Verslag van de vergadering nr. 2014-4 van het Raadgevend

Verslag van de vergadering nr. 2014-4 van het Raadgevend Comité
van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de
Voedselketen van 21 mei 2014
FAVV Herman Diricks (Voorzitter), Jean-Marie Dochy, Leslie Lambregts, Pierre Naassens en Vicky Lefevre.
Evelyne De Jonghe, vertegenwoordiger van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO
Guy Vanbelle, vertegenwoordiger van minister Laruelle.
Chris Boyen (secretaris)en Yasmine Ghafir (verslaggeefster).
Leden van het Raadgevend Comité
ME MS
M M
E S
Bert Véronique /Ardies Luc
1
Melis Cédric/Nick Laurence
v
Braem Steve Carlos/Jonckheere Caroline
1
Mijten Erik/Van Keerberghen Georges
1
Bosmans Roger
1
Nijs Katrien/Van Moeseke Wim
1
Cools Romain/David Marquenie
1
Nutelet Guy/Ogiers Luc
Hautekeur Charlotte/Tamellini Jean-François
0
Nys Annelore/Verdonckt Freek
0
0
Coulonval Daniel/Granados Ana
v
Debergh Renaat/De Wijngaert Lambert
1
Pottier Jean-Luc/Landuyt Marc
De Craene Ann/Appeltans Philippe
1
Schirvel Carole/Jacquinet Stéphanie
v
Dejaegher Yvan/Hoeven Erik
1
Segers Dina/Vandecavey Brigitte
1
Henrotte Bénédicte/Fronik Bram
0
Semaille Marie-Laurence/Masure Alain
1
Diels Eve/ Sterckx Romain
1
Smagghe Thierry/Leroux Frans
1
De Greve Nathalie/Janssens Bente
Moreau Thomas/Velghe Jan
Fonteyn Freija/Spenik Kathleen
1
v
Hallaert Johan/De Lange Els
1
Horion Benoit/De Boosere Isabel
v
Jaeken Peter/Persoons Davy
1
Vandevelde Renaat / Thise Sophie
Jeandrain Charles/Lesceux Jonathan
0
Van Damme Eddy/ Denoncin Albert
1
Lauryssen Sigrid/Maertens Gwendoline
1
Van de Meerssche Eric/Verschueren Yves
1
Velz Alfred/Mendez Murielle
v
1
Aanwezig
0
Afwezig
1 Poriau Pierre/Nys Laurent
Tamigniaux Daphné/Bruynseels Erik
v Teughels Caroline/Loncke Peter
1 Vandamme Hendrik/De Swaef Peter
v
Page 1 of 16
v
v
1
v
v
1
v
v
Vandenbosch Michel/De Greef Ann
v
v
Vandenbroucke Joost/Van den Broeck A.
1
Verontschuldigd
v
Dagorde
3.
4.
5.
6.
Goedkeuring van de dagorde
Actualiteit
- speciaal gerichte controleactie bij slagers op sulfiet
- BECERT in productie
Werking van het RC
Administratieve vereenvoudiging: stand van zaken
Preview activiteitenverslag FAVV 2013
Vereenvoudiging audittools
7.
Classificatie en publicatie van de inspectieresultaten: recente ontwikkelingen
8.
Varia
1.
2.
Punt 1. Goedkeuring van de dagorde
1. De dagorde wordt goedgekeurd.
Punt 2. Actualiteit
A) - Speciaal gerichte controleactie bij slagers op sulfiet
2. Jean-Marie Dochy geeft een toelichting bij de actie zijnde een gerichte controle op het gebruik van
sulfiet in filet américain of rundsgehakt die doorgegaan is op 15 maart 2014 bij slagers ( zie PPT
voor
meer
detail
:
http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2014-0521_PUNT2_sulfiet_actie_americain_NL.pdf ).
Het gaat om de resultaten van een actie gericht op het nemen van monsters in américain
en bereide américain in verschillende slagerijen. Sinds 2 jaar, organiseert het
Agentschap 3 tot 4 acties per jaar voor een product of een proces gedurende een korte
periode. Vorig jaar richtte die actie zich op pitazaken en Chinese restaurants en
barbecuevlees + belegd brootjes zaken. Ter herinnering, de resultaten waren vrij slecht
voor de pitazaken en goed voor de Chinese restaurants. Dit jaar ging het dus om
américain. De actie richtte zich op 110 slagerijen (met inbegrip van supermarkten). De
Verordening (EG) Nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16
december 2008 inzake levensmiddelenadditieven verbiedt het gebruik van sulfiet, niet
alleen omdat dit mogelijk kan maskeren dat het vlees minder vers is, maar ook omdat
sulfiet aan de oorsprong kan liggen van allergische reacties bij sommige personen. Dit
maakt al het voorwerp uit van controles op sulfiet tijdens het jaar waarvan de resultaten
vrij gunstig zijn.
Tijdens de actie, die in de loop van één dag georganiseerd werd, was het mogelijk om
110 slagers te controleren en 159 producten te testen en te bemonsteren. De
toegepaste procedure was de volgende : enkele druppels malachietgroen werden
aangebracht op de américainmonsters. In functie van het al dan niet verdwijnen van de
kleur, kan de aanwezigheid of de afwezigheid van sulfiet bepaald worden, maar dit is
slechts een aanwijzing aangezien de methode niet geaccrediteerd is. Indien het product
aanwezig is, verdwijnt de groene kleur en wordt een officieel monster genomen voor
onderzoek in het laboratorium ter bevestiging.
Er wordt ook een kwantitatieve analyse uitgevoerd om de resultaten te bevestigen. In
alle gevallen, werden de non-conforme resultaten voor de test met malachietgroen
bevestigd in het laboratorium.
In 14 slagerijen (7 in het Waalse Gewest en 7 in het Vlaamse Gewest) zou sulfiet
aangetoond zijn op een totaal van 24 monsters. In het geval van positieve monsters,
wordt een PV van overtreding opgesteld en vervolgens worden de in beslag genomen
levensmiddelen vernietigd. De boetes gaan van 375€ tot 750€ naargelang de
aangetroffen hoeveelheid sulfiet. In geval van recidivisme, wordt de boete vermeerderd
Page 2 of 16
met 20% en bij de derde recidive, wordt het dossier rechtstreeks naar het parket
doorgestuurd. Indien de operator steeds opnieuw dezelfde fout begaat, kan het FAVV
overgaan tot een P15 = intrekking van de erkenning.
Commentaar:
3. Als vertegenwoordiger van de Federatie van slagers, wil Jean-Luc Pottier verduidelijken dat de
Federatie nooit slagers indekt die sulfiet gebruiken, dat dit mensen zijn die het beroep te schande
maken en merkt op dat de Federatie een persbericht in die zin heeft opgesteld. Het persbericht
werd verspreid door meerdere media. De Federatie staat positief ten aanzien van zeer strenge
sancties om recidive te vermijden. Vroeger kwam de politie producten testen op het gebruik van
sulfiet en in het geval van positieve resultaten, sloten ze de slagerij.
Hij heeft een andere opmerking met betrekking tot de artikels die verschenen zijn in de pers die
altijd melding maken van controles in slagerijen en niet van controles in "verkooppunten van
vlees". Volgens hem zou het verstandiger zijn om die laatste term te gebruiken, aangezien men bij
"slagerij" altijd denkt aan vaklui, terwijl de controleactie ook gericht was op slagerijen van
supermarken, de korte ketens, de hoeveslagers en alle verkooppunten van vlees.
4. Jean-Marie Dochy antwoordt dat het grote publiek niet goed weet wat een verkooppunt van vlees
is en de term "slagerij" dus gebruikt wordt om het begrip te vergemakkelijken. Die resultaten
zullen in de toekomst vermeld worden bij de resultaten die gepubliceerd worden in het kader van
de B2C op internet naar aanleiding van het debat dat hier heeft plaatsgevonden en in toepassing
van het arrest van de Raad van State.
5. Sigrid Lauryssen vraagt wat dient verstaan onder “gerichte controles”: zijn ze gericht op opsporing
van sulfiet of op slagers die in het verleden reeds inbreuken hebben gepleegd? Deze acties zijn
gericht op producten en niet op operatoren waarbij reeds inbreuken werden vastgesteld,
antwoordt Jean-Marie Dochy.
B) BECERT
in
productie
(http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2014-0521_PUNT2_RC_BECERT_NL.pdf)
6. Leslie Lambregts legt uit dat de versie 1.00 in productie is gegaan op 5/5/14 (1ste certificaat 
afgeleverd op 07/05/14). Er wordt één model van certificaat gebruikt voor de export van
pluimveevlees (algemeen certificaat). Ze zijn voor het eerst gebruikt in de PCE’s Antwerpen &
West-Vlaanderen.
7. Vervolgens komt de verdere planning aan bod:
•
Zomermaanden: toevoeging van andere certificaten die compatibel zijn met versie 1.00, dit
wil zeggen voor de certificaten waar een fysieke controle verplicht is. Het lag in de bedoeling
om ook de exportcertificaten voor varkensvlees naar Rusland toe te voegen aan BECERT,
maar gezien er geen export mogelijk is omwille van Afrikaanse varkenspest in Polen en
Litouwen wordt dit tijdelijk uitgesteld. Na opheffing van het embargo zal dit certificaat worden
opgenomen in BECERT;
•
Najaar 2014: inproductiestelling van versie 1.10 van Becert die een aantal wijzigingen omvat
(API voor de uitwisseling van gegeven tussen systemen, verdere uitwerking link tussen Becert
en AdminLight voor bureaucertificering,..) ; is van toepassing op volgende certificaten:
Gezondheidscertificaat voor de export van voedingsmiddelen en andere producten,
fytosanitair certificaat, gezondheidscertificaten voor diervoeders & gezondheidscertificaat voor
de uitvoer van melk en zuivelproducten geschikt voor humane consumptie;
•
Eind 2014 volgt de inproductiestelling van de versies 1.20 en 1.30 van Becert die de volgende
wijzigingen bevatten: verdere uitwerking van de API + introductie QR Code + toevoeging van
andere certificaten.
8. Voor meer informatie zie FAVV website/ export derde landen. Vragen kunnen overgemaakt
worden aan:
•
[email protected] / [email protected]
9. Dit is een goed voorbeeld van modernisering van een manier van werken. Op middellange termijn
moet dit leiden tot een volledig elektronisch systeem van certificering. Een aantal 3de landen, zoals
China en Rusland, zijn vragende partij, stelt de Voorzitter tot slot.
Commentaar:
Page 3 of 16
10. De verwachtingen zijn erg hoog op dit vlak. Dit kon worden vastgesteld tijdens de infosessie bij
FEVIA. Johan Hallaert dankt het FAVV voor zijn medewerking hieraan en duidt op het belang van
een goede communicatie van de timing. Het ligt niet in de bedoeling om de federaties toegang te
verlenen tot BECERT. Het systeem is gericht op de aanvraag en opmaak van certificaten, nadere
info over wetgeving van bepaalde landen enz. zit niet vervat in BECERT, vraagt hij.
11. Leslie Lambregts antwoordt dat een aantal regels met betrekking tot de voorwaarden effectief in
het systeem ingebouwd zij (bv. Ter beschikking zijn van analyses). De volledige informatie is
opgenomen in de instructiebundels. De wettelijk evereisten zelf van 3de landern zijn hier niet
opgenomen.
12. Op de vraag van Thierry Smagghe of in een testomgeving voor bedrijven kan worden voorzien
zodat ze kunnen oefenen, wordt bevestigend geantwoord maar in dit geval wordt de betrokken
PCE best gecontacteerd. Deze aanvraag moet door de PCE worden verwerkt vooraleer het bedrijf
de complete flow in testomgeving kan testen. Zoals door Fevia gevraagd, zal klaar en duidelijk
worden gecommuniceerd welke certificaten in welke PCE’s vanaf een bepaalde datum via het
elektronisch systeem kunnen gebruikt worden, concludeert de Voorzitter.
Punt 3. Werking van het RC
13. De Voorzitter vraagt of de leden van het RC nog steeds opteren voor dezelfde manier van werken
bv. :
-
Is de woensdagvoormiddag nog altijd een gepaste vaste vergaderdag of is men
eerder voorstander van een andere vergaderdag in de toekomst?
-
Blijft het systeem van de vaste kalender behouden?
De vergadering van april wordt de laatste jaren geschrapt – misschien dient hiermee
rekening gehouden bij de opmaak van de volgende vaste vergaderkalender voor 2015, enz.
14. Hij wijst op het belang om te blijven streven naar een goede dialoog tussen het Agentschap en de
operatoren. Er zal geprobeerd worden om de timing te respecteren en punten die niet binnen de
vooropgestelde timing kunnen aan bod komen, zullen worden verschoven naar een volgende
vergadering.
15. Voorstellen, suggesties en vragen kunnen worden toegestuurd aan het secretariaat van het RC op
het e-mailadres: [email protected] .
16. Actie: bespreking van de concrete voorstellen/suggesties i.v.m. de toekomstige werking van het
RC op de vergadering van 18 juni e.k.
Punt 4. Administratieve vereenvoudiging: stand van zaken
17. De Voorzitter geeft een overzicht bij de stand van zaken aangaande de acties die ondernomen
werden in het kader van de administratieve vereenvoudiging (zie begeleidende nota en PPT voor
meer detail: http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/201405-21_PUNT4_administratievevereenvoudiging_NL_v4.pdf
en
http://www.afsca.be/raadgevendcomite/verslagenvergaderingen/_documents/2014-0521_PUNT4_Bilan_admin_vereenv_nl.pdf ) . Sinds 2009 wordt op regelmatige basis gerapporteerd
over dit onderwerp. In het businessplan 2005-2008 van het FAVV werd reeds melding gemaakt
van de nood aan administratieve vereenvoudiging. Het is echter pas in de volgende
businessplannen, zowel van 2009-2011 als 2012-2014, dat de administratieve vereenvoudiging
een strategische doelstelling van de organisatie is geworden
De administratieve vereenvoudiging werd op verschillende niveaus gerealiseerd:
–
door aanpassing van de wetgeving;
–
op operationeel vlak door aanpassing procedures & werkwijze van het FAVV & door het ter
beschikking stellen van de nodige info via de Website, een Newslettersysteem & de gidsen
–
door het voeren van permanente / unieke acties.
18. De Voorzitter vraagt de federaties om het systeem van de Newsletters verder publiekelijk bekend
te maken bij de operatoren.
Page 4 of 16
19. Vervolgens wordt stilgestaan bij het overzicht 2009-2014 zijnde de 2 voorstelrondes. Deze
voorstellen worden beheerd via 2 boordtabellen die periodiek worden geüpdatet. Alle voorstellen zijn
onder 16 hoofdstukken gerangschikt (zie slides 5 &6).
20. Enkele cijfers (vergelijkbare voorstellen gegroepeerd): bij 168 voorstellen is het FAVV betrokken
partij en 148 voorstellen hebben enkel betrekking op het FAVV (= 90 zijn gerealiseerd en 7 zijn
continu in behandeling) en 20 zijn in behandeling. Wat betreft de resultaten voor 2014 (voor alle
geformuleerde voorstellen) is meer dan 2/3 gerealiseerd en van de voorstellen die het FAVV heeft
weerhouden zijn + 90% gerealiseerd (zie slide 7). De voorstellen die voor de sectoren van belang zijn
werden gerealiseerd.
21. .Overzicht realisaties per sector:
o Dierlijke sector – BSE: afschaffing BSE-testen vanaf 01/01/2013 (zie dia 8);
o Dierlijke sector: hormonen- en residuendossier: H- en R-besluit (herziening + nieuw
besluit; 600kg-grens vrouwelijke karkassen werd opgetrokken tot 630kg; advies van
het WetCom m.b.t. Thiouracil/prednisolone = in sommige gevallen kunnen deze
stoffen aanwezigheid zijn zonder illegale behandeling;
o Dierlijke sector: dierengezondheid: aanpassing sanitair beleid; modernisering
monitoring Aujeszky en regelgeving (zie slide 11 voor meer detail);
o Dierlijke sector: dierengezondheid: op het vlak van trichines: het verwerven van het
statuut ‘regio met te verwaarlozen risico’ => geen systematische analyses in SH
zonder export + verdere uitbouw van Sanitrace / Beltrace + elektronische VKI;
o Dierlijke sector: diervoeders: dioxinemonitoring in toepassing nieuwe EU-regelgeving
+ invoering elektronisch voorschrift van gemedicineerde voeders – KB 20/12/2012 +
afsluiten van een convenant tussen BEMEFA en het FAVV;
Yvan Dejaegher vraagt om tevens het aflatoxine bemonsteringsplan opgemaakt door Bemefa en
goedgekeurd door het Agentschap, te vermelden. Dit punt zal worden toegevoegd.
o Plantaardige sector: de voorstellen zijn grotendeels gerealiseerd (zie slides 14 t/m 16);
o Distributie & transformatie: MB Versoepelingen + levering tussen verkooppunten in
B2C + beperking gezondheidsattest + vereenvoudiging voor de voedselbanken +
ontwerp van KB H1 (levensmiddelenhygiëne) + versoepeling bemonsteringsfrequenties
(Verordening (EG) nr. 2073/2005 voor de microbiologische analyses van gehakt vlees en
vleesbereidingen in de sector transformatie) + publicatie richtsnoeren voor operatoren
m.b.t. de flexibiliteit in toegestane bewoording van gezondheidsclaims samen met
FOD VVVL, FOD Economie.
De Voorzitter duidt erop dat er een belangrijke reel stap werd gezet hoewel op reglementair vlak als
op het vlak van de gidsen. Tegen eind van het jaar de algemene B2C-gids zal beschikbaar zijn. Deze
gids zal een geharmoniseerde aanpak garanderen voor al de luiken van de B2C-sector. Voor wat de
levering tussen verkooppunten in B2C merkt hij vervolgens op dat onze regelgeving geëvolueerd is tot
een punt van wat nog net aanvaardbaar is voor de Europese Commissie als “versoepeling”.
o Versterking export: uitbreiding dienst internationale zaken met 2 FTE + LEAN-project
ter verbetering interne samenwerking tussen de DGC & de DGCB + optimaliseren
van de Communicatie sector + export varkensvlees China (uitz.
slachtafvallen)/Vietnam/Australië/Nieuw-Zeeland; Sectoraal bemonsteringsprogramma Russische Federatie + BECERT(zie hierboven):
o Korte keten: organisatie apart overleg ; KB betreffende de rechtstreekse levering, door
een primaire producent, van kleine hoeveelheden van sommige levensmiddelen van
dierlijke oorsprong aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel (BS
7/01/2014);
o Algemeen: autocontrole – bonus-malus - beheer van de gidsen: het Agentschap heeft
heel wat acties ondernomen om ACS te bevorderen ( zie slides 24 t/m 30): de lijnen
in het rood tonen het effect op de financiering aan en het al dan niet doorrekenen van
de malus of de niet toekenning van de bonus aan operatoren. Het KB autocontrole
werd aangepast. Quasi voor alle activiteiten in de B2C-sector bestaat er gids, dit
betekent dat alle operatoren laar en duidelijke richtlijnen hebben gekregen over hoe
ze een ACS moeten organiseren;
Page 5 of 16
o Algemeen: uniforme en redelijke controles: intern heeft het Agentschap veel acties
ondernomen om tot een uniforme en coherente aanpak van de controles te komen.
Dit punt wordt systematisch geplaatst op de dagorde. Daarenboven werd de diensten
van DG Controle ISO 17020 gecertificeerd;
o Algemeen: Lex Alimentaria: het RC heeft verschillende keren een update gekregen
van dit complex ontwerp. De verdere afwikkeling zal worden overgedragen aan de
volgende regering;
o Communicatie met sectoren en andere belanghebbenden: overleg in het RC en
bilateraal overleg met de sectoren en consumenten. Het RC werd uitgebreid met de
beroepsfederatie van de bakkers en verpakkingssector;
o FOODWEB: zowel naar de gebruikers als operatoren. In dit kader werd gewerkt aan
de vereenvoudiging van de activiteitenboom die vanaf 01/01/2013 van kracht is. De
Voorzitter vermeldt tevens de verschillende fiches die voor de activiteiten zijn
opgemaakt. Op die manier kunnen de operatoren via de website sneller vaststellen
welke activiteiten ze moet opgeven aan het Agentschap. Deze fiches omschrijven
wat de activiteit inhoudt en welke andere activiteiten evt. ook in overweging dienen
genomen.
Commentaar:
22. Peter Jaeken haalt aan dat vereenvoudiging een geleidelijk aan proces is waarbij het aantal
voorstellen op een bepaald moment wel zullen gaan verminderen. Dit is een prima initiatief.
23. Johan Hallaert deelt de analyse die gemaakt wordt. Maar dit blijft een “work and progress”.
24. De Voorzitter stelt tot slot dat het Agentschap een omvangrijk pakket van acties heeft doorgevoerd
die uiteindelijk resulteerden in een verbetering en vereenvoudiging van de situatie. Het blijft een
bekommernis naar de toekomst toe. We hebben behoefte aan afdwingbare, klare en duidelijke
regelgeving. Deze analyse zal worden overgemaakt aan de toekomstige voogdijminister samen met
de permanente acties (o.a. omzetting EU-regelgeving). Op IT-vlak kunnen er zeker nog verbeteringen
worden aangebracht aan Sanitel, Sanitrace & Beltrace.
25. De reengineering van Sanitel is belangrijk voor de FWA. Marie-Laurence Semaille benadrukt dat
Sanitel op een correcte manier moet kunnen functioneren.
26. De Voorzitter merkt op dat lang diende gewacht op de overgang naar het nieuw en performanter
systeem. Het Agrofront zal bij de verdere uitwerking van Sanitel betrokken worden.
Punt 5. Preview activiteitenverslag FAVV 2013
27. De Voorzitter benadrukt dat het RC zoals gewoonlijk een preview krijgt van het
activiteitenverslag van het FAVV 2013, evenwel onder embargo. Dit activiteitenverslag
zal midden juni aan de pers worden voorgesteld.
28. Yasmine Ghafir licht de grote lijnen van het jaarverslag 2013 toe, meer in het bijzonder
de trends t.a.v. 2012.
29. In 2013 heeft het FAVV 54.349 controlemissies (met CL) uitgevoerd ( een lichte ↑ t.o.v.
2012). Een quasi status quo van het aantal hercontroles dient vermeld (gevolg politiek
van het FAVV na een ongunstig controle volgt systematisch een hercontrole). Het aantal
missies m.b.t. monsternemingen (29.962) is quasi gelijk gebleven.
Uitvoering van de controles (inspecties met CL)
In 2013 werden er 186.870 inspecties met CL uitgevoerd d.w.z. een stijging met 11,5% t.o.v.
2012 waarvan 87,4% conform waren.
Gerangschikt in dalende orde:
1) Infrastructuur, inrichting en hygiëne (+ 10%);
2) Traceerbaarheid (status quo);
3) Meldingsplicht (status quo).
Page 6 of 16
30. Autocontrolesystemen (conformiteit is gestegen van 65% in 2012 naar 74% in 2013).
Inspecties Primaire Productie
31. Toelevering Landbouw: met een conformiteit van boven de 89% zowel voor de
inspectieresultaten voor infrastructuur, inrichting en hygiëne als voor traceerbaarheid en
een betere score bij de inspecties van bestrijdingsmiddelen.
32. Primaire plantaardige productie: 6.484 missies bij 5.257 operatoren resulteerden in
zeer gunstige conformiteitpercentages. De inspectieresultaten voor infrastructuur en
verhandelen van bestrijdingsmiddelen hebben in 2013 in positieve zin geëvolueerd.
33. Primaire dierlijke productie: 9.505 inspecties bij 8.725 operatoren resulteerden in zeer
gunstige conformiteitpercentages (van boven de 90% conform) behalve voor de
identificatie en registratie van dieren ingevolge van een ongunstige evolutie bij de
identificatie van kleine herkauwers en dit in tegenstelling bij de varkens waar er zich een
gunstige evolutie voltrok op dit vlak.
34. Inspecties slachthuizen (3813 missies (status quo) in slachthuizen – alle diersoorten)
35. Een sterke stijging van het conformiteitpercentage (= +14% in 2013 tov 2012) in de
slachthuizen waar de als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren geslacht worden. Voor
wat de autocontrole betreft, 87 % van de inspecties hadden een gunstig resultaat (= lichte
stijging).
36. Inspecties: verwerking
37. Er werden 3.376 missies uitgevoerd bij 2.777 operatoren (levensmiddelen van
plantaardige oorsprong, vlees, visserijproducten, melkproducten en eiproducten): meer
dan 95% van de controles behaalden een gunstig resultaat voor de categorieën
meldingsplicht, traceerbaarheid, vervoer, afvalbeheer en verpakking en etikettering.
38. De inspectieresultaten van infrastructuur, uitrusting & hygiëne en autocontrole tonen
een gunstige evolutie in 2013.
39. De inspectieresultaten van de ganse verwerkingssector zijn gunstiger in de inrichtingen
met een gevalideerd ACS.
40. Inspecties: horeca
41. In 2013 werden 14.464 missies uitgevoerd in 14.117 horecazaken.
De inspectieresultaten m.b.t. een aantal punten:
-
de infrastructuur, inrichting en hygiëne (restaurants) zijn verbeterd in 2013 met
conformiteitpercentage van 55% = een gunstige evolutie maar het percentage is nog
altijd veel te laag;
-
de infrastructuur, inrichting en hygiëne (ambulant) met conformiteitpercentage van
65% (= lichte ↑);
-
de infrastructuur, inrichting en hygiëne (cafés) met conformiteitpercentage van 90%;
-
autocontrole (59% conform – verbetering in vergelijking met 2012 – is nog steeds voor
verbetering vatbaar);
-
meldingsplicht: zeer goede resultaten met conformiteitpercentage van 97,8%.
Voor wat betreft de resultaten in verschillende types van horecazaken kan worden
opgemerkt dat de resultaten het best zijn bij “de kamers met ontbijt” en het slechtst in
“de pizzeria & pitazaken".
Redenen voor het niet conform zijn van de inspecties in de verschillende types van
horecazaken (in dalende orde):
-
oppervlakte in contact met levensmiddelen zijn proper (NC in 9%);
-
t° gekoelde levensmiddelen en koudeketen worden gerespecteerd (NC in 8%);
Page 7 of 16
-
er zijn geen levensmiddelen aanwezig die bedorven zijn of waarvan de uiterste
consumptiedatum niet is overschreden of die ongeschikt zijn voor menselijke
consumptie (NC in 8%);
-
ontdooien onder gepaste omstandigheden (NC in 7%);
-
goede persoonlijke hygiëne en propere passende kleding (NC in 6%).
De Voorzitter benadrukt dat vermelde niet-conformiteiten punten door de operator zelf
kunnen worden verbeterd door bv. op een correcte hygiënische manier te werken en
vervallen producten uit de rekken te nemen, enz.
De resultaten van de inspecties in de grootkeukens worden onderverdeeld in 6
categorieën: infrastructuur, installatie & hygiëne in grootkeukens(1), infrastructuur,
installatie & hygiëne in melkkeukens(2) autocontrolesysteem (3), autocontrolesysteem in
de kinderopvang (4), meldingsplicht (5), traceerbaarheid (6):
- globaal gezien zijn de inspectieresultaten grootkeukens in 30,2% niet conform (1);
- in de melkkeukens zijn de resultaten beter met 15,7% niet gunstige resultaten (2);
- 24,6% van de inspecties van autocontrolesystemen was niet conform (3);
- 23,4% van de inspecties van autocontrolesystemen kinderopvang waren niet conform(4);
- de meldingsplicht behaalde 98,8% conforme inspecties van meldingsplicht (5);
- wat de traceerbaarheid betreft, was 90% van de inspecties conform (zonder opmerkingen)
(6).
De vergelijking van de resultaten van de verschillende types van horecazaken leert ons
dat de melkkeukens het best scoren en dat de gevangeniskeukens het slechtst scoren.
42. Joost Vandenbroucke informeert naar een verklaring voor de slechte resultaten van de
grootkeukens in de gevangenissen. Waarom wordt er geen verbetering vastgesteld?
43. In casu moeten de controlediensten in moeilijke omgeving optreden, vermeldt de
Voorzitter. Het Agentschap gaat opnieuw met de FOD Justitie overleggen om te bekijken
op welke manier de vastgestelde tekortkomingen kunnen worden verbeterd. Pierre
Naassens benadrukt dat gevangenen worden ingeschakeld als keukenhulp. Bijgevolg
heeft men te kampen met een voortdurende wisseling van keukenhulp en met
taalproblemen.
44. Jean-Marie Dochy stelt bijkomend dat het gevangeniswezen verouderd is en te kampen
heeft met overbevolking. Het Agentschap besteedt veel tijd aan de gevangenissen met het
akkoord van de FOD Justitie. Daarnaast worden we geconfronteerd met het probleem dat
alle gevangenissen eigendom zijn van de staat en dat de middelen voor mogelijke uit te
voeren werken moeten worden goedgekeurd door de Regie der Gebouwen. Regelmatig
worden er op infrastructureel vlak tekortkomingen vastgesteld en verloopt er een ganse
periode vooraleer kan worden geremedieerd cf. de situatie van de scholen een aantal
jaren geleden. Eerst heeft het Agentschap dit laatste probleem opgelost en de scholen
hebben beetje bij beetje de nodige investeringen kunnen uitvoeren. Momenteel wordt er
gewerkt om de situatie van de gevangeniskeukens te verbeteren. Er wordt regelmatig
overlegd met de Regie der Gebouwen en de FOD Justitie. Indien deze situatie aanhoudt,
zal Jean-Marie Dochy de Directeur-generaal van het gevangeniswezen persoonlijk
aanschrijven met de boodschap dat het Agentschap zich genoodzaakt ziet om deze
grootkeukens te sluiten indien er zich geen fundamentele verbeteringen worden
doorgevoerd.
45. Inspecties detailhandel:
46. In 2013 werden 12.098 missies uitgevoerd in 11.746 detailhandelszaken.
Met betrekking tot de resultaten inspecties detailhandel: infrastructuur, installatie &
hygiëne (31,3% NC/verbetering resultaten tov 2012), autocontrolesysteem (20,5% NC
/verbetering resultaten tov 2012), meldingsplicht (0,9% NC), traceerbaarheid (9%/idem
verbetering van resultaten).
47. Uit de vergelijking van een aantal controlepunten blijkt dat (dia 16):
Page 8 of 16
-
de t° van gekoelde levensmiddelen en de koudeketen niet wordt gerespecteerd in
9,6% van de detailhandel zonder verwerking, in 13% van de detailhandel (met
verwerking), in 13,6% van de detailhandel bakkerij en verse patisserie en in 5,8% van
de viswinkels
-
de oppervlakte in contact met levensmiddelen moet proper zijn (NC voor detailhandel
bakkerij en verse patisserie /vlees- en viswinkels);
-
goede persoonlijke hygiëne en propere passende kleding (probleem bij 7,8% van
detailhandel met verwerking);
-
er zijn geen levensmiddelen aanwezig die bedorven zijn of waarvan de uiterste
consumptiedatum is overschreden of die ongeschikt zijn voor menselijke consumptie
(problemen voor al de categorieën behalve detailhandel bakkerij en verse patisserie);
-
de analyse van het jaarlijks verplicht monster van gehakt of vleesbereiding op basis
van gehakt werd correct uitgevoerd & opgevolgd (is niet correct gerealiseerd in 1/5
van de gevallen);
-
de t° van de diepvriesproducten niet wordt gerespecteerd (= bij de detailhandel zonder
verwerking);
-
huisdieren (behalve verbruikslokalen) en ongedierte zijn afwezig: bij detailhandel
bakkerij en verse patisserie zijn in 6,3% van de controles NC vastgesteld.
48. Resultaten van de aangekondigde controleacties (minder dan 5% van de controles)
uitgevoerd in bepaalde steden (wisselend van jaar tot jaar): uit een vergelijking van de
resultaten van de afgelopen 3 jaren blijkt dat:
‐
de totale conformiteitgraad is verbeterd (84%);
‐
de resultaten op het vlak van infrastructuur, installatie & hygiëne iets beter zijn;
‐
operatoren met ACS zijn toegenomen (68% in 2013 tegen 54% in 2012);
‐
op het vlak van traceerbaarheid wordt de regelgeving zeer goed toegepast door de
inrichtingen (93%).
Eind 2013 beschikten 20.674 inrichtingen over een gevalideerd autocontrolesysteem voor
al hun activiteiten (zie dia 18- 19). Zoals verleden jaar zijn de inspectieresultaten (= missies
zonder maatregelen) in de inrichtingen met een gevalideerd ACS beduidend beter dan deze
zonder ACS. Uit een vergelijking van de verschillende sectoren blijkt dat de primaire sector
de hoogste score behaalt = 88% gunstige inspectieresultaten (= geen maatregel). Het
percentage maatregelen (waarschuwingen en andere maatregelen/PV) dat genomen werd,
is quasi gelijklopend voor inrichtingen met of zonder ACS. Voor de groothandel kan een
beduidend verschil worden opgetekend tussen de inspectieresultaten van de inrichtingen
met en zonder ACS (= +13%; idem voor de detailhandel +11% en voor horeca +6%).
49. Controles van producten (analyses) = de resultaten zijn conform (= 97,1% in 2012
tegen 97,4% in 2013) voor de verschillende soorten van analyses. Voor controles op het
vlak van parasieten is het slechtere resultaat te wijten aan analyses bij invoer (= 68%
conformiteit).
50. Er hebben in 2013, 76.377 monsternemingen plaatsgevonden (76.377
monsternemingen in 2012 tegen 69.869 in 2011). 97% van de 172.767 analyses waren
conform (status quo).
51. Residuen en contaminanten =
•Voor wat de residuen van pesticiden (granen, fruit, groenten) betreft: op 612 monsters =
conformiteit van 97,8%. De resultaten liggen in de lijn van de vorige jaren (stijgende lijn). De
conforme resultaten zijn gelijk voor de Belgische en Europese producten en er zijn meer NC bij
producten afkomstig uit 3de landen (o.a. NC vastgesteld o.a. bij Spaanse peper uit Oeganda en
Dominicaanse Republiek, munt uit Marokko, aardbeien uit Egypte, thee uit China);
•Dioxines en PCB uit het leefmilieu : op een totaal van 2188 monsters voor dioxines, 2188
monsters voor dioxineachtige PCB’s en 1227 monsters voor PCB’s zijn overschrijdingen
vastgesteld bij diervoerders en in schapenlever & spierweefsels van schapen (zie dia 24);
Page 9 of 16
•Mycotoxines (diverse levensmiddelen): op 2.215 monsters van diervoeders, melk en
melkproducten, fruiten, diverse levensmiddelen waren 99,2 % conform (status quo); sulfiet in
gehakt : op 1972 monsters in 2013 waren er 97,4% conform zijnde een lichte daling tegen 2012.
Uit de vergelijking van de laatste jaren blijkt dat het in dezelfde lijn ligt (zie dia 25);
•Zout in brood: 94,8% conform wat een iets beter resultaat is in vergelijking met 2012 (93,9%
conform);
• 14 allergenen:
– 1.384 controles op etikettering in de verwerkingssector (recepten) : 96,7% conform in
2013 tegen 92,8% in 2012 (= een ↑);
– 3.097 analyses op etikettering in distributiesector : 94,1% conform in 2013 tegen
90,6% in 2012;
‐ 100% van de analyses in de distributie waren conform (status quo).
• Contactmaterialen :
– in 97,8% van de monsters is conform. NC worden vastgesteld bij verschillende materialen
van plastiek of siliconen.
52. Microbiologische analyses/onderzoek op Salmonella
53. Voor pluimveebedrijven (fokpluimvee, leghennen, braadkippen & vleeskalkoen) behaalt
België de Europese doelstelling van minder dan 1% positieve tomen voor kippen en
kalkoenen (zie dia 28).
54. Analyses op pathogenen en hygiëne-indicatoren: diervoerders, primaire dierlijke
productie, slachthuizen, verwerking, distributie en GIP’s
De analyses m.b.t. pathogenen hebben een conformiteitsgraad van meer dan 90 % voor
de vermelde domeinen behalve voor de slachthuizen met een conformiteitgraad van
89,8% (te wijten aan campylobacter aangetroffen op kippen- en varkenskarkassen). De
NC bij diervoerders hadden betrekking op diervoerders bestemd voor gezelschapsdieren.
Voor de sector verwerking (vleesproducten) zijn de resultaten vergelijkbaar met 2012 (↑
van campylobacterversnijding van pluimveekarkassen).
55. Klachten bij het meldpunt (consumenten): het aantal klachten is licht afgenomen (te
wijten aan een vermindering van het aantal klachten i.v.m. het rookverbod). Voor wat de
top 6 van de klachten van de consumenten bij het meldpunt betreft (gerangschikt in
dalende orde van belangrijkheid): hygiëne lokalen en personeel, productie- en
bewaarmethoden, rookverbod, voedselvergiftigingen, dierenwelzijn en verontreinigingen.
56. Klachten Ombudsdienst: de meeste klachten houden verband met klachten over het
financiering & toepassing van het bonus-malussysteem (31,7%) en de interpretatie van de
regelgeving, betwisting van controlemaatregelen (30,8%).
57. Meldingsplicht:
Microbiologische gevaren: bij de verplichte meldingsplicht wordt een verhoging van de
notificaties vastgesteld voor de aanwezigheid van salmonella; een vermindering van de
notificaties voor dierenziekten (↓ door vermindering notificaties ziekte Schmallenberg).
De notificaties i.v.m. de aanwezigheid van residuen van pesticiden zijn verminderd met
34%.
58. Opvolging van NC: in de voedselketen werden 4.694 PV, 23 intrekking/weigering van
erkenning of toelating uitgeschreven voor een bedrag 2.868.715€.
59. Bij de sectoren ziet men een stabilisering van de toestand of een vooruitgang en toch is
het bedrag van de administratieve boetes de laatste 3 jaren gestegen, haalt MarieLaurence Semaille. Graag een verklaring hiervoor.
60. Jean-Marie Dochy haalt aan dat de controlediensten meer en meer geconfronteerd
worden met recidivisten. Recidivisten moeten hogere administratieve boetes betalen. Er
wordt vastgesteld dat goede operatoren goed blijven en dat de slechte leerlingen
hardleers blijven. Er wordt een lichte vermindering van het aantal PV’s in 2013
vastgesteld. Het aantal administratieve dossiers bij de dienst administratieve boetes neemt
Page 10 of 16
echter toe. Zonder bijkomend analyse is het moeilijk om de juiste oorzaak van deze
verhoging te achterhalen.
61. De Voorzitter benadrukt dat de commissarissen van de administratieve boetes het
jaarverslag 2013 zullen toelichten op het RC van 22 oktober 2014. Zij zullen een antwoord
voorbereiden op de gestelde vraag.
62. Actie: de commissarissen van de administratieve boetes onderzoeken waarom het
bedrag van de administratieve boetes gestadig aan stijgt terwijl het aantal PV’s en
waarschuwingen vermindert.
63. Intracommunautaire controles: een vermindering van uitgaande en binnenkomende
zendingen (zie dia 36).
64. Controles bij invoer van producten afkomstig uit derde landen (via de
grensinspectieposten): op de 51.485 gecontroleerde zendingen bij invoer werden er 345
geweigerd, ofwel 0,7 % (status quo).
65. In 2013 werden er over het algemeen meer RASFF-berichten verstuurd voor de
vermelde categorieën (zie dia 38).
66. CVTI’s
67. In 2013 zijn er 1312 personen (tegen 1450 personen in 2012) het slachtoffer geworden
van een collectieve voedselvergiftiging, wat een daling betekent van het aantal gevallen.
94 personen werden gehospitaliseerd, en 311 gevallen van CVTI werden opgetekend
(tegen 330 gevallen in 2012).
68. CVTI ‘s: plaats van de blootstelling (variabele resultaten van jaar op jaar):

48,6% na het eten van een maaltijd in het restaurant;

48,3% na het eten van take-away;

16,7% na het eten van een maaltijd thuis.
69. Plantenziektes: opsporing schadelijke organismen
70. In 2013 werden 14.612 monsters genomen van planten, plantaardige producten, grond
en andere materialen: 95% was vrij van ziektes & schadelijke organismen (tegen 96,1 in
2012) (zie 43).
71. Dierenziektes
72. België is officieel vrij van brucellose, leucose en tuberculose, ziekte van Aujeszky,
bluetongue, hondsdolheid, hoogpathogene AI,...
Geen enkel geval vastgesteld van:
-
BSE: laatste geval in België dateert van oktober 2006 (in België worden - 100.000
testen uitgevoerd);
-
Infectueuze anemie bij paarden.
Op het vlak van :
-
het gezondheidsbeleid trekt het FAVV meer dan 7 mio€ per jaar uit voor de
opvolging van (opnieuw) opkomende ziektes: Q-koorts, West Nile virus, ….;
-
opvolging van abortussen: een lichte daling; de geïdentificeerde pathogene
agentia zijn: neosporose, toxoplasmose, Q-koorts, E. coli, Schmallenberg…
-
het pilootprogramma voor bijenziektes EPILOBEE: zijn 150 imkers opgevolgd
(varroa): wintersterfte 30% en zomersterfte 9%.
73. Crisispreventie
74. Captatie van signalen: project werd opgestart in 2011.
Page 11 of 16
75. Deelname simulatieoefeningen : traceringsoefening eieren en eiproducten in
samenwerking met de pluimveesector, de distributiesector en de transformatiesector
dierziekte (PCE); kleinere oefeningen (eigen crisisprocedures), deelname aan de nucleaire
oefeningen van het Crisiscentrum van de regering.
76. Barometer van de voedselveiligheid 2012-2013
77. De barometer voor de voedselveiligheid is vooruitgegaan met 5,6% in vergelijking met
2012. In vergelijking met het referentiejaar 2007 is deze barometer met 24,3% gestegen.
78. Een lichte daling van de barometer voor de Diergezondheid (-2%) omwille van een
vermindering van het aantal aangiftes van abortussen en een minder goede registratie van
kleine herkauwers. In vergelijking met het referentiejaar 2007 is deze barometer met 45%
gestegen.
79. Voor de barometer voor de plantenziekte (fytosanitaire situatie) en de schadelijke
organismen wordt een vermindering vastgesteld van +5,8%. In vergelijking met het
referentiejaar 2007 is deze barometer met 39,4% gestegen.
80. Discussie:
81. Kathleen Spenik informeert naar de resultaten van controles bij het wegvervoer. In deze
presentatie zijn er nagenoeg geen cijfers meegedeeld over onze sector. Zijn deze
beschikbaar?
82. Er wordt verwezen naar slide 4 : uitvoering controles - vervoer levende dieren
resulteerde in een conformiteit van 97,5%.
83. Kathleen Spenik vraagt evenwel naar details m.b.t. de meest voorkomende NC van de
sector. De Voorzitter stelt voor om deze vragen op een bilateraal overleg aan te kaarten.
84. Tot slot stelt de Voorzitter dat de situatie globaal genomen verbeterd is. We verkrijgen
een consistent beeld. De inspecties verbeteren, de analyses van producten in het kader
van het controleplan blijven globaal zeer goed. Er is in iedere sector een tendens naar
betere resultaten. Dit zal het Agentschap toelaten om naast het bewaken van de
algemene situatie te evolueren naar meer gerichte controles met name controles die
gericht zijn op de hardleerse operatoren. Onze barometer heeft als synthese-element
zeker zijn waarde. Het WETCOM evalueert na een aantal jaren deze barometer.
Punt 6. Vereenvoudiging audittools
85. Dit punt wordt verplaatst naar de volgende vergadering.
Punt 7. Classificatie en publicatie van de inspectieresultaten:
recente ontwikkelingen
86. Vicky Lefevre verwijst naar het voorstel van classificatie en publicatie van de inspectieresultaten in
de sector B2C dat op het vorige RC werd toegelicht. In casu gaat het om het voorstel met de grafische
presentatie (= het voorstel met de logo’s – blz. 10 verslag 26/03/2014). Na de vergadering van het RC
werden geen fundamentele bezwaren geuit op het vermelde voorstel, vandaar dat het Agentschap er
vanuit gaat dat het RC zijn akkoord verleent aan het voorstel zoals geformuleerd op de vorige
vergadering.
Het Agentschap gaat zich nu toespitsen op de concrete uitwerking van het voorstel zijnde het
opstellen van een planning voor de realisatie zijnde aanpassing van de ICT-systemen zodat de nodige
queries kunnen worden getrokken en gegevens op dagdagelijkse basis kunnen worden
geactualiseerd, aanpassing van de FAVV-website en voorzien in een communicatiestrategie zowel
voor operatoren als voor het grote publiek.
Er dringen zich twee belangrijke vragen op:
Page 12 of 16
-
Vanaf welk moment gaan de inspectieresultaten van een operator in rekening
worden genomen? M.a.w. vanaf wanneer tellen de inspectieresultaten mee voor
de bepaling van de classificatie.
-
Vanaf wanneer gaat het Agentschap in productie m.a.w. vanaf wanneer worden
deze inspectieresultaten gepubliceerd op de website?
Voor wat de 1ste vraag betreft : FAVV-inspecties worden uitgevoerd en men zou kunnen stellen dat vb.
de inspectieresultaten vanaf september of oktober 2014 beginnen mee te tellen. Dit betekent dat het
Agentschap zeker 3 maanden op voorhand moet starten met de nodige communicatie naar
operatoren toe zowel via de pers als het Belgisch Staatsblad. Deze communicatie zal duidelijk stellen
vanaf welk moment de inspectieresultaten zullen meetellen voor de bepaling van de classificatie van
operatoren.
Dan stelt zich de vraag met welke gegevens zal van start worden gegaan?
Gaat men van start zoals initieel werd gepland met enkel de operatoren te klasseren die over een
smiley beschikken te klasseren onder “smiley” en de rest van de operatoren onder “voorlopig geen
informatie beschikbaar” in afwachting van de eerstvolgende inspectie.
Of worden de operatoren, die voordien gunstig geklasseerd waren, ook al van bij de start
meegenomen in het systeem? De databank werd al opgevuld met de smiley’s en de gunstige
resultaten, alle andere hebben geen recente inspectie. Indien voor de eerste optie zou worden
geopteerd, houdt dit in dat we van start gaan met een haast lege databank.
Indien geopteerd zou worden voor de tweede optie dan gaan er reeds een groter aantal operatoren
een classificatie hebben bekomen bij het van start gaan van het systeem, wat interessanter is voor de
consument (= operatoren die op 01/10/2014 al “gunstig” hadden bekomen in de databank).
87. Wat de 2de vraag betreft: vanaf wanneer worden de inspectieresultaten effectief getoond op de
website: dit zal gebeuren in de loop van 2015 afhankelijk van het moment dat het systeem online kan
geplaatst worden.
88. Vicky Lefevre benadrukt dat in deze een beslissing moet worden genomen. Wat is de mening van
het RC vooral m.b.t. de 1ste vraag “welke inspectieresultaten worden geafficheerd van bij de start?
Enkel deze inspectieresultaten die vanaf datum-X geïnspecteerd zijn? Of ook de inspectieresultaten
van de operatoren die al voordien geïnspecteerd werden en “gunstig” waren?
89. In de 2de hypothese worden de inspectieresultaten getoond van de operatoren met “smiley”, met
“gunstig” en met “geen recente inspectieresultaten”, vraagt Joost Vandenbroucke ter verduidelijking. In
voorkomend geval worden de 4 logo’s + de smiley getoond. En de rest van de operatoren wordt
geklasseerd onder “geen informatie”. Er is dus enkel informatie beschikbaar voor de operatoren die
sinds oktober 2014 geïnspecteerd zijn geworden tot op het moment van het in productie gaan van het
systeem in 2015, legt Vicky Lefevre uit. In voorkomend geval gaat het om een klein aantal operatoren
waarvan de inspectieresultaten online zullen beschikbaar zijn.
90. Het Agentschap is er steeds van uitgegaan dat operatoren met kennis van zaken moeten kunnen
werken. Vandaar dat geopteerd wordt voor een publicatie van het systeem in het BS waardoor het
voor iedereen duidelijk wordt dat vanaf datum-x de inspectieresultaten zullen geafficheerd worden.
Daarnaast wil het Agentschap het systeem voor de consument bruikbaar maken. Indien men 3 jaar
moet wachten op een bruikbaar resultaat, mist het systeem zijn doel, voegt de Voorzitter hieraan toe.
Commentaar:
91. M.b.t. de 1ste vraag haalt Eve Diels aan dat er geen bemerkingen waren bij het vorige verslag
waarbij was overeengekomen om te starten met een nulmoment. Dit betekent, ofwel heeft een
operator een smiley ofwel heeft hij geen recente inspecties. Horeca Vlaanderen is van oordeel dat het
RC over dit punt reeds was overeengekomen dat het systeem op die manier zou worden opgestart.
Wat Horeca Vlaanderen betreft blijft dit akkoord geldig en wensen zij daar niet op terug te komen.
M.b.t. de 2de vraag wenst zij het voorstel te overleggen met de achterban. Maar zij vermoedt dat de
twee momenten zullen samenhangen.
92. Evelyne De Jonghe (Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO) houdt eveneens vast aan het
akkoord omtrent het nulmoment (voor iedereen bij de start). Wat de 2de vraag betreft omtrent de
publicatie van de inspectieresultaten is zij eveneens de mening toegedaan dat de 2 momenten
moeten samenhangen.
Page 13 of 16
93. Unizo vraagt het nulmoment te behouden zoals in de oorspronkelijke nota FAVV was vermeld.Er
wordt ook geopteerd (als antwoord op de tweede vraag) om publicatie te doen van de resultaten na
controle (niet een jaar later
94. Marie-Laurence Semaille informeert naar de wettelijke basis : is het mogelijk tot oktober 2013
terug te komen ? Waarom niet een ander datum?
95. Om elk misverstand uit de weg te gaan, dient verduidelijkt dat het systeem in het eerste semester
van 2015 pas in voege zal gaan. Verder is het interessant om over een systeem te beschikken dat
bruikbaar is voor de consument. Vandaar dat het zou interessant zijn dat de consument vanaf het
begin kan beschikken over de inspectieresultaten van een voldoende hoog aantal van operatoren. Dit
wil zeggen dat alle resultaten vanaf oktober 2014 zullen worden gebruikt in de toekomst.
96. Om terug te komen op de gestelde vraag als we het systeem retroactief zouden toepassen voor
operatoren met zeer goed = met 4 logo’s in de databank. In voorkomend geval zijn de
inspectieresultaten van 62% van de operatoren beschikbaar in het systeem (= de smileys + zeer
goed). Indien enkel wordt gestart met operatoren met een smiley dan heeft men gegevens over een 2tal % van de operatoren in de databank, legt Vicky Lefevre bijkomend uit.
97. Vervolgens refereert Vicky Lefevre naar het advies van de Raad van State waarin gesteld werd
dat het FAVV verplicht is om de resultaten van individuele inspecties ter beschikking te stellen(in casu
van pitazaken) van de aanvrager. Het gaat niet over het publiceren van die resultaten aan het grote
publiek maar er dient geantwoord op de vraag tot informatie van de aanvrager en de gegevens dienen
ter beschikking gesteld. Voorliggend systeem van publicatie van de inspectieresultaten is uitgewerkt
om te anticiperen op het vermelde advies. Het Agentschap verwacht dat vragen van consumenten
kunnen worden beantwoord met voorliggend publicatiesysteem. Indien de consument echter meer
informatie wenst is het Agentschap verplicht om deze te verstrekken, maar de aanvrager moet in
casus een schriftelijke aanvraag doen en duidelijk motiveren welke informatie hij wenst te bekomen.
Het Agentschap is verplicht om de aanvrager een afschrift te bezorgen, los van de publicatie van de
inspectieresultaten op website. Het Agentschap gaat zich schikken naar het arrest en zijn beleid
aanpassen. Er zal een interne procedure worden uitgewerkt voor de behandeling van vermelde
aanvragen en de manier waarop de informatie aan de aanvrager zal worden bezorgd. Een kleine
kanttekening in dit verband, met name er werd geïnformeerd bij andere lidstaten over deze
aangelegenheid en bepaalde lidstaten hebben bv. 10 EFT ingezet voor het beantwoorden van
dergelijke vragen. Een andere lidstaat heeft informeel aangegeven dat zij het verstrekken van
informatie over langer dan 1 maand als onredelijk beschouwen.
98. Er moet vooral een werkbaar systeem worden uitgewerkt zowel voor operatoren als voor
consumenten. Indien een systeem te weinig info ter beschikking stelt, dan heeft de consument het
recht om de inspectieresultaten op te vragen (verleden + toekomstige). Het ligt in de bedoeling om
een systeem te ontwikkelen waar iedereen zijn voordeel uithaalt, stelt de Voorzitter. Het arrest van de
Raad van State is erg duidelijk op dit vlak, maar het Agentschap gaat geen lijstjes met
inspectieresultaten ter beschikking stellen die voor commerciële doeleinden zouden kunnen worden
gebruikt. We hebben reeds uit verschillende hoeken vragen ontvangen voor de opmaak van lijstjes en
om allerlei informatie op te leveren die voor andere doeleinden worden gevraagd onder het mom van
openbaarheid van bestuur. Het pleidooi van het Agentschap is klaar en duidelijk, publicatie van de
synthese en grafische weergave van de inspectieresultaten. Hierdoor zullen veel problemen kunnen
worden vermeden.
99. Evelyne De Jonghe herhaalt dat zij op de vorige vergadering haar akkoord heeft verleend op
voorwaarde dat er een nulmoment zou ingevoerd worden.
100.
Het nulmoment blijft behouden en ligt in de toekomst behalve voor de operatoren die reeds
een gunstig resultaat hebben bekomen en die eigenlijk baat hebben dat hun gunstig resultaat ter
beschikking wordt gesteld. Het nulmoment wordt behouden maar het Agentschap probeert een
pragmatische oplossing te zoeken om de databank bruikbaar te maken voor de consument,
verduidelijkt de Voorzitter bijkomend.
101.
Evelyne De Jonghe begrijpt dit volkomen maar benadrukt dat er een negatief kantje aan
verbonden is voor de operatoren die niet worden vermeld. De Voorzitter herhaalt dat het Agentschap
moet uitvoering geven aan het vermelde arrest waardoor deze discussie in een stroomversnelling is
terechtgekomen.
102.
Planning op KT: zal een communicatieplan worden opgemaakt dat zal gepubliceerd worden
via de pers als het BS om duidelijk te stellen vanaf welk moment de inspectieresultaten zullen in
rekening worden gebracht. Daarnaast zal er een grootschaligere communicatie plaatsvinden over het
systeem naar de consument. Vicky Lefevre legt uit dat het in de bedoeling ligt om vanaf oktober de
Page 14 of 16
inspectieresultaten mee te nemen en in de loop van het 1ste semester van 2015 zal met de publicatie
ervan worden aangevat.
103.
Is het een optie dat de operator zelf aangeeft wat hij wil doen met zijn vroegere resultaat,
vraagt Joost Vandenbroucke ? De Voorzitter vreest dat dit voorstel praktisch niet uitvoerbaar zal zijn
en het systeem zeker niet zal vergemakkelijken.
104.
De Voorzitter stelt voor om de nieuwe elementen te concretiseren in een document dat op een
volgend RC ter goedkeuring zal worden voorgelegd. Hij benadrukt dat de boodschap klaar en duidelijk
moet zijn, het Agentschap gaat dit doorvoeren maar er dienen afspraken gemaakt rond de praktische
modaliteiten. Het Agentschap pleit ervoor dat operatoren die correct hebben gehandeld daar ook
voordeel moeten kunnen uit halen en dat hun resultaten in een systeem moeten ter beschikking
kunnen worden gesteld. In uitvoering van het arrest van de Raad van State dient het Agentschap zijn
interne procedures aan te passen en moeten wij onze administratieve documenten meedelen op basis
van een gerechtvaardigde vraag. De aanvrager moet evenwel een schriftelijke vraag indienen of kan
ter plaatse de documenten consulteren (cf. toepassing wet op de openbaarheid van bestuur).
105.
Op de vorige vergadering zijn opmerkingen geformuleerd i.v.m. de zoekmogelijkheden in
Foodweb. Kan men in een volgend document bepalen waaruit deze zullen bestaan, vraagt Joost
Vandenbroucke ? De Voorzitter antwoordt bevestigend.
106.
Actie: op de volgende vergadering zal een definitief voorstel rond de publicatie van de
inspectieresultaten in de sector B2C en de manier waarop uitvoering wordt gegeven aan het arrest
van de Raad van State, ter goedkeuring worden voorgelegd. Commentaren zullen op voorhand
worden gevraagd.
Punt 8. Businessplan FAVV 2015-2017
107. Het huidige Business plan loopt af eind 2014. Het FAVV is bezig met de
voorbereiding van een nieuw Business plan dat zal worden toegepast vanaf 1 januari
2015 en betrekking heeft op de jaren 2015 tot 2017. Het zal klaar zijn tegen oktober
2014. Het zal ter goedkeuring worden voorgelegd aan de nieuwe regering. Dezelfde
methodologie werd toegepast als voor de andere BP. De uitwerking ervan zal gebeuren:

op basis van een bevraging van de stakeholders (uitgevoerd door een externe
firma) zijnde een aantal personaliteiten, bedrijfsleiders van vertegenwoordigde
sectoren in het RC die het Agentschap goed kennen met name haar sterke en
zwakke punten, en die voorstellen kunnen aanbrengen ter verbetering;

naast diepte-interviews zal gewerkt worden met focusgroepen (afhankelijk van
goedkeuring door de Inspecteur van Financiën);
Het project zal kortelings worden opgestart. De personen die zich kandidaat stelden zullen
gecontacteerd worden. De resultaten zullen zijn afgerond tegen half juli en toegelicht in
het begin van het najaar.

op basis van een beschrijving van de sociaal economische context: elke
sector zal door de diensten van controlebeleid worden gevraagd om mee te
werken aan de beschrijving ervan. Vorige keer werd het perspectief van de
consumenten ook in het BP opgenomen. Hiervoor werd beroep gedaan op
een aantal studies van OIVO. Deze zijn niet meer geactualiseerd geworden
bijgevolg zal er op een andere manier moeten gepeild worden naar de mening
van de consument. Onze eigen consumentenenquête zal zeker worden
meegenomen;

op basis van een bevraging van het personeel van het FAVV (niet enkel het
management);
Het nieuwe ontwerp van BP zal ofwel op de vergadering van september of oktober of een
speciale vergadering worden toegelicht zodat een diepgaand debat kan worden gevoerd.
Page 15 of 16
Punt 9. Varia
108.
Nihil.
********************
De volgende vergadering van het RC vindt plaats op woensdag 18 juni 2014 om 9u30.
********************
Page 16 of 16