Richting - Focus Conferences

(BE)STUREN OP TOEGEVOEGDE
WAARDE
INZICHT IN ORGANISATIES, PROCESSEN EN
(WEG VAN) VERANDERING
BREUKELEN, 27 MEI 2014
WOUTER TEN HAVE
27 mei 2014
27 mei 2014
STRATEGIE EN VERANDERING, HOEZO?
Ze nemen zes weken om het op papier te zetten
In zes dagen overtuigen ze hun staf
In zes uur wordt het aan de 'manschappen' verteld
Die hebben zes minuten om het te begrijpen en zes seconden om vragen
te stellen
Is het dan gek dat ze niet doen wat de top wil?
27 mei 2014
Directies denken zes maanden na over de strategie
DE STRATEGY-TO-PERFORMANCE GAP
37%
Gemiddelde
prestatie verliezen
7.5%
Ontoereikende of onbeschikbare
middelen
5.2% Slecht gecommuniceerde strategie
63%
Gemiddeld
gerealiseerde
prestaties
4.5%
Acties die worden vereist niet
duidelijk vastgesteld
4.1%
Onduidelijke verantwoordingslijnen
voor de uitvoering
3.7%
Organisatorische zuilen en cultuur
blokkeren de uitvoering
3.0%
Onvoldoende monitoring van
prestaties
3.0%
Onvoldoende consequenties of
beloningen bij mislukking of succes
2.6%
Slechte leiding van bovenaf
1.9%
Geen gecommitteerde leiding
0.7%
Geen vastgestelde strategie
0.7%
Andere hindernissen (inclusief
ontoereikende vaardigheden en
capaciteiten)
27 mei 2014
MANKINS & STEELE
Kunnen jullie dingen noemen die essentieel zijn als je de strategie wilt
vertalen in de organisatie?
Waarom gebeurt dit vaak niet?
27 mei 2014
VRAAG
IMPLEMENTATIE IN DE PRAKTIJK
•
De aard en de inhoud van de gekozen strategie is niet van invloed op
de wijze waarop deze wordt geïmplementeerd
•
Managers weten onvoldoende of de strategie daadwerkelijk wordt of is
geïmplementeerd binnen hun organisatie
•
De mate van participatie van medewerkers bij strategievorming en
-vertaling hangt niet direct samen met de mate waarin doelstellingen
worden gerealiseerd
27 mei 2014
Onderzoek naar strategie-implementatie in Nederland wijst uit:
MANAGEMENTAANDACHTPARABOOL
27 mei 2014
Hoog
Strategie = richting
Resultaten = verrichting
(m.n. financieel)
Aandacht
Implementatie = inrichting
Laag
Tijd
RICHTING: STRATEGIE
•
Wat de richting is van de totale organisatie (eenduidigheid)
•
Waaraan concrete doelstellingen getoetst moeten worden
(toegevoegde waarde)
27 mei 2014
Wat moet de strategie duidelijk communiceren:
RICHTING: MANAGERS MOETEN KIEZEN
effectiviteit
verkokering
efficiency
bureaucratisch
externe oriëntatie
overgevoeligheid
27 mei 2014
beheersing
verstarring
interne oriëntatie
geslotenheid (‘entropie’)
creativiteit
hobbyisme
flexibiliteit
anarchie
verandering
chaos
Assumptions
about the
context
Reality of the
external context
The Mission
Reality of the
organisational context
Competencies
Peter Drucker
27 mei 2014
THEORY OF THE BUSINESS
(DRUCKER)
THE THEORY OF THE BUSINESS (2)
•
Aannames over omgeving, missie, en core competencies moeten
realistisch zijn (overeenkomen met de werkelijkheid)
•
Aannames in die drie gebieden moeten op elkaar aansluiten
•
De theorie moet in de hele organisatie bekend zijn en begrepen worden
•
De theorie moet constant worden getest (‘veroudering’)
(Drucker, 1994)
27 mei 2014
Een valide ‘Theory of the Business’ voldoet aan vier voorwaarden:
•
Binnen de markt
- in welke schaarste voorzie ik (wat is mijn bestaansrecht/business
model)
- wat wordt de strategische richting
•
Binnen de organisatie
- de mate waarin de organisatie in staat is een bijdrage te leveren aan
de realisatie van de strategie (business design)
- de mate waarin toegevoegde waarde daadwerkelijk gerealiseerd
wordt
27 mei 2014
TOEGEVOEGDE WAARDE
CIRKEL VAN MISLUKKING
Te druk
Nieuwe opdracht +
Waan van de dag
27 mei 2014
Afspraken
niet nakomen
Geen sturing
(Vrijblijvendheid)
Resultaten
niet opleveren
CIRKEL VAN SUCCES
Prioriteiten
Evalueren &
Leren
27 mei 2014
Haalbare
opdrachten
Sturen op
afspraak
Resultaat
27 mei 2014
INK-MODEL
Fase 1: Activiteitgeoriënteerd
Fase 2: Procesgeoriënteerd
Fase 3: Systeemgeoriënteerd
Fase 4: Ketengeoriënteerd
Fase 5: Transformatiegeoriënteerd
27 mei 2014
INK-MODEL ALS (ORGANISATIE)
ONTWIKKELINGSMODEL: GROEIFASES
Negen aandachtsgebieden
(wat levert toegevoegde waarde, wat doe je en welke resultaten meet je?)
Het tiende aandachtsgebied: samenhang
(wat zijn de gevolgen van beslissingen op een aandachtsgebied voor de
overige aandachtsgebieden, hoe kan de meeste toegevoegde waarde
behaald worden door samenhang in de activiteiten op de aandachtsgebieden
aan te brengen?)
Het elfde gebod: feedback
(hoe weet je of doelen gehaald worden (op elk niveau, binnen en tussen
aandachtsgebieden?)
De effectiviteit van ingrepen/activiteiten is bekend
(wat zijn de gevolgen van beslissingen op een aandachtsgebied op de
resultaten?)
27 mei 2014
ORGANISATIE ALS SYSTEEM
4. Adapt
doelstellingen
en resultaten
1. Plan
doelstellingen
jaar n
jaar n+1
3. Check
2. Do
behaalde
activiteiten per
resultaten
organisatie-
PI/BSC
gebied
27 mei 2014
BESTUREN VAN ORGANISATIES
Welke managementprocessen maken het
verschil tussen grotere non-profit organisaties
die wel
en niet systematisch besturen?
Wat zijn de noodzakelijke en voorwaardelijke
managementprocessen, ‘winners’ en
‘qualifiers’ die maken dat een organisatie de
stap maakt van
proces- naar systeemgericht?
27 mei 2014
DE BASIS: PROMOTIEONDERZOEK WOUTER
TEN HAVE – CENTRALE ONDERZOEKSVRAAG
Vier bepalende praktijken of coördinaten voor het systematisch aanpassen
of besturen van de organisatie (Ten Have, 2002):
• Richting
• Consistentie
• Samenhang
• Feedback
27 mei 2014
ONDERZOEKSHISTORIE
27 mei 2014
RICHTING (R)
27 mei 2014
CONSISTENTIE (C)
27 mei 2014
SAMENHANG (S)
27 mei 2014
FEEDBACK (F)
Richting
(R)
Richting
Consistentie
Consistentie (C)
Samenhang (S)
Feedback
(F)
?
In
control
Feedback
Samenhang
27 mei 2014
IN CONTROL ALS PRODUCT VAN
SYSTEMATISCH BESTUREN
• Richting: door het formuleren en communiceren van een eigen visie en
managementfilosofie kan een eensgezind topmanagement richting aan
de verandering geven
• Consistentie: door de ondernemingsstrategie en veranderdoelstellingen
voor de gehele organisatie te formuleren, kan men deze vervolgens op
consistente wijze in concrete doelen en activiteiten vertalen
• Samenhang: door bedrijfsprocessen en functionele werkgebieden
(disciplines) in samenhang te organiseren, kan men alle facetten van de
onderneming op elkaar aansluiten
• Feedback: door het opzetten van een infrastructuur voor feedback, kan
een onderneming voortdurend prestaties toetsen aan de doelstellingen en
de noodzakelijke verbeteringen lokaliseren en verwezenlijken
27 mei 2014
‘IN CONTROL’
27 mei 2014
POLICY DEPLOYMENT (RC)
27 mei 2014
KEY PROCESS MANAGEMENT (RS)
27 mei 2014
OPERATIONAL CONTROL (CF)
27 mei 2014
PROCESS IMPROVEMENT (SF)
27 mei 2014
STRATEGIC MONITORING (RF)
27 mei 2014
INTERFACE MANAGEMENT (CS)
27 mei 2014
STRATEGIC GOAL SETTING (RCS)
27 mei 2014
STRATEGIC LEARNING (RCF)
27 mei 2014
ORGANISATIONAL LEARNING (RSF)
27 mei 2014
MANAGEMENT CONTROL (CSF)
14 MANAGEMENTPROCESSEN:
Enkelvoudige
Tweevoudige
managementprocessen managementprocessen
Drievoudige
managementprocessen
R
Richting
R+C
Policy deployment
R+C+F
Strategic learning
C
Consistentie
R+S
Key process management
R+S+F
Organizational learning
S
Samenhang
R+F
Strategic monitoring
R+C+S
Strategic goal setting
F
Feedback
C+S
Interface management
C+S+F
Management control
C+F
Operational control
S+F
Process improvement
27 mei 2014
ENKEL-, TWEE- EN DRIEVOUDIG
• Drievoudige managementprocessen maken het verschil tussen grotere
non-profit organisaties die wel en die (net) niet systematisch bestuurd (in
control) zijn
• Tweevoudige managementprocessen zijn noodzakelijke maar niet
voldoende voorwaarden voor een grotere non-profit organisatie die
systematisch bestuurd is
• Enkelvoudige managementprocessen (en het tweevoudige proces policy
deployment) maken niet het verschil tussen organisaties die wel en die
niet systematisch bestuurd zijn
27 mei 2014
CONCLUSIES (1/2)
CONCLUSIES (2/2)
• In control wordt nog teveel financieel ingestoken en is daarmee teveel
gericht op verantwoording in plaats van op het effectief managen van
organisaties
• Managers die in termen van organisatieonderdelen of afdelingen blijven
denken en handelen suboptimaliseren het resultaat van de organisatie
• Zolang feedbackloops niet gesloten zijn, blijven managers rijden in de
mist en schade veroorzaken
• Systematisch besturen is noodzakelijk om organisatorisch in control te
komen en te blijven
27 mei 2014
• In control heeft veel meer met leren dan met controleren te maken
27 mei 2014
BESTURING: P&C EN HR-CYCLUS ALS
GEÏNTEGREERD GEHEEL
Strategie
Competenties
Doelstelling
Prestatie
Prestatie-indicator
Beoordeling
(Beloning)
(Ontwikkelpunten)
27 mei 2014
BESTURING: P&C EN HR-CYCLUS ALS
GEÏNTEGREERD GEHEEL
Strategie
directie
Strategie
afdeling
Jaarplan
Reviews
afdeling
Doelen
stellen
Uitvoeren
Belonen
Ontwikkelen
en voortgang
bewaken
Beoordelen
1.
2.
doelstellingen
(strategisch)
vertalen
• --consistentie
4.
performance indicators +
competenties
• ---
• ---
• ---
• ---
• ---
• ---
• ---
rapportage
3.
vervolg
rapportage structuur
Review:
‘begrijpen van
Prestaties’
input
KPI
analyse
acties
27 mei 2014
UNDERSTANDING PERFORMANCE
8
Zo
64
8
8
8
8
en niet zo
8
8
8
27 mei 2014
BESTURING: GEBRUIK VOOR STURING
BEPERKT AANTAL INDICATOREN
8
8
32
8
8
16
8
8
8
32
16
8
16
8
8
8
Missie
Strategie
Organisatie
Ondernemingsvorm
+
+
+
Maakbare onderneming
+
+
-
Zelfsturende onderneming
+
-
+
Missionaire onderneming
-
+
+
Transactionele onderneming
+
-
-
Geïnspireerde onderneming
-
+
-
Teleologische onderneming
-
-
+
Nomadische onderneming
-
-
-
Zoekende onderneming
27 mei 2014
ACHT VARIANTEN VAN MAAKBAARHEID
27 mei 2014
“Idealiter zou de nulhypothese bij een verandertraject moeten luiden dat
veranderen niet nodig is. Daarmee wordt de bewijslast gelegd bij degenen
die moeten veranderen. Dat vereist automatisch een gedegen analyse over
het waarom van de verandering”
(Van Witteloostuijn, 2002)
27 mei 2014
TE WEINIG DENKWERK,
TE WEINIG ONDERBOUWING
• Systematisch en methodisch doen wat vroeger op gevoel en intuïtie
werd gedaan
• Zoeken naar beginselen en een logisch schema dat innerlijke
samenhang vertoont
27 mei 2014
DE VERANDEROPDRACHT VAN DE MANAGER
27 mei 2014
DE VERBINDENDE SCHAKEL TUSSEN STRATEGIE
EN UITVOERING IS VERANDERMANAGEMENT
Theory
of the
Business
Theory of
Change
Theory
of
Execution
27 mei 2014
VERANDEREN BEHELST HET CONTINU EN
CYCLISCH DOORLOPEN VAN VIER FASEN
Denken
Vasthouden
Definiëren
Doen
RATIONALE
‘What it should be’
EFFECT
27 mei 2014
PURPOSIVE CHANGE: INGREDIËNT 1 IS
‘VERANDERVISIE’
27 mei 2014
PURPOSIVE CHANGE: INGREDIËNT 2 IS
‘VERANDERCAPACITEIT’
FOCUS
ENERGIE
‘How it should be accomplished’
Verandervisie:
“What it should be”
Verandercapaciteit:
“How it should be
accomplished”
PURPOSIVE CHANGE
27 mei 2014
ALS DE DRIE ‘THEORIES’ MET ELKAAR IN
VERBINDING STAAN, IS ER SPRAKE VAN
PURPOSIVE CHANGE
Probleem
Werkwijze
Resultaat
Project(matig)
Bekend
Bekend
Bekend
Experimenteel
Bekend
Bekend
Onbekend
Improviserend
Bekend
Onbekend
Bekend
Oplossend
Onbekend
Bekend
Bekend
Creerend
Bekend
Onbekend
Onbekend
Procedureel
Onbekend
Bekend
Onbekend
Teleologisch
Onbekend
Onbekend
Bekend
Procesmatig
Onbekend
Onbekend
Onbekend
Maakproces
Zoekproces
27 mei 2014
TYPE VERANDERING
Soort verandering
Hoofdcategorie
+
-
Graduele verandering
Herstructurering of reorganisatie
Verbetering
+
-
+
+
-
Strategische heroriëntatie
Herbezinning
Hervorming
Herijking
+
-
+
-
Herpositionering
Fundamentele heroriëntatie
Totale transformatie
Vernieuwing
Missie
Strategie
Organisatie
+
+
+
+
+
+
-
Wat staat niet (+) en wel (-) ter discussie?
27 mei 2014
AANLEIDING EN SCOPE VERANDERING
HARRISON: INTERVENTIEDIEPTE
• Er moet niet meer diepgang zijn dan nodig is om een duurzame
oplossing te verkrijgen voor de huidige problemen
• De interventie mag niet dieper gaan dan de middelen en energie van
een klant reiken om problemen op te lossen
27 mei 2014
Selectiecriteria interventie:
27 mei 2014
BIJLAGE
1. PROJECTUITVAL
27 mei 2014
1
1
2. MOBILISATIEREFLEX
27 mei 2014
2
2
27 mei 2014
3. MODE(OVER)GEVOELIGHEID
3
3
4
4
27 mei 2014
4. ACTIEREFLEX
27 mei 2014
5. INSPIRATIEVALKUIL
5
5
6. ANALYSEFOUT
27 mei 2014
6
2
27 mei 2014
7. CITROENPERS
27 mei 2014
8. ERVARINGSFOUT
SLAAG- EN FAALFACTOREN
RATIONALE
VERFOCUS
ENERGIE
BINDING
EFFECT
Rationale – slaagfactoren:
1. Articuleren van een toekomstvisie
2. Accurate missie
3. Logische ambitie of noodzaak
4. Lerend vermogen (strategic learning)
Rationale – faalfactoren:
1. Inactief leiderschap
2. Myopia
3. Niet geïdentificeerde trauma’s
4. Conflicterende veranderdoelen
5. Future Shock
27 mei 2014
RATIONALE
SLAAG- EN FAALFACTOREN
RATIONALE
VERFOCUS
ENERGIE
BINDING
EFFECT
Effect – slaagfactoren:
1. Obligation
2. Informatie, aard en omvang
3. Yield
4. Het communiceren van hoge prestatieverwachtingen
Effect – faalfactoren:
1. Geen self-efficacy
2. Directe kosten van de verandering
3. Korte termijn denken
4. Fallacy of the exception
5. Chauvinistische conditionering
27 mei 2014
EFFECT
SLAAG- EN FAALFACTOREN
RATIONALE
VERFOCUS
ENERGIE
BINDING
EFFECT
Focus – slaagfactoren:
1. Prevailing circumstances
2. Het modeleren van passend en
gewenst gedrag
3. Veranderbaarheid hoog: structuur,
technologie
Focus – faalfactoren:
1. Diep verankerde routines
2. Institutionalisme
3. Homeostase
4. Ideologie
5. Organisatorisch stilzwijgen
27 mei 2014
FOCUS
SLAAG- EN FAALFACTOREN
RATIONALE
VERFOCUS
ENERGIE
BINDING
Energie – slaagfactoren:
1. Veranderkennis en vaardigheden, ervaring
2. Veranderbewustzijn
3. Het stimuleren van de acceptatie van
groepsdoelen
4. Bij de verandering passende waarden
5. Ondersteunend leiderschapsgedrag
6. Het voorzien in intellectuele stimulatie
EFFECT
Energie – faalfactoren:
1. Individueel onvermogen (coping), capabilities
gap
2. Reactieve mindset
3. Te weinig resources, bevoegdheden
4. Schending psychologisch contract
5. Sneeuwblindheid (groupthink)
6. Gebrek aan zelfvertrouwen
7. Cynisme
27 mei 2014
ENERGIE
SLAAG- EN FAALFACTOREN
RATIONALE
VERFOCUS
ENERGIE
BINDING
EFFECT
Verbinding – slaagfactoren:
1. Totaaloverzicht
2. Hanteren afhankelijkheden (synergie, trade-off)
3. Balans forecasting en backcasting
4. Systematisch en methodisch werken
5. ‘Hard’ en ‘zacht’ kunnen verbinden
6. Leiderschap
Verbinding – faalfactoren:
1. Hokjesgeest, kannibalisatiekosten
2. Comfort van de kruissubsidie
3. Problemen om tot collectieve actie te komen
4. Interne politiek en machtsstrijd
5. Onverenigbare overtuigingen, emotionele
loyaliteit
6. Communicatie-barrières
27 mei 2014
VERBINDING