Liturgie 25-01-2015

De Liturgie van de ochtenddienst van 25-01-2015
•
Gezang 1005: 1, 2, 3, 4
2. Zoekend naar rust zijn wij vol zorgen
zoekend naar hoop, troost in uw woord.
Spreek door ons heen tot de
verdrukten,
zo wordt uw stem gehoord.
Christus, ons licht …
3. Zoekend naar brood lijden zij honger,
zoekend naar water lijden zij dorst.
Maak ons uw brood, breek ons voor
1
allen,
U bent de vredevorst.
Christus, ons licht …
4. Zoekend naar troost zijn velen
dakloos,
zoekend naar warmte zijn velen koud.
Maak ons een huis van levende stenen,
schuilplaats door U gebouwd.
Christus, ons licht …
•
Stil gebed, Votum en Groet
•
Aanvangswoord: Psalm 34: 16-17 (HSV)
16 (34:17) Het aangezicht van de HEERE is tegen hen die kwaad
doen:
Hij zal hun nagedachtenis van de aarde uitroeien. 17 (34:18) Zij roepen
en de HEERE hoort, Hij redt hen uit al hun benauwdheden.
•
Gezang 289:
1 Morgenglans der eeuwigheid,
licht aan 't eeuwig Licht onttogen,
stel ons deze ochtendtijd
uwe heerlijkheid voor ogen,
en verdrijf door uwe macht
onze nacht!
•
2 Laat als milde morgendauw
uw genade tot ons komen
en de dorstige landouw
van ons leven overstromen,
ja, verkwik ons door uw troost
onverpoosd
Gebed om ontferming en schuldbelijdenis
•
Woord van ontferming. Psalm 34:
18 (34:19) De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de
verbrijzelden van geest.
19 (34:20) De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt
de HEERE hem.
20 (34:21) Hij bewaart al zijn beenderen, niet één daarvan wordt
gebroken.
21 (34:22) Het kwaad brengt de goddeloze de dood; wie de
rechtvaardige haten, worden schuldig verklaard.
22 (34:23) De HEERE verlost de ziel van Zijn dienaren; allen die tot
Hem de toevlucht nemen, worden niet schuldig verklaard.
•
Gezang 289:
3 Laat uw heilge liefdegloed
onze koude werken doden
en versterk in ons de moed
om, de eeuwge nacht ontvloden,
voordat wij tenondergaan,
op te staan.
5 Overstroom ons met uw licht,
klare Zon van trouw en goedheid.
Treed niet met ons in 't gericht,
maar verblijd ons met de zoetheid
van des hemels zaligheid
voor altijd.
• Lezing van het gebod
•
Psalm 119: (OB)
3 Och, schonkt Gij mij de hulp van
Uwen Geest!
2
Mocht die mij op mijn paân ten
leidsman strekken
'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik
onbevreesd;
Dan zou geen schaamt' mijn
aangezicht bedekken,
Wanneer ik steeds opmerkend
waar'
geweest,
Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde
wekken.
17 Leer mij, o HEER, den weg,
door U bepaald;
Dan zal ik dien ten einde toe
bewaren;
Geef mij verstand, met Godd'lijk
licht bestraald;
Dan zal mijn oog op Uwe wetten
staren;
Dan houd ik die, hoe licht mijn ziel
ook dwaalt;
Dan zal zich 't hart met mijne
daden paren.
•
Gebed om de Opening van het Woord en de Verlichting door de
Heilige Geest
•
Kinderen naar kindernevendienst
•
Lezen: Jesaja 42: (HSV)
5 Zo zegt God, de HEERE, Die de hemel heeft geschapen en hem
heeft uitgespannen, Die de aarde heeft uitgespreid en wat daarop
uitspruit, Die de adem geeft aan het volk dat daarop is, en de geest aan
hen die daarop wandelen:
6 Ík, de HEERE, heb U geroepen in gerechtigheid, Ik zal U bij Uw hand
grijpen, Ik zal U beschermen en Ik zal U stellen tot een verbond voor
het volk, tot een licht voor de heidenvolken,
7 om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit
de gevangenis wie in duisternis zitten.
8 Ik ben de HEERE-dat is Mijn Naam; Mijn eer zal Ik aan geen ander
geven, evenmin Mijn lof aan de afgods beelden.
9 De voorgaande dingen-zie, ze zijn gekomen! Nieuwe dingen
verkondig Ik; voordat ze ontkiemen, doe Ik ze u horen.
•
Gezang 168: 1, 2
1 O Jezus Christus, licht ze bij
die leven aan uw licht voorbij.
Voeg ze met uwe kudde saam,
opdat zij niet verloren gaan.
2 Vervul met uw genadeschijn,
die op verkeerde paden zijn.
Sta bij, die heimlijk in zijn hart
verlokt en aangevochten wordt.
•
Lezen: (HSV)
Marcus 1: 14 En nadat Johannes overgeleverd was, ging Jezus naar
Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God,
3
15 en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is
nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie.
16 En toen Hij bij de zee van Galilea wandelde, zag Hij Simon en
Andreas, zijn broer, het net in de zee werpen, want zij waren vissers.
17 En Jezus zei tegen hen: Kom achter Mij, en Ik zal maken dat u
vissers van mensen wordt.
18 En zij lieten meteen hun netten achter en volgden Hem.
19 En toen Hij vandaar wat verdergegaan was, zag Hij Jakobus, de
zoon van Zebedeüs, en Johannes, zijn broer, die in het schip de netten
aan het herstellen waren.
20 En meteen riep Hij hen, en zij lieten hun vader Zebedeüs in het
schip achter met de loonarbeiders en gingen weg, Hem achterna.
Marcus 2: 13 En Hij vertrok weer naar de zee; en heel de menigte
kwam naar Hem toe, en Hij onderwees hen.
14 En Hij ging verder en zag Levi, de zoon van Alfeüs, in het tolhuis
zitten en zei tegen hem: Volg Mij! En hij stond op en volgde Hem.
15 En het gebeurde, toen Hij in diens huis aanlag, dat ook veel
tollenaars en zondaars met Jezus en Zijn discipelen aanlagen; want zij
waren met velen en waren Hem gevolgd.
16 En toen de schriftgeleerden en de Farizeeën Hem zagen eten met
de tollenaars en zondaars, zeiden zij tegen Zijn discipelen: Waarom eet
en drinkt Hij met de tollenaars en zondaars?
17 En toen Jezus dat hoorde, zei Hij tegen hen: Wie gezond zijn,
hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. Ik ben niet gekomen om
rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars.
•
Gezang 168:
3 Breng, die aan uw gebod
ontkwam,
terug als uw verloren lam.
Maak de gewonde zielen heel
en geef ze aan de hemel deel.
5 Verlicht het oog dat U niet ziet.
Leid hem weerom die U verliet.
Verzamel, die verwijderd gaan.
Versterk ze die in twijfel staan.
•
Lezen: Galaten 2: (HSV)
11 Maar toen Petrus naar Antiochië gekomen was, ging ik openlijk
tegen hem in, omdat hij te veroordelen was.
12 Want voordat er enkelen uit de kring van Jakobus gekomen waren,
at hij samen met de heidenen; maar toen zij kwamen, trok hij zich terug
en zonderde zich af uit vrees voor hen die van de besnijdenis waren.
4
13 En ook de andere Joden huichelden met hem mee, zodat zelfs
Barnabas zich door hun huichelarij liet meeslepen.
14 Maar toen ik zag dat zij niet juist wandelden, overeenkomstig de
waarheid van het Evangelie, zei ik tegen Petrus in het bijzijn van allen:
Als u die een Jood bent, naar heidens gebruik leeft en niet naar Joods
gebruik, waarom dwingt u dan de heidenen op de Joodse manier te
leven?
•
Gezang 168:
6 Dan zullen zij, niet meer
vervreemd,
voor tijd en eeuwigheid vereend,
•
Verkondiging
•
Muzikaal moment
•
Psalm 146:
3 Heil wien Jakobs God wil
bijstaan,
heil die God ter hulpe riep.
Want zijn heil zal niet voorbijgaan,
God is trouw aan wat Hij schiep.
Wat in hemel, zee of aard
woont, is in zijn hand bewaard.
4 Aan wie hongert geeft Hij spijze,
aan verdrukten recht gericht.
Wie geboeid zijn, Hij bevrijdt ze,
•
Dankgebed en voorbeden
•
Collecten
•
Gezang 281:
1 Jezus zal heersen waar de zon
gaat om de grote aarde om,
de maan zijn lichte banen trekt,
zover het verste land zich strekt.
2 Het lied in alle talen zal
zijn liefde loven overal,
en uit de kindermond ontspringt
5
in aarde en hemel, dan en nu,
allen tezamen danken U.
blinden geeft Hij het gezicht.
Hij geeft den gebukten moed
en heeft lief wie zijn wil doet.
5 Wees en weduw en ontheemde
doet Hij wonen op zijn erf.
Hij behoedt de weg der vreemden,
maar leidt bozen in 't verderf.
Eeuwig Koning is de HEER!
Sion, zing uw God ter eer!
de lofzang die zijn naam omringt.
3 Zijn rijk is volle zaligheid,
wie was gevangen wordt bevrijd,
wie moe was komt tot rust
voorgoed,
wie arm was leeft in overvloed.
4 Laat loven al wat adem heeft
de koning die ons alles geeft.
•
6
Zegenbede
O aarde om dit nieuw begin
stem met het lied der englen in.
7