ALGEMEEN BESTUUR Vergadering d.d.: 7 mei 2014 Agendapunt: 11.0 Onderwerp: Wijziging voorfinanciering Dijk Data Service Centrum Onderwerp Wijziging voorfinanciering in deels een bijdrage en deels een lening. Inleiding In de vergadering d.d. 13 april 2011 heeft het Algemeen Bestuur besloten een bedrag van € 3,5 miljoen beschikbaar te stellen voor het project LiveDijk XL gericht op onderzoek en monitoring van afgekeurde dijkvakken van de zeedijk van het waterschap Noorderzijlvest. Hierin was een bedrag ad. € 600.000 opgenomen ter voorfinanciering van de ontwikkeling van het landelijke Dijk Data Service Centrum (DDSC). De meetdata verkregen uit LiveDijk projecten worden hierin opgeslagen en zijn op een willekeurige locatie te volgen en bewerken. Het DDSC kan tevens worden gebruikt voor analyse van de ingewonnen gegevens. Naast Noorderzijlvest participeerden de waterschappen Stichtse Rijnlanden, Waternet en Vallei en Veluwe in de eerste fase van opbouw van het DDSC. Deze waterschappen hebben een eigen bijdrage in de ontwikkelingskosten geleverd van € 20.000 tot € 100.000. Deze bedragen komen overeen met 25% van de investeringskosten gemoeid met hun LiveDijk projecten. Dit is in lijn met hetgeen gesteld is in de uniforme overeenkomst Project ontwikkeling DDSC. De oorspronkelijke gedachte was dat er sprake zou zijn van voorfinanciering door het waterschap en dat de bijdrage ad. € 600.000 te zijner tijd terug wordt ontvangen door het waterschap. Afgesproken is dat terugbetaling geschiedt via entreeheffing te betalen door nieuwe deelnemers aan het project. Hiervoor is met de Stichting een samenwerkingsovereenkomst gesloten in 2012. De totale bijdrage is inmiddels verleend. Gelet op het voornoemde heeft de Stichting IJkdijk het waterschap verzocht de aard van de verleende bijdrage te heroverwegen. In het tekstdeel onder het kopje ‘Financiering door derden en ervaringen Noorderzijlvest’ wordt nader ingegaan op opmerkingen en vragen die zijn gesteld in de vergadering van het AB d.d. 26 maart 2014 Voorstel 1. Een eenmalige bijdrage van € 200.000 te verstrekken voor de ontwikkeling van DDSC. 2. Het restant van de verleende bijdrage ad. € 400.000 te verstrekken als een achtergestelde geldlening zonder rentevergoeding. 3. De aflossing van de lening in te laten gaan op 1 januari 2016 met een looptijd van tien jaar. 4. Voor de eenmalige bijdrage een krediet beschikbaar te stellen ter grootte van € 200.000. Beoogd effect Gelijkheid te bewerkstelligen tussen de verschillende deelnemers in de ontwikkeling van DDSC. Daarnaast duidelijke afspraken te maken over de terugbetaling van het restant van de verleende bijdrage. Argumenten 1.1 Door een eenmalige bijdrage ontstaat er gelijke behandeling van huidige en toekomstige deelnemers De andere waterschappen die bij de ontwikkeling van het DDSC betrokken zijn, hebben aangegeven geen terugbetaling van hun bijdrage te verlangen. Inmiddels zijn ook waterschap Rivierenland, het Wetterskip Fryslân en de Landelijke Dienst van Rijkswaterstaat toegetreden tot het project en zij meefinancieren de fasen 2 en 3 van de opbouw van het DDSC. De omvang van de inleg van middelen is gesteld op 25% van de totale projectomvang van hun LiveDijk projecten. Bij nieuwe toetreders zal deze werkwijze eveneens worden toegepast. Op basis van het projectbudget van LiveDijk XL voor ons waterschap (totaal € 2,9 miljoen), is een eenmalige bijdrage van € 200.000 in de ontwikkelingskosten alleszins redelijk. Dit mede in relatie tot de bijdragen van de eerder genoemde participanten. 1.2 Bij de ontwikkeling is en wordt rekening gehouden met specifieke wensen van Noorderzijlvest In het afgelopen jaar is door Noorderzijlvest intensief geoefend met het vigerende DDSC. Daaruit zijn specifieke behoeften en wensen naar voren gekomen. In de komende maanden wordt het DDSC zodanig aangepast dat wordt voldaan aan het merendeel van aanvullende wensen gesteld door Noorderzijlvest. De hiermee gemoeide kosten bedragen circa € 50.000 exclusief BTW die niet ten laste worden gebracht aan het waterschap. Een voorbeeld van de voornoemde aanpassingen is de aansturing van het Dijk Monitoring en Control Systeem via het DDSC in plaats van via een afzonderlijke (afgesloten) website van de leverancier van deze sensor / beheerinstrument. Momenteel is Noorderzijlvest het enige waterschap dat gebruik maakt van dit type sensor / beheerinstrument. 2.1 Bij de Stichting IJkdijk is er sprake van onvoldoende liquiditeit Op basis van de afgesloten overeenkomst kan het waterschap terugvordering vragen van het bedrag. Met de andere nieuwe intreders (zie 1.1) is afgesproken dat zij een (lagere) eenmalige ontwikkelingsbijdrage verstrekken en geen intredesom betalen. De Stichting krijgt daarmee niet de financiële middelen om het waterschap Noorderzijlvest de verleende bijdrage terug te betalen. De Stichting IJkdijk heeft op dit moment ook onvoldoende financiële middelen om het restant van de verleende bijdrage terug te betalen. 2.2 Afboeking restant geeft een ongelijke positie Afboeking van het restant van de verleende bijdrage brengt het waterschap Noorderzijlvest ten opzichte van andere deelnemers in een ongelijke positie. 2.3 De wijze van deelname nieuwe intreders is afwijkend van de getekende overeenkomst In de overeenkomst is opgenomen dat het waterschap de bijdrage terugontvangt afhankelijk van nieuwe intreders. Zoals hiervoor is opgemerkt is de wijze van deelname door andere waterschappen op een andere wijze ingevuld. Door het restant van de bijdrage om te zetten in een geldlening wordt duidelijkheid gecreëerd tussen de Stichting en het waterschap. 2.4 In het verleden is geen afspraak gemaakt over rentevergoeding In de oorspronkelijke overeenkomst was geen rentevergoeding overeengekomen. Het tijdstip van terugbetaling was afhankelijk van nieuwe toetreders. Daarmee was het onzeker wanneer het waterschap de totale bijdrage zou terug ontvangen. Aangezien er toen ook geen afspraak is gemaakt over rentevergoeding wordt voorgesteld dit te continueren. Daarnaast is de looptijd van de lening bepaald op 10 jaar. Het afzien van een rentevergoeding kan worden gezien als een extra bijdrage in de ontwikkelingskosten van DDSC. 3.1 Op termijn krijgt de Stichting financiële middelen voor aflossing De ontwikkelfase van DDSC eindigt op 31 december 2014. Daarna zal de applicatie volledig operationeel zijn. Oorspronkelijk was de insteek dat het Waterschapshuis het beheer van het DDSC tot zich zou nemen en dat beheerskosten pas miv 2015 ten laste zouden worden gebracht aan de gebruikers. Door de verandering van de positie van het Waterschapshuis binnen de Unie is het beheer (tijdelijk) opgepakt door de Stichting IJkdijk. Deelnemende partijen betalen inmiddels een jaarlijkse onderhoudsbijdrage. Daarmee krijgt de Stichting financiële middelen beschikbaar. Naar mate meer waterschappen gebruik maken van het DDSC dalen de individuele onderhoudsbijdragen. Naar verwachting treden meer waterkeringbeheerders toe tot het DDSC. Hierdoor ontstaat er dan ook ruimte om jaarlijks een bedrag op de lening af te lossen. Door de eerste aflossing op 1 januari 2016 te stellen heeft de stichting de mogelijkheid tijdig in te springen op de verplichting. Aflossing in tien jaarlijkse gelijke termijnen wordt als redelijk gezien. 4.1 De ontwikkelingsbijdrage wordt als investering in aanleg sensoren gezien Oorspronkelijk was voorzien dat het waterschap de beschikbaar gestelde € 600.000 - als voorfinanciering ten behoeve van de ontwikkeling van het DDSC - op termijn volledig terug zou ontvangen. Door in te stemmen met het voorstel om een eenmalige bijdrage van € 200.000 te verstrekken voor de ontwikkeling van DDCS wordt hieraan slechts gedeeltelijk voldaan. Dit heeft direct tot gevolg dat niet meer al de gemaakte kosten voor dit project gedekt zijn, al of niet door teruggave vanuit de kant van de Stichting IJkdijk dan wel de te ontvangen subsidie voor het project LiveDijk XL. Financiering door derden en ervaringen Noorderzijlvest Naast Noorderzijlvest waren ook andere waterschappen voornemens om soortgelijke projecten als LiveDijk XL Noorderzijlvest te realiseren. Om elkaars kennis en ervaringen met monitoring te benutten is uniforme opslag van data essentieel. Vanuit deze invalshoek kwam de behoefte voort tot het opzetten van het landelijke Dijk Data Service Centrum. Uiteindelijk hebben naast Noorderzijlvest de eerder genoemde waterschappen besloten dit gezamenlijk op te zetten. Dit onder (bege)leiding van de Stichting IJkdijk en met ondersteuning vanuit o.a. Deltares, de STOWA en TNO. Financiering door derden Voor de financiering van het project IJkdijk en de LiveDijk projecten is destijds door de Stichting IJkdijk een aanvraag ingediend bij het Waddenfonds, welke echter op inhoudelijke gronden is afgewezen. Vervolgens is de Stichting IJkdijk in overleg getreden met de ministeries van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI, DG Ondernemen en Innovatie) en Infrastructuur en Milieu (I&M, DG Water). Beide ministeries hebben hierop positief gereageerd resulterend in een totaal subsidiebedrag van € 6.000.000. Subsidie aan Noorderzijlvest voor installatie van sensoren en monitoring De totale kosten voor het installeren van sensoren, registreren van data en monitoring van de waterkeringen waren geraamd op € 2.900.000. Gesteld was dat de bedrijven die participeren in LiveDijk XL Noorderzijlvest een eigen inbreng leveren van € 200.000 en Noorderzijlvest zelf € 600.000 investeert in het project. Het resterende bedrag à € 2.100.000 wordt door het ministerie I&M gesubsidieerd via de landelijke financiële middelen die gereserveerd zijn voor dijkverbeteringswerken in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Research en Development Naast de opbouw van het DDSC wordt nog research en development gedaan naar applicaties die kunnen worden gebruikt voor het bewerken en analyseren van de in het DDSC opgeslagen meetdata. De provincie Groningen draagt hier € 400.000 aan bij. Vanuit de kennisinstituten en het bedrijfsleven (Deltares, TNO. Target en HKV) wordt eveneens in totaal € 400.000 ingebracht. Sint Nikolaasstorm 2013 Naast de data verkregen met eigen sensoren is toegang mogelijk tot meetgegevens van o.a. de meetnetten van Rijkswaterstaat en het KNMI. Deze mogelijkheid is o.a. benut tijdens de Sint Nikolaasstorm 2013. Andere voorbeelden zijn de mogelijkheid tot het volgen van de effecten van de in 2012 uitgevoerde dijkverbetering van de Lauwersmeerdijk nabij het Vierhuizergat, analyse van de kwaliteit van de asfaltbekleding op de Lauwersmeerdijk en het effect van Dijk Monitoring en Conditioneringsysteem (DMC) dat ten noorden van Delfzijl is aangebracht in de Ommelanderzeedijk. Dijkverbeteringsmaatregel Vierhuizergat Via het DDSC is het mogelijk om zowel in lengterichting als in dwarsrichting van de kering een groep sensoren te selecteren en de resultaten hiervan in een grafisch overzicht weer te geven. Hierdoor kan het effect (in het verloop van de tijd) van de nieuwe bekleding op de waterdoorlatendheid van het onderwatertalud van de Lauwersmeerdijk worden gevolgd. Asfaltbekleding Met het blote oog is de kwaliteit van het asfalt niet volledig te beoordelen. Hierbij moet worden gedacht aan eventuele holtes onder de asfaltlaag. Voor de beoordeling van asfaltkwaliteit bestaan ook verschillende meettechnieken van monstername tot radarmetingen. In het DDSC kunnen deze verschillende type data worden gebundeld. Hierdoor is het mogelijk de kwaliteit van het asfalt diepgaander / geavanceerder te toetsen. Ommelanderzeedijk Voor de Ommelanderzeedijk geldt dat door het grafisch kunnen combineren van zowel de meetgegevens van het DMC als nabij geplaatste waterspanningsmeters het effect en de reikwijdte van het DMC kunnen worden gevolgd. Risico’s & Kanttekeningen 1.1 Bestuurlijke verwachtingen Oorspronkelijk was de afspraak dat het waterschap het volledige bedrag van € 600.000 op termijn zou terug ontvangen. Door in te stemmen met het voorstel wordt hieraan slechts gedeeltelijk voldaan. 1.2 Schenking van € 200.000 te beschouwen als staatsteun? Op 1 januari 2014 is de nieuwe minimisverordening inwerking getreden. De Europese Commissie heeft het steunplafond, zoals dat gold onder de oude de-minimisverordening (No. 1998/2006), niet gewijzigd. Dit betekent dat decentrale overheden ook onder de nieuwe deminimisverordening ondernemingen tot € 200.000 aan steun kunnen verlenen zonder dat er sprake is van staatssteun. Het voornemen om eenmalig € 200.000 steun te geven aan de Stichting IJkDijk is dus toelaatbaar, mits de Stichting binnen de komende drie belastingjaren niet opnieuw steun voor hetzelfde doel van het waterschap ontvangt. 3.1 Niet tijdige terugbetaling Het risico bestaat dat de Stichting op 1 januari 2015, wanneer de applicatie DDSC volledig operationeel is, onvoldoende deelnemers heeft. Daarmee kan de aflossing van de geldlening in gevaar komen. De Stichting heeft voorgesteld de aflossing in te laten gaan op 1 januari 2018 om meer zekerheid te verkrijgen over het eigen vermogen, en daarmee over de terugbetalingsmogelijkheden, van de Stichting. Daarbij wordt door de Stichting ook gedacht aan een minimum bedrag aan eigen vermogen. Aangezien het DDSC op 1 januari 2015 operationeel moet zijn en het op dat moment duidelijk zal zijn wie de afnemers zijn, is er een sluitende exploitatiebegroting op te stellen vanaf 2016. Hierbij kan rekening worden gehouden met de aflossingsverplichting. Verdere uitstel van aflossing is niet noodzakelijk. Financiën De bijdrage van € 200.000 wordt toegevoegd aan de investering in aanleg sensoren. Het krediet voor dit project wordt hiermee verhoogd. Afschrijving vindt vanaf 2015 plaats in vijf jaar (software). Binnen de kaders voor de Perspectiefnota wordt hiervoor dekking gezocht. Communicatie Met de Stichting IJkdijk is uitvoerig overleg gevoerd over de terugbetaling van de voorfinanciering. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de voorgedragen voorstellen. De Stichting IJkdijk zal schriftelijk op de hoogte worden gesteld van het door het AB genomen besluit. Uitvoering Voor het verstrekken van de geldlening wordt een overeenkomst opgesteld. Bijlage(n) geen
© Copyright 2025 ExpyDoc