ILT onderzoek prestatiegericht onderhoud aan het

FNV SPOOR IN OVERLEG MET DIRECTEUR ASSETMANAGEMENT DE HEER
WIM KNOPPERTS OVER:
ILT onderzoek prestatiegericht onderhoud aan het spoor
FNV Spoor heeft namens de vakmensen op het spoor (inspecteurs ProRail en monteurs Railinfra
Services) haar zorgen gedeeld met staatssecretaris Mansveld over het rapport van ILT.
Onze belangrijkste zorgen betreffen:
 De lankmoedige houding van ILT en ProRail bij twee geconstateerde overtredingen en de
opsomming van meerdere veiligheidsrisico’s in het ILT-rapport.
 Het oprekken en degradatie van de normen binnen de PGO systematiek ten opzichte van de
OPC systematiek.
 De perverse prikkels in contracten om afwijkingen aan de infra al dan niet te melden.
 Het keurslijf “Normkader Veilig Werken” (NVW) dat het voor (bijvoorbeeld)
inspecteurs/monteurs bijna onmogelijk maakt om inspecties of werkzaamheden uit te voeren.
Zij moeten het soms doen met meetgegevens die al een jaar oud zijn. De missie ”0 vermijdbare
ongevallen” staat hierdoor volgens FNV Spoor op gespannen voet met de systeemveiligheid van
het spoor.
 Het afsluiten van contracten tussen de aannemers en ProRail moet als doel hebben de veilige
beschikbaarheid van de infra en het verdienen van een normale boterham en niet het elkaar opleggen van boetes en claims voor aansprakelijkheid.
 De korte looptijd (5 jaar) van de PGO contracten staat investeringen door aannemers in vakmensen in de weg.
Naar aanleiding van onze brief aan de staatssecretaris is er een overleg tussen FNV Spoor en directeur
AssetManagement de heer Wim Knopperts gestart.
Heldere normen
FNV Spoor heeft tijdens de besprekingen met directeur Knopperts de situatie waarin inspecteurs en
monteurs hun werk moeten doen voorgelegd:
 Vakmensen die het werk moeten uitvoeren/controleren worden nauwelijks geconsulteerd en de
contracten zijn daardoor juridische boekwerken geworden. Voor de ProRail inspecteurs, die
deze onderhoudsbijbels zouden moeten gebruiken om de staat van het onderhoud te controleren, zijn de contracten volledig onlees- en onwerkbaar. Eén van de gevolgen is dat de visuele
inspecties maar mondjesmaat worden uitgevoerd en is ontaard in een schriftelijke exercitie.
 De algemene hoofdstukken en de systematiek van FMECA’s in de PGO contracten worden niet
gehanteerd. Ze zijn onleesbaar en te complex om door inspecteurs in het veld te hanteren (veel
te juridisch).
 Geen eenduidige inspectie eisen. Wat te denken van het feit dat een inspecteur bij een
aannemer moet leuren om de afkeurmaat van de bovenleidingdraden te weten te komen.
Directeur Knopperts erkent dat het woud aan normen en im-/expliciete afspraken onwerkbaar is. Naar
aanleiding van het ILT-rapport PGO maakt ProRail nu onderscheid tussen veiligheid kritische normen en
onderhoudsnormen. ProRail ontwikkelt op dit moment één transparante set van veiligheidswaarden
voor infra elementen welke kritisch zijn ten aanzien van veilige berijdbaarheid. “Oftewel de absolute
ondergrens, de rode lijn waarop gehandhaafd wordt”. Overschrijding van één van deze veiligheid
kritische normen leidt onherroepelijk tot direct ingrijpen. De systematiek van veiligheid kritische normen
en onderhoudsnormen is in januari 2015 klaar. Direct daarna wordt deze systematiek, in overleg met de
aannemers, geïmplementeerd.
Prikkels
De aannemers zijn commerciële bedrijven die in staat moeten worden gesteld om een nette boterham te
verdienen. Daartoe moeten er onderhoudscontracten komen met een looptijd van 10 jaar zodat het
loont voor een aannemer om te investeren. ProRail is nu gestart met het afsluiten van contracten met
een looptijd van 10 jaar. Dit is mede gekomen door de stellingname van FNV Spoor.
Zoals jullie weten vinden wij het elkaar opleggen van boetes contraproductief. Dit leidt niet tot meer
veiligheid, maar tot onveiligheid. Directeur Knopperts is dit op hooflijnen met ons eens. Melden van
afwijkingen aan de infra moet gewaardeerd worden, aldus directeur Knopperts. Doe je het niet goed
dan moet je dat ook voelen.
Binnen 5 jaar is alle deskundigheid bij ProRail en de aannemers weg
 Vakmanschap verdwijnt bij ProRail en bij de aannemerij. Oorzaken zijn onder andere de
bezuinigingsoperaties en vergrijzing. Verder ontbreekt bij steeds meer vakmensen het
plezier/motivatie om de (ondankbare) functie van inspecteur uit te willen voeren.
 Aannemers zijn bezig met winstoptimalisatie. Arbeidskosten drukken is een prima middel daarvoor. Zij nemen steeds vaker niet vakdeskundige onderaannemers aan en leveren zelf 1 vak
deskundige. Hiermee voldoen zij aan de contracteisen en staat bijvoorbeeld een bollenpeller aan
de installaties te sleutelen. (FNV Spoor heeft niets tegen het vak van bollenplukker, maar het
lijken ons niet de juiste vakmensen die aan onze technische infra moeten sleutelen)
 Opleidingen zijn uitgekleed tot het in 3 maanden tijd leren van een kunstje.
 Aannemers hebben al aangegeven dat ze uit kostenoverwegingen geen nieuwe mensen aan
zullen nemen, maar dat ze werk gaan maken van “duurzame inzetbaarheid”. Erg geloofwaardig
is dit allemaal niet!
FNV Spoor en directeur Knopperts zijn met elkaar van mening dat er focus moet komen op
vakmanschap. Dat betekent dat er geen opleiding bij elkaar gesprokkeld mag worden door certificaten.
FNV Spoor wil dat onveilige situaties worden voorkomen door:
 Een vakopleiding over de volle breedte van de railtechniek. Niet alleen elektrisch en elektronisch
maar ook baan, kunstwerken etc. Hierdoor wordt de kwaliteit van de vakman geborgd.
 Gecontracteerde spooraannemers hebben aantoonbaar 90% vak eigen werknemers in vaste
dienst. Deze werknemers zijn geschoold en vakbekwaam. Conform de door ProRail op te stellen
eisen.
Directeur Knopperts en FNV Spoor hebben de intentie uitgesproken om samen in gesprek te blijven.
Meer in bijzonder over de vraag hoe het vakmanschap geborgd kan worden binnen de sector. Overige
onderwerpen van gesprek zijn onder meer het op een normale wijze verwerken van pieken in
werkzaamheden, ordenen van, werkstromen, kennis/opleiding en vakmanschap.
Wordt vervolgd.
Met vriendelijke groet,
Jacqueline Lohle
Veronika Teunissen
Bestuurders FNV Spoor
Utrecht, 10 juli 2014
14-0879/jl/ev