Van zorgen Voor naar zorgen Dat

Van zorgen Voor naar zorgen Dat
zorgvisie en beleid 2014/2015
Bij Ipse de Bruggen werken we vanuit een inhoudelijke visie op goede zorg. Die heeft betekenis in de
zorg en ondersteuning aan onze cliënten. Beknopt is die visie als volgt:
•
•
•
•
•
•
•
Ieder mens is bijzonder en heeft het recht op een goed leven. Dat betekent zelf keuzes
kunnen maken en bepalen wat belangrijk voor je is. En ook: andere mensen om je heen
hebben en volwaardig mee kunnen doen in de samenleving.
Wij ondersteunen mensen met een handicap. Alles wat we doen is gericht op het bevorderen
van de kwaliteit van hun leven. We gaan uit van de eigen kracht en mogelijkheden van onze
cliënten en hun netwerk. Dat betekent dat we cliënten ondersteunen om de regie over hun
eigen leven te voeren. We weten dat leven en leren gepaard gaan met risico’s. Met de cliënt,
zijn (wettelijk) vertegenwoordiger en zijn familie bekijken we hoe we met die risico’s omgaan.
We gaan in gesprek met de cliënt, zijn (wettelijk) vertegenwoordiger en anderen die voor hem
belangrijk zijn, om erachter te komen wat zijn vragen, wensen en behoeften zijn. Soms
schieten middelen of mogelijkheden tekort, dan zoeken we samen naar wat wél kan.
We staan voor deskundige en betrouwbare zorgprofessionals. Beperkingen leiden soms tot
complexe vragen. Daarvoor zetten we specialistische kennis in en die blijven we ook steeds
ontwikkelen.
De duurzame relatie tussen cliënt, zijn netwerk en de zorgprofessional is ons vertrekpunt.
Daarom organiseren we de zorg dichtbij de cliënt.
We werken op basis van visie en vertrouwen en de waarden die daarin besloten liggen. Onze
opvattingen over goede zorg en de beleving van de cliënt zijn leidraad voor ons handelen en
dat is voor ons de toets van kwaliteit. Daarover leggen we op een betekenisvolle manier
verantwoording af aan elkaar en aan de buitenwereld.
We bevragen elkaar kritisch of het lukt onze visie in de dagelijkse praktijk te realiseren en of
we daadwerkelijk alles doen om bij te dragen aan de tevredenheid van onze cliënten.
In 2014 en 2015 werken we aan het verder concretiseren van de visie en de organiseerprincipes
zodat die echt invulling krijgen in onze dagelijkse praktijk. We kijken daarbij goed naar de
ontwikkelingen om ons heen. Cliënten willen en krijgen meer regie en tegelijkertijd ook samen met hun
netwerk meer eigen verantwoordelijkheid. De middelen voor zorg en ondersteuning waarop zij
aanspraak kunnen maken lopen terug. De voorgenomen wijzigingen in de AWBZ hebben grote
impact. Extramurale begeleiding en dagbesteding zullen in 2015 over gaan naar de gemeenten en
gaan vallen onder de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo). Er is sprake van een verschuiving
van recht op zorg naar een voorziening. De AWBZ die overblijft zal zich richten op cliënten met
complexe vragen die zwaardere zorg en ondersteuning nodig hebben. Daarnaast speelt de
decentralisatie van de jeugdzorg die in 2015 ook over gaat naar de gemeenten. Deze decentralisaties
gaan gepaard met bezuinigingen. Dat zal grote consequenties hebben voor onze mensen, onze
werkwijzen en ons vastgoed.
Concreet hebben wij voor 2014/2015 de volgende samenhangende opgaven:
1.
Ontwikkeling van de organisatie vanuit onze inhoudelijke zorgvisie en de in het manifest
geformuleerde organiseerprincipes.
2.
Anticiperen op de veranderingen die voortkomen uit de verschuiving van extramurale
begeleiding en dagbesteding naar de Wmo en verschuivingen in de dienstverlening aan
derden.
3.
Anticiperen op de veranderingen die voortkomen uit de transitie van de jeugdzorg.
4.
Doorontwikkeling Langdurige Zorg en Specialistische Behandeling.
5.
Heroriëntatie op de taken en werkwijze van de staf en ondersteunende diensten.
De opgaven vragen om een integrale aanpak. In de toekomst zullen we meer moeten doen met
minder geld. Dat realiseren we niet met her en der een kleine aanpassing. We zullen fundamenteel
anders moeten gaan organiseren. We gaan daarmee een veranderproces in dat meerdere jaren zal
duren. In 2014 zullen we daartoe de eerste organisatorische veranderingen realiseren.