Categorie Zaalhockey Jeugd Fases Opbouwen helft tegenstander / Kansen scheppen Balbezit Speldoel(en) • Verbeteren van basistechnieken met behulp van beeldspraak. Speler met bal - Drijven Spel- en/of oefenvorm Zie oefening (vanaf 00.09 sec. in video). Drieloop. Tijd Ca. 5 min. Aandachtspunten • Bal is ruim voor de rechtervoet: ‘Er moet een hondje tussen de stick/bal en je voet kunnen lopen’. • Linker elleboog is los van lichaam: ‘Doe alsof er een ballon onder je oksel zit’. • Constant contact met de bal: ‘Je houdt een omgekeerde lolly vast, je stick is het stokje, de bal het snoepje’. Speler met bal - Push vanuit loop • Bal uit loop pushen: ‘Duw de bal van je weg en loop meteen achter de bal aan’. Speler met bal - Drag • Bal richting forehand tegenstander brengen: ‘Doe alsof je het snoepje (bal, vorige beeldspraak) aan het stokje (forehand) van de tegenstander wilt plakken’. • Bal terug ‘trekken’: ‘Bedenk op het laatste moment dat het jouw snoepje is en neem het snoepje met een grote trekbeweging naar rechts terug’. • Versnellen langs linkervoet tegenstander: ‘Ga met een ruime boog voorbij de andere kant van de verdediger, zodat deze niet bij je snoepje kan komen’, ‘Scherm het snoepje af’. Niet-balbezit N.v.t. Omschakelen 1 N.v.t. Veld: Deze oefening kan in een hele zaal getraind worden. Organisatie Variatie (makkelijker/moeilijker) Speler A drijft en passt de bal op speler B. Speler B controleert de bal in beweging en pusht de bal op speler C. Spelers lopen achter hun pass aan. Moeilijker • Deze drieloop is een veelgebruikte oefening. Het is een organisatorisch overzichtelijke vorm om snel een grote groep spelers actief te laten trainen én basistechnieken kort te herhalen. In de oefen- en spelvormen worden deze in een meer tactische context geplaatst. Tips • Doe deze oefening niet langer dan 5 minuten en wissel de opdrachten snel af. 2
© Copyright 2024 ExpyDoc