Ik-ben-van... gedicht Maak een Ik-ben-van... gedicht • Begin je gedicht met de titel: Ik ben van… • Schrijf in de tweede dichtregel een associatie (=verbinding van voorstellingen: je ziet iets en je moet daarbij meteen aan wat anders denken) die met jou te maken heeft. • Schrijf ongeveer 12 persoonlijke dingen onder elkaar. • Begin de dichtregels met: van of en • Maak de dichtregels niet te lang • Eindig met iets spannends, bijvoorbeeld de dichtregel: Ik ben dat alles en nog/niets meer … . of met een slotzin die daar op lijkt Als voorbeeld: ik ben van de seizoenen van de winter en de herfst van de zomer en de lente van alle vallende blaadjes en de mooie zomerzon van alle bloeiende bloemen en de wintersneeuw van de regen en de zonneschijn van lammetjes en veulens van de ouders van die twee van de kou en ook van warmte ik ben van alles en nog veel meer
© Copyright 2024 ExpyDoc