Vraag en antwoord voorlichtingsbijeenkomst

Stimuleringsregeling Open en Online Onderwijs: Terugblik voorlichtingsbijeenkomst 3 dec 2014 Vraag en Antwoord ten aanzien van de stimuleringsregeling van OCW/SURF Welke instellingen kunnen optreden als projectpartners? -
Kun je in je project samenwerken met het bedrijfsleven?
 Alleen Nederlandse instellingen voor hoger onderwijs die geaccrediteerd
onderwijs aanbieden (CROHO) kunnen projectpartners zijn. Bedrijven kunnen dus
niet een formele projectpartner zijn. Maar dat neemt niet weg dat een bedrijf
opdrachtnemer kan zijn binnen het project. Je kiest zelf met wie je dit project het
beste uit kunt voeren. -
Kun je samenwerken met internationale partners? Hier geldt hetzelfde antwoord. Niet als formele, mee-indienende
projectpartners, maar wel als opdrachtnemer, als inbrenger van expertise of wat
dan ook. -
Samenwerking is toegestaan maar niet verplicht. Kun je beter alleen indienen of
beter de samenwerking opzoeken?
 Dat hangt af van je projectdoel. Ga na of samenwerking daarvoor van
toegevoegde waarde is. Als je een project indient met meerdere partners, geef
dan de rolverdeling goed aan.
-
Hoe worden UMC’s gezien, als een zelfstandige instelling?
 De opleidingstak (medische faculteit) van de UMC’s valt onder de universiteit.
Een projectvoorstel van een UMC moet daarom ingediend en ondertekend worden
via het CvB van de universiteit.
-
-
Is het toegestaan vanuit één instellingen meerdere aanvragen in te dienen?
 ja, dat mag. -
Is post-initieel onderwijs meegenomen in de regeling?
Post-initieel onderwijs wordt niet uitgesloten, maar het moet wel voldoen aan
de definitie in de Wet op het hoger onderwijs. Het gaat om opleidingen die
geaccrediteerd worden door de NVAO en opgenomen zijn in het CROHO.
-
Kun je meedoen als het onderwijs in kwestie nog niet geaccrediteerd is?
Bijvoorbeeld omdat de Toets Nieuwe Opleiding bij de NVAO nog niet is
afgerond?
 Dan kan je helaas met het betreffende programma in deze ronde nog niet
meedoen. Vier kerndoelen -
Krijg je meer punten als je in je projectaanvraag meerdere van de vier
kerndoelen adresseert?  Nee. Het is juist belangrijk een goede focus te kiezen. -
Kunnen we ergens nadere definities van de vier kerndoelstellingen vinden?
 Nee. We willen juist geen sluitende definities voorschrijven, maar aan de
indieners overlaten een eigen inkleuring te geven die past bij de eigen context. Definitie Open en Online Onderwijs -
In de definitie van online onderwijs staat dat het online gedeelte een
‘substantieel deel’ moet uitmaken. Hoeveel is substantieel?
 Dat hebben we niet nader gedefinieerd, je moet zelf beargumenteren in je
voorstel dat het om een substantieel gedeelte gaat.
-
Vallen het ‘flippen van de classroom’ en blended learning onder de definitie van
online onderwijs?
 ja.
-
In de regeling staat dat je gebruik moet maken van een Creative Commons
licentie. Daar zijn verschillende varianten van. Welke variant moet je gebruiken?
En moet je voor het hele onderwijs dezelfde variant gebruiken?
 Alle varianten van de Creative Commons licenties worden geaccepteerd. Er
mogen ook verschillende varianten gebruikt worden.
-
Moet al het onderwijsmateriaal een Creative Commons licentie hebben?
 Het deel van het materiaal dat ontwikkeld/gebruikt wordt voor het betreffende
project in principe wel. Als je een andere open licentie hebt met een vergelijkbare
strekking als Creative Commons, is dat in overleg mogelijk. -
Wat als je een deel van het onderwijs wilt laten verzorgen door een derde partij?
Of als studenten het onderwijs samenstellen?
 Ook die derde partij (ook als dit studenten zijn) moeten er dan op letten een
Creative Commons licentie te gebruiken. Studenten kun je opleiden in de
beginselen van het auteursrecht. Beoordelingsprocedure -
Wordt er op enige manier gestuurd op spreiding bij de toekenning? Is er
bijvoorbeeld een selectie op de vier doelen van de regeling? Of een spreiding over
hbo/wo?
 Nee. Er wordt beoordeeld op kwaliteit, daarom zijn de hoogste scores leidend. -
Als je projectvoorstel wordt afgewezen, kun je het dan in de volgende ronde
opnieuw indienen?
 Je krijgt een motivering bij de afwijzing van een projectvoorstel. Daar kun je je
voordeel mee doen als je het voorstel een jaar later nogmaals in zou willen
dienen.
-
De WTR-beoordelingscommissie brengt een advies uit aan de minister. Heeft dat
een openbaar karakter?
 De individuele beoordelingen zijn niet openbaar, die worden alleen aan de
indiener zelf teruggekoppeld. De indieners krijgen daarin ook een toelichting op de
beoordeling die zij hebben gekregen. Uiteindelijk is het aan de minister om te
bepalen of zij het advies openbaar wil maken. Subsidie en matching -
Heeft het consequenties voor je matchingsbedrag als je onderaannemers zou
willen contracteren?
 We werken met een vast uurtarief van €75. Als je met onderaannemers werkt
die duurder zijn, dan moet je het betreffende bedrag zelf extra bijleggen.
-
Is met de fiscus afgestemd dat de subsidie niet btw-plichtig is?
 Dit betreft een subsidie zonder tegenprestatie, dus is vrijgesteld van BTW. -
Met welke tijdsinzet moeten we rekening houden voor de begeleiding door
SURF?
 Hou rekening met 4 dagen tijdsinzet per project (op die 16 maanden) en de tijd
die benodigd is voor de tussentijdse- en eindverantwoording. Dit neem je gewoon
in je begroting op. -
Moet het budget helemaal aan uren besteed worden of kun je ook materiële
kosten maken?
 Uiteraard kun je ook andere kosten begroten. Je bepaalt zelf wat je nodig hebt
om het projectdoel te bereiken. Verantwoording
-
Hoe vinden verantwoording en subsidiebetaling plaats?
 Je moet per kwartaal een rapportage indienen, op de website is het format
daarvoor al in te zien. De subsidie wordt per kwartaal achteraf uitbetaald. - Worden er consequenties verbonden aan het niet behalen van deliverables?
 Er is een verschil tussen het opleveren van deliverables en het behalen van de
gestelde doelen:
- deliverables moet je ook daadwerkelijk opleveren. Als dat niet zo is, dan moet je
goed onderbouwen waarom het niet of later wordt opgeleverd, je verandert
namelijk de voorwaarden waaronder het voorstel is gehonoreerd.
- het niet behalen van doelstellingen (bijv. omdat een verwacht effect uitblijft) is
natuurlijk teleurstellend, maar dat kan. Soms blijkt een innovatie anders uit te
pakken dan verwacht. Belangrijk is dat jullie en andere instellingen er van kunnen
leren door een goede analyse en conclusie voor het opstellen van best practices.
Je maakt vooraf een risicoanalyse om zoveel mogelijk te voorkomen dat
problemen optreden. Bespreek veranderingen in planning, activiteiten en
deliverables zo spoedig mogelijk met de SURF projectmanager. -
Worden de eindproducten in een bepaald format op de site gezet?
 De evaluatie in ieder geval niet, de praktijkbeschrijving eventueel wel. Dat gaat
SURF met de geselecteerde projecten tijdens de startbijeenkomst nader
afstemmen. Verder zet SURF zelf informatie over alle projecten op de SURFwebsite. -
Is er een richtlijn voor de vorm en omvang van medewerking aan het onderzoek
van de NRO?
 Dat kan helaas nog niet, omdat de opzet van het onderzoek pas begin mei
bekend wordt. Op de startbijeenkomst worden nadere afspraken gemaakt.
We gaan er in ieder geval van uit dat de evaluaties zo goed worde uitgevoerd dat
zij waarde hebben voor het onderzoek en dat er bereidheid is tot samenwerking.
-
Veel van de eindproducten zal bestaan uit onderwijsmateriaal. Welke eisen
worden gesteld aan de termijn waarin die beschikbaar moeten blijven?
 Dat is niet hard gedefinieerd, maar in het projectvoorstel moet je aangeven hoe
je de duurzame verankering van de projectresultaten wilt borgen. Algemeen -
Wordt deze stimuleringsregeling komend jaar op dezelfde manier herhaald, met
dezelfde looptijd en startdatum?
 Naar verwachting wel, tenzij de uitvoering dit jaar aanleiding geeft voor
bijstellingen.
-
Kunnen de instellingen die geen goedgekeurd project hebben, wel meedoen aan
de activiteiten die SURF binnen de kennisagenda uitvoert?
 Uiteraard, graag!
Vraag en Antwoord ten aanzien van de Call for Proposals van NRO -
De call for proposals vraagt een creatief voorstel, maar anderzijds zijn er al
bepaalde doelstellingen vastgesteld. Welke ruimte is er?
 Er mogen, naast de in de call for proposals gestelde doelstellingen, ook nog
andere onderzoeksdoelstellingen toegevoegd worden.
-
Het onderzoek moet een evaluatief karakter hebben, terwijl de individuele
projecten die geëvalueerd worden nog niet bekend zijn.
 Klopt. Er komen ook elk jaar nieuwe projecten bij. Het onderzoek moet dus zo
opgezet zijn dat het deze opzet kan accommoderen. -
Moet het flankerend onderzoek over alle projecten uit de OCW/SURF
stimuleringsregeling gaan?
 Nee, het mag een selectie betreffen. Belangrijk is dat de bronnen relevant zijn
voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag. -
Binnen de SURF-regeling moeten de projecten ook een evaluatie uitvoeren. Waar
ligt de afbakening met het NRO-onderzoek?
 De evaluatie binnen de afzonderlijke OCW/SURF-projecten betreffen de eigen
projectdoelen. Het NRO-onderzoek beweegt zich op een ander niveau, dit
evalueert de projecten in samenhang en voegt bovendien andere bronnen toe. Dit
is dus een veel breder onderzoek. Daarnaast gaat het bij de evaluatie van de
afzonderlijke projecten niet om wetenschappelijk onderzoek, en bij het NROonderzoek wel. -
Is het toegestaan zowel een aanvraag binnen de NRO-call als binnen de
OCW/SURF-stimuleringsregeling te doen? Of is er dan sprake van
belangenverstrengeling?
 Dat is toegestaan. Er is geen belangenverstrengeling. -
Wordt deze call for proposals (van NRO) volgend jaar herhaald, net als de oproep
voor de stimuleringsregeling?
 Nee. Het onderzoeksvoorstel dat nu geselecteerd wordt in het kader van de
NRO-call, gaat over alle vier de jaren. Het is de bedoeling dat alle projecten van
de komende vier jaar worden meegenomen in dit onderzoek.