ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Elektro-mechanica HBO5 Module Werkplekleren productieautomatisering Code 7392 Lestijden 80 Studiepunten n.v.t. Mogelijkheid tot JA aanvragen vrijstelling Vereiste 100 % aanwezigheid Ingeschatte totale 360 à 400 studiebelasting (in uren)1 1 De totale studiebelasting hangt af van de kennis, inzet en ervaring van de cursist . De ingeschatte totale studiebelasting geeft een gemiddelde weer en wordt uitgedrukt in uren van 50 minuten. Het omvat de lesmomenten, de verwerkings- en voorbereidingstijd en de evaluatiemomenten. 2. Inhoud Om een HBO5-diploma te behalen, dien je 8 à 10 weken (of 250 à 300 u) stage in een onderneming te lopen en daarover een stageverslag te schrijven. De stagetaken en werkzaamheden worden bepaald in overleg met de stageonderneming, mentor en lector. Een uitgebreide beschrijving van het takenpakket wordt genoteerd op de inlichtingenfiche en goedgekeurd door de lector. De lector neemt contact op met de stageonderneming/mentor tijdens de stage (telefonisch en/of stagebezoek) De lector beslist over het eindresultaat, rekening houdend met de eindevaluatie door de stagementor, het verloop van de contactmomenten en individuele gesprekken met de stagiair gedurende zijn/haar stage en het eindrapport. Bij het opmaken van het verslag leert de cursist rapporteren (logische structuur opstellen, taal, spelling...) • De cursist kan de vaktechnische kennis verbreden, verdiepen en toepassen; • De cursist kan spontaan waarnemen, rapporteren; • De cursist kan zelfstandig werken; • De cursist kan informatie verzamelen en verwerken; • De cursist kan werken in teamverband; • De cursist kan de vaktechnische kennis toepassen in een bedrijfssituatie. 3. Draagt bij tot volgende competenties Om zijn beroep uit te kunnen oefenen moet de afgestudeerde basiskennis, inzichten en vaardigheden verwerven over: • Mechanica, elektriciteit, elektronica • Pneumatica, hydraulica en thermodynamica • Regeltechniek en automatisering De opleiding stelt zich tot doel een hooggeschoolde technicus te vormen die in staat is: • op korte termijn ingezet te worden voor uitvoeringstaken, die een grote deskundigheid vergen en die hij zelfstandig of in teamverband moet kunnen uitvoeren. • complexe installaties die van elektrische, elektromechanische, pneumatische, hydraulische of thermische aard kunnen zijn te ontwerpen in dienst te stellen, te bedienen en onderhouden • na voldoende ervaring, leiding op te nemen tot op het niveau van middenkader. • op verantwoorde wijze apparaten en gereedschappen te selecteren, rekening houdend met hun karakteristieken, kostprijs en veiligheid voor gebruikers en omgeving. • probleemoplossend te denken. • de nodige vorming en attitudes te bezitten om door zelfstudie en/of bijscholing zijn kennis continu bij te werken. • alle relevante informatie te verzamelen, te verwerken en ze, indien nodig, in een voor anderen geschikte vorm beschikbaar te stellen. Tijdens de opleiding worden attitudes ontwikkeld zoals zin voor initiatief, flexibiliteit, autonoom en in teamverband werken, zin voor efficiëntie, doorzettingsvermogen, zin voor nauwkeurigheid, analytisch en logisch denken. De cursist leert de verworven theoretische en praktische kennis van de hele opleiding en nieuwe kennis op te doen in de praktijk. De cursist is in staat om dit alles in een vlot en helder geformuleerd paper te verwerken. 4. Doelstellingen Algemeen Deze eenheid sluit de opleiding af. Bij de praktijkervaring krijgen de cursisten de kans om de opgedane kennis toe te passen. De stage zorgt voor een grondige kennismaking met de onderneming of met een andere afdeling in de firma waar de student al is tewerkgesteld. De student kan de verworven kennis tijdens de opleiding toetsen aan de praktijk van een reële werksituatie, praktijkervaring opdoen, voeling krijgen met het werkveld, leren van de ervaringen en deskundigheid van het team en de organisatie. De student kan binnen het vakgebied nieuwe inzichten verwerven. De student wordt een onderzoekende houding bijgebracht. De student moet zowel zelfstandig als in een team kunnen werken. De student moet zijn stageactiviteiten interpreteren, beschrijven en evalueren. De student moet vlot taalvaardig zijn, helder en overtuigend kunnen communiceren met vakspecialisten. De student kan reflecteren over zijn competenties. De student kan logisch redeneren en structureren De student kan problemen opsporen, analyseren en oplossen De student heeft aandacht voor veiligheidseisen, kwaliteitseisen en economische eisen 5. Werkvormen Projectactiviteiten en –taken a. infomoment b. goedkeuring aanvraag en bespreking c. inleveren stagecontract d. start stage e. infoles opstellen stageverslag f. reflectiemoment, individuele gesprekken g. indienen stageverslag De cursist wordt op verscheidene ogenblikken uitgenodigd om zijn/haar vorderingen te bespreken met de lector 6. Leermiddelen - stageverslag: Schrijven: van verslag tot eindwerk, do’s & don’ts L. Pollefliet Gent: Academic Press ISBN 978 90 382 1610 2 - Persoonlijke communicatie en DLO communicatie 7. Evaluatie schriftelijk : indienen van een stageverslag voor gedetailleerde evaluatie: zie evaluatiecontract Een cursist , die 50/100 of meer behaalt, is geslaagd voor de module Er wordt geen tweedekans georganiseerd 8. Gecombineerd onderwijs / zelfstudie opdrachten 80% afstandsonderwijs Combinatie van contactlessen, individuele en groepscontactmomenten, opdrachten.
© Copyright 2024 ExpyDoc