Nota van Inlichtingen Zorginkoopbeleid 2015 Gehandicaptenzorg

NOTA VAN INLICHTINGEN ACHMEA
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Vooraf
In deze Nota van Inlichtingen treft u correcties, verduidelijkingen en aanvullingen aan op het
zorginkoopbeleid Gehandicaptenzorg 2015 van Achmea. Deze Nota komt voort uit de gestelde vragen en
bezwaren van zorgaanbieders evenals overheidsbeleid dat bekend is geworden na publicatiedatum. In lijn met
het zorginkoopbeleid 2015 zijn er drie Nota’s van Inlichtingen opgesteld; voor de VV, GZ en de
zorginkoopprocedure. De Nota van Inlichtingen prevaleert boven de afzonderlijke zorginkoopdocumenten en
maakt onderdeel uit van de Achmea Zorginkoopprocedure Langdurige zorg 2015.
Binnen de zorginkoopprocedure is er naast het stellen van verduidelijkende vragen, tevens een
mogelijkheid geweest om bezwaar te maken tegen het zorginkoopbeleid. In deze Nota van Inlichting
hebben wij naar aanleiding van de gestelde vragen duidelijkheid geboden omtrent onderdelen van het
zorginkoopbeleid en hebben we correcties doorgevoerd van gesignaleerde onjuistheden. Daarnaast
zijn beleidsaanpassingen ten gevolge van ingediende bezwaren, tevens opgenomen in deze nota.
Op basis van gestelde vragen en bezwaren zijn op de volgende onderwerpen aanpassingen gedaan op het
zorginkoopbeleid langdurige zorg Gehandicaptenzorg 2015:
Aanlevering van VOG RP bij de offerte
Criterium normering pijler 2a in criterium Kwaliteit GZ
Uitgangspunten voor de inkoop van gespecialiseerde behandelzorg (Z981)
Frequentie evaluatie zorgplan
Voorwaarde betrokkenheid hogeschool, universiteit of kennisinstituut bij het criterium Innovatie
De definitie nieuwe aanbieders
De aanscherping op de toeslag (non) invasieve beademing
Eisen aan de levering van VPT
Indien een vraag betrekking had op tekst die letterlijk terug te vinden is in de inkoopdocumenten, een vraag
welke de situatie van de individuele aanbieder betrof of indien de gestelde vraag geen feitelijke vraag
betrof, dan is deze niet opgenomen. Het kan dus voorkomen dat de door u gestelde vraag niet (letterlijk)
terugkomt in de Nota van inlichtingen. Waar vragen of bezwaren betrekking hadden op landelijk uniform beleid
(bijlage 1 met addenda) zijn de antwoorden hierop eveneens landelijk afgestemd. Antwoorden op vragen en
bezwaren die zich richten op de overeenkomst, bestuursverklaring of een van bijbehorende addenda zijn
opgenomen in de Nota van Inlichtingen van de zorginkoopprocedure.
Voor de leesbaarheid hebben wij er voor gekozen om in de Nota van Inlichtingen alleen die paragrafen van het
zorginkoopdocument te vermelden waarin een wijziging is aangebracht of een nadere duiding wordt nodig
bleek. Op de volgende pagina’s staan de vragen per paragraaf van het zorginkoopdocument vermeld.
Overigens geldt dat alle mededelingen over de langdurige zorg en het transitieproces zijn gebaseerd op de
huidige stand van zaken. Zoals bekend is dit proces nog gaande en kunnen er nog wijzigingen optreden. Alle
mededelingen hierover kunnen zorgaanbieders dan ook geen rechten ontlenen.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
1
Toelichting per paragraaf
2 Welke zorg kopen wij in?
2.2.1 Intramurale zorg
Vraag: De GGZ-c zzp’s gaan over naar de gemeenten. In de zorginkoopdocument op blz 6 staat expliciet
aangegeven dat de zzp’s GGZ-c geen onderdeel vormen van deze inkoop. Hoe worden kapitaalslasten
bij GGZ-c pakketten tijdens de duur van de overgangsregeling in 2015 vergoed.
Geen enkele prestatie welke gerelateerd is aan de ZZP’s GGZ-c worden in 2015 uit de WLZ gefinancierd. Voor de
financiering hiervan moet de aanbieder contact opnemen met de betreffende gemeente(n).
2.2.4 Extramuraal
Vraag: In deze alinea staat dat de zorg die Achmea inkoopt in deze kavel wordt geleverd aan cliënten die
intramuraal geïndiceerd zijn, maar de zorg volledig extramuraal verzilveren (met uitzondering van de
ZZP-indicatie of aan een doelgroep die in 2015 wordt overgeheveld naar een ander domein). Kunt u
toelichten wat u verstaat onder een intramurale indicatie?
Onder een intramurale indicatie verstaan wij een ZZP-indicatie of een functionele indicatie inclusief verblijf (voor
zover hier nog sprake van is).
2.2.5 Behandeling AWBZ
Vraag: Hoe vindt de inkoop van behandeling plaats in 2015 en wat valt er onder de inkoopprocedure
langdurige zorg 2015?
Onder deze inkoopprocedure langdurige zorg 2015 valt:
§ De inkoop van extramurale behandeling voor intramuraal geïndiceerde cliënten die deze extramuraal
verzilveren. Ook de behandeling aan cliënten die hun intramurale indicatie extramuraal in PGB verzilveren
valt onder deze inkoopprocedure.
§ De extramurale behandeling aan cliënten die uitgezonderd zijn van overheveling naar de Jeugdwet en de
subsidieregeling. Dit zijn naar verwachting de cliënten die nu gedeclareerd worden onder de prestaties:
H821, H822, H839, H819, H817. Onder deze uitzondering valt waarschijnlijk, conform de prestatietabel van
VWS, eveneens H818. Dit betreft echter geen behandeling. Deze uitzonderingen op subsidieregeling en
Jeugdwet zijn nog niet definitief, maar worden door Achmea wel als uitgangspunt gehanteerd voor de
toekenning van de productieafspraak. Dit onder voorbehoud van definitieve besluitvorming door Vws.
Subsidieregeling
Zorgaanbieders ontvangen in 2014 AWBZ-financiering voor het leveren van extramurale behandeling zoals
bedoeld in artikel 8 van het Besluit zorgaanspraken (Bza). Bij invoering van de Wlz komt die financiering te
vervallen. Het is de verwachting dat deze Behandeling op termijn onder de Zvw komt te vallen. Om de
financiering van deze zorg in 2015 voort te kunnen zetten voorziet de Wlz in een door Zorginstituut Nederland
uit te voeren subsidieregeling. Ook als de Wlz niet op 1 januari 2015 wordt ingevoerd wordt deze zorg
gefinancierd op basis van een door het Zorginstituut uit te voeren subsidieregeling. In dat geval wordt de
subsidieregeling gebaseerd op de AWBZ. Onder de subsidieregeling wordt alle extramurale behandeling
ingekocht die nu wordt geleverd op basis van een extramurale indicatie, met uitzondering van de behandeling
ZG.
Het Zorginstituut bereidt op dit moment, samen met betrokken partijen, een subsidieregeling voor die,
afhankelijk van verdere parlementaire besluitvorming, gebaseerd zal zijn op de Wlz of de AWBZ. Zorgkantoren
krijgen naar verwachting een rol in de uitvoering van deze subsidieregeling en informeren zorgaanbieders zo
spoedig mogelijk over de wijze waarop afspraken binnen de subsidieregeling voor 2015 tot stand komen.
Behandeling die geleverd wordt op basis van een extramurale indicatie maakt dus geen deel uit van deze
inkoopprocedure voor de langdurige zorg.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
2
2.4.3 Vragenlijst Cliëntenraden
Vraag: Voor de uniforme enquête cliëntenraden hoeven wij als zorgaanbieder toch geen actie te
ondernemen? Alles verloopt direct tussen het zorgkantoor en cliëntenraad?
Achmea vraagt zorgaanbieders de enquête voor de cliëntenraden door te zetten naar de betreffende
cliëntenraad/cliëntenraden omdat wij zelf niet over de betreffende contactgegevens beschikken.
Vraag: U schrijft dat de enquêtes voor de cliëntenraad via de zorgaanbieder worden aangeleverd. Klopt het
dat deze enquête nog niet is opgenomen op de website?
Het is mogelijk als zorgaanbieder inzicht te verkrijgen in de vragen van de enquête. Op dit moment is echter nog
niet duidelijk wanneer de enquêtes verstuurd worden. De enquêtes worden op dit moment getest op
toepasbaarheid. De verwachting is dat deze najaar 2014 worden uitgezet. Zodra wij deze beschikbaar krijgen
informeren wij zorgaanbieders over de definitieve werkwijze. Achmea is voornemens de vragenlijst uit te zetten
bij cliëntenraden voorafgaand aan de beleidsgesprekken 2015.
3 Bij wie kopen wij zorg in?
3.1.1 Gebruik maken van derden voor de levering van zorg
Vraag: Het komt voor dat cliënten met een indicatie ZZP inclusief dagbesteding een deel van hun
dagbesteding bij een andere aanbieder willen afnemen. Dit geldt ook voor cliënten met een
extramurale indicatie voor dagbesteding. Is hetgeen gesteld in deze alinea ook in deze situaties van
toepassing?
Onder onderaannemers vallen ook die zorgaanbieders die dagbesteding leveren aan cliënten met een ZZP
inclusief dagbesteding indien die zorgaanbieder (deels) een andere is dan de zorgaanbieder die het verblijf
levert.
Vraag: Wij geven bij ons profiel in de inkoop applicatie aan dat wij geen gebruik maken van onderaannemers.
Toch is vervolgens de bijlage onderaanneming een verplichte bijlage in de inkoop applicatie?
Deze fout in de inkoopapplicatie hebben wij inmiddels hersteld, maar zorgaanbieders die hun offerte voor die
tijd hebben aangemaakt hebben hier nog wel mee te maken. Voor de aanbieders die geen onderaannemers
hebben, maar in de inkoopapplicatie wel gevraagd wordt om een verplichte bijlage toe te voegen kunnen dit
omzeilen door aan te vinken 'dat de bijlage reeds bij een ander kavel is toegevoegd'.
Vraag: Moeten er KvK stukken meegestuurd worden voor de onderaannemers?
Voor de onderaannemers binnen de GZ is het niet nodig om KvK stukken mee te sturen. Achmea houdt zich wel
het recht voor om deze ten aller tijden bij de zorgaanbieder op te vragen.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
3
4 Hoe kopen wij zorg in?
4.3.1 Het budget-model
Vraag: In deze paragraaf geeft Achmea aan voor bepaalde zorgaanbieders bij de herschikkingsronde 2015
eventueel aanvullende afspraken maakt. Aan welke voorwaarden moet een aanbieder voldoen om
voor eventueel aanvullende afspraken in aanmerking te komen?
Zoals in het inkoopdocument van Achmea GZ onder 4.7 beschreven komt Achmea in de loop van 2015 met een
nadere uitwerking van het herschikkingsbeleid 2015. Uitgangspunt voor dit beleid is dat het in het verlengde ligt
in het inkoopbeleid 2015.
4.4 Hoe wordt voor welke zorg de initiële afspraak vastgesteld?
Vraag: Wij hebben productie die bij wijze van uitzondering en conform afspraak met het zorgkantoor niet
aangeleverd wordt in de AW319, maar wel in de productiemonitor. Hoe wordt deze productie
meegenomen in de totstandkoming van de afspraak 2015?
Bij de toekenning door het zorgkantoor die uiterlijk 1 september plaatsvind, wordt een nadere toelichting
gegeven op de berekeningswijze en definities die gehanteerd zijn voor de bepaling van de volumes. De
uitzonderingen waar in deze vraag op wordt gedoeld zijn bij Achmea bekend. Achmea onderzoekt op dit
moment of wij met onze gegevens kunnen duiden wat bij het bepalen voor het volume van deze prestaties/zorg
moet worden meegenomen in de toekenning 2015. Indien dit onderzoek niet tot het gewenste resultaat leidt,
nemen we dit op in de toelichting bij de toekenning. Tevens lichten wij daarin dan toe wat de procedure en
kaders zijn om met individuele zorgaanbieders in het inkoopgesprek een afspraak te maken voor deze zorg.
Uitgangspunt hierbij is in dat geval het verschil tussen AW319 en de productiemonitor voor de betreffende
prestaties, met in acht neming van het inkoopbeleid.
4.4.1 Het budget-model
Vraag: Hoe wordt de correctie berekend zoals genoemd op pagina 12 "correctie voor de dagen ZZP's en
doelgroepen die overgeheveld worden naar andere domeinen uit bijlage 3. (peildatum voor de
indicatiegegevens uit AZR betreft 1 juli 2014)"?
Aan de hand van de AW319 declaratiedata en AZR gegevens identificeren wij cliënten met een
indicatie/prestaties die in 2015 vanuit een andere domein gefinancierd gaat worden. Voor de bepaling van het
volume is de grondslag van de geïndiceerde ZZP leidend. De gedeclareerde zorgprestaties voor deze cliënten in
de AW319 in periode 1 t/m 4 in de AW319 worden hiervoor gebruikt die op 1 juli 2014 in onze databases staan.
De som van de gedeclareerde zorgprestaties per dag wordt gedeeld door het aantal dagen van periode 1 t/m 4
en vervolgens vermenigvuldigd met 365 (dagen) voor de extrapolatie naar een jaar. Het resultaat zijn de
geëxtrapoleerde aantallen zorgprestaties, deze worden per zorgaanbieder per kavel gecorrigeerd op de
herschikking aantallen 2014 welke voor de intramurale kavel de basis vormen voor het financieel kader. De
volledige toelichting wordt meegezonden met het toekenningsdocument wat u uiterlijk 1 september 2014 van
Achmea kunt verwachten. Hierin wordt eveneens toegelicht hoe wij omgaan met mogelijke vragen van
zorgaanbieders over de volumes in deze toekenning.
Vraag: Hier wordt gesproken over 3% korting op de beschikbare contracteerruimte. Op pagina 8 van het
zorginkoopdocument staat dat Achmea de kortingen van de overheid voor 2015 niet naar de
afspraken van de zorgaanbieders vertaalt. Dit lijkt met elkaar in tegenspraak. Hoe moeten
zorgaanbieders met deze afwijkende opvattingen omgaan?
Op pagina 8 betreft het de kortingen op de contracteerruimte als gevolg van de afbouw op de lage ZZP's. In
tegenstelling tot voorgaande jaren vertalen wij deze korting niet door in de afspraken en plafonds van de
intramurale zorgaanbieders GZ. Voor wat betreft de 3% korting op de kavel Intramuraal verwijzen wij u naar de
volgende twee vragen.
Vraag: Bij de vaststelling van de initiële productieafspraken intramuraal gaat u uit van 3% correctie n.a.v. de
overheidsmaatregelen. Op welke wijze zien wij deze 3% terug in het inkoopbeleid?
Deze 3% is geeffectueerd in de toe te kennen volumes voor de kavel Intramuraal. Het volumepercentage betreft
97% voor de intramurale kavel in 2015. Deze korting heeft Achmea moeten toepassen vanwege de
onduidelijkheid over de definitieve financiële kaders voor 2015.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
4
Vraag: Is de 3% korting in aantallen ten gevolge van doorvertaling van VWS beleid bij de herschikking te
verzilveren als de aantallen blijken nodig zijn voor bestaande cliënten. Of is het een harde bezuiniging?
In paragraaf 4.7 beschreven hoe de herschikking 2015 op hoofdlijnen plaatsvindt. Het definitieve
herschikkingsbeleid is afhankelijk van de definitieve contracteerruimte 2015, de praktijk van de overheveling
naar andere domeinen en de realisatie 2015. Uitgangspunt voor het herschikkingsbeleid is dat het in lijn ligt met
het inkoopbeleid 2015. In beginsel wordt bij duidelijkheid over de definitieve financiële kaders eventuele
onverdeelde middelen uit deze korting door Achmea ingezet in de herschikkingsronde van 2015.
Vraag: Voor de cliënten die voor wat betreft hun behandeling zijn uitgezonderd zijn voor overheveling naar
de subsidieregeling/ (behandeling groep), komt alle zorg voor die cliënten onder de WLZ te vallen (alle
overige H codes). Onder welke kavel moeten die codes dan worden ingevoerd (extramurale
producten maar niet op basis van overgangsrecht)?
Alle behandeling groep prestaties die deel uit blijven maken van de Wlz in 2015 omdat deze doelgroepen
uitgezonderd zijn van overheveling naar de Jeugdwet of subsidieregeling, maken deel uit van het kavel
Behandeling AWBZ. De overige extramurale zorg die deze cliënten krijgen maakt deel uit van de kavel
extramuraal. Indien u deze cliënten in zorg heeft dient u beide kavels te offreren. De volumes voor deze cliënten
in de kavel Behandeling AWBZ en Extramuraal komen zoals beschreven voort uit de AW319.
Vraag: Ten aanzien van tabel 5; Welke tarieven worden gehanteerd voor vervoer intramurale dagbesteding
(ZZP en de H900 codes)?
Voor de kavel Dagbesteding intramuraal is het vervoerstarief gelijk aan het tarief zoals dat volgt uit de
inkoopcriteria. De tarieven voor vervoer binnen de kavels Extramuraal en Behandeling AWBZ zijn gelijk gesteld
aan het percentage van de kavel Extramuraal.
Vraag: Voor behandeling AWBZ geldt het budget model met een maximaal toekenningspercentage van 90%
ivm verwachte mutaties naar Jeugdwet en subsidieregeling. Stel dat keuzes in het kader van
overgangsrecht worden uitgesteld tot laatste moment in 2015 en daarnaast door indicatiestelling een
grotere vraag naar Behandeling ontstaat, houdt dit dan in dat er sprake kan zijn van niet betaalde zorg
omdat we de grens van 90% overschrijden?
Het zorgkantoor heeft in het inkoopbeleid het overgangsrecht meegenomen, waardoor cliënten zorg kunnen
ontvangen op basis van de versmalde AWBZ. Deze zorg wordt ingekocht in de kavel Extramuraal en
Behandeling AWBZ.
Het financiële kader dat gemoeid is met het overgangsrecht en de mate waarin cliënten kiezen voor intramurale
opname zijn op dit moment onduidelijk. Zodra duidelijkheid bestaat over het financiële kader dat gemoeid is
met het overgangsrecht, informeren zorgkantoren de zorgaanbieders. De zorgkantoren monitoren in 2015
nauwgezet de ontwikkeling van de kosten die gemoeid gaan met het overgangsrecht. In de herschikking 2015
zullen de eventuele financiële consequenties van het overgangsrecht worden verwerkt, passend binnen de
contracteerruimte.
4.4.3 Nieuwe zorgaanbieders
Vraag: Het bedrag van 250.000 is dit het bedrag wat Achmea gebudgetteerd heeft voor alle nieuwe
zorgaanbieders bij elkaar opgeteld? Of is dit bedrag het maximale per nieuwe zorg aanbieder op
jaarbasis?
Het bedrag van €250.000 is het uitgangspunt voor de initiële afspraak met iedere nieuwe zorgaanbieder.
4.5 Hoe wordt voor welke zorg het tarief vastgesteld?
Vraag: Wij ontvangen graag een inhoudelijke toelichting op de vaststelling van het minimum- en
maximumpercentage in relatie tot het landelijk gemiddelde uniforme percentage van 97%.
De gestelde maximum tariefspercentages voor Achmea GZ zijn tot stand gekomen door de verwachte zorgvraag
te toetsen aan de verwachte beschikbare contracteerruimte. Aangezien hier landelijk verschillen tussen
bestaan, ontstaat er ook verschil in de maximaal te behalen tarieven per zorgkantoor. Hierbij dient opgemerkt
te worden dat Achmea GZ zich tot doel om kwaliteitsverbetering te stimuleren door alle zorgaanbieders de
gelegenheid te bieden tot het maximum tariefspercentage te komen. Andere zorgkantoren gebruiken deze
criteria juist voor de differentiatie in het tarief. Op basis van het voldoen aan verbeterafspraken en plannen van
aanpak kunnen alle zorgaanbieders in de herschikking komen tot het maximum tariefspercentage. De wijze
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
5
waarop de verschillende zorgkantoren de inkoopcriteria toepassen gaat dan ook bepalen in hoeverre het
gemiddelde tariefspercentage tussen de zorgkantoren uiteenloopt voor 2015.
Het verschil tussen het minimum en maximumtarief betreft 2 %, dit percentage stimuleert zorgaanbieders om te
komen tot het maken van verbeterafspraken op de inkoopcriteria.
Vraag: U hanteert 4 criteria als tariefbepalende factoren. Klopt het dat het criterium op het kwaliteitskader
tenminste behaald moet worden om te komen tot een daadwerkelijke tariefsopslag. En mogen we
ervan uitgaan dat ook voor de criteria afzonderlijk de vermelde punten en opslagen mogelijk zijn?
Achmea bevestigd dat het behalen van het criterium op het kwaliteitskader voor de GZ een voorwaarde is voor
het komen tot een opslag op de tarieven voor de GZ in 2015. Zonder het criterium op het KKGZ kan een
zorgaanbieder niet tot het minimum aantal punten voor een opslag op het tariefspercentage komen. Hiermee
onderstrepen wij het belang dat wij hechten aan kwaliteitsverbetering en het gebruik van het Kwaliteitskader
door zorgaanbieders.
Aanvullend merken wij op dat het aantal punten per inkoopcriterium niet omgerekend kan worden naar een
tariefsopslag per inkoopcriterium. Voor het behalen van een tariefsopslag dient tenminste 25 punten te worden
behaald. De punten per criterium zijn niet deelbaar; een zorgaanbieder ontvangt ofwel alle punten op een
criterium, danwel in het geheel geen punten.
4.5.1 Inkoopcriteria
Vraag: In tabel 5 staat een opsomming van inkoopcriteria met bijbehorende punten (15, 10 , 5). Is het correct
dat de punten die behoren bij doelrealisatie en kwaliteitskader in de inkoopapplicatie reeds zijn
vastgezet als de aanbieder hier (al) aan voldoet? En andersom op 0 zijn vast gezet als de aanbieder
hier nog niet aan voldoet maar wel voornemens is hier een plan van aanpak voor in te dienen en
dienovereenkomstig ja invult?
Ter verduidelijking merken wij op dat voor de criteria Kwaliteit en Doelrealisatie bij het voldoen geldt dat
zorgaanbieders direct bij het indienen van de offerte de punten en de daarmee samenhangende tariefsopslagen
kunnen verkrijgen. Indien zorgaanbieders op deze criteria aangeven te voldoen, controleert Achmea dit na
indiening van uw offerte, wordt de uitkomst hiervan toegepast in de toekenning en wordt dit onderwerp
besproken in het inkoopgesprek.
Voor de criteria Innovatie en Integrale benadering geldt dat zorgaanbieders in de inkoopapplicatie enkel
kenbaar kunnen maken aan dit criterium te willen gaan voldoen. Dit dienen zij vervolgens te onderbouwen met
een plan van aanpak in het format inkoopafspraken. De punten en de daarmee samenhangende
tariefpercentages worden voor deze criteria pas toegekend, bij het voldoen aan de inkoopafspraken, in de
herschikking 2015.
Vraag: Is het invullen van het GZ-format Inkoopafspraken 2015 voldoende, of dienen er separaat, uitgewerkte
plannen van aanpak daaraan te worden toegevoegd?
Het aanvullend meesturen van documenten is optioneel. Zorgaanbieders kunnen naar eigen inzicht en voorkeur
bijlagen meesturen met hun format inkoopafspraken.
Vraag: Als het format inkoopafspraken is ingevuld, mogen de plannen van aanpak (innovatie, integrale
benadering) dan later worden ingeleverd?
Het format inkoopafspraken 2015, waarin de plannen van aanpak voor de criteria Integrale benadering en
Innovatie moeten worden opgenomen(eventueel onderbouwd met bijlagen), dienen door de zorgaanbieder bij
de indiening/offerte te worden meegezonden. De uiterste datum hiervoor betreft 15 augustus 2014.
Criterium Doelrealisatie
Vraag: Ten aanzien van het criterium Doelrealisatie (Zorginkoopdocument langdurige zorg 2015
gehandicaptenzorg, hoofdstuk 4.5.1): In 2014 is in afstemming met Achmea een verbeterplan
opgesteld voor de implementatie van doelrealisatie. Wij gaan ervan uit dat er de komende drie jaar
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
6
geen aanvullende criteria worden gesteld en de zorgaanbieder de gekozen werkwijze/methode dus
meerjarig kan inzetten. Is deze veronderstelling juist?
Achmea is voorstander van het voeren van consistent beleid, zo ook op dit thema, maar kunnen nog niet
vooruitlopen op de inkoopcriteria van komende jaren.
Vraag: We hebben de verbeterafspraak t.a.v. onderwerp doelrealisatie (geaggregeerde zorgplangegevens)
voor de inkoop van 2014 behaald (n.a.v. voortgang voorjaar 2014). Betekent dit dat we geen
verbeterplan in hoeven te vullen voor de zorginkoop van 2015?
De zorgaanbieder voldoet enkel aan het criterium doelrealisatie als de zorgaanbieder doelrealisatie in de gehele
organisatie heeft geïmplementeerd. Het voldoen aan de verbeterafspraak 2014 volstaat alleen als deze inhield
dat de doelrealisatie organisatie breed werd ingevoerd.
Criterium Kwaliteitskader 2015
Vraag: Bij het criterium kwaliteit wordt ten aanzien van pijler 2a een norm van 100% (bij alle cliënten goed)
gesteld. Maar een dergelijke norm laat geen enkele marge voor onvolkomenheden door bijzondere
situaties rond een cliënt. Hoe kan het zorgkantoor realistisch en eerlijk wel met een dergelijke
minimale marge rekening houden?
De norm zoals deze was geformuleerd op pijler 2a was gebaseerd op de eisen ten aanzien van het
ondersteuningsplan zoals deze deel uitmaken van de overeenkomst. Naar aanleiding van vragen en bezwaren is
in afstemming met de VGN besloten het criterium op dit punt aan te passen naar de praktijk in de branche.
Ten aanzien van het kwaliteitskader GZ inkoopcriterium kwaliteit wordt onderdeel b:
‘Op pijler 2a voor de dimensie ‘Zorgafspraken en ondersteuningsplan’ geen rood of oranje scoort’
vervangen door
‘Op pijler 2a voor de dimensie ‘Zorgafspraken en ondersteuningsplan’ tenminste 98% groen scoort’. .
Basis voor de nieuwe norm betreft het branchegemiddelde van de sector op deze dimensie, wat ten gunste van
de zorgaanbieders is afgerond in een absolute norm van 98%. Op deze wijze sluiten zorgkantoren aan bij wat nu
de praktijk is van de sector. Mediquest maakt in de Cerium rapportage inzichtelijk hoe zorgaanbieders scoren
ten opzichte van de gestelde norm.
Zorgaanbieders kunnen bij de beantwoording in Mendix bovenstaande tekst als uitgangspunt hanteren voor
hun beantwoording.
Vraag: Wanneer worden zorgaanbieders voor het criterium Kwaliteit GZ op de hoogte gebracht van de scores
op de pijlers ten aanzien van de norm?
Zorgaanbieders kunnen zelf aan de hand van de toelichting bij het criterium kwaliteitskader in de Cerium
rapportage zien of zij voldoen aan de norm voor het gestelde criterium. Voor de volledigheid geven wij
hieronder nog een nadere duiding van de gehanteerde norm voor pijler 1. Het uitgangspunt voor de normering
op pijler 2a staat bij de voorgaande vraag toegelicht.
Voor pijler 1 geldt dat de volgende antwoorden op geselecteerde vragen een rode score geven:
In algemene zin wanneer het antwoord 'nee' is gegeven;
Voor vraag 6.5 geldt dat een rode score opkomt bij het antwoord: '75% of minder van de cliënten’.
Voor vraag 12.2 geldt dit bij het antwoord: 'minder dan eens per drie jaar’.
Achmea controleert aan de hand van gegevens uit het openbare databestand of de zorgaanbieder voldoet aan
het criterium kwaliteitskader en of beantwoording in de offerteapplicatie juist heeft plaatsgevonden. De
gegevens op regioniveau dienen door de zorgaanbieder zelf aan het zorgkantoor beschikbaar te worden
gesteld.
Vraag: De zorgaanbieder moet in 2014 gebruik hebben gemaakt van een instrument uit pijler 2b, of een
keuze hebben gemaakt voor een instrument uit pijler 2b voor het eerst volgende
cliëntervaringsonderzoek. Indien de zorgaanbieder het eerstvolgende cliëntervaringsonderzoek heeft
gepland voor begin 2015 voldoet deze dan aan dit onderdeel van het criterium Kwaliteit en is een
verbeterafspraak niet nodig?
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
7
Indien de zorgaanbieder aantoonbaar een keus heeft gemaakt voor een instrument uit pijler 2b voor de eerst
volgende cliëntervaringsmeting kan deze aangeven te voldoen aan item c) van het criterium kwaliteit GZ.
Vraag: De kwaliteitsgegevens 2013 zijn aangeleverd bij het CVZ (kwaliteitsinstituut). Mogen wij er vanuit gaan
dat het Zorgkantoor de gegevens daar zelf vanaf haalt of moeten de kwaliteitsgegevens door de
zorgaanbieder worden aangeleverd.
De gegevens voor de beoordeling of de zorgaanbieder voldoet aan het criterium op het KKGZ doen de
zorgkantoren op basis van de gegevens uit het openbare databestand zoals dat middels de VGN is verkregen.
De gegevens op regioniveau zoals gesteld onder d) van het criterium dienen door de zorgaanbieder zelf aan het
zorgkantoor beschikbaar te worden gesteld.
Vraag: De onderliggende scores voor pijler 2a kunnen door de zorgaanbieder op het eigen gewenste niveau
worden ingeregeld. Achmea vraagt nu om een verdeling op regioniveau van de zorgaanbieder. Wat
verstaat Achmea onder regioniveau?
Zorgkantoren willen graag inzage in de kwaliteit van de zorgverlening in de in te kopen zorgkantoorregio. De
gegevens op pijler 2a worden aan de zorgkantoren echter alleen op instellingsniveau beschikbaar gesteld
middels het openbare databestand. Zorgaanbieder beschikken over gegevens op 'lagere' niveaus die aansluiten
bij hun eigen organisatiestructuur (indeling verschilt dus per zorgaanbieder). Om recht te doen aan regionale
verschillen en met elkaar het juiste gesprek te voeren over hoe het gesteld is in de regio waar het betreffende
zorgkantoor zorg inkoopt, wordt zorgaanbieders gevraagd de gegevens op een lager geaggregeerd niveau te
delen met de betreffende zorgkantoren. Met andere woorden: zorgaanbieders leveren zorgkantoren de
gegevens uit pijler 2a aan op een niveau wat (herleidbaar)relevant is voor de betreffende zorgkantoorregio.
Vraag: Wij zijn van mening dat het kwaliteitskader niet bedoelt is voor harde scores ten behoeve van op- of
afslagen. Zorgaanbieders die een duidelijke verbetering hebben gerealiseerd tussen 2012 en 2013,
komen volgens deze systematiek niet in aanmerking voor de opslagen. Waarom hanteert Achmea
deze werkwijze?
Het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg wordt in de branche beschouwd als een belangrijk instrument voor het
meten en verbeteren van kwaliteit. Het verbeteren van kwaliteit is een continu proces, wat de zorgkantoren in
de inkoop graag willen stimuleren. Dit past ons inziens bij onze taak om in te kopen op basis van kwaliteit. Om
die reden hebben wij het gebruik en de verbetering op basis van het kwaliteitskader vormgegeven in een
criterium. Evenals bij de inkoop 2014 gaat Achmea met zorgaanbieders in gesprek hoe zij aan het landelijke
criterium kunnen gaan voldoen, maken wij verbeterafspraken die aansluiten bij het proces van de
zorgaanbieder en belonen wij de verbetering. Hiermee komen we zowel aan de wens tot verbetering, als de
kritiek op een te ‘harde’ benadering.
Zorgaanbieders die in 2014 verbeterd zijn ten opzichte van het voorgaande jaar (gegevens 2013 tov gegevens
2012) worden reeds in 2014 beloond voor het verbeteren door een opslag op het tarief in de herschikking van
2014. Dezelfde werkwijze geldt voor zorgaanbieders die in 2015 gaan voldoen aan de geformuleerde
verbeterafspraken.
Criterium Integrale benadering
Vraag: Moet er om voor het criterium ‘Integrale benadering’ in aanmerking te komen sprake zijn van
samenwerking tussen meerdere partijen?
Met het criterium Integrale benadering wil Achmea bijdragen aan verbetering van een integraal zorgaanbod.
Hiertoe stimuleren wij met het criterium nieuwe samenwerkingsafspraken die hiertoe bijdragen. Voor
bestaande afspraken veronderstellen wij dat reeds financiering is gevonden, tevens valt een integraal aanbod
vanuit een en dezelfde zorgaanbieder niet onder dit criterium. Het moet dus gaan om samenwerking met een of
meer externe partijen (=partijen die geen deel uitmaken van het concern).
Vraag: Wat wordt er bij het criterium ‘Integrale benadering’ verstaan onder niet vrijblijvende
verbeterafspraken?
Onder niet-vrijblijvende samenwerkingsafspraken bij het criterium Integrale benadering verstaan de
zorgkantoren afspraken die schriftelijk zijn overeengekomen tussen partijen. Hierin staat tenminste vastgelegd
wat de inbreng en verantwoordelijkheid van de deelnemende partijen is, evenals de concrete opbrengst van de
samenwerking voor cliënten.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
8
Vraag: Bij het criterium Integrale benadering wordt gesteld dat; de zorgaanbieder in 2015 met partijen in het
veld komt tot een oplossing voor een actueel regionaal knelpunt op het gebied van integrale zorg of
een verbeterd integraal aanbod voor WLZ cliënten (door samen te werken over de domeinen WLZ,
WMO en Zvw heen) met een complexe zorgvraag. Het domein Jeugdwet valt hier ook onder?
Het domein Jeugdwet valt ook onder de domeinen zoals genoemd in het criterium Integrale benadering.
Vraag: Kunt u ten aanzien van het criterium Integrale benadering voorbeelden geven (in de sector LG/NAH)
van in theorie mogelijke problemen, die over alle domeinen, te weten WlZ, WMO èn ZvW heen gaan
èn regionaal van aard zijn, waar het gaat om cliënten met complexe zorgvragen?
Uitgangspunt bij het criterium Integrale benadering is niet dat samengewerkt wordt over àlle domeinen heen,
maar wel over die domeinen die betrekking hebben op het regionale knelpunt en specifieke doelgroepen.
Achmea veronderstelt dat de voorbeelden hiervan bij zorgaanbieders bekend zijn.
Criterium Innovatie
Vraag: Heeft het criterium Innovatie nu betrekking op §4.4 of §4.5 van bijlage 1?
Het Criterium Innovatie staat beschreven in §4.5 van bijlage 1. Per abuis is de verwijzing in het inkoopdocument
van Achmea naar de paragraaf in de bijlage onjuist.
Vraag: Onder de voorwaarden van het criterium Innovatie wordt gesteld dat; er wordt samengewerkt met
een universiteit, hogeschool of ander kennisinstituut. Kan een samenwerkingspartner of collegainstelling ook als kenniscentrum worden aangemerkt indien zij betrokken zijn geweest bij de
ontwikkeling van de best practice of innovatieve methodiek? Zo niet, dan horen wij graag enkele
voorbeelden van kenniscentra waarop door Achmea op wordt gedoeld.
Achmea laat de voorwaarde dat de zorgaanbieder samenwerkt met een universiteit, hogeschool of
kennisinstituut vervallen. Deze voorwaarde was per abuis op een onjuiste wijze in de tekst opgenomen.
In plaats daar van stelt Achmea als voorwaarde dat het rendement van de te implementeren best practice, niet
alleen in de praktijk, maar door een studie/de kennis van een universiteit, hogeschool of kennisinstituut als
doeltreffend is bewezen (moet zijn aangetoond). De betrokkenheid van een collega aanbieder is niet voldoende.
Een voorbeeld van een kennisinstituut is Vilans.
Vraag: In het format van de plannen van aanpak voor innovatie en integrale zorg is ruimte om meerdere
onderwerpen in te dienen. Wat zegt het aantal regels over het aantal in te dienen voorstellen?
De zorgkantoren verwachten ten aanzien van innovatie dat het implementeren van maximaal 3 projecten reëel
is voor 2015, wil dit zorgvuldig plaats kunnen vinden. Daarbij geldt ook dat niet alle best practices passend zijn
bij alle zorgaanbieders. Het kan echter zijn dat zorgaanbieders overwegingen hebben om meer best practices te
willen implementeren. Deze zorgaanbieders kunnen dit dan onderbouwen bij hun indiening/ offerte.
Voor integrale benadering is het uitgangspunt voor het aantal in te dienen projecten het aantal regio’s waarin
de zorgaanbieder actief is. Er kunnen echter ook meerdere projecten per regio ingediend worden in het kader
van de voorwaarde dat ‘de inzet en de oplossing moeten passend zijn bij de omvang van de zorgaanbieder’.
4.6.3 Behandeling
Vraag: Ik ben een bestaande aanbieder met GGZ deskundigheid en beschik reeds over een behandelafspraak
met het zorgkantoor. Ik wil een afspraak maken voor gespecialiseerde behandelzorg (Z981), wat is het
beleid van Achmea hierop?
Ten behoeve van een afspraak op de prestatie Z981 hanteert Achmea de volgende uitgangspunten:
1. Het zorgkantoor stelt per regio vast of er behoefte is aan (bovenregionale) gespecialiseerd
behandelzorg;
2. Gespecialiseerde behandelzorg wordt alleen bij aanbieders gecontracteerd die een bovenregionale
functie vervullen;
3. De totale afspraak per regio moeten in beginsel passen binnen het budget wat de zorgkantoren voor
de ambulante sglvg-behandeling (H325 en H327) voor 2014 beschikbaar hadden;
4. De aanbieder moet voldoen aan de prestatievereisten in de beleidsregel;
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
9
5.
6.
De afspraak wordt in principe gemaakt ten behoeve van cliënten die niet verblijven binnen dezelfde
instelling, als de instelling die deze gespecialiseerde behandelzorg levert;
Het ligt in de rede om die zorgaanbieders te contracteren die nu ook deze gespecialiseerde
behandelzorg leveren.
Vraag: Achmea maakt geen afspraken voor extramurale behandeling voor cliënten waarvoor zorgaanbieders
gelijktijdig langdurig verblijf in de vorm van een ZZP declareren. In 2014 bestond hier een uitzondering
op voor de SGLVG aanbieders. Per 2015 komt er een toeslag voor deze doelgroep op de ZZP. Wanneer
wordt deze toeslag op de ZZP bekend gemaakt?
Deze toeslag is reeds gepubliceerd in de beleidsregels van de Nza voor de intramurale zorg en wordt
'gespecialiseerde behandelzorg' (Z981) genoemd. Voor extramuraal geïndiceerde cliënten met de functie
behandeling wordt deze zorg, na alle verwachting, ingekocht via de subsidieregeling Behandeling.
4.6.4 Crisis (spoedzorg)
Vraag: Hoe verhoudt zich de regeling spoedzorg tot de regionale crisisregeling?
In het spoedzorgprotocol liggen de landelijke afspraken omtrent spoedzorg vastgelegd. Daarin staat eveneens
beschreven dat de concrete organisatie van spoedzorg regionaal een verantwoordelijkheid is van
zorgaanbieders. De afspraken daarover staan voor de Achmea regio's vastgelegd in de regionale crisisregeling.
De huidige crisisregeling binnen de Achmea regio’s past binnen het kader van de landelijk regeling spoedzorg.
Vraag: In het inkoopbeleid staat dat de afspraak voor het aantal crisisplaatsen wordt gemaakt in de
intramurale kavel en wordt gebaseerd op de verwachte bezettingsgraad voor 2015. Hoe komt een
afspraak voor een crisisplaats in 2015 tot stand?
Het karakter van de financiering van crisisplaatsen is dat de beschikbaarheid wordt gefinancierd en niet de
feitelijke bezetting. Welke crisisplekken feitelijk nodig zijn in een regio is sterk afhankelijk van de aard van de
cliënten die voor een crisisplek in aanmerking komen. Om die reden maakt Achmea op basis van de verwachte
vraag naar een specifieke crisisplek en het advies van de crisisregisseur de afweging of continuering van de plek
van toepassing moet zijn in 2015.
4.6.5 Verblijf tijdelijk (Logeren)
Vraag: Blijft Verblijf tijdelijk mogelijk in de AWBZ in 2015?
Verblijf tijdelijk is in 2015 enkel nog mogelijk voor intramuraal geïndiceerde cliënten en cliënten die
uitgezonderd zijn van overheveling naar de Subsidieregeling/Jeugdwet. De prestatie, evenals bijbehorende NHC
en NIC maken nog deel uit van de beleidsregels van de NZa. De gemeente is verantwoordelijk voor cliënten
zonder verblijfsindicatie.
Vraag: Kunt u als iets zeggen over het tarief per etmaal voor logeren?
Uitgangspunt voor het tarief per etmaal voor logeren is bestendiging van beleid. Het kan overigens zijn dat de
wijze van declaratie en financiering in 2015 anders vorm moeten worden gegeven, omdat de AW319 in 2015 de
basis vormt voor de bevoorschotting. Het beleid aangaande logeren, de definitieve tarieven en wijze van
declareren worden vòòr 2015 met zorgaanbieders gecommuniceerd.
4.7.1 Budgetmodel
Vraag: Volgens het herschikkingsbeleid 2014 van Achmea worden overschrijdingen op het intramurale
plafond totaal bij voldoende financiële ruimte vergoed in de vorm van VPT. Geldt dit beleid ook voor
de herschikking 2015?
Het herschikkingsbeleid 2015 wordt vastgesteld en gecommuniceerd in het voorjaar van 2015. Achmea wil hier
niet verder op vooruit lopen vanwege de vele wijzigingen voor 2015.
Vraag: Op blz 17 van het zorginkoopdocument awbz gehandicaptenzorg 2015 staat dat ‘Eventuele afspraken
voor verschuivingen van ZZP’s in- en exclusief dagbesteding, worden gemaakt in relatie tot de
contracteerruimte van de kavel Dagbesteding Intramuraal’. Het is ons niet duidelijk waarom er een
relatie wordt gemaakt tussen het kavel intramuraal en het kavel dagbesteding intramuraal. Kan
Achmea toelichten waarom zij tot deze keuze van het verbinden van deze twee kavels bent gekomen?
Dit beleid is conform het herschikkingsbeleid 2014. De reden waarom deze twee kavels met elkaar in verband
worden gebracht komt voort uit het feit dat de totale vraag naar dagbesteding op regioniveau niet substantieel
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
10
kan wijzigen voor de cliënten die intramuraal verblijven. Onderproductie op de dagbesteding binnen het kavel
Intramuraal zou ten goede moeten komen aan de kavel Dagbesteding intramuraal en vice versa.
Vraag: PGB is nu opgenomen in de contracteerruimte van zorgkantoor. Kan een instelling nu PGB omzetten in
ZIN als de cliënt dit wenst. Wat gebeurt er dan als het aantal dagen de afspraak en plafond
overschrijdt?
Onder de Wlz is voorzien dat het pgb en de zorg in natura onder één budgettair kader komen. Dit vervalt als de
Wlz nog niet in 2015 wordt ingevoerd. Het pgb en de zorg in natura blijven dan gescheiden kaders. Mocht de
Wlz doorgang vinden dan zal Achmea binnen de kaders van de Wlz beleid ontwikkelen omtrent de uitwisseling
van contracteerruimte tussen beide financieringsvormen. Vooralsnog hanteert Achmea nog de huidige
werkwijze aangaande de intramurale plafonds.
Vraag: Zorgkantoren van Achmea hanteren in de kavels intramuraal, extramuraal en behandeling een
budgetmodel; terwijl sommige andere zorgkantoren uitgaan van geld volgt klant. Hoe kan hier mee
eenduidigheid komen; en hoe willen de Achmea-zorgkantoren inspelen op mogelijke fluctuaties in
benodigde middelen binnen deze kavels?
In paragraaf 4.7 wordt toegelicht hoe bij budgetmodellen in 2015 de herschikking plaats gaat vinden.
Vraag: U geeft aan in de in loop van 2015 te komen met een analyse van de ontwikkeling van het aantal
intramurale VG plaatsen in uw regio’s. Betekent dit dat bij de herschikking 2015 dit resultaat wordt
meegenomen?
In het inkoopdocument wordt niet gesteld dat wij nog een analyse gaan doen op de intramurale capaciteit,
maar dat wij komen met uitgangspunten voor een evenwichtigere regionale verdeling en gaan onderzoeken
hoe bestaande capaciteit flexibeler kan worden ingezet. Het is op dit moment nog niet bekend of en hoe dit
wordt meegenomen in de herschikking 2015.
4.7.2 Geld volgt klant-model
Vraag: In paragraaf 4.7.2 'geld volgt klant model' model geeft Achmea aan dat de afspraken eventueel
worden bijgesteld op basis van de naar jaarbasis geëxtrapoleerde realisatiecijfers over de eerst
perioden 2015. Op basis van hoeveel perioden er wordt geëxtrapoleerd?
Per maand geeft Achmea op haar website aan of de naar jaarbasis (verwachte) geëxtrapoleerde
productierealisatie nog past binnen de beschikbare contracteerruimte 2015. Op die manier blijven de
zorgaanbieders op de hoogte van de benutting van de contracteerruimte. Voor de kavels waarvoor het ‘geld
volgt klant’-model geldt, hebben zorgaanbieders via deze publicatie ook zekerheid over het productieniveau dat
verwerkt zal worden in de definitieve productieafspraak 2015 (mits deze ook daadwerkelijk waar gemaakt
wordt). Zie eveneens §4.3.2 van het inkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg van Achmea.
4.7.3 Meerzorg
Vraag: Kunt u toelichten hoe een eventuele procentuele korting op Meerzorg wordt geeffectueerd? De
zorgaanbieder is van mening dat dit alleen doorgevoerd kan worden vanaf de maand dat dit bekend
wordt gemaakt. Klopt deze aanname met uw beleid?
Deze aanname is niet juist. Wij verwijzen u hiervoor naar de voorbehouden op bladzijde 7 van de
’Inkoopprocedure Langdurige Zorg 2015.
Ons beleid waarin we de mogelijkheid hebben gecreëerd om een aanvullende tariefscorrectie in de herschikking
toe te passen bij onvoldoende geoormerkte middelen voor Meerzorg, passen we bij voorkeur uiteindelijk niet
toe. Echter aangezien de beschikbare contracteerruimte voor Meerzorg voor 2015 nog onzeker is en het niet te
voorspellen is hoeveel aanvragen er mogelijk in 2015 bij komen is het nodig om beheersmaatregelen als deze in
te bouwen. Uitgangspunt voor deze maatregel is dat wij zoveel mogelijk cliënten met recht op Meerzorg van dit
recht gebruik willen laten maken, maar dit niet ten koste willen laten gaan van de reguliere zorg en daarmee
van de reguliere contracteerruimte.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
11
4.8 Op welke wijze wordt nagecalculeerd?
Vraag: Waarom worden de uitgangspunten voor de nacalculatie 2015 pas na de herschikking bekend
gemaakt?
Via het nacalculatiebeleid geeft Achmea invulling aan de financiële afronding van het jaar 2015. Concreet beleid
kan dit pas worden opgesteld na duidelijkheid over de definitieve financiële kaders voor 2015. Zoals in het
inkoopbeleid reeds aangegeven formuleert Achmea haar herschikkingsbeleid in de loop 2015, wanneer de
kaders definitief zijn en wij de eerste effecten van de beleidswijzigingen van de overheid hebben ervaren. Op
deze wijzen menen wij zo veel mogelijk recht te kunnen doen aan de praktijk. Achmea staat daarbij voor
consistent beleid; beleid dat in lijn ligt met het inkoopbeleid 2015 en herschikkingsbeleid van voorgaande jaren.
De nacalculatie zal plaatsvinden binnen de kaders van de herschikkingsafspraak. Ook hierbij verwachten wij ons
beleid te bestendigen. Waar wijzigingen nodig zijn ten opzichte van voorgaande jaren trachten wij u daar in het
herschikkingsbeleid 2015 over te informeren.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
12
BIJLAGE 1
Vraag: In de voetnoot van bijlage 1 van het inkoopdocument staat dat het is bedoeld als zorginkoopdocument
AWBZ verpleging en verzorging 2015. Het lijkt er op dat het document echter ook van toepassing is op
de GZ. Kunt u dit bevestigen?
Per abuis staat in de voetnoot van de bijlage 1 'AWBZ VERPLEGING&VERZORGING 2015' vermeld. Deze bijlage is
voor beide sectoren gelijk. In de voetnoot had echter in het inkoopdocument van de gehandicaptenzorg de
'GEHANDICAPTENZORG' genoemd moeten worden.
2.1.2 Nieuwe aanbieders
Vraag: Wij zijn een aanbieder die intramuraal en VPT levert in verschillende regio's, maar nog niet in regio X.
In regio X leveren wij al wel extramuraal en in deze regio willen nu ook VPT gaan leveren. Zijn wij nu
een "nieuwe aanbieder in de regio" in de terminologie van de inkoop?
Zorgaanbieders die in een andere regio VPT willen gaan leveren dan waar zij reeds intramurale zorg leveren
vallen onder de categorie 'nieuw in de regio'.
Vraag: worden GGZ aanbieders met in 2014 alleen afspraken in de GGZ kavels, die nu in de VG willen offreren,
volgens de inkoopprocedure gezien als bestaande aanbieder?
Achmea onderscheidt hierbij een tweetal situaties:
1) Als de zorgaanbieder een cliëntgroep - uit een andere sector- ook in 2014 reeds in zorg had, daarvoor
ook toegelaten is en daarvoor productieafspraken had, beschouwen we deze zorgaanbieders als
bestaand. Feitelijk gaat het hier om continuïteit van zorg voor de betreffende cliënten.
2) Indien een zorgaanbieder zich in 2015 wil gaan richten op een nieuwe cliëntgroep, waarvoor deze in
2015 nog geen productieafspraak had, valt deze onder ‘nieuw in de regio’.
Ter verduidelijking wijzigen de zorgkantoren de definitie die in het inkoopkader daartoe (2.1 definitie bestaande
en nieuwe zorgaanbieders) als volgt:
Een bestaande zorgaanbieder heeft voor 2014:
• met het zorgkantoor voor de regio waarvoor hij voor 2015 wil inschrijven, een overeenkomst voor de
levering van AWBZ zorg en/of een productieafspraak met betrekking tot een bepaalde sector en heeft
daadwerkelijk productie geleverd ten laste van de contracteerruimte van datzelfde zorgkantoor voor
deze regio;
• met het zorgkantoor voor de regio waarvoor hij voor 2015 wil inschrijven, een productieafspraak met
betrekking tot een bepaalde sector ten laste van de contracteerruimte van datzelfde zorgkantoor voor
deze regio, waarbij het budget is overgeheveld naar andere regio van datzelfde zorgkantoor of een
ander zorgkantoor of;
• een historisch budget bij zorgkantoor X voor het leveren van zorg met betrekking tot een bepaalde
sector in regio Y van Zorgkantoor Y, waarvoor hij voor 2015 wil inschrijven, waarbij zorgkantoor X voor
2015 instemt met overheveling van budget naar de contracteerruimte van zorgkantoor Y.
Vraag: Wordt een aanbieder die is gecontracteerd voor extramurale zorgverlening en nog geen productie
heeft gerealiseerd gezien als 'geheel nieuwe aanbieder' of als 'Nieuw Intramuraal'?
Een aanbieder die in 2014 is gecontracteerd voor extramurale zorgverlening, maar nog geen productie heeft
gerealiseerd wordt conform de definities als 'geheel nieuwe aanbieder' gezien.
2.2.2 Aanvullende eisen
Vraag: Kan Achmea er mee instemmen dat geheel nieuwe zorgaanbieders in eerste instantie de ingediende
aanvraag voor een VOG RP toesturen en in een later stadium de VOGrp verklaring pas overhandigen
wanneer deze wordt uitgegeven door de betreffende instanties? Moet deze VOG RP in het kader van
zorginkoop 2015 aangevraagd zijn? Of mag deze ook voor een ander doel aangevraagd zijn?
De VOG RP is randvoorwaardelijk voor het aangaan van een overeenkomst en de nieuwe zorgaanbieder dient
deze te kunnen overleggen voordat de overeenkomst wordt aangegaan. Dit is echter op een later tijdstip dan de
sluitingsdatum van het offertetraject. De zorgaanbieder toont bij het indienen van de offerte aan dat de
aanvraag voor de VOG RP is gedaan. Vòòr het sluiten van de overeenkomst dient de nieuwe zorgaanbieder de
VOG RP aan het zorgkantoor te kunnen overleggen.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
13
Voor de bestaande zorgaanbieders geldt dat zij via de bestuursverklaring verklaren dat zij beschikken over een
VOG RP, het document daarvan hoeft door bestaande zorgaanbieders niet meegestuurd te worden met de
bestuursverklaring. Zorgaanbieders dienen dit document desgevraagd met Achmea te kunnen overleggen.
De VOG rechtspersonen moet geldig zijn ten tijde van de ondertekening van de overeenkomst en aangevraagd
zijn in het kader van een inkoopprocedure.
2.3 Eisen aan het ondernemingsplan
Vraag: Wat zijn de Kamer van Koophandel richtlijnen voor het ondernemingsplan? Deze richtlijnen zijn op de
KvK website niet te vinden.
Wij verwijzen u naar http://www.ondernemersplein.nl/ondernemen/bedrijf-starten/een-ondernemingsplanmaken/
3. Aanvullende eisen
Vraag: In paragraaf 3.1 van bijlage 1 wordt vastgesteld dat het beleid rondom afwezigheid bij verblijf zonder
behandeling erg ruim is. Vervolgens volgt een aanscherping van de regels voor verblijf met
behandeling. Is hier niet zonder bedoeld? En zo nee: zijn de regels aanvullend op het 14-dagen
criterium? Of in plaats van? Wat is de definitie van het genoemde weekendverlof: vrijdag, zaterdag en
zondag?
De aanscherping afwezigheidsdagen bij verblijf in een andere instelling (zoals genoemd onder 3.1.1) geldt voor
plaatsen met en zonder behandeling. De aanscherping voor afwezigheid als gevolg van vakantie geldt enkel
voor plaatsen exclusief behandeling omdat daar de beleidsregel geen kader geeft.
Weekendverlof telt normaliter 2 overnachtingen, maar het aantal overnachtingen bepaald het aantal dagen.
Vraag: Pagina 25 onderdeel 3.1.1. Zorginkoopdocument GZ Uniforme aanscherping afwezigheidsdagen. Kunt
u aangeven hoe het niet kunnen declareren bij afwezigheid zich verhoudt met de zorgplicht bij
afwezigheid. Zorginstituut Nederland antwoordt op een vraag in dezen: “In beginsel blijft de AWBZinstelling waar de verzekerde verblijft verantwoordelijk voor de (kwaliteit van) de zorg aan de
verzekerde bij tijdelijke afwezigheid van de verzekerde. De verzekerde verliest zijn aanspraak op
verblijf niet.
Deze aanscherpingen zijn gedaan vanuit doelmatigheidsperspectief en zijn ook onderschreven door de
staatssecretaris van VWS in zijn brief van 5 maart 2013 (TK 2012-2013 30597 nr. 286). Zorgkantoren
vertrouwen er op dat zorgaanbieders binnen deze kaders afspraken met cliënten maken over hoe bij
afwezigheid invulling wordt gegeven aan deze zorgplicht. Dat mag worden verwacht van zorgaanbieders dat zij
dergelijke afspraken met cliënten maken is ook benadrukt door de staatssecretaris van VWS in zijn brief van 5
juni 2013 (TK 2012-2013, 30579, nr. 352).
Vraag: Pagina 25 onderdeel 3.1.1. Zorginkoopdocument GZ Uniforme aanscherping afwezigheidsdagen 1e
alinea, 2e zin wordt gesproken over ‘ter hoogte van het afgesproken tarief’. Wat bedoelt u met het
afgesproken tarief?
Met het afgesproken tarief wordt bedoelt het tarief wat voor de betreffende cliënt gedeclareerd mag worden bij
aanwezigheid. De Nza beleidsregels maken op dit punt een uitzondering voor declaratie van toeslagen bij
afwezigheid, dit is niet toegestaan (CA/BR-1507a, artikel 8.2).
Vraag: Gelden de aanscherpingen op de landelijke beleidsregels ook voor bestaande afspraken op deze
toeslagen?
Ook bestaande afspraken met zorgaanbieders worden getoetst aan de uniforme aanscherping van de landelijke
beleidsregels zoals verwoord in de aanvullende eisen. Met het zorgkantoor worden afspraken gemaakt hoe
zorgaanbieders in 2015 aan deze eisen gaan voldoen.
Vraag: Kunt u aangeven welke norm en wanneer prevaleert: de VSCA-veldnorm Chronische Beademing van
het CTB, dan wel de inkoopnorm van Achmea?
Daar waar de veldnorm en de aanvullende eisen van de zorgkantoren conflicteren gelden de veldnormen.
Aanvullend geldt dat de zorgkantoren de verbijzondering van de responstijd –reageren binnen 2 minuten- laten
vervallen.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
14
4. Inkoopthema’s
Vraag: In het stuk van ZN( bijlage 1) staan voor de GZ sector 9 zorgthema’s besproken. In de stukken van
Achmea zijn er vier gekozen om als criteria in deze zorginkoop te dienen. Is het zo dat de andere vijf
thema’s ook tijdens het zorginkoop gesprek aan de orde komen?
Zoals gesteld in het inkoopkader in bijlage 1 van het inkoopbeleid van Achmea wordt aan de overige 5 thema's
op andere wijze invulling gegeven dan middels een inkoopcriteria. Veelal betreft dit afspraken die gemaakt
worden in het inkoopgesprek, tenzij anders vermeld.
6.2 Clientkeuze
Vraag: Gesteld wordt dat de zorgplannen minimaal 2 maal per jaar geëvalueerd worden met de verzekerde.
Op dit moment is dit nog 1 keer per jaar. Hoe verhoudt zich deze aanscherping met een verlichting van
de administratieve latenverlichting?
In het wettelijk kader van de Wlz is opgenomen dat het zorgplan twee keer per jaar geëvalueerd moet worden.
In de AWBZ is sprake van jaarlijkse zorgplanevaluatie. Zorgkantoren sluiten aan bij het vigerende wettelijk
landelijk kader omtrent zorgplanevaluatie. De overeenkomst is hier inmiddels op aangepast.
6.3 Behandeling
Vraag: Willen de zorgkantoren geen behandeling meer afspreken voor VG3 en VG4 ook al wonen deze bij een
instelling die is toegelaten voor behandeling en waarbij eerder deze plaatsen wel zijn ingekocht? Deze
formulering lijkt in tegenspraak met de paragraaf behandeling in het inkoopdocument.
Zorgkantoren maken voor 2015 nog steeds afspraken VG3 en 4 incl. behandeling op plaatsen toegelaten voor
behandeling.
Addenda bij bijlage 1
1. Inkopen van extramurale zorg
Ten aanzien van de inkoop ZZP’ers in de AWBZ/WLZ:
Over transitiejaar 2015 is regelmatig uitgesproken dat het van belang is dat de cliënt zijn zorgaanbieder kan
behouden. Aangezien huidige cliënten met een geïndiceerd zorgzwaartepakket in 2015 in de Wlz/AWBZ zorg in
extramurale functies en klassen kunnen blijven ontvangen, is het in 2015 ook mogelijk dat ZZP’ers deze zorg in
de Wlz/AWBZ blijven leveren. Om te voldoen aan het recht ‘hebben is houden’ kiezen zorgkantoren ervoor om
de huidige contracten met ZZP’ers voor de betreffende cliënten (met een intramurale indicatie die verzilverd
wordt in functies/klassen) in 2015 te continueren met gebruik van de huidige systemen en contractvoorwaarden
(inclusief productspecificaties). Zo is voortzetting van huidige contracten is afhankelijk van afgifte van een VAR
WUO (Verklaring Arbeidsrelatie Winst Uit Onderneming) door de Belastingdienst aan de ZZP’er. Voor nieuwe
zorgzwaartepakket-geïndiceerde extramurale cliënten, is het niet mogelijk om de zorg te laten leveren door een
ZZP’er. Voor deze cliënten wordt een oplossing gevonden door middel van PGB of extramurale zorg geleverd
door gecontracteerde Wlz/AWBZ zorginstellingen.
5. Volledig Pakket Thuis
Ten aanzien van de eisen aan levering VPT:
Zorgkantoren zijn donderdag 31 juli via VWS op de hoogte gebracht dat er recent een onderzoek heeft
plaatsgevonden naar de afgifte van toelatingen door het CIBG voor verblijf en 0 bedden. VWS stelt dat aan de
hand van dit onderzoek het volgende is besloten: ‘Voor nieuwe toelatingsaanvragen door CIBG worden geen
toelatingen voor verblijf of 0 bedden meer afgegeven. Een extramurale zorgaanbieder met toelating voor
persoonlijke verzorging, verpleging en/of behandeling mag dus op grond van de WTZi VPT aanbieden. Dat laat
overigens onverlet dat een zorgkantoor aanvullende inhoudelijke eisen mag stellen aan een aanbieder die VPT
wil leveren .’Het besluit komt niet overeen met de vastgestelde beleidsregels door de NZa. Dit besluit is door
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
15
zorgklantoren dus nog niet verwerkt in het op vrijdag 1 augustus gepubliceerde inkoopbeleid. Op landelijk
niveau zal allereerst met betrokken partijen een afspraak komen om zorgvuldig te bezien wat de rijwijdte is van
dit besluit en wat de consequenties zijn. Afhankelijk van de uitkomsten van dit overleg worden vervolgacties
bepaald.’
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
16
Bijlage 3
Vraag: Wat verwacht Achmea voor cliënten ten aanzien van het overgangsrecht in 2015?
Het inkoopbeleid Langdurige Zorg 2015 is op dit moment gebaseerd op het AWBZ-regime. In de brief van 27
juni jl. van VWS (640169-123246-DLZ) is aangegeven dat indien inwerkingtreding van de Wlz op 1 januari 2015
niet mogelijk is, dan is VWS voornemens per 2015 tevens een aantal andere wijzigingen door te voeren om
ervoor te zorgen dat een versmalde AWBZ en het wetsvoorstel Wlz, op voor de uitvoering essentiële onderdelen,
worden gestroomlijnd. Daarmee zal de versmalde AWBZ in materiële zin zoveel als mogelijk lijken op de Wlz.
Gevolgen voor cliënten met een laag ZZP
Indien de AWBZ nog een jaar van kracht zal blijven en de Wlz met ingang van 1 januari 2016 in werking zal
treden, dan blijft gelden dat cliënten met een laag ZZP in 2015 gevraagd wordt te kiezen voor verblijf in een
instelling danwel Zvw-zorg en Wmo-ondersteuning thuis. Het overgangsrecht in de Wlz verandert niet.
Gevolgen voor cliënten met een hoog ZZP
Onder meer omwille van een soepele overgang van de AWBZ naar de Wlz, is het van groot belang om in 2015
Wlz-zorg thuis aan te kunnen bieden en te bekostigen op de wijze zoals in de AWBZ gebruikelijk is. Dit betekent
dat zorgkantoren met zorgaanbieders voor 2015 kunnen afspreken dat de zorg voor cliënten die een indicatie
hebben voor verblijf ,op grond van functies en klassen bekostigd kan worden. Zij hoeven dan niet een keuze te
maken in 2015. Het overgangsrecht zal hiertoe aangepast worden.
Het zorgkantoor heeft in het inkoopbeleid het overgangsrecht meegenomen, waardoor cliënten zorg kunnen
ontvangen op basis van de versmalde AWBZ. Deze zorg wordt ingekocht in de kavel Extramuraal en
Behandeling AWBZ. Het financiële kader beschikbaar voor cliënten van Achmea met het overgangsrecht is nog
niet definitief vastgesteld en de mate waarin cliënten gaan kiezen voor intramurale opname lastig te
voorspellen. Het totale financiële kader is daarom nog niet vertaalt naar regionale financiële kaders. Omdat dit
pas lopende het jaar mogelijk is, zijn hierover zijn proces afspraken gemaakt tussen VWS en de Zorgkantoren.
De zorgkantoren monitoren in 2015, samen met VWS en de NZa, nauwgezet de ontwikkeling van de kosten die
gemoeid gaan met het overgangsrecht. Indien de kosten voor het overgangsrecht anders uitpakken dan waar
rekening is gehouden in de contracteerruimte treedt Achmea hierover in overleg met VWS. Zodra duidelijkheid
gegeven kan worden over het financiële kader dat gemoeid is met het overgangsrecht, informeren wij
zorgaanbieders over de mogelijke impact hiervan. In algemene zin geldt dat binnen de kaders van de
contracteerruimte, in de herschikkingsronde 2015 eventuele consequenties van het overgangsrecht worden
verwerkt.
Vanuit het Rijk wordt een publiekscampagne gevoerd. Zorgkantoren informeren de cliënten die vallen onder het
overgangsrecht.
Vraag: Waarom mogen cliënten met een laag ZZP die deze nog extramuraal verzilveren naar verwachting niet
kiezen voor VPT?
De keuzes die cliënten in 2015 (of later) moeten maken als gevolg van of vooruitlopend op de invoering van de
WLZ worden bepaald door VWS beleid. De zorgkantoren zijn hierin volgend.
Vraag: Hebben cliënten met een ZZP 1 dan wel 2 VG indicatie die zij extramuraal verzilveren ook de keuze
mogelijkheid om de zorg alsnog intramuraal te gaan verzilveren? Is hier in de contracteerruimte
rekening mee gehouden?
Indien vooruitlopend op of bij invoering van de Wlz cliënten keuzes moeten gaan maken voor andere
leveringsvormen, kan dit druk op de intramurale capaciteit met zich meebrengen. Zorgkantoren wachten het
definitieve beleid van VWS hierin af en zijn voornemens de vraag naar intramurale capaciteit te monitoren en zo
nodig passende maatregelen te nemen.
Vraag: Welke extramuraal geïndiceerde cliënten hebben, naar aanleiding van de brief van de Staatssecretaris
van 27 juni (“maar ondanks enige ondoelmatigheid”, pagina 4), alsnog toegang tot de Wlz/versmalde
AWBZ? En hoe komt voor deze cliënten een productieafspraak tot stand?
Als specifieke cliëntgroepen op basis van een extramurale indicatie ook toegang krijgen tot de WLZ/versmalde
awbz in 2015, is het vanzelfsprekend voor zorgaanbieders mogelijk om voor deze groep cliënten afspraken te
maken. Wij volgen hierin het beleid van Vws. Bij het verschijnen van deze nota is nog niet met zekerheid aan te
geven welke cliëntgroepen onder bovengenoemde uitzondering vallen. Vooralsnog nemen wij in deze
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
17
inkoopprocedure enkel de cliëntgroepen mee die zorg krijgen op zorgprestaties die uitgezonderd zijn voor
overheveling naar de subsidieregeling.
Zodra de lijst van uitzonderingen definitief is en het recht van deze cliëntgroepen wettelijk wordt vastgelegd,
informeren wij zorgaanbieders hierover via onze website. Wij vertrouwen er op dat dit voor het inkoop gesprek
helder zal zijn. Anders dan door Vws benoemde uitzonderingen is het voor Achmea niet mogelijk om in 2015
afspraken te maken voor extramuraal geïndiceerde cliënten.
Zorginkoopbeleid langdurige zorg 2015 Gehandicaptenzorg
Nota van Inlichtingen - 1 augustus 2014
18