18.503 857 -1.534 -9.846 -3.288 -5.087 20.363 608 Aanvullend dekkingsplan Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves 1- Wonen, werken en recreëren 2- Maatschappelijke zaken 3 - Fysieke leefomgeving Algemene dekkingsmiddelen Totale mutatie reserves Resultaat na bestemming -1.593 -15.850 -3.638 -5.198 26.427 148 -1.593 -16.068 -3.674 -5.180 26.923 407 69 23 Begroting 2018 -1.512 -15.900 -3.735 -5.104 27.018 767 -1.524 -15.886 -3.747 -5.153 27.127 817 857 608 217 430 767 817 -248 48 91 -254 -363 -271 -56 179 346 198 -335 67 81 -30 -217 -334 6 -7 -95 -430 -334 6 -52 -281 -661 -335 6 -54 -306 -689 494 806 0 0 106 128 Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Het BBV onderscheidt arbeidskostengerelateerde verplichtingen met en zonder jaarlijks vergelijkbaar volume. Op grond van de voorschriften is het niet toegestaan om een voorziening te vormen voor jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en in een volgende begrotingsjaar tot uit betaling komen. Bij de hier bedoelde kosten gaat het bijvoorbeeld om wachtgelden, vakantiegeld en IZA-premie niet-actieven. Vakantiegelden Bij vakantiegelden worden gedurende een begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in het daaropvolgende begrotingsjaar tot betaling komen. De daadwerkelijke uitbetaling van de vakantiegelden is opgenomen in de exploitatiebegroting als onderdeel van de reguliere salarislasten. Levensloopregeling Bij de bijdrage van de werkgever aan de levensloopregeling worden, net als bij het vakantiegeld, gedurende een begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in het daaropvolgende begrotingsjaar tot betaling komen. Artikel 49 BBV verbiedt het opnemen van dergelijke verplichtingen op de balans. Sinds 2008 wordt de reservering levensloopregeling gelijktijdig met de eindejaarsuitkering uitgekeerd in december. Er zijn geen verplichtingen meer voor het ultimo boekjaar. Spaarverlof Per einde jaar is sprake van een impliciete schuld aan nog niet opgenomen vrije dagen door de gemeenteambtenaren. Dit heeft een relatief constant verloop en om die reden mag er geen verplichting voor worden aangemaakt. Deze kosten zijn niet expliciet opgenomen in de begroting, mede gegeven het feit dat uitbetaling alleen plaatsvindt in geval van FPU, ontslag of bij uitzondering. Het is dus wel een verplichting, maar geen (kas) begrotingsbedrag. 105 Investeringen In bijlage 2 - Meerjareninvesteringsplan is het totaaloverzicht van de investeringen voor de komende jaren opgenomen. Op hoofdlijnen ziet dit er als volgt uit: Bedragen x € 1.000 Investeringen v/ n 1 - Wonen, werken en recreatie Bedrag Bijdrag en Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 0 0 0 0 0 0 Hulpmiddelen WMO Overige kleine investeringen Totaal 2 - Maatschappelijke zaken v v 660 9 669 0 0 0 39 9 48 77 0 77 113 0 113 148 0 148 Openbare werken - vervang. materialen Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Totaal 3 - Fysieke leefomgeving v v 433 4.275 4.708 0 0 0 36 36 72 45 80 125 55 123 178 74 192 266 Gemeentehuis - vervanging materialen Investeringen ICT Totaal 4 - Burger, bestuur en veiligheid v v 272 997 1.269 0 17 256 273 23 262 285 17 254 271 32 245 277 6.646 0 393 487 562 691 6.646 0 393 487 562 691 Totaal Waarvan: - vervangingsinvesteringen v Het investeringsplan voor de komende jaren is bescheiden van omvang. De belangrijkste nieuwe investeringen betreffen de uitvoering van de maatregelen uit het verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan, het Waterplan en het Egem-I plan. De vervangingsinvesteringen hebben in belangrijke mate ook te maken met het rioleringsplan. Daarnaast betreft het vooral vervanging van materialen voor het onderhoud van de wegen, de brandweer en de bedrijfsvoering. Financiering Op basis van onze huidige en toekomstige investeringen ziet onze financieringsbehoefte er als volgt uit: Tabel: Financieringsbehoefte Bedragen x € 1.000 Onderdeel 2015 2016 2017 2018 Vaste activa Bouwgrondexploitatie - onderhanden werken Investeringen (MIP 2015-2018) 44.516 8.557 2.272 42.629 8.557 3.305 40.742 8.557 4.031 38.855 8.557 5.051 Totaal financieringsbehoefte 55.345 54.491 53.330 52.463 Financieringsmiddelen 2015 2016 2017 2018 Vaste geldleningen o/g Reserves en voorzieningen 32.307 18.556 27.182 17.903 22.546 17.860 18.565 18.531 Totaal financieringsmiddelen 50.863 45.085 40.406 37.096 Tabel: Financieringsmiddelen Bedragen x € 1.000 Bedragen x € 1.000 Tabel: Financieringspositie Onderdeel 2015 2016 2017 2018 Financieringsbehoefte Financieringsmiddelen 55.345 50.863 54.491 45.085 53.330 40.406 52.463 37.096 Financieringspositie -4.482 -9.406 -12.924 -15.367 106 Het hoge financieringstekort wordt aan de ene kant veroorzaakt door een hogere financieringsbehoefte, veroorzaakt door de toegenomen voorraad bouwgronden en de voorgenomen investeringen uit het Meerjaren InvesteringsPlan. Aan de andere kant nemen de financieringsmiddelen door de reguliere aflossingen af. Reserves De reservepositie geeft een inzicht in de robuustheid van onze financiële positie. Onze reserves vormen een belangrijk bestanddeel van onze weerstandscapaciteit en bepalen mede de hoogte van ons weerstandsvermogen. In de volgende tabel presenteren wij de stand en het verloop van onze reserves. Tabel: Overzicht reserves Omschrijving Bedragen x € 1.000 Boekwaarde 01-012015 Vermeerderingen t.l.v. Derden/ subsidies exploitatie Algemene reserves a. rente t.g.v. reserve b. rente structureel t.g.v. exploitatie Totaal algemene reserve 3.025 2.500 5.525 Bestemmingsreserves Afkoopsommen (erfpacht) Afschrijving investeringen economisch nut Bovenwijkse voorzieningen Egalisatiereserve rioolheffing Informatisering Leefbaarheid kernen Lokaal onderwijsbeleid Onderhoud voetbalvelden Ondersteuning sociale woningbouw Onderwijshuisvesting Personeel & Organisatie Startersleningen Stimuleringsfonds recreatie & toerisme Totaal bestemmingsreserves 466 1.443 635 406 909 338 135 61 237 643 80 486 73 5.911 Totaal reserves 11.436 Verminderen t.g.v. Overige exploitatie Boekwaarde 31-122015 0 3.310 2.500 5.810 285 285 0 0 6 12 326 44 461 1.430 961 206 909 313 135 244 25 61 20 18 408 0 40 3 15 406 693 0 406 0 257 643 40 483 75 5.913 0 11.723 Kijken we naar onze reservepositie per inwoner geeft dit het volgende beeld te zien: Tabel: Overzicht reserves per inwoner Reserve Bedragen x € 1.000 2014 2015 Verschil Algemene reserve Waarvan niet geblokkeerd 299 163 298 163 -1 0 Bestemmingsreserves Waarvan niet geblokkeerd 331 129 319 132 -12 3 Uit blijkt dat onze reservepositie per inwoner ongeveer gelijk is gebleven ten opzichte van vorig jaar. De omvang van de reserves is weliswaar licht gestegen, maar ook het aantal inwoners is hoger. Voorzieningen Een voorziening is dat deel van het vreemd vermogen dat wordt aangewend ter dekking van verplichtingen die redelijkerwijs zijn in te schatten. Een voorziening heeft een planmatig karakter en is in principe eindig. Voorzieningen worden gevormd wegens: 1. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker, maar redelijkerwijs in te schatten is; 2. Risico’s terzake van verplichtingen of verliezen waarvan omvang redelijkerwijs is in te schatten; 3. Kosten te maken in volgend begrotingsjaar met oorsprong in (voorafgaand) begrotingsjaar en voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over aantal begrotingsjaren; 4. Van derden verkregen middelen met een specifiek bestedingsdoel (indien er sprake is van een terugbetalingsverplichting). 107 In onze gemeente hebben wij de volgende voorzieningen gevormd: Tabel: Overzicht voorzieningen Omschrijving Bedragen x € 1.000 Boekwaarde 01-012015 Vermeerderingen Derden/ t.l.v. subsidies exploitatie Afkoop onderhoud grafrechten B.& O.-fonds ontzandingen Gebouwen Onderwijsgebouwen Openbare verlichting Pensioenen wethouders Voormalig personeel Voormalige wethouders Wegen 100 669 924 458 281 1.882 101 169 2.535 6 1.077 Totaal voorzieningen 7.120 1.761 Verminderen t.g.v. Overige exploitatie 25 150 248 30 85 75 1 37 1.882 95 819 806 458 302 1.958 100 138 1.729 2.476 6.404 367 105 151 0 0 Boekwaarde 31-122015 Kijken we naar de hoogte van onze voorzieningen per inwoner geeft dit het volgende beeld te zien: Tabel: Overzicht voorzieningen per inwoner Bedragen x € 1.000 2014 Voorzieningen 399 2015 384 Verschil -15 Zoals uit het overzicht blijkt neemt de hoogte van de voorzieningen per saldo af ten opzichte van 2014. Dit wordt vooral veroorzaakt door de geplande uitgaven ten laste van de voorziening Wegen. Dit betreft onder meer de combinatieprojecten Beatrixstraat in beneden-Leeuwen en de Oude Maasdijk in Dreumel. 108 DEEL 4 - BIJLAGEN 109 BIJLAGE 1 - ZOEKRICHTINGEN 110 PERSONEEL EN ORGANISATIE 1. PERSONEEL EN ORGANISATIE Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Deze zoekrichting zal in ieder geval invulling moeten geven aan de opgenomen taakstelling. a. Personeelslasten Nadere uitwerking organisatievorm voor de toekomst. Hierbij rekening houden met de volgende ontwikkelingen: 1. Vertrek medewerkers (brandweer, V&H) 2. Effect ondersteunende taken (achterblijvende overhead) 3. Samenwerking BNW 4. Regiegemeente 5. Afstoten, niet meer uitvoeren of uitbesteden taken (ook beleidstaken) 6. Verminderen functies b. Secundaire personeelskosten Uitwerken effecten van vertrek personeel (brandweer, ODR e.d.) In het door u op 26 juni bij de behandeling van de Perspectiefnota 2014 vastgestelde amendement hebt u als kader meegegeven dat dit een structurele besparing van minimaal € 15.000 op moet leveren. Uitwerking Deze zoekrichting zal in ieder geval een besparing op moeten leveren die invulling geeft aan de opgenomen stelpost van € 60.000 in 2015, € 120.000 in 2016 en € 180.000 structureel in 2017. De zoekrichting werken wij als volgt uit: a. Personeelslasten. Conform de regie-agenda vindt vanaf 2014 een heroriëntatie plaats op de achterblijvende organisatie. De bij de toelichting genoemde ontwikkelingen nemen wij hierin mee. Bij de Perspectiefnota 2015 kunnen wij e de eerste resultaten hiervan aan u presenteren. Dit zal met name betrekking hebben op de 1 drie onderdelen. b. Secundaire personeelskosten In deze begroting hebben wij een besparing op de opleidingskosten en het persoonsgebonden budget opgenomen van € 27.000 in 2014, oplopend tot € 29.000 in 2017. Deze bedragen worden ten gunste van de opgenomen stelpost gebracht. Dit betekent dat we in 2014 een incidenteel voordeel van € 27.000 hebben. Stand van zaken Aan de stelpost personeelslasten is invulling gegeven en dit is verwerkt in de programmabegroting. De personeelsbudgetten zijn doorgelicht. Er is, waar mogelijk, bezuinigd op de door vacatures en anderszins ontstane ruimte in de personeelsbegroting. Hierbij is een integrale afweging gemaakt in noodzakelijke inzet ten behoeve van de te verrichten werkzaamheden. In het proces om te komen tot samenwerking tussen de BNW-gemeenten is enige vertraging ontstaan als gevolg van de gemeenteraadsverkiezingen in maart. Naar verwachting zal de samenwerking in de loop van 2015 formeel van start gaan. Om invulling te geven aan de besparing op de secundaire personeelslasten hebben wij voorgenomen besluiten genomen over het afschaffen van de kerstpakketten, het afschaffen van de regeling betaald ouderschapsverlof en het wijzigen van de werktijdenregeling. Dat laatste brengt onder andere met zich mee dat voor het grootste deel van de medewerkers geen overwerk- en onregelmatigheidstoeslag meer van toepassing is. Voor het deel dat nog wel recht heeft op overwerktoeslag, geldt dat het eerste half uur niet voor toeslag in aanmerking komt. Deze besluiten zijn genomen onder voorbehoud van instemming van GO/OR. Overleg hierover is vertraagd als gevolg van het CAO conflict. In de periode van april tot en met half juli 2014 is alle overleg in GO-verband opgeschort geweest als gevolg van dit CAO conflict. 111 2. SAMENWERKING BEHEER EN ONDERHOUD Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Door samenwerking met andere gemeenten op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare ruimte en elkaars materialen en personeel gericht te gebruiken zijn besparingen te behalen. Op 12 september hebt u in uw vergadering duidelijkheid verschaft over deze opdracht. Uitkomst hiervan is dat er een onderzoek naar de effecten van algehele uitbesteding van de buitendienst plaats moet vinden. Uitwerking Om invulling te geven aan uw opdracht gaan wij de komende periode de volgende activiteiten ontplooien: 1. de mogelijkheden op het gebied van uitbesteding van de taken van de buitendienst in beeld brengen; 2. de financiële effecten hiervan in kaart brengen, inclusief de verschillen met de huidige kosten; 3. in beeld brengen personele consequenties; 4. de mogelijke effecten van uitbesteding voor het maatschappelijk veld in beeld brengen. Stand van zaken In het derde kwartaal 2014 hebben wij een keuze gemaakt welk bureau gaat onderzoeken welke efficiëntieslagen er te behalen zijn. In het eerste kwartaal van 2015 zullen de resultaten hiervan bekend zijn. 3. INFORMATIEVOORZIENING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en kritische beoordeling van de beschikbare kredieten zijn wellicht besparingen mogelijk. Uitwerking Wij hebben als colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Buren, Neder-Betuwe en West Maas en Waal (BNW) de intentie uitgesproken om met elkaar samen te werken op het gebied van bedrijfsvoering. Informatievoorziening is een van de taakgebieden behorende bij bedrijfsvoering. Het is het geheel van mensen, middelen en maatregelen, gericht op de informatiebehoefte van die organisatie. Bij onze gemeente betreft het informatiemanagement, gegevensbeheer, DIV (post en archief) en automatisering. Wij hebben afgesproken om op de bestaande budgetten op het terrein van de bedrijfsvoering, vooruitlopend op de samenwerking, niet te bezuinigen. De begrotingen 2014 zijn vooralsnog leidend (definitieve afspraken moeten nog worden gemaakt). Wel krijgt de nieuwe samenwerkings-entiteit de opdracht om kosten te reduceren. Gezien het feit dat er op dit moment geen formele besluiten door de verschillende gemeenteraden zijn genomen over samenwerking in BNW-verband is het prematuur om bezuinigingen in te boeken. Daarnaast merken wij op dat medewerkers opgeleid moeten worden en automatiseringssystemen op elkaar afgestemd moeten worden (de kost gaat voor de baat), met als gevolg dat bezuiniging op het terrein van de informatievoorziening op korte termijn waarschijnlijk niet haalbaar zal zijn. Stand van zaken Doordat de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe zich nog in de onderzoeksfase bevind kunnen wij nog geen uitspraken doen over mogelijke bezuinigingen. Wij stellen u dan ook voor de planning van de uitwerking van deze zoekrichting door te schuiven naar eind 2014 begin 2015 als er meer duidelijk moet zijn over de samenwerking. 112 4. HUISVESTING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Huisvesting van de gemeentelijke organisatie beoordelen en mogelijke alternatieven (verhuur, clustering) in beeld brengen. Uitwerking In afwachting van de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe is deze zoekrichting nog niet verder uitgewerkt. Begin 2014 moet duidelijk worden hoe de verschillende PIJOFACH-taken van het samenwerkingsverband gehuisvest gaan worden. Medio 2014 wordt op basis hiervan deze zoekrichting verder uitgewerkt. Stand van zaken Doordat de samenwerking met de gemeenten Buren en Neder-Betuwe zich nog in de onderzoekssfase bevind kunnen wij nog geen uitspraken doen over mogelijke bezuinigingen. Wij stellen dan ook voor de planning van de uitwerking van deze zoekrichting door te schuiven naar eind 2014 begin 2015 als er meer duidelijk moet zijn over de samenwerking. 5. VERKOOP GEMEENTELIJKE EIGENDOMMEN Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Een potentiële bezuiniging betreft de verkoop van gemeentelijke eigendommen, die niet noodzakelijk zijn voor een goede dienstverlening of de leefbaarheid in de kernen. Uitwerking De verkoop van gemeentelijke eigendom is al enkele jaren een aandachtspunt in onze gemeente. Zo zijn in 2012 de autoboxen in Maasbommel en Alphen verkocht en in 2013 het Drieluik in Wamel. Gemeentelijke eigendommen die nog voor verkoop in aanmerking komen zijn: 1. Woningen Onze gemeente heeft nog twee woningen in haar bezit, te weten Stationsstraat 5 in Wamel en Kerkstraat 17 in Altforst. De woning Stationstraat 5 te Wamel is vrijgekomen en staat sinds oktober 2013 in de verkoop. De boekwaarde van de woning Stationstraat 5 bedraagt € 262.503. De WOZ-waarde van de deze woning is € 266.000. Als de woning aan de Kerkstraat vrij komt kan deze ook worden verkocht. De WOZ-waarde hiervan bedraagt € 276.000 (2013). De andere woning maakt onderdeel uit van de grondexploitaties. 2. Stellingmolen in Beneden-Leeuwen Verkoop van de Stellingmolen is niet reëel, de molen zou eventueel wel aan de plaatselijke ondernemersvereniging overgedragen kunnen worden. 3. M.S.C.C. in Beneden-Leeuwen De verkoop van het M.S.C.C.-gebouw is eind oktober 2014 afgerond. 4. Souterrain te Appeltern Verkocht per oktober 2013 voor een bedrag van € 40.000. 5. Verenigingsgebouw in Beneden-Leeuwen Als de gebruikers elders ondergebracht worden kan het Verenigingsgebouw worden verkocht. De WOZwaarde is € 233.000. De boekwaarde die nog op het pand rust bedraagt € 45.423. 6. Voetbalaccommodaties Betreffende de voetbalverenigingen voeren wij gesprekken om tot privatisering over te gaan. 7. Brandweer Met betrekking tot de gebouwen voor de brandweer loopt een discussie met de Veiligheidsregio. Eind 2013 moet hierover meer duidelijk worden. 113 De boekwaarden van de brandweergebouwen per 1 januari 2014 zijn: - Brandweerkazerne Beneden-Leeuwen € 1.023.324 - Brandweerpost Dreumel € 614.074 - Brandweerpost Maasbommel € 500.122 Aandachtspunt De overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de bedrijfsvoering of het gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed is onderdeel van de “Stille reserves” in het kader van onze weerstandscapaciteit. Verkoop van bezittingen heeft dus consequenties voor ons weerstandsvermogen. Stand van zaken Betreffende de verschillende onderdelen kunnen wij u het volgende melden: 1. Woningen De woning Stationsstraat 5 in Wamel is verkocht. 2. Stellingmolen in Beneden-Leeuwen Geen ontwikkelingen te melden. 3. M.S.C.C. in Beneden-Leeuwen Het M.S.C.C.-gebouw staat op de nominatie om afgestoten te worden. 4. Souterrain te Appeltern Verkocht per oktober 2013 voor een bedrag van € 40.000. 5. Verenigingsgebouw in Beneden-Leeuwen Na het gereedkomen van de nieuwe Rosmolen zullen wij bezien of de gebruikers elders ondergebracht kunnen worden en het pand verkocht kan worden. 6. Voetbalaccommodaties De voetbalterreinen zijn inmiddels geprivatiseerd. 7. Brandweer De brandweerkazernes zijn eind 2013 aan de Veiligheidsregio overgedragen. 6. OPTIMALISEREN BELASTINGOPBRENGSTEN Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting De werkelijke opbrengsten komen veelal niet overeen met de raming in de gemeentebegroting. Onderzoeken waar de oorzaak ligt van deze afwijkingen. Hierin nemen we alle belastingsoorten mee die door BSR worden opgelegd. Doel is om de werkelijke opbrengst op hetzelfde niveau te brengen als de raming. Uitwerking Uit het artikel 213a onderzoek naar de relatie en interactie tussen gemeente en BSR (Belasting Samenwerking Rivierenland) van eind 2012, is een aantal aandachtspunten c.q. verbeterpunten naar voren gekomen. Een van die punten is het optimaliseren van de belastingopbrengsten, omdat de opbrengsten in de afgelopen jaren minder waren dan aanvankelijk geraamd. In overleg en samenwerking met de BSR zijn inmiddels stappen ondernomen om de basis voor de op te leggen aanslagen af te stemmen en te verbeteren. Andere in het rapport genoemde zaken zijn in de afgelopen maanden eveneens opgepakt en hebben geleid tot een gedeeltelijk of gehele oplossing. De eerste ervaringen en resultaten hebben wij in de vergadering van de RTG (Ronde Tafel Gesprek) op 19 september gedeeld. Stand van zaken De verwachting is dat de SLA eind 2014 definitief door het Algemeen Bestuur bekrachtigd zal worden. In de afgelopen periode is er echter al wel in de geest van deze SLA gewerkt. Daarnaast is er door ons inmiddels onderzoek gedaan naar de aansluiting van de bestanden bij de BSR en de door ons geraamde opbrengsten. Naar alle waarschijnlijkheid bestaat hier in het 4e kwartaal 2014 duidelijkheid over en kunnen eventuele vervolgstappen worden ondernomen. Wij houden uw raad van de ontwikkelingen op de hoogte. 114 7. OPENBAAR GROEN Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Onderdeel van deze zoekrichting zijn het: 1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen. 2. Opstellen protocol duurzame Openbare Ruimte. 3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen. 4. Privatiseren onderhoud rotondes Uitwerking 1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen Groen in de woonwijk heeft belangrijke functies zoals verhoging van de leefbaarheid en de gezondheid, de mogelijkheid om te spelen en een verkeer geleidende functie. Naast deze functies kan het voorkomen dat de gebieden noodzakelijk zijn voor toekomstige ontwikkelingen, zoals uitbreiding parkeerplaatsen en waterberging. Het huidige groenbeleid en het daarbij behorende pilotproject in Dreumel betreft hoofdzakelijk al in gebruik genomen/gegeven gronden door en aan inwoners. De huidige werkwijze is een passieve manier van werken. Er wordt alleen grond verkocht als er een aanvraag wordt ingediend. Bij iedere aanvraag moeten er diverse disciplines bekijken of de betreffende percelen verkocht kunnen worden. Dit kan als deze percelen als plantsoen die geen waarde of functie hebben voor de openbare ruimte. Het voorstel is om de percelen die geen waarde of functie hebben voor de openbare ruimte voor de hele gemeente te inventariseren en op een kaart te plaatsen. Deze werkwijze is efficiënter en effectiever dan de huidige ad hoc werkwijze. Bovendien biedt deze inventarisatie de mogelijkheid deze betreffende gronden actief te koop aan te bieden. De voor deze inventarisatie benodigde disciplines zijn Openbare ruimte (verkeer, weg-, groen- en waterbeheer en riolering) en Wonen en milieu (ruimtelijke ordening en recreatie). Voor de uitvoering van het werk is de inzet van Juridische zaken noodzakelijk. De werkzaamheden betreffen: Vervaardigen kaart. Inventarisatie van de mogelijk te verkopen stukken. Gegevens aanliggende eigenaren koppelen. Opmerking: Het onderhoud van deze gronden wordt niet bekostigd uit de gemeentelijke budgetten en het afstoten van deze percelen zorgt niet voor een vermindering van het areaal plantsoenen. 2. Opstellen protocol duurzame Openbare Ruimte Het gaat hierbij om een protocol voor de inrichting van de openbare ruimte om zo het toekomstig onderhoud beheersbaar (en betaalbaar) te houden. Het is belangrijk goede kaders te stellen, waar bij de inrichting van de wijken al rekening wordt gehouden. Nu worden er soms keuzes gemaakt waarbij onvoldoende aandacht is voor het toekomstige beheer en onderhoud. Een mooie inrichting van een nieuwe wijk of weg kan hoge onderhoudskosten voor de toekomst tot gevolg hebben. Hierbij kunt u denken aan de plaatsing van palen, de vorm van parkeervakken, de toe te passen materialen, de grote van de groenvakken en een goede ondergrondse groeiruimte voor bomen. Voor het opstellen van het protocol is een integraal advies van alle betrokken partijen noodzakelijk. De betrokken disciplines zijn Openbare ruimte (verkeer, weg-, groen- en waterbeheer) en Wonen en milieu (ruimtelijke ordening en grondbeleid). Opmerking: Dit protocol levert alleen voordeel op bij toekomstige bouwprojecten en reconstructies van wegen. 3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen In het door u op 26 juni 2013 vastgestelde amendement heeft u bepaald dat onderzocht moet worden of er een voordeel in de uitgaven behaald kan worden door samenwerking in het beheer van openbaar groen, waarbij de huidige uitgangspunten van beleid gehandhaafd blijven. 115 Een letterlijke vertaling van uw amendement betekent dat deze zoekrichting niet uitgewerkt hoeft te worden. In het huidige beleid is de onderhoudskwaliteit vastgelegd op basisniveau en hier wilt u blijkbaar aan vast houden. De zoekrichting was bedoeld om te onderzoeken welke besparingen het aanbrengen van een zonering in de onderhoudsniveaus op zou kunnen leveren. Gelet op uw besluit hebben wij deze zoekrichting (nog) niet verder uitgewerkt. 4. Privatiseren onderhoud rotondes De rotondes worden door onze buitendienst onderhouden. Het adopteren of privatiseren van het onderhoud bespaart dus alleen indirecte kosten (=uren van de buitendienst). Op basis hiervan kunnen andere werkzaamheden worden verricht of kan de formatie worden verminderd. Het gaat hierbij om een beoogde bezuiniging van € 3.000, hetgeen ongeveer neer komt op 50 uur op jaarbasis. Opmerking: Het adopteren van de rotondes is in strijd met het huidige reclamebeleid. Stand van zaken De stand van zaken betreffende verschillende onderdelen van de zoekrichting is als volgt: 1. Opstellen beleid afstoten openbaar groen De activiteit hebben wij in deze Perspectiefnota opgenomen in de planning voor 2015. 2. Protocol duurzame openbare ruimte Deze activiteit hebben wij in de Perspectiefnota opgenomen in de planning voor 2015. 3. Invoeren zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen Conform het door u bij de programmabegroting 2014 overgenomen advies doen wij geen onderzoek naar het invoeren van zonering. 4. Privatiseren onderhoud rotondes De zoekrichting is uitgewerkt in een concreet voorstel. De beoogde directe bezuiniging van € 3.000 kan niet gerealiseerd worden. Dit omdat het onderhoud volledig door ons eigen personeel wordt uitgevoerd en de vrijkomende tijd wordt ingezet ten behoeve van het extra onderhoud dat is ontstaan door het opleveren van nieuwe woonwijken. Indirect is er echter wel sprake van een besparing. Wij hebben een contract afgesloten waarbij het onderhoud de komende 10 jaar door een derde wordt verricht en wij bovendien jaarlijks € 2.500 aan reclame-inkomsten genereren. Verder hoeven wij de resterende rotondes niet in te richten, hetgeen een incidentele besparing van € 15.000 oplevert. Deze was echter nog niet geraamd, omdat de rotondes pas eind 2013 aan ons zijn overgedragen, en is dus niet als echte bezuiniging in te boeken. Voorstel Wij stellen u voor om de zoekrichting zonering kwaliteitsniveaus openbaar groen af te voeren. Onderdeel 4 van de zoekrichting is inmiddels afgewerkt en kan worden afgevoerd. 8. OPENBARE VERLICHTING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Het nader uitwerken effecten van vermindering van het aantal lichtmasten en/of aantal branduren. Uitwerking 1. Vermindering aantal lichtmasten De meeste kosten (energie, onderhoud en vervanging) zijn te besparen door de verlichting te verwijderen, maar dit is niet overal mogelijk. Binnen de bebouwde kom is de verlichting en het aantal masten afgestemd op de Richtlijn Openbare Verlichting 2011. In onze regio gaan wij uit van een lichtsterkte van 75%. Dit percentage wordt toegepast bij nieuwe woningbouw- en vervangingsprojecten. Verlichting binnen de bebouwde kom speelt een grote rol voor de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Verwijdering van verlichting binnen de bebouwde kom is mede uit juridisch oogpunt niet gewenst. 116 Het verwijderen van verlichting in het buitengebied is eventueel wel mogelijk. Deze verlichting heeft een oriëntatie-/geleidingsfunctie. De weggebruiker dient afwijkende situaties van de weg goed te kunnen onderscheiden. Dit betekent dat niet het gehele buitengebied voorzien dient te worden van verlichting. Indien de verlichting slechts tot doel heeft om het navigeren te vergemakkelijken, kan men zich afvragen of functionele verlichting noodzakelijk is of dat alternatieve vormen van verlichten kunnen volstaan. Hierbij valt te denken aan retroreflecterende materialen of oriëntatieverlichting. Bij het verwijderen van lichtpunten in het buitengebied dient per lichtpunt rekening gehouden met de volgende verwijderingskosten: Loskoppeling aansluiting van de lichtpunten door netbeheerder € 375 Verwijderen lichtmast door aannemer € 100 Totale kosten per lichtpunt € 475 Het verwijderen van lichtpunten levert ook voordelen op. Kosten die vervallen zijn onderhoudskosten (€ 40), energiekosten (€ 15) en netwerkkosten (€ 16,44). In totaal wordt jaarlijks per vervallen lichtpunt € 70 bespaard. Onze eigen interne kosten zijn hierin niet meegenomen. Dit betekent dat de kosten van verwijdering ongeveer in 6 jaar worden terugverdiend. Buiten de bebouwde kom staan 522 lichtmasten. Wij hebben in afwachting van uw besluitvorming nog niet op straatniveau gekeken waar in het buitengebied de lichtpunten geminimaliseerd kunnen worden. Hierbij speelt natuurlijk de sociale en verkeersveiligheid en daarmee de maatschappelijke acceptatie wel een rol. 2. Vermindering aantal branduren De schakeling van de verlichting wordt centraal geregeld om een gelijkmatigheid in het landelijke verlichtingsnetwerk te realiseren. Er loopt een proefproject in Drenthe en Overijssel, waarbij nieuwe schakeltijden zijn ingevoerd. Dit kan gevolgen hebben voor de verkeersveiligheid en mogelijk in de sociale beleving. Aan de hand van de resultaten van dat onderzoek (1 jaar) wordt gekeken of dit op grotere schaal kan worden doorgevoerd. Binnen het IGOV (intergemeentelijk overleg Openbare Verlichting) wordt dit onderwerp voortdurend gevolgd. Stand van zaken Betreffende de openbare verlichting zijn wij in 2013 gestart met de voorbereiding van het vervangen van de armaturen voor LED-verlichting. Op basis van de besparingen die wij hierbij realiseren wordt dekking gegeven aan de hiervoor benodigde investeringen. Daarnaast hebben wij in de bezuinigingsoperatie voor de programmabegroting 2014 al een structurele besparing van € 3.600 vanaf 2017 opgenomen. Inzake deze zoekrichting kunnen wij u het volgende mededelen: 1. Vermindering aantal lichtmasten Bij de vaststelling van de programmabegroting 2014-2017 heeft u betreffende deze optie nog geen keuze gemaakt. Rekening houdend met de sociale en verkeersveiligheid en daarmee de maatschappelijke acceptatie en mede gelet op het feit dat wij binnen het product Openbare verlichting door de toepassing van LEDverlichting al aanzienlijke besparingen zullen realiseren, adviseren wij u het aantal lichtmasten in stand te houden. Wel bekijken wij de verlichting in de straten op mogelijke overdaad. Een voorbeeld hiervan is de Viaductstraat in Wamel, waar wij in overleg met de bewoners een vermindering van het aantal masten realiseren. 2. Verminderen aantal branduren De resultaten van het proefproject zijn nog niet bekend, wij verwachten deze medio 2015 te ontvangen. Bij bekendwording van de uitkomsten zullen wij u nader informeren. 9. SUBSIDIËRING Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Gelet op de hoogte van de noodzakelijke bezuinigingen en de principiële keuzes die te maken zijn, deze bezuiniging in de integrale afweging meenemen. Vraag hierbij is welke subsidies bijdragen bij aan de beleidsdoelen. 117 In het door u op 26 juni aangenomen amendement heeft u in aanvulling hier op het volgende opgenomen: "Verenigingen en organisaties die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid, het begeleiden van bepaalde doelgroepen en die een wezenlijke bijdrage leveren aan het beleid van de gemeente, worden ontzien in het subsidiebeleid c.q. zij kunnen voor meer subsidie in aanmerking komen". Uitwerking De door u benoemde pijlers (bijdrage leveren aan leefbaarheid, begeleiden van doelgroepen en bijdrage aan beleid van de gemeente) worden verkend en werken wij uit als uitgangspunten voor het vast te stellen beleid. Aansluitend vertalen wij deze in de beleidsregels. Binnen het proces van kaderstelling (vaststellen uitgangspunten door uw raad voor de verkiezingen in 2014) en uitvoering (vaststellen beleidsregels door ons college) houden wij rekening met de rol die u als raad daarbinnen heeft. Binnen het implementatietraject houden wij verder rekening met de administratieve procedures (onder andere aanvraagtermijnen, e overgangsregels, etc.). Wij streven er naar om de implementatie van het nieuwe beleid in de 1 helft van 2014 te hebben afgerond. Stand van zaken Wij hebben de nieuwe beleidsregels vastgesteld op 13 mei 2014 en deze ter kennisname aan uw raad verzonden. De vastgestelde beleidsregels hebben betrekking op de subsidieaanvragen 2015. De beleidsregels hebben geen financiële effecten voor de begroting, er vinden alleen verschuivingen tussen de budgetten plaats. Wij beschouwen hiermede de uitwerking van deze zoekrichting als afgerond. 10. LEERLINGENVERVOER Bij de programmabegroting 2014 is de zoekrichting als volgt vastgesteld: Toelichting Gemeenten mogen autonoom een km grens vaststellen voor het leerlingenvervoer, waarbij wettelijk een maximum is vastgesteld van 6 km. Voor de gemeente West Maas en Waal is de km grens vastgesteld op 4 km. De gemeente heeft daardoor de ruimte de km grens op te hogen met maximaal 2 km. Daarnaast hanteert de gemeente een eigen bijdrage, het drempelbedrag. De hoogte van dit bedrag is gebaseerd op de km grens. Dat betekent dat de eigen bijdrage automatisch verhoogd zal worden bij het invoeren van een 6 km grens. Uitwerking Leerlingenvervoer is voor kinderen die niet zelfstandig of niet onder begeleiding van ouders/verzorgers van en naar een basisschool, speciale school voor basisonderwijs, of een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs kunnen reizen. Daarnaast wordt leerlingenvervoer toegekend aan leerlingen waarvan ouders een school hebben gekozen die past bij hun levensovertuiging of levensbeschouwing. Het vervoer wordt dan echter alleen toegekend tot aan de dichtstbijzijnde school die past bij de godsdienst of levensbeschouwing. De gemeente heeft de wettelijke taak om te zorgen voor een vergoeding voor "passend vervoer" naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dat wil zeggen, dat rekening gehouden moet worden met de eisen die bijvoorbeeld de functiebeperking van de leerling stelt aan het vervoer. Bijvoorbeeld rolstoelgebruik, gedragsprobleem als gevolg van een functiebeperking, blindheid etc. In onze verordening is opgenomen aan welke criteria voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor deze vergoeding voor passend vervoer. Wij hebben voor leerlingen die niet zelfstandig dan wel niet onder begeleiding van ouders/verzorgers kunnen reizen geregeld dat het vervoer wordt uitgevoerd door Personenvervoer Maas en Waal. In 2013 is na een aanbestedingstraject de opdracht voor de uitvoering van leerlingenvervoer voor een jaar gegund met een verlengmogelijkheid van tweemaal één jaar. Niet altijd blijkt het georganiseerde vervoer het goedkoopst. Omdat de gemeente uitgaat van de goedkoopste vorm van vergoeding, zijn er mogelijkheden een andere (goedkopere) vorm van vergoeding te verstrekken. Denk daarbij aan een fietsvergoeding, km-vergoeding of vergoeding van het openbaar vervoer. 118 Een van de voorwaarde om in aanmerking te komen voor leerlingenvervoer is dat de school minimaal een bepaalde afstand van de woning is gelegen: de kilometergrens. Leerlingen in het reguliere onderwijs die vanwege een handicap niet of niet zelfstandig gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer kunnen wel binnen de kilometergrens aanspraak maken op leerlingenvervoer. Gemeenten mogen een drempelbedrag vragen, maar wettelijk gezien zijn ze hiertoe niet verplicht. De hoogte van het drempelbedrag is gebaseerd op de kosten voor het openbaar vervoer tot de kilometergrens. Voor onze gemeente betekent dat de eerste 4 kilometers voor eigen rekening van de ouders komen. Niet alle ouders betalen het drempelbedrag. Vrijgesteld zijn: - ouders met een laag inkomen (minder dan € 24.300 voor het schooljaar 2013/2014) - ouders van kinderen die een speciale school voor verstandelijk, lichamelijk of zintuiglijk gehandicapten bezoeken - ouders van kinderen met een handicap die naar het regulier basisonderwijs en naar het speciaal basisonderwijs gaan. Voor het schooljaar 2013-2014 is een nieuw drempelbedrag vastgesteld. Door ons werd voorheen altijd het drempelbedrag gehanteerd op basis van de prijs van een jeugdjaarkaart voor openbaar vervoer op grond van de zone-indeling van één ster. Doordat het landelijk sterabonnement niet meer te koop is heeft onze gemeente zelfstandig de wijze van berekening van het drempelbedrag vast moeten stellen. De berekening van de eigen bijdrage is gebaseerd op de kosten van het huidige openbaar vervoer. Daardoor is het drempelbedrag 50% hoger uitgevallen dan voorgaande schooljaren. De verhoging van het drempelbedrag mag niet worden meegerekend als bezuiniging. Uiteraard is het een gunstig bijkomstig effect, omdat daarmee onze inkomsten met betrekking tot het leerlingenvervoer zullen verdubbelen (mits iedereen gebruik blijft maken). Een ander neveneffect van de verhoging van het drempelbedrag, is dat het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer verminderd. In hoeverre daar nu al sprake van is, is nog niet vast te stellen. In de huidige situatie zouden 13 kinderen buiten het leerlingenvervoer worden gesteld op het moment dat de km grens wordt opgehoogd naar 6 km. Daarvan gaan 3 leerlingen naar de Dijk in Druten. 9 leerlingen naar de Kom in Druten en 1 leerling naar De Gravin van Rechterenschool in Appeltern. Leerlingenvervoer naar Druten wordt nu door middel van een touringcar georganiseerd. Wanneer 12 kinderen minder gebruik maken van het leerlingenvervoer, kan klein materieel worden ingezet. Inzetten van klein materieel kan als nadeel hebben dat wanneer er meer aanmeldingen zijn, extra materieel ingezet moet worden dat duurder kan zijn dan wanneer een touringcar zou zijn ingezet. Het voordeel van een touringcar is momenteel dat deze voldoende ruimte heeft een aantal extra leerlingen te vervoeren zonder veel extra kosten. Per schooljaar wordt voor het vervoer naar de Kom en de Dijk in Druten vastgelegd of er dat schooljaar een touringcar wordt ingezet of klein materieel. De eigen bijdrage wordt momenteel voor 13 leerlingen doorgerekend (van de 133 leerlingen die in totaal gebruik maken van het leerlingenvervoer). Wanneer wordt uitgegaan van het zelfde aantal voor het nieuwe schooljaar en gebaseerd op de invoering van de 6 km grens levert dit een financieel voordeel van € 1.424,80 op. Dit is echter een inschatting. Aangezien het leerlingenvervoer er morgen weer anders uit kan zien wanneer er meer of minder aanmeldingen zijn, is het niet mogelijk hierop een garantie te geven. Vanaf 01-08-2014 gaat de wet op Passend Onderwijs van kracht. De invoering van deze wet kan mogelijke consequenties hebben voor het leerlingenvervoer. De verantwoordelijkheid voor het leerlingenvervoer zal voorlopig ook nog in handen liggen van de gemeenten. Het is nu niet inzichtelijk welke consequenties het Passend Onderwijs zal hebben. Daarover zal in de loop van 2014 meer duidelijkheid over moeten komen. In februari 2014 staat gepland dat de schoolbesturen het concept zorgplan moeten bespreken met de gemeenten. Dan kan waarschijnlijk meer inzicht gegeven worden. Stand van zaken De nieuwe wet op Passend Onderwijs is definitief in werking getreden op 1 augustus 2014. De wetswijzigingen die direct het leerlingenvervoer betreffen zijn in aantal beperkt. Het gaat om de volgende belangrijke punten: - De regeling (bedoeld wordt de verordening) dient rekening te houden met de van ouders redelijkerwijs te vergen inzet; 119 - Leerlingen die voortgezet speciaal onderwijs volgen kunnen slechts aanspraak maken op een vervoersvoorziening als zij wegens hun handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege hun handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik kunnen maken. Aanpassing verordening In de raadvergadering van 19 juni 2014 is uw raad gevraagd een besluit te nemen over de aangepaste verordening voor het leerlingenvervoer. In deze verordening zijn alleen de wijzigingen met betrekking tot het Passend Onderwijs meegenomen. Vervolg Conform voorstel en planning. 120 MEERJAREN INVESTERINGSPLAN 121 In de laatste kolom is aangegeven of er sprake is van een oude (O), gewijzigde (G) of nieuwe (N) investering ten opzichte van het bij de Programmabegroting 2014 vastgestelde meerjareninvesteringsplan 2014-2017. Alleen de nieuwe en gewijzigde investeringen hebben een budgettair effect. Daarnaast presenteren wij de vervallen (V) investeringen. Deze hebben een positief financieel effect. 122 BIJLAGE 3 - OVERZICHT VASTE ACTIVA Bedragen x € 1.000 Activaklasse Boekwrd Aflos- Afschrij Rente Boekwrd Kapitaallasten 01-01-2015 sing 31-12-2015 2015 2016 2017 ving Programma 1 - Wonen, werken en recreëren Gronden en terreinen 258 0 Woonruimten 99 0 Bedrijfsgebouwen 295 0 Grond, weg en water werk 66 0 Ov. lang lopende leningen 2.602 204 Aandeel in gem. R&D 19 0 Onderh. werken GrEx’en 8.557 0 Totaal programma 1 11.896 204 15 5 15 3 0 0 0 38 11 4 12 3 176 1 299 506 243 95 280 63 2.398 19 8.557 11.655 0 0 0 0 89 0 89 12 365 15 135 0 5 532 29 430 7 13 334 2 815 716 41 39 38 38 9.724 795 751 733 722 150 22 21 19 16 196 148 100 65 36 7.378 334 330 326 321 34 6 6 6 6 18.198 1.346 1.247 1.187 1.139 0 0 0 0 0 0 0 0 0 7 1 47 42 29 519 3 0 648 5 1 34 11 10 677 1 1 740 68 13 13 12 12 21 2 2 2 2 798 81 86 84 82 234 53 51 43 39 213 39 38 37 35 15.494 1.196 1.187 1.182 1.179 27 5 4 4 4 6 0 0 0 0 16.861 1.389 1.381 1.364 1.353 Programma 4 - Burger, bestuur en veiligheid Bedrijfsgebouwen 3.923 0 Grond, weg en water werk 2 0 Machines, app. en install. 833 0 Ov. materiële VA econ. 91 0 Totaal programma 4 4.849 0 64 1 298 13 376 245 0 33 4 282 3.859 1 534 78 4.472 309 1 331 16 657 309 1 256 16 582 308 1 141 15 465 308 0 136 15 459 64 13 77 245 4 249 3.859 80 3.939 309 17 326 309 16 325 308 16 324 308 15 323 Programma 2 - Maatschappelijke zaken Gronden en terreinen 728 Bedrijfsgebouwen 10.089 Machines, app. en install. 166 Ov. materiële VA econ. 331 Ov. lang lopende leningen 7.467 Bijdrage aan activa 39 Totaal programma 2 18.820 Programma 3 - Fysieke leefomgeving Gronden en terreinen 75 Bedrijfsgebouwen 22 Grond, weg en water werk 845 Vervoermiddelen 275 Machines, app. en install. 242 Ov. materiële VA econ. 16.013 Ov materiële VA maat 31 Aandeel in gem. R&D 6 Totaal programma 3 17.509 Algemene dekkingsmiddelen Bedrijfsgebouwen Ov. materiële VA econ. Totaal Alg. dekkingsm. TOTAAL 3.923 93 4.016 0 0 0 57.090 293 1.671 2.592 27 8 27 6 176 1 299 544 27 8 27 6 161 1 299 529 10 8 26 5 145 1 299 494 2018 10 8 26 5 128 1 299 477 55.125 4.262 4.064 3.834 3.751 123 BIJLAGE 4 - OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Reserves Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 Programma 1 Bovenwijkse voorzieningen Recreatie en toerisme Sociale woningbouw Startersleningen Totaal Programma 1 366 66 165 499 1.095 392 71 382 499 1.344 635 73 237 486 1.431 961 75 257 473 1.766 1.287 78 277 459 2.101 1.613 81 297 444 2.435 Programma 2 Afkoopsommen erfpacht Leefbaarheid kernen Lokaal onderwijsbeleid Onderhoud voetbalvelden Onderwijshuisvesting Totaal Programma 2 235 606 135 0 674 1.649 233 437 135 0 658 1.462 466 338 135 61 643 1.642 461 313 135 0 643 1.551 455 288 135 0 643 1.520 449 263 135 0 643 1.489 618 618 585 585 406 406 184 184 0 0 0 0 4.560 781 2.093 109 160 7.703 5.511 940 1.501 55 120 8.126 5.525 909 1.443 0 80 7.957 5.810 717 1.430 0 40 7.998 6.686 14 1.417 0 0 8.117 7.012 0 1.404 0 0 8.416 11.066 11.517 11.436 11.499 11.738 12.341 Programma 3 Egalisatie Rioolheffing Totaal Programma 3 Algemene dekkingsmiddelen Algemene reserve Informatisering Investeringen met economisch nut Investeringen met maatschappelijk nut Personeel en organisatie Totaal Algemene dekkingsmiddelen Totaal reserves 124 Stand per 1 januari, bedragen x € 1.000 Voorzieningen Programma 1 Beheer en onderhoud ontzanding Totaal Programma 1 Saldo 2013 Saldo 2014 Saldo 2015 Saldo 2016 Saldo 2017 Saldo 2018 323 323 471 471 669 669 819 819 969 969 1.119 1.119 Programma 2 Gebouwen Onderwijsgebouwen Totaal Programma 2 1.331 582 1.913 904 416 1.320 924 458 1.383 806 458 1.264 871 458 1.330 742 458 1.200 Programma 3 Afkoop onderhoud grafrechten Openbare verlichting Wegen Totaal Programma 3 122 350 2.985 3.457 106 395 2.955 3.457 100 281 2.535 2.916 95 302 1.729 2.126 92 357 1.138 1.587 89 288 1.215 1.592 Programma 4 Pensioenen wethouders Voormalige wethouders Totaal Programma 4 1.722 124 1.847 1.799 79 1.879 1.882 169 2.051 1.958 138 2.096 2.034 103 2.137 2.110 70 2.180 148 148 220 220 101 101 100 100 100 100 100 100 7.688 7.346 7.120 6.404 6.122 6.190 Algemene dekkingsmiddelen Voormalig personeel Totaal Algemene dekkingsmiddelen Totaal Voorzieningen 125 BIJLAGE 5 - RISICOREGISTER Categorie Risico Bedrag Kans Klasse Gevolg % Klasse Bedrag x € 1.000 1. Aansprakelijkheid Bedrijfsongevallen I/S Beheersing Toelichting x € 1.000 200 1 2% 1 4 S Accepteren Nalatigheid of onrechtmatig handelen 100 1 5% 1 5 S Verminderen Fraude, diefstal 500 1 5% 2 25 S Verminderen 50 3 50% 2 25 S Overdragen/ verminderen 200 2 25% 2 50 S Verminderen (accepteren) Achterstallig onderhoud gebouwen, wegen, riolering, groen a.g.v. mogelijke bezuinigingen kunnen leiden tot meer claims. Verminderen Verzekering: Clausule vergeten objecten. Hertaxatie geschiedt jaarlijks; Vandalisme niet verzekerd. € 1.000 max. per schadegeval, begroting € 9.400. Onderhoud is gebaseerd (actuele) meerjarige onderhoudsplannen. Het a.g.v. opstellen accommodatiebeleid ontstane achterstallig onderhoud gebouwen is/wordt ingelopen. Het is een risico of onze voorzieningen financieel toereikend zijn. Het risico schatten we in op € 150.000. De kosten van de uitvoering van het Integraal Onderwijshuisvestingsplan worden begin 2015 bekend. Dan kunnen wij ook bepalen wat de eventuele extra toevoeging aan de reserve moet zijn. Vooralsnog hebben wij hiervoor € 250.000 als risico opgenomen. Planschade Schadeclaims - Algemeen Totaal 1. Aansprakelijkheid 1.050 109 2. Eigendommen Gemeentelijke eigendommen en accommodaties - eigen risico schadegevallen - onderhoud en beheer 10 5 90% 1 9 S 150 2 25% 3 38 S - onderwijshuisvesting 250 3 50% 3 5 5 99% - vervuiling openbare ruimte Totaal 2. Eigendommen 3. Bedrijfsvoering Doorbelasting personeel aan Grondexploitaties Afwezigheid personeel wegens ziekte of anderszins (zwangerschaps- en bevallingsverlof, zorgverlof) Arbo-voorschriften worden nageleefd en werkprocedures gevolgd. WABMverzekering (bestuurders motorrijtuigen, onderweg met eigen vervoer). WA-verzekering, WA-bestuurders en rechtsbijstandsverzekering, procedures en mandaatregeling volgen. FOG-verzekering. Treffen fysieke en/of administratieve maatregelen (functiescheiding, procesbeschrijvingen). Planschade overeenkomsten ontwikkelaar. Risico binnen projecten gemeente. 415 Accepteren 125 I Accepteren 4 s Accepteren Dumpen van afval: asbest, chemisch afval, drugsgerelateerd afval 176 445 3 50% 3 223 S 100 2 30% 2 30 S Verminderen Toerekening van structurele lasten aan grondexploitaties wordt in de komende jaren afgebouwd. Verminderen/ Ziektepercentage gemiddeld 4%. accepteren Uitgangspunt opvangen binnen eigen budgetten, bij calamiteiten risico € 100.000. 126 Categorie Risico Bedrag Kans Klasse Gevolg % Klasse Bedrag x € 1.000 I/S Beheersing Toelichting x € 1.000 Vertrek personeel 50 2 30% 1 15 S Verminderen Stijging kosten pensioenen 65 5 80% 2 52 S Accepteren Kwalitatief goed personeel 50 3 50% 2 25 S Disfunctioneren medewerkers ICT 100 2 25% 2 25 S Verminderen/ Ontwikkelingen op arbeidsmarkt na accepteren aantrekken economie zijn naar verwachting ongunstig voor de overheid. Van aantrekken is echter nog geen sprake. Verminderen Coaching en begeleiding. 29 2 25% 1 10 S Verminderen 45 2 25% 1 11 S Verminderen ICT - software Totaal 3. Bedrijfsvoering 4. Financieel a. Economische ontwikkelingen - Loon- en prijsontwikkelingen 857 Gemiddeld verloop 10 personen per jaar. Uitgangspunt opvangen binnen eigen budgetten, bij groter verloop is sprake van risico € 50.000. Gelet op vergrijzing is stijging lasten pensioenen te verwachten. Training medewerkers, gegevensuitwijk, back up systemen. Computeruitval 95 medewerkers - 1/2 dag, gemiddeld uurtarief € 75. Een softwareleverancier heeft haar prijzen bij al haar gemeentelijke klanten aanzienlijk verhoogd. Hiertegen wordt, samen met een aantal andere gemeenten, (waarschijnlijk) een juridische procedure opgestart. 384 100 1 10% 1 10 S Verminderen Begrotingspost wordt geraamd op basis van meest recente gegevens. - Toename uitkeringen WWB (inkomensdeel) 100 3 50% 2 50 I Verminderen Begrotingspost wordt geraamd op basis van meest recente gegevens en indien noodzakelijk gedurende jaar bijgesteld. - Toename aanvragen bijzondere bijstand - Toename aanvragen schuldhulpverlening - Vermindering legesopbrengsten bouwvergunningen 10 4 70% 1 7 I Verminderen Begrotingspost is bijgeraamd. 10 4 70% 1 7 I Verminderen 50 2 25% 1 13 I Verminderen /accepteren p.m. 2 30% 1 p.m. I Verminderen p.m. 1 10% 2 p.m. I Verminderen p.m. 1 10% 2 p.m. I Verminderen 100 2 25% 2 25 I - Vertraging bouwprojecten renteverliezen - Daling grondprijzen GrEx - Terugtrekken partners GrEx - niet realiseren opbrengsten - Ontzandingen Accepteren Ramingen zijn bijgesteld conform bijgestelde woning-bouwprogramma. Opbrengsten bouwleges zijn deels afhankelijk van economische conjunctuur en daarmee risicovol. Rente verliezen worden binnen de GrEx opgevangen. Kosten door organisatie gemaakt, worden op basis van gesloten overeenkomsten, op termijn voor 100% vergoed. Contractant verzorgt beheer en onderhoud. Bedragen zijn gekoppeld aan hoeveelheid tonnages zand door contractpartijen gewonnen. Hoeveelheid gewonnen zand is afhankelijk van ontwikkelingen in de markt. Fasering realisatie opbrengsten zijn voor een deel conjunctuur gevoelig. Het risico wordt geschat op € 100.000 incidenteel. 127 Categorie Risico Bedrag Kans Klasse Gevolg % Klasse Bedrag x € 1.000 - Lagere opbrengsten OZB door leegstand bedrijfsvastgoed - Toename bezwaar/kwijtschelding - kosten/ minder opbrengsten Totaal a. Economische ontwikkelingen b. Grondexploitatie - Grondexploitaties Totaal b. Grondexploitatie c. Verbonden partijen en gesubsideerde instellingen Regio Rivierenland I/S Beheersing x € 1.000 25 3 50% 1 13 I Verminderen 15 3 50% 1 8 I Verminderen 410 1.250 Toelichting 132 2 25% 5 1.250 313 I Verminderen Activiteiten zijn conjunctuurgevoelig. Realisatie plannen ligt deels bij projectontwikkelaars. Verschillende risico´s gemeente (afzetmogelijkheden, rente, BTW, waardering gronden, subsidies derden). De exploitatieopzetten worden periodiek herzien. Voor de verliesgevende exploitaties zijn voorzieningen getroffen. 313 79 1 10% 1 8 S 126 1 10% 1 13 S 150 2 25% 2 50 S 61 1 10% 1 6 S Verminderen/ idem accepteren Belasting Samenwerking Rivierenland 273 1 10% 1 27 S Verminderen/ idem accepteren GGD Gelderland-Zuid 500 1 10% 2 50 S Verminderen/ Vooralsnog leiden frictiekosten als accepteren gevolg van de uittreding van Mook & Middelaar niet tot hogere bijdragen. Met ingang van 2015 kan dit mogelijk wel het geval zijn. Milieu Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Totaal c. Verbonden partijen 0 1 10% 2 0 S GR Veiligheidsregio Gelderland-Zuid - algemeen - FLO-overgangsrecht Werkvoorzieningschap Breed Schoollogodische Dienst Maas en Waal d. Open-einde regelingen Leerlingenvervoer 1.189 50 Verminderen/ Budgetoverschrijdingen t.l.v. gemeente. accepteren Budgetten bijgesteld o.b.v. actuele begrotingen. De mate van beïnvloeding en zeggenschap binnen de verbonden partijen is onderwerp van bestuurlijke discussie. Verminderen/ idem accepteren Verminderen/ idem (transitiekosten) accepteren Verminderen/ De MARN heeft haar risico´s afgedekt. accepteren De gemeente loopt geen extra risico´s 154 2 25% 1 13 S Verminderen/ Begrotingspost wordt geraamd op basis accepteren van meest recente gegevens. Indien noodzakelijk vindt bijstelling bij bestuursrapportages plaats 128 Categorie Risico Bedrag Kans Klasse Gevolg % Klasse Bedrag x € 1.000 I/S Beheersing Toelichting x € 1.000 Wet maatschappelijke ondersteuning 50 2 25% 1 13 S Verminderen/ Idem accepteren Wet werk en bijstand (deels) 100 3 25% 3 25 S Bijzondere bijstand Totaal d. Open-einde regelingen 10 210 3 50% 2 5 S 55 Verminderen/ Idem. Wij zijn volledig risicodrager voor accepteren de kosten van de bijstand inkomensdeel. Het maximale risico schatten wij in € 100.000. Een deel van dit risico presenteren wij bij de economische omstandigheden. Accepteren Idem e. Grote projecten Totaal e. Grote projecte f. Overige financiële risico's Algemene uitkering 0 0 250 3 50% 3 Juridisch geschil heffing baatbelasting 100 5 1% 3 1 I Accepteren Renterisico 100 2 30% 3 30 S Accepteren Toerekening rente eigen vermogen (reserves) 200 3 50% 3 100 S Accepteren/ verminderen Beleggingen - dividend 56 2 25% 2 14 S Accepteren Decentralisatie Rijkstaken Opruiming explosieven Bodemsanering p.m. 4 75% 2 p.m. S Accepteren 100 300 1 1 10% 10% 3 3 10 S 30 S Accepteren Accepteren 75 5 80% 2 60 S Verminderen p.m. 1 10% 2 p.m. S Verminderen Oninbare vorderingen Belastingaangiften (onvolledige, niet tijdige of onjuiste opgave en aangifte belastingsdienst BTW, loonbelastingen) Belastingopbrengsten p.m. 125 S p.m. Accepteren/ verminderen Effecten van de rijksbezuinigingen, decentralisaties en nieuwe circulaires zijn nog onzeker. Als risico nemen we 2,5% accress mee Juridisch geschil over heffing baatbelasting. Risico: tot € 100.000 Rente fluctueert. Momenteel is rente relatief laag. In begroting wordt tevens structureel deel opbrengsten als dekking meegenomen. Fluctuaties in rentepercentage kunnen leiden tot risico. Het 'algemene' renterisico stellen we op € 100.000. Per 1 januari 2012 geldt de vastgestelde nota reserves en voorzieningen. Hierin is het nieuwe rentebeleid opgenomen. Over de geblokkeerde reserves wordt een bedrag van €. 200.000,00 toegerekend aan de exploitatie. Mochten deze reserves toch worden aangesproken leidt dat tot een risico in de begroting. Totale geraamde dividend Vitens NV € 56.000, Nazorg Bodem BV keert tot 2020 geen dividend uit om bedrijf op orde te brengen. Er zijn geen lokaties bekend met een risico van bodemsanering. Het 'algemene' risico van bodemsanering schatten we in op € 300.000. Voorziening voor dubieuze debiteuren gevormd van € 60.000 (jaarverslag 2012), . In overleg met belastingdienst over horizontaal toezicht. Dit betekent dat onze processen worden doorgelicht. Zijn deze akkoord vinden er nog beperkt controles plaats. Bovendien zijn wij dan vrijgesteld van boetes. Het risico betreft het niet volledig genereren van inkomsten. Verminderen van risico door het uitvoeren van volledigheidscontrole en bijhouden standenregisters 129 Categorie Risico Bedrag Kans Klasse Gevolg % Klasse Bedrag x € 1.000 I/S Beheersing Toelichting x € 1.000 Garanties en borgstellingen 5.000 1 1% 5 50 S Wachtgeld bestuurders Totaal f. Overige financiële risico's 0 6.181 3 50% 3 0 S 420 Totaal 4. Financieel 9.240 1.073 Totaal Waarvan incidenteel structureel 11.562 1.741 560 1.181 Accepteren Verminderen Gemeentelijke garanstellingen voor verenigingen en gewaarborgde geldleningen e.d. Totaalbedrag ca. € 23 miljoen. Betreft vooral Woningstichting De Kernen (€ 19 miljoen), in dit kader is risico beperkt Voorzieningen beschikbaar 130 BIJLAGE 6 - SAMENSTELLING COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Burgemeester Th.A.M. Steenkamp Portefeuille Algemeen bestuur, Openbare orde en Veiligheid - Algemeen bestuur en bestuurlijke coördinatie - Bestuurlijke samenwerking (Regio Rivierenland) - Integriteitsbeleid - Personeelszaken - Communicatie - Burgerzaken - Openbare orde en veiligheid (politie, brandweer en ambulancezorg) - Integraal veiligheidsbeleid (incl. rampenbestrijding –GHOR-) - Algemeen plaatselijke verordening - Handhaving APV - Representatie Vervanging van portefeuille door wethouder van Swam Wethouder A.P.M. van Swam Portefeuille Sociaal Domein - Participatiewet (inkomensvoorziening en –ondersteuning) - Gezondheidszorg - Wet Maatschappelijke Ondersteuning - Jeugdzorg - Transities sociaal domein - Welzijn (jeugd en jongerenwerk en ouderenbeleid, minderheden, vrijwilligers en subsidiebeleid) - Educatie (kinderopvang, peuterspeelzalen, lokaal (primair- en voortgezet) onderwijsbeleid (onderwijsvoorzieningen en –huisvesting) en bibliotheekwerk - Leerplicht - Uitvoering Visie Leefbaarheid Kernen - Project nieuw-/verbouw De Rosmolen e - 1 loco burgemeester Vervanging van portefeuille door wethouder Bos Wethouder S.A.M. Bos Portefeuille Wonen, Werken, Economie, Recreatie en Toerisme - Ruimtelijke Ordening (structuur en bestemmingsplannen) - Grondexploitaties/woningbouw - Volkshuisvesting - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) - Handhaving WABO - Economische zaken (middenstand, bedrijven, markten en kermissen) - Grondzaken (pacht, huur en verhuur, aan- en verkoop gemeentelijke eigendommen) - Recreatie- en toerisme (structuurvisie Recreatieconcentratiegebieden; Gouden Ham/de Schans, Tuinen van Appeltern e - 2 loco burgemeester Vervanging van portefeuille door wethouder Hol 131 Wethouder A.H.M. de Vree Portefeuille Financiën, Milieu, Sport en Bedrijfsvoering - Planning en control (financiën, belastingen) - Milieu (incl. afvalverwijdering en –verwerking) - Welzijn (accommodaties -sportaccommodaties en dorpshuizen-, kunst en cultuur, sport) - Opdrachtnemersrol gemeenschappelijke uitvoeringsregelingen (BSR, ODR, AVRI) - Bedrijfsvoering (informatievoorziening, juridisch, organisatie, facilitair, automatisering) - Regiegemeente - Dienstverlening e - 3 loco burgemeester Vervanging van portefeuille door burgemeester Steenkamp Wethouder T.P.M. Hol Portefeuille Openbare voorzieningen, Wegen en Verkeer - Verkeer en Vervoer (wegenverkeerswetgeving, vervoersvoorzieningen (regio taxi, openbaar vervoer) en veerdiensten - Ontgrondingen (project Over de Maas) - Deltawerken - Beheer en onderhoud openbare buitenruimte (openbaar groen, openbare begraafplaatsen) gemeentelijke gebouwen (m.u.v. sportaccommodaties en dorpshuizen) en voorzieningen (w.o. speelterreinen) - Aanleg, beheer en onderhoud wegen straten en pleinen (incl. openbare verlichting) - Rioleringen, waterplan en waterbeheer e - 4 loco-burgemeester Vervanging van portefeuille door wethouder de Vree 132 BIJLAGE 7 - KERNGEGEVENS Gegevens 1 januari 2014 Geschatte gegevens 2015 Geschatte gegevens 2016 Sociale structuur Aantal inwoners - totaal - waarvan 0 - 19 jaar - waarvan 20 - 64 jaar - waarvan 65 jaar en ouder Aantal periodieke bijstandsgerechtigden - totaal - waarvan W.W.B. - waarvan I.O.A.W. - waarvan I.O.A.Z. Aantal tewerkgestelde in sociale werkvoorzieningsschappen Aantal leerlingen basisscholen Aantal leerlingen juniorcollege West Maas en Waal voortgezet onderwijs 18.419 4.107 10.942 3.370 18.425 4.032 10.923 3.470 18.425 3.957 10.898 3.570 210 192 17 1 216 192 23 1 203 180 22 1 79 74 69 1.508 1.475 1.465 342 307 300 8.584 ha. 777 ha. 8.515 ha. 777 ha. 8.515 ha. 777 ha. 7.765 7.840 7.915 1.486.900 1.494.350 1.502.700 15.182 stuks 7,5 ha 1,3 ha 16,7 ha 0,7 ha 126 ha 12,9 ha 11,3 ha 10 ha 23 km 116 km 38 ha 4 ha 15.231 stuks 7,5 ha 1,3 ha 17 ha 0,7 ha 126 ha 12,9 ha 11,5 ha 10 ha 23,6 km 116 km 38,2 ha 4 ha 15.266 stuks 7,5 ha 1,3 ha 17,3 ha 0,7 ha 126,4 ha 12,9 ha 11,8 ha 10 ha 24,2 km 116 km 38,4 ha 4 ha Fysieke structuur Oppervlakte gemeente - waarvan binnenwater Aantal woonruimten Oppervlakte van de wegen in m² Bomen Cultuurlijke beplanting Hagen Gazon Hondenuitlaatterrein Berm Kruidenrijk gras Natuurlijke beplanting Bos B-watergangen C-watergangen Onkruidbestrijding op verhardingen Algemene begraafplaatsen 133
© Copyright 2025 ExpyDoc