BIJLAGE WOONLASTENAKKOORD: WOONLASTENAGENDA 16-04-2014 Inleiding Via de woonlastenagenda maakt iedere partner in het woonlastenakkoord inzichtelijk en transparant wat hij bijdraagt aan het woonlastenvraagstuk en aan de afspraken die we hierover met elkaar gemaakt hebben. De partners leggen op deze wijze verantwoording af aan elkaar en aan de stad. Het woonlastenakkoord is immers niet vrijblijvend. De woonlastenagenda bestaat uit een algemeen deel en een specifiek deel per partij. Dit document betreft het algemene deel, dat bestaat uit: 1. Rollen en verantwoordelijkheden per partij 2. De (actuele) gezamenlijke woonlastenagenda: status april 2014 De specifieke (actuele) woonlastenagenda per partner, waarin de eigen inzet van de deelnemende partijen wordt geconcretiseerd, is als separaat document bijgevoegd en is daarnaast toegankelijk via directe weblinks naar de partners vanuit de website www.woonlastendebaas.nl. Voor het SHP is geen nadere duiding van activiteiten en projecten opgenomen. Het SHP is ondersteunend aan het totaal vanuit de omschreven rollen en verantwoordelijkheden. Daarop is het SHP aanspreekbaar. De woonlastenagenda is geen statisch gegeven. Vanuit de bewegingen die in het woonlastenakkoord geschetst worden kunnen maatregelen en instrumenten wijzigen en kunnen nieuwe initiatieven/projecten worden opgestart en andere eindigen. Ad 1. Overzicht rollen en verantwoordelijkheden t.a.v. woonlasten Gemeente De gemeente is, in de persoon van de wethouder Wonen, het bestuurlijk boegbeeld voor het woonlastenvraagstuk. De gemeente maakt afspraken met o.a. de corporaties op het gebied van betaalbaarheid, gestoeld op het gemeentelijk woonbeleid. De gemeente is medeverantwoordelijk voor bewustwording en voorlichting aan bewoners, bijvoorbeeld op het gebied van energiezuinig gedrag. De gemeente voorziet in een aantal inkomensondersteunende regelingen en voert deze ook uit. Daarnaast subsidieert de gemeente diverse fondsen die aan de laagste inkomensgroep ondersteuning bieden, met name gericht op het bevorderen van de participatie. De gemeente heeft directe invloed op de woonlasten via de gemeentelijke belastingtarieven en het kwijtscheldingsbeleid. De gemeente zet het kwijtscheldingsbeleid maximaal in om de meest kwetsbare groepen financieel te ondersteunen. De gemeente is uitvoerende partij in schuldhulpverlening en schuldsanering. De gemeente heeft een uitvoerende rol in het kader van diverse wetten, waaronder de Wet Werk en Bijstand en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Op grond van deze uitvoerende taken heeft de gemeente een belangrijke preventieve en signalerende functie. De gemeente doet er binnen haar rol en mogelijkheden alles aan om te voorkómen dat huishoudens in de financiële problemen geraken. Daar waar dit toch gebeurt of 1 Bijlage woonlastenakkoord: woonlastenagenda, 160414 dreigt te gebeuren zet de gemeente haar instrumentarium en netwerk in om tot een passende oplossing te komen. De gemeente faciliteert initiatieven en projecten van bewoners en partners, door het organiseren van menskracht en expertise, het beschikbaar stellen van financiële middelen en/of het wegnemen van belemmeringen vanuit bestaande regelgeving. De gemeente verbindt de verschillende beleidsterreinen, die gerelateerd zijn aan het woonlastenvraagstuk, o.a.: woonbeleid, armoedebeleid, energiebeleid. Corporaties Het bestaansrecht van corporaties is gelegen in het bieden van betaalbare huisvesting aan mensen die daartoe zelf niet in staat zijn. Daartoe voeren corporaties portefeuillebeleid en als afgeleide daarvan bijvoorbeeld huurbeleid en onderhoudsen energiebeleid. Woonlasten maken bij te nemen beslissingen steeds integraal deel uit van het afwegingskader. Corporaties kunnen hun keuzes verantwoorden vanuit woonlastenoptiek. Werken aan betaalbare huisvesting gaat niet alleen over acties/maatregelen in het hier en nu (gericht op de zittende huurders), maar ook over de langere termijn (en daarmee over toekomstige huurders). De Bossche corporaties zijn steeds op zoek naar een goed evenwicht tussen de korte en lange termijn doelstellingen, temeer nu zij geconfronteerd worden met een aanzienlijke afdracht van de huurinkomsten aan het Rijk. Zij voeren hierover actief het gesprek met belanghebbenden en maken hun keuzes transparant. Om de doelgroepen die zijn aangewezen op de sociale huurwoningvoorraad betaalbaar te kunnen huisvesten, garanderen de woningcorporaties dat de gelaagdheid (in termen van woonlasten, dus huur- en energielasten) van de sociale huurwoningvoorraad zich verhoudt tot de omvang en inkomensopbouw van de doelgroepen. Jaarlijks wordt inzichtelijk gemaakt hoe de woningvoorraad zich in omvang en gelaagdheid ontwikkelt in relatie tot de ontwikkeling van de doelgroep. De corporaties doen er binnen hun rol en mogelijkheden alles aan om te voorkómen dat huishoudens als gevolg van te hoge woonlasten in de financiële problemen geraken. Daar waar dit toch gebeurt of dreigt te gebeuren zetten de corporaties hun instrumentarium en hun netwerk in om tot een passende oplossing te komen. De corporaties hebben een belangrijke rol in de verdere verduurzaming van de Bossche woningvoorraad en verbeteren daartoe tot en met 2018 naar verwachting 2.370 woningen. De verbeteringen aan de woningen zullen minimaal in lijn liggen met de verbeteringen van de afgelopen jaren (zie onderstaande tabel). Door toepassing van nieuwe, innovatieve concepten en businessmodellen is de intentie om waar mogelijk extra stappen te zetten. Label A, A+, A++, B Label C, D Label E, F, G Eind 2008 13% 53% 34% Eind 2013 29% (6.383 van 22.313) 52% (11.735 van 22.313) 19% (4.195 van 22.313) De corporaties geven waar mogelijk keuzes en mogelijkheden aan huurders om zelf invloed uit te oefenen op hun woonlasten, bijvoorbeeld middels keuzepakketten/modules. De corporaties vervullen een actieve rol als het gaat om bewustwording van en voorlichting aan huurders. De corporaties hebben een belangrijke rol in preventie en vroegtijdige signalering van woonlastenproblematiek, via de vele klantcontacten die zij hebben. De corporaties stimuleren en faciliteren waar mogelijk initiatieven en ideeën van huurders, gericht op het verlagen van de woonlasten. 2 Bijlage woonlastenakkoord: woonlastenagenda, 160414 SHP Het SHP maakt de achterban bewust van de eigen rol en verantwoordelijkheid ten aanzien van de woonlasten en van de eigen mogelijkheden om de woonlasten te beïnvloeden. Het SHP mobiliseert huurders om met ideeën en initiatieven te komen. Het SHP signaleert belemmeringen en hiaten in het huidige aanbod. Het SHP houdt de corporaties en gemeente een spiegel voor t.a.v. het woonlastenvraagstuk. Het SHP ondersteunt de experimenten en initiatieven van de partners door actief verbindingen te leggen met de achterban. Ad 2: De (actuele) gezamenlijke woonlastenagenda In de lijn van het woonlastenakkoord zijn of worden op korte termijn de volgende gezamenlijke acties opgepakt: We inventariseren het totaal aan oplossingen, keuzes en de bestaande vangnetregelingen/voorzieningen rondom woonlasten en inkomensondersteuning (het hele palet) en zorgen voor een betere onderlinge verbinding. Tevens brengen we de hiaten in kaart. Op basis daarvan introduceren we waar nodig nieuwe maatregelen/instrumenten. We starten met een pilot woonlastencoach. Van enkele tientallen huishoudens met een hoge woonlastendruk brengen we de situatie integraal in kaart, wordt bekeken wat mensen zelf kunnen doen om hun woonlasten te verlagen, worden bestaande regelingen en voorzieningen optimaal ingezet en wordt gekeken hoe corporaties, gemeente en anderen kunnen bijdragen aan een oplossing, ook als dit afwijkt van het standaardbeleid. Zo geven we vanuit de praktijk geleidelijk invulling aan een adequaat vangnet en de ontwikkeling van flankerend beleid en ervaren we waar de belangrijkste belemmeringen zitten in wet- en regelgeving, zowel landelijk als lokaal. Daarmee is de pilot tevens voedend voor de proeftuin van het Ministerie (zie volgende punt). Samen met het Ministerie geven we uitwerking aan een lokale proeftuin, waarbij we ruimte vragen om anders / flexibeler met bepaalde regelgeving om te gaan (denk bijvoorbeeld aan: meer mogelijkheden om een gedifferentieerd huurbeleid te kunnen voeren, mogelijkheden voor tijdelijke huurverlaging, meer gespecificeerde aanlevering van gegevens van huurders om het huurbeleid beter te kunnen richten e.d.). Waar we ruimte krijgen voeren we experimenten uit, waarvan we het resultaat actief monitoren. We starten een woonlastencampagne met als doelen onder meer: - verantwoorden woonlastenagenda; - bewustwording van de eigen woonlasten en de mogelijkheden om deze positief te beïnvloeden; - voor het voetlicht brengen van bestaande regelingen en voorzieningen, bv gemeentelijke regelingen op het gebied van inkomensondersteuning; - platform bieden aan bewoners om ideeën uit te wisselen; - mobiliseren van bewoners om zelf het gesprek met ons aan te gaan en met ideeën te komen; - mobiliseren van anderen (maatschappelijke organisaties, bedrijven, media) voor de woonlastenaanpak. 3 Bijlage woonlastenakkoord: woonlastenagenda, 160414 Voor schrijnende situaties creëren we ruimte in de regels voor woonruimteverdeling om verhuizing naar een goedkopere woning mogelijk te maken. We gaan op korte termijn ook de energielasten in het woningenaanbod publiceren (niet alleen huurlasten), zodat mensen bewuster keuzes kunnen maken en wijzen mensen bij verhuring expliciet op de gevolgen voor hun woonlasten. We ontwikkelen gezamenlijk instrumentarium om de woonlastenaanpak te ondersteunen: - We ontwikkelen themakaarten op basis van (bestaande) verzamelde gegevens; deze kaarten helpen partners bij het beter richten van ieders activiteiten en projecten. Waar hebben bewustwordingscampagnes naar verwachting het meeste effect? Waar is bij renovatie/investeringsprojecten het meeste te winnen vanuit woonlastenoptiek? Waar concentreert (duur en goedkoop) ‘scheef wonen’ zich in onze stad? - We ontwikkelen instrumentarium om de woonlastendruk op individueel niveau inzichtelijk te maken, zodat ieder van ons dit kan gebruiken tijdens contactmomenten en ook mensen zelf hun eigen woonlastendruk kunnen bepalen. - We brengen ‘good practices’ op het gebied van woonlastenbeheersing in kaart. Eventueel brengen we deze in praktijk of reiken we ideeën aan bewoners aan. We monitoren onze aanpak gezamenlijk: - We monitoren driejaarlijks de ontwikkeling van de woonlasten op stedelijk niveau, uitgesplitst naar primaire en secundaire doelgroep. Dit op een zodanige manier dat de cijfers te vergelijken zijn met de cijfers in de rapporten die in 2010 en 2013 door Rigo zijn opgesteld. - Daarnaast monitoren we de belangrijkste initiatieven van ieder van ons. We bepalen telkens aan het begin van het jaar welke projecten we gaan monitoren. We meten daarbij de effecten op drie niveaus, namelijk: de effecten op de woonlasten, de effecten t.a.v. het versterken van het zelfoplossend vermogen van huishoudens en de leereffecten voor het organiserend vermogen van partijen. - Jaarlijks bespreken we de voortgang op het woonlastenakkoord met de stad. Daarvoor ontwikkelen we op basis van bestaande parameters bij organisaties een monitor om het debat over de woonlasten te kunnen voeren. Resultaten van de monitor vormen input voor de stedelijke discussie. Deze discussie kan ook een onderdeel zijn van bewustwordingscampagnes rondom thema’s in de woonlastenaanpak. ’s-Hertogenbosch, datum: 16 april 2014 De heer J.A.W.P. Weyers Gemeente ’s-Hertogenbosch, wethouder Volkshuisvesting, Welzijn en Cultuur 4 Bijlage woonlastenakkoord: woonlastenagenda, 160414 Mevrouw J.F.M. van der Beek SHP, voorzitter bestuur Mevrouw M. Buursink BrabantWonen, directeur vestiging ‘s-Hertogenbosch De heer S. Jansen Kleine Meierij, directeur-bestuurder De heer M. Acharki Zayaz, bestuurder 5 Bijlage woonlastenakkoord: woonlastenagenda, 160414
© Copyright 2024 ExpyDoc