Download hier het artikel.

Zelfsturing/
Executieve Functies
bij peuters en kleuters en de
rol van de ib’er
Het verkleinen of voorkomen van onderwijsachterstanden van bepaalde groepen
jonge kinderen is een speerpunt van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). Hiertoe
zijn programma’s ontwikkeld met veel aandacht voor taal, rekenen en sociaalemotionele ontwikkeling, en dat heeft veel opgeleverd. Maar er kan nog veel meer
gedaan worden om alle talenten van elk kind optimaal te benutten. Kinderen
Foto: Jeroen Aarssen
leren om hun eigen gedrag te sturen en bewuste en doelgerichte aandacht voor
zogenoemde executieve functies bijvoorbeeld. (Voorschoolse) ib’ers hebben een
belangrijke taak in het ondersteunen van leerkrachten en leidsters hierbij.
Tekst: Lilian van der Bolt
I
n de groep willen we op verschillende momenten verschillende dingen van peuters en kleuters. De ene keer willen
we dat kinderen stil zitten en luisteren naar een verhaaltje
dat wordt voorgelezen. Maar buiten op de speelplaats mogen kinderen druk zijn en rennen. Soms moeten kinderen
samenwerken en met elkaar overleggen. En weer op een
ander moment is het de bedoeling dat kinderen zich juist niet
laten afleiden door die ene druktemaker.
In de kinderopvang, de peuterspeelzaal en het onderwijs
spelen en leren kinderen met elkaar in een groep. Om dat
goed te laten verlopen zijn er omgangsafspraken en structuren
nodig. Bijvoorbeeld als het gaat om het dagprogramma, om de
materialen en het gebruik van de ruimte, of om het samenspel
tussen kinderen. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers
(pm’ers) hebben de taak om dit goed te laten verlopen, maar
hebben ook een pedagogische taak om kinderen over deze
zaken te leren en op te voeden. Peuters en kleuters ervaren
deze aspecten van het groepsleven vaak als Wonderland, waar
ze voor het eerst met volstrekt nieuwe omgangsvormen en
afspraken te maken krijgen.
Dat voortdurend doelgericht en sociaal moeten handelen en
het moeten schakelen van de ene situatie naar de andere doet
een beroep op de zelfsturing van kinderen. Zelfsturing (ook
wel Executieve Functies genoemd) bepaalt wat iemand doet
en hoe iemand zich gedraagt. Er zijn drie domeinen van exe-
26
lbbo Beter Begeleiden oktober 2014
cutieve functies; werkgeheugen, impulscontrole en cognitieve
flexibiliteit (aandacht vast kunnen houden en kunnen verleggen). Daarnaast zijn er nog een aantal zogenoemde ‘higher
order functions’, te weten: problemen oplossen, reflectie en
zelfreflectie, plannen en emotieregulatie.
Belang van zelfsturing
Zelfsturing is zo belangrijk, omdat het een rol speelt bij alles
wat je doet. Het is een voorwaarde om dingen te kunnen
leren. Jonge kinderen met een goede zelfsturing kunnen beter
vriendjes maken, omgaan met teleurstellingen, dingen die
ze van tevoren hebben bedacht goed uitvoeren, langere tijd
geconcentreerd de aandacht vasthouden en zich minder laten
afleiden door allerlei prikkels. Er is veel overtuigend bewijs uit
internationaal onderzoek dat goed ontwikkelde zelfsturing een
ideale bodem vormt voor sociaal-emotionele en cognitieve
ontwikkeling. Kinderen met goede zelfsturing zijn beter in taal
en rekenen. Daarmee ligt een goede zelfsturing aan de basis
van het ‘schoolse’ leren zoals kinderen dat vanaf een jaar of
zes volgen.
Goed ontwikkelde zelfsturing laat verder ook veel effecten zien
op de lange termijn, zoals betere schoolprestaties. Amerikaans
onderzoek heeft aangetoond dat als kinderen deze vaardigheden goed leren op jonge leeftijd, ze op latere leeftijd bijvoorbeeld beter in staat zijn met anderen samen te werken, goede
relaties op te bouwen, beter op hun gezondheid te letten,
beter hun kinderen op te voeden en een waardevolle bijdrage
te leveren aan de samenleving in termen van werk en maatschappelijke positie. Kortom, hun leven lang hebben kinderen
er baat bij wanneer zij al vanaf jonge leeftijd kunnen werken
aan zelfsturing.
Het kost misschien wat tijd, maar veel kinderen vinden hun
eigen weggetje in het Wonderland van de groep wel. Er zijn
echter ook kinderen bij wie dit moeizamer verloopt. Kleuters
met slecht ontwikkelde zelfsturing zijn herkenbaar doordat ze
bijvoorbeeld verveeld, ongericht en doelloos rondlopen in de
groep, geen aandacht hebben en niet op hun stoel kunnen
blijven zitten, niet kunnen kiezen, niet op hun beurt kunnen
wachten of niet kunnen samen spelen en snel ruzie krijgen
met andere kinderen. Het is niet verwonderlijk dat veel gedragsstoornissen rechtstreeks samenhangen met gebrekkig
ontwikkelde zelfsturing.
Aandacht voor zelfsturing als
antwoord op onderwijsachterstanden
Kinderen ontwikkelen zelfsturing door interactie met de sociale omgeving; ouders, opvoeders, leidsters en leerkrachten
kunnen de ontwikkeling ervan stimuleren. Maar voor sommige
kinderen zijn de omstandigheden thuis juist een belemmering
voor een goede ontwikkeling van zelfsturing; sommige ouders
zijn -om wat voor reden dan ook- niet goed in staat om een
optimale thuissituatie te bieden voor hun kind. Deze ouders
stellen bijvoorbeeld weinig grenzen en zijn te weinig duidelijk
of durven/kunnen geen nee te zeggen. Ze geven geen uitleg
of instructie wanneer iets niet mag en helpen niet met problemen oplossen. Ze helpen hun kinderen niet met plannen of
voeren geen reflectiegesprekjes. Hier is een duidelijk verband
met het inkomen en de opleiding van ouders. De zogenoemde
(VVE) doelgroepkinderen/gewichtenkinderen lopen het grootste risico.
Taak van het onderwijs
Zelfsturing is voorwaardelijk voor het leren vanaf groep 3 en
voor de latere schoolcarrière. Executieve functies worden
daarom ook wel ‘learning related skills’ genoemd, of ‘schoolreadiness skills’. In het onderwijs wordt dit ook wel aangeduid
met het begrip ‘schoolrijpheid’. Waar schoolrijpheid altijd een
lastig te concretiseren begrip bleek, wordt de invulling ervan
vanuit de domeinen van executieve functies veel helderder en
inzichtelijker. Juist omdat deze capaciteiten zo van belang zijn
voor de ontwikkeling en het leren rust er een belangrijke taak
in de voor en vroegschool. Zo ondersteun je de ontwikkeling
van zelfsturing bij peuters en kleuters op het meest cruciale
moment, namelijk wanneer de hersenen het meest ontvankelijk zijn voor het leren van zelfsturing, in de leeftijd tussen 2,5
lbbo Beter Begeleiden oktober 2014
27
In de VS werd het programma ‘Tools of the Mind’ ontwikkeld,
een VVE-programma waar in alle activiteiten, naast aandacht
aan taal, rekenen/wiskunde, sociaal emotionele ontwikkeling
of sensomotorische ontwikkeling, ook doelgericht aandacht
wordt besteed aan zelfsturing. Ook in Nederland staan zelfsturing en executieve functies bij kleuters volop in de belangstelling. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de populariteit van praktijkboeken als die van Dawson en Guare (‘Slim maar…..’) en het
gebruik van instrumenten als de BRIEF, waarmee executieve
functies in kaart kunnen worden gebracht. Ook zijn er interventies beschikbaar die zich richten op specifieke kinderen met
zwakke executieve functies zoals de Cogmed-training.
In navolging van Tools of the Mind heeft Sardes het professionaliseringsprogramma ‘De Kleine Kapitein’ ontwikkeld, een
basistraining die pedagogisch medewerkers en leerkrachten
leert de ontwikkeling van zelfsturing bij jonge kinderen (2,5 tot
6 jaar) groepsbreed te stimuleren.
Zelfsturing en groepsmanagement
Bij vragen omtrent het gedrag en de begeleiding van kinderen,
en de begeleiding van de groep als geheel, wordt door de be-
28
Ondanks een gedegen positieve pedagogische aanpak, zijn er altijd leerlingen (1015%) die op school extra ondersteuning nodig
hebben. Om ernstige gedragsproblemen te voorkomen en te zorgen dat zij niet voortijdig de school verlaten, kun je hun gedurende een korte of langere periode
een lichte, ‘gele’ interventie aanbieden die aansluit bij hun
ondersteuningsbehoefte. Een van deze interventies is de
Dagelijkse Gedragsondersteuning (dgo).
geleider op de groep vaak een beroep gedaan op de ib’er. De
ib’er kan daarbij een fundamentele, coachende rol spelen.
In een pilottraject van De Kleine Kapitein op de Oosterboerschool in Meppel vervulde de ib’er een belangrijke sleutelfunctie. Deze school werkt vanuit de principes van het Daltononderwijs. Hierin staan zelfsturingsaspecten zoals samenwerken,
zelfstandig werken, plannen, reflecteren en probleem oplossen centraal.
Het team wil hier bewust aan werken en merkt hoe belangrijk
het is om hier al vroeg mee te beginnen. Ook wil ze graag
ouders daarbij betrekken, vooral omdat leerkrachten ervaren
dat ouders tegenwoordig geneigd zijn hun kinderen dingen toe
Twee praktijkvoorbeelden
Impulsen beheersen blijkt heel lastig voor de peuters in
haar groep, zo merkt juf Rita. Daarom doet ze veel kleine
oefeningetjes met de peuters. Als er een kindje jarig is en
de muziekinstrumentjes worden uitgedeeld, dan beginnen
de meeste kinderen al meteen te trommelen en te spelen.
Rita verwacht ook niet anders. Terwijl de kinderen spelen zwaait Rita met haar armen. ‘Als ik zo zwaai met mijn
armen gaan jullie allemaal spelen’, zegt ze. ‘En als ik zó doe
(ze maakt een stopteken)… dan zijn jullie allemaal stil’.
De dgo is een beproefde interventie die relatief eenvoudig en
snel kan worden ingevoerd. De kern van deze ondersteuning
wordt gevormd door check-in, check-out, waarmee leerlingen dagelijks positieve interacties hebben met een of meer
volwassenen in de school, onder andere door de feedback
die ze krijgen op hun gedrag. Bovendien heeft deze interventie een positieve invloed op het ontwikkelen van sociale
vaardigheden en zelfmanagementvaardigheden. Daarnaast
wordt de samenwerking tussen school en thuis versterkt.
De Dagelijkse Gedragsondersteuning kan worden ingezet
voor een groep (tot maximaal dertig) leerlingen tegelijk. Het
succes ervan wordt bepaald door de juiste ontwikkeling en
implementatie. In dit boek wordt daar dan ook ruim aandacht
aan besteed. Hierbij is ruimte voor maatwerk; iedere school
heeft immers zijn eigen cultuur, een basisschool verschilt nu
eenmaal van een vo-school, en voor heel jonge leerlingen
zijn weer andere aanpassingen nodig.
‘De dgo is een interventie die
voor SWPBS-scholen naadloos
aansluit bij het universele (groene) basisniveau dat de scholen
hebben opgebouwd. Maar ook
op scholen die niet werken met
dit systeem is de dgo een effectieve gedragsinterventie voor
veel leerlingen die iets extra’s nodig hebben. Daarmee biedt deze
interventie scholen een praktisch
handvat om ook deze leerlingen
een passend onderwijsaanbod te
bieden.’
NIEUWSTE PBS-BOEK
Deanne A. Crone, Leanne S. Hawken en Robert H. Horner
Check-in, check-out
in Positive Behavior Support
Dagelijkse gedragsondersteuning in de school
Monique Baard
Gedragsspecialist en SWPBStrainer en -coach
nur 840
De Dagelijkse Gedragsondersteuning is een beproefde interventie voor
die 10-15% van de leerlingen, die op school extra
ondersteuning nodig heeft.
Door dagelijkse positieve interacties, via check-in,
check-out, kunnen ernstige
gedragsproblemen worden
voorkomen.
pica
Gedragsinterventies voor risicoleerlingen 2014.indd 1
03/07/14 16:09
Paperback | 280 pagina’s
ISBN 9789491806070 | € 43,95
Literatuur:
Diamond, A., W. S. Barnett, J. Thomas & S.Munro (2007).
Preschool Program Improves Cognitive Control. Science. 30
November 2007: 1387-1388.
Leseman, P. (2010). Executieve functies als basis voor het
leervermogen. In: L. van der Bolt & J. Aarssen (eds.). Zelfsturing als basis voor de ontwikkeling van het kind. Een oriëntatie
vanuit wetenschap en praktijk.Sardes Speciale Editie, nr. 9. Pp.
16-20. Utrecht: Sardes.
Moffitt, T. E., Poulton, R., & Caspi, A. (2013). Lifelong Impact
of Early Self-Control: Childhood self-discipline predicts adult
quality of life. American Scientist, 101(5), 352-259
NIEUW!
Zoek je een extra uitdaging
voor je kind of leerling? Probeer dan een Happy Cube!
Op een speelse manier vergroot de Happy Cube het
logisch denken en het ruimtelijk inzicht.
Gemaakt van veilig EVA-foam
4 x 4 x 4 cm
Happy Cube: € 2,99 p.s.
6-pack: € 13,99
Voor meer informatie:
In de kleutergroep van juf Joke slaat dagelijks de vlam in
de pan als de kinderen bij het buitenspel steeds vechten om wie er op de nieuwe rode fietsen mag. Op het
moment dat kinderen buiten al aan het trekken en duwen
zijn en hun impulscontrole al ver te zoeken is, blijkt het
haast onmogelijk voor Joke om grip te krijgen. De hele
groep heeft er op die manier last van. Een oplossing die
goed werkt is om voorafgaand aan het buitenspel de
situatie steeds even te bespreken met kinderen die met
name moeite hebben om hun impulsen te beheersen. Ze
bespreken van te voren wie er op de fietsen mag, en het
blijkt te helpen dat Milan en Koen, de grootste ‘onruststokers’, een maatje hebben die hen helpen om zich aan de
afspraak te houden. Na het buitenspel bespreken ze altijd
met behulp van ‘zonnetjes’ en ‘donderwolkjes’ na hoe het
is geweest op het plein vandaag. Zo wordt er systematisch aandacht besteed aan plannen (hoe zorgen we dat er
geen ruzie komt over de fietsen) en reflecteren (hoe is het
gegaan op het plein).
Lilian van der Bolt, [email protected], 06-22584046
/Jeroen Aarssen, [email protected], 06-53281323 of
www.sardes.nl
EErstE hulp bij...
Willem de Jong
Kijk- en handelingswijzers voor passend onderwijs
Het ‘Center on the Developing Child’ van Harvard University heeft een kort filmpje gemaakt over het belang van
Executieve Functies. Dat is te vinden op:
http://developingchild.harvard.edu/resources/multimedia/
videos/inbrief_series/inbrief_executive_function/
Bij veel kinderen gaat opgroeien en ontwikkelen min
of meer spelenderwijs, met vallen en opstaan. Tegenslagen horen uiteraard bij het leven, maar door ernstige tegenslagen kan een voorspoedige ontwikkeling
onder druk komen te staan.
Veel vaker dan gedacht kampen kinderen en jongeren met onder andere angsten en depressiviteit,
al dan niet veroorzaakt door, of in samenhang met
bijvoorbeeld eetstoornissen, hechtingsproblematiek
of een autisme spectrumstoornis. Dit uit zich vaak in
vermijdend of teruggetrokken gedrag, koppigheid,
zelfverwonding of agressiviteit. Niet zelden is bij deze
kinderen en jongeren sprake van een lage zelfwaardering en negatief zelfbeeld. Het is van groot belang
dat volwassenen in de omgeving, ouders én leraren,
de signalen oppikken en zo vroeg mogelijk onderkennen om vervolgens juist en tijdig te kunnen handelen.
De kijk- en handelingswijzers in dit boek leveren hieraan een praktische bijdrage.
‘In de wijze waarop de auteur zich richt tot ouders
en leerkrachten is de hand van de (leer)meester
voelbaar. De Jong draagt heel concreet bij aan
begrip tussen ouders en leerkrachten en slaat een
brug naar de hulpverlening. Dit is een bijzonder
nuttig en handzaam boek!’ – Maandblad Geestelij-
Dr. Lilian van der Bolt werkt bij Sardes,
onderzoeks- en adviesbureau voor
gelijke leer- en ontwikkelingskansen van
kinderen. Zij begeleidt professionals die
werken met peuters en kleuters en die
last hebben van probleemgedrag van
kinderen in de groep. www.sardes.nl
ke Volksgezondheid (Trimbos-instituut)
Willem de Jong werkte 35
jaar in het speciaal onderwijs
als leraar en manager. Momenteel is hij werkzaam bij
Gedragpunt Scholing & Advies, onderdeel van de Aloysius Stichting. Daarnaast is hij
directeur van Gedrag.nu
Willem de Jong schreef ook:
Gedrag is meer dan je ziet!,
Het verwende kind-syndroom
en Ontwrichte kinderen in het
onderwijs.
Nur 770
EErstE hulp bij...
De rol van de ib’er
Dagelijkse gedragsondersteuning
in de school
Willem de Jong
Gebrek aan zelfsturing kan het groepsmanagement best lastig
maken. Vaak hoor je verhalen van professionals die problemen hebben met peuters of kleuters die in hun beleving het
groepsproces verstoren. Dat kan veel ‘vuile energie’ met zich
meebrengen in de groep. Veel tijd gaat op aan kinderen extra
uitleg geven of wachten totdat alle kinderen bij de les zijn.
Werken aan zelfsturing kan ervoor zorgen dat de routines die
dagelijks moeten gebeuren naast de speelleeractiviteiten, gesmeerder en lekkerder verlopen. Na verloop van tijd zie je dan
dat kinderen ook echt zelfstandiger gaan werken en zelfsturend handelen, en vaker zelf initiatieven nemen, individueel of
in samenwerking met andere kinderen.
Zelfsturing betekent dat kinderen leren zelfstandig te werken.
Daardoor hebben leerkrachten af en toe de handen vrij om
in kleine groepjes te werken, juist omdat andere kinderen
geleerd hebben hoe ze op een goede manier zelfstandig
konden werken. Met Passend Onderwijs krijgen leerkrachten
te maken met (meer) zorgleerlingen in de klas voor wie zij een
oplossing moeten zoeken. Dan is het wel zo fijn dat de andere
kinderen hun eigen gedrag kunnen sturen en geconcentreerd
spelen en werken.
Deanne A. Crone, Leanne S. Hawken en Robert H. Horner
Check-in, check-out in
Positive Behavior Support
Tools of the mind
te staan die de ontwikkeling van zelfsturing in de weg staan.
De leerkrachten ervaren daarom hoe belangrijk het is om
ouders te betrekken bij hun werkwijze en de manier waarop ze
werken aan zelfsturing. In de training is de ib’er van de Oosterboerschool goed in staat om steeds verbanden te leggen naar
de praktijk en het dagelijks handelen van de leerkracht. Ook
speelt de ib’er een belangrijke rol in de borging van de training.
Binnen de leerlingbesprekingen wordt op deze school tegenwoordig niet alleen gekeken naar opbrengsten van de kinderen
in termen van rekenen en taal, maar ook naar opbrengsten
in in
Check-in, check-out
Positive Behavior Support
termen van zelfsturing. Verder wordt er in coaching en consultatie door de ib’er steeds geanalyseerd vanuit en verwezen
naar de domeinen van zelfsturing. Deze maken het verkrijgen
van inzicht in individuele cases van kinderen, en in de mogelijke handelingsgerichte oplossingen, eenvoudiger.
De school is daarnaast bezig na te denken over de invulling
van een interactieve ouderavond. Hierin wil ze ouders betrekken bij de uitgangspunten van de school met betrekking tot
zelfsturing bij de kleuters en met ouders samen verkennen
welk aandeel ouders hier thuis in kunnen leveren.
Het verhaal van de Oosterboerschool is een mooi voorbeeld
van hoe het werken aan zelfsturing bij kleuters dankzij de strategische inzet van de ib’er een succesverhaal kan worden.
Deanne A. Crone, Leanne S. Hawken
en Robert H. Horner
en 6 jaar. Kinderen zijn op hun best als ze zichzelf kunnen en
mogen aansturen. Leidsters of leerkrachten kunnen dat proces
begeleiden en, in kleine stapjes, kinderen een bepaalde vorm
van autonomie geven. Daarmee kan je al op jonge leeftijd
problemen in het latere leven voorkomen. Gebleken is dat
oefening en ondersteuning bij de ontwikkeling van zelfsturing
heel goede resultaten kan opleveren bij het jonge kind. Maar
waar kan die ondersteuning en dat aanbod uit bestaan? Veel
activiteiten worden al dagelijks toegepast in de voor en vroegschool, zonder dat professionals zich ervan bewust zijn dat ze
hiermee zelfsturing stimuleren. De kunst is dan natuurlijk om
het ook doelbewust te kunnen aanbieden. En uiteraard is het
van belang om het aanbod af te stemmen op de behoeften
van elk kind en daarbij het eigen spel van het kind en de betekenisvolle context als uitgangspunt te nemen.
Willem de Jong
EErstE hulp bij...
Angst
Depressiviteit
Eetproblemen
ADHD
Autisme
Gedrag
Suïcidaliteit
Schizofrenie
Automutilatie
Kijk- en handelingswijzers
voor passend onderwijs
pica
omslag Eerste hulp bij....indd 1
Met de duidelijke kijk- en
handelingswijzers in dit
boek kun je als leerkracht
of andere onderwijsprofessional nog beter handen en
voeten geven aan passend
onderwijs.
€ 15,-
VOOR
D
HERD ELIGE
RUK
Paperback | 272 pagina’s
ISBN 9789491806308 | € 15,00
13/06/14 10:43
Bestellen? www.uitgeverijpica.nl
Volg ons ook op Twitter! @Uitgeverij_Pica
29
lbbo Beter Begeleiden oktober 2014
adv Beter Begeleiden 15-9-2014 92x270.indd 1
15/09/14 16:03