Een andere kijk op moeilijk gedrag Oplossingsgericht handelen en denken Observatieopdracht: fijn gedrag in KO A situatie/wat lokt uit? B gedrag C gevolg (winst-verlies) Observatieopdracht: lastig gedrag in KO A situatie/wat lokt uit? B gedrag C gevolg (winst-verlies) ABC-schema A situatie - vooraf Duidelijke, voorspelbare omgeving (prikkels) Duidelijke structuur Afspraken en regels Model staan (rust) Toezicht houden (positief en negatief gedrag) B gedrag C gevolg Bekrachtigen Negeren Time-out Straffen Stop-team Voorbeeld dwingproces Ouder en kind in de supermarkt Kind vraagt een snoepje Ouder weigert (-) Kind zeurt om een snoepje Ouder geeft nog steeds niet toe (-) Kind krijgt een driftbui Ouder geeft toe (+) Kind wordt rustig Ouder leert het kind om dwingende strategieën te gebruiken Voorbeeld dwingproces Ouder en kind in de supermarkt Ouder weigert Kind zeurt om een snoepje (-) Ouder geeft nog steeds niet toe Kind krijgt een driftbui (-) Ouder geeft toe Kind wordt rustig (+) Het kind leert zijn ouder toe te geven in dwingende interacties. Leerwetten • Wet 1: Gedrag gevolgd door iets positief gaat toenemen. Dit is het principe van belonen. • Wet 2: Gedrag met een negatief gevolg zal afnemen. Dit negatieve gevolg kan als straf omschreven worden. • Wet 3: Gedrag dat niet meer gevolgd wordt door iets positief gaat uitdoven. Dit gebeurt bij negeren en time-out. Leerwetten Wet 1: Gedrag gevolgd door iets positief gaat toenemen. Dit is het principe van belonen. Dit belonen kan door iets leuk toe te voegen (+S+) of door iets onaangenaam weg te nemen (-S-) of door iets onaangenaam dat niet optreedt (/S-). Wet 2: Gedrag met een negatief gevolg zal afnemen. Dit negatieve gevolg kan als straf omschreven worden: iets leuks wordt weggenomen (S+) of iets onaangenaam wordt toegediend (+S-). Wet 3: Gedrag dat niet meer gevolgd wordt door iets positief gaat uitdoven (/S+). Dit gebeurt bij negeren en time-out. Helpende gedachten: de camera Gebeurtenis: Wat zie en hoor ik? Helpende gedachten Gedrag: Wat kan ik doen om mijn doel te bereiken? Gevoelens: Hoe wil ik me voelen? Gevolg of doel: Wat wil ik bereiken? Evaluatie Wat kwam tegemoet aan je beste verwachting ? Wat zal je de komende week in de praktijk proberen (denken en /of doen)?
© Copyright 2024 ExpyDoc