Handleiding voor de leraar De Basis Voorwoord Op 25 mei 2014 zijn er verkiezingen voor de gewesten en gemeenschappen, het federale parlement en het Europees Parlement. Ook kinderen en jongeren, zelfs al mogen ze nog niet stemmen, kunnen niet om die verkiezingen heen. Al was het maar door de verkiezingsborden die her en der in het straatbeeld opduiken. De verkiezingen zijn een uitstekende gelegenheid om met leerlingen te werken aan -onder andere- de eindtermen Wereldoriëntatie in het basisonderwijs en de vakoverschrijdende eindtermen in het secundair onderwijs. Voor leraren en leerlingen die de komende maanden in de klas aandacht willen besteden aan democratie, vertegenwoordiging, de overheid en de verkiezingen hebben wij een totaalpakket Verkiezingen 2014 samengesteld. Het volledige pakket Verkiezingen 2014 omvat: De Basis De Basis is er voor alle leerlingen die geen politieke voorkennis hebben en die in eenvoudige taal, op een duidelijke manier de essentie van de verkiezingen uitgelegd willen krijgen. Geen details hier, geen extra’s. De Basis is een infobrochure, een opdrachtenboekje voor leerlingen en een handleiding voor de leraar. De basis kan gebruikt worden vanaf de derde graad van het basisonderwijs, maar ook in het secundair onderwijs voor leerlingen met een beperkte taalontwikkeling en anderstaligen. In Detail De titel spreekt voor zich: in deze brochure gaan we dieper in op de drie verkiezingen, het subsidiariteitsbeginsel, de manier waarop verkiezingen worden georganiseerd en wat er gebeurt na de verkiezingen. Met extra’s over een aantal discussiethema’s en historische achtergronden. In Detail is er voor leerlingen die al een basiskennis hebben verworven en meer w illen weten. Zo Verkozen Zo Verkozen is een spelbord met vragen over de verkiezingen en de drie bestuursniveaus: Vlaanderen, België en Europa. Een eenvoudig bordspel om het ijs te breken of als toets te gebruiken. Draaiboek verkiezingen organiseren op school Niets werkt zo goed als zelf ervaren. Daarom hebben we voor u een handleiding geschreven om stap voor stap verkiezingen op school te organiseren. Met telkens de echte verkiezingen als ijkpunt. Het tijdschema bepaalt u zelf, sommige stappen kunt u beperken of uitbreiden. Een draaiboek om een geanimeerde en intense verkiezingsperiode op school tot een goed einde te brengen. 2 In Detail Tot slot is er ook de speldoos ‘Ontdek Europa’. Een bijzondere kennismaking met de 28 landen van de Europese Unie. “Ontdek Europa” is ontworpen door de leerlingen van de auti-werking van het buso De Varens ‘t Kasteeltje uit Knokke-Heist. Zij sleepten met hun spel ‘Crazy European Game’ de eerste prijs in de wacht van de wedstrijd ‘State of Arts’ in 2013. De Kracht van je Stem herwerkte het spel tot deze speldoos. Op onze website www.dekrachtvanjestem.be kunt u al het materiaal downloaden en bestellen. De verschillende brochures kunt u apart nabestellen. Wij hopen dat u samen met uw leerlingen aan dit pakket veel spel- en lesplezier zult hebben en horen graag uw feed-back. De Kracht van je Stem - Vlaams Parlement [email protected] tel 02 552 45 34 Verkiezingen 2014 3 4 In Detail Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Oefening 1 Leestekst: Democratie of dictatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Oefening 2 Democratie doorheen de geschiedenis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Oefening 3 Stripverhalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Opdracht 4 Vul de verkiezingskalender in! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Oefening 5 Web-zoekopdrachten met ‘Flosj’, het leeuwtjein het Vlaams Parlement ronddwaalt . 9 Oefening 6 De België–puzzel: Welk deel van België herken je? . . . . . . . . . . . . 16 Oefening 7 België is een federale staat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Oefening 8 Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Oefening 9 Collage van de Vlaamse Regering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Oefening 10 Zoek de bevoegdheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Opdracht 11 Wat kies jij? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Opdracht 12 Ken je kandidaten: Wie zijn ze? Waar staan ze voor? . . . . . . . . . . 25 Opdracht 13 Verkiezingspropaganda ontleed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Opdracht 14 Kieskringen en kandidaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Oefening 15 Wie mag stemmen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Opdracht 16 Kandidatenlijsten en geldig stemmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Oefening 17 Onze begroting: kiezen of delen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Oefening 18 Inspraak in onze omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Oefening 19 Inspraak op school . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 De bereikte doelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Bijlage bij oefening 17 Onze begroting: kiezen of delen? . . . . . . . . . . . . . . 44 Verkiezingen 2014 5 Oefening 1 Leestekst: Democratie of dictatuur Deze leestekst legt uit wat democratie is en waarom ze belangrijk is. Ook de rol van de pers binnen een democratisch systeem komt aan bod. Lees eerst de tekst, samen met de leerlingen of elk individueel. Laat de leerlingen daarna de vragen oplossen. Vragen en opdrachten bij de leestekst Noteer drie belangrijke kenmerken van een democratie. Uit de tekst kunnen meer dan drie kenmerken gehaald worden, namelijk: 1. De kiezers kunnen zich door verkiezingen uitspreken over het bestuur van de samenleving. 2. Verkiezingen geven maar tijdelijk de macht aan de bestuurders, daarom zijn er regelmatig (voor het Vlaams Parlement om de vijf jaar) opnieuw verkiezingen. 3. Iedereen is gelijk voor de wet, de wet geldt voor iedereen dus moet iedereen zich eraan houden. 4. Regels moeten door een meerderheid worden goedgekeurd, maar de rechten van minderheden kunnen nooit door een meerderheid worden geschonden. 5. Er is vrije meningsuiting. Wie kritiek uit, kan daarvoor niet gestraft worden. Zoek in de media enkele artikels over verkiezingen in andere landen: zijn er verkiezingen? Vind je informatie over hoe de verkiezingen verlopen? De leerlingen verzamelen informatie of de leerkracht brengt krantenartikels mee die de leerlingen moeten analyseren. Hieronder en hiernaast vindt u alvast enkele voorbeelden. 24/11/2013 - In het Centraal-Amerikaa nse land Honduras worden vandaag presidents- en parlementsverkiezi ngen gehouden. De 54-jarige Xiomara Castro is presi dentskandidaat voor de centrumli nkse partij Libre. De belangrijkste tegen kandidaat van Castro is Juan Orla ndo Hernandez van de regerende Nati onale Partij. De vorige president Zelaya was in 2009 door de militairen afgezet omdat de economische elite van Honduras ontevred en was over zijn beleid. In de peilingen staan Castro en Hernandez ongeveer even sterk. Well icht zal de stembusslag dus uitdraaien op een nek-aan-nek-race. (Bron www.deredactie.be - Rik Arno udt) 6 In Detail regeren komende jaar uro, mag het ad t heeft M en m as ol rle ic pa N t doen. In he n Venezuela, ag va t m g en o nu ze id ur es jn ad zi pr M De arover id heeft t parlement da dat die meerderhe en en ez id vr i he ic er zonder dat he rit rd C uro de mee n te pakken. ad aa M is n is hts va cr ec e ij sl rt ch on is de pa onom Maduro w geven om de ec eert te zetten. poob op pr l de pe or ns do meer macht ge t ite ning is nooi in sitie verder bu rw po ve op so de ng o zi ur Mad de verkie rkiezingen en De winkelzeer nipt de ve e problemen. ch is om . on nd n het ec ke e sitie er or grot jn een deel va dt geplaagd do rbrekingen zi de ische on om om on ro ec St Venezuela wor ld van de hu leeg dan vol. sc r ee de m en jn iv zi rekken Critici schu n geworden. kels bindagelijkse leve n Maduro. va en elektronicawin en de scho r bevolen om lokten ge en le t ijz he pr problemen in o de ur . De verlaag nd had Mad nd aa m vo ze n van og de ke ho in ro te Beg prijzen d zelfs gesp omdat hij de er en der wer H t. ui ls nen te vallen ke in w mloop op de toen een stor g. plunderin wo 06/11/2013 – Belga. In Kosovo wordt het resultaat van de lokale verkiezingen in het Servische deel van de stad Mitrovica geannuleerd, na incidenten met radicale Serviërs. Dat heeft de Kosovaarse kiescommissie woensdag beslist. De kiescommissie maakte bekend dat het resultaat in drie van de vier stemlokalen in het noorden van Mitrovica geannuleerd wordt “als gevolg van de vernietiging van stembussen”. Bij de tumultueuze lokale verkiezingen bestormden Servische extremisten drie stemlokalen in Mitrovica en vernietigden er de stembussen. Een datum voor nieuwe verkiezingen maakte de kiescommissie nog niet bekend. zo 27/1 0/2013 ministe - In G r van O e nderwij orgië heeft d verkiez s Marg e voorm ingen g vela ew a van de stemme onnen. Hij be sjvili de presid lige n h entsaalt zo’n nodig is waardo or .D slagnem e tegenkandid een tweede ro 62 procent nde nie end pre aat uit tm h s nederla ag al to ident Mikhail et kamp van d eer egegeve e S Het is d onta a k asjvili n. e heeft z een zitte eerste keer in ijn he n een dem de president z t hedendaagse ijn mac ocratisc G eorgië d h h verko at zen opv t zal overdrag en aan olger. eilijke oefening adagaskar: een mo st-Afrikaanse Verkiezingen in M askar, voor de Oo ag ad M d an eil t iezingen he p sv -O de president erk vr 25/10/2013 eerste ronde van de ook een t g rd aa wo nd va en t e rd nd kust, wo g een tweede ro no lgt vo ken aan er ma mb d ce moeten een ein gehouden. In de n hoe n. De verkiezingen ze ke ko kij ge uit t nt rd me wo rle t nieuw pa t land, maar he he in s ao n de va ch e n iek ate met de result bijna vijf jaar polit ten zullen omgaan ich ew rg aa zw e de politiek ds de keren uitgesteld, sin stembusgang. kar zijn al talloze as huiag De ad . M 09 in 20 en in n De verkiezing cht is verdreve ma de n jke va eli nt ett ide es t het grondw laatste verkozen pr lina, is eigenlijk nie u joe zo Ra en y n dr de An on n, tb dige sterke ma t parlement on e niets to a heeft in 2009 he lin nu t joe to Ra ar . da ofd is ho staats de praktijk bereiden, maar in t land het maar verkiezingen voor ieke tenoren in he lit po de t da om n me kon zijn. ko of t ge ch is hu mo van in niet kandidaat of nu e wi n van de er ov n ed met het verd ige niets eens raakte eft alles te maken he l ee ak kr ge e iek Dat polit land. es in het straatarme eigen machtspositi t) ud no Ar k Ri ctie.be (Bron www.dereda 29/09/2 0 hebben 13 - Bij de pa rlemen beide r tsv e democ raten e geringspartije erkiezingen in Oos n de c n verlo een nip tenr ons ren te ze sam meerderheid ervatieven b , maar de so ijk ciaalehoude en 50,9 . Volge n n sche pa p rtijen z rocent. De e s voorlopige samen wel ij x c Het w as een n de grote ov treemrechtse ijfers halen er ti en eur dat de okrititwee re jdlang spann winnaars. en g ren. D e socia eringspartijen d, maar het ald zie s Fayma nn kre emocratisch amen kunnen t ernaaruit e SPÖ eg 27,1 conser van ka blijven regeva p nselier partijen tieve coalitie rocent van Wer de p a verliez samen en elk rtner ÖVP 2 stemmen e ner een me n de meer d 3 ,8 pro er an 2% De ex , maar cent. Beide treemr derheid. b e ehoude c Christi n dus an Str htse Vrijheid ac procen spartij t. De F he wint 3,9 FPÖ P p va Ö is de De extr rocent ee en ein n Heinzw dig teren v mrechtse en innaar van d e verkie t op 21,4 an enk eurokr it ele sch maar v andale ische partijen zingen. oo n binn konden over d ral van het en de on es pr Grieke teun die hun genoegen va regeringspar ofin veel nland, ti la jen, n d ga Ierland O die hulp en Por f aan de hulp ostenrijkers in O o tu p stenrijk Voor d gal. Ne lannen e t w v nog wa exacte verde einig popula als in Duitsla oor ir. ling va nd is chten o n p (Bron www.d de volledige de parlemen tszetels eredac tie.be J resultaten. is het os De G reef, R ik Arno udt) Verkiezingen 2014 7 Oefening 2 Democratie doorheen de geschiedenis De leerlingen lezen individueel de leestekst en voeren dan de opdracht uit. Opdracht bij de leestekst Op de afbeeldingen zie je scènes uit het leven in een bepaalde periode van de geschiedenis. Schrijf in de linkerkolom welke periode er wordt voorgesteld. Kies daarbij uit de volgende periodes: ●● de middeleeuwen, ●● de 18e eeuw met zijn stedelijke burgerij , ●● de 19e eeuw met de fabrieken en nieuwe industrie ●● de huidige tijd Schrijf in de rechterkolom de groep die in die periode de macht had om te besturen. Kies uit de volgende groepen: ●● de ambachtslui en de handelaars ●● de adel en de kerk ●● de vertegenwoordigers van de hele bevolking ●● de bazen en eigenaars van de fabrieken De afbeelding is een miniatuur uit de Franse 13e eeuw die de sociale orde in de middeleeuwen mooi illustreert: nl. ●● De ‘oratores’: zij die bidden ●● De ‘bellatores’: zij die strijden ●● De ‘laboratores’: zij die werken de middeleeuwen de adel en de kerk Illustratie uit ‘Li Livres dou Sante’ (vellum), British Library, London. Schilderij Van Jan Steen uit 1655, ‘Delftse burger en zijn dochter’. Een Delftse burger en een meisje waarvan wordt aangenomen dat het zijn dochter is, poseren in vol ornaat voor de ingang van een grachtenpand. Kunsthistorici vermoeden dat de burger de graanhandelaar Adolf Croeser is. Ook de andere kant van de maatschappelijke ladder is vertegenwoordigd: naast de welgestelde burger staan een vrouw en een kind op straat te bedelen. Op de achtergrond is de Oude Kerk te zien. 8 In Detail de 18e eeuw met zijn stedelijke burgerij de ambachtslui en de handelaars Foto uit het Amsab-archief: kinderen aan het werk in de vlasfabriek “Wiedauwe” in Gent. de 19e eeuw met de fabrieken en nieuwe industrie de bazen en eigenaars van de fabrieken Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis Foto’s van een ledencongres van een vereniging en van een politieke partij en foto van de plenaire zitting van het Vlaams Parlement. de huidige tijd de vertegenwoordigers van de hele bevolking Oefening 3 Stripverhalen Deze oefening gaat uit van de voorwaarden voor een democratische rechtsstaat. De moeilijkheid die zich daarbij voordoet, is dat de verschillende voorwaarden voor een democratische rechtsstaat onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en in meer of mindere mate aanwezig kunnen zijn in een staat. Daarom gebruiken we deze ‘negatieve’ fragmenten om de leerlingen te laten zoeken naar schendingen van de democratische rechtsstaat. De schendingen zullen ze als het ware intuïtief aanvoelen en makkelijker kunnen omschrijven. Van daaruit kunnen ze ook de omgekeerde redenering maken: nl. wat is dan wel noodzakelijk in een democratie? Fragment 1 komt uit “Maus, vertelling van een overlevende”. Art Spiegelman beschreef de Jodenvervolging in een stripverhaal waarin hij de Joden voorstelt als muizen, de nazi’s als katten en de Polen als varkens. Art Spiegelman is in 1948 geboren in Stockholm als zoon van de Poolse Joden Vladek en Anna Spiegelman. Hij vertelt ons het verhaal van de holocaust en transformeert Duitsland tot een monsterlijke muizenval. Dit stripfragment toont discriminatie. Discriminatie staat tegenover een van de fundamentele rechten van burgers in een staat: nl. de gelijke behandeling van alle burgers. In een democratische rechtsstaat is iedereen gelijk voor de wet. Het fragment slaat ook op de voorwaarde dat burgers erop kunnen vertrouwen dat de regels altijd worden toegepast, zonder uitzonderingen. Het kan dus niet dat de politie alleen maar toekeek terwijl er twee doden te betreuren vielen. Om die redenen worden de democratische rechten van burgers in dit stripfragment geschonden. Verkiezingen 2014 9 Fragment 2 komt uit “De Lotelingen” uit de reeks Bakelandt van Hector Leemans en is uitgegeven bij Standaard Uitgeverij. Ook in dit fragment worden de meest elementaire rechten van mensen met de voeten getreden. De politieke en burgerlijke vrijheden worden niet gerespecteerd en is er geen sprake van een eerlijke rechtsgang. De willekeur is groot: de arrestatie van de vrouw, het feit dat ze geen papieren heeft en dat dat blijkbaar voldoende is om haar op transport te zetten naar de kolonies. Dit fragment leent zich bijzonder goed tot het herschrijven van het scenario: de manier waarop de vrouw gearresteerd wordt, haar behandeling door de politie, de verbanning zonder vorm van proces. Fragment 3 is een stukje uit “De matras van Madras”, een album uit de reeks “De avonturen van Nero en C°” van Marc Sleen, uitgegeven bij Standaard Uitgeverij. In dit fragment verzeilt Nero nogmaals in een hachelijke situatie. In dit fragment beslist een despoot alleen en zonder vorm van proces tot de liquidatie van de helden. Deze willekeur hoort niet thuis in een democratische rechtsstaat. Tussen haakjes: onderaan rechts komt de redding reeds aangezwommen. Fragment 4 en 5 zijn paradoxen. Strip 4 komt uit “De gouden cirkel”, een avontuur van Suske en Wiske door Willy Vandersteen en uitgegeven bij Standaard Uitgeverij. Strip 5 is een stukje uit “De dictator van San Doremi” uit Piet Pienter en Bert Bibber, door POM en uitgegeven bij Standaard Uitgeverij. In Strip 4 wordt de wet streng toegepast. De twee sigaren rokende figuren hebben recht op een capsule X025, die het leven van professor Barabas kan redden. Maar de wet is de wet en iedereen is gelijk voor de wet. Dit fragment kan aanleiding geven tot een discussie rond de wet en de menselijkheid van de wet. Strip 5 daarentegen benadrukt de willekeur in een dictatoriale staat. Hier heerst het recht van de sterkste. De vergelijking van strip 4 met strip 5 kan tot een genuanceerd beeld leiden van de regelgeving in de democratische rechtsstaat. Opdracht 4 Vul de verkiezingskalender in! De verkiezingskalender voor de verschillende bestuursniveaus in ons land: De gemeente- en provincieraadsverkiezingen vinden altijd plaats op de tweede zondag van oktober, om de zes jaar. De volgende gemeente- en provincieraadsverkiezingen vinden dus plaats op 18 oktober 2018. De verkiezingen voor de gewesten en gemeenschappen vinden om de vijf jaar plaats: na 25 mei 2014 zal dat dus in mei of juni 2019 zijn, net zoals de Europese verkiezingen. 10 In Detail De verkiezingen voor de Kamer vinden vanaf nu ook om de vijf jaar plaats. Op het federale niveau kan het parlement wel nog steeds ontbonden worden en kunnen er vervroegde verkiezingen georganiseerd worden. Maar de daaropvolgende verkiezingen zullen dan wel weer samenvallen met die voor het Europees Parlement. De verkiezingskalender voor de verschillende bestuursniveau’s in ons land Gemeente Provincie verkiezingen om de 6 jaar verkiezingen om de 6 jaar Gewesten en gemeenschappen Federaal Europa 2012 2013 2014 2015 2016 verkiezingen om de 5 jaar verkiezingen verkiezingen om de 5 jaar (Maar tussentijds zijn verkiezingen mogelijk wanneer de regering valt) verkiezingen om de 5 jaar 2017 2018 2019 2020 2021 Oefening 5 Web-zoekopdrachten met ‘Flosj’, het leeuwtje dat in het Vlaams Parlement ronddwaalt Op de volgende pagina vindt u alle tekstjes die op de verschillende pagina’s van de animatie‘Flosj’ (www.dekrachtvanjestem.be//games/) te vinden zijn. De leerlingen vinden alle gevraagde informatie van de invuloefening in de blocnotes achter de linken. Verkiezingen 2014 11 Scherm 1 Wat zijn verkiezingen? Dit scherm bevat 3 links over het verloop van verkiezingen. 1 Wat zijn verkiezingen? Toelichting 1 Als je 18 bent, mag je stemmen en meedoen aan de verkiezingen. Er zijn om de 5 jaar verkiezingen voor het Vlaams Parlement. Iedereen die mag stemmen, kiest dan wie hij of zij in het Vlaams Parlement wil. Toelichting 2 In totaal kiezen we 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers, die alle mensen in Vlaanderen vertegenwoordigen. 2 Wat is een verkiezingscampagne? Toelichting 3 Als er verkiezingen zijn, proberen de politieke partijen zoveel mogelijk mensen te overtuigen om voor hen te stemmen. Toelichting 4 Ze doen dit door hun partijprogramma goed uit te leggen en reclame te maken voor hun partij en voor hun kandidaten. Ze voeren dan een verkiezingscampagne. 3 Wat na de verkiezingen? Toelichting 5 Na de verkiezingen worden de stemmen geteld en wordt berekend hoeveel zetels elke politieke partij krijgt in het Vlaams Parlement. Spel Flosj op de tegels van een discodansvloer 12 In Detail Scherm 2 Wat is een politieke partij? Dit scherm bevat 5 links over de politieke partijen. 1 Een politieke partij Toelichting 6 Een politieke partij is een groep mensen die samen dezelfde ideeën hebben over hoe ze een land willen besturen. De 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers in het Vlaams Parlement behoren tot verschillende politieke partijen. 2 Een fractie Toelichting 7 Een fractie is een groep volksvertegenwoordigers van dezelfde partij of van 2 partijen die heel nauw samenwerken. 3 Een partijprogramma Toelichting 8 De politieke partijen zetten hun ideeën over hoe ze willen besturen op papier, zodat iedereen ze kan lezen. 4 Meerderheid Toelichting 9 Meestal heeft niet één politieke partij de meerderheid van de zetels. Om een meerderheid te vormen moeten politieke partijen daarom samenwerken. Ze vormen dan een coalitie en ze beslissen wie minister wordt. Oppositie Toelichting 10 De politieke partijen die niet meedoen aan de regering voeren in het parlement oppositie tegen de regering. De oppositie is heel kritisch voor de regering. Verkiezingen 2014 13 5 Dit zijn de politieke partijen in het Vlaams Parlement Toelichting 11 CD&V, Groen, LDD, NV-A, Open Vld, Sp.a, Vlaams Belang Spel Het parlementspel : volksvertegenwoordigers aanklikken op de parlementszetels. Scherm 3 Wat is het Vlaams Parlement? Twee links over de opdrachten en de bevoegdheden van het Vlaams Parlement. De twee links bevatten meerdere blocnoteblaadjes die van de basisinformatie vertrekken tot meer detailinfo. 1 Wat doet het Vlaams Parlement? Toelichting 12 Decreten goedkeuren De regering controleren De begroting goedkeuren Toelichting 13 Decreten goedkeuren Een Vlaamse volksvertegenwoordiger doet een ‘voorstel van decreet’ en dan debatteren en stemmen alle Vlaamse volksvertegenwoordigers over dat voorstel. Toelichting 14 Een decreet is een wet die alle Vlamingen moeten naleven. Het is dus een Vlaamse wet. Het Vlaams Parlement stemt over alle decreten. 14 In Detail Toelichting 15 Een Vlaamse minister kan ook een idee hebben voor een decreet. Hij schrijft dat neer in een ‘ontwerp van decreet’. Over zo’n ontwerp debatteren en stemmen de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Toelichting 16 De regering controleren De Vlaamse volksvertegenwoordigers ondervragen de Vlaamse Regering. Toelichting 17 De begroting goedkeuren Elk jaar stelt de regering voor hoeveel belastingen de mensen moeten betalen en wat ze met dat geld wil doen. Dat is de begroting. Het parlement moet die begroting goedkeuren. 2 Waarom is er een Vlaams Parlement? Toelichting 18 Vroeger was er vaak ruzie tussen de Vlamingen en de Walen: Daarom beslissen ze nu over sommige zaken apart. Toelichting 19 Dit regelen de Vlamingen zelf: Sport, milieu, cultuur, onderwijs, openbare werken, landbouw enzovoort. Toelichting 20 Dit regelen we samen voor heel België: Landsverdediging, justitie, sociale zekerheid, (bv. de pensioenen) enzovoort. Spel De juiste bevoegdheden (federaal of Vlaams) bij de juiste vlag plaatsen (Belgische vlag of Vlaamse leeuw) Verkiezingen 2014 15 Scherm 4 Wat is de Vlaamse regering? Vier links naar pagina’s over de regering, hoe ze is samengesteld en de relatie tot het parlement. 1 De Vlaamse Regering Toelichting 21 Alle Vlaamse ministers samen vormen de Vlaamse Regering. Er zijn 9 Vlaamse ministers. Elke minister is verantwoordelijk voor een deel van het regeerwerk, bv. de Vlaamse minister van Onderwijs, de Vlaamse minister van Leefmilieu, enzovoort. 2 De minister-president Toelichting 22 De baas van de Vlaamse ministers is de minister-president. 3 Toelichting 23 De Vlaamse ministers hebben geen kantoren in het Vlaams Parlement. Ze komen naar het parlement om te antwoorden op vragen en om ontwerpen van decreet uit te leggen en te bespreken. 4 Toelichting 24 De Vlaamse ministers hebben veel medewerkers om decreten uit te voeren. Die medewerkers zijn de Vlaamse ambtenaren. Spel Flosj ontwijkt de vogelpoep. 16 In Detail Scherm 5 Wat is een Vlaamse Volksvertegenwoordiger? Vier links over wie de volksvertegenwoordigers zijn, vanwaar ze komen en wat ze doen. 1 Wat is een Vlaamse volksvertegenwoordiger? Toelichting 25 Wij kunnen niet allemaal samen regeren. Daarom kiezen we mensen die ons vertegenwoordigen. Zo kiezen de 6 miljoen Vlamingen 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers in het Vlaams Parlement. 2 De Vlaamse volksvertegenwoordigers komen uit de verschillende Vlaamse provincies en Brussel. Toelichting 26 De Vlaamse volksvertegenwoordigers komen uit de verschillende Vlaamse provincies en Brussel. (Kaartje van België met de vijf Vlaamse provincies en Brussel.) 3 Je kunt je Vlaamse volksvertegenwoordiger aan het werk zien. Toelichting 27 Je kunt je Vlaamse volksvertegenwoordiger aan het werk zien. In de plenaire vergadering op woensdag. In de commissies op dinsdag en donderdag. Toelichting 28 Je kunt lezen wat je Vlaamse volksvertegenwoordiger gezegd heeft in de verslagen. Je kunt de Vlaamse volksvertegenwoordigers mailen of je kunt een afspraak maken. 4 Kunst in het Vlaams Parlement Toelichting 29 In het Vlaams Parlement kun je ook heel wat werken van Vlaamse kunstenaars bekijken. Spel Puzzel Vlaamse provincies. Verkiezingen 2014 17 Scherm 6 Wat is een commissie? Vier links over de werking van de commissies in het Vlaams Parlement Wat is een commissie? Toelichting 30 Er zijn 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers. Dat is te veel om alles samen te bespreken. Daarom werken ze in kleine groepen met een eigen taak. bv. de commissie Onderwijs, de commissie Cultuur enzovoort. Wie zit in een commissie? Toelichting 31 In een commissie zitten 15 vaste volksvertegenwoordigers van de verschillende politieke partijen in het Vlaams Parlement. Hoe werkt een commissie? Toelichting 32 Twee keer per week vergaderen de commissieleden over voorstellen en ontwerpen van decreet. Ze luisteren naar specialisten, discussiëren en gaan op werkbezoek. Wat doet een Vlaamse minster in een commissie? Toelichting 33 Hij geeft antwoorden op vragen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers. En hij komt ontwerpen van decreet uitleggen en bespreken met de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Spel Memoryspel over Vlaamse steden met foto’s van steden 18 In Detail Scherm 7 Wat is een plenaire vergadering? Tien links over de werking van de plenaire vergadering. Wat is een plenaire vergadering? (klikken op de koepel) Toelichting 34 Een vergadering met alle Vlaamse Volksvertegenwoordigers. De voorzitter van het Vlaams Parlement leidt de vergadering. Het stembord. Toelichting 35 Dit is het stembord. Op dit bord kun je de resultaten van de stemmingen aflezen. De Vlaamse ministers (klikken op de ministerbanken) Toelichting 36 Hier zitten de Vlaamse ministers. Ze zijn met 9. Alle Vlaamse ministers samen vormen de Vlaamse Regering. De baas van de ministers is de minister-president. Toelichting 37 Waarom komt een Vlaamse minister naar een plenaire vergadering ? 1. Om op de vragen van de Vlaamse volksvertegenwoordigers te antwoorden. 2. Om een ontwerp van decreet voor te leggen aan de Vlaamse volksvertegenwoordigers. De verslaggevers (klikken op de figuurtjes die typen) Toelichting 38 Zij maken het verslag van de vergadering. In dit verslag staat alles wat iedereen heeft gezegd, niets wordt weggelaten. Toelichting 39 Je kunt dit verslag lezen op de website van het Vlaams Parlement. Verkiezingen 2014 19 De voorzitter van het Vlaams Parlement Toelichting 40 Wat doet de voorzitter van het Vlaams Parlement? De voorzitter leidt de vergadering met alle Vlaamse volksvertegenwoordigers, Een zegt wie er aan het woord komt. De publiekstribune Toelichting 41 Van op deze zetels kan iedereen die dat wil de vergadering volgen. Je moet hier wel stil zijn, je mag niet mee discussiëren. De stemknoppen De stemknoppen: hiermee stemmen de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Vinden ze een voorstel: Goed: dan drukken ze op de groene knop. Slecht: dan drukken ze op de rode knop. (Of de volksvertegenwoordigers onthouden zich en stemmen niet mee: dan drukken ze op de oranje knop.) Het spreekgestoelte Toelichting 43 Dit is het spreekgestoelte. Van hieruit kun je voor de hele zaal spreken. De persloges Toelichting 44 Hier volgen de journalisten de plenaire vergadering. Toelichting 45 Als de Vlaamse volksvertegenwoordigers belangrijke zaken beslissen, maken de journalisten een verslag voor tv, radio of de krant. De plaats van de Vlaamse volksvertegenwoordigers Toelichting 46 Elke Vlaamse volksvertegenwoordiger heeft zijn vaste plaats. De Vlaamse volksvertegenwoordigers die tot dezelfde partij behoren, zitten samen. 20 In Detail Oefening 6 De België–puzzel: Welk deel van België herken je? Waals Gewest Duitstalige Gemeenschap Brussels Hoofdstelijk Gewest Franse Gemeenschap (of Fédération WallonieBruxelles) Vlaamse Gemeenschap Vlaams Gewest Verkiezingen 2014 21 Oefening 7 België is een federale staat Oefening 8 wil de essentie van het onderscheid tussen gewesten en gemeenschappen meegeven. Sleutelwoorden Gewesten en gemeenschappen, federale staat. Verloop De leerlingen lezen eerst de tekst. In een klasgesprek wordt het verschil tussen gewest en gemeenschap tastbaar gemaakt aan de hand van concrete voorbeelden. Tot slot leggen de leerlingen hun creativiteit in de tekstballonnen. Ze leggen de figuren woorden in de mond die wijzen op die bevoegdheden, bijvoorbeeld “ik ga naar een Nederlandstalige school” , “ik woon in Wallonië”, … Extra info Onze gewesten zijn een duidelijk afgebakend grondgebied in België. Het Vlaamse Gewest omvat het grondgebied van de vijf Vlaamse provincies. Je behoort dus tot een gewest wanneer je op dat grondgebied woont. Je moet je dan houden aan de regels die gelden voor dat grondgebied. Dat zijn regels over ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, economie enzovoort. Onze drie gemeenschappen kun je omschrijven als de bevolkingsgroepen in België die een van onze drie officiële talen spreken. In de tekstballon van de gemeenschappen kan dus verwezen worden naar de taal die het figuurtje spreekt. Wie Nederlands spreekt kan terecht in Nederlandstalig onderwijs, dito kinderopvang en bejaardenzorg, bibliotheken, de Nederlandstalige openbare omroep enzovoort. Dit zijn dus telkens voorbeelden van gemeenschapsbevoegdheden. drie gewesten Ik woon in Vlaanderen Ik woon in Brussel Ik woon in Wallonië Ik spreek Nederlands Je parle français 22 In Detail drie gemeenschappen Ich spreche Deutsch Oefening 8 Symbolen Sleutelwoorden Symbolen van de Vlaamse Gemeenschap. Werkvormen Individueel of in groepen van 2, groepsgesprek. Verloop De leerlingen zoeken individueel of per twee de oplossing van drie vragen. In een klasgesprek wordt het symbool van de Vlaamse Gemeenschap in zijn tijdskader geplaatst, aan de hand van de leestekst. Zoek op Welk dier staat op het wapenschild van de Vlaamse Gemeenschap? Welk dier staat er op het wapenschild van de Duitstalige Gemeenschap? Welk dier staat er op het wapenschild van de Franse Gemeenschap? Een leeuw Een leeuw Een haan Achtergrondinformatie De oorsprong van het wapen van de Vlaamse Gemeenschap moet worden gezocht in de omgeving van de graaf van Vlaanderen. De klimmende leeuw staat reeds in 1162 op het ruiterzegel van graaf Filips van den Elzas. Hij zou zelfs van Engelse afkomst zijn en is het teken bij uitstek van de christelijke ridder. De leeuwenfiguur in het wapen van de graven van Vlaanderen evolueerde in de loop van de negentiende eeuw als Vlaamse leeuw tot het symbool van de Vlaamse beweging en van de Vlaamse ontvoogding. Het wapen van de graaf van Vlaanderen staat voor het eerst in kleur afgebeeld in het wapenboek van Gelre (1370-1395), het werk van een gespecialiseerde wapenheraut. De officiële voorstelling van het wapen is evenwel geïnspireerd op een afbeelding van de hand van een tot op heden onbekende wapenheraut en -tekenaar in een wapenboek uit de periode 1560-1570, en werd ontworpen in samenwerking met de Vlaamse Heraldische Raad. De officiële voorstelling van het wapen van de Vlaamse Gemeenschap, in zwart - wit en in kleur, werd vastgesteld bij de ministeriële besluiten van 2 januari 1991 (BS 2 maart 1991), en zoals afgebeeld op de bijlagen bij deze besluiten. Het wapen is het belangrijkste symbool van de Vlaamse Gemeenschap. Het stelt de Vlaamse leeuw voor in al zijn kracht en glorie, als het historische zinnebeeld van de Vlaamse identiteit. Het inspireerde ook het Vlaamse volkslied en het moderne embleem (logo), kernelement van de grafische huisstijl van de Vlaamse overheid. Het officiële zegel van het Vlaams Parlement en van de Vlaamse Regering en haar diensten is eveneens gebaseerd op dit wapen. Naargelang van het geval draagt dit zegel een verschillend randschrift, namelijk Vlaams Parlement , Vlaamse Regering of Vlaamse Gemeenschap. Het zegel verzekert de echtheid van de akten en documenten van de Vlaamse overheden. Verkiezingen 2014 23 Oefening 9 Collage van de Vlaamse Regering Vraag de leerlingen een fotocollage of –montage te maken van de Vlaamse Regering en deze te presenteren. Het is de bedoeling dat ze op een creatieve manier elke Vlaamse minister met zijn bevoegdheden voorstellen. Hieronder vindt u alle Vlaamse bevoegdheden, zoals ze tot aan de verkiezingen van 2014 worden uitgevoerd door de verschillende ministers van de Vlaamse Regering. Na de verkiezingen zullen er meer bevoegdheden naar Vlaanderen komen, door de zesde staatshervorming. De verdeling van de bevoegdheden over de verschillende ministers (hun ‘portefeuille) is ook telkens de inzet van onderhandelingen bij de regeringsvorming. De pakketten zoals ze nu zijn samengesteld, blijven dus heel waarschijnlijk niet dezelfde. 24 In Detail Bevoegdheden (alfabetisch) Dat betekent bijvoorbeeld: De verantwoordelijke minister Armoedebestrijding zorgen dat arme mensen een huis kunnen huren Ingrid Lieten Begroting schatten wat de inkomsten en uitgaven van de Vlaamse Regering zullen zijn, het budget beheren en de uitgaven controleren Philippe Muyters Bestuurszaken zorgen dat de Vlaamse ambtenaren goed kunnen werken Geert Bourgeois Binnenlands Bestuur burgemeesters benoemen Geert Bourgeois Brussel een beleid voeren voor de Vlamingen in Brussel Pascal Smet Buitenlands Beleid zorgen voor een goede samenwerking tussen Vlaanderen en andere landen Kris Peeters Cultuur subsidies geven aan theatergezelschappen Joke Schauvliege Economie kansen geven aan mensen die een bedrijf willen starten door ze premies te geven Kris Peeters Energie informatie geven over de gas- en elektriciteitsprijzen Freya Van den Bossche Financiën schatten wat de inkomsten en uitgaven van de Vlaamse Regering zullen zijn, het budget beheren en de uitgaven controleren Philippe Muyters Bevoegdheden (alfabetisch) Dat betekent bijvoorbeeld: De verantwoordelijke minister Gelijke Kansen zorgen dat gebouwen toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers Pascal Smet Inburgering cursussen organiseren waardoor nieuwkomers leren hoe onze samenleving werkt Geert Bourgeois Innovatie in begeleiding voorzien voor bedrijven die willen innoveren Ingrid Lieten Jeugd jeugdbewegingen steunen Pascal Smet Landbouw beslissen op welke tijd van het jaar de landbouwers hun land mogen bemesten Kris Peeters Leefmilieu/Natuur zorgen dat er voldoende bossen blijven bestaan Joke Schauvliege Media geld geven aan de VRT om radio- en televisieprogramma’s te maken Ingrid Lieten Mobiliteit zorgen dat er genoeg bussen en trams zijn Hilde Crevits Onderwijs zorgen dat er goede scholen zijn voor iedereen Pascal Smet Openbare Werken zorgen voor het onderhoud van de wegen Hilde Crevits Plattelandsbeleid werken aan leefbare dorpen Kris Peeters Ruimtelijke Ordening zorgen dat er plaats is voor bossen, landbouw, bedrijven, huizen en wegen Philippe Muyters Sociale Economie investeren in beschutte en sociale werkplaatsen Freya Van den Bossche Sport subsidies geven aan sportverenigingen Philippe Muyters Stedenbeleid zorgen voor leefbare steden Freya Van den Bossche Toerisme Vlaanderen promoten als vakantiebestemming Geert Bourgeois Vlaamse Rand een beleid voeren voor de gemeenten rond Brussel Geert Bourgeois Volksgezondheid en Gezin zorgen dat er goede kinderopvang is Jo Vandeurzen Welzijn zorgen dat er voldoende voorzieningen zijn voor ouderen en mensen met een handicap Jo Vandeurzen Werk werklozen helpen bij het zoeken naar een job Philippe Muyters Wonen zorgen dat er sociale woningen zijn Freya Van den Bossche Oefening 10 Zoek de bevoegdheid Sleutelwoorden Vlaamse bevoegdheden, federale bevoegdheden, Europese bevoegdheden. Werkvormen De klas verdelen in groepen van 2, groepsgesprek. Verkiezingen 2014 25 Lesmateriaal De klasposters van De Kracht van je Stem of de tekeningen in de brochure De Basis. Verloop De leerlingen zoeken in groepjes van twee de oplossing van de oefening. Ze kunnen samen overleggen. De antwoorden worden klassikaal besproken en verbeterd. Hierbij kan de leraar na elke bevoegdheid verdere uitleg geven over de betrokken overheid. De leerlingen kunnen in het leergesprek aangeven op welke manier zij zelf reeds in aanraking gekomen zijn met deze bevoegdheden van de overheid. Vlaams: De Lijn (of MIVB in Brussel) Streekvervoer is een bevoegdheid van de gewesten: Dus Vlaanderen in dit geval. Europees: de Europese Unie bepaalt de regels m.b.t. de visvangst: visquota worden aan de landen opgelegd. (zie ook de tekening met de vis verder) Federaal: defensie (het leger) is een federale bevoegdheid. Federaal: de politiediensten vallen onder de bevoegdheid van de federale minister van Binnenlandse zaken. Vlaams: energie is een bevoegdheid van de gewesten. Vlaams: welzijn is een bevoegdheid van de Vlaamse minister van Welzijn. 26 In Detail Vlaams: de openbare omroep (je ziet de VRT-toren op de tekening) is een bevoegdheid van de Vlaamse minister van Media. Europees: hoewel onderwijs een Vlaamse bevoegdheid is, verwijzen we hier naar de EU-samenwerking rond onderwijs. Zo stimuleert de EU jongeren om in andere EU-landen te studeren. Federaal: buitenlandse zaken is een federale bevoegdheid. We verwijzen hier naar onze ambassades, de vertegenwoordiging van België in internationale organisaties zoals de Verenigde Naties. Europees: het vrije verkeer van personen binnen de EU is een van de speerpunten van de EU. Vlaams: milieu is een bevoegdheid van het Vlaams Gewest. Maar er worden heel wat milieuregels op Europees niveau afgesproken en dan verder in Vlaanderen uitgevoerd. Europees: de EU maakt regels die de Europese consumenten ten goede moeten komen, zoals de zgn. roamingtarieven voor gsm-gebruik in het buitenland. Federaal: justitie is een federale bevoegdheid. Europees: de euro wordt nu in 18 van de 28 EU-landen gebruikt. Vlaams: werk en arbeidsbemiddeling is een bevoegdheid van het Vlaams Gewest. Europees: het ’vrije verkeer van goederen’ tussen de EU-lidstaten is een belangrijk speerpunt van het EU-beleid. Vlaams: visvangst en landbouw zijn bevoegdheden van het Vlaams Gewest. Het gaat in de meeste gevallen om het omzetten en toepassen van EU-regels. Federaal: de ziekteverzekering valt onder de sociale zekerheid. Dat is een federale bevoegdheid. Verkiezingen 2014 27 Opdracht 11 Wat kies jij? Onderwerp verkiezingen en partijen. Sleutelwoorden verkiezingen, programma’s, samenwerken Werkvormen groepswerk Lesmateriaal ●● vier tafels ●● tekenbladen ●● stembiljetten ●● lijsten met programmapunten ●● partijkaarten ●● verdeelkaarten voor de partijen ●● balpennen ●● kleurpotloden Timing 2 lesuren Doelstellingen ●● De leerlingen leren wat er gebeurt vóór, tijdens en na verkiezingen. ●● De leerlingen kunnen volgens hun partij enkele elementen uitkiezen die zij belangrijk ach- ten voor hun eigen leefwereld (de klas). ●● De leerlingen kunnen hun uitgekozen punten op een creatieve manier voorstellen. ●● Nadat elke partij haar programmapunten heeft voorgesteld, kunnen de leerlingen werkpunten kiezen die ze willen realiseren in de klas. Verloop De leerlingen worden verdeeld in vier groepen. Dat doet de leerkracht door de verdeelkaarten willekeurig uit te delen. Daarna laat de leerkracht de leerlingen plaatsnemen aan een tafel waarop een partijkaart ligt die met hun verdeelkaart overeenkomt. Zo worden ze in de partijen ingedeeld. De leerkracht legt kort uit welke vier partijen er zijn en dat het de bedoeling is een paar aandachtspunten te zoeken voor de hele klas. Die aandachtspunten kunnen uit de programmapunten van de vier partijen komen. De vier partijen krijgen elk een blad met daarop een aantal mogelijke programmapunten. Daaruit moeten ze er nu drie kiezen die ze in de klas zouden willen realiseren. Ze moeten ook voor elk van die drie programmapunten minstens vijf argumenten kunnen aanvoeren. Als ze dat willen, kunnen ze ook zelf enkele programmapunten ontwerpen. 28 In Detail De leerlingen moeten in deze stap bedenken hoe ze hun drie programmapunten op een originele manier kunnen voorstellen aan de andere partijen. Ze werken dat ook volledig uit. Ze kunnen gebruik maken van een poster, een lied, een filmpje, het bord, de computer enzovoort. De partijen stellen om beurten hun programmapunten aan elkaar voor. Na elke voorstelling mogen de andere leerlingen vragen stellen. De leerkracht maakt samen met de leerlingen het stembiljet op. Daarop komen alle twaalf programmapunten. Nu volgt de stemming. De leerlingen gaan achteraan de klas (of in een stemhokje) hun stem uitbrengen. Iedere leerling mag op alle programmapunten stemmen (ook op die van de andere partijen) en mag twee stemmen uitbrengen. Leg er de nadruk op dat het in dit spel niet gaat om winnen of verliezen, maar om het beter maken van de school- en/of klassfeer. De stemmen worden geteld. Aan de twee programmapunten met de meeste stemmen zal de klas werken gedurende het schooljaar. Verkiezingen 2014 29 Verdeelkaarten Programmapunten: ●● We versieren onze klas. ●● We willen een knuffelhoek of vertelhoek in de klas. ●● We hangen posters van onze idolen op in de klas. ●● We hangen tekeningen op. ●● In de pauzes wordt er muziek afgespeeld. ●● … pesten is laf 30 In Detail pesten is laf pesten is laf pesten is laf Partijkaarten pesten is laf Pesten, Nee, dank je! Veilig op school en in het verkeer! School is cool! School door een groene bril. Verkiezingen 2014 31 Veilig op school en in het verkeer Pesten? Nee, dank je! Programmapunten: Programmapunten: ●● We dragen fluohesjes om naar ●● ●● ●● ●● ●● en van school te komen. We dragen een helm als we met de fiets naar school komen. We vragen onze ouders om te carpoolen naar school. We stellen een ‘verkeersagent’ aan om veilig over te kunnen steken. We houden fietscontroles. … ●● We komen op voor wie gepest wordt. ●● We spelen samen. ●● We richten een pestbrigade op. ●● … School is cool! Programmapunten: Programmapunten: ●● We sorteren het afval. ●● We versieren onze klas. ●● Teams van leerlingen ruimen ●● We willen een knuffelhoek of de speelplaats op. op school. ●● We komen met de fiets naar school. ●● We doen meer sport op school. ●● … In Detail ●● We hebben respect voor elkaar. School door een groene bril ●● We leggen een groentetuin aan 32 ●● We lachen niemand uit. vertelhoek in de klas. ●● We hangen posters van onze idolen op in de klas. ●● We hangen tekeningen op. ●● In de pauzes wordt er muziek afgespeeld. ●● … Opdracht 12 Ken je kandidaten: Wie zijn ze? Voor welke ideeën komen ze op? Bekijk de verkiezingspropaganda (folders, flyers, affiches) en kies drie kandidaten over wie je meer wilt weten. Zoek op internet informatie over die mensen. Vul de gegevens in de onderstaande tabel in. Sleutelwoorden Verkiezingspropaganda, ideeën, informeren, kiezen. Klasorganisatie ●● Deze opdracht kunt u in de klas laten uitvoeren, individueel of (maximaal) per twee. ●● De opdracht kunt u ook als ‘taak’ opgeven. Timing 30 minuten. Materiaal Den pc per groepje, verkiezingspropaganda van de verschillende politieke partijen. Doelstellingen: de leerlingen doorlopen de verkiezingspropaganda van de verschillende politieke partijen. Ze leren bepaalde kandidaten beter kennen. Ze informeren zich, denken kritisch na over ideeën, wisselen informatie uit, vergelijken en maken keuzes op basis van informatie. Ze oefenen schriftelijke en mondelinge communicatieve vaardigheden. De opdracht vraagt wat speurwerk, de leerlingen moeten gericht informatie kunnen opzoeken. Noot Drie maanden voor de verkiezingen begint de sperperiode en starten de partijen met campagne voeren. Ze verdelen folders en flyers en er verschijnen affiches in het straatbeeld. De leerlingen vinden vanaf dan gemakkelijk allerlei verkiezingspropaganda. Indien u deze opdracht vroeger aan bod laat komen in de les, kunt u uw leerlingen het best een handje helpen bij het zoeken naar kandidaten. Partijen maken immers vanaf nu bekend al bekend wie hun belangrijkste kandidaten zijn bij de verkiezingen. Opdracht 13 Verkiezingspropaganda ontleed Sleutelwoorden Verkiezingscampagne, propaganda, slogans, beïnvloeding, doelpubliek, media, boodschap, programma(punten), tekst en beeld, kritisch denken. Klasorganisatie Deze opdracht kunt u individueel of in kleine groepen (maximaal 3 personen) in de klas laten uitvoeren. Elk groepje kiest een affiche of folder van een andere partij. Zorg dat alle partijen aan bod komen. Verkiezingen 2014 33 Timing Liefst twee opeenvolgende lesuren. Materiaal Verkiezingspropaganda van de verschillende politieke partijen die aan de verkiezingen deelnemen. Doelstellingen De leerlingen doen een oefening in kritisch denken: ze analyseren en beoordelen subjectieve informatie uit een bepaalde invalshoek. Ze benaderen het materiaal met vragen als ‘is er een bewijs voor deze bewering?’, ‘waarom is dat zo?’, ‘is dit een feit of een mening?’, ‘is dit een vooroordeel of een objectief gegeven?’, ‘zijn er alternatieve opvattingen?’, ‘zijn de standpunten onderbouwd met argumenten?’, ‘is dit oplossingsgericht?’… Door zorgvuldig na te denken komen ze tot een eigen gefundeerde conclusie. De leerlingen reflecteren kritisch over de invloed van propaganda en slogans op hun eigen opvattingen en (toekomstig) kiesgedrag. De leerlingen oefenen hun communicatieve vaardigheden: bij het invullen van de tabel moeten ze hun gedachten helder verwoorden. Aandachtspunt Zorg er zeker voor dat de leerlingen zich bewust zijn van het verschil tussen feiten en meningen. Verloop Tijdens de verkiezingsperiode zit er heel wat verkiezingspropaganda in de brievenbussen. Geen probleem dus om aan materiaal te geraken. Laat de leerlingen gedurende een week verkiezingsfolders en -affiches verzamelen. Elke leerling of groep kiest één verkiezingsaffiche of -folder van een partij en gaat die analyseren op basis van het observatieschema. Het is de bedoeling dat de leerlingen een zo creatief en gemotiveerd mogelijke analyse voorleggen aan de klas. Opdracht 14 Kieskringen en kandidaten Sleutelwoorden Verkiezingen, kandidaten, partijen, lijsttrekker, kieskring Klasorganisatie Deze opdracht kunt u individueel of in kleine groepen (maximaal 3 personen) in de klas laten uitvoeren. Elk groepje kiest een kieskring. Zorg ervoor dat alle partijen aan bod komen, niet alleen de grote en bekendste partijen. Daarvoor werd er een leeg vak opengelaten in het schema. 34 In Detail Timing Een lesuur. Materiaal Een pc per groepje, verkiezingspropaganda van de verschillende politieke partijen. In de oefeningenmap vindt u de 6 kieskringen van de verkiezingen voor het Vlaams Parlement. Vul het schema aan met alle partijen die een kandidatenlijst zullen indienen. Noteer de namen van de lijsttrekkers en zet hun foto erbij. Extra info Een kieskring is het grondgebied waarbinnen de partijen die meedoen aan de verkiezingen een kandidatenlijst kunnen voordragen. Per kieskring zijn er zetels te verdelen. Hoeveel zetels dat zijn, hangt af van het inwonersaantal. Hoe meer inwoners, hoe meer zetels In het Vlaams Parlement zijn er per kieskring een aantal zetels te verdelen. Hoe meer inwoners een kieskring telt, hoe meer zetels te verdelen zijn. Zo heeft Antwerpen met 33 het meeste aantal zetels te verdelen, Brussel met 6 het minste. Ook belangrijk om weten is dat we in België, voor alle parlementen, werken met een evenredigheidsstelsel. De zetels worden verdeeld volgens het percentage stemmen van het totaal. Een partij met een derde van de stemmen, heeft dus in principe recht op een derde van de zetels. In Amerika en het Verenigd Koninkrijk werken ze met het meerderheidsstelsel. Wie de meeste stemmen binnenhaalt, krijgt ook de ene zetel van die kieskring. “The winner takes it all”, heet dat. Heel kleine kieskringen Stel dat je een heel klein grondgebied afbakent, met een beperkt aantal inwoners en dus ook een beperkt aantal zetels te verdelen. Voor de lokale kandidaten is dat voordelig. Zij zijn namelijk wel bekend in hun eigen stad of streek en kunnen daar veel stemmen halen. Maar voor de bekende namen, de grote stemmentrekkers van de partijen, is zo’n kleine kieskring dan weer een nadeel. Want zij kunnen veel meer gebruik maken van hun bekendheid in de hele provincie of het hele gewest. Lange tijd waren de kieskringen in ons land relatief klein. Sinds 2003 vallen de kieskringen voor de Vlaamse verkiezingen samen met de provincies. Heel grote kieskringen Stel dat je voor heel België 1 grote kieskring organiseert, waar zowel Franstalige als Nederlandstalige kandidaten zich in heel het land kunnen presenteren aan de kiezers. Over zo een federale kieskring is al veel inkt gevloeid. Zo worden politici verplicht om met de andere taalgemeenschap rekening te houden zeggen de voorstanders, maar de tegenstanders vrezen een terugkeer naar het unitaire België. Voor zo’n federale kieskring bestaat er in elk geval nu geen politieke meerderheid. Kieskringen voor de Europese verkiezingen Verkiezingen 2014 35 In het Europees Parlement heeft België 21 zetels van de 751. (Momenteel zijn er nog 766 zetels. Na de verkiezingen vermindert het aantal zetels tot 751.) In de meeste Europese lidstaten dienen de partijen een lijst in voor het hele land. De kieskring is dan landelijk. Landen zoals Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kiezen voor een regionale opdeling. Zo heb je vertegenwoordigers voor Schotland, Londen en The West Midlands aan Britse zijde en zijn er drie parlementsleden voor de Franse overzeese gebieden (Outre-Mer). De Belgische Europarlementsleden worden verkozen in drie kiescolleges: een Franstalig, een Nederlandstalig en een Duitstalig, hoewel dat laatste maar één vertegenwoordiger telt. Kieskringen voor het Vlaamse Gewest De politieke partijen die in het hele Vlaamse Gewest willen deelnemen aan de verkiezingen moeten dus in elke kieskring (in elke provincie) een andere lijst met kandidaten voordragen. Oefening 15 Wie mag stemmen? Sleutelwoorden Verkiezingen, stemgerechtigd zijn. Klasorganisatie Individueel of per twee. Timing 30 minuten Doelstellingen Aan stemrecht zijn voorwaarden verbonden, o.a. leeftijd, nationaliteit, burgerrechten. Bovendien zijn er verschillende voorwaarden op de verschillende bestuursniveaus. De leraar kan hier ook de link leggen naar de ontwikkeling van het stemrecht sinds 1830 en kan reflecteren over de mogelijke uitbreiding van stemrecht. 36 In Detail Regionale verkiezingen voor de gewesten en gemeenschappen Europese verkiezingen Federale verkiezingen Frequentie om de 5 jaar om de 5 jaar om de 5 jaar (tenzij de regering valt) om de 6 jaar Volgende verkiezingen 25 mei 2014 25 mei 2014 25 mei 2014 14 oktober 2018 Elodie Peeters Belgische °1978 juriste Marek Pasinzy Pool °1975 woont sinds 1998 in Antwerpen werkt bij een renovatiebedrijf Zeynep Yildiz Turkse °1990 woont sinds 2003 in Lommel werkt in bejaarden-tehuis x o o x x (indien ...) o x o o GemeenteVoorwaarden om stem-gerechen provincie- tigd te zijn raadsverkiezingen x Belgische, heeft opkomstplicht voor alle bestuursniveaus. x (indien ...) Europese vreemdeling - moet zich laten inschrijven op de kiezerslijsten van de gemeente waar hij woont, heeft vanaf dan opkomstplicht voor Europese verkiezingen en gemeenteen provincieraadsverkiezingen. x (indien) Bij de volgende gemeente- en provincieraadsverkiezingen in 2018 kan zij zich op de kiezerslijsten laten inschrijven: ze woont hier dan al meer dan 5 jaar (zie Yassine). Indien Yassine bewijst dat hij hier 5 jaar ononderbroken in België woont, een papier ondertekent waarin hij verklaart dat de Belgische Grondwet en wetten te zullen eerbiedigen, en vraagt om op de kiezerslijsten ingeschreven te worden,heeft hij opkomstplicht voor de gemeente- en provincieraadsverkiezingen. Yassine Nouri Marokkaan °1962 woont sinds 1982 in Antwerpen werkt als taxichauffeur o o o x (indien) Robert Janssens Belg °1956 veroordeeld tot levenslang voor moord o o o o Laura Di Tomaso Italiaanse °1974 woont sinds 2010 in Brussel werkt bij de Europese Unie als tolk Joren Maes Belg °1993 lijdt aan downsyndroom verlengd minderjarig verklaard o o x (indien) o o o Robert heeft zijn rechten verloren. burgelijke x (indien) Europese vreemdeling(e) - moet zich laten inschrijven op de kiezerslijsten van de gemeente waar ze woont, heeft vanaf dan opkomstplicht voor de Europese verkiezingen en gemeente- en provincieraadsverkiezingen. o Wegens de verlengde minderjarigheid (te wijten aan zijn aandoening) mag Joren op geen enkel niveau gaan stemmen. Verkiezingen 2014 37 Opdracht 16 Kandidatenlijsten en geldig stemmen Verkiezing van 8 vertegenwoordigers voor de leerlingenraad Breng een geldige stem uit. Wat mag, wat mag niet? Geldig stemmen kan door te stemmen binnen één lijst. Daarbinnen mag een lijststem, één of meerdere voorkeurstemmen of lijststem + voorkeurstem(men). Op verschillende lijsten stemmen is een ongeldig stem. Welke lijst(en) is/zijn niet wettelijk samengesteld? Waarom niet? Lijst 1 ‘De CultuurSchool’ is niet wettelijk samengesteld omdat er slechts twee vrouwen op 7 kandidaten op staan. In dit voorbeeld moeten het minstens 3 vrouwen op 7 kandidaten zijn. Lijst 3 ‘Leerlingen aan zet’ is niet wettelijk samengesteld omdat de eerste drie kandidaten mannen zijn. Hoewel er dus de helft vrouwen op de lijst staan (4 op 8) is de lijst toch niet wettelijk samengesteld. De eerste twee kandidaten moeten van verschillend geslacht zijn. Wat gebeurt er met blanco en ongeldige stemmen? Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de verdeling van de zetels. 1 De CultuurSchool 1 Kowlier Flip 2 Eggers Sien 3 Helsen Wim 4 Brusselmans Herman 5 Simoni Matteo 6 De Graeve Koen 7 Baetens Veerle Opvolgers 38 In Detail 1 Druyts Natalia 2 Schoenaerts Matthias 3 De Roovere Eva 4 Van den Eynde Lucas 2 Sport & Spel Troef 3 Leerlingen aan Zet 1 Flipkens Kirsten 1 Van Riet Bartel 2 Nys Sven 2 Huysentruyt Piet 3 Van Acker Roos 3 Meus Jeroen 4 Defour Steven 4 Schoeters Siska 5 Liekens Goedele 5 Appermont Luc 6 Waes Tom 6 De Kock Véronique 7 Bolshakova Svetlana 7 Thielemans Joy Anna 8 Kompany Vincent 8 Lemmens An Opvolgers Opvolgers 1 Hanssen Evi 1 Dexters Tanja 2 Lenaerts Tom 2 Pfaff Jean-Marie 3 Ouédraogo Elodie 3 Gooris-Pfaff Kelly 4 Wauters Koen 4 Daeleman Eva 5 Feryn Lize 5 Rogiers Kurt Verkiezingen 2014 39 Oefening 17 Onze begroting: kiezen of delen? Timing: 25 minuten per bevoegdheidsniveau Werkvormen: ●● groepswerk (2 à 5 leerlingen) ●● klasgesprek Lesmateriaal: ●● voor de leerlingen: 20 fiches per beleidsniveau (school, gemeente, Vlaanderen, België en Europa), 1 fiche voor elk van de 4 bevoegdheden. Op elke fiche staan telkens 2 keuzemogelijkheden; ●● voor de leerkracht: 40 stroken om aan het bord te hangen (als bijlage) op elke strook staat een keuzemogelijkheid; ●● een doos magneten. Doelstelling: In deze opdracht maken de leerlingen kennis met verschillende beleidsniveaus (school, gemeente, Vlaanderen, België en Europa) en de bevoegdheden waarvoor ieder niveau verantwoordelijk is. Per beleidsniveau krijgen ze de opdracht een keuze te maken tussen een aantal maatregelen en een begroting op te stellen: waar willen we werk van maken? En past dat dan binnen ons beschikbare budget? De opbouw van de opdracht maakt het mogelijk in een eerste stap keuzes te maken en een begroting op te stellen op een niveau dichtbij de leefwereld van jongeren (de school) om vervolgens stapje per stapje naar een niveau hoger te gaan (gemeente, Vlaanderen, België en Europa). Spelverloop: 1 De spelbegeleider legt het doel van het spel uit aan de jongeren. De bedoeling van het spel is om de spelers een begroting op te laten stellen op een beleidsniveau (school, gemeente, Vlaanderen, België of Europa). Om praktische redenen werd het aantal bevoegdheden per niveau beperkt tot 4. Per bevoegdheid moet telkens een keuze gemaakt worden tussen twee mogelijke maatregelen (bijvoorbeeld bij het niveau ‘Gemeente’, bevoegdheid ‘Sport’: een nieuw subtropisch zwembad of gratis zwemmen voor iedereen). Belangrijk om te weten is dat voor de vier bevoegdheden samen (en dus per beleidsniveau) er een budget beschikbaar is van maximaal 8 geldzakjes. 2 Iedere speler (of ieder duo/trio) krijgt een fiche met 1 bevoegdheid en kiest voor een van beide opties. Er is telkens een goedkopere en een duurdere maatregel. Tijdens deze fase zijn de spelers nog niet op de hoogte van de andere maatregelen en hoeveel die elk kosten. 3 Start van de begrotingsbesprekingen in grote groep: a. Iedere speler (ieder duo/trio) zegt welke maatregel zijn voorkeur geniet en wat de alternatieve maatregel is. De spelbegeleider hangt de gekozen maatregel aan het bord met daaronder de alternatieve maatregel. 40 In Detail b. Wanneer iedere groep zijn voorkeur voorgesteld heeft (en dat duidelijk op bord weergegeven is) wordt bekeken of de gekozen maatregelen binnen het budget van 8 geldzakjes vallen. Kunnen de voorgestelde keuzes uitgevoerd worden, rekening houdend met het beschikbare budget? c. Opstarten van een groepsgesprek en –discussie: iedere speler (ieder duo/trio) beargumenteert zijn keuze, spelers vragen naar elkaars argumenten en indien nodig kunnen de andere mogelijkheden bekeken worden om keuzes bij te sturen en aan te passen. 4 Het is de bedoeling om een beslissing te nemen over de vier bevoegdheden samen. 5 Als de begroting binnen het budget van 8 geldzakjes past, moet de begroting nog goed- Samen mogen de vier gekozen maatregelen niet meer dan 8 geldzakjes kosten. gekeurd worden door de meerderheid. Stemmen kan gebeuren bij handopsteking. Stap 1: de school ●● infrastructuur • zitbanken op de speelplaats – 3 geldzakjes • inrichting kelder als zitruimte tijdens de middagpauze – 2 geldzakjes ●● ontspanning • uitleendienst voor sportmateriaal tijdens de middagpauze – 2 geldzakjes • een maandelijkse filmvoorstelling tijdens de middagpauze – 1 geldzakje ●● eten en drinken • een drankautomaat op de speelplaats – 3 geldzakjes • gratis fruit in de eetzaal – 2 geldzakjes ●● vervoer • een overdekte fietsenstalling – 3 geldzakjes • een fietshersteldienst op school – 2 geldzakjes Stap 2: de gemeente ●● sport • een nieuw subtropisch zwembad – 3 geldzakjes • gratis zwemmen voor iedereen – 2 geldzakjes ●● jeugd • meer nachtbussen – 2 geldzakjes • subsidies voor plaatselijke jeugdhuizen – 1 geldzakje ●● ruimtelijke ordening • een autovrij centrum – 2 geldzakjes • een ondergrondse parking in het centrum van de stad – 3 geldzakjes ●● afval • een sensibiliseringscampagne om het afval beter te sorteren – 2 geldzakjes • meer betalen voor vuilniszakken – 1 geldzakje Verkiezingen 2014 41 Stap 3: Vlaanderen ●● cultuur • meer fuifgelegenheden – 2 geldzakjes • korting voor jongeren op culturele activiteiten – 1 geldzakje ●● openbare werken en vervoer • meer wegen – 2 geldzakjes • goedkoper openbaar vervoer – 3 geldzakjes ●● onderwijs • Wifi in elk klaslokaal – 2 geldzakjes • een verplichte leerlingenraad in elke school, met een budget waar de leerlingen kunnen over beschikken voor activiteiten – 1 geldzakje ●● sport • meer geld voor topsport - 2 geldzakjes • subsidies voor amateursportverenigingen – 1 geldzakje Stap 4: België ●● politie • meer politie om het verkeer in goede banen te leiden - 2 geldzakjes • meer politie om de pakkans voor overtreders te vergroten – 2 geldzakjes ●● verkiezingen • kunnen stemmen vanaf 16 jaar – 2 geldzakjes • afschaffing van de stemplicht – 1 geldzakje ●● belastingen • belastingvermindering voor mensen die een abonnement voor het openbaar vervoer hebben – 1 geldzakjes • iedereen 10% minder belastingen – 3 geldzakjes ●● sociale zekerheid • een verhoging voor de laagste pensioenen – 3 geldzakjes • 100 geldzakjes meer leefloon voor de armste mensen– 2 geldzakjes Stap 5: Europa ●● volksgezondheid • drie maanden ouderschapsverlof voor alle mannen en vrouwen die mama of papa geworden zijn - 2 geldzakjes • een grens op het volume van mp3-spelers - 1 geldzakje • technologie ●● snellere internetaansluitingen – 3 geldzakjes ●● wifi op alle openbare plaatsen – 2 geldzakjes • vervoer ●● stimuleren van vrachtvervoer over het water (de kanalen) in plaats van over de weg – 2 geldzakjes ●● stimuleren van elektrische auto’s – 3 geldzakjes • consumenten ●● goedkopere sms- en beltarieven vanuit het buitenland – 2 geldzakjes ●● duidelijke informatie op etiketten van voedingswaren (herkomst, ingrediënten, calorieën) – 1 geldzakje 42 In Detail Oefening 18 Inspraak in onze omgeving Doelstelling: We gaan in deze oefening dieper in op inspraak en participatie. Hoe kun je met je leerlingen deelnemen aan democratische structuren? Om dat goed te kunnen, moeten leerlingen weten en inzien hoe besluitvorming tot stand komt. De leerlingen zullen beseffen dat participeren ook betekent dat je de democratische regels moet respecteren. Iedereen heeft recht van spreken maar ook de plicht om naar de anderen te luisteren. Je kunt de regels niet zo veranderen dat ze enkel voor jezelf voordelig zijn en anderen onnodig nadeel berokkenen. Verloop: Verdeel de klas in groepjes van vier leerlingen en laat hen een van de onderstaande situaties ‘uit het leven gegrepen’ uitbeelden en bespreken. Het is op dit moment niet belangrijk dat in die groepen het element inspraak aan bod komt. In de nabespreking let je immers vooral op de taakverdeling in de groep, of iedereen aan bod is gekomen en op welke manier er is beslist. De bedoeling van de nabespreking is om samen tot de vaststelling te komen dat er in elke kring besluiten moeten worden genomen. Bespreek de verschillende gespeelde oplossingen. Onderzoek wie verantwoordelijk is voor de beslissing in die kring. Onderzoek ook in hoeverre de kinderen konden (mee) beslissen. Als er zich in de buurt van de school een onveilige verkeerssituatie voordoet, kun je dit moment aangrijpen om een brief te schrijven naar het gemeentebestuur. Zo kun je persoonlijk vaststellen of je in deze situatie inspraak hebt of niet. Oefening 19 Inspraak op school In deze oefening trekken we de lijn door naar inspraak van leerlingen op school en in de klas en brengen de ruime waaier van ideeën, knelpunten en suggesties van kinderen over de school in kaart. Nemen we alle partijen die bij een participatieproces betrokken zijn in aanmerking, dan kunnen zowel leraren, directie, ouders als leerlingen thema’s aanbrengen. Eerst zoeken we een antwoord op de vraag: “Waarover willen de leerlingen het hebben?”. Omdat kinderen het recht hebben om thema’s die ze belangrijk vinden naar voren te brengen. Kinderen hebben ook het recht om hun mening en ervaringen te uiten en uit te wisselen. Methodiek 1: tekenen Via tekeningen kun je informatie verzamelen over de thema’s die leerlingen bezighouden. Je komt te weten hoe zij tegen een thema aankijken, wat zij er zich bij voorstellen en welke ideeën zij errond hebben. De tekening hoeft niet mooi te zijn. Alle tekeningen zijn even waardevol. Het gaat om participatie, dus het tekenproces en de informatie in de tekening zijn belangrijker dan de technische kwaliteiten van het tekenwerk. Verkiezingen 2014 43 Vraag de leerlingen een lijn te trekken in het midden van het blad. Bovenaan komt een tekening die gaat over ‘Wat vind ik leuk… op school/in de klas/op de speelplaats…?’ Onderaan over ‘Wat vind ik niet leuk… op school/in de klas/op de speelplaats…?’ Voor de leerlingen is wat ze tekenen een houvast voor het gesprek achteraf. Tip! Als u de oefening 11 ‘Wat kies jij?’ doet, kunt u de plus- en minpunten die de leerlingen in deze oefening naar voren brengen, verwerken in de partijprogramma’s. U vindt deze methodiek in de werkmap Leerlingenparticipatie “Oprechte deelneming”, die u kunt aanvragen of downloaden van www.dekrachtvanjestem.be Methodiek 2: Fotojacht en rondgang Het doel van deze methodiek is concrete veranderingen die leerlingen voorstellen in kaart te brengen. Leerlingen fotograferen wat zij als probleem ervaren, hun ideeën en voorstellen voor verandering. Op foto kun je tastbare dingen en gesimuleerde situaties vastleggen. Foto’s brengen soms onverwachte dingen in kaart. De leerlingen kijken als het ware door een andere bril naar de school(omgeving). Maak een rondgang door de school met de hele klas of in kleine groepjes. De leerlingen nemen zelf foto’s. Bijvoorbeeld van de voor hen meest in het oog springende mankementen. Of ze brengen de voor hen belangrijkste plaatsen van de school in beeld. Daarna bespreek je samen de foto’s. U vindt deze methodiek in de werkmap Leerlingenparticipatie “Oprechte deelneming”, die u kunt aanvragen of downloaden van www.dekrachtvanjestem.be Methodiek 3: de leerlingenraad Het is heel moeilijk om met alle leerlingen samen tot een beslissing te komen. Daarvoor is een leerlingenraad zeer geschikt. De leerlingen kiezen door welke medeleerlingen ze vertegenwoordigd willen worden. Eerst moet u dus de vraag stellen wie zich geroepen voelt om als vertegenwoordiger te zetelen in de leerlingenraad. Minstens even belangrijk is de motivatie van de andere leerlingen om die vertegenwoordiger bewust te kiezen. Ook van de school wordt een inspanning gevraagd een leerlingenraad goed te laten functioneren. De school moet openstaan voor de stem van de leerlingen, zodat hun stem wel degelijk kracht heeft. Een democratische instelling van de school in het algemeen en van haar leerkrachten in het bijzonder is onontbeerlijk. Het is belangrijk om inspraak niet (alleen maar) te simuleren. Geef de leerlingen daadwerkelijk inspraak. Uiteraard bepaalt elke leerkracht, elke school, op basis van de eigen schoolcultuur, hoever hij of zij daarin wenst te gaan. Het heeft echter geen zin te doen alsof, participatie te simuleren. Slechts daadwerkelijke participatie kan resulteren in een democratische reflex. U vindt deze methodiek in de werkmap Leerlingenparticipatie “Oprechte deelneming”, die u kunt aanvragen of downloaden van www.dekrachtvanjestem.be 44 In Detail Bijlagen De bereikte doelen Wanneer u in de klas werkt rond het thema verkiezingen, kunnen er heel wat eindtermen aan bod komen. Hieronder vindt u een lijst met geselecteerde eindtermen, waaraan u kunt werken naar aanleiding van de lessen over politiek, democratie en verkiezingen. U vindt de nummering van de Dienst voor Onderwijsontwikkeling terug voor elke eindterm. Eindtermen Basisonderwijs Wereldoriëntatie De leerlingen: ●● kunnen met een zelfgekozen voorbeeld het nut en het belang aangeven van een collec- tieve voorziening waarvoor de overheid zorg draagt; (4.3) ●● kunnen op een eenvoudige manier uitleggen dat verkiezingen een basiselement zijn van het democratisch functioneren van onze instellingen. (4.14) ICT ●● De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. Muzische vorming De leerlingen kunnen: ●● beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan; (1.3) ●● ervaringen, gevoelens, ideeën, fantasieën uiten in spel; (3.5) ●● eenvoudige, audiovisuele informatie uit de eigen belevingswereld herkennen, onderzoe- ken en vergelijken. (5.5) Nederlands De leerlingen: ●● kunnen op basis van, hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de ●● ●● ●● ●● informatie beoordelen die voorkomt in: een door leeftijdgenoten geformuleerde oproep; (1.10) kunnen het gepaste taalregister hanteren als ze: van een behandeld onderwerp of een beleefd voorval een verbale/non-verbale interpretatie brengen, die begrepen wordt door leeftijdgenoten; (2.6) kunnen overzichten, aantekeningen, mededelingen op- en overschrijven; (4.1) kunnen een oproep, een uitnodiging, een instructie richten aan leeftijdgenoten; (4.2) ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: luister-, spreek-, lees- en schrijfbereidheid. (4.8) Sociale vaardigheden De leerlingen kunnen: ●● bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken; (1.5) ●● kritisch zijn en een eigen mening formuleren; (1.6) ●● samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. (3) Verkiezingen 2014 45 Buso ontwikkelingsdoelen Burgerzin 4 Democratische vormen van bestuur 27 De leerling legt op een eenvoudige wijze de basiselementen van het functioneren van ons democratisch bestel uit. 31 De leerling beseft dat elk beleid voor een beslissing rekening moet houden met ideeën en belangen van diverse betrokkenen, van meerderheids- en ook van minderheidsgroepen. 32 De leerling heeft noties van het feit dat politieke beslissingen zoals in onderwijs en jeugdbeleid, hun leven rechtstreeks kunnen beïnvloeden. 34 De leerling is bereid beslissingen die volgens democratische procedures zijn genomen te aanvaarden. 5 Actief burgerschap en besluitvorming 37 De leerling weegt verschillende belangen op korte en langere termijn af. 38 De leerling is in staat om voorstellen of argumenten genuanceerd te benaderen. 39 De leerling spant zich in om de belangstelling, de standpunten en de argumenten van anderen te respecteren. Taalvaardigheid 1 Waarnemen en luisteren Interactie met anderen 25 De leerling toont empathie. Attitudes 33 De leerling leeft luisterconventies na. 2 Uitdrukken en spreken Zich mondeling duidelijk uitdrukken 41 De leerling gebruikt woordenschat over maatschappelijke thema’s in een zinvol verband. Meningen en gevoelens uiten 54 De leerling gaat een dialoog met anderen aan. 57 De leerling uit zijn meningen en argumenteert gepast. Attitudes 64 De leerling is bereid constructief aan een gesprek deel te nemen. 67 De leerling is bereid tot overleggen en onderhandelen. 46 In Detail Sociaal-emotionele educatie 1 Dynamisch-affectieve ontwikkeling 4 De leerling ontwikkelt eigen voorkeuren en interesses en laat zich niet steeds beïnvloeden door die van anderen. 2 Sociale cognitie Kennis van gevoelens, gedachten, wensen, intenties van zichzelf en de ander en perspectiefneming 28 De leerling houdt rekening met de gedachten, wensen of gevoelens van een ander. Sociale probleemoplossing 31 De leerling zoekt bij een concreet sociaal probleem naar mogelijke oorzaken, genereert oplossingen, weegt voor- en nadelen af en evalueert de oplossing tijdens en na de uitvoering. 3 Sociale vaardigheden en competentie Zorg dragen voor relaties 59 De leerling accepteert verschillen en hecht belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie. Constructief participeren aan werking van sociale groepen 66 De leerling kan in een groepsdiscussie zijn mening handhaven en bijsturen. 67 De leerling zoekt in overleg naar een manier van probleemoplossing. Secundair onderwijs Heel wat eindtermen van het secundair onderwijs komen aan bod in de oefeningen en opdrachten. Het gaat om een aantal vakoverschrijdende eindtermen binnen de contexten 3. Sociorelationele ontwikkeling, 5. Politiek-juridische samenleving, 6. Socio-economische samenleving, 7. Socioculturele samenleving en een aantal vakoverschrijdende eindtermen Leren leren. Maar ook vakgebonden eindtermen Aardrijkskunde, Geschiedenis, Nederlands en Project Algemene Vakken en specifieke eindtermen aso Economie en Humane Wetenschappen kunnen, afhankelijk van de gekozen oefeningen en opdrachten, aan bod komen. Voor een lijst met de eindtermen verwijzen we graag naar http://www.ond.vlaanderen.be/ dvo/secundair/specifieke_eindtermen/index.htm. Verkiezingen 2014 47 Vakoverschrijdende eindtermen Leren leren 1ste graad 2de graad 3de graad Opvattingen over leren Opvattingen over leren Opvattingen over leren 1 De leerlingen werken ordelijk 1 De leerlingen werken planmatig. 1 De leerlingen werken systematisch. 2 De leerlingen weten dat kennis en vaardigheden via verschillende leerstrategieën kunnen verworven worden. 2 De leerlingen reflecteren over hun leeropvattingen, leermotieven en leerstrategieën. 2 De leerlingen kiezen hun leerstrategieën gericht met het oog op te bereiken doelen. Informatieverwerving 3 De leerlingen kunnen gegevens memoriseren door gebruik te maken van hulpmiddelen. 4 De leerlingen oriënteren zich in overzichtelijke informatie door gebruik te maken van vormkenmerken zoals titels, ondertitels, afbeeldingen en tekstmarkeringen. 5 De leerlingen maken adequaat gebruik van inhoudstafel en register. 6 De leerlingen raadplegen adequaat een documentatiecentrum, bibliotheek en multimedia. Informatieverwerving 7 48 In Detail De leerlingen zoeken bij het instuderen van een behandelde leerinhoud de noodzakelijke voorkennis opnieuw op in leerboek, werkboek of notities. Informatieverwerving 3 De leerlingen kunnen uit gegeven informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en deze raadplegen met het oog op te bereiken doelen. Informatieverwerving Informatieverwerving 3 De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen. Informatieverwerving 8 Bij het leren van samenhangende informatie: stellen de leerlingen vragen bij de leerstof en beantwoorden deze; brengen in korte, gestructureerde teksten tekstmarkeringen aan; vervolledigen een schema aan de hand van geboden informatie; leggen verbanden tussen elementen van de leerstof. 4 De leerlingen kunnen zinvol inoefenen en herhalen. 4 De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen. 9 5 De leerlingen kunnen samenhangende informatie begrijpen en analyseren door de betekenis van woorden, begrippen en zinnen, waar mogelijk, uit de context af te leiden of op te zoeken De leerlingen kunnen gegeven informatie onder begeleiding kritisch analyseren en samenvatten. 5 De leerlingen kunnen informatie samenvatten. Problemen oplossen Problemen oplossen 10 Bij het oplossen van een probleem: herformuleren de leerlingen het probleem; bedenken zij onder begeleiding een oplossingsweg en lichten die toe; passen zij de gevonden oplossingsweg toe. 6 De leerlingen herkennen strategieën om problemen op te lossen en evalueren ze. Problemen oplossen 6 De leerlingen kunnen op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten en uitvoeren. 7 De leerlingen evalueren de gekozen oplossingswijze en de oplossing en gaan eventueel op zoek naar een alternatief. Verkiezingen 2014 49 50 In Detail Regulering van het leerproces Regulering van het leerproces Regulering van het leerproces 11 De leerlingen selecteren en ordenen het nodige materiaal en plannen onder begeleiding hun werktijd. 7 De leerlingen kunnen een realistische werkplanning op korte termijn maken. 8 De leerlingen kunnen een realistische werkplanning op langere termijn maken. 12 De leerlingen kunnen werken met een antwoordblad en correctiesleutel en houden rekening met lesdoelstellingen of aanwijzingen van de leraar. 8 De leerlingen kunnen onder begeleiding hun leerproces sturen, beoordelen op doelgerichtheid en zonodig aanpassen. 9 De leerlingen sturen hun leerproces, beoordelen het op doelgerichtheid en passen het zonodig aan. 13 De leerlingen vergelijken de eigen werkwijze met die van anderen en geven vervolgens aan waarom iets fout gegaan is en hoe fouten vermeden kunnen worden. 9 De leerlingen trekken conclusies uit eigen leerervaringen en die van anderen. 10 De leerlingen kunnen feedback geven en ontvangen over hun leerervaringen. 10 De leerlingen beseffen dat er verschillende oorzaken zijn voor slagen en mislukken. 11 De leerlingen kunnen het eigen aandeel in slagen en mislukken inschatten. 11 De leerlingen beseffen dat interesses en waarden het leerproces beïnvloeden. 12 De leerlingen erkennen de invloed van hun interesses en waarden op hun motivatie. Vakoverschrijdende eindtermen I Stam en contexten Gemeenschappelijke stam De leerlingen: communicatief vermogen 1.brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk; kritisch denken 11. kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria; 12.zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken; 13.kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken; mediawijsheid 14.gaan alert om met media; 15.participeren doordacht via de media aan de publieke ruimte; open en constructieve houding 16.houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld; 17.toetsen de eigen mening over maatschappelijke gebeurtenissen en trends aan verschillende standpunten; Contexten 3.Sociorelationele ontwikkeling 5.Politiek-juridische samenleving 6.Socio-economische samenleving 7.Socioculturele samenleving respect 18.gedragen zich respectvol; samenwerken 19.dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen; verantwoordelijkheid 20.nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving; Verkiezingen 2014 51 zelfredzaamheid 23.doen een beroep op maatschappelijke diensten en instellingen; 24.maken gebruik van de gepaste kanalen om hun vragen, problemen, ideeën of meningen kenbaar te maken. Context 3 Sociorelationele ontwikkeling Stam Communicatief vermogen Kritisch denken Mediawijsheid Open en constructieve houding Respect Samenwerken Verantwoordelijkheid Zelfredzaamheid Leren leren 52 In Detail De leerlingen: 2.erkennen het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties; 6.doorprikken vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik; 9.zoeken naar constructieve oplossingen voor conflicten. Context 5 Politiek-juridische samenleving Stam Communicatief vermogen Kritisch denken Mediawijsheid Open en constructieve houding Respect Samenwerken Verantwoordelijkheid Zelfredzaamheid Leren leren De leerlingen: 1. geven aan hoe zij kunnen deelnemen aan besluitvorming in en opbouw van de samenleving; 2. passen inspraak, participatie en besluitvorming toe in reële schoolse situaties; 3. tonen het belang en dynamisch karakter aan van mensen- en kinderrechten; 4.zetten zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen; 5. tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid; 6. erkennen de rol van controle en evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in ons democratisch bestel; 7. illustreren de rol van de media en organisaties in het functioneren van ons democratisch bestel; 8. onderscheiden de hoofdzaken van de federale Belgische staatsstructuur; 9. toetsen het samenleven in ons democratisch bestel aan het samenleven onder andere regeringsvormen; 10. illustreren hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen; 11.kunnen van Europese samenwerking, van het beleid en de instellingen van de Europese Unie de betekenis voor de eigen leefwereld toelichten; 12.tonen het belang aan van internationale organisaties en instellingen; 13. geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt. Verkiezingen 2014 53 Context 6 Socio-economische samenleving Stam Communicatief vermogen Kritisch denken Mediawijsheid Open en constructieve houding Respect Samenwerken Verantwoordelijkheid Zelfredzaamheid Leren leren De leerlingen: 1.leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid inkomsten verwerft en aanwendt; 2. toetsen de eigen opvatting aan de verschillende opvattingen over welzijn en verdeling van welvaart; 3.zetten zich in voor de verbetering van het welzijn en de welvaart in de wereld; 8.geven kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede aan. Context 7 Socioculturele samenleving Stam Communicatief vermogen Kritisch denken Mediawijsheid Open en constructieve houding Respect Samenwerken Verantwoordelijkheid Zelfredzaamheid Leren leren 54 In Detail De leerlingen: 2. gaan constructief om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen; 3.illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit; 4.trekken lessen uit historische en actuele voorbeelden van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie; 5. geven voorbeelden van de potentieel constructieve en destructieve rol van conflicten. Bijlage bij oefening 17 Onze begroting: kiezen of delen? 40 stroken voor de leraar om aan het bord te hangen Zitbanken op de speelplaats Inrichting kelder als zitruimte tijdens de middagpauze School School Een uitleendienst voor sportmateriaal tijdens de middagpauze Een maandelijkse filmvoorstelling tijden de middagpauze School School Verkiezingen 2014 55 56 In Detail Een drankautomaat op de speelplaats Gratis fruit in de eetzaal School School Een overdekte fietsenstalling Een fietshersteldienst op school School School Een nieuw subtropisch zwembad Gratis zwemmen voor iedereen Gemeente Gemeente Verkiezingen 2014 57 58 In Detail Meer nachtbussen Subsidies voorplaatselijke jeugdhuizen Gemeente Gemeente Een autovrij centrum Een ondergrondse parking in het centrum van de stad Gemeente Gemeente Een sensibiliseringscampagne om het afval beter te sorteren Meer betalen voor vuilniszakken Gemeente Gemeente Verkiezingen 2014 59 60 In Detail Meer fuifgelegenheden Vlaanderen Meer wegen Vlaanderen Wifi in elk leslokaal Vlaanderen Korting voor jongeren op culturele activiteiten Vlaanderen Goedkoper openbaar vervoer Vlaanderen Een verplichte leerlingenraad in elke school, met budget voor activiteiten Vlaanderen Verkiezingen 2014 61 62 In Detail Meer geld voor topsport Vlaanderen Meer politie om het verkeer in goede banen te leiden België Kunnen stemmen vanaf 16 jaar België Subsidies voor amateursportverenigingen Vlaanderen Meer politie om de pakkans voor overtreders te vergroten België Afschaffing van de stemplicht België Verkiezingen 2014 63 64 In Detail Belastingvermindering voor mensen met een abonnement voor het openbaar vervoer België Een verhoging van de laagste pensioenen België Drie maanden ouderschapsverlof voor mannen en vrouwen Europa Iedereen 10% minder belastingen België 100 € meer leefloon België Een grens op het geluidsvolume van mp3-spelers Europa Verkiezingen 2014 65 66 In Detail Snellere internetaansluitingen Europa Stimuleren van vrachtvervoer over het water Europa Goedkopere sms- en beltarieven van en naar het buitenland Europa Wifi op alle openbare plaatsen Europa Stimuleren van elektrische auto’s Europa Duidelijke informatie op etiketten van voedingswaren Europa Verkiezingen 2014 67 De Kracht van je Stem Vlaams Parlement Leuvenseweg 86 • 1000 Brussel • tel 02 552 45 34 • [email protected] • www.dekrachtvanjestem.be
© Copyright 2024 ExpyDoc