nspv nieuwsbrief 4

NIEUWSBRIEF
SPV Info
Jaargang 2014 | nummer 4
1.
IN DIT NUMMER :
1. Pensioenproblematiek
2. Copernicuspremie
3. Vermeld lichte ongevallen altijd in het
register van eerste hulp
4. Optimalisering Federale
Politie
5. Syndicale premie
6. Aanrekening uren tuchtverdediging
7. Gebruik van audiovisuele middelen in infrastructuur van politiediensten
Pensioenproblematiek
Zoals u allen ongetwijfeld al hebt vernomen is
onze pensioenregeling danig ontwricht door
een arrest van het Grondwettelijk Hof van 10
juli 2014. Nog dagelijks ontvangen wij uw
talrijke reacties en vragen hoe het verder moet.
Om zo goed mogelijk in te spelen op uw
behoefte aan informatie kan u de verdere
evolutie in die problematiek volgen via onze
aparte editie “pensioeninfo” die we regelmatig
langs de gebruikelijke kanalen zullen
verspreiden. Aangezien die infoberichten
onmogelijk alle antwoorden op uw vragen
kunnen bevatten, werden de provinciale en/of
afdelingsvoorzitters
uitgenodigd
om
desgevallend
syndicale
infosessies
te
organiseren voor al het personeel, zelfs niet
gesyndiceerden. Wij blijven ter beschikking
om hen daarbij bij te staan.
Op dit ogenblik bereiden we inhoudelijk het
debat voor en pogen we de verschillende
politieke fracties en andere mogelijke partners
te overtuigen van de noodzaak een specifieke
pensioenregeling voor de politiediensten te
behouden. Het gaat hier vanzelfsprekend over
contacten die zich niet voor de camera’s
afspelen, noch in aanwezigheid van de
pers……..
8. Valorisatie
van
de
basisopleiding van het
middenkader voor de
baremische loopbaan
9. Beperking
van
de
toelatingsvoorwaarden
bij aanwerving
10. Valorisatie
van
voorafgaande diensten
11. Representativiteit van het
NSPV herbevestigd.
Hou er ook rekening mee dat er nog geen
volledige consensus bestaat over de
draagwijdte van het arrest van het
Grondwettelijk Hof (zie pensioeninfo Nr 2 van
6 augustus).
14 augustus 2014
Tot zolang is enige voorzichtigheid geboden
inzake de gevolgen van het arrest. Naarmate de
toestand zich meer uitklaart zullen we ook onze
informatie verder actualiseren.
Intussen blijft het onze betrachting om zo veel
als mogelijk de vroegere (overgangs)regeling te
herstellen.
2. Copernicuspremie
Recent is daarover mogelijk weer verwarring
ontstaan doordat in een deel van de Franstalige
pers men liet uitschijnen dat de regering ging
betalen of dat hier en daar al gedaan had. In
werkelijkheid bevinden zich quasi alle lopende
procedures in het stadium van behandeling
door de 5 verschillende hoven van beroep in
ons land. Het Hof van Beroep van Antwerpen
en dat van Mons hebben al een arrest geveld
waarbij de eisen van politieleden tot
toekenning van de Copernicuspremie werden
afgewezen. De andere hoven van beroep dienen
zich nog over de zaak te buigen.
3.
Vermeld lichte ongevallen altijd in het
register van eerste hulp
Ingevolge een aantal wijzigingen aan de
arbeidsongevallenwetgeving heeft het fonds
voor
arbeidsongevallen
(FAO)
een
sensibiliserings-campagne opgestart.
Verzekeringsondernemingen en werkgevers
worden gevraagd aan die campagne mee te
werken. Wij doen alvast al mee.
Meer uitgebreide info vindt u in het volgend
nummer van ons periodiek Echo. Hier geven
we al een summiere situatieschets.
Het
FAO
roept
alle
werknemers op, dus ook
eenieder
bij
de
politiediensten, die slachtoffer
zijn geworden van een licht
ongeval of die onwel zijn
geworden op het werk of tijdens hun
verplaatsing naar het werk, dit ten minste te
laten registreren in het register van eerste hulp
dat elke werkgever moet bijhouden.
JAARGANG 2014 | NUMMER 4 | BLZ 2
Onder licht ongeval wordt verstaan het ongeval
dat niet heeft geleid tot loonverlies,
arbeidsongeschiktheid of een tussenkomst van
een geneesheer maar enkel zorgen heeft vereist
voor het slachtoffer die werden toegediend na
het ongeval op de plaats van uitvoering van de
arbeidsovereenkomst.
Denk bijvoorbeeld aan een kleine snij- of
schaafwonde aan een vinger die u zelf ontsmet
en nadien afschermt met een kleefverband.
Bedoeling van deze regeling is de werknemer
beter te beschermen indien er zich later toch
een verergering zou voordoen van het ongeval.
4. Optimalisering federale politie
Wat de centrale directies en diensten betreft :
tot op heden bleven we in het ongewisse over
de toekomstplannen. Wij hebben dit expliciet
aangekaart tijdens onze ontmoeting van 4 juli
met de CG in aanwezigheid van alle DirGen en
“change”medewerkers. Als gevolg daarvan zal
er op 28 augustus aan de vakorganisaties uitleg
worden verschaft over het migratieplan dat
wordt voorbereid binnen DGJ en DGA. Dat
plan zou enkel als finaliteit hebben om
organisatorisch de huidige situatie en de
situatie na 01 oktober 2014 te bepalen. Actueel
is het nog niet de bedoeling een nieuw
personeelsbehoeftenplan te ontwerpen. Verdere
informatie volgt zo snel mogelijk.
Wat de gedeconcentreerde diensten of
eenheden betreft : het directiecomité heeft een
beoordeling gemaakt van de voorstellen van de
Dirco’s/Dirjud’s inzake visie, overgangsmodel
en de tijdelijke coördinatiefuncties. Hierdoor
begint de 2e fase waarbij er per
gedeconcentreerde dienst of eenheid een
beperkt aantal personeelsleden tijdelijk in
sleutelfuncties wordt aangewezen. Samen met
de mandaathouders gaan deze personeelsleden
de nieuwe werkingsstructuur voorbereiden en
een
aangepast
personeelsbehoeftenplan
uitwerken. De 3e fase zou dan op 1 oktober van
start gaan met een migratieplan.
5. Syndicale premie
Vanaf begin juli zijn wij overgegaan tot
uitbetaling van de syndicale premies voor het
jaar 2013.
De personeelsleden die nog aanspraak willen
maken op hun syndicale premie voor dat jaar
worden vriendelijk maar met aandrang
verzocht ons dringend (uiterlijk 5 september)
het vereiste formulier te bezorgen.
Laattijdige aanvragers lopen het risico geen
aanspraak meer te kunnen maken op hun
premie.
6. Aanrekening uren tuchtverdediging
In de marge van de onderhandelingen o-ver de
nieuwe syndicale omzendbrief vond een
discussie plaats met de overheidsdelegatie over
de aanrekening van de uren die besteed worden
aan een tuchtverdediging. Daaruit bleek dat er
al tal van overheden zijn die ervan uitgaan dat
de prestaties van een syndicale afgevaardigde
die optreedt als tuchtverdediger, aangerekend
mogen worden op zijn/haar syndicaal verlof.
Om iedere discussie te vermijden doet elke
tuchtverdediger
die
ook
syndicaal
afgevaardigde is, er dan ook best aan duidelijk
te vermelden of hij /zij de aanrekening wenst
van alle uren besteed aan de tuchtverdediging
zoals voorzien in de tuchtwetgeving. In geval
van vragen hieromtrent, aarzel niet onze
beheerders juridische bijstand te contacteren
voor advies.
7. Gebruik van audio-visuele middelen in
infrastructuur van politiediensten
Het debat in hoever politieoverheden camera’s
en geluidsopnames mogen hanteren om het
werk van het personeel te evalueren heeft al tot
heel wat discussie geleid.
Begin juli werd daarvoor nog een
stakingsaanzegging
ingediend
in
een
politiezone waarbij ook het NSPV betrokken
was. De onderhandelingen die daarop volgden
hebben ertoe geleid dat er een omstandig
juridisch advies werd uitgebracht door de
bevoegde diensten bij de politie.
JAARGANG 2014 | NUMMER 4 | BLZ 3
Ook de privacycommissie bracht een uitgebreid
advies uit. Deze per definitie “onpartijdige”
adviezen laten ons toe om beter te evalueren in
hoever die middelen conform de wetgeving
worden aangewend. Meer daarover in een
volgend nummer van ons periodiek “Echo”.
8. Valorisatie van de basisopleiding van het
middenkader voor de baremische
loopbaan
In uitvoering van het sectoraal akkoord 20092010 werd volgende statutaire aanpassing
doorgevoerd aan artikel VII.II.23 RPpol. Met
ingang van 10 maart 2010 zal de duur van de
opleiding van de aspirant hoofdinspecteurs
worden meegerekend voor hun baremische
bevordering in het middenkader. Bijgevolg
zullen
zij
na
hun
benoeming
als
hoofdinspecteur geen 6 jaar meer moeten
wachten voor hun overgang naar de volgende
weddeschaal. Dit heeft heel wat misnoegde
reacties met zich gebracht van de
hoofdinspecteurs die hun opleiding voor die
datum hadden aangevat.
In dat verband dient verduidelijkt dat het NSPV
dat sectoraal akkoord niet heeft goedgekeurd.
Uw vragen om deze meer voordelige regeling
ook uit te breiden tot de hoofdinspecteurs die
voor 2010 hun opleiding hebben aangevat
wordt door ons gesteund. Wij zullen deze
problematiek dan ook opnemen in ons nieuw
eisenbundel. In geval er andere opties zouden
zijn die sneller tot een positief resultaat zouden
leiden, zullen wij daar vanzelfsprekend gebruik
van maken.
9. Beperking van de toelatingsvoorwaarden
bij aanwerving
Voortaan wordt de kandidaat die reeds
driemaal niet slaagde in de selectieprocedure
voor de toelating tot de beoogde basisopleiding
niet meer toegelaten tot de selectieproeven (zie
art. IV.I.5, 5° RPPol).
Drie maal mislukken betekent voor de meesten
alzo het einde van de loopbaan. Terecht werden
wij er attent op gemaakt dat dit te weinig
perspectief biedt voor een verdere loopbaan
die, in het licht van het debat over het
aanpassen van de pensioenleeftijd, nog langer
kan duren.
Wij zijn dan ook van mening dat dergelijke
beperking dient te worden herbekeken en
zullen dit evenzeer opnemen in ons nieuw
eisenbundel.
Het motto “levenslang leren” dient ook in de
politie een betere invulling en valorisering te
krijgen dan de huidige.
10. Valorisatie van voorafgaande diensten
Verscheidene onder ons hadden een andere job
alvorens ze werkzaam werden bij de
politiediensten. Met het Koninklijk besluit van
26 maart 2014 worden de regels aangepast op
welke wijze die prestaties in aanmerking
komen bij de berekening van het aanvangsloon
bij de politiediensten.
Met de nieuwe regeling sluit de politie nauwer
aan bij de regelgeving die van toepassing is bij
het openbaar ambt op enkele uitzonderingen
na. Meer daarover vindt u in ons volgend
nummer van ons periodiek “Echo”.
11. Representativiteit herbevestigd van het
NSPV
Via een mededeling gepubliceerd in het
Staatsblad van 2 juli liet de voorzitter van de
controlecommissie voor de representativiteit
voor de vakorganisaties in de overheidssector
weten dat het NSPV voor de komende periode
van 6 jaar erkend blijft als representatieve
vakbond bij de politiediensten. Dit houdt in dat
meer dan 10% van het personeel van de
politiediensten bij ons is aangesloten.
De andere representatieve vakorganisaties bij
de politiediensten zijn niet onderworpen aan
deze controle. De syndicale wetgeving
veronderstelt immers dat deze representatief
zijn voor zover ze zitting hebben in het
gemeenschappelijk
comité
voor
alle
overheidsdiensten en dat, ongeacht hoeveel
leden van de politiediensten zij in hun rangen
tellen.