rapport herstel HAN hbo-ma Leraar Nederlands

Hogeschool
(>
van Arnhem en Hijmegen
Herstelplan
ger¡cht op standaard 2 en 3
hbo-master
Leraar Nederlands
September 2OI3
Datum: 16.09.13
lnhoud
L.
2.
Voorwoord.
Bevindingen van panel, NVAO en reactie
2.7
2.2
2.3
3
opleiding.....
.......4
Bevindingen van het panel
4
Bevindingen van de NVAO
4
Reactie opleiding
5
3. Verbetermaatregelen standaard 2 en 3
7
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
lnhoud van het programma.
Onderzoek......
TL
t4
Afstudeerbegeleidingen-niveau
Toetsing en beoordeling gerealiseerd niveau
Deficiëntietraject studenten vanaf cohort 2OLO-20I1'..
BijlageL
SamenvattendoverzichtoordelenNQA............
2
Bijlage 3
Bijlage 4
Toelichting op gehanteerde benamingen en
Bijlage
7
...........
1-9
2t
afkortingen................
Overzicht onderwijsprogramma cohort 2Ot3-2074...
Procedure onderzoeksleerlijn met Go/No Go momenten
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief,docx
.......17
.............23
24
.....,............
..........26
2
1. Voorwoord
Voor u ligt het herstelplan van de hbo-masteropleiding Leraar Nederlands van de Hogeschool van
Arnhem en Nijmegen (HAN). De opleiding valt onder het instituut HAN Masterprogramma's (HMP),
dat deel uitmaakt van een interfacultair instituut van de HAN.
De hbo-masteropleiding Leraar Nederlands is op 27 en 28 november 2012 gevisiteerd door een panel
van de NQA (hierna genoemd het panel). De visitatie betrof een clusterbeoordeling van de vier
master lerarenopleidingen Engels, Nederlands, Wiskunde en Algemene Economie.
Het rapport van de NQA d,d. 10 april 20131 bevatte een onvoldoende beoordeling voor de
masteropleiding Leraar Nederlands op standaard 2 (Onderwijsleeromgeving) en op standaard 3
(Toetsing en gerealiseerd niveau). Dit leidde tot een onvoldoende beoordeling van de opleiding als
geheel.
Het advies van het panel is overgenomen door de NVAO, die de opleiding in de brief Uitnodiging
indienen herstelplon hbo-moster Leroar Nederlonds d.d, 23 juli 20L3 de mogelijkheid heeft geboden
een herstelplan in te dienen2.
Dit herstelplan is gericht op de door het panel geconstateerde tekortkomingen en komt tegemoet
aan de door de NVAO genoemde aandachtspunten.
Het herstelplan dient, samen met de visie van het panel van NQA, uiterlijk L oktober 20L3 te worden
ingediend bij de NVAO. Op basis daarvan beslist de NVAO of de herstelperiode van een jaar al dan
niet wordt toegekend.
ln het plan wordt een beeld gegeven van het verbetertraject: wat zijn, naar aanleiding van het
visitatierapport van NQA, op een aantalvastgestelde verbeterpunten, de ontwikkelingen in
studiejaar 2072 - 2013 geweest? Waar staat de opleiding nu en wat gaat zij nog realiseren met het
oog op de heraccreditatie in mei 2015? Daarbij wordt per verbeterpunt ingegaan op de
aanbevelingen en opmerkingen van het panel,
lHogeschool
Arnhem en Nijmegen, 4 Geclusterde lerorenopleidingen: Hbo-moster Lerqor Engels, Hbo-mqster
Leroar Nederlands, Hbo-moster Leraor Wiskunde, Hbo-mqster Leroor Algemene Economie, Beperkte
o ple id i n gsbeoord e I i ng, N QA, Apri I 20 13
' Bríe¡ NVAO, lJitnodiging índienen herstelplon hbo-moster Leraar Nedertonds, 23 juti 20L3
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
3
2.
Bevindingen van panel, NVAO en reactie opleiding
2.L
Bevindingen van het panel
Het visitatierapport van de NQA bevat per standaard een aantal conclusies en aanbevelingen
Samengevat luiden de oordelen en aanbevelingen van het panel op standaard 2 en 3:
a
Standaard
2
Onderwijsleeromgeving
Onvoldoende
Het panel is van mening dat het onderwijsprogramma zorgvuldig is opgebouwd en goed aansluit
bij de eindkwalificaties. De beoordelings- en begeleidingsinstrumenten voor schoolbegeleiders
zijn goed en de docenten van de opleiding zijn bekwaam. Er is echter ook een aantal
tekortkomingen: de vakkennisleerlijn die te weinig de landelijke afspraken weerspiegelt; de
kwaliteit van het onderwijsmateriaal schiet te korç de wisselende kwaliteit in begeleiding door
de schoolbegeleiders op de werkplek; de onderzoeksleerlijn die, ondanks de samenwerking met
lectoraten en de onderzoeksgroep, van onvoldoende kwaliteit is en tenslotte een onvoldoende
inzet va n ICT-mogelijkheden,
a
Standaard
3
Toets¡ng en gerealiseerd
niveau
Onvoldoende
Hettoetsbeleid is duideljjk, ook is !e toetsingtransparant en is ervoldoende diversiteit in
soorten toetsen. De toetsen zijn echter niet altijd op masterniveau. De eindkwalificaties worden
aangetoond door middelvan een portfolio, kennistoetsen en leer(werk)taken. ln de thesis dienen
de studenten aan te tonen voldoende competent te zijn op het gebied van onderzoek (reflectie
en professionele ontwikkeling). Op basis van de door de opleiding aangeleverde theses en
portfolio's concludeert het panel dat studenten te vaak afstuderen zonder dat het masterniveau
afdoende is aangetoond.
Voor een uitgebreidere samenvatting van de oordelen op alle drie de standaarden wordt venruezen
naar Bijlage
2.2
1..
Bevindingen van de NVAO
juli 20L3 nodigt de NVAO de opleiding uit om een herstelplan3 in te dienen, De NVAO, zich daarbij
baserend op door de NQA geconstateerde tekortkomingen, formuleert de volgende
ln
aandachtspunten t.a.v. voorgestelde maatregelen en verbeteringen :
1. Dragen bij aan de ontwikkeling van een evenwichtig programma dat de nagestreefde brede
ontwikkeling van studenten mogelijk maakt.
2. Leiden tot een programma dat de landelijke kennisbasis in afdoende mate representeert.
3.
Dragen in voldoende mate bij aan het realiseren van een breed gedragen visie (en beleid) op
onderzoek.
4.
'
Docenten worclen voldoende geëquipeerd onn op basis van deze,¡isie en dit beleld studenten te
ku nnen begeleiden en beoordelen (bijv in de vorm van professionaliseringstijd of trainingen).
Brie¡ NVAO, lJitnodiging indienen herstelplon hbo-master Leroor Nederlonds, 23
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
juli
20L3
4
5.
Leiden tot een hoger afstudeerniveau. Aandacht dient hierbij met name gericht te zijn op een
6.
goede begeleiding van studenten.
Leiden tot een goede borging van de eindkwalificaties in de beoordeling van het afstudeertraject.
voor het
meten van het behalen van de eindkwalificaties van de opleiding. Aandacht dient hierbij met
name gericht te zijn op heldere criteria waaraan het afstudeeronderzoek moet voldoen.
Er toe bijdragen dat in het programma voldoende wordt geborgd dat studenten ook
daadwerkelijk toereikend geëquipeerd zijn om de herziene afstudeerbeoordeling te doorstaan.
Voldoende aandacht hebben voor reparatie van deficiënties bij studenten waarvoor de lange
Met andere woorden, het systeem van beoordelen van het afstuderen
7.
8.
is toereikend
termijnoplossing niet van toepassing is.
2.3
Reactie opleiding
De opleiding herkent zich in de constateringen van het panel en de aandachtspunten van de NVAO.
Dit heeft zich vertaald in een herstelplan met de volgende verbeterpunten:
L lnhoud van het programma
2. Onderzoek
3. Afstudeerbegeleiding en -niveau
4. Toetsing en beoordeling gerealiseerd niveau
5. Deficiëntietraject studenten van de cohorten
2008-2009 tot20L2-20I3.
ln hoofdstuk 3 worden deze verbeterpunten nader uitgewerkt. Per punt
A.
is telkens aangegeven:
welke verbeteringen tot september 2Ot3 zijn doorgevoerd en met welke gerealiseerde
resu ltaten;
B.
welke verbeteringen vanaf september 2013 tot september 2014 verder worden ingezet en tot
welke (verwachte) resultaten dit zal leiden,
De visitatie en de conclusies van het panel hebben geleid
tot een breed ingezet verbetertraject voor
de opleiding. De opleidingscoördinator en instituutsdirectie hebben de leiding over dit traject.
Als onderlegger voor het hele verbetertraject van de opleiding wordt er expliciet gewerkt aan een
kwaliteitscultuur waarbinnen sprake is van een gezamenlijke ambitie en verantwoordelijkheid en
waarbinnen een aanspreekcultuur vanzelfsprekend is. Maatregelen, die op dit vlak zijn genomen:
- Er is geïnvesteerd in de vorming van een nieuw samengesteld opleidingsteam per 1 september
2013. Hierbij is leidend geweest een aantoonbaar inhoudelijk niveau, affiniteit met de doelgroep
en enthousiasme voor het gezamenlijk 'bouwen'van een goede opleiding.
-
Het team is tijdelijk, voor de duur van de herstelperiode, aangevuld met een programmaassistent, die drie dagen in de week ingezet zal worden voor de master Nederlands. Haar
specifieke taken liggen bij de organisatie van het onderwijs en ondersteuning van de
-
opleidingscoördinator .
Er is geïnvesteerd in externe coaching van het team en de coördinator door extern adviesbureau
HRMG Consultancy gericht op werken vanuit een gezamenlijke toekomstvisie, de onderlinge
cohesie en het stimuleren van het professionele gesprek over het onderwijs binnen de master.
Het verbeterplan is opgesteld in nauwe samenwerking tussen de opleidingscoördinator, het
docententeam, de instituutsdirecteur HMP en de stafafdeling Kwaliteitszorg. Frequent is afstemming
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
5
geweest met de voorz¡tter van HMP-programmaraad en het College van Bestuur. ln het studiejaar
2Ot3-2074 vinden er voortgangsgesprekken plaats tussen CvB, instituutsdirectie,
opleidingscoördinator en HAN Kwaliteitszorg (6 wekelijks), tussen instituutsdirectie,
opleidingscoördinator en HAN Kwaliteitszorg (2-3 wekelijks), tussen instituutsdirectie en voorzitter
programmaraad (4 wekelijks). Voor het studiejaar 2014-2015 worden nieuwe afspraken gemaakt en
in lijn met wat nodig en wenselijk is.
Bij het opstellen van hetverbeterplan is expliciet gekeken naar best practices, die in het instituut
HMP en in andere educatieve masters in Nederland aanwezig zijn. Voor een aantal
verbetermaatregelen is de uitwerking van de master lerarenopleiding Engels voorbeeldmatig
geweest.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief,docx
6
3. Verbetermaatregelen standaard 2 en 3
ln het vorige hoofdstuk zijn de opmerkingen van het panel en de aandachtspunten van de NVAO
beschreven. De opleiding heeft deze vertaald in de volgende verbetermaatregelen, zoals ook
benoemd in paragraaf 2.3:
1. lnhoud van het programma
2. Onderzoek
3. Afstudeerbegeleiding en -niveau
4. Toetsing en beoordeling gerealiseerd niveau
5. Deficiëntietraject studenten cohort 2008-2009 Lot 20I2-20L3
ledere verbetermaatregel wordt als volgt beschreven, Gestart wordt met een kader waarin in cursief
de verschillende opmerkingen van het panel over dit onderwerp letterlijk zijn gegroepeerd,
eventueel aangevuld met een opmerking van de NVAO. Vervolgens wordt per onderwerp ingegaan
op de verbetermaatregelen die de opleiding heeft genomen cq. gaat nemen. Daarbij wordt
onderscheid gemaakt in:
A.
welke verbeteringen tot september 2013 zijn doorgevoerd en met welke gerealiseerde
resu ltaten;
B, welke verbeteringen
vanaf september 20L3 tot september 2014 verder worden ingezet met
welke (verwachte) resultaten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen implementatie-,
monitor- en ontwikkelactiviteiten.
3.1
lnhoud van het programma
Het panel roodt de opleiding de volgende verbetermootregelen oon:
-
Zorg voor een evenwichtig progrommq: curriculum moet brede ontwikkeling von de studenten
vertegenwoordigen (in toekenning EC).
Zorg voor een goede dekking van de londelijke kennisbosis in het programmq: er is een te sterk
occent op letterkunde, marginole aondocht voor historische taolkunde en neurolinguistiek.
Versterk de onderwijskundige kenniscomponent in het progrommo
Structureer het studiemateriaal goed
Dit sluit oon op de oondachtspunten 1 en 2 von de NVAO.
1..
Drogen
2.
ontwikkeling vqn studenten mogelijk maokt.
Leiden tot een programmo dat de landelijke kennisbosis in afdoende mote representeert.
bij
aan de ontwikkeling van een evenwichtig progrommo dat de nogestreefde brede
Analyse door de opleiding
De opleiding erkent dat het opleidingsprogramma onvoldoende evenwichtig is opgebouwd. Ook de
onderlinge samenhang kan sterker. De verhouding tussen componenten letterkunde, algemene
culturele vorming, taalkunde, taalbeheersing en vakdidactiek, professionalisering en onderzoek
is
aan herziening toe.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief,docx
7
Het letterkundeprogramma is in het programma onvoldoende helder gedifferentieerd.
Componenten als verhaalanalyse, poëzieanalyse, literatuurtheorie en hermeneutisch onderzoek zijn
verdisconteerd in een grote onderwijseenheid (OWE) 'Moderne letterkunde', Enkele componenten
van de landelijke kennisbasis komen onvoldoende terug in de OWE taalkunde. Een component als
historische taalkunde gericht op het lezen van historische teksten komt weliswaar terug bij de OWE
Oudere Letterkunde, maar te weinig expliciet, De OWE Taalkunde moet een zwaarder element van
het programma worden en de kennisbasis op dit punt volledig dekken. Ook de onderwijskundige
kenniscomponent zit te weinig expliciet in het programma. Dit onderdeel is onvoldoende herkenbaar
en zichtbaar in de aangeboden literatuur.
De OWE-beschrijvingen voldoen niet volledig aan het vereiste format en zijn deels onvolledig evenals
de opgave van te gebruiken literatuur. Ook zijn daarbij de APA-regels niet steeds toegepast.
De informatievoorziening naar studenten en werkgevers is niet systematisch en consistent en maakt
geen gebruik van Scholar (elektronische leeromgeving). Ook besteedt het onderwijsprogramma te
weinig aandacht aan de inzet van ICT in de lespraktijk.
A: Afgerond
De opleiding heeft het bestaande onderwijsprogramma kritisch geanalyseerd en een herontwerp
gemaakt
voor het cohort 20t3-20I4 (zie ook Bijlage 3). Uitgangspunten hierbij waren de
verbeterpunten van NQA en NVAO, de vorming van een eigentijdse opleiding, gericht op het behalen
van een volwaardig masterniveau op kennis van vakinhoud en -didactiek, de bekwaamheidseisen
VHO en op het vlak van het uitvoeren van praktijkonderzoek binnen de school op masterniveau.
Dit heeft geleid tot de volgende resultaten:
Het programma is opgebouwd rondom drie leerlijnen: Vakdidactiek, Onderzoek en
-
Professionalisering (VOP), Vakken nis en Professionalisering werkplek.
Schematisch ziet het er nu als volgt uit:
Vakdidoctiek,
Vokkennis
Jaar
1.
5EC
Prolessionalisering
Totaal
werkplek
onderzoek en
prof essionalisering
32,5
EC
EC
verdisconteerd in
37,5
EC
32,5
EC
VOP-1
Jaar 2
5EC
27,5
EC
EC
verdisconteerd in
VOP-2
Jaar 3
20 EC (masterthesis)
EC
verdisconteerd in
20
EC
90
EC
VOP-3
Totaal
Een aantal belangrijke wijzigingen hebben plaatsgevonden in de leerlijnen,
Va
-
kdidactiek, Onderzoek en Professionaliseri ng (VOP) :
De onderwijskundige kenniscomponent is versterkt en heeft een expliciete plaats gekregen in de
programmalijn VOP (vakdidactiek). Aandachtspunten hierin zijn: inhoudelijke en didactische
veranderingen, examenprogramma's VO en de achtergronden.. recent onderwijsbeleid innovatie
en stimuleringsprogramma's, doorlopende leerlijnen, taalbeleid, curriculumontwikkeling (zowel
theoretisch als praktisch), analyse leerplannen, methodes en curricula. Andere OWE's binnen
deze programmalijn zoomen in op didactiek, toetsing en curriculumontwikkeling.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
8
Bijvoorbeeld: in de OWE VOP-L is ruimte gemaakt voor algemene didactische
/
onderwijskundige
inhouden, zoals de visie op het schoolvak, ontwikkelingen in het schoolvak,
stimuleringsprogramma's van de overheid, taalbeleid, vakoverstijgend onden¡vijs, vaardigheden
voor de 2L eeuw en gebruik van ICT in de lespraktijk.
-
De leerlijn onderzoek is opnieuw ingericht volgens de nieuwe visie op praktijkgericht onderzoek
(zie verder 3.2)
Vakkennis:
-
Deze leerlijn bevat het vernieuwde programma moderne letterkunde, dat expliciet aandacht
bevat voor neurolinguistiek, literatuurwetenschap, literatuurtheorie en hermeneutische
onderzoekstraditie. Deze componenten komen terug in de OWE-beschrijving, de
cursushandleiding en in de literatuurlijst. Ook in de onderwijseenheid Oudere Letterkunde wordt
(i.s.m. taalkunde) expliciet aandacht besteed aan taalen schrift bij oudere literatuur (kennisbasis:
taalkunde).
Professionalisering werkplek:
-
Deze leerlijn, waarin de student zich, aangestuurd door de opleiding (tutor), ontwikkelt tot een
docent Nederlands op masterniveau, wordt duidelijker gestructureerd, van een tijdpad voorzien
en voorzien van een drietal 'proeven' waarbij een nauwkeurige monitoring van de activiteiten
-
van de student mogelijk is (gemodelleerd naar het voorbeeld van de master leraar Engels)
Er zijn afspraken gemaakt om de contacten met de schoolbegeleiders in het werkveld meer te
structureren teneinde de begeleiding op de werkplek te verbeteren (zie verder 3.3).
De opleiding gaat er vanuit dat het programma daarmee voldoende evenwichtig is samengesteld en
de landelijke kennisbasis afdekt.
Andere genomen maatregelen zijn:
- Alle wijzigingen zijn geformaliseerd in het opleidingsstatuut (OS)en OER 2013-2014 (HMP). De
opleidingscommissie en de instituutsraad hebben het OS en OER voorzien van een positief
advies.
-
Extra aandacht is besteed aan de literatuur primair/secundair; verplicht en aanbevolen zijn
volgens APA-normen geformuleerd in OWE's en samengebracht in literatuurlijst, De literatuurlijst
is geheel geactualiseerd en
op niveau gebracht. Abonnement op een vaktijdschrift
is verplicht
voor de studenten.
-
De elektronische leeromgeving Scholar is voor studenten (per cohort) en docenten (werkruimte)
-
Voor de bestaande cohorten is op basis van de opmerkingen van het panel een
reparatieprogramma gemaakt en ingepland, alsmede een programma van gastcolleges (zie punt
heringericht.
3.s).
B: september 2013-september 2014
Het vernieuwde programma, zoals hierboven beschreven, voor het cohort 2013-20L4 en het
reparatieprogramma voor de voorgaande cohorten (zie punt 3,5) wordt met het nieuwe
docententeam
u
itgevoerd.
Daarnaast worden nog de volgende ontwikkelactiviteiten uitgevoerd:
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederla nds definitief. docx
9
Ontwikkelen van een collegereeks voor studenten en docenten gericht op vragen van studenten
en actuele inzichten en ontwikkelingen. Voorbeeldonderwerpen zijn: 'geschiedenis van het
schoolvak Nederlands', 'literatuur zoeken' en 'lezen van historische teksten'.
De voor de studie relevante documenten (syllabi, OWE-beschrijvingen, beoordelingsformulieren,
etc) worden m.i.v.2014-201-5 volgens vaste formats (bijv format studiehandleiding) aangeboden.
ln het studiejaar 20L3-2014 worden de formats ontwikkeld en waar mogelijk al eerder ingezet.
Sommige OWE's en delen van andere OWE's worden in de praktijk van dit studiejaar in detail op
basis van de opzet van het nieuwe onderwijsprogramma uitgewerkt, uitgaande van de
ontwikkelde OWE-beschrijving en met gebruikmaking van de praktijkervaring en teamevaluaties.
ln het studiejaar2Ot3-2014 wordt het programma rondom het gebruikvan social media in de
(bovenbouw)klas en blended learning verder uitgewerkt. ln het programma van OWE's zal, waar
dit relevant is, stof over vakrelevante ICT-toepassingen, digitale onderwijsprogrammatuur en
binnen de vakcommunity geaccepteerde web-based toepassingen worden ontwikkeld. D¡t
curriculumonderdeel zal gericht zijn op kennis, vermogen tot kritische vergelijking en creatieve
toepassing.
M
-
onitoractiviteiten
De opleiding part¡cipeert jaarlijks in de NSE studentenenquête. Deelname door studenten is
dankzij een intensieve campagne in het studiejaar 2012-2013 sterk gestegen.
-
Daarnaast zet de opleiding elk semester een anonieme, digitale enquête uit onder de studenten,
-
waarmee de verschillende OWE's en de docenten geëvalueerd worden.
Een extern deskundige wordt gevraagd om het programma inhoudelijk te evalueren,
Resultaten worden teruggekoppeld naar het docenten team en gebruikt om verbeteracties op de
korte termijn en voor het studiejaa r 2OI4-20I5 in te zetten. De opleidingscommissie wordt
hierbij geconsu lteerd.
-
De resultaten van de enquêtes worden samen met de ingezette verbeteracties gecommuniceerd
naar de studenten middels de digitale leeromgeving en naar de werkgevers middels de digitale
nieuwsbrief.
-
De opleidingscoördinator checkt elk semester expliciet of de afspraken over het contact met de
schoolbegeleider worden nagekomen.
-
De opleidingscoördinator ziet er op toe dat de evaluatieactiviteiten worden uitgevoerd en
verbetermaatregelen geformuleerd. Dit wordt vastgelegd in een kwaliteitszorgverslag (per
semester).
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
10
3.2
Onderzoek
Het ponel raodt de opleiding qan om:
-
zorg te drogen voor een gezamenlijk gedrogen visie over -het belong von- onderzoek binnen de
educotieve moster.
een verbreding van de mogelijkheden voor afstudeeronderzoek te overwegen.
zorg te dragen voor een goede uitvoering en sturing von de gezomenlijke met de ondere
opleidingen ontwikkelde onderzoekslijn, zorg voor een gezomenlijk gedrøgen visie tussen de
educatieve mdsters.
Dit sluit oon op oandachtspunt 3 en 4 vqn de NVAO.
3.
Drogen in voldoende mote bij oan het reoliseren von een breed gedrogen visie (en beleid) op
onderzoek.
4.
Docenten worden voldoende geëquipeerd om op basis von deze visie en dit beleid studenten te
kunnen begeleiden en beoordelen (bijv in de vorm von professionoliseringstijd of troiningen).
Analyse
Sinds het cohort 2010 kennen de educatieve masters een gezamenlijke leerlijn onderzoek. Deze
leerlijn oogstte waardering bij het visitatiepanel. Binnen de masteropleiding Nederlands is deze
leerlijn echter n¡et goed geimplementeerd. Een drietal problemen lag hieraan ten grondslag.
er
personele problemen geweest binnen de onderzoeksgroep waardoor de
begeleiding en beoordeling van onderzoek niet de aandacht kreeg die het verdiende (studenten
Ten eerste zijn
hadden bijv een wisselende eerste begeleider). Ten,tweede heeft de bestaande visie binnen de vier
educatieve masters dat onderzoek vooral vakdidactisch ontwerponderzoek moet zijn, geleid tot een
eenzijdige toepassing van praktijkgericht onderzoek. lndertijd is gekozen voor vakdidactisch
ontwerponderzoek omdat hierdoor het onderzoek direct gekoppeld wordt aan de eigen
schoolpraktijk. Vanuit het NQA-panel en vanuit de beroepenveldcommissie is de opmerking gemaakt
dat sommige praktijkvragen wellicht betergeadresseerd kunnen worden met andere typen
onderzoek.
Tot slot is praktijkgericht onderzoek nog teveel een activiteit die beperkt is tot het vak VOP. Er
is
nauwelijks verband met de andere OWE's. Vakdocenten kunnen de link van hun eigen vak met het
onderzoek dus ook niet benadrukken.
De master Nederlands loopt hiermee achter met het goed uitvoeren van de onderzoeksleerlijn, ook
in afstemm¡ng met de andere educatieve masters.
A: Afgerond
De opleiding heeft een aantal belangrijke maatregelen genomen teneinde een gedragen visie op
praktijkgericht onderzoek te ontwikkelen en deze te kunnen implementeren in het nieuwe
studiejaar:
-
Met de andere educatieve masters
is de visie op onderzoek nieuw geagendeerd, De verbreding
van de onderzoeksmogelijkheden is hierbij punt van aandacht. Dit heeft geleid tot een
vernieuwde visie op praktijkgericht onderzoek binnen de educatieve masters. Dit resulteert in
het najaar van 2013 in een nieuwe onderlegger voor de onderzoeksleerlijn ("Han educatieve
masters, eerstegraads opleiding. Onderzoek ingebed in de vakdidactiek' Beemt van den, A.,
september 2012; nieuwe versie najaar 2Ot3). Door deze nieuwe visie is het o.a. mogelijk om in
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
1.t
het tweede studiejaar ook een descriptief, vergelijkend of ander onderzoek uit te voeren als
vooronderzoek voor het afstudeeronderzoek in het derde studiejaar. Ook het
afstudeeronderzoek kan hiermee worden uitgevoerd met andere typen onderzoek dan
ontwerponderzoek.
Alle afstudeerbegeleiders hebben een gedeelde visie over de aard en het niveau van
praktijkgericht onderzoek in de master Nederlands
ln het studiejaar 2012-201.3 is tevens actief overleg geweest tussen de educatieve masters, de
onderzoeksgroep van het Kenniscentrum Kwaliteit van Lerena en het Landelijk Overleg
Vakmasters (LOVM, mei 2013) over plaats, status, niveau en oriëntatie van het
afstudeeronderzoek. Eén en ander heeft inmiddels geresulteerd in een pakket van onderleggers,
formats, rubrics en beoordelingsformulieren met heldere criteria, die aansluiten bij het
probleemverkennend dan wel ontwerpgericht onderzoek. Deze instrumenten worden met
ingang van studiejaar 2OL3-20'J-4 ingezet voor het cohort 20L3-20L4.
Vanuit het team is een nieuwe OWE Academische Vaardigheden geïnitieerd en ontwikkeld. De
OWE is expliciet gericht op het verwerven van onderzoeksvaardigheden op masterniveau. ln
deze OWE worden dwarsverbanden gelegd naar andere OWE's waardoor praktijkgericht
onderzoek niet meer een losstaand element in het curriculum is. Bijvoorbeeld in een
samenwerkingsverband met de OWE VOP-1 voeren studenten een literatuuronderzoek uit m.b.t.
een vakdidactisch thema. ln de OWE Moderne Letterkunde
l
voeren studenten zelfstandig een
kleinschalig literatuuronderzoek uit op het gebied van moderne letterkunde waarvan zij
schrift elijk verslag leggen.
Daarnaast worden in het studie jaar 20L3-2014 voor alle educatieve masters een viertal
lectoraatslezingen gepland voor de eerstejaars studenten over praktijkonderzoek in het
onderwijs, toetsen en beoordelen, onderwijs en ICT en beroepspedagogiek (VOP-1).
Een collegereeks in jaar 2 (voor de tweedejaars studenten) legt expliciet en stap-voor-stap het
verband tussen onderzoeksmethodiek en vakdidactiek.
De samenstelling van het docententeam van de master Nederlands is opnieuw bekeken en dit
heeft geleid tot aanpassingen in het team en gewijzigd aannamebeleid, Resultaat hiervan is dat
er afscheid is genomen van docenten en nieuwe zijn aangenomen, die kennis en ervaring
hebben op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, het eerstegraads werkveld vo, de
verbinding met de bacheloropleiding en het verzorgen van onderwijs op masterniveau. Het team
is hiermee kwalitatief goed op orde ook op het gebied van onderzoekservaring en kent een
goede cohesie in lijn met de ondenr'rijsvisie.
o
De HAN kent 7 Kenniscentra waarin lectoraten in samenwerking met de beroepspraktijk, kennisinstellingen en
het onderwijs praktijkgericht onderzoek uitvoeren. Het Kenniscentrum Kwalitelt van Leren is verbonden met de
Faculteit Educatie. Voor meer informatie zie: www.han.nl/onderzoek
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief,docx
t2
september 20l3-september 2014
Dit studiejaar worden de bovengenoemde activiteiten geïmplementeerd waarbij de OWE
Academische Vaardigheden wordt geïmplementeerd voor het cohort 20I3-20L4 en facultatief
opengesteld voor het cohort 2072-20L3.
B:
Verder vinden er de volgende ontwikkelactiviteiten plaats:
-
-
Met het nieuw samengestelde docententeam is een reeks 'bouwvergaderingen' gepland
gedurende het studiejaa r 20L3-2014. ln dit traject krijgen presentaties van relevant
(student)onderzoek een plaats, waarbij specifiek aandacht is voor aard van onderzoek, niveau,
beoordeling en begeleiding. Daarnaast ligt de focus op de implementatie en evaluatie van het
nieuwe programma en het deficiëntieprogramma. Doel hiervan is monitoring van het nieuwe
programma en ontwikkeling van een pakket aan studiehandleidingen voor de OWE's.
Voor de docenten van de educatieve masters is een gezamenlijk intercollegiaal
intervisieprogramma opgezet, gericht op de begeleiding en beoordeling van onderzoek. Dit
programma is een spin-off van een intensief scholing- en interuisieprogramma in het studiejaar
2OL2-20I3, geïnitieerd door de coördinatoren van de educatieve masters en begeleid door Dr.
Henk Delger, onderzoekscoördinator ILS-HAN en Helma Oolbekking, assistent professor bij de
Radboud Universiteit.
-
ln overleg met de onderzoeksgroep van het Kenniscentrum worden de instrumenten voor
begeleiding en (tussentijds) beoordelen van de verschillende typen onderzoek verder uitgewerkt
(bijv in tools voor begeleiding). Resultaten van het intervisieprogramma worden hierin
meegenomen.
Monitoractiviteiten
De kwaliteit van de onderzoeksbegeleiding en de transparantie, studeerbaarheid en
-
praktijkrelevantie van het afstudeeronderzoek wordt expliciet opgenomen in de halfjaarlijkse
-
studentenenquête. Resultaten worden besproken met het docententeam en de
onderzoeksgroep. Dit wordt vastgelegd in een kwaliteitszorgverslag (per semester) (zie ook 3.1).
De ontwikkeling van de onderzoeksleerlijn is een terugkerend agendapunt bij de vergaderingen
met de directeur HMP en de coördinatoren van educatieve masters.
-
Een extern deskundige vanuit de onderzoeksgroep evalueert samen met het docententeam de
implementatie van de onderzoeksleerlijn en de resultaten daarvan in het afstudeeronderzoek.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
13
3.3
Afstudeerbegeleidingen-niveau
Het ponel odviseert dot de opleiding
-
zorg draogt voor een zorgvuldige begeleiding van de studenten tijdens hun afstudeerproject en
tijdig signoleert woor de studenten in hun ofstudeeronderzoek tekortsch¡eten, zools in de
probleemonalyse, de methodologische verantwoording en het literotuuronderzoek (zowel door
senior onderzoeker, vokdidacticus als schoolbegeleiders).
-
ervoor zorgt dot consequent gebruik wordt gemaakt von het begeleidingsinstrument
pete ntie o ntw ¡kke I i ng M A-stud
co m
e
nt o p d e
we rkp le k.
Dit sluit oon op oandochtspunt 5 von de NVAO.
5.
Leiden tot een hoger afstudeerniveou. Aondocht dient hierb| met nome gericht te zijn op een
goede begeleiding von studenten.
Analyse
De opleiding heeft geconstateerd dat er onvoldoende continuiteit in kwaliteit is geweest in de
onderzoekslijn over de studiejaren 1.,2 en 3. De begeleiding is te veel op basis van individuele
initiatieven geweest, met weinig controle op juistheid en kwaliteit. Door wisselingen in de personele
bezetting is niet altijd gewerkt met de juiste formats en formulieren waardoor het afstudeerniveau
onvoldoende is geborgd.
De monitoring van de professionele ontwikkeling van de student (op de werkplek) is niet altijd
adequaat geweest. Er is gewerkt met verschillende instrumenten voor de beoordeling van lessen
door de schoolbegeleider en instructies voor het aan te leggen portfolio waren met name voor het
cohoft 2008-2009 onduidelijk. Tenslotte zijn studentbezoeken (op de werkplek) als gevolg van de
grote spreiding van studenten in het land niet alt¡jd uitgevoerd.
A: Afgerond
De volgende
-
activiteiten zijn voorafgaand aan het studiejaa r 2073-20L4 afgerond.
Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over de begeleiding van onderzoek binnen het
docententeam voor het studiejaa r 20I3-20t4.
o
Er is een heldere taakverdeling tussen onderzoeksbegeleiders
vanuit het vak en vanuit de
onderzoeksgroep Kwaliteit van Leren (KvL). De eerste begeleider is de begeleider vanuit
de onderzoeksgroep kvL (onderzoeksdocent), met een speciale belangstelling voor de
methodologische aspecten. De vakdidacticus richt zich, als tweede begeleider, met name
op de vakdidactische aspecten. Er is frequent en intensief overleg tussen beide
begeleiders, minimaal rondom de zes begeleidingsmomenten waarop een student recht
heeft. De begeleidingsuren worden verdeeld over beide begeleiders volgens een
verhouding 1,.2 (1" begeleider) tot 0.8 (tweede begeleider).
o
-
Alle begeleiders hebben ervaring met het doen en het begeleiden van praktijkgericht
onderzoek .
De onderzoeksliin
in leeriaar L wordt vanaf 2Ot3-201-4 hetzelfde uitsevoerd
als bii de master
Í ^
-^l^
ñ ^l..--::l--¡^
. -.::-:-:
l- : ^ --:-- -^-^
EilEEt5. E,etdilË,f
filef ril ¿ufr (]e KraSStKate rnvuiltnt van vaKqtqacltscne coiletes
uKsre wu¿rB,rf rB,efr
(i.p.v. als individuele intervisie) en de intensieve samenwerking daarbij tussen de
onderzoeksdocent en de vakdidacticus. De totale onderzoeksleerlijn van stud¡ejaar
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
l-
tot en met
1.4
3
wordt uitgevoerd conform de afspraken tussen de vier educatieve masters en de
onderzoeksgroep.
Een reeks maatregelen is ingezet om de begeleiding en beoordelingen van onderzoek
versterken. Onder andere: intercollegiale intervisie van begeleiders, onderzoeksvoorstellen
tevens voorleggen aan coördinator, maandelijkse intercollegiale intervisie voor derdejaars
studenten, externe derde check vanuit het kenniscentrum (door L" lector) op alle
afstudeeronderzoeken, intensieve communicatie over procedures, rubrics, programma's,
formats, etc. naar de studenten,
Er zijn formele momenten in de afstudeerfase ingebouwd met een 'go - no go' op:
onderzoeksvoorstel leerjaar 2, rapportage onderzoek leerjaar 2, onderzoeksplan leerjaar 3,
rapportage onderzoek leerjaar 3. (Zie bijlage 4)
Er is inmiddels een breed gedragen visie op de centrale rol van praktijkgericht onderzoek in de
Master Nederlands bij het docententeam en commitment om dit gezamenlijk neer te zetten (zie
ook 3.2).
Het nieuw gevormde docententeam heeft competenties op het gebied van
onderzoeksbegeleiding en voorziet in continuiteit van de begeleiding.
Voor het nieuwe cohort zijn nieuwe formats ten behoeve van onderzoeksaanvragen, -plannen en
-verslagen en ontwikkeld en vastgesteld. Deze worden op het juiste moment gecommuniceerd
naar studenten en op een aparte Scholarsite beschikbaar gesteld
Er zijn afspraken gemaakt om de contacten met de schoolbegeleiders in het werkveld meer te
structureren teneinde de begeleiding op de werkplek te verbeteren.
o De contactmomenten uitgebreid en geformaliseerd: met ingang van studieja ar 20132OI4 zal elke student twee maal gedurende de opleiding een bezoek krijgen van een
opleidingsdocent op de werkplek. Daarbij wordt een lesbezoek afgelegd en wordt de
kwaliteit van de les (aan een bovenbouwklas) beoordeeld m,b.v. 'het Begeleidings- en
beoordelingsinstru ment competentieontwikkeling Masterstudenten op de werkplek'.
o Per studiejaar is er twee maal telefonisch contact tussen de tutor van elk cohort en de
schoolbegeleider. ln dit gesprek wordt het professionele ontwikkelingstraject van de
student besproken en indien van toepassing de vorderingen rondom het onderzoek.
Verslag van dit gesprek wordt opgenomen in het studentdossier. Bij problemen wordt de
coördinator van de opleiding ingeschakeld.
o Schoolbegeleiders worden uitgenodigd om bij vragen en/of problemen contact op te
nemen met een daarvoor ingericht meldpunt. Er is hiervoor een terugbeltermijn van een
week afgesproken.
Afspraken tussen de werkgevers van studenten, de studenten en de hogeschool zijn in een
rechtsgeldig document vastgesteld (opnieuw geformuleerd en herbevestigd), 'onderwijs- en
arbeidsovereenkomst tripartiete contract Master Leraar Nederlands (duaal)'. ln bijlage 3 bij
artikel4.3 van dit contract, betreffende de functie- en taakomschrijving van de vaste
schoolbegeleider, is per jaar vastgelegd welke taken en verantwoordelijkheden de
schoolbegeleider heeft. Deze bijlage maakt onverkort deel uit van de overeenkomst.
B: september 2013-september 2Ot4
De implementatie van bovengenoemde maatregelen en afspraken moet het niveau van het
afstudeeronderzoek en de kwaliteit en continuìteit van de (onderzoeks)begeleiding borgen.
Dit studiejaar worden verder de volgende activiteiten uitgevoerd:
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
L5
ln het studiejaar 2013-2014 wordt binnen de educatieve masters het professionele gesprek met
en tussen docenten voortgezet over aard, niveau en begeleiding van het afstudeeronderzoek.
ln het studiejaar 2Ot3-2O14 wordt een aantal nieuwe instrumenten ontwikkeld en direct ingezet
voor de beoordeling van het professionele functioneren op de werkplek. Hiermee komt de
opleiding meer'in control't.a.v. de professionele ontwikkeling van de student. Deze
instrumenten hebben betrekking op de beoordeling van een drietal proeven die de student
uitvoert op de werkplek, aangestuurd door de opleiding. Het betreft een proeve lesgeven (het
voorbereiden, uitvoeren en reflectief analyseren van een modelles), leerlingbegeleiding en
onderwijsontwikkeling. Deze instrumenten wordt opgenomen in de handleiding'Professionele
ontwikkeling op de werkplek'.
Voor de schoolbegeleiders wordt een scholingsprogramma ontwikkeld omtrent de gewenste
wijze van begeleiden en het gebruikvan instrumenten.
Er
wordt een digitale nieuwsbrief ontwikkeld voor de schoolbegeleiders om hen te informeren
over het (vernieuwde) onderwijsprogramma, belangrijke aandachtspunten en actuele
ontwikkelingen.
Monitoractiviteiten
-
of de implementatie van de verbeteringen het gewenste
gebruik
effect hebben door
te maken van diverse informatiebronnen, zoals de verschillende
De opleidingscoördinator ziet er op toe
enquêtes, en de resultaten daarvan te bespreken met het team.
-
De kwaliteit van onderzoeksbegeleiding en afstudeerbegeleiding worden expliciet opgenomen in
de halfjaarlijkse studentenenquête. Resultaten worden teruggekoppeld naar het team en
gebruikt om verbeteracties in te zetten. De resultaten van de enquêtes worden samen met de
ingezette verbeteracties gecommuniceerd naar de studenten middels de digitale leeromgeving
en naar de werkgevers middels de digitale nieuwsbrief.
-
De kwaliteit van het afstudeeronderzoek wordt geborgd door:
o
Beoordeling door twee examinatoren: vanuit Kenniscentrum Kwaliteit van Leren en vanuit de
o
Onafhankelijke beoordeling van het gerealiseerde niveau door de leading lectorvan het
master Nederlands
Kenniscentrum.
o
Gebruikmaking van documenten, formats en formulieren, ontwikkeld door lectoraat en
coördinatoren en beschikbaar gesteld op een aparte Scholar-site,
-
De opleidingscoördinator ziet toe op de communicatie tussen de schoolbegeleider en de
tutor
middels regelmatig bilateraal overleg met de tutor. De eigen studentenquête middels de hbospiegel (tweejaarlijks), de NSE studentenenquête en een enquête, uitgezet onder de
schoolbegeleiders zijn daa rbij informatiebronnen.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
L6
3.4
Toetsing en beoordeling gerealiseerd niveau
Het ponel raodt qon om:
-
gebruik te moken von meer gevorieerde toetsen.
zorg te dragen voortoetsen vqn een goed niveau, die het niveou weerspiegelen dqt vqn een
-
de kwaliteit van de beoordeling van de toetsen en de mosterthesis te verbeteren door
masteropleiding mag worden verwacht.
zorgvuldiger gebruik te moken von beoordelingscriteria en door kritisch te beoordelen.
-
zorg te dragen voor een goede bewaking von de kwoliteit von de toetsen vooraf, onder meer
door als docenten meer elkoors toetsen te bekijken.
-
de rol vøn het portfolio te verduidelijken en POP b¡j de begeleiding en beoordeling.
Dit sluit oon bij het oondochtspunt 6 en 7 von de NVAO.
6,
Leiden tot een goede borging van de eindkwalificotìes in de beoordeling von het afstudeertroject.
Met ondere woorden, het systeem von beoordelen von het ofstuderen is toereikend voor het
meten von het behalen van de eindkwalificoties vqn de opleiding. Aandocht dient hierbij met
name gericht te zijn op heldere criterio waarqan het ofstudeeronderzoek moet voldoen.
7.
Er toe bijdragen dat in het programmo voldoende wordt geborgd dqt studenten ook
doadwerkelijk toereikend geëquipeerd zijn om de herziene ofstudeerbeoordeling te doorstaon.
Analyse
De opleiding heeft geconstateerd dat het toetssysteem integrale doorlichting behoeft op
verschillende aspecten.
Het toetssysteem bestaat uit verschillende toetsen, die onvoldoende in samenhang met elkaar zijn
ontwikkeld, Het toetsbouwwerk
is daardoor onvoldoende stevig en biedt onvoldoende
variatie in
toetsen.
De inhoud van sommige OWE's weerspiegelen onvoldoende het vereiste masterniveau. Hierdoor
voldoen de tentamens ook niet altijd aan het juiste niveau. Ook het 'vier ogen principe' ontbrak
waardoor de borging van de validiteit en betrouwbaarheid onvoldoende is gebleken,
Beoordelingscriteria zijn niet altijd even zorgvuldig ontwikkeld en toegepast waardoor de
betrouwbaarheid en validiteit in het geding kwam.
Het portfolio en de rol ervan bij de integrale eindtoets (het assessment) is te weinig duidelijk. Met
name de jaarlijkse beoordeling door de schoolbegeleider (aan de hand van een vastgesteld formulier)
is onderbelicht.
Het masterniveau van de masterthesis was onvoldoende geborgd. Door de eerder genoemde
problemen is er te veel vanuit individuele opvattingen beoordeeld en te weinig vanuit een
vastgesteld kader met eenduidige beoordelingscriteria.
A: Afgerond
De opleiding heeft een flink aantal maatregelen genomen om de toetsing en beoordeling van het
gerealiseerde niveau ingrijpend te herzien. Maatregelen en afspraken, die gemaakt zijn:
-
te komen tot een aanscherping van het toetsbeleid en het
toetsbouwwerk onder begeleiding van de externe toetsdeskundige. Het traject omvat een
teambrede kick-off, een viertal intensieve werkbijeenkomsten van 3 klokuren en twee
Er is een traject ontwikkeld om
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief,docx
17
teambrede sessies van 3 uur. Doelstellingen zijn de doorlichting van de eindkwalificaties van de
opleiding aan de hand van de Dublin Descriptoren, de SBL-competenties VHO en de landelijk
vastgestelde kennisbasis. Bovendien zal met het team concreet gewerkt worden aan de
verbetering van tentamens, werkstukken/essays en leertaken en de bijbehorende
beoordeling(sformulieren, op validiteit, betrouwbaarheid en transparantie). Een en ander heeft
reeds geleid tot concretisering van de eindkwalificaties en bijstellingen van OWE's voor het
studiejaar 20L3-2014.
Tentaminering binnen OWE's wordt een verantwoordelijkheid van twee teamdocenten waarmee
intercollegiaal wordt getoetst of de tentamens voldoen aan de eisen van validiteit,
betrouwbaarheid en tra nspa ra ntie.
Het landelijk overleg tussen vakmasters is al in 20L2-2013 benut om tot een intervisie te komen
op het gebied van toetsing. Het domein taalkunde is in deze overlegmomenten doorgelicht en
geëvalueerd.
Bij de beoordeling van werkstukken, dossier, etc. wordt standaard gebruik gemaakt van daartoe
ontwikkelde beoordelingsformulieren, De beoordelingscriteria zijn direct afgeleid van de set
ru brics.
De onderzoeksproducten in jaar 2 en 3 worden standaard door 2 begeleiders beoordeeld (vanuit
het docententeam en de onderzoeksgroep). De masterthesis wordt daarenboven nog door een
derde onafhankelijke deskundige (leading lector) beoordeeld, ln alle gevallen maken de
beoordelaars gebruik van dezelfde set rubrics en beoordelingsformulieren,
De rolvan het POP en portfolio bij het eindassessment is verduidelijkt door het aanscherpen van
de procedure, formats en beoordelingscriteria naar de studenten.
Het afstuderen bestaat hiermee uit: een onderzoeksrapport/masterthesis en een
eindassessment aan de hand van het portfolio. Om aan het eindassessmentte mogen
deelnemen, moeten de studenten alle OWE's en de masterthesis met een voldoende hebben
afgerond. ln het assessment toont de student in een gesprek aan te functioneren op
masterniveau. Het assessment wordt uitgevoerd en beoordeeld door de tutor en een
onafhankelijke beoordelaar van buiten de master Nederlands. De schoolbegeleider
is
aangewezen als examinator om het portfolio mede te beoordelen.
B: september 20l3-september 2014
Met de bovengenoemde maatregelen heeft de opleiding vertrouwen erin dat de eindkwalificaties
voldoende zijn geborgd. ln dit studiejaar staan naast de implementatie van de maatregelen, de
volgende activiteiten in de planning:
-
Het traject waarin de toetsing en beoordeling wordt doorgelicht onder leiding van een externe
deskundige wordt voortgezet.
-
De in gang gezette maatregelen worden nauwgezet gevolgd en waar nodig zal dit direct leiden
tot bijstellingen in ontwikkelde formats, beoordelingsformulieren, begeleiding, etc. Alle toetsen
worden bijgesteld op basis van de nieuwe kwaliteitsnormen.
Monitoractiviteiten
-
Binnen het docententeam wordt tijdens teamvergaderingen 2 keer per jaar intercollegiale
feedback op tentamens georganiseerd. De coördinator neemt hiertoe het initiatief. lndien nodig
wordt experthulp ingehuurd.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
18
Binnen het landelijk overleg vakmasters worden tentamens en leertaken van alle domeinen van
het vak Nederlands in een cyclus van 4 jaar onderling vergeleken en van feedback voorzien.
Daarbij worden de vakdocenten van het betreffende domein uitgenodigd bij het landelijk
overleg.
De evaluatie van de toetsing maakt onderdeel uit van de semesterevaluaties. Resultaten worden
besproken met het docententeam. De opleidingscoördinator ziet toe op de implementatie van
de verbeteringen en vastlegging in het kwaliteitszorgverslag (per semester).
De examencommissie ziet toe op de kwaliteit van de toetsing en gerealiseerd niveau, De
commissie bestaat uit een vertegenwoordiging van de vier educatieve masters en de eerste
lector van het kenniscentrum KvL. Daarnaast worden dit studiejaar (HAN-breed) maatregelen
ingevoerd met betrekking tot HAN-beleid over externe validering naar aanleiding van het rapport
"Vreemde ogen dwingen".
Bij het opstellen van beoordelingscriteria voor (schriftelijke) tentamens zijn twee examinatoren
betrokken evenals bij de beoordeling van het onderzoek en het eindassessment/gesprek (conform
het reglement examencommissie).
De opleidingscommissie is gezamenlijk voor de vier educatieve masters. Zij geven advies over het
wordt de OC uitgenodigd om gevraagd en ongevraagd advies uit te
brengen over zaken die de masteropleiding betreffen .ln 20t3-20L4 wordt onderzocht in
OS en OER. Daarnaast
hoeverre professionalisering van de OC gewenst
3.5
is.
Deficiëntietraject studenten vanaf cohort zOtO-zOLt
De NVAO beveelt in hoor brief oon om:
8.
voldoende oandacht hebben voor reporotie von deficiënties bij studenten woorvoor de Iange
termijnoplossing niet van toepossing is.
Analyse
De opleiding heeft naar aanleiding van de visitatie direct een aantal maatregelen genomen waarvan
in bovenstaande paragrafen aleen aantal is genoemd.
Belangrijk hierbij is om alle studenten toe te leiden naar een voldoende afstudeerniveau en hun een
kwalitatief goed (reparatie-)programma en goede begeleiding aan te bieden zodat ook zij aan de
eind kwalificaties zu llen voldoen.
A: Afgerond
-
De inrichting van een reparatieprogramma, op basis van de opmerkingen van de NQA, voor
zittende studenten, m.b.t. (historische) taalkunde en academische vaardigheden, Voor alle
zittende cohorten worden zeven extra colleges aangeboden op het gebied van Taalkunde,
waarmee de onvoldoende dekking van de kennisbasis wordt gerepareerd. Er worden twee
colleges aangeboden betreffende taalkundige aspecten van historische literaire teksten.
Studenten ontvangen een certif¡caat voor de aanwezigheid bij deze colleges. Vijf colleges
betreffen de geconstateerde hiaten in het taalkundeprogramma en worden afgesloten met een
afsluitende opdracht. Bij een voldoende waardering hiervan ontvangen studenten een
certificaat.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief,docx
19
Voor alle cohorten worden drie extra colleges aangeboden op het gebied van Academische
vaardigheden
Voor het cohort 2012 wordt een extra OWE Taalkunde (5
ECT)
aangeboden, waarin ook de
historische taalkunde vertegenwoordigd is. De kennisbasis m.b.t. dit domein wordt hiermee
volledig afgedekt. De twee colleges lezen van historische teksten zijn voor het cohort 2012
geTntegreerd in de OWE Oudere Letterkunde.
Het cohort 201-2 wordt in de gelegenheid gesteld om deelte nemen aan de nieuwe OWE
Academische Vaardigheden en dit ook af te sluiten met het daarvoor geldende tentamen (5 ECT)
Bij voldoende afsluiting ontvangen studenten een cert¡f¡caat bij de diplomering.
De inrichting van een intervisieprogramma voor studenten die bezig zijn met hun
afstudeeronderzoek, parallel aan de begeleiding door twee onderzoeksbegeleiders. Dit
programma beantwoordt aan de wens van studenten om vaker groepsgewijs begeleid te
worden. De frequentie van de intervisiebijeenkomsten is maandelijks. Via diverse
intervisietechnieken presenteren studenten vorderingen en knelpunten, waar collega-studenten
op reageren.
B: september 2013-september 2014
Met de uitvoering van bovenstaand beschreven programma verwacht de opleiding dat studenten de
deficiënties kunnen repareren.
Monitoractiviteiten
-
De opleidingscoördinator houdt nadrukkelijk een vinger aan de pols bij studenten die bezig zijn
met het afstudeeronderzoek. Vorderingen worden besproken in de docentenvergadering. Een
conflict in een begeleidingstraject wordt opgeschaald naar de coördinator. Hij bemiddelt en
schakelt indien nodig een tweede onderzoeksbegeleider in.
-
Het reparatieprogramma in het studiejaar 2Ot3-20L4 wordt geflankeerd door een zorgvuldige
monitoring van part¡cipatie van studenten en geëvalueerd middels een anonieme schriftelijk
enquête. Studenten krijgen onder voorwaarden een certificaat voor deelname / aanwezigheid
voldoende afsluiting.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
/
20
Bijlage
1
Samenvattend overzicht oordelen NQA5
Samenvatting
Het oordeel over de opleiding Master Leraar Nederlands is onvoldoende. Een onderbouwing van dit
oordeel is opgenomen in deze samenvatting en in het beoordelingsrapport.
Wat beoogt de opleiding? (standaard 1, eindkwalificaties)
De educatieve masteropleiding Nederlands van de HAN heeft tot doel om docenten met een
tweedegraads (bachelor)opleiding verder op te leiden tot eerstegraads docent. Het is een duale
opleiding, die docenten naast hun werk kunnen volgen. De opleiding beoogt deze leraren bekwaam
te maken in het lesgeven in de bovenbouw van have en vwo., hun vakdidactische vaardigheid te
verdiepen en hen in staat te stellen om praktijkgericht onderzoek te doen. Afgestudeerden aan de
master lerarenopleiding dienen een (innovatieve) bijdrage te kunnen leveren aan het oplossen van
complexe vraagstukken uit de onderwijspraktijk. De eindkwalificaties die de opleiding gebruikt zijn
gebaseerd op de landelijk vastgestelde bekwaamheidseisen voor docenten. De opleiding richt zich
grotendeels op vakdidactsche en vakinhoudelijke ontwikkeling, en op reflectie en professionele
ontwikkeling. De eindkwalificaties waar de opleiding toe opleidt zijn inhoudelijk relevant, van
voldoende niveau en zijn gericht op de beroepsuitoefening, De opleiding profileert zich als post
experience opleiding en op de combinatie van onderzoek en praktijkervaring. Dit is geen sterke
profilering, aangezien dat opgaat voor vrijwel alle hbo-masters.
Het panel beoordeelt standaard 1 als voldoende.
Hoe realiseert de opleiding dit? (standaard 2, onderwijsleeromgeving)
Het onderwijsprogramma van de opleiding is zorgvuldig opgebouwd met een duidelijke structuur
met twee leerlijnen. Het programma sluit goed aan bij de eindkwalificaties, De vakkennislijn
weerspiegelt echter in onvoldoende mate met de landelijke afspraken. De kwaliteit van het
onderwijsmateriaal schiet tekort. Studenten gebruiken een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en
verzamelen bewijs van hun competentieontwikkeling in een portfolio. Voor de schoolbegeleiders
een goed begeleidings- en beoordelingsinstrument beschikbaar. De begeleiding door de
is
schoolbegeleiders op de werkplek is zeer wisselend. Er zijn goede afspraken vastgelegd in het
tripartiete contract tussen opleiding, student en school, maar de uitvoering moet beter geborgd
worden, Er is een samenwerking met de lectoraten en de onderzoeksgroep van de Faculteit Educatie,
maar dat heeft voor de opleiding Nederlands niet geleid tot een goede onderzoekslijn, De opleiding
maakt nog weinig gebruik van de mogelijkheden van ict.
De docenten van de opleiding zijn gekwalificeerd, ze zijn vrijwel allen opgeleid op masterniveau of
gepromoveerd. De voorzieningen van de opleiding zijn toereikend om het onderwijs te verzorgen.
Het panel beoordeelt standaørd 2 ols onvoldoende.
s
Seporate samenvattingen educqtieve mosteropleidingen, NQA, 25
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
juni
2013
21.
Worden de doelstellingen behaald? (standaard 3, toetsing en gerealiseerd niveau)
De opleiding heeft een duidelijk toetsbeleid. Er wordt gebruik gemaakt van diverse soorten toetsen.
De toetsen zijn echter niet altijd van het niveau dat past bij de masteropleiding. De toetsing
door de
opleiding is weltransparant voor studenten. Studenten krijgen daarnaast veelfeedback. Wel kan de
beoordeling op de werkplek verbeterd worden. Studenten tonen aan de hand van een portfolio aan
of ze alle eindkwalificaties beheersen, Daarnaast tonen ze aan competent te zijn qua vakinhoudelijke
en vakdidactische ontwikkeling aan de hand van kennistoetsen en leer(werk)taken, zoals ontwerpen
van een lessenserie. Tot slot tonen studenten in de onderzoeksleerlijn aan of ze competent zijn op
het gebied van reflectie en professionele ontwikkeling, in het bijzonder de thesis. Aan de hand van de
theses en portfolio's blijkt dat studenten van de opleiding te vaak afstuderen zonder dat het
mastern iveau is
aa
ngetoond.
Het panel beoordeelt standaard 3 ols onvoldoende.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief,docx
22
Bijlage
2
Toelichting op gehanteerde benamingen en afkortingen
HMP
HAN Masterprogramma's: interfacultair instituut waarin alle
HAN-masteropleidingen zijn ondergebracht.
Kenniscentrum Kwaliteit van Leren
Kenniscentrum verbonden aan de Faculteit Educatie
Onderzoeksdocent
Verbonden aan Kenniscentrum Kwaliteit van Leren,
gedetacheerd naar de MA NL voor onderzoeksbegeleiding
Onderzoeksgroep
G
roep (docent-)onderzoekers verbonden
aa
n het
Kenniscentrum
OWE
Onderwijseenheid
Portfolio
Dossier waarmee de student aan het eind van de opleiding
POP
aantoont te kunnen functioneren op masterniveau.
Document waarin de student zijn professionele ontwikkeling
vastlegt
Schoolbegeleider
Begeleider van de student op de werkplek
Senior onderzoeker
Verbonden aan Kenniscentrum Kwaliteit van Leren wordt in
de opleiding'onderzoeksdocent' genoemd
Tutor
Elk cohort studenten heeft een eigen
tutor, die het directe
aanspreekpunt is voor studenten en hun schoolbegeleiders.
De tutor initieert het professionaliseringsprogramma en
voert jaarlij ks tutorgesprekken.
Vakdidacticus
HAN HMP-docent die in de leerlijn Vakkennis ondenruijs geeft
VOP
Va
kdidactie k,
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
O
nderzoek en P rofessiona
lise ri ng
23
Bijlage
3
Overzicht onderwijsprogramma cohort 2Ot3-20L4
Studiejaar 1
Programmalijnen
Vakkennis
Onderwijseen heden
Moderne
Academische
Oudere
letterku nde
Vaardigheid
Letterku nde
L (7,5ec)
(5ec)
1 (5ec)
Taalbeheersing
Taalkunde
Mondelinge
L - Lezen (5ec)
1 (5ec)
taalvaardigheid
(5ec)
Vakdidactiek,
onderzoek en
Vakdidactiek, onderzoek en
professionalisering
professionalisering 1 (5ec)
Vakdidactiek, onderzoek en professionalisering individueel
(voP)
Professionalisering
Uitvoeren van leer(werk)taken in het kader van een vakmodule, de lijn vakdidactiek en
werkplek
onderzoek. Gericht op de eigen professionele ontwikkeling.
Studiejaar 2 (onder constructie)
Programmalijnen
Vakkennis
Onderwijseen heden
Moderne
Oudere
Taalkunde 2
Wereldliteratuur
Taalbeheersing
Letterkunde 2
Letterkunde
(5ec)
(5ec)
- schrijven (5ec)
(7,5 ec)
2 (5ec)
Vakdidactiek,
onderzoek en
Vakdidactiek, onderzoek en
Vakdidactlek, onderzeek en professionalisering
professionalisering
professional isering (5ec)
individueel
(voP)
Professionalisering
Uitvoeren van leer(werk)taken in het kader van een vakmodule, de lijn vakdidactiek en
werkplek
onderzoek. Gericht op de eigen professionele ontwikkeling.
Studiejaar 3 (onder constructie)
Programmalijnen
Vakkennis
Onderwijseen heden
Evt uitloop
Vakdidactiek,
onderzoek en
Vakdidactiek, onderzoek en
professionalisering
professionalisering
-
Masterthesis* (15 ec onderzoek)
3 (5ec)
(voP)
Professionalisering
werkplek
Uitvoeren van leer(werk)taken in het kader van een vakmodule, de lijn vakdidactiek en
onderzoek. Gericht op de eigen professionele ontwikkeling. Uitmondend in portfolio en
eindassessment.
*
AandezeOWE(Masterthesis) kaneenstudental beginneninjaar2(semester2) indienVOPLen2met
succes zijn afgesloten.
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
24
2
Overzicht onderwijseenheden, examendomein en studielast
Code
OWE
I, najaar 2OI3
MNEN104 VOP-1(vakdidactiek,onderzoeken
HV examen
domein
Studielast
/
ECT
Semester
A,B,C,D,E
74O/s
E
2L0
/7,s
A,B,C,D,E
1.40
/s
E
L4O/s
A,F
140
A,D
740 /s
B,C
740
A,B,C,D,E
L40 /s
profess iona lise ring)
MNEN102 ML-1 Moderne Letterkunde 1
MNENlOL AcVaAcademischevaardigheden
MNEN105 OL-l- Oudere letterkunde 1
Semester 2, voorjaar 2OL4
MNEN103
MNEN106
MNEN107
TBH-I- Lezen Taalbeheersing L
TK-l Taalkunde l
MTVMondelingeTaalvaardigheid
ls
/s
Semester 3, najaar 2014
MNEN1O8
VOP-2
MNEN109 ML-2 Moderne letterkunde 2
MNEN1L0 TK-2 Taalkunde 2
E
270 / 7,5
A,D
140
OL-2 Oudere Letterkunde 2
E
t4o/s
WL Wereldliteratuur
E
740/s
TBH-2 Schrijven - Taalbeheersing 2
D
/s
Semester 4, voorjaar 2015
MNEN111
MNEN113
MNEN112
F
1.40
/s
Semester 5, najaar 2015
MNEN114
VOP3(eventueeluitloopnaar
A,B,C,D,E
t4ols
MNEN115
semester 6, voorjaar 20L6)
Masterthesis *
A,B,C,D,E
420
Totaal
2s20
/
Ls
/
90
*Aan deze OWE (Masterthesis) kan een student al beginnen in jaar 2 (semester 2) indien VOP
1
en 2 met succes zijn afgesloten
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
25
Bijlage
4
Procedure onderzoeksleerlijn met Go/No Go momenten
Start in september 2013
Studiejaar 2
Deadline
Go/No so
Beoordelaar
20-LL-13
concept voorstel onderzoek leerjaar 2 (feedbackmoment)
begeleider
t8-L2-I3
definitief voorstel onderzoek leerjaar 2 (GO/NO cO)
begeleider 1 en
2
26-03-t4
concept
begeleider 1 en
2
t4-05-1.4
definitieve rapportage onderzoek leerjaar 2 (kans 1)
begeleider 1 en
2
28-05-1.4
concept aanvraag onderzoek leerjaar 3
begeleider 1 en 2
25-06-1.4
herkansing onderzoek leerjaar 2
begeleider L en
ra
pportage
o
nde rzoek leerjaa r 2 (feed backmoment)
! en 2
2
Studiejaar 3
De student heeft recht op zes begeleidingsmomenten die in overleg met de begeleiders en conform
een gemaakte onderzoeksplanning ingevuld worden.
Activiteit - solno so
Beoordelaar
Startmoment
Concept onderzoekspla
n
Definitief onderzoeksplan; definitief theoretisch
begeleider
1-
begeleider
1
en 2
begeleider L en 2
kader, onderzoeksmethode en interventie (GO/NO GO)
Data-analyse
begeleider
1
Concept rapportage onderzoek 3
begeleider
1
Definitieve rapportage onderzoek 3
begeleider 1 en
Herstelplan HAN hbo-master Leraar Nederlands definitief.docx
2
26