le passé composé

PARCOURU!
Jorn Dijkstra
SECTION 29. L’EMPLOI DU TEMPS | LE PASSÉ COMPOSÉ
het gebruik van de tijden | de voltooid tegenwoordige tijd
INTRODUCTION
Als je net terug bent gekomen van een leuke vakantie, heb je al snel de neiging om
hierover te vertellen. Zonder erbij na te denken, maak je dan gebruik van de voltooid
tegenwoordige tijd. Ik heb Parijs bezocht, ik heb zóveel dingen gekocht, wij hebben
echtt veel geld uitgegegeven. En nee, ik had nog nooit zoveel gedronken. Ja, natuurlijk
hebben wij gezoend.
L’EMPLOI DU PASSÉ COMPOSÉ
COMP
Je hebt het dan over een reeks van gebeurtenissen die in het verleden gebeurd
zijn.. Je beschrijft de dingen in het verleden als het ware als een film,
film een reeks van
handelingen.
Een passé composé bestaat altijd uit 2 (twee!) zaken:
[1] een vorm van het hulpwerkwoord avoir of être;
[2] het voltooid deelwoord.
In feite komt het gebruik van
van de passé composé overeen met het Nederlands.
Hier je suis parti à 3 heures et je suis arrivé à 5 heures.
- Gisteren ben ik om 3 uur vertrokken en ben ik om 5 uur aangekomen.
J’ai pris le train, mais j’ai oublié mon argent.
- Ik heb
eb de trein genomen, maar ik ben mijn geld vergeten.
Tu es né où? Je suis né à Franconville, près de Paris.
- Waar ben je geboren? Ik ben in Franconville geboren, vlakbij Parijs.
In section 23 heb je de vormen van het hulpwerkwoord avoir/être kunnen zien en in
section 26 heb je gezien hoe het voltooid deelwoord tot stand komt.
Mocht je even vergeten zijn hoe dat er ook alweer uitzag, neem dan eerst die
sections door voordat je verder leest.
PASSÉ COMPOSÉ + AUXILIAIRE ÊTRE
Het voltooid deelwoord kán veranderen,
veranderen, maar wanneer precies? Als je een passé
composé gebruikt, waarbij être het hulpwerkwoord is, richt het voltooid deelwoord
zich tot het onderwerp van de zin en past zich, zonodig, qua geslacht en getal
hieraan aan.
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Een voorbeeld met analyse.
Ma mère est resté 3 mois à Lille. - Mijn moeder is 3 maanden in Lille gebleven.
analyse:: Deze zin lijkt foutloos. De persoon die de zin geschreven heeft zich
ogenschijnlijk keurig aan de regels gehouden.
Ogenschijnlijk, want het voltooid deelwoord resté richt zich tot het ma mère
(het onderwerp van de zin) en past zich aan.
Nu is ma mère vrouwelijk enkelvoud, dus krijgt resté een extra –e
GOED is: Ma mère est restée 3 mois à Lille.
Nog een voorbeeld:
Mes amis se sont trompé.
- Mijn vrienden hebben zich vergist.
analyse:: Wederkerende werkwoorden worden inderdaad altijd met être
vervoegd. Echter, het onderwerp, mes amis, is mannelijk meervoud. Dit
betekent dat trompé een extra –s krijgt.
GOED is: Mes amis se sont trompés.
Los van de wederkerende werkwoorden,
werkwoorden, zie je hieronder alle werkwoorden die met
être als hulpwerkwoord vervoegd worden in la maison d’être.
Samengevat kun je
zeggen dat je een
keer extra naar het
onderwerp van de
zin moet kijken als
het
hulpwerkwoord
être is. De
mogelijke
veranderingen van
het voltooid
deelwoord staan
hieronder
weergegeven.
mannelijk
vrouwelijk
voltooid deelwoord
enkelvoud
--
-e
meervoud
-s
-es
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
Omdat de passé composé een tijd is, die vaak en veel wordt gebruikt, geef ik nog wat
voorbeelden (en om het af te leren):
Elle est allée au ciné avec Paul.
Nous sommes venus à 19h.
Il est né le 8 décembre.
Vous êtes restée, madame?
Nous nous sommes promenés.
- Zij is met Paul naar de bios gegaan.
- Wij zijn gekomen om 7 uur.
- Hij is op 8 december geboren.
- Bent u gebleven, mevrouw?
- Wij hebben gewandeld.
PASSÉ COMPOSÉ + AUXILIAIRE AVOIR
Een zin die in de passé composé
compos staat en als hulpwerkwoord avoir heeft, verandert
vaak niet. Echter, als het lijdend voorwerp in dit geval voor het gezegde staat,
moet het voltooid deelwoord zich aanpassen aan het geslacht en getal van het
lijdend voorwerp.
Die verandering ‘moet’ volgens
volge onderstaand schema.
mannelijk
vrouwelijk
voltooid deelwoord
enkelvoud
--
-e
meervoud
-s
-es
Natuurlijk nu ook wat voorbeelden inclusief analyse.
zin 1) Elle a écrit une lettre.
- Zij heeft een brief geschreven.
zin 2) La lettre qu’elle a écrit.
- De brief die zij heeft geschreven.
analyse:: Zin 1 is correct. Het lijdend voorwerp is ‘une lettre’, maar staat
achter het gezegde. Het voltooid deelwoord verandert dus nooit.
Zin 2 is fout, want het voltooid deelwoord ‘la lettre’ staat vóór het gezegde.
Dit betekent dat het voltooid deelwoord zich aanpast aan het lijdend
voorwerp.
orwerp. In dit geval vrouwelijk enkelvoud.
Het voltooid deelwoord krijgt in zin 2 dus een extra –e.
GOED is: La lettre qu’elle a écrite.
Nog maar een voorbeeld.
Probeer nu eerst zelf de zinnen te analyseren….
zin 1) J’ai vu les personnes.
zin 2) Je les ai vu.
zin 3) Les personnes que j’ai vu.
- Ik heb de personen gezien.
- Ik heb ze gezien.
- De personen die ik heb gezien.
PARCOURU!
Jorn Dijkstra
analyse:: Op drie manieren hetzelfde zeggen. Dat gebeurt hierboven
eigenlijk.
Zin 1 is goed: het lijdend voorwerp staat achter het gezegde.
Zin 2 is fout: het lijdend voorwerp ‘les’ (= les personnes) staat vóór het
gezegde. ‘Les personnes’ is vrouwelijk meervoud, dus het
voltooid deelwoord krijgt –es extra.
Zin 3 is ook fout: het lijdend voorwerp staat aan het begin van de zin.
Ook nu krijgt het voltooid deelwoord –es erachter.
GOED zin 2) Je les ai vues.
zin 3) Les personnes que j’ai vues.
En? Hoeveel zin had je goed geanalyseerd zonder de oplossingen te bekijken?
Tenslotte nog even opletten….
J’ ai été
J’ai disparu
J’ai commencé
J’ai réussi
- Ik ben geweest
- Ik ben verdwenen
- Ik ben begonnen
- Ik ben geslaagd