Semeiologie van het cardiovasculaire stelsel

Semeiologie van het cardiovasculaire
stelsel
• Anamnese
• Klinisch onderzoek
Anamnese
•
•
•
•
•
Huidige klachten
Medische voorgeschiedenis
Familiale en sociale anamnese
Medicatie-inname
systeemanamnese
Anamnese van het cardiovasculair
stelsel
•
•
•
•
•
Pijn op de borst
Hartkloppingen
Kortademigheid
Gezwollen voeten
Claudicatio, pijn in armen of benen /
erectiestoornissen
• ….
Pijn op de borst
• Cardiovasculaire oorzaken
–
–
–
–
Angor pectoris
Myocardinfarct
Pericarditis
Aortadissectie
• Niet-cardiale oorzaken
– Pijn van de slokdarm (ontsteking, spasmen,…)
– Wandpijn
– Pleurale pijn (pleuritis, longembool,…)
Anamnese van het cardiovasculair
stelsel
•
•
•
•
•
•
Pijn op de borst
Hartkloppingen
Kortademigheid
Gezwollen voeten
Claudicatio, pijn in armen of benen
Erectiestoornissen (syndroom van
Leriche)
Het cardiovasculair systeem
Anatomie en fysiologie
Oppervlakte projectie van het hart en de grote bloedvaten.
Hartkamers, kleppen en bloedsomloop
Gebeurtenissen tijdens de hartcyclus
Splitsing van harttonen
Relatie tussen auscultatoire bevindingen en de thoraxwand
Het hartgeleidingssysteem.
Arteriële polsen en bloeddruk
Jugulair veneuze pulsaties
Meting van de arteriële bloeddruk
Meten van de arteriële bloeddruk
• Stetoscoop met klok op a. brachialis.
• Opblazen tot 30 mmHg boven de druk waarop a. radialis
niet meer voelbaar is
• Eerst doffer worden tonen, dan verdwijnen ervan
• Diastolische druk = verdwijnen Korotkoff tonen
• Soms verdwijnen tonen nooit, zoals bij aortainsufficiëntie
• Bloeddruk aflezen tot op 2 mm nauwkeurig
• Meting eventueel enkele malen herhalen
• Bloeddruk links + rechts
• Bloeddruk liggend en staand meten : cave orthostatische
hypotensie :
– Daling systolische bloeddruk ≥ 20 mmHg
– Daling diastolische bloeddruk ≥ 10 mmHg
Meten van de arteriële bloeddruk
Auscultatory gap : wijst op atherosclerose
‘Mean pressure’
• 1 x systolische bloeddruk + 2 x
diastolische bloeddruk, gedeeld door 3
• Van belang op intensieve zorgen :
perfusie nieren en hersenen vooral
afhankelijk van deze ‘mean pressure’
Pulsus paradoxus
Hartfrequentie en ritme
• Tellen van de pols aan de a. radialis
gedurende 15 seconden Æ x 4 = aantal
slagen/minuut
• Zijn alle slagen even sterk ?
• Kleine pols : pulsus parvus, pulsus filiformis,
bvb bij laag hartdebiet Æ shock
• Sterke pols : pulsus magnus : bvb bij AI
• Is het ritme regelmatig ?
– Cfr VKF : pulsus irregularis en inequalis perpetuus
Hartfrekwentie en ritme
Meting van de centrale veneuze druk
Meten van de CVD : kies de beste positie
Hepato-jugulair reflux
• Bij patiënten met beginnende hartinsufficiëntie
kan de CVD nog normaal zijn tijdens rust.
• Wanneer de toevoer van bloed naar het hart
toeneemt door druk uit te oefenen met de volle
hand gedurende 10 seconden op het abdomen
in de leverstreek, zal de druk in de rechter
ventrikel en het rechter atrium toenemen, omdat
deze stijgende bloedaanvoer niet door een
groter slagvolume kan worden gecompenseerd.
• Patiënt moet normaal blijven doorademen met
open mond tijdens deze test.
• Heeft dus slechts zin als de CVD +4 of +5
bedraagt
Inspectie en palpatie
Inspectie en palpatie: linker ictus 4de of 5de
ICR – meestal midclaviculair
Linker ictus
• Minder voelbaar in geval van obesitas,
emfyseem, pericardvocht,
mitraalstenose,…
• Forser zo toegenomen hartdebiet : bij
nervositas, koorts, hyperthyroidie, aortainsufficiëntie,…
Inspectie en palpatie: rechter ictus
Rechter ictus
• Breder, parasternaal links 3de en 4de
ICR, met de volle handpalm te palperen
• Normaal bij kinderen en jonge
volwassenen
• Bij anderen wijst dit op rechter kamer
hypertrofie : bvb bij pulmonale
hypertensie, bij acuut zwaar
longembool,…
Palpatie van het hart : varia
• Intercostale arteries bij coarctatio aortae
• Leverpols : epigastrisch bij
tricuspiedinsufficiëntie
• Suprasternaal : bij dilatatie of
aneurysma van de arcus aortae
• Pericard wrijfgeruis
Auscultatie
Linker zijligging: voor mitraalklepgeruisen
Voorovergebogen houding voor aortainsufficiëntie
Auscultatie : frequentie van de
geruisen en tonen
• Stetoscoop :
– klok : laagfrequent
– Membraan : hoogfrequent
• Laagfrequent
3de toon
4de toon
Diastolische
roffel MS of TS
hoogfrequent
1ste en 2de toon
AI
MI
PI
VSD
Harttonen moeilijk hoorbaar bij pericarduitstorting,
emfyseem,…
Variaties in de 2de harttoon
bij pulmonalisstenose of RBTB
Fixed splitting bij
ASD
paradoxicale
splitting t.g.v.
laat sluiten Ao
klep bij bvb
LBTB
Extratonen tijdens de systolen
bij aortastenose,
bicuspiede klep
bij mitraalklepprolaps
Extra harttonen tijdens diastole
bij mitraalstenose
Door snelle deceleratie
bloed tegen ventrikelwand,
veroorzaakt gallopritme
door verhoogde weerstand tegen
ventriculaire vulling tgv atriale
contractie: door toegenomen
stijfheid linker ventrikel
Systolische geruisen
Midsystolisch geruis
vb AS ejectiegeruis
Holosystolisch geruis
vb MI lekgeruis
Laatsystolisch geruis
vb mitraalklepprolaps
Diastolische geruisen
vroegdiastolisch
vb AI
middiastolisch
laatdiastolisch
“vorm” geruisen
crescendo
decrescendo
crescendo - decrescendo
plateau
Beïnvloeding hartgeruisen door :
• Houding :
– Voorovergebogen houding bij AI
– In linker zijligging voor mitraalklepgeruisen
• Inspanning of nervositas :
– Toename geruisen door toename hartdebiet
• Ademhaling :
– Bij diepe inspiratie zal rechter hartgeruis
toenemen, een linker hartgeruis afnemen
– Bij Valsalva-manoever zullen alle geruisen
afnemen, tenzij het geruis van een subvalvulaire
aortastenose
Fysiologische of functionele geruisen
• Altijd systolisch, maximaal aan het ostium
pulmonale, proto(meso)systolisch,
laagfrequent, door turbulentie thv aorta-en
pulmonaalklep
– “innocent murmers” : bij kinderen en jonge
volwassenen
– “physiologic murmers” : door tijdelijke
toename van bloeddebiet, bvb door
anemie, zwangerschap, koorts,
hypertyroidie,…
Fysiologisch geruis
Veneuze hum :
luid, continu, ostium aortae en pulmonalis, door
wervelingen in de vena jugularis, toenemend bij
inademen en zitten, afnemend door Valsalva, liggen en
druk op de v. jugularis
aortaklepsclerose
• Protomesosystolisch
• Hartbasis (ruwer) Æ parasternaal Æ
apex (muzikaler)
• Komt quasi uitsluitend voor bij ouderen
• Cave DD met aortastenose
Pathologische hartgeruisen
Mitralisinsufficiëntie
Best hoorbaar aan apex, uitstralend naar
linker oksel
Intermediair qua frekwentie, met de
membraan
Tricuspiedinsufficiëntie
Ventrikelseptumdefect
Ruw holosystolisch, max
parasternaal, trill
Aortastenose
maximaal aan 2de ICR rechts, uitstralend naar de
carotiden
Hypertrofische cardiomyopathie
Pulmonalisstenose
Aortainsufficiëntie
Mitraalstenose
ruwe, laagfrequente roffel, openingsnap, presystolische
versterking, max apex
Pericardwrijven
Open ductus arteriosus
Klinisch onderzoek van het
vasculair stelsel
Arteries van de armen
Arteries van de benen
Venen van de benen
vasculair onderzoek armen
• Zwelling, asymmetrie
• Palpatie a brachialis, a radialis en a. ulnaris,
vergelijken rechts met links
• Aspect van de venen
• Kleur van de vingers
• Bloeddruk links met rechts vergelijken
• Ausculteer de a subclavia (boven en onder
de clavicula) en de a.axillaris voor geruisen
Vasculair onderzoek benen
•
•
•
•
•
Zwelling, asymmetrie
Aspect van de oppervlakkige venen
Pigmentatie (vb okerdermatitis), rash, littekens, ulcera
Kleur, haardistributie
Palpatie a femoralis, a poplitea, a dorsalis pedis en a
tibialis posterior : ZITTEND
• Temperatuur van de huid, vb hot knee
• Gevoeligheid van de kuiten (teken van Homann)
• Ausculteer voor arteriële geruisen over de aa femorales tot
halfweg de dij + over de aa popliteae
Carotispols : palpatie + auscultatie !
Palpatie van de a. femoralis
Palpatie van de a. poplitea
Palpatie van de arteria dorsalis pedis
Palpatie van de arteria tibialis posterior
Posturale kleurveranderingen voeten
+ nagaan capillaire refill
Chronisch arteriële insufficiëntie
Neuropatisch ulcus
Raynaud fenomeen
Test van Allen
Test van Adson : bij vermoeden
thoracic outlet syndroom
• Palpeer de a radialis bij een zittende
patiënt
• Breng de arm in abductie op
schouderhoogte, laat de patiënt van u
wegkijken en diep inademen :
controleer of u de a radialis nog kunt
voelen
Subclavian steal syndroom
• Bij proximale occlusie op a. subclavia
(geruis !) kan de bloedflow in de a
vertebralis omdraaien als er een
inspanning verricht wordt met die arm
Æ syncopaal worden
Pitting oedeem
Diepe veneuze thrombose
• kan optreden in de kuitvenen, in de
vena poplitea, vena femoralis, vena
iliaca
• Gaat gepaard met pijn, zwelling en vaak
wat oppervlakkige roodheid
• Kuitvenethrombose : pijn bij knijpen in
de kuiten en bij dorsieflexie van de voet
(teken van Homan)
Oppervlakkige thromboflebitis
• Thrombose van een oppervlakkige vene
• Presenteert zich als een harde, rode,
pijnlijke streng
Trendelenburg test voor varices
• Patiënt ligt op de rug, hef been 90° omhoog,
zodat de oppervlakkige venen zich ledigen
• Occludeer de vena saphena magna onder de
lies door een knelband of manueel
• Laat de patiënt rechtstaan : bekijk de veneuze
vulling (normaal traag, vanaf het onderbeen) :
zo snel : inkompetente communicerende
venen
• Laat de veneuze occlusie los en observeer
voor plotse veneuze vulling van bovenuit : zo
positief : insufficiënte kleppen in de VSM
Chronische veneuze insufficiëntie
Lymfoedeem