Rapport “Provinciaal beleid transformatie kantoren en Rijksvastgoed

RIGO Research en Advies
Woon- werk- en leefomgeving
www.rigo.nl
Provinciaal beleid transformatie kantoren en Rijksvastgoed
Korte schets van de stand van zaken begin 2014
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt
vermeld. RIGO aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
RIGO Research en Advies BV
Woonwerk- en
leefomgeving
De bewoonde
omgeving
www.rigo.nl
Provinciaal beleid transformatie kantoren en Rijksvastgoed
Korte schets van de stand van zaken begin 2014
Opdrachtgever
Ministerie van Binnenlandse Zaken en K oninkrijksrelaties
Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen
mr. G. Broekhuizen (070 3392257 [email protected])
Rapportnummer
P27180 A
Uitgave
Mei 2014
Contactpersoon RIGO:
Hans van der Reijden (020 5221151 [email protected])
RIGO Research en Advies BV
De Ruyterkade 112C
Postbus 2805
020 522 11 11
1011 AB Amsterdam
1000 CV Amsterdam
[email protected]
www.rigo.nl
Inhoud
Samenvatting
3
1
Inleiding
7
2
Provinciaal beleid transformatie kantoren
9
2.1
De rol van de provincie
9
2.2
Instrumentarium
11
2.2.1
De lader voor duurzame verstedelijking
11
2.2.2
Regionale afstemming en coördinatie
12
2.2.3
Financiering transformatie door provincie
13
2.3
Kennis en data over leegstand
15
3
Provinciaal beleid Rijksvastgoed
17
3.1
De rol van de provincie
18
3.2
Provinciale activiteiten
19
3.3
Systematisch overzicht vrijkomend Rijksvastgoed
21
Bijlage 1 Vragenlijst transformatie kantoren
25
Bijlage 2 Vragenlijst transformatie Rijksvastgoed
26
Bijlage 3 Antwoorden Kantorenbeleid
27
Bijlage 4 Antwoorden transformatie Rijksvastgoed
41
Bijlage 4 Contactpersonen provincies
51
2
Samenvatting
In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) is
begin 2014 een kort onderzoek uitgevoerd naar het provinciale beleid aangaande de
transformatie van kantorenlocaties en Rijksvastgoed. Het onderzoek is primair gericht op de transformatie van bestaand vastgoed. Algemeen kantorenbeleid zoals
het voorkomen van overaanbod en terugdringen plancapaciteit valt buiten dit korte
onderzoek.
Beleid transformatie van Kantoren
Regionale afstemming in opkomst
De noodzaak voor de transformatie van leegstaande kantoren wordt door alle provincies onderschreven. Uiteraard speelt dit meer in provincie en regio’s waar het overschot aan kantoren groot is. Momenteel zijn alle provincies in meer of mindere mate
betrokken bij de afstemming van vraag en aanbod bij de ontwikkeling van nieuwe
kantoren. Dit gebeurt om verdere leegstand te voorkomen en waar noodzakelijk te
komen tot een reductie van het planaanbod. De afstemming wordt vooral ook als een
taak gezien voor regio’s welke ondersteund kunnen worden door provincies via het
opstellen van kantorennota’s, zoals afgesproken in het convenant aanpak leegstand
1
kantoren . Deze ontwikkeling is op dit moment nog in volle gang. We zagen eerder dat
de provincies een rol speelde bij het opstellen van regionale woonvisies/ programma’s. Eenzelfde ontwikkeling is gaande voor kantoren. De provincies Friesland, Overijssel, Utrecht, Noord-Holland, Flevoland, Noord-Brabant, Gelderland en Limburg zijn
momenteel betrokken bij het opstellen van regionale programma’s aangaande kantoren om op deze manier toekomstige leegstaand te voorkomen.
Ladder voor duurzame verstedelijking als instrument
Door de wettelijke verankering van de Ladder voor duurzame verstedelijking in het
Besluit Ruimtelijke Ordening (Bro) wordt enerzijds toekomstig leegstand voorkomen
(planreductie kantoren). Anderzijds zorgt de ladder er voor dat er automatisch moet
worden bezien of een nieuwe stedelijke ontwikkeling (zoals wonen) door transformatie van (onder andere) kantoren plaats kan vinden. De provincies omarmen dit instrument dat onderdeel uit maakt van hun RO-instrumentarium.
Transformatie is op planniveau voornamelijk een taak van de gemeente. De gemeenten zullen in bestemmingsplannen een uitspraak over eventuele transformatiemogelijkheden moeten opnemen. De provincie kan daar een faciliterende rol bij spelen in
de zin van de eerder genoemde regionale programma’s, kennisoverdracht en eventu e-
1
Voor de transformatie van kantoren is er het Convenant aanpak leegstand kantoren gesloten
op 27 juni 2012. Dit is een convenant tussen het Interprovinciaal overleg (IPO), marktpartijen, het rijk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
3
le financiële ondersteuning. Op het gebied van ruimtelijke ordening gaat het dan ook
om medewerking van de provincie aan het herbestemmen van bestaande kantoorlocaties.
Kennis over leegstand en transformatiemogelijkheden
Om provinciaal en regionaal beleid te kunnen voeren is kennis over de kantorenmark t
van belang. Provincies beschikken momenteel allemaal over informatie over de kantorenmarkt in het algemeen (vraag en aanbod). Ook heeft men daarbij een beeld van de
leegstand, veelal op locatieniveau. De meeste provincies zorgen voor actuele gegevens. Anders is het met de mogelijkheden voor transformatie. Dit blijkt niet systematisch in beeld te zijn. Er spelen ook vele lokale aspecten een rol om de mate van geschiktheid in beeld te brengen. Het gaat dan bijvoorbeeld om specifieke milieurestricties, kosten en eigendomsverhoudingen. Wel is er bij provincies kennis aanwezig
wanneer het een project betreft waar de provincie bij betrokken is. Het zijn vooral de
gemeenten alwaar kennis over de geschiktheid voor transformatie aan wezig zou moeten zijn. De provincies kan hen ondersteunen bij onderzoek n aar transformatiemogelijkheden. Vooralsnog gebeurt dat nu vooral op projectniveau .
Inzet financiële middelen
Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht dragen financieel bij aan onderzoek naar te
transformeren kantorenlocaties. Het gaat dan om onderzoek samen werking met regio
of gemeente. Daarnaast vindt er in Gelderland en Overijssel ook financiële onde rsteuning plaats op projectniveau en wordt dit ook overwogen in Friesland en Limburg.
Het gaat hier om subsidies vanuit de provincie. Van een fonds in de zin d at er ook
marktpartijen bijdragen is vooralsnog nergens sprake.
Samenvattend is te zien dat een globaal onderscheid te maken is tussen:
o
provincies die zichzelf een relatieve grote taakopvatting geven ten aanzien
van transformatie van kantoren. Dit komt vooral tot uitdrukking in financiële
bijdrage aan onderzoek en projecten. Hierbij gaat het om: Overijssel, Friesland, Noord-Holland , Gelderland en in beperkte mate Utrecht.
o
en provincies die een wat beperktere / faciliterende rol innemen: Groningen,
Drenthe, Flevoland, Zuid-Holland, Brabant, Limburg en Zeeland. Dit betekend
niet dat men hier niets doet. Er is echter meer sprake van decentralisatie
richting regio’s. Zo is de provincie Groningen actief in overleg met de gemeente Groningen en Flevoland met Almere en Lelystad. De provincies ZuidHolland, Noord-Brabant en Limburg maken vooral afspraken met regio’s.
Het is echter te vroeg om op dit moment vergaande conclusies te trekken. Het b eleid is nog volop in ontwikkeling. Zo overweegt bijvoorbeeld de provinc ie Limburg
een transitiefonds op te zetten en is Friesland bezig met een subsidieregeling.
4
Beleid transformatie Rijksvastgoed
Momenteel is er geen specifiek beleid geformuleerd door provincies los van de afspraken in het Meerjarenprogramma Infrastructuu r, Ruimte en Transport (MIRT).
Rijksvastgoed is voor provincies een vrij actueel (beleids-)onderwerp. Men ziet het
Rijksvastgoed als belangrijk onderdeel bij het stimuleren van transformatie en binnenstedelijk bouwen. Provincies onderhouden momenteel allen contact met het Rijk
in het kader van de MIRT afspraken. Het gaat dan om gezamenlijk onderzoek , maar
ook als intermediair tussen gemeenten en rijk. De provincies spelen in die zin vooral
een faciliterende rol, als overlegpartner tussen rijk en gemeente en soms tussen Rijk
en regio. Op regionaal niveau is Rijksvastgoed vooralsnog geen belangrijk issue, maar
daar lijkt verandering in te komen.
Een aantal provincies is direct betrokken bij de totstandkoming van transformatie van
Rijksvastgoed. Wanneer natuurontwikkeling buiten beschouwing wordt gelaten, gaat
het om: Gelderland, Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland en Limburg. Er wordt door
hen zowel expertise en/of subsidie ingezet.
Het merendeel van de provincies geven aan dat men op dit moment niet over een
compleet en actueel overzicht beschikt van het (toekomstig) vrijkomend Rijksvastgoed. Men is hierover in overleg met de Rijksdiensten die nu ook gegevens leveren.
Daarnaast worden momenteel per provincie masterplannen door de Rijksgebouwendienst opgesteld. Het is dus van belang dat binnenkort het gemis aan informatie grotendeels opgelost zal zijn.
5
6
1
Inleiding
Aanleiding
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is opgenomen dat de verantwoordelijkheid met betrekking tot ruimtelijke ordening voor een veel groter deel dan
de afgelopen jaren wordt neergelegd bij de provincies . In het eind 2013 uitgevoerde
onderzoek “Provinciaal woningbouwbeleid” door RIGO, is in beeld gebracht hoe provincies op dit moment invulling geven aan deze nieuwe situatie.
Een belangrijk onderdeel van het beleid is de toepassing van de Ladder voor duurz ame verstedelijking en -specifiek - het benutten van binnenstedelijke ruimte. Juist door
de transformatie van bestaande (binnenstedelijke) functies komt er ruimte voor w oningbouw. Twee specifieke categorieën waar transformatie kan plaatsvinden zijn lee g2
staande kantoren en de inzet van af te stoten Rijksvastgoed . Juist deze twee categorieën zijn de laatste jaren van belang gelet op het relatieve overschot aan kantoo rruimte en de omvang van de afstoot van Rijksvastgoed door Rijksdiensten (incl. defensie). Voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is het
van belang te weten hoe provincies met deze problematiek omgaan .
Vraagstelling
Het ministerie heeft in haar vraagstelling de volgende vier elementen genoemd:
>Tansformatie kantoorlocaties

Het door de provincies gevoerde beleid voor de transformatie van kantoren.

De bij de provincies beschikbare kennis en data over het aanbod aan lee gstaande kantoren.
>Transformatie Rijksvastgoed
2

Het door de provincies gevoerde beleid ten aanzien van leegstaand en to ekomstig leegstaand Rijksvastgoed.

De mate waarin door provincies met Rijksdiensten en gemeenten/ r egio’s samengewerkt wordt dan wel gaat worden. Dit met het oog op de komende bestuurlijke MIRT gesprekken waarin vastgoed op de agenda staat.
Het thema “Rijksvastgoed” kwam onder meer aan de orde in het Algemeen Overleg Rijkshuisvesting d.d. 3 juli 2013; Het vertrek van rijkswerkgelegenheid en de gevolgen hiervan
voor onder andere de gemeenten en provincies. In de reguliere MIRT overleggen staat
(Rijks)vastgoed op de agenda. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inzet van overheidsvastgoed
bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en afspraken hoe hier samen met andere
partijen toe te komen (regio, marktpartijen). De afspraken zijn opgenomen in tabel 3.1. p17
7
Methode onderzoek
In samenspraak met het ministerie zijn allereerst twee vragenlijsten opgesteld. Eén
vragenlijst heeft betrekking op de transformatie van kantoren en één op Rijksvastgoed. In bijlage 1 zijn beide vragenlijsten opgenomen. Er is vanuit het ministerie
schriftelijk verzocht mee te werken aan het onderzoek. De provincies zijn vervolgens
benaderd om de vragenlijsten in te vullen en te retourneren. Er is een lijst opg enomen met de contactpersonen bij de provincies in bijlage 5.
Leeswijzer
In de volgende twee hoofdstukken wordt samengevat weergegeven wat er uit het
onderzoek naar voren komt. Hoofdstuk 2 gaat in op de transformatie van kantoren en
hoofdstuk 3 op de transformatie van Rijksvastgoed.
Een overzicht van het provinciaal beleid (specifiek de antwoorden per provincie) aa ngaande de transformatie van kantoren en het Rijksvastgoed is weergegeven in respectievelijk bijlage 3 en bijlage 4.
8
2
Provinciaal beleid transformatie kantoren
In dit hoofdstuk komt het provinciaal beleid aangaande transformatie van kantoren
aan de orde. Het gaat hier hoofdzakelijk om de (samenvattende) verslaglegging van
hetgeen de provincies hebben geantwoord op de vragen die aan hen gesteld z ijn. In
bijlage 3 is een volledig overzicht per provincie opgenomen. We behandelen in dit
hoofdstuk achtereenvolgens de onderwerpen:

Huidig provinciaal beleid & instrumentarium

Regionale samenwerking /decentralisatie

Onderzoek en monitoring
Achtergrond
Het tegengaan van leegstand kan op verschillende manieren plaatsvinden. Zo is een
goede afstemming van vraag en aanbod en regulering van de nieuwbouw en planreductie van groot en van belang om leegstand te voorkomen.
Naast de beperking van verdere toevoegingen aan de voorraad is transformatie van
belang voor de aanpak van de huidige structurele leegstand. Het gaat om een combinatie van sloop, herontwikkeling en transformatie. Juist op dit type transformatie ligt
de focus van dit onderzoek. We kijken in dit onderzoek dus vooral in hoeverre transformatie onderdeel is van het provinciaal beleid/instrumentarium. Algemeen kantorenbeleid zoals het voorkomen van overaanbod en terugdringen plancapaciteit valt
buiten dit korte onderzoek.
2.1
De rol van de provincie
De problematiek van leegstaande kantoren wordt door alle provincies erkend. Uiteraard is de schaal waarop leegstand voorkomt verschillend per provincie (en regio). In
de Randstadprovincies is het probleem relatief groter dan elders. Zo geeft bijvoorbeeld de provincie Zeeland expliciet aan dat het probleem daar nauwelijks speelt. De
provincies Limburg en Groningen geven aan dat er op beperktere schaal sprake is van
leegstand op geconcentreerde kantorenlocaties.
De meeste provincies hebben beleidsdoelstellingen geformuleerd ten aanzien van
kantoren en zien een rol als provincie om leegstand te voorkomen c.q. verminderen.
Hierbij spelen verschillen tussen de provincies onderling. Zo zijn er provincies die de
problematiek als onderdeel zien van het algemene RO beleid (o.a. duurzame verstedelijking) en/of algemeen regionale beleid voor werklocaties. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval in Noord-Brabant. Andere provincies hebben (al) meer specifieke
doelstellingen vastgelegd ten aanzien van leegstand en/of transformatie (NoordHolland, Zuid-Holland, Utrecht en Overijssel). Daarnaast zijn er ook provincies waar
het nog niet duidelijk is of men concrete doelstellingen op provinciaal niveau zal ontwikkelen (Gelderland, Flevoland).
Er zijn ook verschillen als het gaat om welke rol men als provincie wil spelen. Het gaat
dan om het faciliteren/ regisseren en kennisoverdracht (van regio’s en gemeenten) tot
9
het opzetten van experimenten en/of financieren concrete projecten door de provincie. Zie hiervoor de volgende paragraaf instrumentarium.
Tabel 2-1
S a m e n v a t t i n g r o l p ro v in c i e e n b e le id s d o e ls t e l l in g e n ( b ij t ra n s f o r m a -
tie van kantoren)
Provincie
Rol provincie
Doelstelling
Groningen
Overleg en afstemming met de gemeente Groningen.
Tegengaan en afremmen tempo van leegstand onder
kantoren.
Duurzame verstedelijking
Friesland
Faciliterend en / stimulerend
Voorkomen leegstand/verloedering
Zorgvuldig ruimtegebruik (ladder duurzame verst edelijking)
Drenthe
Stimuleren herontwikkeling overaanbod
Tegengaan overaanbod
Overijssel
Kwaliteitsbewaking
Voorkomen leegstand kantoren
Uitvoeren experimenten
Zorgvuldig ruimtegebruik (ladder duurzame verst edelijking)
Belangenbehartiger gemeenten (richting rijk)
Kennisoverdracht
Flevoland
Regisserende rol
Nog geen provinciale doelstellingen transformatie.
Maar transformatie mogelijk onderdeel nieuwe visie
werklocaties.
Gelderland
Regisserend en stimulerende rol (met name nieuwbouw)
Nog geen provinciale doelstellingen transformatie.
Maar dit wordt nog onderzocht voor de toekomst.
Utrecht
Regulerend en ondersteunend (regio, gemeenten)
Gezondere kantorenmarkt
Mogelijk actief ingrijpen, aanjagen
Zorgvuldig/efficiënt ruimtegebruik (ladder duurzame
verstedelijking)
Kennisoverdracht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Stimuleren van transformatie (gemeenten en vas tgoedeigenaren)
Voorkomen leegstand/verloedering
Faciliteren (generiek) / toestaan woningbouw op
kantoorlocaties.
Geen provinciale doelstellingen expliciet transformatie.
Aantrekkelijke werklocaties
Wel aandeel leegstand laag houden.
Noord-Brabant
Transformatie geen rol provincie
Vooral goed vestiging klimaat.
Randvoorwaarden scheppend voor regio’s
Doelstellingen op regio niveau.
Kennisoverdracht
Limburg
Ondersteuning transformatie. Nog niet in regioverband. Nu kennisoverdracht.
Handhaven wat er is aan locaties, geen nieuwe
locaties erbij, evt. ondersteuning transformatie
individuele panden.
Zeeland
Structurele Leegstand kantoren komt weinig voor.
Zorgvuldig/efficiënt ruimtegebr uik (ladder duurzame
verstedelijking)
Geen specifiek beleid (meer)
Zie voor een toelichting per provincie bijlage 3
10
2.2
Instrumentarium
2.2.1
De lader voor duurzame verstedelijking
Duurzame verstedelijking wordt door provincies regelmatig genoemd als doelstelling
én als belangrijk instrument in het kader van de aanpak van kantorenleegstand. Als
instrument doelt de provincie dan op toepassing van de Ladder voor duurzame verstedelijking. Sinds de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) ligt de
afweging over waar en wat te bouwen veel meer bij de gemeenten. Om gemeenten te
ondersteunen bij het zorgvuldig afwegen over waar en wat te bouwen, kan gebruik
worden gemaakt van de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’. Deze dient bij de
planvorming te worden doorlopen om zodoende nieuwe plannen te onderbouwen in
relatie tot locatie en kwalitatieve behoefte. De Ladder voor duurzame verstedelijking
wordt door alle provincies omarmd. De ladder maakt ook onderdeel uit van de verordening Ruimte in de meeste provincies. Twee relevante stappen in de ladder met
betrekking tot kantoorlocaties zijn:

Trede 1: De ladder voor duurzame verstedelijking schrijft voor dat bij een
nieuwe ontwikkeling eerst de regionale ruimtevraag (kwantitatief én kwalitatief) voor onder andere wonen en werken bepaalt dient te worden. Ook leegstand speelt een rol in de bepaling van de vraag.

Trede 2: Daarnaast dient onderzocht te worden of de beoogde ontwikkeling
kan plaatsvinden binnen het stedelijk gebied door een andere bestemming
van een gebied, door herstructurering van bestaande terreinen of door transformatie van bestaande gebouwen of gebieden.
De ladder voor duurzame verstedelijking dient door een gemeente doorlopen te worden bij een nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Hier valt ook kantoorruimte onder.
Omdat rekening gehouden dient te worden met de (regionale) vraag wordt bij de
eerste trede toekomstige leegstand van kantoren voorkomen. Ook wordt een overschot aan nieuwe plannen voorkomen (planreductie). Een belangrijk punt is dat in het
geval van een overschot aan reeds goedgekeurde (vigerende) plannen het terugdraaien/herbestemmen juridisch een uitdaging is. Dit punt is ook naar voren gebracht door
de provincie Utrecht. Dit is een belangrijk aandachtpunt in gebieden met een ove rschot aan plancapaciteit.
De bestaande leegstand (waar dit onderzoek zich op richt) wordt - theoretisch- vooral
door toepassing van de tweede trede van de ladder aangepakt. In bijvoorbeeld het
geval van woningbouw dient immers onderzocht te worden of realisatie mogelijk is
door transformatie van bestaand bebouwing, waaronder kantoren.
De provincies noemen de ladder voor duurzame verstedelijking impliciet of expliciet
in het kader van hun kantorenbeleid. Men verwijst ook naar de provinciale verord ening Ruimte alwaar deze ladder in is opgenomen. Door de provincies Friesland, Flevoland, Gelderland en Limburg wordt de ladder voor duurzame verstedelijking niet expliciet genoemd. Het is echter evident dat wettelijk gezien bij nieuwe plannen en
bestemmingswijzigingen (bij woningbouw) de ladder in alle provincies doorlopen
dient te worden. Wel is van belang te beseffen dat in de praktijk de ladder nog niet bij
11
alle plannen doorlopen wordt (zie ook onderzoeken van RIGO en PBL; hier komt nog
een literatuurverwijzing). Daarnaast blijkt dat actueel inzicht in transformatiemogelijkheden niet altijd voor handen is in het kader van trede 2 van de ladder voor duu rzame verstedelijking (zie verder paragraaf 2.3).
2.2.2
Regionale afstemming en coördinatie
In de meeste provincies wordt - om te zorgen voor (boven)lokale afstemming van de
programmering van wonen en werken - regionale samenwerking actief gestimuleerd
en georganiseerd vanuit de provincie. Specifiek ten aanzien van de transformatie van
kantoren, laten de provincies dat grotendeels aan de gemeenten en regio’s zelf over.
Zo geeft bijvoorbeeld de provincie Noord-Brabant expliciet aan dat transformatie van
kantoren een gemeentelijke taak is. De gemeenten worden door de provincies op de
provincies Groningen, Zeeland na, echter wel aangestuurd waarbij het gaat om het
ontwikkelen van kantorenvisies en regio-specifieke afspraken. Dit geldt niet altijd
voor alle regio’s binnen deze provincies. In Friesland, Overijssel en Gelderland zijn
regionale beleidsagenda’s nog in ontwikkeling.

Friesland: afspraken met gemeenten over de aanpak van leegstand is in ontwikkeling.

Drenthe: Groningen-Assen werkt samen met betrekking tot kantoren en b edrijfslocaties . Voornamelijk het voorkomen van overaanbod (nieuwbouw).

Noord-Holland: voor de Metropoolregio Amsterdam bestaat al langer het
Platform Bedrijven en Kantoren Metropoolregio Amsterdam (PLABEKA). Hierin participeert de provincie. Het gaat onder andere om het stimuleren van
transformatie via de zogenaamde ‘kantorenloods’.

Flevoland: Almere en Lelystad maken onderdeel uit van het Platform Bedrijven en Kantoren Metropoolregio Amsterdam (PLABEKA ).

Gelderland: ontwikkelt mogelijk een regio-specifiek beleid.

Overijssel: Vanuit het regionale verband Netwerkstad Twente hebben Almelo,
Hengelo en Enschede een kantorenvisie gemaakt. Zwolle en Deventer hebben
op zich zelf staande kantorenvisie waarbij opgemerkt dat zij in Stedendri ehoek verband overwegen om een gezamenlijk kantorenbeleid te ontwikkelen.

Utrecht: een thematische structuurvisie waar het perspectief voor bestaande
locaties onderdeel van uit maakt is in ontwikkeling.

Noord-Brabant: kantorenvisies per regio.

Limburg: een kantorenvisie per regio is in ontwikkeling.
Er is een ontwikkeling gaande waar steeds meer op regioniveau kantorenv isies/agenda’s gemaakt worden. Vaak word dit gefaciliteerd en gecoördineerd vanuit
de provincie. Dit komt overeen met de afspraken die gemaakt zijn in artikel 3 van het
‘Convenant aanpak leegstand kantoren’ (Ruimtelijke beleidskaders). Een dergelijke
ontwikkeling hebben we de laatste jaren ook gezien bij de ontwikkeling van regionale
woonvisies. Het regio-specifiek beleid is ook van belang bij de toepassing van de lad-
12
der voor duurzame verstedelijking. Het gaat dan om de eerste trede van de ladder
voor duurzame verstedelijking; het afstemmen op de regionale vraag naar kantoren.
Een kantorenvisie/beleidskader kan dan dienen om nut en noodzaak aan te tonen.
2.2.3
Financiering transformatie door provincie
Een aantal provincies heeft er voor gekozen om financiële middelen in te zetten ter
stimulering van de transformatie van kantoren. Het gaat zowel om financiering van
onderzoek/coördinatie als medefinanciering op projectniveau.
A: (Mede) financiering / coördinatie

Noord-Holland: medefinanciering van de regionale “kantorenlo ods” in de Metropoolregio Amsterdam.

Utrecht: financiering externe experts voor het in beeld brengen van de transformatiemogelijkheden (“de wasstraat”).
B: (Mede) financiering projecten

Gelderland: cofinanciering transformatie kantoren (Impulsplan Wonen). Het
gaat hierbij om exploitatie (maximaal 500.000 euro) en procesondersteuning
(maximaal 50.000 euro). Mogelijk te ontwikkelen: Een proefprogramma stedelijke herverkaveling (onder andere kantoren).

Overijssel: subsidieregeling voor pilots transformatie. Daarnaast is er ook een
Herstructureringsmaatschappij Bedrijventereinnen Overijssel (HMO). Deze
kan naast de herstructurering van bedrijventerreinen ook een rol spelen als
belangen van de provincie in het gedrang komen door leegstand van kant oren. Er is dus sprake van een uitbreiding naar het domein kantoren.

Friesland: een subsidie ‘transformatie bedrijf of kantoor naar woonfunctie ’
(onder andere het herbestemmen van kantoren naar huurwoningen) is in
ontwikkeling. Dit wordt gefinancierd uit Nuongelden.

Limburg: ontwikkelt mogelijk aanvullend instrumentarium, bijvoorbeeld een
transitiefonds.
Te zien is dat vooral in de provincies Gelderland en Overijssel financiering op projec tniveau vanuit de provincie is opgezet. In de provincies Noord -Holland en Utrecht betreft het vooral een bijdrage in proces en onderzoek bij transformatie. In het ‘Convenant aanpak leegstand kantoren’ is afgesproken dat er een regionaal of lokaal kantorenfonds dient te komen met als voornaamste doel financiële compensatie te bieden
aan eigenaren die besluiten hun bestaande kantoor te saneren door ofwel sloop o fwel transformatie naar een andere functie. Deze kantorenfondsen zijn in de Randst edelijke provincies niet van de grond gekomen zoals ook blijkt uit onderzoek van de
Randstedelijke Rekenkamer. We zien, wel financiering vanuit de provincie in Gelderland en Overijssel op projectniveau. In Friesland is dit in ontwikkeling en in Limburg
denkt men na over een mogelijk op te richten transitiefonds. Er lijkt echter (nog) nergens sprake van een fonds waar ook niet-overheidspartijen aan bijdragen.
13
T a b e l 2 - 2 I n s t r u m e n t a r i u m p ro v in c ie s s a m e n v a t t e n d
Provincie
Genoemd door provincie
Specifiek transformatie
Projecten waar provincie
direct (financieel) bij is
betrokken
Regionale samenwerking
transformatie
Groningen
Toepassen ladder voor
Overleg en afstemming met stad
Groningen
-
Alleen stad Groningen
duurzame verstedelijking
Beperken grootschalige
kantorenuitbreiding ( gemeente
Groningen)
Friesland
Faciliteren en stimuleren
-Subsidie transformatie bedrijf
of kantoor naar woonfunctie
(ontwikkeling) = onderdeel van
“Wurkje foar Fryslan”
-
In ontwikkeling: afspraken
met gemeenten planning en
fasering nieuwe locaties
maar ook aanpak leegstand.
Drenthe
Faciliteren en stimuleren
-
-
Groningen –Assen (niet
specifiek transformatie)
Overijssel
Regierol via omgevingsvisie en -verordening
Subsidieregeling transformatie
pilots
<-------
Kantorenvisie en werkprogramma per regio.
Herstructurering bedrijventerrein (inzet Herstructureringsmaatschappij)
Flevoland
Transformatie onderdeel
van nieuwe visie werklocaties. (nog niet gereed)
-
Gelderland
Kennisdelen
Cofinanciering transformatie
kantoren (Impulsplan Wonen).
Alleen indirect via afstemming
vraag en aanbod in MRA
verband.(Plabeka)
Wel samenwerking gemeente Almere/ MRA
Mogelijk in de toekomst
regiospecifiek beleid
Mogelijk een proefprogramma stedelijke herverkaveling (o.a. kantoren)
Utrecht
Netwerkvorming
Reguleren planaanbod
kantoren
Kennisdelen
-Ondersteuning/ stimulering
gemeenten en marktpartijen
-Financiering externe experts
ten behoeve van in beeld
brengen transformatiemogelijkheden; “de wasstraat”
Betrokken bij gebiedsgerichte
aanpak in een aantal projecten/buurten. Daarnaast is
de provincie betrokken bij
transformaties op gebouwniveau.
In ontwikkeling: thematische structuurvisie waar
perspectief bestaande
locaties onderdeel van uit
maken.
Noord-Holland
Toepassen ladder voor
duurzame verstedelijking
Medefinanciering van de regi onale “kantorenloods” in de
metropoolregio Amsterdam.
<--------
Vooralsnog alleen Metropoolregio Amsterdam.
(Plabeka en Kantorenloods)
Zuid-Holland
Kaderstellend beleid RO ter
beperking van nieuwbouw.
Geen generiek beleid t.a.v.
transformatie kantoren
Geen specifieke experimenten / pilots
De regionaal ruimtelijke
overleggen kunnen transformatie in hun visies
vastleggen. Dit deed
Holland Rijnland.
Wel twee aangewezen
transformatiegebieden
(Brinckhorst en de Plaspoelpolder)
Noord-Brabant
Verordening ruimte. Afspraken
op regioniveau.
-
-
In regionaal verband worden
kantorenvisies gemaakt.
Limburg
Maken regionale afspraken
algemeen kantoren onderdeel van verordening.
Nog in overweging: aanvullend
instrumentarium o.a. transiti efonds.
(nog) geen specifieke experimenten / pilots
Nog niet in relatie tot
transformatie
14
Provincie
Genoemd door provincie
Specifiek transformatie
Projecten waar provincie
direct (financieel) bij is
betrokken
Regionale samenwerking
transformatie
Zeeland
Structuurvisie; Duurzame
verstedelijking ter voork oming overaanbod (nieuwbouw)
-
-
-
Zie voor een toelichting per provincie bijlage 3
2.3
Kennis en data over leegstand
Om beleid te voeren is kennis en actuele data over leegstand van belang. Provincies
kunnen daar een faciliterende rol in vervullen. Zoals al eerder genoemd, is er een
verschil tussen het voorkomen van leegstand in de toekomst en de aanpak van de
huidige leegstand. Voor dat laatste is naast inzicht in de marktsituatie minimaal i nzicht in de huidige (langdurige) leegstand noodzakelijk.
Algemene marktsituatie kantoren
Alle provincies hebben inzicht in de algemene marktsituatie op de kantorenmarkt.
Het gaat dan voornamelijk om een beeld van de actuele tekorten en overschotten.
Provincies maken gebruik van databestanden en onderzoek van externen. Opvallend
is dat er op dit moment verschillende bronnen gebruikt worden. Onder andere onde rzoeken van het Economisch Instituut voor de Bouw(EIB), de Stec-groep en databe3
standen zoals de BAK . Meestal gaat het om gegevens op locatieniveau, maar er wordt
door provincies ook gebruik gemaakt van gegevens op gemeenteniveau.
Leegstand
De provincies hebben ook inzicht in leegstandscijfers. Wel beperkt de provincies Flevoland zich tot de gemeenten Almere en Lelystad en de provincie Friesland tot haar
vier grootste steden. Ook hier zijn de gegevens van verschillende informatiebronnen
afkomstig. Provincies hebben hun eigen systemen opgezet en deze zijn vaak nog in
ontwikkeling, al of niet gezamenlijk met regio’s. Over het algemeen hebben alle provincies, op Zeeland na, een beeld van de leegstand op locatieniveau.
Geschiktheid voor transformatie
Geen van de provincies heeft structureel inzicht in de daadwerkelijke transformatiemogelijkheden van kantorenlocaties. Wel is door de provincie Zuid-Holland aan de
regio’s gevraagd om nader te benoemen welke kantorenlocaties voor transformatie in
aanmerking komen in het kader van de nieuwe Visie Ruimte en mobiliteit. Er is echter
nergens sprake van een systematische analyse van alle transformatiemogelijkheden in
de provincie.
Inhoudelijk gezien is het structureel in beeld brengen van locaties die geschikt zijn
voor transformatie een redelijk complexe exercitie welke vooral veel kennis van de
lokale situatie vraagt. Hierbij spelen bijvoorbeeld kosten en milieurestricties die voor
3
Kantorenbestand van Rudolf Bak.
15
de betreffende locatie gelden. Niet op alle voormalige kantoorlocaties kan men woningen bouwen, of kantoren tot woningen verbouwen. Op dit moment lijken het
vooral de gemeenten te zijn die de transformatiemogelijkheden in beeld brengen op
projectmatige wijze. Voor zover bekend heeft alleen de provincie Noord-Holland een
poging gedaan om op modelmatige wijze inzicht te krijgen in de ruimte die er is voor
4
woningbouw op alle potentieel te transformeren kantorenlocaties in de provincie .
Het lijkt dan ook vooralsnog lastig voor provincies een inhoudelijk gezien een toetsingskader te ontwikkelen om woningbouwplannen te toetsen. Hiermee wordt dan
vooral gedoeld op trede 2 uit de ladder voor duurzame verstedelijking; het aantonen
dat er binnenstedelijk eventueel geschikte kantorenlocaties zijn voor transformatie
naar een woonfunctie. Dit lijkt op dit moment alleen aan de hand van een loka le (gemeentelijke, regionale) analyse in beeld gebracht te kunnen worden.
T a b e l 2 - 3 K e n n i s e n s y s t e m a t is c h e d a t a o v e r le e g s t a n d
Provincie
Marktsituatie
kantoren in beeld
Leegstand in beeld
Meetniveau
Transformatiemogelijkheden
Groningen
ja
ja (stad Groningen)
locatie
nee
Friesland
ja
ja (4 grote steden)
locatie
nee
Drenthe
ja
ja
locatie
Ja, eerste beeld
Overijssel
ja
ja
gemeente
nee
Flevoland
ja
ja (Almere en Lelystad)
locatie
nee
Gelderland
ja
ja
locatie
nee
Utrecht
ja
ja
locatie
nee
Noord-Holland
ja
ja
locatie
nee
Zuid-Holland
ja
ja
gemeente en
enkele locaties
nee
Noord-Brabant
ja
ja
locatie
nee
Zeeland
ja
ja
gemeente
-
Limburg
ja
ja
Locatie/pand
nee
Zie voor een toelichting per provincie bijlage 3; onderdeel: onderzoek en monitoring
4
Ruimte voor woningbouw binnen BBG (als gevolg van transformatie); Inschatting op basis
van een modelmatige berekening; Provincie Noord-Holland; RIGO Research & Advies i.s.m.
Bureau Buiten en Oranjewoud, juni 2013.
16
3
Provinciaal beleid Rijksvastgoed
In dit hoofdstuk komt het provinciaal beleid aangaande transformatie van Rijksvastgoed aan de orde. Het gaat hier hoofdzakelijk om de (samenvattende) verslaglegging
van hetgeen de provincies hebben geantwoord op de vragen die aan hen gesteld zijn.
Zie voor de vragenlijst bijlage 2. De volledige antwoorden zijn per provincie weergegeven in bijlage 4.
We kijken in dit hoofdstuk naar het gevoerde beleid van provincies ten aan zien van
leegstaand en toekomstig leegstaand Rijksvastgoed. Daarnaast kijken we in hoeverre
er door provincies met Rijksdiensten en gemeenten/regio’s wordt samengewerkt. Dit
laatste is van belang met het oog op bestuurlijke MIRT gesprekken. In de Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT is transformatie van Rijksvastgoed in 2013 op de
agenda gekomen (Zie tabel 3.1).
T a b e l 3 - 1 , A f s p r a k e n l i j s t B e s t u u r l ij k e O v e r le g g e n M I R T 2 0 1 3 R ij k s v a s t g o e d
Noord-Holland, Utrecht en Flevoland
o
De inzet van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en gedeelde opgaven uit de gebiedsagenda Noord-Holland, Utrecht en Flevoland worden jaarlijks besproken in het bestuurlijk overleg MIRT.
o
Rijk en regio brengen de vastgoedopgaven in beeld met als doel de samenhang in beeld te brengen en te onderzoeken
waar belangen van Rijk en regio samenkomen als basis voor integrale besluitvorming
o
Rijk en regio onderzoeken welke vastgoedopgaven in aanmerking komen voor een MIRT-onderzoek.
o
Vooruitlopend hierop neemt de provincie Flevoland het initiatief voor een MIRT-onderzoek naar de ontwikkeling en inzet van (Rijks)vastgoed in de gemeente Lelystad in het licht van de beleidsambities van de gebiedsagenda NoordHolland, Utrecht en Flevoland. Het Rijksvastgoedbedrijf i.o. zal aan dit onderzoek medewerking verlenen.
o
Rijk en regio Utrecht zullen samen (opnieuw) een strategie bepalen voor de gewenste ontwikkeling van het gebied
Merwedekanaalzone 4 in Utrecht en de rol van het Rijksvastgoed daarin.
o
Rijk en regio Utrecht gaan met elkaar in overleg over het voorkomen van negatieve effecten van leegstand van beschikbaar komend (Rijks)vastgoed.
Zuidvleugel/Zuid-Holland
o
Rijk en regio spreken af jaarlijks stil te staan bij de inzet van publiek vastgoed. Dit met als doel om te streven naar de
juiste functie op de juiste plek. Hierbij spelen Rijk en regio zoveel mogelijk in op initiatieven van de markt, mede als invulling van de opgaven uit de Adaptieve Agenda Zuidelijke Randstad 2040.
Nood-Brabant
o
De inzet van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en gedeelde opgaven uit de Gebiedsagenda wordt jaarlijks besproken in het BO-MIRT.
o
Rijk en regio zullen gezamenlijk verkennen op welke wijze zij met elkaar willen samenwerken rond mogelijke vastgoedontwikkellocaties. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande Gebiedsagenda-overlegstructuren.
Landsdeel Oost
o
De inzet van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en gedeelde opgaven uit de Gebiedsagenda worden jaarlijks besproken in het BO-MIRT.
o
Rijk en regio brengen de vastgoedopgaven in beeld (desgewenst eerst via een quick scan) met als doel de samenhang in
beeld te brengen en te onderzoeken waar belangen van Rijk en regio samenkomen als basis voor integrale besluitvorming.
o
Rijk en regio onderzoeken welke vastgoedopgaven in aanmerking komen voor een MIRT-onderzoek.
o
De provincie Gelderland vraagt ook aandacht voor Rijksvastgoed in gebieden die niet onder de opgaven in de Gebiedsagenda vallen.
17
Zuidwestelijke delta/ Zeeland
o
De inzet van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en gedeelde opgaven
uit de Gebiedsagenda worden jaarlijks besproken in het BO -MIRT.
o
Rijk en regio brengen de vastgoedopgaven i n beeld met als doel de samenhang in beeld te brengen en te
onderzoeken waar belangen van Rijk en regio samenkomen als basis voor integrale besluitvorming.
o
Rijk en regio onderzoeken welke vastgoedopgaven in aanmerking komen voor een MIRT -onderzoek.
Noord-Nederland
o
De inzet van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en gedeelde opgaven
uit de Gebiedsagenda worden jaarlijks besproken in het BO -MIRT.
o
Rijk en regio brengen de vastgoedopgaven in Noord-Nederland in beeld met als doel de samenhang in beeld te
brengen en te onderzoeken waar belangen van Rijk en regio samenkomen als basis voor integrale besluitvorming.
o
Rijk en regio inventariseren of de opgave overheidsvastgoed en transitie duurzame energie in aanmerking komen
voor een MIRT-onderzoek.
o
Rijk en regio maken op basis van de visie ‘Werken aan de Toekomst voor Rijksvastgoed in Veenhuizen’ (2011) een kader
voor Rijksvastgoed in Veenhuizen. Doel is om duidelijkheid te creëren voor marktpartijen en andere initiatiefnemers om
zelfstandig invulling te kunnen geven aan de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Veenhuizen.
Limburg
o
De inzet van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en gedeelde opgaven
uit de Gebiedsagenda worden jaarlijks besproken in het BO-MIRT. Het gaat daarbij nadrukkelijk ook om
maatschappelijk rendement.
o
Rijk en regio brengen de vastgoedopgaven in beeld met als doel de samenhang in beeld te brengen en te
onderzoeken waar belangen van Rijk en regio samenkomen als basis voor int egrale besluitvorming.
o
Rijk en regio onderzoeken welke vastgoedopgaven in aanmerking komen voor een MIRT -onderzoek.
o
Selectiviteit: doel is het maken van afspraken over concrete gebiedsontwikkelingen en projecten.
3.1
De rol van de provincie
De provincies hebben geen specifiek vastgesteld beleid ten aanzien van Rijksvastgoed.
Specifieke doelstellingen op dit terrein zijn niet geformuleerd in beleidsdocumenten.
Het gebruik van leegstaand en toekomstig leegstaand Rijksvastgoed wordt vooral gezien als onderdeel van het provinciale RO-beleid, dat uitgaat van duurzame verstedelijking zoals dat ook voor kantoren geldt (zie tabel 3.2).
Het onderwerp Rijksvastgoed is actueel bij de provincies. Alle provincies geven aan
dat men overleg heeft met het Rijk, mede in het kader van de Bestuurlijke Overleggen
MIRT. Men heeft voorts voornamelijk contact met het Rijksvastgoed en Ontwikkel
Bedrijf (RVOB), het College van Rijksadviseurs, BZK (DG OBR) en Rijkswaterstaat. Zie
verder bijlage 4 Overzicht opmerkingen Rijksvastgoed per provincie.
T a b e l 3 - 2 , S a m e n v a t t i n g r o l p ro v in c ie e n b e le id s d o e ls t e l lin g e n b i j t ra n s f o rm a t ie
Rijksvastgoed
Provincie
Rol provincie
Doelstelling
Groningen
Geen
Geen
Friesland
Een belangrijk deel van het vrijkomend Rijksvastgoed bestaat uit kantoren. Zelfde beleid als voor
kantoren. Ontwikkeling tot natuur voormalige BBLbezit. De provincie heeft een trekkende en realiserende rol.
Tegengaan leegstand kantoren.
Duurzame verstedelijking
18
Provincie
Rol provincie
Doelstelling
Drenthe
Actieve rol in Veenhuizen
Behoud cultureel erfgoed
Verder een volgende rol rijksbeleid
Overijssel
Geen specifiek beleid Rijksvastgoed
Geen specifiek beleid Rijksvastgoed
Flevoland
Uitvoeren MIRT onderzoek (gezamenlijk met Rijk
en gemeente)
Geen specifieke doelstellingen
Gelderland
Studie en deelnemen in stuurgroep bij een tweetal
projecten
Algemene goede ruimtelijke ontwikkeling en
behoud werkgelegenheid.
Utrecht
Stimuleren en faciliteren. Ondersteuning bij de
transformatie van Rijksvastgoed (o.a. financieren
gebouwenscan)
Efficiënt ruimtegebruik en bevorder en (binnenstedelijke) kwaliteit)
-BO MIRT afspraken
Noord-Holland
-informatie voorziening en bemiddeling rijk en
gemeenten.
-Wel een rol Kop van Noord-Holland (programma)
Geen specifieke doelstellingen. Duurzame verstedelijking en beleid aangaande vastgoed met een
monumentale status of cultureel erfgoed.
-BO MIRT afspraken
-Geen rol in bijvoorbeeld Amsterdam en Haarlem
Zuid-Holland
Regulier bestemmingsplanadvisering en verruiming planologische kaders
Geen specifiek omschreven beleidsdoelstelling
Noord-Brabant
-Geen directe rol in transformatie van Rijksvastgoed wel
facilitator bij samenwerking Rijk en regio
(nog) geen specifieke doelstelling aangaande
transformatie
-MIRT gebiedsagenda
Zeeland
Betrokkenheid provincie indien aansluit op provinciale doelstelling
Zorgvuldig ruimtegebruik evenals bij kantorenbeleid
Limburg
Transformatie van woningen, monumenten,
agrarische vastgoed, kantoren, bedrijven, winkels,
zorgvastgoed en ook Rijksvastgoed.
Zelfde als andere soorten vastgoed. Stimulere n
transformatie
Zie voor een nadere toelichting per provincie op bovenstaande tabel bijlage 4.
3.2
Provinciale activiteiten
Naast het overleg tussen provincies en het Rijk en de medewerking aan onderzoek in
het kader van MIRT zijn enkele provincies momenteel betrokken bij gebiedsgericht
beleid rond (voormalig) Rijksvastgoed. Ook de Masterplannen Rijksgebouwendienst
zijn hierbij van belang (zie kader 1). Daarnaast zijn ook enkelen actief in regionaal
verband.
Gebiedsgericht beleid
Er zijn een aantal provincies waar men als provincie direct betrokken is bij de totstandkoming van transformatie van Rijksvastgoed. Wanneer natuurontwikkeling buiten beschouwing wordt laten gaat het om: Gelderland, Utrecht, Noord-Holland, ZuidHolland en Limburg. Er wordt zowel expertise en/of subsidie ingezet (zie voor een
overzicht tabel 3.3).
19
T a b e l 3 - 3 , P r o j e c t e n w a a r p r o v in c ie m o m e n t e e l d i re c t b ij b e t ro k k e n is
Provincie
Is er ook sprake van specifiek gebiedsgericht beleid of experimenten/pilots waar de provi ncie een belangrijke rol
speelt (b.v. medefinanciering) ? Zo ja, welke?
Groningen
Geen
Friesland
Ontwikkelen natuur door provincie op voormalig bezit Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)
Drenthe
o
Overijssel
Geen
Flevoland
Geen
Gelderland
o
Oldenkotten: verkennende studie samen met stichting en RVOB
o
Nieuw Milligen: waarschijnlijk inzet expertise provincie
o
Pilot Atelier Making Project over leegstaand maatschappelijk vastgoed in de Achterhoek.
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Veenhuizen / Koloniën van Weldadigheid
Alleen betrokken bij transformaties van leegstaa nde kantoren en van leegstaand maatschappelijk vastgoed (onderzoek en financiële bijdrage) . Nog niet specifiek bij Rijksvastgoed.
o
bijdragen aan MWKZ 4 (transformatie vm. Defensieterrein naar woningbouw , gemeente Utrecht)
o
In het gebiedsprogramma Hart van de Heuvelrug en het project Vliegbasis Soesterberg is/wordt
(voormalig) Rijksvastgoed getransformeerd naar voornamelijk natuur maar ook bedrijventerrein (vm.
Tanktestbaan Richelleweg Soest) en woningbouw (gedeelte Vliegbasis Soesterberg ).
o
Programma de Kop van Noord-Holland (o.a. gronden Wieringermeer en defensie Den Helder)
o
Hembrugterrein (subsidie voor specifieke taken van het projectbureau en subsidies voor herontwikk eling van gebouwen en openbare ruimte)
o
Actueel is de transformatie van vliegveld Valkenburg naar een nieuwe woonwijk.
In het recente verleden zijn bij de herstructurering van enkele bedrijventerreinen ook voormalige objecten van
defensie herontwikkeld, mede met behulp van provinciale cofinanciering. Te denken valt aan Maaldrift Wassenaar,
het MEOB-complex in Oegstgeest, Dobbewijk te Voorschoten en het G enieterrein in Hendrik-Ido-Ambacht. Daarnaast Ontwikkelen natuur op voormalig bezit Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL)
Noord-Brabant
Geen
Zeeland
Geen
Limburg
Voorbeelden van enkele actuele projecten:
o
De herontwikkeling van de Oostflank van de gemeen te Brunssum: bezien wordt de haalbaarheid van
het project Nature Wonder World. Het gebied omvat ook Rijksvastgoed.
o
De Tapijnkazerne in Maastricht is overgenomen van het Rijk en momenteel wordt gewerkt aan herb estemming.
o
Het KMS-terrein te Weert.
o
Penitentiaire inrichting Maastricht.
Zie voor een nadere toelichting per provincie op bovenstaande tabel bijlage 4.
20
Kader 1: Masterplannen Rijksgebouwendienst
De portefeuillestrategie voor de kantoren wordt uitgewerkt in ‘masterplannen’, één voor Den
Haag en twaalf voor de provincies. In zo’n masterplan stemt het Rijk het aanbod aan huisve sting af op de vraag. De vraag wordt in de komende jaren minder. Niet alleen zijn er minder
ambtenaren, ze krijgen ook minder vierkante meters per persoon. Door afnemende vraag
ontstaat een overschot aan vierkante meters kantooroppervlak. In een masterplan wordt
voorgesteld waar de overheidsdienst het beste gehuisvest kan worden. Soms betekent dit
voor een overheidsorganisatie een verhuizing naar een andere plaats, omdat daar een Rijkspand staat waar zij goed in past of, omdat in die stad eigendomspanden beschikbaar zijn.
Over het uiteindelijke voorstel voor een masterplan wordt overlegd met de provincie. Daarna
neemt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een be slissing en stelt zij
het masterplan vast. Den Haag had het eerste, vastgestelde, masterplan in 2011.
Regionale samenwerking
De provincies spelen zoals aangegeven vooral een rol als facilitator en als overle gpartner tussen rijk en gemeente en soms tussen rijk en regio. Provincies die op het
gebied van Rijksvastgoed op regionaal niveau actief zijn:
o
Flevoland: vooral gericht op Lelystad.
o
Gelderland: afhankelijk van de opgave zoekt men naar voor de hand liggende
samenwerkingen.
o
Noord-Holland: de provincie speelt vooral een rol in de regio ‘Kop van NoordHolland’.
o
Noord- Brabant: de provincie wil mogelijk in de toekomst het thema Rijk svastgoed een vast onderdeel laten zijn tijden de Regionale ruimtelijke overleggen.
o
Limburg: regio’s zijn vertegenwoordigd in vooroverleg ten behoeve van MIRToverleg met het Rijk.
Vooralsnog lijkt er (nog) geen sprake te zijn van het structureel beleid aangaande
Rijksvastgoed richting de regio’s. Het is meer ondersteuning binnen projecten. Het is
echter lastig om nu al conclusies te trekken, omdat ten eerste overleg nog in volle
gang is, en ten tweede de rol van de provincie bij transformatie richting regio’s nog
niet vaststaat. Zo overweegt bijvoorbeeld Noord-Brabant om het thema Rijksvastgoed
een vast onderwerp te maken tijdens de regionaal ruimtelijke overleggen.
3.3
Systematisch overzicht vrijkomend Rijksvastgoed
Om als provincie (gezamenlijk met het Rijk, regio’s en gemeenten) beleid te voeren is
inzicht in het vrijkomend vastgoed van belang. Ook in de MIRT afspraken van 2013 is
afgesproken dat de opgave met betrekking tot overheidsvastgoed per regio te inventariseren en vast te leggen. Op dit moment geven alle provincies aan niet over een
compleet en actueel overzicht te beschikken van het (toekomstig) vrijkomend Rijksvastgoed. Provincies zijn uiteraard wel (enigszins) op de hoogte. Men kent doorgaans
wel de actuele projecten. En het Rijk - zoals het RVOB- verstrekt immers ook informa-
21
tie. De provincie Friesland geeft aan dat men redelijk op de hoogte is. De overige
provincies maken echter duidelijk dat men nu onvoldoende weet welk vastgoed op
welke termijn zal vrijkomen. Men zou dit wel graag beter willen weten. De provincies
zijn hierover in overleg met het Rijk. Hier speelt onder meer dat, wanneer het gaat
om kantoren, er per provincie momenteel masterplannen door de Rijksgebouwendienst worden opgesteld (zie kader 1 hier voor). Ook deze masterplannen zijn nog
niet voor alle provincies vastgesteld.
T a b e l 3 - 4 , I n f o r m a t i e o v e r v r i j k o m e n d R ij k s v a s t g o e d b ij p ro v in c i e s
Provincie
Groningen
Niet bekend
Friesland
Provincie is op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de provincie, waar onder die van de rijk sdiensten. Op grond daarvan hebben wij een vermoeden van mogelijk vrijkom end Rijksvastgoed,
zowel het vastgoed in rijks -eigendom als de huurpanden. Wij worden hier niet systematisch over
geïnformeerd. De provincie heeft wel inzicht in het bezit van Bureau Beheer Landbouwgronden
(BBL).
Drenthe
De provincie heeft inzicht beschikbaar gekregen van RVOB met objecten die bij hen in portefeuille
zijn gekomen.
Overijssel
De provincie heeft nog geen actueel inzicht beschikbaar gekregen van Rijk over het Rijksvastgoed
dat zij in bezit heeft en dat gaat vrijkomen.
Flevoland
Huidige situatie: kadastrale gegevens van Rijksvastgoed en Rijksgronden. Een overzicht van de
Rijkskantorenlocaties in Lelystad. Dit overzicht komt echter niet geheel overeen met de informatie
die online beschikbaar wordt gesteld door de Rijksgebouwendienst.
Toekomstige situatie: het Rijk heeft per provincie een masterplan opgesteld, waarin de conseque nties voor de Rijkskantorenlocaties worden aangegeven. De provincie heeft vorig jaar een concep tversie ontvangen, maar beschikt tot op heden nog niet over de definitieve versie. Hoewel de
provincie een aardig beeld heeft van welke kantoren naar verwachting zullen worden gesloten c.q.
welke kantoren minder zullen worden benut qua ruimtegebruik, zijn de consequenties nog niet
schriftelijk bevestigd (middels het definitieve masterplan). Er is geen sprake van specifieke monitoring van het (vrijkomend) Rijksvastgoed.
Gelderland
De provincie zou daar graag meer zicht op krijgen. Er is een masterplan kantoorhuisvesting Gelde rland. Helaas levert deze geen overzichtelijke informatie doordat marktgevoelige informatie is
zwartgelakt. Hierdoor is het voor de provincie niet mogelijk om een goed totaalbeeld te ontwikkelen. Laat staan om pro-actief mee te denken/ontwikkelen. Ook zouden we meer betrokkenheid
willen bij toekomstige ontwikkelingen als gevolg van de invulling van de bezuinigingstaakstelling
Rutte II.
Utrecht
Heeft sinds juni 2014, inzicht beschikbaar gekregen van Rijk over het Rijksvastgoed dat zij in bezit
heeft en dat gaat vrijkomen.
Noord-Holland
De provincie is in afwachting van de inventarisatie die het RVOB maakt. Informatie specifiek over
toekomstig vrijkomend Rijksvastgoed is ons (meest recent in juni 2013) vertrouwelijk verstrekt
door het ministerie BZK en ROVB.
Zuid-Holland
Bij gelegenheid raadplegen wij website http://www.rvob.nl/ en http://www.biedboek.nl
Noord-Brabant
We hebben nog geen goed of compleet beeld. Dit maakt onderdeel uit van de verkenning waar we momenteel
met het Rijksvastgoedbedrijf mee bezig zijn.
Zeeland
De provincie heeft geen compleet actueel inzicht in vrijkomend of leegstaand Rijksvastgoed
22
Provincie
Limburg
Het Rijk heeft in het kader van de MIRT-afspraken aan de provincie een digitaal bestand met alle
Rijksvastgoed in de provincie beschikbaar gesteld. Daaruit valt niet af te leiden welk vastgoed op
welke termijn zal vrijkomen. Dit zal onderwerp zijn van ambtelijk overleg ter voorbereiding van het
BO MIRT, waarover reeds de nodige afspraken zijn gemaakt.
23
Bijlagen
24
Bijlage 1 Vragenlijst transformatie kantoren
Vragenlijst transformatie kantorenlocaties Onderzoek ministerie BZK
Deze vragenlijst behoort bij de brief van het ministerie van BZK; Onderzoek provinciaal
beleid transformatie kantoren en Rijksvastgoed (kenmerk 2014-0000037899) d.d. 26
januari 2014.
Wij willen graag meer inzicht in het beleid dat is ontwikkeld of nog in ontwikkeling is
aangaande de transformatie van leegstaande kantoren(locaties). Het gaat daarbij om
zowel concreet provinciaal beleid, evenals beleid waar de decentralisatie richting g emeenten en regio’s wordt gefaciliteerd / gecoördineerd.
Hierbij vragen wij U om in dit document uw antwoorden op onderstaande vragen toe te
voegen in het word bestand en aan RIGO terug te mailen.
([email protected]) U kunt hier ook verwijzen naar beleidsdocumenten.
A. Algemeen beleid en instrumentarium
A.1. Welke rol ziet de provincie voor zichzelf bij de transformatie van leegstaande kantorenlocaties?
A.2. Welke beleidsdocumenten of notities zijn hierbij relevant? (indien mogelijk me esturen)
Bijvoorbeeld: opgenomen in provinciaal structuurplan, aanvullende bestuurlijke afspr aken etc.
A.3. Wat zijn de belangrijkste provinciale beleidsdoelstellingen aangaande de transformatie van kantorenlocaties?
A.4. Waar bestaat het huidige instrumentarium uit om de doelstellingen te halen?
A.5. Is er ook sprake van specifiek gebiedsgericht beleid of experimenten/pilots waar
de provincie een belangrijke rol speelt (b.v. medefinanciering) ? Zo ja, welke?
B: Rol regio’s
Mogelijk heeft u hiervoor de rol van de regio al genoemd; Wij zijn specifiek geïntere sseerd in hoeverre beleid gevoerd wordt door samenwerkende gemeenten binnen een
regio en welke taken zij hierbij vervullen. Ook welke regio’s dat binnen uw provincie
zijn. Zou u dat hier kort willen toelichten?
C: Onderzoek en monitoring (kantorenlocaties)
Wij zijn geïnteresseerd in de vraag in hoeverre u binnen de provincie inzicht heeft in
het aanbod aan leegstaande kantoren. Hierbij denken wij aan studies of monitoringsi nstrumenten die zicht geven op: Leegstand en/of de geschiktheid van deze locaties voor
transformatie. Zou u hieronder kort kunnen aangeven welke bronnen of onderzoeken u
hiervoor beschikbaar heeft? (interne of externe bronnen)
Hierbij graag aangeven:

Korte omschrijving aangaande de inhoud

Gaat het om informatie over Leegstand of ook geschiktheid voor transformatie.

Welk meetniveau wordt gehanteerd? Gaat het hier om cijfers op loc atieniveau,
gemeente of regionaal?
25
Bijlage 2 Vragenlijst transformatie Rijksvastgoed
Vragenlijst beleid transformatie Rijksvastgoed
Onderzoek BZK
Deze vragenlijst behoort bij de brief van het ministerie van BZK; Onderzoek provinciaal
beleid transformatie kantoren en Rijksvastgoed (kenmerk 2014-0000037899) d.d. 26
januari 2014.
Wij willen graag meer inzicht in het beleid dat is ontwikkeld of nog in ontwikkeling is
aangaande de transformatie van Rijksvastgoed. Het gaat daarbij om zowel concreet
provinciaal beleid, evenals beleid waar de decentralisatie richting gemeenten en r egio’s wordt gefaciliteerd/ gecoördineerd.
Hierbij vragen wij U om in dit document uw antwoorden op onderstaande vragen toe te
voegen in het word bestand en aan RIGO terug te mailen .
([email protected]) U kunt hier ook verwijzen naar beleidsdocumenten.
A. Algemeen beleid en instrumentarium
A.1. Welke rol ziet de provincie voor zichzelf bij de transformatie van Rijksvastgoed?
A.2. Welke beleidsdocumenten of notities zijn relevant? (indien mogelijk meesturen)
A.3. Wat zijn de belangrijkste provinciale beleidsdoelstellingen aangaande de tran sformatie van Rijksvastgoed?
A.4. Waar bestaat het huidige instrumentarium uit om de doelstellingen te halen?
A.5. Is er ook sprake van specifiek gebiedsgericht beleid of experimenten/pilots waar
de provincie een belangrijke rol speelt (b.v. medefinanciering) ? Zo ja, welke?
B.1. Rol regio’s
Mogelijk heeft u hiervoor de rol van de regio al genoemd; Wij zijn specifiek geïntere sseerd in hoeverre beleid gevoerd wordt of in ontwikkeling is door samenwerkende g emeenten binnen een regio en welke taken zij hierbij vervullen. Ook welke regio’s dat
zijn. Zou u dat hier kort willen toelichten?
B.2 Samenwerking met Rijksdiensten
In welke mate wordt al samengewerkt met rijksdiensten. Dit mede met het oog op de
komende bestuurlijke MIRT gesprekken waarin vastgoed op de agenda staat. Zou u dat
hier kort willen toelichten?
C. Onderzoek (Rijksvastgoed)
Wij zijn geïnteresseerd in de vraag in hoever re u binnen de provincie actueel inzicht
heeft in het aanbod toekomstig vrijkomend Rijksvastgoed. Hierbij denken wij aan studies of monitoringsinstrumenten die zicht geven op: vrijkomend vastgoed en/of de g eschiktheid van deze locaties voor transformatie. Zou u dat hier kort willen toelichten?
26
Bijlage 3 Antwoorden Kantorenbeleid
Groningen
Kantorenbeleid Groningen
Rol van de provincie
De provincie Groningen kent 'slechts' één kantorenlocatie (gemeente Groningen). Wij hebben overleg en afstemming met de
Beleidsdocumenten
Momenteel hebben wij deze problematiek nog niet als provinciaal belang opgenomen in ons omgevingsplan
en -verordening. Bij de herziening van ons omgevingsplan in 2015 bezien wij of het beleid ten aanzien van
de aanpak van leegstaande kantoren als provinciaal belang in de structuurvisie en omgevingsverordening
wordt opgenomen.
Beleidsdoelstellingen
Tegengaan en afremmen tempo van leegstand onder kantoren.
Instrumentarium
- Beperken grootschalige kantorenuitbreiding tot gemeente Groningen
gemeente Groningen over hun beleid ten aanzien van deze problematiek.
- Toepassen SER-ladder c.q. ladder voor duurzame verstedelijking.
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
N.v.t.
Regionale samenwerking
N.v.t.
Onderzoek en monitoring
Als provincie geven wij zelf geen opdracht voor een onderzoek naar de leegstand of het monitoren van de
leegstand. Wij maken wel gebruik van gegevens c.q. onderzoeken die door derden zijn opgesteld c.q.
uitgevoerd.
Bron 1: Vastgoedrapport, Stichting Vastgoedra pportage Regio Groningen / Assen
Bron 2: Kantorenmarkt Noord-Nederland, EIB juni 2012
Friesland
Kantorenbeleid Friesland
Rol van de provincie
Rol is voornamelijk faciliterend/ stimulerend, d.m.v. bijdrage in investeringen in transformatieprojecten binnen
kaders van stedelijke vernieuwing (ISV-3) of van herbestemmingsregeling (Aanvalsplan Friese woningmarkt als
onderdeel van het programma Wurkje foar Fryslân; dit is een aanjaagprogramma om de Friese economie te stimuleren d.m.v. inzet €300 mln. NUON-gelden)
Beleidsdocumenten
Ruimtelijk beleid t.a.v. kantoren is opgenomen in Streekplan Fryslân 2007 en juridisch verankerd in
verordening Ruimte. Dit is echter beleid gericht op een goede ruimtelijke verdeling en programmering
van kantoren, mede in het licht van zuinig ruimtegebruik. Het stimuleringsbeleid gericht op herb estemming van kantoren naar huurprojecten (geliberaliseerde huur en bijzondere doelgroepen) zit in
het Aanvalsplan Friese woningmarkt. De herbestemmingsregeling wor dt op dit moment uitgewerkt om
binnenkort in werking te kunnen treden. Voor herbestemming/ hergebruik van panden als onderdeel
van stedelijke vernieuwing zijn het Provinciale beleidskader stedelijke vernieuwing en de bijbehorende
ISV verordening relevant.
Beleidsdoelstellingen
- verhoging ruimtelijke kwaliteit; voorkomen leegstand en verpaupering;
- zorgvuldig ruimtegebruik; optimale benutting bestaande bebouwd gebied;
- bevorderen werkgelegenheid in bouw- en installatiesector.
Instrumentarium
-Aanvalsplan woningmarkt (onderdeel van Wurkje foar Fryslân). Gericht op stimulering bouwbranche.
Hierin zit o.m. het onderdeel Herbestemming bestaande panden. Wie een bedrijf of kantoor een
woonfunctie in de huursector geeft, kan voor de ombouw een subsidie krijgen. Hiervoor is €2 miljoen
27
Kantorenbeleid Friesland
beschikbaar; de regeling op grond waarvan aanvragen kunnen worden gehonoreerd moet nog worden
vastgesteld.
-In ISV-3 regeling zit ook de mogelijkheid van hergebruik of herbestemming van leegstaande panden
in bestaand stedelijk gebied. Gemeenten hebben inmiddels voor deze regeling projecten aangedragen,
waaronder echter geen transformatie van kantoren. In principe zijn hiermee de middelen belegd.
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
nee, n.v.t.
Regionale samenwerking
In Fryslân spelen ontwikkelingen in de kantorenmarkt zich voornamelijk af in Leeuwarden, Heere nveen, Drachten (gemeente Smallingerland) en Sneek (gemeente Súdwest -Fryslân). Wij zijn in gesprek
met de betrokken gemeenten (de zgn. F4) om nieuwe afspraken te make n v.w.b. de planning en
fasering van nieuwe locaties en voor zover nodig ook kwalitatieve afspraken (denk aan bijv. de aa npak van de leegstand of de keuze voor toekomstbestendige locaties).Op dit moment wordt daartoe in
de F4 door de Stec-groep de voorraad, leegstand en plancapaciteit geïnventariseerd.
Onderzoek en monitoring
Zoals hierboven weergegeven, wordt door de Stec-groep ook een beeld geschetst van de leegstand.
Het betreft hier echter geen opdracht om ook de geschiktheid voor transformatie aan te geven. Wel
wordt een eerste indicatie gegeven hoe ernstig de leegstand is (het maakt nl. nog wel wat uit of een
heel pand, of enkele verdiepingen leeg staan en waar het betreffende pand staat).
Drenthe
Kantorenbeleid Drenthe
Rol van de provincie
Stimuleren tot herontwikkeling overaanbod en dus kiezen voor minder maar wel de kansrijke locaties/panden. Verder randvoorwaardenstellend vanuit het ruimtelijk beleid.
Beleidsdocumenten
Omgevingsvisie Drenthe (Actualisatie juli 2014)
Beleidsdoelstellingen
De provincie Drenthe heeft niet kantorenlocaties die in de monitor bekend zijn als formele
kantoorlocaties (> 10.000 m2). Er zijn wel kantoorconcentraties rond stations, maar vooral
losse panden.
Wij streven (uiteraard) geen groei na, er is voldoende kantoorru imte in voorraad. Over de
kwaliteit kun je het dan hebben.
De provincie zet er (tot nu toe) geen financieel instrumentarium op in.
Instrumentarium
Ruimtelijk instrumentarium en communicatie.
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
Nee
Regionale samenwerking
Binnen het samenwerkingsverband Regio Groningen -Assen zijn er afspraken gemaakt over
de positie van de bedrijventerreinen. Daar vallen ook kantoorontwikkelingen onder. Zo is er
afgesproken om aan de zuidzijde van de A7 ten westen van Gronin gen de kantoorbestemming (grondgebied gemeente Tynaarlo, provincie Drenthe) niet in te vullen, maar de keuze
te maken voor de stad Groningen. Een mooi voorbeeld over hoe en regionaal samenwe rkingsverband wordt gebruikt.
Onderzoek en monitoring
Bron 1: In 2013 is een onderzoek gedaan naar bedrijventerreinen door STEC en Buro Louter
voor de Actualisatie van de Omgevingsvisie Drenthe. Daarbij zijn alleen de kantorenlocaties
meegenomen van enige omvang.
Bron 2: In 2013 is een inventarisatie gehouden naar k antoorpanden, het gebruik ervan en
hoe partijen tegen gebruiksmogelijkheden danwel herontwikkelingsmogelijkheden aanki jken. Dit is redelijk op objectniveau inzichtelijk gemaakt. Drenthe heeft niet echt kantorenl ocaties, meer veel eerder is sprake van indiv iduele objecten al dan niet gegroepeerd.
28
Overijssel
Kantorenbeleid Overijssel
Rol van de provincie
Het gewenste eindbeeld van de provincie Overijssel is:
“Een goed functionerende kantorenmarkt, waarbij onder een “goed functionerende kant orenmarkt” wordt verstaan een kantorenvoorraad die beter toegesneden is op de diverse
gebruikersvragen qua kwaliteit, locaties, gebouwfunctionaliteit en omvang.”
Dit heeft zicht vertaald in een samenhangend geheel van hoe de provincie Overijssel haar rol
vorm geeft:
a. beleidsbepaler: actualisatie van het ruimtelijk-economisch beleid uit de Omgevingsvisie,waarbij dezelfde redeneerlijn wordt gevolgd als bij bedrijventerreinen, waaronder indien
nodig de aanscherping van de SER -ladder;
b. kwaliteitsbewaker: inzetten op regionale afstemming in de programmering van de
voorraad vanuit het uitgangspunt dat de voorraad niet verder toeneemt, en er bij
voorkeur een afname plaatsvindt, toepassing van de SER -ladder;
c. investeerder in de vorm van het gericht inzetten van procesgeld te r
facilitering voor:
i. experimenten voor nieuwe (innovatieve) concepten om leegstand te
verminderen/voorkomen;
ii. experimenten om de invloed van leegstand op de ruimtelijke kwaliteit en
leefbaarheid te beperken/voorkomen;
iii. het ontwikkelen van monitor ingsinstrumenten;
iv. trajecten met overheden en marktpartijen om potenties van kantorenlocaties te
verzilveren, met name waar provinciale belangen groot zijn.
d. belangenbehartiger: in IPO-verband of als Oost-Nederland richting Rijk lobbyen voor eengoed fiscaal
regime om de aanpak van de kantorenproblematiek te faciliteren.
Beleidsdocumenten
1.Kaderstelling Leegstand kantoren (PS/2012/875, 14.11.2012)
2.Investeringsvoorstel Leegstand kantoren (PS/2013/335, 29.05.2013)
Zie voor documenten -> http://www.overijssel.nl/thema's/economie/ruimte ondernemen/leegstand-kantoren/
3.Met de herziening van de Omgevingsvisie en –verordening Overijssel (03.07.2013) is het
ruimtelijk ordening beleid geactualiseerd op basis van hierboven genoemde besluiten van
Provinciale Staten van Overijssel.
Beleidsdoelstellingen
Zie 1
Instrumentarium
Regierol via Ruimtelijk ordening instrumentarium (Omgevingsvisie en –verordening, Voorkantsturing en accountgesprekken).
Subsidieregeling, ter grootte van € 2,7 miljoen (tot en met 2015).
Zie verder: http://www.overijssel.nl/thema's/economie/ruimte -ondernemen/leegstandkantoren/@185120/aanpak-leegstand/
Inzet Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen Overijssel/HMO. Storting in ve rmogen van € 4,8 miljoen (revolverend). Zie www.hmo.n l
Gebiedsgericht beleid of
Zie A.4 (subsidiebijdragen aan innovatieve pilots, danwel inzet door private onderneming
29
Kantorenbeleid Overijssel
experimenten/ pilots
HMO).
Regionale samenwerking
Wij kennen vijf kantorengemeenten binnen Overijssel (waar zich ca. 80% van de leegstand
bevindt, zie Statenvoorstel PS/2012/875). Het gaat daarbij om Zwolle, Deventer, Almelo,
Hengelo en Enschede.
De kantorenmarkt van Almelo, Hengelo en Enschede kent een sterk regionaal karakter. In
Netwerkstad Twente verband – waartoe ook de gemeenten Borne en Oldenzaal behoren - is
een gezamenlijke Kantorenvisie opgesteld in 2012 (zie:
http://www.enschede.nl/ontwikkeling/2030/bestanden/Kantorenvisie.pdf/).
Voor een stand van zaken van dit beleid in Netwerkstad Twente per december 2013, zie pag.
10 en 11 van het
Investeringsvoorstel Werkprogramma Netwerkstad Twente (KvO Netwerksteden). Dit is pag
18/19 van de pdf.
Gemeente Zwolle kent - gezien haar kantorenmarkt - meer een solitair karakter op Overijsselsniveau.
Voor de gemeente Deventer kent de kantorenmarkt een meer regionaal karakter op het
niveau van de Stedendriehoek, die hiermee twee provincies omvat. Belangrijke kantoreng emeenten binnen deze samenwerking zijn daarbij de Gelderse gemeenten Apeldoorn en
Zutphen. De eerste stappen zijn gezet om het kantore nbeleid in het samenwerkingsverband
van Stedendriehoek te bezien en op te pakken.
Onderzoek en monitoring
Bron 1: EIB-rapport 2012; Onderdeel Oost Nederland
Bron 2: De kantorennota’s van de gemeenten Deventer, Zwolle en Netwerkstad Twente.
Bron 3: Diverse openbare bronnen op internet.
Flevoland
Kantorenbeleid Flevoland
Rol van de provincie
De provincie Flevoland heeft vanuit zijn kerntaak een regisserende rol als het gaat om de
planning en afstemming van werklocaties. De uitkomsten hiervan worden ne ergelegd in de
Visie Werklocaties welke momenteel wordt geactualiseerd. De transformatie van leegstaande
kantoren maakt onderdeel uit van deze actualisatie.
Daarnaast werkt de provincie Flevoland samen met andere overheden uit de Metropoolregio
Amsterdam in Plabeka (Platform bedrijven en kantoren). Binnen Plabeka werkt de gemeente
Amsterdam momenteel aan een ‘kantorenloods’ als het gaat om de transformatie van lee gstaande kantorenlocaties. De kantoren(locaties) in Almere en Lelystad maken hier ook onde rdeel van uit.
De kantorenvoorraad in Flevoland is van beperkte omvang en bevindt zich voornamelijk in Almere. Het
gaat dan vooral om het WTC gebouw. De leegstand in de kantorenvoorraad van Almere is momenteel
25%. Gemeente Almere is momenteel druk doende met de transformatie van leegstaande kantoren door
het verruimen van de bestemming naar bijvoorbeeld onderwijs.
Beleidsdocumenten
Kantoren komen aan de orde in de volgende beleidsnota’s van de provincie Flevoland:
-Het Omgevingsplan Flevoland (2006) http://www.flevoland.nl/producten-endiensten/omgevingsplan-flevoland-2/index.xml
-De structuurvisie werklocaties (2011); http://www.flevoland.nl/producten -endiensten/omgevingsplan-flevoland-2/Uitw-Omgevingspl-Flevoland-Structuurvisiewerklocaties.pdf
-Beleidsregel locatiebeleid stedelijk gebied (2011).
30
Kantorenbeleid Flevoland
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Flevoland/250644.html
En in de uitvoeringsstrategie Plabeka, als het gaat om de kantoren in Almere en Lelystad.
Beleidsdoelstellingen
Gelet op de beperkte omvang van de kantorenvoorraad in Flevoland, kan er niet echt gespr oken worden van kantorenlocaties, maar gaat het veeleer om kantoorpanden.
Zoals eerder aangegeven maakt de transformatie van leegstaande kantoren onderdeel uit van
de actualisatie van de visie werklocaties die eind 2014 wordt afgerond. Op dit moment zijn
hiervoor geen provinciale beleidsdoelstellingen, maar deze kunnen wel voortvloeien uit de
actualisatie.
Instrumentarium
Geen specifiek instrumentarium (nog).
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
Nee, indirect via de ‘kantorenlocaties’ wordt de transformatie van leegstaande kantoren in
Almere en Lelystad binnen MRA-verband aangepakt door een goede afstemming van vraag en
aanbod.
Regionale samenwerking
Zoals hierboven is aangegeven wordt in Plabeka-verband de problematiek van leegstaande
kantoren geadresseerd. Gemeenten hebben daarbij ook een eigenstandige rol (het primaat)
als het gaat om transformatieprocessen in het stedelijk gebied.
Onderzoek en monitoring
-Monitoring vanuit Plabeka die inzicht biedt in de voorraad werklocaties en de benutting
daarvan. Geschiktheid voor transformatie maakt hier geen onderdeel van uit. De cijfers zijn
op locatieniveau maar geplaatst in regionaal verband.
- Jaarlijks verschijnt in Flevoland ‘Economie en arbeidsmarkt’ een co-productie van de provincie Flevoland en de Kamer van Koophandel. Geschiktheid voor transformatie maakt hier geen
onderdeel van uit. De cijfers zijn op regionaal en lokaal niveau.
Gelderland
Kantorenbeleid Gelderland
Rol van de provincie
Wij zien een faciliterende en stimulerende rol voor ons op dit gebied. Wij hebben een regisserende rol als
het gaat om nieuwbouw van kantoren.
Beleidsdocumenten
Bijvoorbeeld: opgenomen in provinciaal structuurplan, aanvullende bestuurl ijke afspraken
etc.
1. Omgevingsvisie:
- zie alinea over leegstand onder 3.1.2 vd visie
- zie onderdeel kantoren in visie (3.1.4.1) en verdieping (3.3). De verdieping vind je na de
bijlage.
De omgevingsvisie is te vinden via onderstaande link:
http://gelderland.planoview.nl/Conceptplannen/
2. Beantwoording motie 35:
http://sis.prv.gelderland.nl/brondoc/PS/2012/NOTITIE/SIS_10401.PDF
3. Beantwoording motie 79:
http://sis.prv.gelderland.nl/brondoc/PS/2012/NOTITIE/SIS_10897.PDF
Beleidsdoelstellingen
Wij willen vraag en aanbod op de Gelderse kantorenmarkt in evenwicht brengen, zowel
kwantitatief als kwalitatief.
Dit richt zich in eerste instantie op regievoering op de nieuwbouw. Wij hebben nog geen
concrete beleidsdoelstellingen geformuleerd t.a.v. het transf ormeren van kantoren, maar
31
Kantorenbeleid Gelderland
hebben wel aangegeven ons in te willen zetten voor de aanpak van leegstand en transfo rmatie, waarbij een actieplan Leegstand en transformatie tot de mogelijkheden behoort (zie
tekst omgevingsvisie). Momenteel wordt in een project o.b.v. interne en externe interviews
uitgezocht welke aanvullende acties nodig zijn en of een actieplan noodzakelijk/wenselijk is.
De resultaten moeten begin september bekend zijn.
Instrumentarium
Via het Impulsplan Wonen (is later verbreed naar kantoren ) kan provinciale cofinanciering
worden aangevraagd tbv exploitatie (Max € 500.000, tendersysteem) en procesonderste uning (max. € 50.000) voor de transformatie van kantoren. Voorwaarden staan benoemd
http://www.gelderland.nl/4/Home/Hier-werkt-de-provincie-Gelderland-aan/Bouwen-enwonen/Impulsplan-Gelderse-woningmarkt.html
Daarnaast zijn wij gestart met het maken van een regionale analyse om een beter beeld te
krijgen van de kwaliteiten en toekomstwaarden van kantorenlocaties. Vervolgstap is om obv
de analyse met gemeenten en marktpartijen het gesprek aan te gaan over evt. benodigde
acties bovenop de huidige gemeentelijke acties.
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
-Op basis van de regionale analyses kijken we welke vervolgstappen nodig zijn. Hie r kan
regiospecifiek beleid uit voortvloeien.
-Wij zijn in gesprek over een mogelijk proefprogramma stedelijke herverkaveling. Een kant orenlocatie kan hier ook onderdeel van uitmaken.
-Wel zijn wij één van de drie landelijke pilots van Atelier Making Proje cts, geinitieerd door
I&M.. Onze inzending gaat echter over leegstaand maatschappelijk vastgoed in kleine
kernen en raakt vooral de krimpdiscussie, niet het Rijksvastgoed. Zie onderstaande link voor
de uitvraag. Selectie van het ontwerpbureau heeft inmidde ls plaatsgevonden.
http://stimuleringsfonds.nl/newsletter/oproep_onderzoek_toekomst_ Rijksvastgoed/
Regionale samenwerking
Op dit moment zijn er geen regio’s binnen de provincie Gelderland die gezamenlijk beleid
ontwikkelingen tav de kantorenmarkt. Verwach ting is wel dat dit gaat gebeuren nav onze
regionale analyse (bijv. FoodValley). Wel stemmen gemeenten onderling af, zoals Arnhem Nijmegen, Apeldoorn-Enschede.
De Stadsregio is wel actief tav leegstand en hebben recent door Stec een leegstandsmonitor
(vastgoedbreed) opgesteld. Zij richten zich op het delen van kennis en kunde.
Onderzoek en monitoring
Bron 1: Bak-bestand 2010
Voor het beantwoorden van motie 35, hebben wij het bak-bestand uit 2010 aangeschaft om
provincie breed goed inzicht te krijgen in d e kantorenleegstand, dit bestand gaat tot pan dniveau. Voor de regionale analyse en het traject daarna zal waarschijnlijk de nieuwste versie
worden aangeschaft en zal worden gekeken of jaarlijkse monitoring kan worden opgezet. Dit
betreft alleen informatie over leegstand, niet over de geschiktheid voor transformatie.
Tussendoor maken wij uiteraard gebruik van regulier bronnen zoals dtz en de vastgoedmon itoren van FoodValley en Stadsregio.
Utrecht
Kantorenbeleid Utrecht
Rol van de provincie
De rol die de provincie Utrecht voor zichzelf ziet is regulerend en waar mogelijk ondersteunend.
Op 3 februari 2014 hebben De provinciale Staten van Utrecht unaniem ingestemd met een
aanpak van de kantorenleegstand. Als bijlage is het statenvoorstel toegevoegd. De esse ntie
van de provinciale aanpak is dat de provincie Utrecht actief wil ingrijpen om de grote struct urele leegstand van kantoren in de provincie Utrecht op te lossen met inzet van het planologisch
instrumentarium van de provincie: provinciale inpassingsplann en voorafgegaan door een
thematische ruimtelijke structuurvisie. Daarnaast blijft de provincie haar faciliterende activite iten doorzetten: aanjagen en ondersteunen van transformatie en herbestemming op pand - en
32
Kantorenbeleid Utrecht
gebiedsniveau. We draaien de kraan dicht en o ndersteunen bij het dweilen. De markt heeft
behoefte aan duidelijkheid: zowel op plancapaciteit (waar wel/niet) als op toekomstperspectief
van bestaande kantoorlocaties. De rol van de provincie bij transformatie van kantoren is aa njagen, kennisdelen en faciliteren van transformaties op gebouw en gebiedsniveau.
De aanpak van de provincie borduurt voort op de aanbevelingen uit analyses van de Utrechtse
kantorenmarkt van Stec groep. Deze luidden op hoofdlijnen: Verminder de plancapaciteit voor
kantoorruimte tot 2020 met meer dan de helft, kies alleen voor ontwikkeling van de meest
kansrijke segmenten en locaties en structureer de markt van bestaande, leegstaande kantoo rgebouwen.
Voor meer informatie zie ook rapport van Randstedelijke rekenkamer: “Stand van zaken uitvoering Convenant aanpak leegstand kantoren”.
Beleidsdocumenten
Bijvoorbeeld: opgenomen in provinciaal structuurplan, aanvullende bestuurlijke afspraken etc.
•PRS/ PRV
http://ruimtelijkeplannen.provincie -utrecht.nl/
•Kadernota Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling
http://www.binnenstedelijkinbeweging.nl/downloads/Kadernota%20Wonen%20en%20Binnenst
edelijke%20Ontwikkeling.pdf
•Kantorenaanpak
https://www.stateninformatie.provincie-utrecht.nl/Vergaderingen/Provinciale-Staten/2014/03februari/14:00/Statenvoorstel-vaststellen-aanpak-Kantorenleegstand--PS2014MME01
Beleidsdoelstellingen
Een gezonde kantorenmarkt. Een aantrekkelijke economisch vestigingsklimaat, efficiënt rui mtegebruik en het bewaken/bevorderen van de (binnenstedelijke) kwaliteit. Overkoepe lend
provinciale ontwikkelopgave is: vitale dorpen en steden
Instrumentarium
-Ondersteunen met ‘quick scans’ (‘de wasstraat’) op gebouwniveau om de transformatiemog elijkheden in kaart te brengen.
-Stimuleren en ondersteunen van gemeenten en marktpartijen om te komen tot een gebiedsgerichte aanpak van de leegstand.
oEen groot deel van de leegstand bevindt zich op monofunctionele kantoorlocaties. Op dit
terrein moet nog veel pionierswerk worden verricht en bestaat nog geen standaardaanpak. De
provincie faciliteert gemeenten en marktpartijen met het ontwikkelen van instrumenten en met
de toepassing daarvan op de kantoorlocaties met een hoge leegstand.
-Netwerkvorming en kennisdeling
oVoor een effectieve aanpak van de leegstand is het belangrijk dat partijen b eschikken over
actuele en adequate informatie en elkaar weten te vinden. Wij nemen hier een initiërende en
verbindende rol op ons.
-Reguleren
oPRV art 3.5 en 3.6: wanneer kantoren nog niet zijn gebouwd, er geen bouw - of omgevingsvergunning is aangevraagd en er ook geen zicht is op realisatie van het gebouw en gebruik
overenkomstig de bestemming kantoren, dan dient een ruimtelijk plan niet langer te voorzien
in een kantoorbestemming. Op bepaalde locaties in de directe nabijheid van OV -knooppunten
zijn kantoren juist gewenst.
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
Wij zijn nu bij verschillende gemeenten betrokken bij het opzetten van een gebiedsgerichte
aanpak om de leegstand terug te dringen. Onder andere in Amersfoort (De Hoef), in Stichtse
Vecht (Planetenbaan) en in Nieuwegein (Rijnhuizen). We gaan dit nu ook oppakken in Woerden
(Middelland) en Houten (Molenzoom). De aanpak is altijd maatwerk en zoveel mogelijk in
nauwe samenwerking met gemeente en gebruikers/ eigenaren in het gebied. We zijn daarn aast
betrokken bij verschillende transformaties op gebouwniveau: Hierbij helpen we initiatiefnemers
door het gezamenlijk opstarten en financieren van een gebouwenscan en verbindingen tussen
partijen te leggen.
33
Kantorenbeleid Utrecht
Regionale samenwerking
Wij onderscheiden 40 kantoorlocaties, 10 kantoorgemeenten en drie kantorenregio’s: Utrecht
(inclusief Woerden), Amersfoort/ Leusden en Zuidoost (Veenendaal). In 2014 zullen wij de
thematische structuurvisie opstellen, waarin wordt aangegeven waar en in welke omvang
plancapaciteit moet worden geschrapt, en globaal wat het toekomstperspectief is op bestaa nde locaties. Het vertrekpunt voor de uitwerking van de structuurvisie zijn de beschreven loc aties door Stec groep en de door hen gegeven conclusies en aanbevelingen. Deze uitwer king
willen we zorgvuldig doen en om die reden zullen gemeenten/ regio’s bij de totstandkoming
van de structuurvisie betrokken worden. In de ondersteunende rol bij de aanpak van leegstand
werken we altijd samen met de gemeenten.
Onderzoek en monitoring
Bron 1: Analyse van Stec groep: https://www.provincie -utrecht.nl/onderwerpen/alleonderwerpen/ondernemen/documenten-downloads/. Het gaat om het bovenste document.
Noord-Holland
Kantorenbeleid Noord-Holland
Rol van de provincie
Planologisch mogelijk maken en zo nodig stimuleren van (gebiedsgerichte) transformaties door g emeenten en vastgoedeigenaren.
Zie provinciale Economische Agenda 2012-2015 p.73 ( zie bijgaande link )
Zie rapport Randstedelijke rekenkamer 2014 “Quick scan Stand van zaken uitvoering Convenant aanpak leegstand
kantoren” ( zie bijgaande link )
Beleidsdocumenten
Provinciale Economische Economische agenda 2012 -2015 ( zie bijgaande link )
Plabeka( 2011): Uitvoeringsstrategie Plabeka 2010 -2040 ( zie bijgaande link)
Plabeka(2012) afspraken PRES conferentie oktober 2012 (zie bijlage bij mail )
Beleidsdoelstellingen
(Zie provinciale economische agenda 2012-2015 p70-74 ( zie bijgaande link)
- tegengaan verloedering van locaties
- aantrekkelijke werklocaties ivm vestigingsklimaat en int ernationale concurrentiepositie
Instrumentarium
Zie eerdergenoemd rapport Randstedelijke Rekenkamer 2014
-Planologische medewerking aan voor transformatie gewenste functiewijzigingen
-Medefinanciering van regionale kantorenloods in de metropoolregio Amst erdam
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
-Medefinanciering van regionale kantorenloods in de metropoolregio Amsterdam
Regionale samenwerking
Zie eerder genoemd rapport Randstedelijke Rekenkamer 2014
Dit zijn Plabeka ( Platform bedrijventerreinen en kantoren) in de Metropoolregio Amsterdam
Inmiddels heeft de Metropoolregio besloten tot het instellen van ene regionale kantorenloods om
transformatie bij vastgoed eigenaren te stimuleren, kennisuitwisseling onderling te bevorderen
,ongewenste onderlinge concurrentie tussen locaties tegen te gaan en gewenste functies naar tran sformatielocaties te geleiden
Onderzoek en monitoring
Bron 1: Metropoolregio Amsterdam: Monitor uitvoeringstrategie Plabeka 2012/2013 (zie bijgaande
link) : jaarlijkse publicatie met cijfers over voorraad, leegstand, transformatie, plancapaciteit, nieu wbouw etc. Bronnen: gemeentelijk bronnen en database Kantorenmonitor BV. Rapportage per locatie,
deelregio’s binnen metropoolregio. Geen informatie over transformatiemogelijk heden.
Bron 2: gemeenten Amsterdam en Amstelveen: De kantorenloods Amsterdam publiceerde in 2013 de
34
Kantorenbeleid Noord-Holland
discussie kaart leegstaande kantoren ( zie bijgaande link ) met informatie op pandniveau ( bron:
database kantorenmonitor BV) . Het is de bedoeling dez e kaartinformatie in het kader van de uitrol van
de regionale kantorenloods uit te breiden naar alle gemeenten in de Metropoolregio. Geen informatie
over transformatie mogelijkheden
Bron 3: gehele provincie Noord Holland: monitor werklocaties 2013 ( z ie bijgaande link ) jaarlijkse
publicatie met gegevens over voorraad leegstand, transformatieplannen, plancapaciteit. Rapportage
per locatie en deelregio’s binnen Provincie. Bronnen: gemeentelijke bronnen en database Kantorenm onitor BV ( voor NH Zuid). Ge en informatie over transformatiemogelijkheden
Zuid-Holland
Kantorenbeleid Zuid-Holland
Rol van de provincie
Transformatie van kantoren wordt in zijn algemeenheid onderschreven. Dat wordt generiek gefacil iteerd, mits nieuwe functies voldoen aan de Veror dening Ruimte. Met name wat betreft eventuele nie uwe detailhandelsbestemmingen en de inpasbaarheid van woningen in regionale woonvisies.
Met de nieuwe VR bij de VRM kunnen kantoren op bedrijventerreinen met milieucategorie 3 ook van functie veranderen, mits de belangen van de bedrijven niet geschaad worden.
Beleidsdocumenten
Zie https://structuurvisiezh.pleio.nl/
Bijvoorbeeld: opgenomen in provinciaal structuurplan, aanvullende bestuurlijke afspraken etc. Zie :
Verordening Ruimte, art 2.1.3. waaruit de vo lgende passage
“Het toelaten van (bedrijfs)woningen is daarom alleen mogelijk als dit niet ten koste gaat van het
functioneren en de toelaatbaarheid van bedrijven in de hogere milieucategorieën. Daarbij kan gedacht
worden aan nieuwe woningen op een deel va n een bedrijventerrein waar nu al woningen aanwezig zijn
of op een te transformeren deel van een bedrijventerrein.”
Beleidsdoelstellingen
Er zijn geen expliciete beleidsdoelstellingen aangaande de transformatie van kantorenlocaties. Het
gelijk of lager houden van het provinciaal leegstandspercentage kantoren, o.a. door transformatie, is in
dit verband in feite de belangrijkste beleidsdoelstelling.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt in het kader van het Convenant Aanpak Leegstand Kantoren. Voor
provincies ligt de nadruk op het benoemen van het toekomstperspectief van kantorenlocaties, waaro nder die van transformatie. Met inschakeling van adviesbureau Stec zijn wel de Zuid -Hollandse kantorengebieden nader beschouwd naar hun toekomstperspectief, maar dat heef t niet geleid tot vastlegging in
de ontwerp-VRM. De regio’s krijgen de mogelijkheid hun kantorenvisies aan te passen aan de VRM en
met gemeenten en eigenaren aandacht te besteden aan de toekomstperspectieven van hun belangrij kste kantorengebieden, waaronde r transitie.
Instrumentarium
Er is geen generiek instrumentarium t.a.v. transformatie kantoren. Wel is er generiek, kaderstellend
ruimtelijk ordeningsbeleid, gericht op beperking van de nieuwbouw tot een selecte groep locaties en
daardoor consolidatie of afname van de voorraad daarbuiten.
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
In opdracht van de provincie Zuid-Holland heeft adviesbureau Stec in 2013 de toekomstprofielen van de
Zuid-Hollandse kantorenlocaties nader bepaald. In eerste instantie in o verleg met REO’s en de inligge nde belangrijkste kantorengemeenten. Vervolgens zijn er consultaties gehouden onder diverse marktpa rtijen. De resultaten van deze studies, evenals de tussentijdse communicatie met de voorzitters van de
Regionale Economische Overleggen (REO’s) hebben een rol gespeeld bij de keuze van het kantorenloc atiebeleid in de ontwerp VRM. Dat heeft overigens niet geleid tot een specifiek gebiedsgericht beleid of
tot experimenten/pilots.
In het-ontwerp VRM en haar voorganger de PSV is Binckhorst al aanwezen als transformatiegebied, wat
de mogelijkheid bood voor woningbouw, bijv. door transformatie van de daar aanwezige kantoren.
Wellicht dat de Plaspoelpolder bij de vaststelling van de VRM eveneens als transformatiegebied wordt
opgenomen.
Er is wel generiek beleid om via planvorming van (kantoren - en) bedrijventerreinen de kwaliteit en
duurzaamheid te verbeteren. In het bijzonder voor de Plaspoelpolder heeft dat geleid tot honorering van
35
Kantorenbeleid Zuid-Holland
diverse subsidieaanvragen planvorming.
Regionale samenwerking
In de provincie kennen wij 5 Regionale Economische Overleggen. Dat is een ambtelijk en bestuurlijk
afstemmingsoverleg over (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel. De regio’s
hebben de afgelopen 2 jaar hun regionale kan torenstrategieën aangescherpt. De strategieën hebben
geleid tot nadere selectie van locaties waar groei nog gewenst is. In de situatie van de regio Holland Rijnland zijn tevens locaties benoemd, waar transformatie van kantoren aan de orde komt.
In diverse gradaties wordt in de regionale strategieën aandacht gevraagd voor transformatie van
kantoren. Transformatie is echter vooral een aangelegenheid voor een beperkt aantal grotere gemee nten. Den Haag en Rotterdam zetten daar dan ook beleidsmatig en formatief sterk op in. Incidenteel
staan zij buurgemeenten bij met raad en daad. Overigens ook andere gemeenten zoals Leiden, Do rdrecht, Delft, Gouda, en Zoetermeer hebben beleidsuitgangspunten voor de gemeentelijke rol bij tran sformatie van kantoren vastgesteld.
In het kader van de nieuwe Visie Ruimte en Mobiliteit krijgen de regio’s de mogelijkheid hun strategieën
verder aan te passen. Er is geen expliciete opdracht om nader te benoemen welke kantorenlocaties voor
transformatie in aanmerking komen.
Regio’s kunnen in hun nieuwe regionale woonvisies bijtijds ruimte programmeren voor woningen in te
transformeren kantoren.
Onderzoek en monitoring
(1)
Algemeen: bij beleidsontwikkeling en -verantwoording wordt gebruik gemaakt van aa nbod/leegstandsrapportages van nationale registraties zoals van DTZ, Vastgoedmarkt en Dynamis.
Van de jaarlijkse enquête van Vastgoedmarkt naar beschikbaar aanbod kantoren is een eigen meerj arenstatistiek gemaakt, die een goed beeld geeft van locaties en panden van langdurig aanbod.
Onderzoek en monitoring
(2)
Er zijn geen regionale of provinciaal dekkende registraties van leegstaande kantoren die ook geschikt
zijn voor transformatie op objectniveau. Dat voortouw is in het Convenant Aanpak leegstand Kantoren
ook bij de marktpartijen gelegd.
Overigens wordt aan de hand van ambtelijke uitwisseling van informatie, met name vanuit Den Haag en
Rotterdam bij de provincie wel een indicatief overzicht bijgehouden van kantoorgebouwen waar in de
toekomst transformatie mogelijk wordt geacht.
Zie bijvoorbeeld Art 7.4. (Beleggers maken concrete transformatieplannen voor kantoorpanden vanaf
5.000 m2 die drie jaar of langer voor meer dan 80% leeg staan.) en art 7.7. (IVBN en Vastgoed Belang
verzamelen informatie over herontwikkelingen, transformaties en sloo popgaven (met al of niet verva ngende nieuwbouw). Zij publiceren geslaagde voorbeelden en gaan met relevante andere partijen in
gesprek om belemmeringen op te lossen.)
Overigens wordt aan de hand van ambtelijke uitwisseling van informatie, met name vanuit D en Haag en
Rotterdam bij de provincie wel een indicatief overzicht bijgehouden van kantoorgebouwen waar in de
toekomst transformatie mogelijk wordt geacht.
36
Noord-Brabant
Kantorenbeleid Noord-Brabant
Rol van de provincie
Noord-Brabant ziet voor zich zelf een voornamelijk randvoorwaarden scheppende rol weggelegd door
met gemeenten in regionaal verband kantorenvisies en –afspraken te maken met als doel een gezond
vestigingsklimaat te creëren ( Voldoende kwaliteiten, voorkomen overschotten) Het daadwerkelijk
oplossen van concrete leegstand door sloop of transformatie vinden wij geen rol van de provincie. Onze
rol zit zodoende in het creëren van een realistisch programma. Wij hebben daar een faciliterende rol
door o.a. overdragen van kennis en een regisserende rol doordat we programma’s afstemmen. Een
voorbeeld van kennisoverdracht is door op BrabantStad-niveau (met de 5 grote gemeenten) bestpractises te (laten) delen.
Beleidsdocumenten
Het maken van regionale afspraken met betrekking tot kantoorontwikk elingen is vastgelegd
in de Verordening ruimte. In de Regionaal Ruimtelijke Overleggen worden afspraken en
kantorenvisies vastgelegd.
Beleidsdoelstellingen
Doelstellingen liggen op het niveau van de regio en niet op die van locaties. Belangrijkste
doelstelling is om een goed vestigingsklimaat te creëren die bijdraagt aan de ambitie om tot
de top 5 van de kennis- en innovatieregio’s van Europa te behoren.
Instrumentarium
- Verordening ruimte
- Regionaal Ruimtelijke Overleggen
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
Nee
Regionale samenwerking
Noord-Brabant is verdeeld in 4 Regionaal Ruimtelijke Overleggen: West -, Midden-, Noordoost- en Zuidoost- Brabant. In deze bestuurlijke overleggen worden met gemeenten o.a. voor
kantoren plannings- en programmeringsafspraken gemaakt. Bestemmingsplannen moeten
passen binnen deze afspraken.
De BrabantStad-gemeenten zijn de trekkers van het maken van regionale afspraken en
kantorenvisies
Onderzoek en monitoring
Op dit moment worden regionale kantorenmarktanalyses o pgesteld. Deze analyses zijn de
basis voor het maken van nieuwe kantorenprognoses en een kantorenmonitor. Hierbij wo rden ook bestaande analyses gebruikt van de regio’s deze zijn op locatieniveau per gemee nten gerangschikt.
Limburg
Kantorenbeleid Limburg
Rol van de provincie
Transformeren van bestaande kantorenlocaties in Limburg is niet aan de orde; er zijn er slechts een
vijftiental, waarvan de helft maar met een omvang van tussen 10- en 30-duizend m². Uiteraard zijn er
locaties (5) waar de leegstand ons zorgen baart, maar er is geen noodzaak tot transformatie van kantorenlocaties; wel is er wens/behoefte/noodzaak aan transformatie/sloop van individuele kantoorpanden;
dit laatste speelt echter juist buiten die kantorenlocaties (verspreide vestiging, centrumrandlocaties en
solitaire kantoren op bedrijventerreinen). Wel is er draagvlak dat wij in onze provincie geen nieuwe
kantoorlocaties meer tot ontwikkeling laten komen; focus gaat volledig naar stadscentra/stationslocaties
(zie ook antwoord op vraag 2A)
Beleidsdocumenten
Provinciale denklijn in deze is afgestemd met de kantorensteden (5) in onze provincie en zal
opgenomen worden in het Prov. Omgevingsplan 2014; daarin zullen intentie overeenkomsten worden opgenomen om te komen tot aanvullende bestuurlij ke afspraken
(bestuurovereenkomsten) binnen x-termijn over diverse onderwerpen, waaronder kantoren.
(Kantorennotitie)
37
Kantorenbeleid Limburg
Beleidsdoelstellingen
Handhaven wat er is aan locaties, geen nieuwe locaties erbij, evt. ondersteuning transfo rmatie individuele panden
Instrumentarium
Buiten het genoemde onder 2A zal nog worden bezien of er aanvullend instrumentarium
nodig is; gedacht wordt o.a. aan een transitiefonds, waarvoor de kaders i.r.t. de thematiek
wonen al zijn geformuleerd – bezien of andere vastgoedsectoren daaronder geschoven
kunnen/moeten worden.
Gebiedsgericht beleid of
experimenten/ pilots
Gebiedsgericht beleid wel, maar (nog) geen concrete exp./pilots op gebied van transform atie.
Voorbeelden van gebiedsgericht zijn:
De herontwikkeling van de Oostflank van de gemeente Brunssum: bezien wordt de haalbaa rheid van het project Nature Wonder World. Het gebied omvat ook Rijksvastgoed.
De Tapijnkazerne in Maastricht; is overgenomen van het Rijk en momenteel wordt gewerkt
aan herbestemmingideeën.
Verder ook transformatie-ideeën voor het KMS-terrein te Weert en de penitentiaire inrichting te Maastricht.
Regionale samenwerking
Nog niet in relatie tot dit thema; wel is afgesproken en zal in het Prov. Omgevingsplan
worden ingezet op die Regionale Aanpak --> Samen afspraken maken onder welke voo rwaarden kantoren worden toegestaan en wanneer niet. Uitwerking naar kantorenvisies per
regio, passend binnen de vastgelegde gebiedstypering in POL. Initiatief bij vijf grootste
kantorengemeenten. Omliggende gemeenten meenemen: voor Venlo op niveau van NoordLimburg, voor Roermond op niveau van Midden -Limburg en op niveau van Zuid -Limburg
Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht gezamenlijk in samenspraak met overige regiog emeenten.
Regionale planning en afspraken hebben vooral betr ekking op genoemde kantorenlocaties,
middelgrote (500-2.500 m²) en grote (> 2.500 m²) kantoren en de totale omvang aan kant orenvoorraad in een regio. Kleine kantoren (<500 m²) blijven in bebouwd gebied via maa twerk mogelijk. De overlegstructuren voor deze afspraken kunnen eventueel worden gekoppeld aan de regionale programmeringsoverleggen (RPO) voor bedrijventerreinen
Onderzoek en monitoring
•Korte omschrijving aangaande de inhoud We hebben een kantorenmonitor ontwikkeld (1e
editie 2012 bijgevoegd, editie 2013 in productie) die we jaarlijks zullen blijven actualiseren
de komende jaren. Daaronder zit een kantorenregister met een compleet bestand van ka ntoorvastgoed op adresniveau in Limburg (ruim 4.000 panden met de hoofdfunctie kantoor).
Daarvoor koppelen we BAG-, WOZ-, BedrijfsOnroerendGoed– en regionale LISA(VRL)bestanden aan elkaar, die vervolgens separaat m.b.v. andere beschikbare datab estanden (oa Kadaster, luchtfoto en andere reeds bestaand prov. monitors (bedrijventerre inen, wonen) worden gecheckt op zo per pand te kunnen bepalen of de hoofdfunctie kantoor
er als label op mag.Geeft tevens inzicht in dynamiek op aanbod/vraag, voorraadontwikk eling en vestigingskenmerken. Uiteraard worden de ontwikkelingslijnen pas goed zichtbaar
bij meerdere opeenvolgende edities. We verkennen momenteel de mogelijkheden om te
komen tot een Centraal VastgoedRegister in Limburg met alle (!!) panden erin (lees ruim een
half miljoen woningen en ca. 60.000 items overig vastgoed) gezien de bredere leegstand svraagstukken (wonen, maatschappelijk vastgoed, scholen, monumenten).
•Gaat het om informatie over Leegstand of ook geschiktheid voor transformatie. Beetje een
rare vraag: je kunt geen leegstand meten als je niet over goede voorraadcijfers beschikt en
uit onze ervaring met de prov. kantorenmonitor weten we inmiddels dat de nationaal geha nteerde referentiebestanden op pandniveau allemaal (!!) mank gaan en veelal zelfs ook op
locatieniveeau.
•Welk meetniveau wordt gehanteerd? Gaat het hier om cijfers op locatieniveau, gemeente
of regionaal? Zoals gezegd op pandniveau, zodat we elke gewenste aggregatie kunnen
maken.
Bron 1: WOZ
Bron 2: BAG / VRL / BOG
38
Zeeland
Kantorenbeleid Zeeland
Rol van de provincie
Structurele leegstand komt in de provincie Zeeland maar zeer beperkt voor. Een actieve rol van de Provincie
Zeeland in herstructurering is daarom niet aan de orde.
Beleidsdocumenten
De provinciale ruimtelijke structuurvisie (Omgevingsplan Zeeland 2012 -2018) en ruimtelijke verordening (Verordening ruimte provincie Zeeland 20 12) vormen de kaders.
Beleidsdoelstellingen
Zorgvuldig ruimtegebruik is het algemene doel bij stedelijke herstructurering. Transformatie van
kantoorlocaties kan daar onderdeel van uitmaken.
Instrumentarium
Structuurvisie en ruimtelijke verordening zijn g ebaseerd op de Ladder voor duurzame verstedelijking. Overaanbod van kantoorlocaties wordt daarmee voorkomen. Zelfstandige kantoorlocaties
boven 1.000m2 zijn alleen toegestaan op goed bereikbare locaties in de vier grootste steden
(Vlissingen, Middelburg, Goes en Terneuzen).
Middelen voor herstructurering van bedrijventerreinen zijn ook beschikbaar voor herstructurering
van kantoren. Deze middelen zijn inmiddels niet meer beschikbaar, door vervallen van rijksfina nciering.
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Er is geen sprake van specifieke pilots, experimenten of gebiedsgericht beleid op het gebied van
herstructurering van kantoren.
Regionale samenwerking
Zeeland is opgedeeld in vijf regio's die een gezamenlijk bedrijventerreinprogramma opstel len. Dit
programma moet voldoen aan de prognose van vraag naar bedrijfsruimte zoals die door de provi ncie is opgesteld. Kantoren maken hier onderdeel van uit. De regio's zijn Schouwen -Duiveland,
Tholen, Walcheren (Vlissingen, Middelburg, Veere), De Bevelan den (Borsele, Goes, Kapelle, Re imerswaal, Noord-Beveland) en Zeeuws-Vlaanderen (Sluis, Terneuzen, Hulst).
Onderzoek en monitoring
Bron 1: Gemeenten
Gemeenten met plannen voor nieuwbouw of herstructurering van kantoren brengen de provincie
op de hoogte in het planologisch overleg. Leegstand wordt alleen gemeld als deze aanleiding is
voor planologische procedures of onderdeel uitmaakt van een herstructureringsproject waar de
provincie bij betrokken is.
Bron 2: Compendium voor de leefomgeving
http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl2152 -Leegstandkantoren.html?i=36-177
Het compendium geeft een beeld van leegstand per COROPgebied en gemeente. Dit geeft een
totaalbeeld, maar de leegstandspercentages kunnen vanwege de lage aantallen bvo een vertekend
beeld geven.
39
40
Bijlage 4 Antwoorden transformatie Rijksvastgoed
Groningen
Rijksvastgoed Groningen
Rol van de provincie
Geen specifiek beleid
Beleidsdocumenten
Geen specifiek beleid
Beleidsdoelstellingen
Geen specifiek beleid
Instrumentarium
Geen specifiek beleid
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Geen specifiek beleid
Regionale samenwerking
Geen specifiek beleid
Samenwerking met Rijksdiensten
Geen specifiek beleid
Onderzoek en monitoring
Geen specifiek beleid
Friesland
Rijksvastgoed
Rol van de provincie
Een belangrijk deel van het vrijkomend Rijksvastgoed bestaat uit kantoren. Hiervoor kan worden
verwezen naar de antwoorden op de parallelle vragenlijst ‘beleid transformatie kantorenlocaties’.
Dit geldt natuurlijk ook voor de vragen A2 t/m B1.
In onze provincie is, zover wij weten, geen sprake van overbodige defensieterreinen of defensi ecomplexen.
Er is sprake van één overbodig geworden monumentaal gevangeniscomplex; over de herbeste mming hiervan is het Rijk reeds in overleg is met de betreffende gemeente (Leeuwarden). Een directe
rol voor de provincie is hier niet aan de orde.
De grootste transformatie betreft waarschijnlijk de ontwikkeling tot natuur waarvoor direct of
indirect de landbouwgronden worden gebruikt uit BB L-bezit die de provincie van het Rijk heeft
overgenomen. De provincie heeft hierbij een trekkende en realiserende rol. De afspraken over de
realisatie van de EHS zijn hiervoor het kader.
Beleidsdocumenten
Zie rol provincie
Beleidsdoelstellingen
Zie rol provincie
Instrumentarium
Zie rol provincie
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Zie rol provincie
Regionale samenwerking
Zie rol provincie
Samenwerking met Rijksdien-
Er is contact met het Rijksvastgoedbedrijf in verband met de afspraken i n het BO MIRT van novem-
41
Rijksvastgoed
sten
ber 2013. In de voorbereiding naar het BO MIRT is er ambtelijk overleg geweest met Hans ten
Velden, programmadirecteur bij het Rijksvastgoedbedrijf, waarbij constructieve afspraken zijn
gemaakt over de samenwerking. Deze contacten zijn na november 2013 voortgezet
Onderzoek en monitoring
Wij zijn op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de provincie, waar onder die van de rijksdie nsten. Op grond daarvan hebben wij een vermoeden van mogelijk vrijkomend rijksvastgoed, zowel
het vastgoed in rijkseigendom als de huurpanden. Wij worden hier niet systematisch over geïnfo rmeerd.
In het BBL-bezit hebben wij inzicht.
Drenthe
Rijksvastgoed
Rol van de provincie
Een actieve rol waar het rijksvastgoed betreft in Veenhuizen/Koloniën van Weldadigheid. Daar zitten we in een
samenwerking met gemeente en Rijksgebouwendienst over de toekomst van al het cultureel erfgoed. Daarnaast
is er de inzet om het samen met Fredriksoord bij UNESCO erkend te krijgen als werelderfgoed.In en rondom
Veenhuizen is zeer veel rijksvastgoed waar het rijk zich wil terugtrekken.
Voor het overige rijksvastgoed hebben we een volgende rol. Dat ligt zeer verspreidt over Drenthe. Belangrijkste
insteek is de spreiding en behoud van rijksdiensten en werkgelegenheid over de provincies en de politieke
afspraken die zijn gemaakt daarover.
Via het MIRT-overleg zijn we in gesprek gekomen met het RijksVastgoedOntwikkelingsBedrijf. Het RVOB heeft
evenwel slechts een rol als makelaar van objecten waarover de afzonderlijke departementen hebben besloten
dat ze worden afgestoten en in de verkoop kunnen. Dat varieert van munitiedepot tot gevangenis tot gedenkteken.
Beleidsdocumenten
Er zijn diverse documenten gemaakt over de kwaliteiten van het gebeid, de ontwikkelingsmogelij kheden etc etc. Velen zijn gebruikt voor onderbouwing voor de UNESCO -aanvraag. Zie ook
www.kolonienvanweldadigheid.eu
Beleidsdoelstellingen
Behoud door ontwikkeling van het cultureel erfgoed Veenhuizen. Voor het overi ge passend bij de
kernwaarden van het gebied. Dat kan dus zijn een bedrijfsmatige functie, maar ook teruggeven
aan de natuur.
Instrumentarium
Voor de UNESCO-aanvraag zijn middelen beschikbaar gesteld. Voor het overige vastgoed zal het in
ruimtelijke mogelijkheden liggen.
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Veenhuizen .
Regionale samenwerking
Niet specifiek gericht op (rijks)vastgoed. Voor Veenhuizen is er nauwe samenwerking met de
gemeente Noordenveld. Voor het vastgoed in de zogeheten anticip eerregio Zuidoost Drenthe
oriënteren we ons op een mogelijke rol.
Samenwerking met Rijksdiensten
Rond Veenhuizen al langdurig met de RGD. Daarnaast via de MIRT -afspraak zijn we in contact met
het RVOB.
Onderzoek en monitoring
Niet anders dan het overzicht dat het RVOB de provincie onlangs gaf met alle objecten die bij hen
in portefeuille zijn gekomen.
42
Overijssel
Rijksvastgoed Overijssel
Rol van de provincie
Provincie Overijssel heeft geen specifiek beleid gericht op de transformatie van Rijksvastgoed. In algemene zin
staat de provincie positief tegenover transformatie waar dit niet strijdig is met het staande beleid.
Beleidsdocumenten
geen specifiek beleid gericht op de transformatie van Rijksvastgoed.
Beleidsdoelstellingen
geen specifiek beleid gericht op de transformatie van Rijksvastgoed
Instrumentarium
nvt
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
nvt
Regionale samenwerking
nvt
Samenwerking met Rijksdiensten
Afstemming met het RVB, ter voorbereiding op BO-MIRT, onderdeel Rijksvastgoed.
Onderzoek en monitoring
Op dit moment geen actueel inzicht beschikbaar gekregen van Rijk over het rijksvastgoed dat zij in
bezit heeft en dat gaat vrijkomen. Contact hierover loopt met de heer Peter Petrus, zie B2.
Flevoland
Rijksvastgoed Flevoland
Rol van de provincie
Op dit moment zijn wij in gesprek met het Rijk/het Rijksvastgoedbedrijf over de concentratie van het Rijksvastgoed, waardoor het Rijk in de (nabije) toekomst minder kantooroppervlakte in Lelystad zal gebruiken/afnemen
(NB: het Openbaar Ministerie is vorig jaar reeds vertrokken naar Utrecht). In samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf en de Gemeente Lelystad zal de provincie een MIRT-onderzoek uitvoeren in 2014 en begin 2015.
Tijdens dit onderzoek wordt onder andere nagegaan welke inzet de betrokken overheden kunnen/zullen plegen
om langdurige leegstand van bepaalde Rijkskantoren te voorkomen (en daarmee het tegengaan van een achteruitgang van de omliggende leef- en omgevings¬kwaliteit). Daarnaast is het de bedoeling om na te gaan hoe
nieuwe (fysieke) impulsen in Lelystad gerealiseerd kunnen worden en dat er tussen de betrokken overheden
afspraken worden gemaakt over het bereiken van de doelen in de MIRT gebiedsagenda (zie A.3).
Beleidsdocumenten
Omgevingsplan Flevoland 2006
Collegeuitvoeringsprogramma 2011-2015; Ruimte voor Flevoland
http://www.flevoland.nl/producten -en-diensten/uitvoeringsprogramma-2011/
Gebiedsagenda Noord-Holland, Utrecht en Flevoland (zie url)
Beleidsdoelstellingen
Er zijn geen specifieke doelstellingen geformuleerd ten aanzien van de transformatie van Rijksvastgoed. In breder verband staan verschillende provinciale ambities voor Lelystad vermeld in het
Omgevingsplan Flevoland 2006 en de (MIRT) Gebiedsagenda Noord -Holland, Utrecht en Flevoland
(de gebiedsagenda is afgerond in november 2013). Het Rijk heeft aangegeven dat in het geval van
Lelystad de concentratie van Rijksvastgoed niet alleen een vastgoedopgave is, maar dat gebied sontwikkeling noodzakelijk is om de ambities/doelen in de gebiedsagenda te bereiken.
Instrumentarium
Op dit moment is er geen sprake van instrumentarium ten behoeve van de transformatie van
Rijkvastgoed (zie instrumentarium voor transformatie van kantoorgebouwen).
43
Rijksvastgoed Flevoland
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Niet op het gebied van transformatie van Rijksvastgoed.
Regionale samenwerking
De provincie is trekker van het nog uit te voeren MIRT -onderzoek. Op dit moment wordt in overleg
met het Rijksvastgoedbedrijf en de Gemeente Lelystad een plan van aanpak opgesteld voor dit
onderzoek.
Samenwerking met Rijksdiensten
Tevens is er contact gelegd met het College van Rijksadviseurs om te praten over de eventuele rol
van dit college tijdens het MIRT-onderzoek.
Onderzoek en monitoring
Huidige situatie: wij beschikken over kadastrale gegevens (eigendom + oppervlakte percelen) van
Rijksvastgoed en Rijksgronden. Tevens kunnen wij op vestigingsniveau zien hoeveel personen daar
werkzaam zijn. Daarnaast hebben we een overzicht gemaakt van de Rijkskantorenlocaties in
Lelystad incl. m2 bvo (mede op basis van co rrespondentie vanuit het Rijk over de concentratie van
Rijksvastgoed). Dit overzicht komt echter niet geheel overeen met de informatie die online b eschikbaar wordt gesteld door de Rijksgebouwendienst.
Toekomstige situatie: het Rijk heeft per provincie een masterplan opgesteld, waarin de conseque nties voor de Rijkskantorenlocaties worden aangegeven. De provincie heeft vorig jaar een concep tversie ontvangen, maar beschikt tot op heden nog niet over de definitieve versie. Hoewel wij een
aardig beeld hebben van welke kantoren naar verwachting zullen worden gesloten c.q. welke
kantoren minder zullen worden benut qua ruimtegebruik, zijn de consequenties nog niet schriftelijk
bevestigd (middels het definitieve masterplan).
Er is geen sprake van specifieke monitoring van het (vrijkomend) Rijksvastgoed. De Provincie
Flevoland neemt deel aan het Platform Bedrijven en Kantoren (Plabeka), dat in 2005 is opgericht.
Aanleiding hiervoor was de structurele leegstand van kantoren en de toename van verouderde
bedrijventerreinen. In Plabeka-verband vindt de regionale afstemming plaats over de kwantiteit en
kwaliteit van werklocaties (kantoren en bedrijventerreinen).
Gelderland
Rijksvastgoed Gelderland
Rol van de provincie
-PI Oldenkotte: samen met stichting Oldekotte en gemeente Berkelland een verkennende studie naar een
nieuwe invulling (ook RVOB wordt hiervoor uitgenodigd). Stichting Oldekotte is aan zet om met de uitko msten verder te gaan.
-Nieuw Milligen: hierover zijn we in gesprek. De eerste stap van het rijk is om het vastgoed te koop aan te bieden bij andere
overheden. Dat zal de provincie alleen maar doen indien het direct bijdraagt aan provinciale doelen (bijvoorbeeld compensatie voor natuur waarmee andere bedrijvigheid meer lucht krijgt). Waarschijnlijker is het dat we deelnemen in een stuurgroep
van het rijk en onze expterise inbrengen (inhoudelijk, marktkennis, maar ook relaties contacten) en de verbinding zoeken met
andere ontwikkelingen op de veluwe (of nieuwe) om daarmee te komen tot een goede nieuwe invulling.
Beleidsdocumenten
Zie brief GS aan minister Blok (bijlage).
Beleidsdoelstellingen
Behoud werkgelegenheid of creëren nieuwe werkgelegenheid
Goede ruimtelijke ontwikkeling (dus niet alleen vastgoedbril maar ook kijken naar de ontwikkeling van het
gebied daar om heen) met oog voor maatschappelijke doelen.
Instrumentarium
We willen de gewenste opgave daarbij centraal zetten. Daarom is het lastig om hierin specifiek te zijn. In
principe staat het totale provinciale instrumentarium ter beschikking (denk daarbi j aan economisch en
ruimtelijk beleid, maar ook bijvoorbeeld natuurbeleid).
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Zie Oldenkotten, Nieuw Milligen en pilot Atelier Making Project over leegstaand maatschappelijk vastgoed in
de Achterhoek.
44
Rijksvastgoed Gelderland
Regionale samenwerking
Ook weer afhankelijk van de opgave zoeken we naar voor de hand liggende samenwerkingen. Voor de
belastingdienst zou dat Arnhem, Apeldoorn en Doetinchem kunnen zijn.
Voor de penitentiaire inrichtingen Kruisberg en Oldenkotte speelt het in Ach terhoeksverband. Hier trekken
provincie en regio Achterhoek samen op in de majeure opgave krimp.
Er is geen sprake van een specifiek beleid maar zien het als onderdeel van de opgave waar het gebied voor
staat. Vanuit onze provinciale rol willen we een bijd rage leveren in de agendering, partijen samen brengen
etc.
Samenwerking met Rijksdiensten
Rijks Vastgoed en Ontwikkel Bedrijf (RVOB)
BZK in verband met het masterplan kantoorhuisvesting
In algemene zin is hier het gevoel dat de samenwerking intensiever k an (zie ook brief GS).
Onderzoek en monitoring
Wij zouden daar graag meer zicht op krijgen. We zijn in het bezit van het masterplan kantoorhuisvesting
Gelderland. Helaas levert deze geen overzichtelijke informatie doordat marktgevoelige informatie is zwar tgelakt. Hierdoor is het voor ons niet mogelijk om een goed totaalbeeld te ontwikkelen. Laat staan om pro -actief
mee te denken/ontwikkelen. Ook zouden we meer betrokkenheid willen bij toekomstige ontwikkelingen als
gevolg van de invulling van de bezuinigin gstaakstelling Rutte II.
Utrecht
Rijksvastgoed Utrecht
Rol van de provincie
Stimuleren en faciliteren. De provincie kan gemeenten en markt dezelfde ondersteuning bieden bij
de transformatie van Rijksvastgoed als die zij biedt bij de transformatie van k antoren en ander
(maatschappelijk) vastgoed. Daar waar we verzoeken krijgen van initiatiefnemers en/of gemee nten kunnen wij onder andere helpen door het gezamenlijk opstarten en financieren van een g ebouwenscan en door verbindingen tussen partijen te legge n.
Als uitwerking van de BO MIRTafspraken inzake Rijksvastgoed is recentelijk ambtelijk met het rijk overlegd om te
komen tot een aanpak, waarbij vrijkomend rijksvastgoed en gebiedsopgaven met elkaar in verband worden
gebracht.
Beleidsdocumenten
-Kadernota Wonen en Binnenstedelijke Ontwikkeling (zie url)
-Afspraken BO MIRT
Beleidsdoelstellingen
Efficiënt ruimtegebruik en het bevorderen van de ruimtelijke (binnenstedelijke) kwaliteit
Instrumentarium
Zie beantwoording vragenlijst kantoren. Voor rijksvastg oed geldt echter dat dit ook kan zijn gelegen in het landelijk gebied.
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Tot nu toe zijn we alleen betrokken bij transformaties van leegstaande kantoren en van leegstaand
maatschappelijk vastgoed. En nog niet s pecifiek bij Rijksvastgoed. Wel hebben we in twee gemee nten de ABC-scan geintroduceerd en zijn we de mogelijkheden om dit toe te passen, in samenwe rking met het Rijk en de gemeenten, verder aan het onderzoeken. Ook hier gaat het niet specifiek
om Rijksvastgoed maar om maatschappelijk vastgoed in de volle breedte. Hier dragen we als
provincie ook financieel aan bij. In het gebiedsprogramma Hart van de Heuvelrug en het project
Vliegbasis Soesterberg is/wordt (voormalig) rijksvastgoed getransformeerd naar voor namelijk
natuur maar ook bedrijventerrein (vm. Tanktestbaan Richelleweg Soest) en woningbouw (gedeelte
Vliegbasis Soesterberg).
Regionale samenwerking
Op dit moment voeren wij geen specifiek beleid op het gebied van Rijksvastgoed. Zie verder b eantwoording bij kantorenaanpak.
Samenwerking met Rijksdien-
Zoals hiervoor al genoemd zijn wij met rijkspartners in gesprek om te komen tot een aanpak. In het
kader van gebiedsprogramma’s en projecten is er contact met diverse rijksdiensten. Zo zijn 4
45
Rijksvastgoed Utrecht
sten
ministeries en Rijkswaterstaat partner in het programma hart van de Heuvelrug.
Onderzoek en monitoring
Hier hebben wij geen actueel inzicht in.
Noord-Holland
Rijksvastgoed Noord-Holland
Rol van de provincie
De provincie is gevraagd, in het kader van BO MIRT, ee n rol op zich te nemen in het verbinden van
beleid en de vastgoedopgave.
Stimuleren van vroegtijdige ( gebiedsgerichte) planvorming door RVOB en Gemeenten via inform atie voorziening en bemiddeling.
De rol is afhankelijk van de aard en de plek van het vastg oed en de rol van de provincie in een
specifiek gebied. In de Kop wordt programmatisch gewerkt en is bekend dat er het nodige rijk svastgoed is (gronden Wieringermeer, defensie in Den Helder). In andere gebieden is dat onduid elijk, er is nog geen lijst met het vastgoed.
Het ligt niet voor de hand dat de provincie een rol heeft te vervullen bij bijvoorbeeld leegstaande
belastingkantoren of andere gebouwen in Amsterdam of Haarlem. En anders dan in bijvoorbeeld
Lelystad of Den Haag zijn geen grote concentraties leegstaande overheidskantoren bekend in NH.
Het is dus wachten op inzicht in de feiten.
Beleidsdocumenten
Documenten programma Kop van Nood-Holland
Zie vragenlijst kantoorlocaties
Beleidsdoelstellingen
We zijn in afwachting van de lijst met rijksvastgoe d en de aard en status van het vastgoed. Mocht
het vastgoed een monumentale status kennen of tot het cultureel erfgoed gerekend worden dan is
daar specifiek beleid voor. Niet direct voor de invulling als wel voor het behoud daarvan. Wel
streven we naar de juiste functie op de juiste plaats.
Zie vragenlijst kantoorlocaties
Instrumentarium
Zie vragenlijst kantoorlocaties
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Programma de Kop.
Regionale samenwerking
Intensieve samenwerking provincie en gemeenten in de Kop van NH in de vorm van een gezame nlijk programma.
Samenwerking met Rijksdiensten
Er is in juni 2013 een gespre k geweest van de directeur Beleid provincie NH met ministerie BZK (
DG OBR) en RVOB specifiek ter voorbereiding op AO in de Tweede Kamer commissie over reorgan isatie rijksdienst in juli 2013. Hierin is toegezegd dat ministerie BZK en/of RVOB over voorgen omen
verhuizingen en transformaties de provincie op de hoogte zou houden. Er is hierover daarna verder
geen contact met de provincie over dit onderwerp geweest.
Hembrugterrein (subsidie voor specifieke taken van het projectbureau en subsidies voor herontwikkeling van gebouwen en openbare ruimte)
Verder is er overleg met de marine over de haven Den Helder, overleg met RVOB over gronden in
de Wieringermeer en is de provincie betrokken bij het Hembrugterrein dat door RVOB wordt g etrokken.
Onderzoek en monitoring
Wij zijn in afwachting van de inventarisatie die het RVOB maakt. Informatie specifiek over toeko mstig vrijkomend Rijksvastgoed is ons ( meest recent in juni 2013) vertrouwelijk verstrekt door het
ministerie BZK en ROVB.
46
Zuid-Holland
Rijksvastgoed Zuid-Holland
Rol van de provincie
Reguliere bestemmingsplanadvisering en zo mogelijk verruimen van de planologische kaders.
Beleidsdocumenten
Provinciale Structuurvisie en Verordening VRM; zie https://structuurvisiezh.pleio.nl/
Beleidsdoelstellingen
Geen specifiek omschreven beleidsdoelstelling
Instrumentarium
Ook de VRM heeft als belangrijke algemene doelstelling het duurzaam (her)geb ruik van de bestaande gebouwde omgeving, maar geen specifieke opgaven voor transformatie van Rijksvas tgoed.
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Actueel is de transformatie van vliegveld Valkenburg naar een nieuwe woonwijk.
Regionale samenwerking
In de regio is geen specifiek beleid gericht op transformatie van Rijksvastgoed.
Samenwerking met Rijksdiensten
Op ad hoc basis, projectmatig vindt samenwerking en/of afstemming plaat s
Onderzoek en monitoring
Bij gelegenheid raadplegen wij uw website http://www.rvob.nl/ en http://www.biedboek.nl/#2
In het recente verleden zijn bij de herstructurering van enkele bedrijventerreinen ook voormalige
objecten van defensie herontwikkeld, mede met behulp van provinciale cofinanciering. Te denken
valt aan Maaldrift Wassenaar, het MEOB -complex in Oegstgeest, Dobbewijk te Voorscho ten en het
Genieterrein in Hendrik-Ido-Ambacht.
In het kader van et afstoten van het afstoten van rijkserfgoed heeft de provincie nog betrokke nheid met enkele kleinere objecten (ruïnes, obelisk). Deze zijn van geen belang voor transformatie
in bedoelde zin van dit onderzoek.
Noord-Brabant
Rijksvastgoed Noord-Brabant
Rol van de provincie
Tijdens het BO-MIRT Brabant 2013 is over het vastgoed het volgende afgesproken:
1. De inzet van overheidsvastgoed bij het realiseren van beleidsdoelstellingen (SVIR) en gedeelde opgaven uit de
Gebiedsagenda wordt jaarlijks besproken in het BO-MIRT.
2. Rijk en regio zullen gezamenlijk verkennen op welke wijze zij met elkaar willen samenwerken rond mogelijke
vastgoedontwikkellocaties. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande Gebiedsagenda-overlegstructuren.
Zodoende zijn we in een proces beland waarin we aan het verkennen zijn hoe we beleidsvastgoedcombinaties
kunnen maken. In principe hebben we vanuit ons beleid geen rol in transformatie van Rijksvastgoed. Hierbij
hebben we de rol als facilitator en we bekijken samen met Rijk en regio of we slimme combinaties kunnen
maken tussen vastgoed en gezamenlijk beleid en ambities vanuit de Gebiedsagenda. Een evt. rol bij één of
meerdere transformaties zullen zodoende ontstaan vanuit deze verkenning. In de verkenning hebben we als
provincie ook speciale aandacht voor erfgoed aangezien we dit als provincie belangrijk vinden. Of we daar een
rol innemen is mede afhankelijk van de prijs die gevraagd gaat worden voor het vastgoed.
Daarnaast zorgen we gezamenlijk met de steden ervoor dat af te stoten vastgoed (met name kantoren) een plek
krijgen in het proces van het maken van regionale afspraken en programmering. Rijksvastgoed krijgt daar geen
voorrang t.o.v. toekomstige leegstaand vastgoed van bijvoorbeeld private partijen. Op deze manier wordt het
zodoende wel meegenomen in de analyse om te bekijken welke gebieden (her)ontwikkeld dienen te worden.
47
Rijksvastgoed Noord-Brabant
Beleidsdocumenten
MIRT-Gebiedsagenda: http://www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/ruimtelijke-ordening//media/1486ABF37DD84C84A206440992A61EF1.pdf
Meer informatie over herbestemming van erfgoed: http://www.brabant.nl/Subsites/Herbestemmenerfgoed.aspx
Beleidsdoelstellingen
Er zijn (nog) geen specifieke provinciale beleidsdoelstellingen aangaande de transformatie.
Instrumentarium
Er is zodoende ook geen instrumentarium op dat gebied.
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
Niet inzake rijksvastgoed. We zijn natuurlijk met het Rijk en regio bezig met MIRT -onderzoeken
(o.a. Brainport Avenue). Daarnaast hebben we verschillende projecten/trajecten waar we een
ontwikkelrol hebben vanwege het grote provinciaal belang. Hieronder valt o.a. het eerder g enoemde erfgoed
Regionale samenwerking
De acties zoals genoemd onder a1 worden opgepakt met Rijk,provincie en gemeenten.
Ik kan me voorstellen dat het verkennen van vastgoedcombinaties een regionale doorvertaling
krijgt. (nog niet zeker dus!) Hier ligt voor de hand om de indeling te nemen van de RRO’s (Region ale ruimtelijke overleggen). Wij vinden deze regio’s het juiste schaalniveau om integrale afgewogen
afspraken te maken.
Samenwerking met Rijksdiensten
Vanuit het MIRT hebben we een goede samenwerking met de verschillende ministeries en RWS. Het
Dit zijn van oorsprong de beleidsmakers en strategen. Momenteel zijn we samen met Rijksvas tgoedbedrijf aan het bekijken hoe we het traject tot het komen van beleidsvastgoedcombinaties
kunnen vormgeven. Een eerste overleg tussen Rijkspartijen, provincie en gemeenten staat g epland voor april. Hierin worden naast de ‘normale’ beleidsmakers uit het MIRT -traject aangevuld
met vastgoedspecialisten uit de verschillende organisaties.
Onderzoek en monitoring
We hebben nog geen goed of compleet beeld. Dit maakt onderdeel uit van de verkenning waar we
momenteel met het Rijksvastgoedbedrijf mee bezig zijn
Limburg
Rijksvastgoed Limburg
Rol van de provincie
De provincie ziet zich gesteld voor een grote opgave in de transform atie van vastgoed. Het gaat
daarbij onder meer om leegstand van woningen, monumenten, agrarisch vastgoed, kantoren,
bedrijven, en winkels, vrijkomend zorgvastgoed. Daarbij hoort ook rijksvastgoed.
De provincie werkt momenteel aan een integrale inventarisatie van vriijkomend vastgoed.
Beleidsdocumenten
Het nieuwe beleid zal op hoofdlijnen worden vastgelegd in het Provinciaal Omgevingsplan, waa rvan het concept voor de zomer zal verschijnen. Daarbij zal speciaal aandacht worden besteed aan
dynamisch voorraadbeheer.
Beleidsdoelstellingen
In principe wordt geen onderscheid gemaakt tussen vrijkomend rijksvastgoed en overig vastgoed.
Voor alle vastgoed geldt dat de provincie wil voorkómen dat leegstand leidt tot fysiek verval van
gebouwen en terreinen en daarmee samenhangende maatschappelijke problemen in wijken en
buurten.
Instrumentarium
Het zoeken naar vervangende functies voor het vrijkomend vastgoed. Daarbij is van belang dat in
een krimp- en/of anticipeerregio omzetting naar een woonfunctie steeds minder a an de orde kan
zijn. Voor goede initiatieven is een Transformatiefonds beschikbaar. Hieruit kunnen naar behoefte
borgstellingen , leningen of subsidies (eventueel in de vorm van procesgelden beschikbaar worden
gesteld). Voor monumenten zijn subsidies beschikbaar voor restauratie en herbestemming.
48
Rijksvastgoed Limburg
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
De herontwikkeling van de Oostflank van de gemeente Brunssum: bezien wordt de haalbaarheid
van het project Nature Wonder World. Het gebied omvat ook rijksvastgoed.
De Tapijnkazerne in Maastricht is overgenomen van het Rijk en momenteel wordt gewerkt aan
herbestemming.
Verder: het KMS-terrein te Weert, penitentiaire inrichting Maastricht.
Dit zijn voorbeelden van enkele actuele projecten. Het overzicht is zeker niet u itputtend. Zie ook
het antwoord op vraag B2.
Regionale samenwerking
De gemeenten zijn de eerst betrokkenen. Er geldt een regel dat vrijkomend vastgoed eerst aan
overheden wordt aangeboden, en pas in tweede instantie op de vrije markt wordt gebracht.
De gemeenten zijn verenigd in regio’s. We onderscheiden drie coropregio’s: Noord -, Midden- en
Zuid-Limburg. Deze zijn weer onderverdeeld in subregio’s.
Noord- Limburg: regio’s Venlo e.o., en Venray e.o.
Midden-Limburg: Midden-Limburg West (rond Weert) en Midde n Limburg Oost (rond Roermond)
Zuid-Limburg: regio’s Parkstad Limburg, Westelijke Mijnstreek en Maastricht&Mergelland.
Op Coropniveau heeft afstemming plaats in bestuurlijke overleggen, die belast zijn met de uitwe rking van regionale structuurvisie (in het kader van het nieuwe provinciale omgevingplan).
Specifiek gericht op het jaarlijkse bestuurlijk overleg MIRT tussen delegaties van GS en het Kabinet
zijn er voorbereidende bestuurlijke overleggen, waarin de regio’s vertegenwoordigd zijn door de
wethouders RO van de zeven centrumgemeenten.
In deze structuren heeft ook overleg plaats over de herbestemming van rijksvastgoed, mits er een
gemeentegrensoverschrijdend belang aan de orde is.
Samenwerking met Rijksdiensten
Hierover zijn afspraken gemaakt in het BO MIRT van november 2014. Afgesproken is :
- de inzet van rijksvastgoed jaarlijks in het BO MIRT te bespreken, waarbij niet alleen financieel
rendement, maar zeker ook maatschappelijk rendement van die nieuwe inzet wordt betrokken.
- rijk en regio brengen de samenhang van vastgoedopgaven in beeld en zoeken naar samenloop
van de belangen. Basis is de Gebiedsagenda.
Onderzoek en monitoring
Het Rijk heeft in het kader van de MIRT-afspraken aan de provincie een digitaal bestand met alle
rijksvastgoed in de provincie beschikbaar gesteld. Daaruit valt niet af te leiden welk vastgoed op
welke termijn zal vrijkomen. Dit zal onderwerp zijn van ambtelijk overleg ter voorbereiding van het
BO MIRT, waarover reeds de nodige afspraken zijn gemaakt.
Zeeland
Rijksvastgoed Zeeland
Rol van de provincie
Het provinciaal beleid is het kader voor de ruimtelijke afweging. Als de transformatie van Rijksvastgoed kan
bijdragen aan het behalen van provinciale doelstellingen, kan verdere betrokkenheid worden overwogen.
Beleidsdocumenten
De provinciale ruimtelijke structuurvisie (Omgevingsplan Zeeland 2012 -2018) en ruimtelijke verordening (Verordening ruimte provincie Zeeland 2012) vormen de kaders.
Beleidsdoelstellingen
Zorgvuldig ruimtegebruik is het algemene doel bij stedelijke herstructurering. Transformatie van
kantoorlocaties kan daar onderdeel van uitmaken.
Instrumentarium
Structuurvisie en ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de Ladder voor duurzame verstedeli jking. Overaanbod van kantoorlocaties wordt daarmee voorkome n. Zelfstandige kantoorlocaties
boven 1000m2 zijn alleen toegestaan op goed bereikbare locaties in de vier grootste steden (Vli s-
49
Rijksvastgoed Zeeland
singen, Middelburg, Goes en Terneuzen).
Middelen voor herstructurering van bedrijventerreinen zijn ook beschikbaar voor herstru cturering
van kantoren. Deze middelen zijn inmiddels niet meer beschikbaar, door vervallen van rijksfina nciering.
Wel bestaat er sinds kort de mogelijkheid om, in het kader van de verhuurdersheffing, kantoren
om te zetten in (corporatie)woningen. Het is echter de vraag of het rijksvastgoed zich naar locatie,
constructie en omvang voor deze transformatie leent. Ook dient dit te passen binnen de plannen
van corporaties, gemeentelijk en provinciaal woonbeleid.
Gebiedsgericht beleid of experimenten/ pilots
<Opmerking RIGO: dit gaat over kantoren> Er is geen sprake van specifieke pilots, experimenten
of gebiedsgericht beleid op het gebied van herstructurering of transformatie van kantoren.
Regionale samenwerking
<Opmerking RIGO: dit gaat over kantoren>. Zee land is opgedeeld in vijf regio's die een gezamenlijk
bedrijventerreinprogramma opstellen. Dit programma moet voldoen aan de prognose van vraag
naar bedrijfsruimte zoals die door de provincie is opgesteld. Kantoren maken hier onderdeel van
uit. De regio's zijn Schouwen-Duiveland, Tholen, Walcheren (Vlissingen, Middelburg, Veere), De
Bevelanden (Borsele, Goes, Kapelle, Reimerswaal, Noord -Beveland) en Zeeuws-Vlaanderen (Sluis,
Terneuzen, Hulst).
Samenwerking met Rijksdiensten
Inhoudelijk wordt met meerdere r ijksdiensten goed samengewerkt. Samenwerking is wel gebaat bij
aanwezigheid van rijksdiensten in Zeeland. Zo hecht de provincie grote waarde aan blijvende
aanwezigheid van een robuuste vertegenwoordiging van Rijkswaterstaat. Daarnaast betekent de
aanwezigheid van rijksdiensten ook werkgelegenheid in Zeeland en een goede toegankelijkheid van
deze diensten voor de Zeeuwse bevolking. Bij het beleid omtrent het rijksvastgoed blijkt helaas dat
dit soort overwegingen voor het rijk secundair zijn aan overwegingen van financiële aard. Dit heeft
geleid tot het vertrek van verschillende diensten en beslissingen die de provincie negatief beï nvloeden. Een voorbeeld hiervan is het veranderen van het asielzoekerscentrum in Goes naar een
gezinsopvanglocatie. Hierdoor is de vestiging van asielzoekers met verblijfsstatus in Zeeland
bemoeilijkt, omdat deze nu uit andere delen van het land hierheen moeten komen.
De vestiging van de marinierskazerne in Vlissingen is hierbij een positieve uitzondering, maar
daarmee is het probleem van de vervallen werkgelegenheid slechts ten dele en de toegankelijkheid
in het geheel niet niet opgelost.
Onderzoek en monitoring
De provincie heeft geen compleet actueel inzicht in vrijkomend of leegstaand rijksvastgoed
50
Bijlage 4 Contactpersonen provincies
Provincie
Deskundige kantoren Rijksvastgoed
Email en telefoon
Brief gestuurd aan:
(Hoofd afdeling)
Groningen
Dhr. E.W. de Vries
[email protected]
Provincie Groningen
afdeling Economie, cultuur en
projecten
050 3164939
Ruimtelijke Plannen (RP)
t.a.v. dhr. R. Lander
Postbus 610
9700 AP Groningen
Friesland
Frans Kleijsen
[email protected]
Provincie Friesland
Beleidsmedewerker Ruimte
058 2925631
Programma Bebouwde
Ruimte en Landelijk Gebied
Afdeling Stêd en Plattelân
t.a.v. Dhr. R.R. de Jong
Rijksvastgoed:
[email protected]
Postbus 20120
Menno Keulen
058 2925344
8900 HM Leeuwarden
Dhr. Harry van der Meer
[email protected]
Provincie Drenthe
Ruimtelijke Ontwikkeling
0592 365 447
Ruimtelijke Ontwikkeling,
Coördinator/beleidsmedewerker
Verkeer en Vervoer
Afdeling Stêd en Plattelân
Drenthe
Dhr. Harry van der Meer
Postbus 122
9400 AC Assen
Overijssel
Mevr. Jolanda Walman
[email protected]
Provincie Overijssel
Clusterleider Ruimtelijke Economie
038 499 75 41
Ruimte en Bereikbaarheid
t.a.v. Mevr. M. Esselbrugge
Postbus 10078
8000 GB ZWOLLE
Flevoland
drs. R. (Roy) Nijboer
[email protected]
Provincie Flevoland
Adviseur Ruimte
0320 - 26 55 507
Ruimte, Wonen en Natuur
Afdeling Ruimte & Mobiliteit
t.a.v. Mevr. A. van Oorschot
Postbus 55
8200 AB Lelystad
Gelderland
Dhr. Rogier van Aaken
[email protected]
Thematisch beleidsmedewerker 026 359 9120
Stedelijk gebied Programma
Ruimte, Afdeling Ruimte &
Bereikbaarheid
Provincie Gelderland
Programma’s beleid en
uitvoering
t.a.v. Dhr. Coen Volp
Postbus 9090
6800 GX ARNHEM
Utrecht
Stephanie van Schaik
Wonen en Binnenstedelijke
Ontwikkeling
[email protected]
Provincie Utrecht
Telefoon (06) 21124592
t.a.v. Dhr. H. Jungen
Fysieke leefomgeving
Postbus 80300
3508 TH Utrecht
51
Noord-Holland
Kantoren
[email protected]
Provincie Noord-Holland
Dhr. Tom Lips
023-5144627
Sector Ruimtelijke Inrichting
Directie Beleid
t.a.v. Mevr. Bregje van
Beekvelt
Rijksvastgoed
Zuid-Holland
Postbus 3007
Mvr. Ivon Soldaat
[email protected]
Beleidsadviseur gebiedsontwikkeling
023 514 4181
Dhr. Rick Hoogervorst
[email protected]
Provincie Zuid-Holland
beleidsmedewerker, beheerder
Infodesk Bedrijventerreinen
070 441 67 06
Directie Ruimte en Mobiliteit
Economische Zaken
2001 DA Haarlem
t.a.v. Mevr. Gemma SmidMarsman
Postbus 90602
2509 LP Den Haag
Noord-Brabant
Dhr. Erwin Dacier
[email protected]
Provincie Noord-Brabant
Strategisch adviseur
06 52783571
Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving
Secretaris Brabantstad-ROW
Zeeland
Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving
t.a.v. Dhr. Noud Derks
Bureau Strategie Beleid en
5200 MC 's-Hertogenbosch
Postbus 90151
Dhr. Piet Goossen
[email protected]
Provincie Zeeland
Hoofd afdeling Ruimte
0118 63 19 11
Afdeling Ruimte
Dhr. Piet Goossen
Extra info kantoren:
de heer de Koning
Postbus 6001
[email protected]
4330 LA Middelburg
Rijksvastgoed:
de heer vd Brand
[email protected]
Grondbeleid:
Limburg
de heer Wedts de Swart
[email protected]
Dhr. R.J.P.J.B. (Raymond)
Creemers
[email protected]
Provincie Limburg
043 389 73 15
Kwartiermaker Wonen en
Leefomgeving
beleidsmedewerker ruimtelijke
economie; Economie en Innovatie
t.a.v. drs. R. (Rob) van
Vugt
Postbus 5700
6202 MA Maastricht
52
53