E-WAY OUT NIEUWJAARSDICTEE DEEL 2 - CONTROLEBLAD © Jan Verweij & Franka van Dommelen Naam: _________________________________________________________________________________________ E-mailadres: _________________________________________________________________________________________ Telefoonnummer: _________________________________________________________________________________________ Homoniemen Homoniemen zijn woorden die hetzelfde geschreven zijn maar twee of meer verschillende betekenissen hebben. Schrijf de homoniemen tussen de twee gegeven betekenissen. Voorbeeld: Smalle weg ___Pad___ Amfibie die lijkt op een kikker 1. Wandelpas ___Mars___ Planeet in het zonnestelsel 2. Mest uitstrooien over het land ___Gieren_ Hard lachen 3. U ___Klinker_ Soort straatsteen 4. Ruimte van een kerk tussen de pilaren ___Beuk___ Boomsoort 5. Leiding, team van leidinggevenden ___Staf____ Wandelstok, loopstok 6. Gereedschap om grond te bewerken ___Ploeg__ Elftal, team 7. Middelpunt van orkaan ___Oog___ Lichaamsdeel 8. Peilen, verkennen ___Polsen__ Lichaamsdelen 9. Muziekgroep ___Band___ Sterke onderlinge relatie 10. Gesteldheid van de atmosfeer ___Weer___ Opnieuw, herhaling Verbeter de contaminaties / verhaspelingen / fouten Verbeter onderstaande zinnen. Voorbeeld 1: Laten we geen oude vissen uit de sloot halen. Laten we geen oude koeien uit de sloot halen. Voorbeeld 2 (contaminatie): Je moet hooien als het heet is. Je moet hooien als de zon schijnt OF je moet het ijzer smeden als het heet is. 1. Dit steekt er met kop en schotel bovenuit. Dit steekt er met kop en schouders bovenuit.__________________________________________ 2. Dat is er met de paplepel ingeslagen. Dat is er met de paplepel ingegoten.__________________________________________________ 3. Ik erger me groen en blauw. Ik erger me groen en geel.___________________________________________________________ 4. Ik sta helemaal triplex. Ik sta helemaal perplex._____________________________________________________________ 5. Laten we met een schone luier beginnen. Laten we met een schone lei beginnen._______________________________________________ 6. Pak je borst maar vast. Maak je borst maar nat._____________________________________________________________ 7. Dat legt geen doden aan de zeik. Dat zet geen zoden aan de dijk. _____________________________________________________ 8. Ik maak weleens taalfouten, maar ik ben dan ook geen neerlandici. Ik maak weleens taalfouten, maar ik ben dan ook geen neerlandicus.__________________ 9. Je kon een speld in een hooiberg horen vallen. Je kon een speld horen vallen – Het is zoeken naar een speld in een hooiberg. _________ 10. Het bloed gaat toch waar je niet kruipen kan. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. _____________________________________________ Invuloefening Noteer het woord waarmee het eerste woord eindigt. Dit is het begin van het tweede woord. Het aantal puntjes staat voor het aantal letters. Voorbeeld: Kruid . . . . . schaartje Kruid nagel schaartje Totem .paal . . . danseres Aan .hang . . . jongeren Kruis .spin . . . nijdig Werk . ster . . allures (ster) Slag . boom. . . stam Cowboy .hoed . . . ster Is .lam . . pion Huis . kamer. . . muziek Venster .bank . . . stel Nacht .wacht . . . . huisje Onder .trouw . . . . jurk Vent .weg . . brengen Op .stel . . . regel Open .baar . . . moeder Boom . wortel. . . . . kanaal Te .kort . . . wieken Slot som. . . meren Made .lief . . . kozen Brief . hoofd. . . . stuk (andere optie: kunst) Paarden . staart. . . . . deling Noteer de werkwoorden in de juiste vorm t.t. = tegenwoordige tijd; v.t. = verleden tijd; o.d. = onvoltooid deelwoord; v.d. = voltooid deelwoord; b.g.v.d. = bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord. 01. Op de bestraten (b.g.v.d.) bestrate_ weg naast het ontginnen (b.g.v.d.) ontgonnen veld werd aan de vluchten (b.g.v.d.) gevluchte_ man met zijn intapen (b.g.v.d.) ingetapete enkel vragen (v.d.) gevraagd of hij met zijn auto crashen (v.d.) gecrasht_ was nadat hij een hele avond in de afbranden (b.g.v.d.) afgebrande_ clubgebouwen had darten (v.d.) gedart___ en bingoën (v.d.) gebingood__. 02. Hij vermoeden (t.t.) _vermoedt______dat het niet worden (t.t.) _wordt________vergoeden (v.d.)__vergoed_____ 03. Als er een moord worden (t.t.) __wordt_______ plegen (v.d.) _gepleegd_____ door iemand uit de onderwereld, dan weten (t.t.) _weet______ je bijna zeker dat die zal worden wreken (v.d.) _gewroken.______ 04. Toen hij horen (v.t.) _hoorde_____ dat hij een miljoen had erven (v.d.) _geërfd________, juichen (v.t.) _juichte_______ hij te vroeg: door de belasting worden (v.t.) _werd________ volgens de gelden (o.d.) _geldende_______ regels een groot gedeelte opeisen (v.d.) _opgeëist._______. 05. De veulens die vrolijk hinniken (o.d.) _hinnikend______ in de rondte galopperen (v.t.) _galoppeerden__werden door de lachen (o.d.) lachende_________ kinderen gadeslaan (v.d.) __gadegeslagen______. 06. Hij richten (v.t.) _richtte__________ zich op, doven (v.t.) _doofde___________ de sigaret en vluchten (v.t.)_vluchtte____________weg. 07. De wijze waarop de akte is samenstellen (v.d.) _samengesteld____, voldoen (v.t.) _voldeed_____niet aan de verwachting van de blozen (o.d.) _blozende______notaris. 08. De vrijwilliger werven (v.t.) _wierf______ diverse kandidaten voor het nieuwe bestuur waarbij hij met name de communicatievaardigheden prijzen (v.t.) __prees._______. 09. Ik heb nadat ik had carpoolen (v.d.) _gecarpoold_ de hele dag tobben (v.d.) getobd_over de vraag of de saven (b.g.v.d.) gesavede_ bestanden over de recyclen (b.g.v.d.) gerecyclede_____kunststoffen wel bewaren (v.d.) bewaard___ waren.
© Copyright 2024 ExpyDoc