Verslag van de vergadering nr. 2014-4 van het Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 21 mei 2014 FAVV Herman Diricks (Voorzitter), Jean-Marie Dochy, Leslie Lambregts, Pierre Naassens en Vicky Lefevre. Evelyne De Jonghe, vertegenwoordiger van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO Guy Vanbelle, vertegenwoordiger van minister Laruelle. Chris Boyen (secretaris)en Yasmine Ghafir (verslaggeefster). Leden van het Raadgevend Comité ME MS M M E S Bert Véronique /Ardies Luc 1 Melis Cédric/Nick Laurence v Braem Steve Carlos/Jonckheere Caroline 1 Mijten Erik/Van Keerberghen Georges 1 Bosmans Roger 1 Nijs Katrien/Van Moeseke Wim 1 Cools Romain/David Marquenie 1 Nutelet Guy/Ogiers Luc Hautekeur Charlotte/Tamellini Jean-François 0 Nys Annelore/Verdonckt Freek 0 0 Coulonval Daniel/Granados Ana v Debergh Renaat/De Wijngaert Lambert 1 Pottier Jean-Luc/Landuyt Marc De Craene Ann/Appeltans Philippe 1 Schirvel Carole/Jacquinet Stéphanie v Dejaegher Yvan/Hoeven Erik 1 Segers Dina/Vandecavey Brigitte 1 Henrotte Bénédicte/Fronik Bram 0 Semaille Marie-Laurence/Masure Alain 1 Diels Eve/ Sterckx Romain 1 Smagghe Thierry/Leroux Frans 1 De Greve Nathalie/Janssens Bente Moreau Thomas/Velghe Jan Fonteyn Freija/Spenik Kathleen 1 v Hallaert Johan/De Lange Els 1 Horion Benoit/De Boosere Isabel v Jaeken Peter/Persoons Davy 1 Vandevelde Renaat / Thise Sophie Jeandrain Charles/Lesceux Jonathan 0 Van Damme Eddy/ Denoncin Albert 1 Lauryssen Sigrid/Maertens Gwendoline 1 Van de Meerssche Eric/Verschueren Yves 1 Velz Alfred/Mendez Murielle v 1 Aanwezig 0 Afwezig 1 Poriau Pierre/Nys Laurent Tamigniaux Daphné/Bruynseels Erik v Teughels Caroline/Loncke Peter 1 Vandamme Hendrik/De Swaef Peter v Page 1 of 16 v v 1 v v 1 v v Vandenbosch Michel/De Greef Ann v v Vandenbroucke Joost/Van den Broeck A. 1 Verontschuldigd v Dagorde 3. 4. 5. 6. Goedkeuring van de dagorde Actualiteit - speciaal gerichte controleactie bij slagers op sulfiet - BECERT in productie Werking van het RC Administratieve vereenvoudiging: stand van zaken Preview activiteitenverslag FAVV 2013 Vereenvoudiging audittools 7. Classificatie en publicatie van de inspectieresultaten: recente ontwikkelingen 8. Varia 1. 2. Punt 1. Goedkeuring van de dagorde 1. De dagorde wordt goedgekeurd. Punt 2. Actualiteit A) - Speciaal gerichte controleactie bij slagers op sulfiet 2. Jean-Marie Dochy geeft een toelichting bij de actie zijnde een gerichte controle op het gebruik van sulfiet in filet américain of rundsgehakt die doorgegaan is op 15 maart 2014 bij slagers ( zie PPT voor meer detail : http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2014-0521_PUNT2_sulfiet_actie_americain_NL.pdf ). Het gaat om de resultaten van een actie gericht op het nemen van monsters in américain en bereide américain in verschillende slagerijen. Sinds 2 jaar, organiseert het Agentschap 3 tot 4 acties per jaar voor een product of een proces gedurende een korte periode. Vorig jaar richtte die actie zich op pitazaken en Chinese restaurants en barbecuevlees + belegd brootjes zaken. Ter herinnering, de resultaten waren vrij slecht voor de pitazaken en goed voor de Chinese restaurants. Dit jaar ging het dus om américain. De actie richtte zich op 110 slagerijen (met inbegrip van supermarkten). De Verordening (EG) Nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven verbiedt het gebruik van sulfiet, niet alleen omdat dit mogelijk kan maskeren dat het vlees minder vers is, maar ook omdat sulfiet aan de oorsprong kan liggen van allergische reacties bij sommige personen. Dit maakt al het voorwerp uit van controles op sulfiet tijdens het jaar waarvan de resultaten vrij gunstig zijn. Tijdens de actie, die in de loop van één dag georganiseerd werd, was het mogelijk om 110 slagers te controleren en 159 producten te testen en te bemonsteren. De toegepaste procedure was de volgende : enkele druppels malachietgroen werden aangebracht op de américainmonsters. In functie van het al dan niet verdwijnen van de kleur, kan de aanwezigheid of de afwezigheid van sulfiet bepaald worden, maar dit is slechts een aanwijzing aangezien de methode niet geaccrediteerd is. Indien het product aanwezig is, verdwijnt de groene kleur en wordt een officieel monster genomen voor onderzoek in het laboratorium ter bevestiging. Er wordt ook een kwantitatieve analyse uitgevoerd om de resultaten te bevestigen. In alle gevallen, werden de non-conforme resultaten voor de test met malachietgroen bevestigd in het laboratorium. In 14 slagerijen (7 in het Waalse Gewest en 7 in het Vlaamse Gewest) zou sulfiet aangetoond zijn op een totaal van 24 monsters. In het geval van positieve monsters, wordt een PV van overtreding opgesteld en vervolgens worden de in beslag genomen levensmiddelen vernietigd. De boetes gaan van 375€ tot 750€ naargelang de aangetroffen hoeveelheid sulfiet. In geval van recidivisme, wordt de boete vermeerderd Page 2 of 16 met 20% en bij de derde recidive, wordt het dossier rechtstreeks naar het parket doorgestuurd. Indien de operator steeds opnieuw dezelfde fout begaat, kan het FAVV overgaan tot een P15 = intrekking van de erkenning. Commentaar: 3. Als vertegenwoordiger van de Federatie van slagers, wil Jean-Luc Pottier verduidelijken dat de Federatie nooit slagers indekt die sulfiet gebruiken, dat dit mensen zijn die het beroep te schande maken en merkt op dat de Federatie een persbericht in die zin heeft opgesteld. Het persbericht werd verspreid door meerdere media. De Federatie staat positief ten aanzien van zeer strenge sancties om recidive te vermijden. Vroeger kwam de politie producten testen op het gebruik van sulfiet en in het geval van positieve resultaten, sloten ze de slagerij. Hij heeft een andere opmerking met betrekking tot de artikels die verschenen zijn in de pers die altijd melding maken van controles in slagerijen en niet van controles in "verkooppunten van vlees". Volgens hem zou het verstandiger zijn om die laatste term te gebruiken, aangezien men bij "slagerij" altijd denkt aan vaklui, terwijl de controleactie ook gericht was op slagerijen van supermarken, de korte ketens, de hoeveslagers en alle verkooppunten van vlees. 4. Jean-Marie Dochy antwoordt dat het grote publiek niet goed weet wat een verkooppunt van vlees is en de term "slagerij" dus gebruikt wordt om het begrip te vergemakkelijken. Die resultaten zullen in de toekomst vermeld worden bij de resultaten die gepubliceerd worden in het kader van de B2C op internet naar aanleiding van het debat dat hier heeft plaatsgevonden en in toepassing van het arrest van de Raad van State. 5. Sigrid Lauryssen vraagt wat dient verstaan onder “gerichte controles”: zijn ze gericht op opsporing van sulfiet of op slagers die in het verleden reeds inbreuken hebben gepleegd? Deze acties zijn gericht op producten en niet op operatoren waarbij reeds inbreuken werden vastgesteld, antwoordt Jean-Marie Dochy. B) BECERT in productie (http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2014-0521_PUNT2_RC_BECERT_NL.pdf) 6. Leslie Lambregts legt uit dat de versie 1.00 in productie is gegaan op 5/5/14 (1ste certificaat afgeleverd op 07/05/14). Er wordt één model van certificaat gebruikt voor de export van pluimveevlees (algemeen certificaat). Ze zijn voor het eerst gebruikt in de PCE’s Antwerpen & West-Vlaanderen. 7. Vervolgens komt de verdere planning aan bod: • Zomermaanden: toevoeging van andere certificaten die compatibel zijn met versie 1.00, dit wil zeggen voor de certificaten waar een fysieke controle verplicht is. Het lag in de bedoeling om ook de exportcertificaten voor varkensvlees naar Rusland toe te voegen aan BECERT, maar gezien er geen export mogelijk is omwille van Afrikaanse varkenspest in Polen en Litouwen wordt dit tijdelijk uitgesteld. Na opheffing van het embargo zal dit certificaat worden opgenomen in BECERT; • Najaar 2014: inproductiestelling van versie 1.10 van Becert die een aantal wijzigingen omvat (API voor de uitwisseling van gegeven tussen systemen, verdere uitwerking link tussen Becert en AdminLight voor bureaucertificering,..) ; is van toepassing op volgende certificaten: Gezondheidscertificaat voor de export van voedingsmiddelen en andere producten, fytosanitair certificaat, gezondheidscertificaten voor diervoeders & gezondheidscertificaat voor de uitvoer van melk en zuivelproducten geschikt voor humane consumptie; • Eind 2014 volgt de inproductiestelling van de versies 1.20 en 1.30 van Becert die de volgende wijzigingen bevatten: verdere uitwerking van de API + introductie QR Code + toevoeging van andere certificaten. 8. Voor meer informatie zie FAVV website/ export derde landen. Vragen kunnen overgemaakt worden aan: • [email protected] / [email protected] 9. Dit is een goed voorbeeld van modernisering van een manier van werken. Op middellange termijn moet dit leiden tot een volledig elektronisch systeem van certificering. Een aantal 3de landen, zoals China en Rusland, zijn vragende partij, stelt de Voorzitter tot slot. Commentaar: Page 3 of 16 10. De verwachtingen zijn erg hoog op dit vlak. Dit kon worden vastgesteld tijdens de infosessie bij FEVIA. Johan Hallaert dankt het FAVV voor zijn medewerking hieraan en duidt op het belang van een goede communicatie van de timing. Het ligt niet in de bedoeling om de federaties toegang te verlenen tot BECERT. Het systeem is gericht op de aanvraag en opmaak van certificaten, nadere info over wetgeving van bepaalde landen enz. zit niet vervat in BECERT, vraagt hij. 11. Leslie Lambregts antwoordt dat een aantal regels met betrekking tot de voorwaarden effectief in het systeem ingebouwd zij (bv. Ter beschikking zijn van analyses). De volledige informatie is opgenomen in de instructiebundels. De wettelijk evereisten zelf van 3de landern zijn hier niet opgenomen. 12. Op de vraag van Thierry Smagghe of in een testomgeving voor bedrijven kan worden voorzien zodat ze kunnen oefenen, wordt bevestigend geantwoord maar in dit geval wordt de betrokken PCE best gecontacteerd. Deze aanvraag moet door de PCE worden verwerkt vooraleer het bedrijf de complete flow in testomgeving kan testen. Zoals door Fevia gevraagd, zal klaar en duidelijk worden gecommuniceerd welke certificaten in welke PCE’s vanaf een bepaalde datum via het elektronisch systeem kunnen gebruikt worden, concludeert de Voorzitter. Punt 3. Werking van het RC 13. De Voorzitter vraagt of de leden van het RC nog steeds opteren voor dezelfde manier van werken bv. : - Is de woensdagvoormiddag nog altijd een gepaste vaste vergaderdag of is men eerder voorstander van een andere vergaderdag in de toekomst? - Blijft het systeem van de vaste kalender behouden? De vergadering van april wordt de laatste jaren geschrapt – misschien dient hiermee rekening gehouden bij de opmaak van de volgende vaste vergaderkalender voor 2015, enz. 14. Hij wijst op het belang om te blijven streven naar een goede dialoog tussen het Agentschap en de operatoren. Er zal geprobeerd worden om de timing te respecteren en punten die niet binnen de vooropgestelde timing kunnen aan bod komen, zullen worden verschoven naar een volgende vergadering. 15. Voorstellen, suggesties en vragen kunnen worden toegestuurd aan het secretariaat van het RC op het e-mailadres: [email protected] . 16. Actie: bespreking van de concrete voorstellen/suggesties i.v.m. de toekomstige werking van het RC op de vergadering van 18 juni e.k. Punt 4. Administratieve vereenvoudiging: stand van zaken 17. De Voorzitter geeft een overzicht bij de stand van zaken aangaande de acties die ondernomen werden in het kader van de administratieve vereenvoudiging (zie begeleidende nota en PPT voor meer detail: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/201405-21_PUNT4_administratievevereenvoudiging_NL_v4.pdf en http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2014-0521_PUNT4_Bilan_admin_vereenv_nl.pdf ) . Sinds 2009 wordt op regelmatige basis gerapporteerd over dit onderwerp. In het businessplan 2005-2008 van het FAVV werd reeds melding gemaakt van de nood aan administratieve vereenvoudiging. Het is echter pas in de volgende businessplannen, zowel van 2009-2011 als 2012-2014, dat de administratieve vereenvoudiging een strategische doelstelling van de organisatie is geworden De administratieve vereenvoudiging werd op verschillende niveaus gerealiseerd: – door aanpassing van de wetgeving; – op operationeel vlak door aanpassing procedures & werkwijze van het FAVV & door het ter beschikking stellen van de nodige info via de Website, een Newslettersysteem & de gidsen – door het voeren van permanente / unieke acties. 18. De Voorzitter vraagt de federaties om het systeem van de Newsletters verder publiekelijk bekend te maken bij de operatoren. Page 4 of 16 19. Vervolgens wordt stilgestaan bij het overzicht 2009-2014 zijnde de 2 voorstelrondes. Deze voorstellen worden beheerd via 2 boordtabellen die periodiek worden geüpdatet. Alle voorstellen zijn onder 16 hoofdstukken gerangschikt (zie slides 5 &6). 20. Enkele cijfers (vergelijkbare voorstellen gegroepeerd): bij 168 voorstellen is het FAVV betrokken partij en 148 voorstellen hebben enkel betrekking op het FAVV (= 90 zijn gerealiseerd en 7 zijn continu in behandeling) en 20 zijn in behandeling. Wat betreft de resultaten voor 2014 (voor alle geformuleerde voorstellen) is meer dan 2/3 gerealiseerd en van de voorstellen die het FAVV heeft weerhouden zijn + 90% gerealiseerd (zie slide 7). De voorstellen die voor de sectoren van belang zijn werden gerealiseerd. 21. .Overzicht realisaties per sector: o Dierlijke sector – BSE: afschaffing BSE-testen vanaf 01/01/2013 (zie dia 8); o Dierlijke sector: hormonen- en residuendossier: H- en R-besluit (herziening + nieuw besluit; 600kg-grens vrouwelijke karkassen werd opgetrokken tot 630kg; advies van het WetCom m.b.t. Thiouracil/prednisolone = in sommige gevallen kunnen deze stoffen aanwezigheid zijn zonder illegale behandeling; o Dierlijke sector: dierengezondheid: aanpassing sanitair beleid; modernisering monitoring Aujeszky en regelgeving (zie slide 11 voor meer detail); o Dierlijke sector: dierengezondheid: op het vlak van trichines: het verwerven van het statuut ‘regio met te verwaarlozen risico’ => geen systematische analyses in SH zonder export + verdere uitbouw van Sanitrace / Beltrace + elektronische VKI; o Dierlijke sector: diervoeders: dioxinemonitoring in toepassing nieuwe EU-regelgeving + invoering elektronisch voorschrift van gemedicineerde voeders – KB 20/12/2012 + afsluiten van een convenant tussen BEMEFA en het FAVV; Yvan Dejaegher vraagt om tevens het aflatoxine bemonsteringsplan opgemaakt door Bemefa en goedgekeurd door het Agentschap, te vermelden. Dit punt zal worden toegevoegd. o Plantaardige sector: de voorstellen zijn grotendeels gerealiseerd (zie slides 14 t/m 16); o Distributie & transformatie: MB Versoepelingen + levering tussen verkooppunten in B2C + beperking gezondheidsattest + vereenvoudiging voor de voedselbanken + ontwerp van KB H1 (levensmiddelenhygiëne) + versoepeling bemonsteringsfrequenties (Verordening (EG) nr. 2073/2005 voor de microbiologische analyses van gehakt vlees en vleesbereidingen in de sector transformatie) + publicatie richtsnoeren voor operatoren m.b.t. de flexibiliteit in toegestane bewoording van gezondheidsclaims samen met FOD VVVL, FOD Economie. De Voorzitter duidt erop dat er een belangrijke reel stap werd gezet hoewel op reglementair vlak als op het vlak van de gidsen. Tegen eind van het jaar de algemene B2C-gids zal beschikbaar zijn. Deze gids zal een geharmoniseerde aanpak garanderen voor al de luiken van de B2C-sector. Voor wat de levering tussen verkooppunten in B2C merkt hij vervolgens op dat onze regelgeving geëvolueerd is tot een punt van wat nog net aanvaardbaar is voor de Europese Commissie als “versoepeling”. o Versterking export: uitbreiding dienst internationale zaken met 2 FTE + LEAN-project ter verbetering interne samenwerking tussen de DGC & de DGCB + optimaliseren van de Communicatie sector + export varkensvlees China (uitz. slachtafvallen)/Vietnam/Australië/Nieuw-Zeeland; Sectoraal bemonsteringsprogramma Russische Federatie + BECERT(zie hierboven): o Korte keten: organisatie apart overleg ; KB betreffende de rechtstreekse levering, door een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel (BS 7/01/2014); o Algemeen: autocontrole – bonus-malus - beheer van de gidsen: het Agentschap heeft heel wat acties ondernomen om ACS te bevorderen ( zie slides 24 t/m 30): de lijnen in het rood tonen het effect op de financiering aan en het al dan niet doorrekenen van de malus of de niet toekenning van de bonus aan operatoren. Het KB autocontrole werd aangepast. Quasi voor alle activiteiten in de B2C-sector bestaat er gids, dit betekent dat alle operatoren laar en duidelijke richtlijnen hebben gekregen over hoe ze een ACS moeten organiseren; Page 5 of 16 o Algemeen: uniforme en redelijke controles: intern heeft het Agentschap veel acties ondernomen om tot een uniforme en coherente aanpak van de controles te komen. Dit punt wordt systematisch geplaatst op de dagorde. Daarenboven werd de diensten van DG Controle ISO 17020 gecertificeerd; o Algemeen: Lex Alimentaria: het RC heeft verschillende keren een update gekregen van dit complex ontwerp. De verdere afwikkeling zal worden overgedragen aan de volgende regering; o Communicatie met sectoren en andere belanghebbenden: overleg in het RC en bilateraal overleg met de sectoren en consumenten. Het RC werd uitgebreid met de beroepsfederatie van de bakkers en verpakkingssector; o FOODWEB: zowel naar de gebruikers als operatoren. In dit kader werd gewerkt aan de vereenvoudiging van de activiteitenboom die vanaf 01/01/2013 van kracht is. De Voorzitter vermeldt tevens de verschillende fiches die voor de activiteiten zijn opgemaakt. Op die manier kunnen de operatoren via de website sneller vaststellen welke activiteiten ze moet opgeven aan het Agentschap. Deze fiches omschrijven wat de activiteit inhoudt en welke andere activiteiten evt. ook in overweging dienen genomen. Commentaar: 22. Peter Jaeken haalt aan dat vereenvoudiging een geleidelijk aan proces is waarbij het aantal voorstellen op een bepaald moment wel zullen gaan verminderen. Dit is een prima initiatief. 23. Johan Hallaert deelt de analyse die gemaakt wordt. Maar dit blijft een “work and progress”. 24. De Voorzitter stelt tot slot dat het Agentschap een omvangrijk pakket van acties heeft doorgevoerd die uiteindelijk resulteerden in een verbetering en vereenvoudiging van de situatie. Het blijft een bekommernis naar de toekomst toe. We hebben behoefte aan afdwingbare, klare en duidelijke regelgeving. Deze analyse zal worden overgemaakt aan de toekomstige voogdijminister samen met de permanente acties (o.a. omzetting EU-regelgeving). Op IT-vlak kunnen er zeker nog verbeteringen worden aangebracht aan Sanitel, Sanitrace & Beltrace. 25. De reengineering van Sanitel is belangrijk voor de FWA. Marie-Laurence Semaille benadrukt dat Sanitel op een correcte manier moet kunnen functioneren. 26. De Voorzitter merkt op dat lang diende gewacht op de overgang naar het nieuw en performanter systeem. Het Agrofront zal bij de verdere uitwerking van Sanitel betrokken worden. Punt 5. Preview activiteitenverslag FAVV 2013 27. De Voorzitter benadrukt dat het RC zoals gewoonlijk een preview krijgt van het activiteitenverslag van het FAVV 2013, evenwel onder embargo. Dit activiteitenverslag zal midden juni aan de pers worden voorgesteld. 28. Yasmine Ghafir licht de grote lijnen van het jaarverslag 2013 toe, meer in het bijzonder de trends t.a.v. 2012. 29. In 2013 heeft het FAVV 54.349 controlemissies (met CL) uitgevoerd ( een lichte ↑ t.o.v. 2012). Een quasi status quo van het aantal hercontroles dient vermeld (gevolg politiek van het FAVV na een ongunstig controle volgt systematisch een hercontrole). Het aantal missies m.b.t. monsternemingen (29.962) is quasi gelijk gebleven. Uitvoering van de controles (inspecties met CL) In 2013 werden er 186.870 inspecties met CL uitgevoerd d.w.z. een stijging met 11,5% t.o.v. 2012 waarvan 87,4% conform waren. Gerangschikt in dalende orde: 1) Infrastructuur, inrichting en hygiëne (+ 10%); 2) Traceerbaarheid (status quo); 3) Meldingsplicht (status quo). Page 6 of 16 30. Autocontrolesystemen (conformiteit is gestegen van 65% in 2012 naar 74% in 2013). Inspecties Primaire Productie 31. Toelevering Landbouw: met een conformiteit van boven de 89% zowel voor de inspectieresultaten voor infrastructuur, inrichting en hygiëne als voor traceerbaarheid en een betere score bij de inspecties van bestrijdingsmiddelen. 32. Primaire plantaardige productie: 6.484 missies bij 5.257 operatoren resulteerden in zeer gunstige conformiteitpercentages. De inspectieresultaten voor infrastructuur en verhandelen van bestrijdingsmiddelen hebben in 2013 in positieve zin geëvolueerd. 33. Primaire dierlijke productie: 9.505 inspecties bij 8.725 operatoren resulteerden in zeer gunstige conformiteitpercentages (van boven de 90% conform) behalve voor de identificatie en registratie van dieren ingevolge van een ongunstige evolutie bij de identificatie van kleine herkauwers en dit in tegenstelling bij de varkens waar er zich een gunstige evolutie voltrok op dit vlak. 34. Inspecties slachthuizen (3813 missies (status quo) in slachthuizen – alle diersoorten) 35. Een sterke stijging van het conformiteitpercentage (= +14% in 2013 tov 2012) in de slachthuizen waar de als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren geslacht worden. Voor wat de autocontrole betreft, 87 % van de inspecties hadden een gunstig resultaat (= lichte stijging). 36. Inspecties: verwerking 37. Er werden 3.376 missies uitgevoerd bij 2.777 operatoren (levensmiddelen van plantaardige oorsprong, vlees, visserijproducten, melkproducten en eiproducten): meer dan 95% van de controles behaalden een gunstig resultaat voor de categorieën meldingsplicht, traceerbaarheid, vervoer, afvalbeheer en verpakking en etikettering. 38. De inspectieresultaten van infrastructuur, uitrusting & hygiëne en autocontrole tonen een gunstige evolutie in 2013. 39. De inspectieresultaten van de ganse verwerkingssector zijn gunstiger in de inrichtingen met een gevalideerd ACS. 40. Inspecties: horeca 41. In 2013 werden 14.464 missies uitgevoerd in 14.117 horecazaken. De inspectieresultaten m.b.t. een aantal punten: - de infrastructuur, inrichting en hygiëne (restaurants) zijn verbeterd in 2013 met conformiteitpercentage van 55% = een gunstige evolutie maar het percentage is nog altijd veel te laag; - de infrastructuur, inrichting en hygiëne (ambulant) met conformiteitpercentage van 65% (= lichte ↑); - de infrastructuur, inrichting en hygiëne (cafés) met conformiteitpercentage van 90%; - autocontrole (59% conform – verbetering in vergelijking met 2012 – is nog steeds voor verbetering vatbaar); - meldingsplicht: zeer goede resultaten met conformiteitpercentage van 97,8%. Voor wat betreft de resultaten in verschillende types van horecazaken kan worden opgemerkt dat de resultaten het best zijn bij “de kamers met ontbijt” en het slechtst in “de pizzeria & pitazaken". Redenen voor het niet conform zijn van de inspecties in de verschillende types van horecazaken (in dalende orde): - oppervlakte in contact met levensmiddelen zijn proper (NC in 9%); - t° gekoelde levensmiddelen en koudeketen worden gerespecteerd (NC in 8%); Page 7 of 16 - er zijn geen levensmiddelen aanwezig die bedorven zijn of waarvan de uiterste consumptiedatum niet is overschreden of die ongeschikt zijn voor menselijke consumptie (NC in 8%); - ontdooien onder gepaste omstandigheden (NC in 7%); - goede persoonlijke hygiëne en propere passende kleding (NC in 6%). De Voorzitter benadrukt dat vermelde niet-conformiteiten punten door de operator zelf kunnen worden verbeterd door bv. op een correcte hygiënische manier te werken en vervallen producten uit de rekken te nemen, enz. De resultaten van de inspecties in de grootkeukens worden onderverdeeld in 6 categorieën: infrastructuur, installatie & hygiëne in grootkeukens(1), infrastructuur, installatie & hygiëne in melkkeukens(2) autocontrolesysteem (3), autocontrolesysteem in de kinderopvang (4), meldingsplicht (5), traceerbaarheid (6): - globaal gezien zijn de inspectieresultaten grootkeukens in 30,2% niet conform (1); - in de melkkeukens zijn de resultaten beter met 15,7% niet gunstige resultaten (2); - 24,6% van de inspecties van autocontrolesystemen was niet conform (3); - 23,4% van de inspecties van autocontrolesystemen kinderopvang waren niet conform(4); - de meldingsplicht behaalde 98,8% conforme inspecties van meldingsplicht (5); - wat de traceerbaarheid betreft, was 90% van de inspecties conform (zonder opmerkingen) (6). De vergelijking van de resultaten van de verschillende types van horecazaken leert ons dat de melkkeukens het best scoren en dat de gevangeniskeukens het slechtst scoren. 42. Joost Vandenbroucke informeert naar een verklaring voor de slechte resultaten van de grootkeukens in de gevangenissen. Waarom wordt er geen verbetering vastgesteld? 43. In casu moeten de controlediensten in moeilijke omgeving optreden, vermeldt de Voorzitter. Het Agentschap gaat opnieuw met de FOD Justitie overleggen om te bekijken op welke manier de vastgestelde tekortkomingen kunnen worden verbeterd. Pierre Naassens benadrukt dat gevangenen worden ingeschakeld als keukenhulp. Bijgevolg heeft men te kampen met een voortdurende wisseling van keukenhulp en met taalproblemen. 44. Jean-Marie Dochy stelt bijkomend dat het gevangeniswezen verouderd is en te kampen heeft met overbevolking. Het Agentschap besteedt veel tijd aan de gevangenissen met het akkoord van de FOD Justitie. Daarnaast worden we geconfronteerd met het probleem dat alle gevangenissen eigendom zijn van de staat en dat de middelen voor mogelijke uit te voeren werken moeten worden goedgekeurd door de Regie der Gebouwen. Regelmatig worden er op infrastructureel vlak tekortkomingen vastgesteld en verloopt er een ganse periode vooraleer kan worden geremedieerd cf. de situatie van de scholen een aantal jaren geleden. Eerst heeft het Agentschap dit laatste probleem opgelost en de scholen hebben beetje bij beetje de nodige investeringen kunnen uitvoeren. Momenteel wordt er gewerkt om de situatie van de gevangeniskeukens te verbeteren. Er wordt regelmatig overlegd met de Regie der Gebouwen en de FOD Justitie. Indien deze situatie aanhoudt, zal Jean-Marie Dochy de Directeur-generaal van het gevangeniswezen persoonlijk aanschrijven met de boodschap dat het Agentschap zich genoodzaakt ziet om deze grootkeukens te sluiten indien er zich geen fundamentele verbeteringen worden doorgevoerd. 45. Inspecties detailhandel: 46. In 2013 werden 12.098 missies uitgevoerd in 11.746 detailhandelszaken. Met betrekking tot de resultaten inspecties detailhandel: infrastructuur, installatie & hygiëne (31,3% NC/verbetering resultaten tov 2012), autocontrolesysteem (20,5% NC /verbetering resultaten tov 2012), meldingsplicht (0,9% NC), traceerbaarheid (9%/idem verbetering van resultaten). 47. Uit de vergelijking van een aantal controlepunten blijkt dat (dia 16): Page 8 of 16 - de t° van gekoelde levensmiddelen en de koudeketen niet wordt gerespecteerd in 9,6% van de detailhandel zonder verwerking, in 13% van de detailhandel (met verwerking), in 13,6% van de detailhandel bakkerij en verse patisserie en in 5,8% van de viswinkels - de oppervlakte in contact met levensmiddelen moet proper zijn (NC voor detailhandel bakkerij en verse patisserie /vlees- en viswinkels); - goede persoonlijke hygiëne en propere passende kleding (probleem bij 7,8% van detailhandel met verwerking); - er zijn geen levensmiddelen aanwezig die bedorven zijn of waarvan de uiterste consumptiedatum is overschreden of die ongeschikt zijn voor menselijke consumptie (problemen voor al de categorieën behalve detailhandel bakkerij en verse patisserie); - de analyse van het jaarlijks verplicht monster van gehakt of vleesbereiding op basis van gehakt werd correct uitgevoerd & opgevolgd (is niet correct gerealiseerd in 1/5 van de gevallen); - de t° van de diepvriesproducten niet wordt gerespecteerd (= bij de detailhandel zonder verwerking); - huisdieren (behalve verbruikslokalen) en ongedierte zijn afwezig: bij detailhandel bakkerij en verse patisserie zijn in 6,3% van de controles NC vastgesteld. 48. Resultaten van de aangekondigde controleacties (minder dan 5% van de controles) uitgevoerd in bepaalde steden (wisselend van jaar tot jaar): uit een vergelijking van de resultaten van de afgelopen 3 jaren blijkt dat: ‐ de totale conformiteitgraad is verbeterd (84%); ‐ de resultaten op het vlak van infrastructuur, installatie & hygiëne iets beter zijn; ‐ operatoren met ACS zijn toegenomen (68% in 2013 tegen 54% in 2012); ‐ op het vlak van traceerbaarheid wordt de regelgeving zeer goed toegepast door de inrichtingen (93%). Eind 2013 beschikten 20.674 inrichtingen over een gevalideerd autocontrolesysteem voor al hun activiteiten (zie dia 18- 19). Zoals verleden jaar zijn de inspectieresultaten (= missies zonder maatregelen) in de inrichtingen met een gevalideerd ACS beduidend beter dan deze zonder ACS. Uit een vergelijking van de verschillende sectoren blijkt dat de primaire sector de hoogste score behaalt = 88% gunstige inspectieresultaten (= geen maatregel). Het percentage maatregelen (waarschuwingen en andere maatregelen/PV) dat genomen werd, is quasi gelijklopend voor inrichtingen met of zonder ACS. Voor de groothandel kan een beduidend verschil worden opgetekend tussen de inspectieresultaten van de inrichtingen met en zonder ACS (= +13%; idem voor de detailhandel +11% en voor horeca +6%). 49. Controles van producten (analyses) = de resultaten zijn conform (= 97,1% in 2012 tegen 97,4% in 2013) voor de verschillende soorten van analyses. Voor controles op het vlak van parasieten is het slechtere resultaat te wijten aan analyses bij invoer (= 68% conformiteit). 50. Er hebben in 2013, 76.377 monsternemingen plaatsgevonden (76.377 monsternemingen in 2012 tegen 69.869 in 2011). 97% van de 172.767 analyses waren conform (status quo). 51. Residuen en contaminanten = •Voor wat de residuen van pesticiden (granen, fruit, groenten) betreft: op 612 monsters = conformiteit van 97,8%. De resultaten liggen in de lijn van de vorige jaren (stijgende lijn). De conforme resultaten zijn gelijk voor de Belgische en Europese producten en er zijn meer NC bij producten afkomstig uit 3de landen (o.a. NC vastgesteld o.a. bij Spaanse peper uit Oeganda en Dominicaanse Republiek, munt uit Marokko, aardbeien uit Egypte, thee uit China); •Dioxines en PCB uit het leefmilieu : op een totaal van 2188 monsters voor dioxines, 2188 monsters voor dioxineachtige PCB’s en 1227 monsters voor PCB’s zijn overschrijdingen vastgesteld bij diervoerders en in schapenlever & spierweefsels van schapen (zie dia 24); Page 9 of 16 •Mycotoxines (diverse levensmiddelen): op 2.215 monsters van diervoeders, melk en melkproducten, fruiten, diverse levensmiddelen waren 99,2 % conform (status quo); sulfiet in gehakt : op 1972 monsters in 2013 waren er 97,4% conform zijnde een lichte daling tegen 2012. Uit de vergelijking van de laatste jaren blijkt dat het in dezelfde lijn ligt (zie dia 25); •Zout in brood: 94,8% conform wat een iets beter resultaat is in vergelijking met 2012 (93,9% conform); • 14 allergenen: – 1.384 controles op etikettering in de verwerkingssector (recepten) : 96,7% conform in 2013 tegen 92,8% in 2012 (= een ↑); – 3.097 analyses op etikettering in distributiesector : 94,1% conform in 2013 tegen 90,6% in 2012; ‐ 100% van de analyses in de distributie waren conform (status quo). • Contactmaterialen : – in 97,8% van de monsters is conform. NC worden vastgesteld bij verschillende materialen van plastiek of siliconen. 52. Microbiologische analyses/onderzoek op Salmonella 53. Voor pluimveebedrijven (fokpluimvee, leghennen, braadkippen & vleeskalkoen) behaalt België de Europese doelstelling van minder dan 1% positieve tomen voor kippen en kalkoenen (zie dia 28). 54. Analyses op pathogenen en hygiëne-indicatoren: diervoerders, primaire dierlijke productie, slachthuizen, verwerking, distributie en GIP’s De analyses m.b.t. pathogenen hebben een conformiteitsgraad van meer dan 90 % voor de vermelde domeinen behalve voor de slachthuizen met een conformiteitgraad van 89,8% (te wijten aan campylobacter aangetroffen op kippen- en varkenskarkassen). De NC bij diervoerders hadden betrekking op diervoerders bestemd voor gezelschapsdieren. Voor de sector verwerking (vleesproducten) zijn de resultaten vergelijkbaar met 2012 (↑ van campylobacterversnijding van pluimveekarkassen). 55. Klachten bij het meldpunt (consumenten): het aantal klachten is licht afgenomen (te wijten aan een vermindering van het aantal klachten i.v.m. het rookverbod). Voor wat de top 6 van de klachten van de consumenten bij het meldpunt betreft (gerangschikt in dalende orde van belangrijkheid): hygiëne lokalen en personeel, productie- en bewaarmethoden, rookverbod, voedselvergiftigingen, dierenwelzijn en verontreinigingen. 56. Klachten Ombudsdienst: de meeste klachten houden verband met klachten over het financiering & toepassing van het bonus-malussysteem (31,7%) en de interpretatie van de regelgeving, betwisting van controlemaatregelen (30,8%). 57. Meldingsplicht: Microbiologische gevaren: bij de verplichte meldingsplicht wordt een verhoging van de notificaties vastgesteld voor de aanwezigheid van salmonella; een vermindering van de notificaties voor dierenziekten (↓ door vermindering notificaties ziekte Schmallenberg). De notificaties i.v.m. de aanwezigheid van residuen van pesticiden zijn verminderd met 34%. 58. Opvolging van NC: in de voedselketen werden 4.694 PV, 23 intrekking/weigering van erkenning of toelating uitgeschreven voor een bedrag 2.868.715€. 59. Bij de sectoren ziet men een stabilisering van de toestand of een vooruitgang en toch is het bedrag van de administratieve boetes de laatste 3 jaren gestegen, haalt MarieLaurence Semaille. Graag een verklaring hiervoor. 60. Jean-Marie Dochy haalt aan dat de controlediensten meer en meer geconfronteerd worden met recidivisten. Recidivisten moeten hogere administratieve boetes betalen. Er wordt vastgesteld dat goede operatoren goed blijven en dat de slechte leerlingen hardleers blijven. Er wordt een lichte vermindering van het aantal PV’s in 2013 vastgesteld. Het aantal administratieve dossiers bij de dienst administratieve boetes neemt Page 10 of 16 echter toe. Zonder bijkomend analyse is het moeilijk om de juiste oorzaak van deze verhoging te achterhalen. 61. De Voorzitter benadrukt dat de commissarissen van de administratieve boetes het jaarverslag 2013 zullen toelichten op het RC van 22 oktober 2014. Zij zullen een antwoord voorbereiden op de gestelde vraag. 62. Actie: de commissarissen van de administratieve boetes onderzoeken waarom het bedrag van de administratieve boetes gestadig aan stijgt terwijl het aantal PV’s en waarschuwingen vermindert. 63. Intracommunautaire controles: een vermindering van uitgaande en binnenkomende zendingen (zie dia 36). 64. Controles bij invoer van producten afkomstig uit derde landen (via de grensinspectieposten): op de 51.485 gecontroleerde zendingen bij invoer werden er 345 geweigerd, ofwel 0,7 % (status quo). 65. In 2013 werden er over het algemeen meer RASFF-berichten verstuurd voor de vermelde categorieën (zie dia 38). 66. CVTI’s 67. In 2013 zijn er 1312 personen (tegen 1450 personen in 2012) het slachtoffer geworden van een collectieve voedselvergiftiging, wat een daling betekent van het aantal gevallen. 94 personen werden gehospitaliseerd, en 311 gevallen van CVTI werden opgetekend (tegen 330 gevallen in 2012). 68. CVTI ‘s: plaats van de blootstelling (variabele resultaten van jaar op jaar): 48,6% na het eten van een maaltijd in het restaurant; 48,3% na het eten van take-away; 16,7% na het eten van een maaltijd thuis. 69. Plantenziektes: opsporing schadelijke organismen 70. In 2013 werden 14.612 monsters genomen van planten, plantaardige producten, grond en andere materialen: 95% was vrij van ziektes & schadelijke organismen (tegen 96,1 in 2012) (zie 43). 71. Dierenziektes 72. België is officieel vrij van brucellose, leucose en tuberculose, ziekte van Aujeszky, bluetongue, hondsdolheid, hoogpathogene AI,... Geen enkel geval vastgesteld van: - BSE: laatste geval in België dateert van oktober 2006 (in België worden - 100.000 testen uitgevoerd); - Infectueuze anemie bij paarden. Op het vlak van : - het gezondheidsbeleid trekt het FAVV meer dan 7 mio€ per jaar uit voor de opvolging van (opnieuw) opkomende ziektes: Q-koorts, West Nile virus, ….; - opvolging van abortussen: een lichte daling; de geïdentificeerde pathogene agentia zijn: neosporose, toxoplasmose, Q-koorts, E. coli, Schmallenberg… - het pilootprogramma voor bijenziektes EPILOBEE: zijn 150 imkers opgevolgd (varroa): wintersterfte 30% en zomersterfte 9%. 73. Crisispreventie 74. Captatie van signalen: project werd opgestart in 2011. Page 11 of 16 75. Deelname simulatieoefeningen : traceringsoefening eieren en eiproducten in samenwerking met de pluimveesector, de distributiesector en de transformatiesector dierziekte (PCE); kleinere oefeningen (eigen crisisprocedures), deelname aan de nucleaire oefeningen van het Crisiscentrum van de regering. 76. Barometer van de voedselveiligheid 2012-2013 77. De barometer voor de voedselveiligheid is vooruitgegaan met 5,6% in vergelijking met 2012. In vergelijking met het referentiejaar 2007 is deze barometer met 24,3% gestegen. 78. Een lichte daling van de barometer voor de Diergezondheid (-2%) omwille van een vermindering van het aantal aangiftes van abortussen en een minder goede registratie van kleine herkauwers. In vergelijking met het referentiejaar 2007 is deze barometer met 45% gestegen. 79. Voor de barometer voor de plantenziekte (fytosanitaire situatie) en de schadelijke organismen wordt een vermindering vastgesteld van +5,8%. In vergelijking met het referentiejaar 2007 is deze barometer met 39,4% gestegen. 80. Discussie: 81. Kathleen Spenik informeert naar de resultaten van controles bij het wegvervoer. In deze presentatie zijn er nagenoeg geen cijfers meegedeeld over onze sector. Zijn deze beschikbaar? 82. Er wordt verwezen naar slide 4 : uitvoering controles - vervoer levende dieren resulteerde in een conformiteit van 97,5%. 83. Kathleen Spenik vraagt evenwel naar details m.b.t. de meest voorkomende NC van de sector. De Voorzitter stelt voor om deze vragen op een bilateraal overleg aan te kaarten. 84. Tot slot stelt de Voorzitter dat de situatie globaal genomen verbeterd is. We verkrijgen een consistent beeld. De inspecties verbeteren, de analyses van producten in het kader van het controleplan blijven globaal zeer goed. Er is in iedere sector een tendens naar betere resultaten. Dit zal het Agentschap toelaten om naast het bewaken van de algemene situatie te evolueren naar meer gerichte controles met name controles die gericht zijn op de hardleerse operatoren. Onze barometer heeft als synthese-element zeker zijn waarde. Het WETCOM evalueert na een aantal jaren deze barometer. Punt 6. Vereenvoudiging audittools 85. Dit punt wordt verplaatst naar de volgende vergadering. Punt 7. Classificatie en publicatie van de inspectieresultaten: recente ontwikkelingen 86. Vicky Lefevre verwijst naar het voorstel van classificatie en publicatie van de inspectieresultaten in de sector B2C dat op het vorige RC werd toegelicht. In casu gaat het om het voorstel met de grafische presentatie (= het voorstel met de logo’s – blz. 10 verslag 26/03/2014). Na de vergadering van het RC werden geen fundamentele bezwaren geuit op het vermelde voorstel, vandaar dat het Agentschap er vanuit gaat dat het RC zijn akkoord verleent aan het voorstel zoals geformuleerd op de vorige vergadering. Het Agentschap gaat zich nu toespitsen op de concrete uitwerking van het voorstel zijnde het opstellen van een planning voor de realisatie zijnde aanpassing van de ICT-systemen zodat de nodige queries kunnen worden getrokken en gegevens op dagdagelijkse basis kunnen worden geactualiseerd, aanpassing van de FAVV-website en voorzien in een communicatiestrategie zowel voor operatoren als voor het grote publiek. Er dringen zich twee belangrijke vragen op: Page 12 of 16 - Vanaf welk moment gaan de inspectieresultaten van een operator in rekening worden genomen? M.a.w. vanaf wanneer tellen de inspectieresultaten mee voor de bepaling van de classificatie. - Vanaf wanneer gaat het Agentschap in productie m.a.w. vanaf wanneer worden deze inspectieresultaten gepubliceerd op de website? Voor wat de 1ste vraag betreft : FAVV-inspecties worden uitgevoerd en men zou kunnen stellen dat vb. de inspectieresultaten vanaf september of oktober 2014 beginnen mee te tellen. Dit betekent dat het Agentschap zeker 3 maanden op voorhand moet starten met de nodige communicatie naar operatoren toe zowel via de pers als het Belgisch Staatsblad. Deze communicatie zal duidelijk stellen vanaf welk moment de inspectieresultaten zullen meetellen voor de bepaling van de classificatie van operatoren. Dan stelt zich de vraag met welke gegevens zal van start worden gegaan? Gaat men van start zoals initieel werd gepland met enkel de operatoren te klasseren die over een smiley beschikken te klasseren onder “smiley” en de rest van de operatoren onder “voorlopig geen informatie beschikbaar” in afwachting van de eerstvolgende inspectie. Of worden de operatoren, die voordien gunstig geklasseerd waren, ook al van bij de start meegenomen in het systeem? De databank werd al opgevuld met de smiley’s en de gunstige resultaten, alle andere hebben geen recente inspectie. Indien voor de eerste optie zou worden geopteerd, houdt dit in dat we van start gaan met een haast lege databank. Indien geopteerd zou worden voor de tweede optie dan gaan er reeds een groter aantal operatoren een classificatie hebben bekomen bij het van start gaan van het systeem, wat interessanter is voor de consument (= operatoren die op 01/10/2014 al “gunstig” hadden bekomen in de databank). 87. Wat de 2de vraag betreft: vanaf wanneer worden de inspectieresultaten effectief getoond op de website: dit zal gebeuren in de loop van 2015 afhankelijk van het moment dat het systeem online kan geplaatst worden. 88. Vicky Lefevre benadrukt dat in deze een beslissing moet worden genomen. Wat is de mening van het RC vooral m.b.t. de 1ste vraag “welke inspectieresultaten worden geafficheerd van bij de start? Enkel deze inspectieresultaten die vanaf datum-X geïnspecteerd zijn? Of ook de inspectieresultaten van de operatoren die al voordien geïnspecteerd werden en “gunstig” waren? 89. In de 2de hypothese worden de inspectieresultaten getoond van de operatoren met “smiley”, met “gunstig” en met “geen recente inspectieresultaten”, vraagt Joost Vandenbroucke ter verduidelijking. In voorkomend geval worden de 4 logo’s + de smiley getoond. En de rest van de operatoren wordt geklasseerd onder “geen informatie”. Er is dus enkel informatie beschikbaar voor de operatoren die sinds oktober 2014 geïnspecteerd zijn geworden tot op het moment van het in productie gaan van het systeem in 2015, legt Vicky Lefevre uit. In voorkomend geval gaat het om een klein aantal operatoren waarvan de inspectieresultaten online zullen beschikbaar zijn. 90. Het Agentschap is er steeds van uitgegaan dat operatoren met kennis van zaken moeten kunnen werken. Vandaar dat geopteerd wordt voor een publicatie van het systeem in het BS waardoor het voor iedereen duidelijk wordt dat vanaf datum-x de inspectieresultaten zullen geafficheerd worden. Daarnaast wil het Agentschap het systeem voor de consument bruikbaar maken. Indien men 3 jaar moet wachten op een bruikbaar resultaat, mist het systeem zijn doel, voegt de Voorzitter hieraan toe. Commentaar: 91. M.b.t. de 1ste vraag haalt Eve Diels aan dat er geen bemerkingen waren bij het vorige verslag waarbij was overeengekomen om te starten met een nulmoment. Dit betekent, ofwel heeft een operator een smiley ofwel heeft hij geen recente inspecties. Horeca Vlaanderen is van oordeel dat het RC over dit punt reeds was overeengekomen dat het systeem op die manier zou worden opgestart. Wat Horeca Vlaanderen betreft blijft dit akkoord geldig en wensen zij daar niet op terug te komen. M.b.t. de 2de vraag wenst zij het voorstel te overleggen met de achterban. Maar zij vermoedt dat de twee momenten zullen samenhangen. 92. Evelyne De Jonghe (Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO) houdt eveneens vast aan het akkoord omtrent het nulmoment (voor iedereen bij de start). Wat de 2de vraag betreft omtrent de publicatie van de inspectieresultaten is zij eveneens de mening toegedaan dat de 2 momenten moeten samenhangen. Page 13 of 16 93. Unizo vraagt het nulmoment te behouden zoals in de oorspronkelijke nota FAVV was vermeld.Er wordt ook geopteerd (als antwoord op de tweede vraag) om publicatie te doen van de resultaten na controle (niet een jaar later 94. Marie-Laurence Semaille informeert naar de wettelijke basis : is het mogelijk tot oktober 2013 terug te komen ? Waarom niet een ander datum? 95. Om elk misverstand uit de weg te gaan, dient verduidelijkt dat het systeem in het eerste semester van 2015 pas in voege zal gaan. Verder is het interessant om over een systeem te beschikken dat bruikbaar is voor de consument. Vandaar dat het zou interessant zijn dat de consument vanaf het begin kan beschikken over de inspectieresultaten van een voldoende hoog aantal van operatoren. Dit wil zeggen dat alle resultaten vanaf oktober 2014 zullen worden gebruikt in de toekomst. 96. Om terug te komen op de gestelde vraag als we het systeem retroactief zouden toepassen voor operatoren met zeer goed = met 4 logo’s in de databank. In voorkomend geval zijn de inspectieresultaten van 62% van de operatoren beschikbaar in het systeem (= de smileys + zeer goed). Indien enkel wordt gestart met operatoren met een smiley dan heeft men gegevens over een 2tal % van de operatoren in de databank, legt Vicky Lefevre bijkomend uit. 97. Vervolgens refereert Vicky Lefevre naar het advies van de Raad van State waarin gesteld werd dat het FAVV verplicht is om de resultaten van individuele inspecties ter beschikking te stellen(in casu van pitazaken) van de aanvrager. Het gaat niet over het publiceren van die resultaten aan het grote publiek maar er dient geantwoord op de vraag tot informatie van de aanvrager en de gegevens dienen ter beschikking gesteld. Voorliggend systeem van publicatie van de inspectieresultaten is uitgewerkt om te anticiperen op het vermelde advies. Het Agentschap verwacht dat vragen van consumenten kunnen worden beantwoord met voorliggend publicatiesysteem. Indien de consument echter meer informatie wenst is het Agentschap verplicht om deze te verstrekken, maar de aanvrager moet in casus een schriftelijke aanvraag doen en duidelijk motiveren welke informatie hij wenst te bekomen. Het Agentschap is verplicht om de aanvrager een afschrift te bezorgen, los van de publicatie van de inspectieresultaten op website. Het Agentschap gaat zich schikken naar het arrest en zijn beleid aanpassen. Er zal een interne procedure worden uitgewerkt voor de behandeling van vermelde aanvragen en de manier waarop de informatie aan de aanvrager zal worden bezorgd. Een kleine kanttekening in dit verband, met name er werd geïnformeerd bij andere lidstaten over deze aangelegenheid en bepaalde lidstaten hebben bv. 10 EFT ingezet voor het beantwoorden van dergelijke vragen. Een andere lidstaat heeft informeel aangegeven dat zij het verstrekken van informatie over langer dan 1 maand als onredelijk beschouwen. 98. Er moet vooral een werkbaar systeem worden uitgewerkt zowel voor operatoren als voor consumenten. Indien een systeem te weinig info ter beschikking stelt, dan heeft de consument het recht om de inspectieresultaten op te vragen (verleden + toekomstige). Het ligt in de bedoeling om een systeem te ontwikkelen waar iedereen zijn voordeel uithaalt, stelt de Voorzitter. Het arrest van de Raad van State is erg duidelijk op dit vlak, maar het Agentschap gaat geen lijstjes met inspectieresultaten ter beschikking stellen die voor commerciële doeleinden zouden kunnen worden gebruikt. We hebben reeds uit verschillende hoeken vragen ontvangen voor de opmaak van lijstjes en om allerlei informatie op te leveren die voor andere doeleinden worden gevraagd onder het mom van openbaarheid van bestuur. Het pleidooi van het Agentschap is klaar en duidelijk, publicatie van de synthese en grafische weergave van de inspectieresultaten. Hierdoor zullen veel problemen kunnen worden vermeden. 99. Evelyne De Jonghe herhaalt dat zij op de vorige vergadering haar akkoord heeft verleend op voorwaarde dat er een nulmoment zou ingevoerd worden. 100. Het nulmoment blijft behouden en ligt in de toekomst behalve voor de operatoren die reeds een gunstig resultaat hebben bekomen en die eigenlijk baat hebben dat hun gunstig resultaat ter beschikking wordt gesteld. Het nulmoment wordt behouden maar het Agentschap probeert een pragmatische oplossing te zoeken om de databank bruikbaar te maken voor de consument, verduidelijkt de Voorzitter bijkomend. 101. Evelyne De Jonghe begrijpt dit volkomen maar benadrukt dat er een negatief kantje aan verbonden is voor de operatoren die niet worden vermeld. De Voorzitter herhaalt dat het Agentschap moet uitvoering geven aan het vermelde arrest waardoor deze discussie in een stroomversnelling is terechtgekomen. 102. Planning op KT: zal een communicatieplan worden opgemaakt dat zal gepubliceerd worden via de pers als het BS om duidelijk te stellen vanaf welk moment de inspectieresultaten zullen in rekening worden gebracht. Daarnaast zal er een grootschaligere communicatie plaatsvinden over het systeem naar de consument. Vicky Lefevre legt uit dat het in de bedoeling ligt om vanaf oktober de Page 14 of 16 inspectieresultaten mee te nemen en in de loop van het 1ste semester van 2015 zal met de publicatie ervan worden aangevat. 103. Is het een optie dat de operator zelf aangeeft wat hij wil doen met zijn vroegere resultaat, vraagt Joost Vandenbroucke ? De Voorzitter vreest dat dit voorstel praktisch niet uitvoerbaar zal zijn en het systeem zeker niet zal vergemakkelijken. 104. De Voorzitter stelt voor om de nieuwe elementen te concretiseren in een document dat op een volgend RC ter goedkeuring zal worden voorgelegd. Hij benadrukt dat de boodschap klaar en duidelijk moet zijn, het Agentschap gaat dit doorvoeren maar er dienen afspraken gemaakt rond de praktische modaliteiten. Het Agentschap pleit ervoor dat operatoren die correct hebben gehandeld daar ook voordeel moeten kunnen uit halen en dat hun resultaten in een systeem moeten ter beschikking kunnen worden gesteld. In uitvoering van het arrest van de Raad van State dient het Agentschap zijn interne procedures aan te passen en moeten wij onze administratieve documenten meedelen op basis van een gerechtvaardigde vraag. De aanvrager moet evenwel een schriftelijke vraag indienen of kan ter plaatse de documenten consulteren (cf. toepassing wet op de openbaarheid van bestuur). 105. Op de vorige vergadering zijn opmerkingen geformuleerd i.v.m. de zoekmogelijkheden in Foodweb. Kan men in een volgend document bepalen waaruit deze zullen bestaan, vraagt Joost Vandenbroucke ? De Voorzitter antwoordt bevestigend. 106. Actie: op de volgende vergadering zal een definitief voorstel rond de publicatie van de inspectieresultaten in de sector B2C en de manier waarop uitvoering wordt gegeven aan het arrest van de Raad van State, ter goedkeuring worden voorgelegd. Commentaren zullen op voorhand worden gevraagd. Punt 8. Businessplan FAVV 2015-2017 107. Het huidige Business plan loopt af eind 2014. Het FAVV is bezig met de voorbereiding van een nieuw Business plan dat zal worden toegepast vanaf 1 januari 2015 en betrekking heeft op de jaren 2015 tot 2017. Het zal klaar zijn tegen oktober 2014. Het zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de nieuwe regering. Dezelfde methodologie werd toegepast als voor de andere BP. De uitwerking ervan zal gebeuren: op basis van een bevraging van de stakeholders (uitgevoerd door een externe firma) zijnde een aantal personaliteiten, bedrijfsleiders van vertegenwoordigde sectoren in het RC die het Agentschap goed kennen met name haar sterke en zwakke punten, en die voorstellen kunnen aanbrengen ter verbetering; naast diepte-interviews zal gewerkt worden met focusgroepen (afhankelijk van goedkeuring door de Inspecteur van Financiën); Het project zal kortelings worden opgestart. De personen die zich kandidaat stelden zullen gecontacteerd worden. De resultaten zullen zijn afgerond tegen half juli en toegelicht in het begin van het najaar. op basis van een beschrijving van de sociaal economische context: elke sector zal door de diensten van controlebeleid worden gevraagd om mee te werken aan de beschrijving ervan. Vorige keer werd het perspectief van de consumenten ook in het BP opgenomen. Hiervoor werd beroep gedaan op een aantal studies van OIVO. Deze zijn niet meer geactualiseerd geworden bijgevolg zal er op een andere manier moeten gepeild worden naar de mening van de consument. Onze eigen consumentenenquête zal zeker worden meegenomen; op basis van een bevraging van het personeel van het FAVV (niet enkel het management); Het nieuwe ontwerp van BP zal ofwel op de vergadering van september of oktober of een speciale vergadering worden toegelicht zodat een diepgaand debat kan worden gevoerd. Page 15 of 16 Punt 9. Varia 108. Nihil. ******************** De volgende vergadering van het RC vindt plaats op woensdag 18 juni 2014 om 9u30. ******************** Page 16 of 16
© Copyright 2024 ExpyDoc