NIEUWSBRIEF SPV Info Jaargang 2014 | nummer 2 06 mars 2014 1. Optimalisering politiediensten IN DIT NUMMER : 1. Optimalisering politiediensten van de 2. Fusies politiezones 3. Sectoraal akkoord 4. Voorontwerp van wet inzake nieuwe overgangsmaatregelen voor leden van de recherche 5. Vakantiegeld - vervolg 6. Hoorzitting kamercommissie 7. Overgang close protection staatsveiligheid naar de politiediensten mogelijk uitgesteld 8. Campagne tegen politie 9. Vierdagenweek en halftijds werken geweld In de loop van februari werd het wetsontwerp inzake de optimalisering van de politiediensten bij het parlement ingediend. Inmiddels werden de debatten aangevat in de Kamercommissie van binnenlandse zaken. Ondanks de inspanningen van de federale politie om het personeel te informeren via een specifiek infonieuws, blijven wij talrijke vragen ontvangen van verontruste personeelsleden. Daarom een korte toelichting van de laatste stand van zaken zoals die onder meer werd toegelicht door de commissaris-generaal op 12 februari 2014. 1. Welke veranderingen ingediende wetsontwerp ? 12. Aanvraagformulier syndicale premie 2013 het Het ingediende wetsontwerp omvat niet het ganse optimalisatieplan. Integendeel, slechts een beperkt aantal aspecten worden erin geregeld. Het verschaft een wettelijke basis aan een aantal bestaande overleg- en beslissingsorganen (zoals het directiecomité bij de federale politie, het coördinatiecomité van de geïntegreerde politie en het overlegplatform Justipol). Tevens omvat het ontwerp de fundamentele organisatiewijzigingen voor de federale politie : 10. Wijzigingen verlofstatuut politiepersoneel 11. Vakbonden voortaan in commissie politiebewapening beoogt Een nieuwe structuur voor het commissariaat-generaal (waar de operationele diensten uit verdwijnen zoals CGSU); De omvorming van DGS tot een transversale algemene directie met 4 entiteiten (PLIF); Een aangepaste structuur voor de 2 overblijvende directies-generaal (DGA en DGJ); Een schaalvergroting voor de gedeconcentreerde directies en diensten; Het aanpassen van de opdrachten van alle betrokken mandaathouders. De overige aspecten uit het optimalisatieplan dienen, voor wat de nieuwe arrondissementen betreft, te worden uitgewerkt door de nieuwe Dirco’s en Dirjud’s (zie hierna) of de andere betrokken verantwoordelijken (voor de centrale diensten). In dat verband wordt een “veranderteam” opgericht in de federale politie dat zal waken over het ganse veranderingsproces dat verder dient gestalte te krijgen onder de leiding van programmamanagers en projectleiders. De vakbonden worden verzocht om in de teams van de projectleiders en programmamanagers personeelsleden te willen afvaardigen die actief willen meewerken aan het veranderingsproces. Streefdoel is te komen tot een betere en een meer efficiënte dienstverlening, iets wat buiten het wettelijk kader valt. 2. Welke timing wordt er daarvoor gehanteerd ? De benoeming van de nieuwe mandaathouders (DirJud en Dirco) is gepland op 1 april (neen, dit is geen grap….). Op die datum zal ook CGSU overgaan naar DGJ. Tot die datum blijven de procedures voor herbenoeming van de oude mandatarissen verder lopen. Op 1/6/2014 stopt het mandaat en de bevoegdheden van de oude Dirco’s en Dirjud’s. JAARGANG 2014 | NUMMER 2 | BLZ 2 Op 1/10/2014 treedt de optimalisatie officieel in werking. Het veranderteam hanteert een timing van 3 jaar om de nagestreefde verandering en de bijsturing van de interne werkprocessen te realiseren. Voor een cultuuromslag wordt de gebruikelijke termijn van 10 jaar naar voor geschoven. De snelheid van de verandering zal variabel zijn en dat afhankelijk van dienst tot dienst. Dit is het gevolg van de keuze om het ganse proces “bottum up” te laten groeien. Concreet dienen de nieuwe Dirco’s en Dirjud’s binnen de 2 maanden na hun aanwijzing een nieuw organisatieplan te maken. Na goedkeuring van dat plan door het directiecomité dient dit besproken te worden met de vakorganisaties die waken over het sociaal luik. Die sociale maatregelen zullen nadien, zo nodig, worden voorgelegd aan het hoog overlegcomité of het onderhandelingscomité. 3. Wat houdt dit concreet in ? In een eerste fase dienen de nieuwe Dirco’s en Dirjud’s te evalueren welke organisatiestructuur ze verkiezen op hun grondgebied om zo goed mogelijk de minimaal opgelegde normen inzake dienstverlening op arrondissementeel of provinciaal niveau te respecteren. Daarbij wordt hen een relatief grote autonomie gelaten op organisatorisch vlak. De aspecten van statutaire aard dienen wel op nationaal niveau te worden beslecht in samenspraak met de vakorganisaties. Er kan niet worden overgegaan tot uitvoering van de nieuwe organisatiestructuur als er geen validatie heeft plaatsgevonden door het directiecomité en de vakbonden niet werden geconsulteerd over alle aspecten die het personeel aanbelangen. Op die manier moet het mogelijk zijn om specifieke sociale maatregelen te voorzien indien dat vereist is. Het is dus op een provinciaal overleg dat er in eerste instantie dient nagegaan in hoever een centralisatie van bepaalde diensten zich opdringt. Het werken in een provinciale structuur betekent niet automatisch dat iedereen dient te verhuizen naar eenzelfde centrale werkplaats. Waar mogelijk zal werken vanuit een “satelliet” worden overwogen. De herschikking van het personeel in de nieuwe structuur zal via volgende stappen verlopen : Aan de hand van eenieder zijn individuele voorkeur; Indien nodig worden gezagsfuncties ingevuld via een selectiecommissie; Via interne mobiliteit; Via normale mobiliteit; Via herplaatsing. Een “outplacementbureau” binnen de politie staat in voor de begeleiding van het personeel dat hierop een beroep kan en wil doen. De ganse herschikking zou budgetneutraal moeten zijn. De impact van een functiewijziging op de toelagen en vergoedingen van elk personeelslid dient geval per geval of categorie per categorie onderzocht te worden. Jaarlijks zal er een “postevaluatie” plaatsvinden na de implementatie van de veranderingen om zo nodig bijsturingen te kunnen doorvoeren. Een werklastmeting zou moeten vermijden dat de werklast onevenredig zou stijgen in verhouding tot het beschikbare personeel. 2. Fusies politiezones In het sectoraal akkoord werd onder impuls van het NSPV bedongen dat de aanpak inzake sociale maatregelen bij optimalisatie ook model zal staan voor andere reorganisaties en fusies. Dit betekent concreet dat wij bij elke reorganisatie of fusie er over zullen waken dat er passende overgangsmaatregelen zijn die zo nodig ook uw inkomen vrijwaren (inclusief vergoedingen en toelagen). Met succes hebben we al een aantal lokale overheden die fusieplannen hebben, hierop gewezen. JAARGANG 2014 | NUMMER 2 | BLZ 3 3. Sectoraal akkoord De onderhandelingen over een nieuw sectoraal akkoord werden afgerond. De uitgangspunten daarbij waren om een realistisch akkoord te sluiten met kwalitatieve maatregelen die budgetneutraal zouden zijn. Om tot een resultaat te komen in de beperkte tijdspanne die deze regering nog restte, werd er tevens voor geopteerd het akkoord niet te overladen en zich vooral te richten naar de raakvlakken tussen de verzuchtingen van de vakorganisaties en die van de overheden. Het akkoord omvat 12 punten waarvan er verscheidene geheel of gedeeltelijk tegemoet komen aan onze verzuchtingen zoals we die hadden geformuleerd in ons eisenbundel. In een volgende nieuwsbrief komen we daar meer uitgebreid op terug. 4. Voorontwerp van wet inzake nieuwe overgangsmaatregelen voor leden van de recherche Wat de inhoud betreft hebben wij duidelijk laten notuleren in het proces-verbaal dat “bij het invoeren van bijkomende overgangsmaatregelen, er zorgvuldig over gewaakt dient te worden dat er geen nieuwe discriminaties voor andere categorieën ontstaan. Wij zijn altijd bereid te praten en hebben in ons eisenbundel al voorstellen geformuleerd om te komen tot een vlottere loopbaanontwikkeling. Het debat is dus mogelijk maar moet worden open getrokken waarbij dient rekening te worden gehouden met alle personeelscategorieën wat mogelijk een grotere meerkost met zich brengt. Men mag niet eenvoudigweg de bestaande overgangsmaatregelen kopiëren en plakken op een andere categorie van begunstigden maar de toestand dient onderzocht zonder zich tot welbepaalde graden te beperken”. Op verzoek van alle vakorganisaties zal het debat over deze problematiek later worden verder gezet. 5. Vakantiegeld - vervolg Begin dit jaar werden wij, samen met de andere representatieve vakbonden, bevraagd over een voorontwerp van wet waardoor bepaalde leden van de lokale of de federale recherche via een specifieke regeling benoemd zouden kunnen worden in het hoger kader. Deze maatregel zou enkel gelden voor de categorie van leden van DGJ die voor 1 april 2001 behoorden tot de voormalige GPP (de ex inspecteurs 2A/2B) en voor de HINP en CP bij de lokale recherches die al voor de politiehervorming deel uitmaakten van een recherchedienst. Op 6 februari diende een erkende maar niet representatieve vakbond een stakingsaanzegging in betreffende dezelfde problematiek waardoor dit punt werd geagendeerd op de onderhandelingen van 13 februari. Daarbij stelden wij vooreerst vast dat de stakingsaanzegging niet rechtsgeldig was ingediend (miskenning van de voorgeschreven termijnen en andere voorwaarden). In onze vorige nieuwsbrief deelden we al mee dat we dit dossier verder voor u zouden opvolgen. Inmiddels werd ons bevestigd dat het Instituut voor nationale rekeningen (INR) dat advies heeft uitgebracht. De overheid werd er daarbij op gewezen dat het uit te keren bedrag, dat door het SSGPI werd begroot op 43 miljoen €, dient opgenomen in de begroting van 2013. Het dossier keert nu terug naar het kernkabinet dat een definitieve beslissing dient te nemen in hoever ons de achterstallige vakantiegelden voor de jaren 2009 tot 2011 worden uitgekeerd. 6. Hoorzitting kamercommissie Op 11 februari vond er in de commissie van binnenlandse zaken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers een hoorzitting plaats over een reeks gebundelde wetsvoorstellen die hoofdzakelijk verband hielden met de problematiek omtrent het gebruik van mobiele camera’s. JAARGANG 2014 | NUMMER 2 | BLZ 4 Naast vertegenwoordigers van de lokale en federale politie, alsook leden van de privacycommissie en leden van de liga voor de rechten van de mens, namen ook 2 politievakbonden deel aan de hoorzitting waaronder het NSPV. In afwachting dat het ganse verslag van die hoorzitting via de site van de kamer wordt gepubliceerd, zal een uittreksel van het verslag met ons standpunt via onze site worden verspreid. 7. Overgang close protection staatsveiligheid naar de politiediensten mogelijk uitgesteld Op 17 februari vond er in de lokalen van het kabinet van binnenlandse zaken een ontmoeting plaats met de vakorganisaties over dit onderwerp. Ingevolge een akkoord tussen de minister van justitie en de minister van binnenlandse zaken zouden immers de beschermingsassistenten van de staatsveiligheid overgaan naar de politie. Het betreft 55 personeelsleden die op 1/1/2015 deel zouden gaan uitmaken van DGA (GIS). Tijdens dit onderhoud bevestigden de vertegenwoordigers van de overheid dat er nog zeer veel werk was om die overgang te concretiseren. Op de talrijke vragen die wij stelden, kwam zelden een duidelijk of afdoend antwoord. Tijdens de eerste bespreking van het optimalisatieplan in het parlement blijkt inmiddels dat niet alle politieke partijen de voorgestelde timing willen volgen. De basisidee van een samenvoeging van alle diensten close protection bij de politie blijkt voorlopig wel te worden behouden maar het wordt afwachten wanneer dit principe wordt gestemd. Voorlopig ziet het ernaar uit dat dit dossier door een volgende regering zal dienen hernomen te worden. 8. Campagne geweld tegen politie In het kader van het globaal actieplan inzake geweld tegen politie had de overheid er zich toe verbonden een preventiecampagne te organiseren. Om die campagne te financieren werd het SSDGPI “verzocht” een bijdrage van 300.000 € te willen storten. Door het uitblijven van de campagne werd de vraag gesteld wat er met dat geld was gebeurd. Volgens de vertegenwoordiger van de minister van binnenlandse zaken bevindt dat bedrag zich nog steeds op de rekening van de kanselarij van de eerste minister. Op de vraag in hoever er nu nog een campagne zou volgen, kon evenwel geen duidelijk antwoord worden verstrekt. 9. Vierdagenweek en halftijds werken Vanaf 1 maart kan ieder personeelslid opnieuw aanvragen om halftijds te werken (vanaf 50 jaar) of in een stelsel van een vierdagenweek. De permanente nota met alle nuttige informatie daartoe werd op 28 februari uitgevaardigd door de juridische dienst van de federale politie (Nr DGS/DSJ/2014/7941A) en kan worden geconsulteerd via de site www.poldoc.be 10. Wijzigingen politiepersoneel verlofstatuut Het betreft hier een hele reeks wijzigingen waarvan er sommige met terugwerkende kracht van toepassing zijn. Hier beperken we ons kort tot de opsomming van de voornaamste nieuwigheden (waarvan er bepaalde al in de praktijk werden toegepast maar waarvoor er nu een wettelijke basis is) : 6 werkdagen pleegzorgverlof per jaar Uitzonderlijk verlof wegens overmacht ook voor uw kind dat niet bij u is gedomicilieerd; De begrippen huwelijk, echtgenoot en vader worden uitgebreid tot nieuwe samenlevingsvormen; Nieuwe samengestelde gezinnen maken ook aanspraak op omstandigheidsverlof en verlof om dwingende redenen van familiaal belang; JAARGANG 2014 | NUMMER 2 | BLZ 5 Recht op verlof om bloed, bloedplasma of bloedplaatjes te geven en dat voor de duur van de behandeling, met een maximale verplaatsingstijd van 2 uur Borstvoedingsverlof opgetrokken van 7 tot 9 maanden na de geboorte Adoptieverlof verminderd met 2 weken indien ook gebruik werd gemaakt van omstandigheidsverlof of geboorteverlof Verminderde prestaties wegens ziekte onderbreken de vrijwillige vierdagenweek Invoering van extra verlof voor oudere werknemers Opname jaarlijks verlof versoepeld 12. Aanvraagformulier syndicale premie 2013 Voor dit jaar zullen de politiezones zelf moeten instaan voor het drukken en verspreiden van het aanvraagformulier voor al hun personeelsleden. Sommige zones proberen hier de kosten te drukken door te vragen wie er een formulier wenst. Gelijktijdig kan ook zo worden gepoogd een zicht te krijgen op de mate waarin het personeel in een zone is gesyndiceerd. 11. Vakbonden voortaan in commissie politiebewapening Voortaan maken de representatieve politievakbonden deel uit van de commissie politiebewapening. Hierdoor kan het NSPV 2 vertegenwoordigers afvaardigen voor deze commissie die advies geeft aan de minister van binnenlandse zaken over de aankoop van (bijzondere) wapens door de politiediensten. De commissie kan ook voorstellen doen tot aanpassing van de technische normen m.b.t. het gebruik van wapens. Voortaan zal de commissie aldus bestaan uit de directeur van de directie van de infrastructuur en uitrusting van de algemene directie van de ondersteuning en het beheer van de federale politie (voorzitter), 2 leden van de federale politie, 3 leden van de lokale politie en maximaal 2 vertegenwoordigers per vakbond (die één stem vertegenwoordigen). Dergelijke bevraging doet afbreuk aan het recht op privacy in combinatie met het grondwettelijk recht op vrijheid van vereniging. Indien zich hieromtrent problemen voordoen in uw politiezone, verzoeken wij ons dat zo snel mogelijk te melden zodat wij de gepaste acties kunnen ondernemen.
© Copyright 2024 ExpyDoc