magazine juni

BEHANDELING
“Wij doen niet aan cliëntbesprekingen”- José Hoekstra
Systeemgericht werken met Feedback InformedTherapy bij MoleMann Rotterdam.
Naast de reguliere GGZ zijn er de laatste tien jaar
verschillende particuliere initiatieven ontstaan, veelal
uit onvrede met een bestaande situatie en met een
visie op hoe het anders kan. In 2004 richtten de beide
psychiaters Nico Moleman en Ronald Mann
MoleMannMentalHealth op. Inmiddels zijn er door het
hele land kleinschalige vestigingen met een huiselijke
uitstraling, zodat cliënten zich er op hun gemak
voelen.
Bij de vestiging Heemraadsingel in Rotterdam is de
focus helemaal gericht op het betrekken van
gezinsleden en belangrijke anderen (vrienden, buren,
collega’s) bij de behandeling. Bovendien werkt men
met korte vragenlijsten om de werkzaamheid van de
therapie te blijven toetsen, de zogenaamde Feedback
Informed Therapy (FIT), ontworpen door de
Amerikaanse psychologen Miller en Duncan. Psychiater
Frank Asmus introduceerde deze werkwijze bij de start
van de vestiging in 2007. Hij geeft uitleg over deze
werkwijze in Rotterdam.
Korte vragenlijsten
Bij Feedback InformedTherapy gaat het om het
werken met korte vragenlijsten, waarbij mensen
iedere bijeenkomst invullen hoe het met hen gaat
op vier gebieden: individueel, relationeel, sociaal en
algeheel functioneren. Cliënten geven aan hoe het
met hen gaat door op een lijn van tien centimeter
een kruisje te zetten: hoe meer ze het kruisje naar
rechts zetten, hoe beter het gaat. We tellen de
centimeters en zetten ze in een grafiek die we
steeds bijhouden als een maat voor vooruitgang.
Daarnaast beoordelen cliënten aan het eind hoe ze
de bijeenkomst ervaren hebben op een zelfde
manier, op vier gebieden van de behandelrelatie.
Hoe de behandelrelatie ervaren wordt door
cliënten, zo blijkt steeds uit onderzoek, is een
belangrijke voorspeller voor het uiteindelijke
resultaat.
!
“We werken hier helemaal systeem- en
gezinsgericht. Alle behandelaars zijn opgeleid als, of
in opleiding tot, systeem- gezins- en
relatietherapeut. Als mensen bellen zeggen we dat
er dus ook direct bij: weet je hoe we werken? Je
moet bereid zijn om belangrijke anderen er bij te
halen. Als het niet goed met je gaat, verdien je
steun en anderen kunnen met je meedenken. Zo
maak je behandelaren minder belangrijk en leg je
de problemen en oplossingsrichtingen zoveel
mogelijk terug in de omgeving.
We behandelen allemaal zowel volwassenen als
kinderen en we weigeren niemand voor een
behandeling. Het kan natuurlijk wel zo zijn dat we
niet kunnen bieden wat je op dat moment nodig
hebt, dan verwijzen we door. Maar we zijn er zowel
voor de lichte als de zwaardere problematiek – we
willen er juist zijn voor de meest kwetsbare mensen
en nemen iedereen aan, ook gecompliceerde
cliënten, en ook mensen die op dat moment in
psychose zijn.
!
!
„We willen er juist zijn
voor de meest
kwetsbare mensen”.
!
Frank Asmus
- 12-
Zo checken we of we nog op het goede spoor zitten
en stellen de behandeling zonodig bij. Als er geen
verbetering optreedt is dat aanleiding om dit
expliciet te bespreken met de cliënt en er eventueel
iemand anders bij te halen. Soms is het nodig de
behandeling aan een collega over te dragen. Uit
onderzoek blijkt dat een goede behandelaar 70%
van zijn cliënten kan helpen. Het is dus belangrijk
aandacht te hebben voor het deel van de mensen
die je niet kunt helpen en een andere therapeut de
kans te geven met de cliënt verder te gaan. Het is
ons allemaal overkomen dat we met iemand vast
zaten en dat deze cliënt, na overdracht naar een
collega, toch weer verder kon en er verbetering
optrad.
Aan cliëntbesprekingen doen we helemaal niet, er
wordt alleen met en niet over de cliënten
gesproken. Wel hebben we één maal per week
intervisie als therapeuten onderling, gericht op waar
wij als therapeut zelf tegenaan lopen en bovendien
werken we ook vaak samen in de behandelkamer.
Vooral bij echtparen en gezinnen wordt dat nogal
eens als een duidelijke toevoeging gezien.
iemand heeft meegemaakt, het omgaan met
verliezen en moeilijke gebeurtenissen, en het
terugvinden van je kracht. Een gesprek met ouders,
broer, zus en/of vriendin erbij heeft vaak een grote
impact. Als behandelaren zijn wij dan veel meer de
begeleiders bij het (terug)vinden van eigen kracht
en niet zozeer de deskundigen.
!
Behandelkamer
Minder medicijnen
Vergeleken met mijn vorige werkplekken in de GGZ
schrijven we veel minder medicijnen voor bij
vergelijkbare problematiek. Ik denk dat dat komt
doordat we op een andere manier met de klachten
omgaan. De focus ligt bij ons veel minder op
“ziekte”. Het nut van langdurig medicijngebruik
wordt mijns inziens sterk overschat in de huidige
DMS-stoornis richtlijnen.
Een belangrijke reden dat we hier allemaal met
zoveel plezier werken is dat we veel samen
behandelen en daarbij de bereidheid hebben om
aan elkaar toe te geven: we hebben allemaal onze
beperkingen. Als we het niet meer weten en niet
meer helpend blijken te zijn, dan halen we er
collega’s bij die ons kunnen aanvullen. Zo geven we
elkaar steun en vertrouwen en dat maakt de kans zo
groot mogelijk dat cliënten hier uiteindelijk
tevreden weggaan.”
!
Omgaan met levensproblemen
Het leren kennen van het persoonlijke
levensverhaal en de familiegeschiedenis van een
cliënt is een belangrijk onderdeel van de
behandeling. We maken vaak een genogram, een
soort familiestamboom. Daarbij kijken we naar
meerdere generaties. We vragen naar ingrijpende
gebeurtenissen, zowel positieve als negatieve, in de
levens van de cliënten, hun ouders en grootouders.
Bij jonge kinderen kijken we vanuit het perspectief
van het gezin en beschouwen kinderproblemen ook
als gezinsproblemen. Het maakt daarbij niet uit wat
de aard van de problematiek is. Je moet kijken naar
wat er naar voren komt. Het is mijns inziens een
mythe dat je je moet richten op het bestrijden van
symptomen en pijnlijke zaken moet toedekken. Ook
naar wat er in een psychose naar voren komt moet
je kijken en het bespreken.
We zijn net als iedereen verplicht om DSMdiagnosen te stellen voor de zorgverzekeraar, maar
daar ligt in de behandeling veel minder de nadruk
op. Het gaat veel meer om de erkenning van wat
!
Meer over Feedback Informed Therapy: Duncan, Barry L.; Miller, Scott D.: The heroic client:
Doing client-directed, outcome-informed therapy.
San Francisco, CA, US: Jossey-Bass. (2000). xix 292 pp.
Link naar boek op internet: Klik hier.
- 13-