Brief VWS uitstel jaarrekening en opgave honoraria

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Bezoekadres:
Rijnstraat 50
2515 XP Den Haag
www.rijksoverheid.nl
Ons kenmerk
349886-118680-CZ
Bijlage(n)
1
Uw kenmerk
2014Z04584
Datum
Betreft
22 mei 2014
Aanpak verantwoording en jaarrekeningen medisch
specialistische zorg
Geachte voorzitter,
In het Algemeen Overleg over ziekenhuiszorg van 26 maart 2014 heb ik met uw
Kamer gesproken over de jaarrekeningen van instellingen van medisch
specialistische zorg (algemene ziekenhuizen, UMC’s zelfstandig behandelcentra).
Aanleiding hiertoe was de door de Nederlandse Beroepsorganisatie van
Accountants (NBA) uitgegeven Audit Alert en de berichtgeving hierover in de
media. In het Algemeen Overleg heb ik toegezegd uw Kamer per brief te
informeren over de jaarrekeningenproblematiek. Met deze brief voldoe ik aan dit
verzoek.
Inleiding
De medisch specialistische zorg bevindt zich momenteel in een transitiefase. In de
brief over de jaarrekeningen van ziekenhuizen van 2 februari 2014 (kamerstukken
2013-2014, 32 620 nr. 108) heb ik u in dat kader geïnformeerd over de
complexiteit in de medisch specialistische zorg vanaf 2012. Ontwikkelingen die
een rol spelen zijn onder andere de invoering van prestatiebekostiging en DOT, de
daarmee samenhangende transitieafspraken, alsmede de nieuwe vormen van
contractafspraken tussen verzekeraars en aanbieders. Helaas is er niet aan te
ontkomen dat de verantwoording over de transitiejaren voor deze sector relatief
ingewikkeld wordt. Daar moeten we nu doorheen.
In de afgelopen periode heb ik in nauw overleg met alle betrokken veldpartijen;
de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van
UMC’s (NFU), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Orde van Medisch Specialisten
(OMS), Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN), de NBA en de Nederlandse
Zorgautoriteit (NZa) actie ondernomen om de complexiteit van de verantwoording
zoveel als mogelijk terug te dringen. Dit heeft tot concrete maatregelen geleid. In
aanvulling daarop zijn met alle betrokken partijen bestuurlijke afspraken gemaakt
die de nu resterende onzekerheid ten aanzien van de declaraties,
transitiebedragen en jaarrekeningen mitigeren.
Correspondentie uitsluitend
richten aan het retouradres
met vermelding van de
datum en het kenmerk van
deze brief.
In deze brief zal ik een toelichting geven op de genomen maatregelen en
bestuurlijke afspraken, inclusief de daarbij relevante tijdlijnen voor de afronding
van de verantwoordingen. Zoals ik heb aangekondigd in mijn brief aan de Tweede
Kamer van 22 april 2014 ga ik mede in reactie op het NZa-rapport inzake
voorlopige transitiebedragen medisch specialistische zorg ook in op de afwikkeling
van het transitiemodel. Ook informeer ik u op uw verzoek over de gesprekken die
over de aanpak zijn gevoerd met banken.
Kenmerk
349886-118680-CZ
Maatregelen: wat is er al gedaan?
In mijn brief van 2 februari 2014 heb ik uw Kamer geïnformeerd over een pakket
aan maatregelen dat betrokken partijen zijn overeengekomen om de onzekerheid
in de jaarrekeningen op te lossen. Deze maatregelen zijn derhalve al genomen.
Handreiking omzetverantwoording
In het Platform jaarrekeningen, waarin alle betrokken partijen participeren, is de
‘Handreiking omzetverantwoording 2013’ opgesteld, waarmee instellingen en
accountants handvatten krijgen aangereikt ten behoeve van het opstellen van de
jaarrekening 2013.
Circulaire regelgeving
In het overleg dat VWS met NVZ, NFU, ZN, OMS, ZKN, NZa en accountants de
afgelopen periode heeft gevoerd met betrekking tot de jaarrekeningen is de
interpretatie van regelgeving een belangrijk punt van aandacht geweest. Omdat in
deze gesprekken bleek dat veldpartijen de regelgeving en toelichtingen daarop
soms als aanscherpingen ervaren, heeft de NZa op 21 februari een toelichtende
circulaire (Circulaire Toelichting Regelgeving MSZ, CI-14-3c) uitgebracht.
Verbeteren ketendeclaraties
Door alle betrokken partijen wordt erkend dat het proces en de keten van
regelgeving, declaratie en controle, verantwoording en toezicht beter op elkaar
afgestemd kan worden. Met de betrokken partijen is afgesproken ernaar te
streven dat voor de komende verantwoordingsjaren de spelregels en interpretatie
van regelgeving vooraf duidelijk zijn voor alle partijen. Hiertoe wordt onder leiding
van de NZa actie ondernomen.
Interne beheersing ziekenhuizen
De NZa heeft in haar rol als toezichthouder veel aandacht voor correct declareren.
Ik onderstreep het belang hiervan. Uit uitgevoerde toezichtonderzoeken van de
NZa is naar voren gekomen dat de interne beheersing op het gebied van correct
declareren van DBC’s bij sommige instellingen niet op orde is, ook in situaties
waarin de regelgeving op zichzelf genomen duidelijk is (ook in de ogen van het
ziekenhuisbestuur). Recente onderzoeken bevestigen dat op het terrein van de
interne administratieve organisatie, er ruimte voor verbetering is. Ik ga ervan uit
dat instellingen de aanbevelingen uit deze recente onderzoeken ter harte nemen.
Audit Alert NBA: wat is het probleem?
Op 21 maart 2014 heeft de NBA een Audit Alert uitgebracht met betrekking tot de
jaarrekeningen van instellingen. Kern van deze Audit Alert is dat de verantwoorde
omzetcijfers ondanks de hierboven genoemde maatregelen naar het oordeel van
de accountants nog te veel onzekerheden bevatten. De problematiek met
betrekking tot de jaarrekening 2013 heeft grofweg twee aspecten:
Pagina 2 van 9
1. Tijdelijke onzekerheid: het transitiebedrag dat voor 2012 en 2013 geldt is nu
voorlopig vastgesteld en kan nog wijzigen. De definitieve omvang van het
transitiebedrag is een onzekere factor voor de accountant.
2. Aan de andere kant heeft de jaarrekeningenproblematiek 2013 een structureel
aspect: de omzet van ziekenhuizen is met de invoering van prestatiebekostiging niet meer afhankelijk van budgetten maar van de dbc-omzet. Hier speelt
een belangrijke rol dat partijen de declaratie- en registratieregelgeving op
punten als onduidelijk ervaren. In de volgende paragraven ga ik in op de acties die op dit gebied wordt ondernomen.
Kenmerk
349886-118680-CZ
In de jaren voor 2013 werd onzekerheid in de dbc-omzet afgedekt door het
(schaduw-)budget. Dat (schaduw-)budget bepaalde voor een groot deel de uiteindelijke omzet die relevant was voor de jaarrekening van een ziekenhuis. Het jaar
2013 is het eerste jaar zonder een dergelijk budget, zodat elke onzekerheid in de
dbc-omzet nu zijn volledige doorvertaling vindt in de jaarrekening.
Uitgangspunten gezamenlijke aanpak
De door de NBA uitgebrachte Audit Alert heeft duidelijk gemaakt dat er nog te
veel onzekerheid zit in de verantwoorde omzet van instellingen. De accountants
hebben daarmee, gegeven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, een
belangrijke rol gespeeld in het signaleren van de problemen en hebben vervolgens
actief meegedacht over de vraag hoe deze tot een oplossing gebracht kunnen
worden. Overigens zijn deze onzekerheden ook in het kader van uitgevoerde
toezichtonderzoeken van de NZa aan het licht gekomen, hetgeen het inzicht in de
problematiek en de urgentie om daar wat aan te doen verder heeft vergroot. De
ziekenhuizen hebben in reactie op deze toezichtonderzoeken het initiatief
genomen om tot een gezamenlijke aanpak te komen om onzekerheden op de twee
hiervoor genoemde aspecten – de dbc-omzet 2013 en het transitiebedrag – weg
te nemen. Deze aanpak kan daarbij op steun rekenen vanuit de medisch
specialisten. De zorgverzekeraars hebben vervolgens de bereidheid getoond door
na te gaan op welke wijze zij, gegeven hun verantwoordelijkheid tot het uitvoeren
van controles, de gezamenlijke aanpak kunnen onderschrijven.
Op basis van het voorgaande concludeer ik dat alle betrokken partijen vanuit hun
eigen verantwoordelijkheid hebben bijgedragen waarmee een gezamenlijke
oplossing binnen bereik is gekomen. Ik heb er dan ook grote waardering voor dat
partijen de afgelopen periode veel energie hebben gestoken in het vinden van een
gezamenlijke oplossing voor deze tijdelijke sectorbrede problematiek.
De afgesproken aanpak is gestoeld op de volgende uitgangspunten:

Er is eenmalig een gezamenlijke aanpak en draagvlak nodig om dit tijdelijke
sectorbrede probleem op te lossen. De aanpak heeft betrekking op de
verantwoording over de voorgaande jaren maar is tevens gericht op
verbeteringen richting de toekomst.

De kern van de oplossing is dat instellingen, medisch specialisten en
zorgverzekeraars gezamenlijk een controle- en onderzoeksprotocol opstellen
op basis waarvan instellingen een gedegen aanvullend onderzoek uitvoeren
naar de declaraties over 2012 en 2013.

De NZa zal hiertoe vooraf op deze punten in een formele publicatie per punt
een eenduidige norm stellen. De NZa streeft ernaar deze 1 juni te publiceren,
doch uiterlijk 1 juli.
Pagina 3 van 9





De uitkomsten van het onderzoek zullen door de accountants worden
onderzocht met als resultaat een rapport van feitelijke bevindingen. Het
hiervoor benodigde accountantsprotocol zullen instellingen en
zorgverzekeraars samen met de NBA ontwikkelen. Om het onderzoek te
faciliteren zal de NZa door middel van publicatie van verboden / toegestaan
lijsten uitspraken doen over hantering van de regelgeving. Dit kan zien op
verduidelijking van de regelgeving alsook op constateringen dat de regel
duidelijk is, maar de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)
van de zorgaanbieder niet op orde blijkt. Partijen kunnen hun vragen
schriftelijk indienen en mondeling toelichten bij de NZa. Daarna vindt
oordeelvorming door de NZa plaats. De oordelen van de NZa zullen formeel
worden gepubliceerd.
Aanvullend zal een externe expertgoep worden gevormd door
zorgverzekeraars met een onafhankelijk voorzitter die door zorgverzekeraars,
NVZ en NFU gezamenlijk wordt benoemd. Het staat (leden van) de NVZ en
NFU vrij om expertise in te brengen in de expertgroep. De expertgroep zal
zich zelfstandig een oordeel vormen over de door de ziekenhuizen uitgevoerde
onderzoeken. Deze expertgroep maakt gebruik van het rapport van de
instelling en het feitelijke rapport van bevindingen van de externe accountant.
De aanpak vervangt voor de jaren 2012 en 2013 de reguliere controles door
zorgverzekeraars. De al lopende controles door zorgverzekeraars over de jaren
vóór 2012 worden voor 1 september 2014 afgerond.
Op basis van de uitkomsten van het aanvullend onderzoek 2012 en 2013, het
oordeel van de expertgroep daarover, en de uitgevoerde controles door
zorgverzekeraars over de jaren vóór 2012 maken instellingen en
zorgverzekeraars afspraken over de verrekening van de gevonden foutieve
declaraties.
Gezien het groot maatschappelijk belang om de onzekerheden die er nu zijn
rondom de verantwoording over de zorguitgaven zo snel en efficiënt mogelijk
weg te nemen, worden de uitkomsten van het uit te voeren onderzoek door
instellingen tussen zorgverzekeraars en instellingen op totaalniveau
verrekend. Hiermee wordt afgezien van correcties op het niveau van
declaraties en daarmee afgezien van een automatische correctie op het eigen
risico. Hierbij is met name in de afweging meegenomen dat er in die gevallen
wel degelijk zorg is geleverd en ook kosten zijn gemaakt, maar in die gevallen
de verkeerde declaratie tussen ziekenhuis en verzekeraar heeft
plaatsgevonden. In het geval een verzekerde zelf bij zijn zorgverzekeraar
aanklopt zal deze alsnog een onderzoek instellen en tot correctie overgaan als
de rekening naar het oordeel van de verzekerde niet correct was, indien dit
voor de verzekeraar is vast te stellen en als het leidt tot bijstelling van het
eigen risico. Dit laat onverlet dat indien er wel gedeclareerd is terwijl er geen
zorg geleverd is (fraude) het eigen risico wel automatisch worden gecorrigeerd
op het niveau van de individuele verzekerde.
De uitkomsten van het aanvullend onderzoek zullen niet worden meegenomen
in de afwikkeling van het transitiemodel dat is ingevoerd voor de overgang van
budget- naar prestatiebekostiging. Dit zou namelijk betekenen dat instellingen
de correcties naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek via het
transitiemodel weer zouden terugkrijgen. Over de afwikkeling van dit
transitiemodel zijn al bestuurlijke afspraken gemaakt waarover ik u heb
geïnformeerd in de eerder genoemde brief van 2 februari 2014. Onderdeel van
deze aanpak is dat het door zorgverzekeraars ingestelde centrale team een
beoordeling zal doen van alle individuele transitiebedrag-aanvragen.
Zorgverzekeraars en instellingen dienen vervolgens een gezamenlijke
Kenmerk
349886-118680-CZ
Pagina 4 van 9


aanvraag uiterlijk 1 september bij de NZa aan te leveren. De NZa zal de
beoordeling daarvan op 1 december afronden, zodat het vastgestelde
transitiebedrag kan worden meegenomen in de jaarrekening en de
onzekerheid op dit punt is weggenomen.
De afgesproken aanpak is eenmalig en is erop gericht de complexe
verantwoording over de transitiejaren voor deze sector af te wikkelen. Dit
betekent dat bij DOT-zorgproducten die vanaf 2014 worden gesloten de
controles door zorgverzekeraars, zoals die conform de verantwoordelijkheden
binnen het zorgstelsel zijn ingericht, weer op de reguliere wijze worden
uitgevoerd. De nu afgesproken aanpak voor de jaren tot en met 2013 biedt
voor betrokken partijen, zowel de ziekenhuizen, medisch specialisten, ZBC’s
als de zorgverzekeraars, meer zekerheid ten aanzien van de verantwoording
en jaarrekeningen. Ook andere maatschappelijke spelers, zoals
kapitaalverschaffers en toezichthouders, hebben baat bij de zekerheid die zo
tot stand komt. Voor de instellingen betekent dit dat zij meer tijd krijgen
teneinde de zekerheid die zij met deze aanpak verkrijgen door de versnelde
afwikkeling van nu nog openstaande jaren, mee te nemen in de jaarrekening
over 2013. Ook voor de zorgverzekeraars geldt dat met deze aanpak de
voorgaande jaren (versneld) worden afgewikkeld.
De NZa zal in een circulaire kenbaar maken dat als het aanvullend
omzetonderzoek de benoemde controlepunten meeneemt, het onderzoek op
toereikende wijze is uitgevoerd en de instelling de NZa informeert over de
uitkomsten van het onderzoek, zorgaanbieders en zorgverzekeraars er vanuit
mogen gaan dat dit voor de NZa ook voldoende is. Er is daarmee zekerheid
gerealiseerd inzake rechtmatigheid, doelmatigheid en de inbreng in de
risicoverevening.
Kenmerk
349886-118680-CZ
De hiervoor beschreven afspraken laten onverlet dat indien er aanwijzingen voor
fraude of overtredingen zijn de NZa en het Openbaar Ministerie hun bevoegdheden
op het gebied van toezicht en strafrechtelijke vervolging kunnen toepassen. Het is
mijn inziens in lijn met de afspraken dat partijen zich in die gevallen zelf melden
bij de NZa of het OM en openheid van zaken geven. Ik roep partijen dan ook op
om dat in die gevallen te doen.
Daarnaast hebben de hiervoor beschreven afspraken geen invloed op de
afwikkeling van lopende toezichtonderzoeken van de NZa.
Met deze eenmalige, gezamenlijke aanpak verwacht ik - en de betrokken partijen
delen die verwachting - dat het mogelijk zal zijn de verantwoording in de
ziekenhuiszorg over de jaren tot en met 2013 op een adequate manier af te
wikkelen. De afspraken grijpen aan op een door de instellingen zelf uit te voeren
aanvullend, integraal onderzoek dat bovendien met de nodige waarborgen- in de
vorm van een landelijk controle- en accountantsprotocol, NZa circulaire, oordelen
NZa omtrent de regelgeving, betrokkenheid accountants en expertgroep - is
omkleed. Ik ben ervan overtuigd dat deze robuuste aanpak met een zodanig breed
extra onderzoek als basis, de beste garantie is om binnen afzienbare termijn alle
controles over de voorgaande jaren af te ronden en daarbij zeker te stellen dat
foutieve declaraties gecorrigeerd worden. Door deze brede en integrale opzet van
het onderzoek in alle instellingen is de verwachting dat deze aanpak meer aan het
licht zal brengen dan mogelijk zou zijn via de reguliere controles en
toezichtsonderzoeken. Tevens heeft de Nederlandse Beroepsorganisatie van
Accountants aangegeven dat met deze afspraken een sluitende aanpak is geboden
om de mogelijkheid te bieden tot het verstrekken van goedkeurende
Pagina 5 van 9
accountantsverklaringen (uiteraard als er geen andere redenen zijn bij
ziekenhuizen die dit verhinderen).
Kenmerk
349886-118680-CZ
Hoewel er geen sprake is van een juridische verplichting verwacht ik dat alle
instellingen aan deze aanpak zullen meedoen en derhalve een aanvullend
onderzoek zullen uitvoeren. Mocht een instelling hier niet toe overgaan dan is
uiteraard relevant dat de NBA in haar Audit Alert heeft aangegeven dat
accountants geen goedkeurende verklaringen kunnen afgeven. Voor deze
instellingen zal dan gelden dat de controles door zorgverzekeraars door zullen
lopen en dat de NZa toezichtonderzoeken kan starten.
Daarnaast hebben veldpartijen en accountants aangegeven dat er instellingen zijn
die overwegen om de gepresenteerde aanpak zo in te vullen dat ze wel meedoen
aan het onderzoek, maar vooruitlopend hierop hun jaarrekening met een
verklaring met beperking openbaar maken als aan alle daaraan te stellen
voorwaarden is voldaan.
In de bijlage bij deze brief ga ik meer en detail in op de inhoud van de
afgesproken gezamenlijke aanpak.
Indienen jaarrekeningen 2013 en tijdlijn macrobeheersinstrument
De geldende wettelijke termijn voor het indien van de jaarrekening 2013 is 1 juni
2014. Als gevolg van de gemaakte afspraken en de daaraan gekoppelde
doorlooptijd van het onderzoek is deze datum voor de participerende instellingen
redelijkerwijs niet haalbaar. De regeling verslaglegging WTZi biedt de minister de
mogelijkheid het bestuur van een zorginstelling uitstel van indiening van de
jaarverslaglegging te verlenen. Met de IGZ en het CIBG zijn hierover inmiddels
afspraken gemaakt. Instellingen die gebruik willen maken van de mogelijkheid van
uitstel van indiening van de jaarverslaglegging, kunnen volstaan met een melding
hiervan aan de Minister. Dit geldt ook voor de publicatie van het jaarverslag door
zorgaanbieders die naast medisch specialistische zorg, andere zorg aanbieden. Op
de website van het CIBG zal een mededeling hieromtrent worden geplaatst. De
IGZ zal wachten met het aanschrijven van instellingen en het inzetten van haar
handhavinginstrumenten jegens ziekenhuizen tot na de datum van 15 december
2014. Op deze manier zal de jaarrekening een meer getrouw beeld geven van de
omzet 2013. Uiteraard kunnen instellingen het aanvullend onderzoek al eerder
afronden. In dat geval zal ook de afwikkeling van de verantwoording, waaronder
de verrekening met zorgverzekeraars, eerder plaatsvinden en zal de jaarrekening
eerder gepubliceerd kunnen worden. In die zin is sprake van een (uitstel van de)
uiterste indieningstermijn. De instelling maakt daarin haar eigen afweging.
In het verlengde van het uitstel voor indiening van de jaarverslaggeving krijgen de
instellingen ook uitstel voor het indienen van de verantwoording over het
honorariumbudget van vrijgevestigd medisch specialisten.
Overigens geldt deze mogelijkheid van uitstel niet voor de informatieverlichting in
het kader van de Wet normering topinkomens (Wnt). Op grond van die wet
moeten de Wnt-gegevens uiterlijk 1 juli worden aangeleverd. Het systeem van
aanleveren (DigiMV) laat toe dat de de module met Wnt-gegevens ook apart kan
worden aangeleverd. Deze Wnt-gegevens vormen geen knelpunt bij het opstellen
van het jaarverslag en kunnen daarom tijdig worden ingediend. Ook het oordeel
van de accountant daarover kan hij al geven voordat hij de rest van het
Pagina 6 van 9
jaarverslag heeft beoordeeld. De accountant zal bij deze aparte Wntverantwoording dan een aparte verklaring verstrekken.
Kenmerk
349886-118680-CZ
Het uitvoeren van de afspraken en doorlooptijd daarvan betekent verder dat de
afwikkeling van het macrobeheersinstrument (mbi) voor 2012 en 2013 beperkt zal
moeten worden verschoven. In de aanwijzing mbi is vastgelegd dat deze
afrekening uiterlijk 1 december 2014 plaatsvindt, dit zal worden verschoven naar
februari 2015. Hiervoor zal ik de aanwijzing mbi aanpassen.
Verbetering declaratieketen naar de toekomst
Zoals ik eerder aangaf is de aanpak er in belangrijke mate ook op gericht
verbeteringen tot stand te brengen voor de toekomst. Om te beginnen is het zo
dat de stappen die nu gezet worden, onder andere op het vlak van
normverduidelijking, ten behoeve van afwikkeling van de voorafgaande jaren ook
zeer van belang zijn voor de verantwoordingsjaren na 2013. De verduidelijkingen
van de regelgeving zullen worden vastgelegd en daarmee ook een basis zijn voor
de verbetering van de interne beheersing van instellingen de komende jaren.
Aanvullend zet ik de volgende stappen:
-
-
-
-
Ten behoeve van de regelgeving 2015 heeft de NZa, naast de reguliere
consultatiemomenten met veldpartijen, extra afstemmingsoverleggen gepland
die er specifiek op toe moeten zien dat er maximale duidelijkheid is over de
(interpretatie van) regelgeving. In dit traject is ook ruimte voor discussie over
specifieke regels.
Voor de periode na 2015 zal ik gezamenlijk met partijen onderzoeken hoe
verdere vereenvoudiging van regels mogelijk is om meer ruimte te bieden aan
zorgverzekeraars en ziekenhuizen om gezamenlijk verantwoordelijkheid te
nemen voor de inkoop en levering van goede zorg aan patiënten.
Het traject Intensivering Ketenaanpak Correct Declareren in de ziekenhuiszorg
is in de eerste helft 2013 gestart. De tweede voortgangsrapportage
fraudebestrijding in de zorg, van eind 2013, bevat een overzicht van de acties
die de betrokken partijen ondernemen. Een voorbeeld betreft de rol van
adviesbureaus. De NVZ en de NFU willen elke twijfel over de rol van van
ondersteunende adviesbureaus wegnemen. Daartoe is een aantal acties in
gang gezet. Zo hebben brancheverenigingen ziekenhuizen er op gewezen om
scherp en helder te definiëren wat wel en niet de rol van ondersteunende
adviesbureaus is in het declaratieproces. Een ander voorbeeld betreft het
onderzoek van zorgverzekeraars naar prikkels die een positief effect hebben
op correct declareren, zoals een snellere afhandeling van nota’s. Ten slotte
zullen ziekenhuizen met de aanbevelingen uit recente onderzoeken naar
correct declareren aan de slag kunnen om hun interne beheersystemen verder
te verbeteren.
Om verbeteringen op het gebied van de informatievoorziening over de
zorguitgaven te realiseren heb ik in december 2012 een stuurgroep
Verbetering Informatievoorziening Zorguitgaven ingesteld. Deze stuurgroep
werkt voorstellen uit voor het versnellen van de financiële
informatievoorziening met als doel dat in maart (jaar t+1) voldoende
betrouwbare informatie over jaar t beschikbaar is. Tevens ontwikkelt de
stuurgroep voorstellen voor monitoring van de zorguitgaven gedurende het
jaar (early warning, bijvoorbeeld door beter zicht op onderhanden werk) en
doet voorstellen voor de implementatie ervan. Over de voortgang van de
werkzaamheden en de resultaten is de Kamer inmiddels via twee rapportages
Pagina 7 van 9
op de hoogte gesteld (mijn brieven van 4 juli 2013 (TK 2012-2013, 29 248, nr
254) en van 18 december 2013 (TK 2013-2014, 29 248, nr 265).
Kortheidshalve wil ik u daarnaar verwijzen. Overigens heb ik inmiddels de NZa
opdracht gegeven om per 1 januari 2015 de maximale duur van een DBC in de
medisch specialistische zorg te verkorten van 365 dagen tot 120 dagen.
Daarmee wordt al een aanzienlijke versnelling gerealiseerd. Verdere
maatregelen tot versnelling worden nu in samenwerking met het veld nader
uitgewerkt. Nog voor de zomer zal daarover een brief aan de Kamer worden
gestuurd.
Kenmerk
349886-118680-CZ
Banken
Over de in deze brief gepresenteerde aanpak is overleg gevoerd met de
Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). De NVB heeft aangegeven de
gezamenlijke aanpak zoals beschreven in deze brief nadrukkelijk te steunen. Er is
begrip voor het feit dat dit tijd behoeft, waardoor deponering van de jaarrekening
2013, inclusief de goedkeurende verklaring van de accountant - binnen de
wettelijk voorgeschreven termijn van 1 juni 2014 niet haalbaar is. De NVB merkt
daarbij op dat veel instellingen in financieringsovereenkomsten met banken
afspraken hebben over het tijdig indienen van de jaarrekening. Het op een latere
datum deponeren van de (goedgekeurde) jaarrekening betekent derhalve dat
individuele banken hieraan consequenties kunnen verbinden. De banken hebben
aangegeven de overweging over eventuele consequenties te nemen in het licht
van de gepresenteerde aanpak. Om zoveel mogelijk zicht te hebben en houden op
het risicoprofiel van individuele zorginstellingen verwachten de banken van de
betreffende zorginstellingen dat tijdig financiële informatie wordt verstrekt,
waardoor de betreffende bank kan beoordelen wat de feitelijke financiële positie
per zorginstelling is als het gaat om de betrouwbaarheid van de omzetcijfers en
welke maatregelen ziekenhuizen hebben genomen om mogelijke tegenvallers die
zouden kunnen optreden op te vangen. Ik heb begrip voor de opstelling van de
banken en ga ervan uit dat ziekenhuizen en hun accountants maximaal zullen
meewerken aan het verstrekken van de voor de bank benodigde informatie.
De NVB heeft voorts aangegeven dat men groot belang hecht aan het verbeteren
van de regelzekerheid voor ziekenhuizen richting de toekomst. Deze
regelzekerheid moet er in ieder geval toe leiden dat voor 2014 en volgende jaren
betrouwbare en door externe accountants goedgekeurde jaarrekeningen kunnen
worden verwacht. Ik heb de banken aangegeven dat de gezamenlijke aanpak
zoals bedoeld in deze brief hierop gericht is. De NVB benadrukt daarnaast dat het
thema financierbaarheid een belangrijke pijler is onder het zorgstelsel. Ik sluit me
daar volledig bij aan. Dit thema zal de komende periode dan ook nadrukkelijk op
de agenda staan om ervoor te zorgen dat de toegang tot de geld- en
kapitaalmarkten zo goed mogelijk gewaarborgd zal zijn.
Afsluitend
Ik hecht belang aan eenduidige regelgeving, een correcte toepassing daarvan en
het integer omgaan met de geboden professionele ruimte in die regels. Dit is niet
alleen noodzakelijk voor het correct kunnen verantwoorden van de omzet in de
jaarrekening; van de publieke sector in het algemeen mag een hoge mate van
interne beheersing worden verwacht en een minimum aan onregelmatigheden.
Alle partijen in de zorg zijn hiervan doordrongen en zijn bereid, mede gezien de
aanpak die in deze brief is toegelicht, daarop actie te ondernemen. Ik ben daar
Pagina 8 van 9
zeer verheugd over, juist omdat een dergelijk, breed commitment niet alleen
bijdraagt aan de (financiële) soliditeit van de sector maar ook aan het aanzien van
de ziekenhuissector als geheel. Ik wil nogmaals benadrukken dat de gezamenlijke
aanpak het mogelijk zal maken de verantwoording over de afgelopen jaren goed
af te wikkelen waardoor de weg wordt vrijgemaakt om de aandacht te richten op
de toekomst.
Kenmerk
349886-118680-CZ
Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van de gepresenteerde aanpak.
Afsluitend merk ik op dat VWS momenteel in gesprek is met GGZ partijen met
betrekking tot de problematiek zoals benoemd in de voor die sector uitgebrachte
Audit Alert. Zoals toegezegd in het VAO Ziekenhuiszorg van 14 mei 2014 zal de
Kamer voor de zomer per brief wordt geïnformeerd over de uitkomsten van die
gesprekken met GGZ partijen.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Pagina 9 van 9
Aanpak verantwoording en jaarrekeningen medisch specialistische zorg
Inleiding
Op vrijdag 21 maart 2014 heeft de NBA de Audit Alert 31 gepubliceerd. In deze alert wordt
door de NBA gewezen op de grote onzekerheden ten aanzien van het vaststellen van de DBComzet. De NBA concludeert dat gegeven die onzekerheden een goedkeurende verklaring niet
tot de mogelijkheden behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande hebben de afgelopen periode diverse overleggen met de
partijen van het bestuurlijk hoofdlijnenakkoord (VWS, NVZ, ZN, NFU, ZKN en de OMS), de NZa
en de NBA plaatsgevonden. Het overleg tussen partijen heeft geleid tot een gezamenlijke
aanpak die erop is gericht de onzekerheden rondom de verantwoordingen in de medisch
specialistische zorg weg te nemen. Deze oplossing is binnen bereik gekomen omdat alle
betrokken partijen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een bijdrage hebben geleverd. De
minister zal ter maatschappelijke legitimering van de aanpak de Tweede Kamer informeren
over de gemaakte bestuurlijke afspraken.
Uitgangspunten ten aanzien van het aanvullend omzetonderzoek
De periode 20 mei 2014 tot 1 september 2014 wordt gebruikt voor het aanvullende
omzetonderzoek met een onderscheid in de effecten voor de DOT jaren 2012 en 2013 en de
oude jaren (2011-2010). Hieronder wordt puntsgewijs weergegeven waaraan het aanvullende
omzetonderzoek moet voldoen:

In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen de DBC jaren (2011 en eerder)
en de DOT jaren (2012 en 2013).

Voor de DBC schadejaren maken de zorgverzekeraars de uiterlijk op 1 mei 2014 reeds
uitgezette controles af voor 1 september 2014. De effecten van deze correcties worden
verwerkt in de definitieve afrekening van het FB-systeem. Voor DBC’s geopend in 2011
en gesloten in 2012 wordt voor het oude A-segment niet gecorrigeerd vanwege de
werking van het transitiemodel. Het niet verwerken van de correcties in het
transitiemodel betekent concreet dat de foutieve declaraties ook niet worden
teruggevorderd door de zorgverzekeraars.

Voor de DOT jaren voeren de instellingen de controles uit middels een self assesment
op basis van het onderzoeksprotocol. Dit vervangt de (formele, materiële en gepast
gebruik) controles door de zorgverzekeraars en de NZa. Binnen dit onderzoek valt de
volgende declaratiemassa: DOT-zorgproducten oud-B-segment geopend en gesloten in
2012, DOT zorgproducten geopend in 2012 en gesloten in 2013 en DOT-zorgproducten
geopend in 2013 en gesloten in 2013. De DOT-zorgproducten oud-A-segment geopend
en gesloten in 2012 worden niet onderzocht en gecorrigeerd vanwege de
compenserende werking van het transitiemodel. Ook hiervoor geldt dat het niet
verwerken van de correcties in het transitiemodel betekent concreet dat de foutieve
declaraties ook niet worden teruggevorderd door de zorgverzekeraars. De correctie op
de DOT zorgproducten oud A geopend in 2012 en gesloten in 2013 wordt verwerkt in
de omzet van het jaar 2013 (en dus niet in het onderhandenwerk 2012) om
doorwerking in het transitiemodel te voorkomen.
A Segment
correctie
A
Segment
geen
correctie
A
Segment
geen
correctie
A
Segment
correctie
A
Segment
correctie
A
Segment
correctie
B Segment
correctie
B
Segment
correctie
B
Segment
–correctie
B
Segment
–correctie
B
Segment
correctie
B
Segment
–correctie
2011
2012
Correctie op basis van eigen controles verzekeraar
Correctie op basis van onderzoek ziekenhuis
Geen correctie i.v.m. effect transitiemodel
2013
2014
1

In het controle- en onderzoeksprotocol is een lijst met door de NZa bepaalde
controlepunten opgenomen, aangevuld met door zorgverzekeraars aangeleverde
controlepunten. Deze zogeheten 22+ controlepuntenlijst met alle uit te voeren
controlepunten is op 20 mei 2014 definitief vastgesteld na een laatste technisch
overleg tussen NZa, zorgverzekeraars en instellingen.
Per controlepunt is in een gezamenlijk door zorgverzekeraars en instellingen opgesteld
onderzoeksprotocol de meest optimale wijze van controle bepaald. Indien mogelijk zal
een query op de relevante declaratiemassa worden gedraaid waarmee alle fouten,
uitgesplitst naar zorgverzekeraar, worden bepaald. Voor sommige controlepunten is dit
niet mogelijk en zal middels alternatieve methoden de controles worden uitgevoerd en
een zo goed mogelijk uitsplitsing van de resultaten naar zorgverzekeraars worden
gemaakt. De wijze van uitsplitsing in deze situaties wordt nog verder geconcretiseerd
en vastgelegd in overleg tussen de NVZ, NFU OMS, ZKN, en de gezamenlijke
zorgverzekeraars.

Alleen in die situatie dat een specifieke controle, door het karakter van de controle,
niet door de instelling is uit te voeren zal de verzekeraar de controle zelf uitvoeren en
dit afronden voor 1 september 2014. Dit kan alleen als de specifieke controle niet leidt
tot dubbele correctie wegens samenloop met door het ziekenhuis uitgevoerde controles
en correcties. Deze controles moeten ook voor 20 mei bekend zijn bij de instelling.

Afgesproken is dat de NZa voor en tijdens de looptijd van het onderzoek na overleg
met het veld duidelijkheid zal geven over onduidelijke normen en tevens uitspraken
doet over hoe om te gaan met hiaten in de administratieve organisatie bij ziekenhuizen
waardoor bepaalde zaken niet meer toetsbaar zijn. Partijen kunnen hun vragen
schriftelijk indienen en toelichten bij de NZa. Daarna vindt oordeelvorming door de
NZa plaats. Uitspraken hierover worden in een verboden-toegestaan-lijst vastgelegd.
De ‘oranje kwalificaties’1 uit de onderzoeken worden daarmee door de NZa als
verboden dan wel toegestaan gekwalificeerd. Deze oordelen van de NZa zullen
sectorbreed gaan gelden en worden gepubliceerd.

De duidelijkheid over de te gelden normen wordt door de NZa formeel gepubliceerd op
1 juni als streefdatum, met een uitloop naar uiterlijk 1 juli.

Met deze oordelen van de NZa kunnen de rode kwalificaties uit het onderzoek worden
gekwantificeerd voor de totale massa en wordt een specificatie per verzekeraar
geraamd.

De instelling rapporteert de uitkomsten van het onderzoek aan verzekeraars waarbij
inzicht wordt gegeven in welke fouten in de declaratiemassa zijn aangetroffen en welke
correcties daaruit voortvloeien. Voor de bepaling van de correcties per verzekeraar is
de wijze van controle per controlepunt bepalend. Voor controles die door het draaien
van een query worden uitgevoerd is een meer exacte bepaling mogelijk, voor andere
controlewijzen zal een toerekening plaatsvinden.

Het onderzoek betreft voor 2013 alle in 2013 geopend en gesloten zorgproducten
ongeachte of deze al gefactureerd zijn. De uitkomsten van dit onderzoek worden voor
het onderhanden werk ultimo 2013 (zorgproducten geopend in 2013 en te sluiten in
2014) representatief geacht voor de bepaling van de waardering hiervan in de
jaarrekening. De controle op deze zorgproducten (geopend in 2013 en gesloten in
2014) wordt op de gebruikelijke wijze door de zorgverzekeraars uitgevoerd.
Oranje kwalificaties betekent dat een DBC declaratie op een of meer controlepunten onzekerheden bevat
als gevolg van onduidelijkheden of tekortkomingen rondom registratie- en declaratiebepalingen.

Het product dat de externe accountant oplevert is een rapport van feitelijke
bevindingen volgens standaard 4400 over het door de instelling uitgevoerde onderzoek
en de rapportage daarover.

De controleaanpak leidt tot correcties op het totaalniveau per zorgverzekeraar.

Zorgverzekeraars voeren hun gebruikelijke doelmatigheidscontroles door middel van
vergelijkingen tussen instellingen uit. Deze onderzoeken zijn er op gericht om tot
verbeterafspraken, voor de toekomst, te komen en dienen niet voor financiële correctie
(mede om dubbele correctie te voorkomen).

Zorgverzekeraars hechten aan het zelfstandig vormen van een oordeel over de door de
instellingen uitgevoerde self assesments. Er zal een externe expertgoep worden
gevormd door zorgverzekeraars met een onafhankelijk voorzitter die door
zorgverzekeraars, NVZ en NFU gezamenlijk wordt benoemd. Het staat (leden van) NVZ
en NFU vrij om expertise in te brengen in de expertgroep. De expertgroep zal zich
zelfstandig een oordeel vormen over de door de ziekenhuizen uitgevoerde
onderzoeken. Deze expertgroep maakt gebruik van het rapport van het ziekenhuis en
het rapport van bevindingen van de externe accountant. Indien noodzakelijk zal een
review op onderliggende dossiers worden uitgevoerd. De aanpak vervangt voor de
jaren 2012 en 2013 de reguliere controles door zorgverzekeraars. De al lopende
controles door zorgverzekeraars over de jaren vóór 2012 worden voor 1 september
2014 afgerond.

De NZa zal op korte termijn in een circulaire kenbaar maken dat als het aanvullend
omzetonderzoek de benoemde controlepunten meeneemt, het onderzoek op
toereikende wijze is uitgevoerd en het ziekenhuis de NZa informeert over de
uitkomsten van het onderzoek, zorgaanbieders en zorgverzekeraars er vanuit mogen
gaan dit voor NZa ook voldoende is.
Verrekening
Uit het bovenstaande vloeit de maximale terugbetaling voort. De periode van 1 september tot
1 november wordt gebruikt om met inachtneming van de contractafspraken, nadere afspraken
tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar te maken over feitelijke terugbetalingen op basis van
de uitkomsten van het aanvullend omzetonderzoek. Zorgaanbieders die reeds voor 1
september gereed zijn met het aanvullende controleonderzoek, kunnen het overleg met de
zorgverzekeraars over terugbetalingen ook eerder starten. Zorgverzekeraars hebben hun
commitment uitgesproken dan ook binnen 2 maanden tot afspraken te komen.
Gezien het groot maatschappelijk belang om de onzekerheden die er nu zijn rondom de
verantwoording over de zorguitgaven zo snel en efficiënt mogelijk weg te nemen, worden de
uitkomsten van het uit te voeren onderzoek door instellingen tussen zorgverzekeraars en
instellingen op totaalniveau verrekend. Hiermee wordt afgezien van correcties op het niveau
van declaraties en daarmee afgezien van een automatische correctie op het eigen risico:
hierbij is met name in de afweging meegenomen dat er in die gevallen wel degelijk zorg is
geleverd en ook kosten zijn gemaakt, maar in die gevallen de verkeerde declaratie tussen
ziekenhuis en verzekeraar heeft plaatsgevonden. In het geval een verzekerde zelf bij zijn
zorgverzekeraar aanklopt zal deze alsnog een onderzoek instellen en tot correctie overgaan als
de rekening niet correct was indien dit voor de verzekeraar is vast te stellen en als het leidt tot
bijstelling eigen risico. Dit laat onverlet dat indien er wel gedeclareerd is terwijl er geen zorg
geleverd is (fraude) het eigen risico wel automatisch worden gecorrigeerd op het niveau van
de individuele verzekerde.
Indienen jaarrekening
De periode van 1 november tot 1 december wordt gebruikt om de uitkomsten van de
afspraken ten aanzien van de verrekening te verwerken in de definitieve jaarrekening 2013.
Instellingen krijgen tot uiterlijk 15 december 2014 de mogelijkheid voor uitstel van het
indienen van de jaarverslaglegging. Naast uitstel voor indiening van de jaarverslaggeving
krijgende instellingen ook uitstel voor het indienen van de verantwoording over het
honorariumbudget van vrijgevestigde medisch specialisten, PAAZ/PUK-verantwoordingen en
het indienen van kostprijsinformatie. Ook hiervoor geldt als uiterste indieningdatum 15
december 2014.
Transitiemodel 2012
De correcties die voortvloeien uit het aanvullende omzetonderzoek hebben geen effect op de
transitieomzet die wordt gebruikt om het transitiebedrag te bepalen, op budgetparameters in
het schaduwbudget en eerdere nacalculaties. Het is door deze aanpak ook niet mogelijk, en
daarmee verboden, om voorzieningen of niet tot reeds afgewikkelde detail correcties te
herleiden creditnota’s in de omzet te verwerken.
Dit betekent dat het transitiebedrag over 2012 en 2013 conform het oorspronkelijke tijdpad
kan worden vastgesteld. Op uiterlijk 1 juli 2014 dient de aanvraag van het transitiebedrag bij
het controleteam van ZN te worden ingediend (nog zonder controleverklaring). De externe
accountant heeft dan inmiddels een beoordeling van de aanvraag met uitzondering van het
onderdeel omzet uitgevoerd en hier uit voortvloeiende noodzakelijke correcties zijn in de
aanvraag doorgevoerd. Het controleteam van ZN neemt in haar beoordeling van de transitieaanvraag ook de beoordeling van de omzet mee (bv beoordeling creditnota’s). Deze extra stap
vereist een extra opgave van de ziekenhuizen aan de zorgverzekeraars. Hiervoor hebben
verzekeraars een format ontwikkeld dat met accountants en ziekenhuizen wordt afgestemd.
Na beoordeling door ZN geeft de externe accountant een controleverklaring volgens een nog
door de NZa op te stellen accountantsprotocol af bij het transitiebedrag. De aanvraag
transitiebedrag met bijbehorende controleverklaring dient op 1 september 2014 bij de NZa te
worden ingediend. In november 2014 heeft de NZa de definitieve transitiebedragen 2012 en
2013 vastgesteld. Op 1 december kan vervolgens een controleverklaring bij de jaarrekening
2013 van de ziekenhuizen worden afgegeven.
Ten slotte
Hoewel het wenselijk is dat alle instellingen meedoen aan het onderzoek is het mogelijk dat
instellingen zich hieraan onttrekken. De NBA heeft aangegeven dat dit, gezien de Audit Alert
niet tot een goedkeurende verklaring kan leiden bij de transitiebedragen voor 2012 en 2013 en
de jaarrekening 2013. Voor deze ziekenhuizen geldt dat de controles door zorgverzekeraars
door zullen lopen en dat NZa toezichtonderzoeken kan starten.
Bijlage
Controlepunten aanvullend omzetonderzoek
De basis van de DOT regelgeving is:
* Nadere regel 'Medisch specialistische zorg' (NR)
* Beleidsregel 'Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg' (BR)
Per risico wordt aangegeven welke artikelen in de regelgeving hierop van toepassing zijn
(NR/BR).2
Deze beleidsregel en nadere regel zijn in de afgelopen 3 jaar twee keer van een extra
toelichting voorzien op bepaalde elementen:
* De circulaires 'Toelichting regelgeving MSZ' (CI/14/3c) (febr. 2014)
* De circulaire 'Definitie verpleegdag' (CI/12/63c) (febr. 2012)
Daarnaast is er een lijst met voorbeelden gepubliceerd:
* De zogeheten Verboden/toegestaan-lijst (juni 2013) (VT)
Daarnaast zijn handhavingsbesluiten een bron van normatiek:
* Het boetebesluit Ommelander Ziekenhuisgroep (2010) (BO)
* Het boetebesluit Antonius (2014) (BA)
Omdat de boetebesluiten en de verboden-toegestaanlijst mede aanleiding waren voor de
discussie die nadien is ontstaan, wordt per risico ook aangegeven wat de link hiermee is in de
vorm van de afkortingen VT, BO, BA.
De volgende controlepunten zijn van toepassing
1. Het onterecht vastleggen van een polikliniekbezoek, intercollegiaal consult of
medebehandeling.
BR: art. 11.1, 11.29, 11.30
NR: art. 6.3, 7.2
VT: polikliniekbezoek
BA: face-to-face contact, SEH-meerdere consulten, heelkunde-bariatrie.
2. Het vastleggen van twee polikliniekbezoeken bij een langer durend consult.
BR: art. 11.1
NR: art. 6.3
VT: polikliniekbezoek
BA: Dubbele consulten
3. Het vastleggen van een telefonisch consult als een polikliniekbezoek
BR: art. 11.1
NR: art. 6.3
BA: CTC-telefonische patiëntbespreking.
4. Het onterecht vastleggen van een dagverpleging of langdurige observatie.
BR: art. 11.5, 11.6
NR: art. 6.3
VT: dagverpleging
BA: dagverpleging, SEH-dagverpleging, gynaecologie-bekkenbodemcentrum,
gynaecologie-hysteroscopie, interne geneeskunde-diabetes mellitus,
kindergeneeskunde-opeenvolging separate consulten.
2
Uitgangspunt bij de artikelnummering zijn de nadere regel met nummer NR/CU-240
en de beleidsregel met nummer BR/CU-2111. In voorgaande versies zou de
artikelnummering anders kunnen zijn, echter is de opbouw ook van eerdere versies
hetzelfde.
5. Het onterecht vastleggen van een verpleegdag of IC-dag.
BR: art. 11.8, 11.9, 13.1
NR: art. 6.3, 7.4, 15.5, 15.8
VT: verpleegdag
BO: registeren van verpleegdag voor observatie op SEH
BA: eendaagse opnamen
6. Het onterecht vastleggen van een complexe zorgactiviteit, terwijl een lichte handeling
is uitgevoerd (upcoding).
BR: art. 11, 13, 14, 15, 16
NR: art. 6.3, 15
BA: KNO-oorsmeer
7. Het vastleggen van een zorgactiviteit terwijl er geen handeling heeft plaats gevonden.
NR: art. 6.3
8. Het vastleggen van een onjuiste (zwaardere) diagnose of het niet aanpassen van een
werkdiagnose naar een definitieve diagnose.
BR: art. 10.4
NR: art. 6.6
BA: KNO-Rendu Osler Weber
9. Het meermaals vastleggen van een handeling terwijl deze maar één keer is uitgevoerd
(al dan niet multidisciplinair).
BR: art. 11, 13, 14, 15, 16
NR: art. 6.3, 6.4, 15
VT: registratie dubbelzijdige onderzoeken (meerdere foto’s)
10. Het onterecht registreren en declareren van add-ons, terwijl er niet voldaan wordt aan
de indicatievereisten op de add-on lijst.
BR: art. 13.2
VT: dure geneesmiddelen
11. Een tweede zorgtraject openen voor hetzelfde specialisme terwijl er geen sprake is van
een nieuwe zorgvraag met diagnosestelling en behandeling.
NR: art. 6.2, 7.1, 14.2
BA: Kindergeneeskunde-Prader Willi Syndroom, radiologie-stents, radiologieembolisatie.
12. Een tweede zorgtraject openen voor hetzelfde specialisme terwijl de diagnoses
opgenomen zijn in de diagnose-combinatietabel of het tweede zorgtraject niet voldoet
aan de minimale eisen zoals gesteld in de nadere regel.
NR: art. 7.1, 14.4
13. Een tweede zorgtraject openen voor een ander specialisme terwijl er geen sprake is
van een eigen zorgvraag met diagnosestelling en behandeling, waarbij ook geen
sprake is van definitief doorverwijzen na diagnosestelling (zie coulancebepaling).
NR: art. 6.2, 7.1, 14.2
BA: SEH-meerdere consulten.
14. Het registreren van los declarabele overige zorgproducten naast een zorgtraject,
terwijl deze verrichtingen worden uitgevoerd in het kader van het zorgtraject.
BR: art. 14, 15
NR: art. 7.3, 15.2
15. Het openen van een zorgtraject door niet-poortspecialist (of specialist die poortfunctie
uitoefent).
BR: art. 7.24, 7.25, 10.4
NR: art 6.1, 6.2, 6.6, 7, 15.12
BA: neurologie-KNF-artsen.
16. Het openen van een intercollegiaal consult DBC terwijl er geen klinisch zorgtraject
aanwezig is.
BR: art. 11.29
NR: art. 6.3, 7.2
17. Het opknippen van een verpleegperiode (verdelen van verpleegdagen) om zo
meerdere klinische DBC-zorgproducten te kunnen declareren.
BR: art. 11.8, 11.9
NR: art. 7.1c
BA: Cardiologie-opnamen in samenwerking met CTC, Neurochirurgie-opname in
samenwerking met neurologie
18. Het in rekening brengen van eigen DBC-zorgproducten terwijl deze zorg onderdeel
uitmaakt van een zorgtraject van een andere zorgaanbieder (onderlinge
dienstverlening).
BR: art. 7.12, 7.16, 7.20
NR: art. 13.4, 15.3
VT: onderlinge dienstverlening
19. Het in rekening brengen van zorg die via andere financieringsstromen reeds wordt
gefinancierd. Te denken valt aan U-bocht constructies zoals met spiraaltjes of het in
rekening brengen van zorg geleverd in kader van wetenschappelijk onderzoek.
BR: art. 10
VT: u-bocht
BA: cardiologie-innovatieve producten, gynaecologie-mirenaspiraal
20. Het in rekening brengen van zorg t.l.v. de ZVW terwijl er geen verwijzer aanwezig is
(uitzondering acute zorg).
NR: art. 17.
VT: verwijzer
BA: gynaecologie-verloskundige als verwijzer.
21. Het vastleggen van een andere zorgactiviteit, die als wel verzekerde zorg wordt
vergoed (vb. circumcisie).
NR: art. 6.3
22. Het registeren van zorg alsof er sprake is van een indicatie conform de ZVW, terwijl
hier geen sprake van is (bijvoorbeeld spataders onder een bepaalde graad die als
hogere graad worden vastgelegd, Sclerocompressietherapie bij Varices, Bariatrie).
NR: art. 6.3, 6.5.
CVZ: overzicht zorgactiviteiten met aanspraakcodering.
23. Het declareren van MRI’s door ziekenhuizen op verzoek van de eerste lijn die niet
voldoen aan de NHG voorwaarden.
NHG voorwaarden
24. Het declareren van meer dan 3 pogingen IVF binnen een ziekenhuis.
Zorgverzekeringswet
25. Het onterecht in rekening brengen van declaratie verloskundige naast een DBC
zorgproduct van de gynaecoloog
BU/CU: art. 15
26. Declareren van WBMV zonder vergunning
WBMV vergunning VWS
27. De controles die uitgevoerd worden door verzekeraars via de DOT Controle Module
https://www.zn.nl/zoekresultaten/resultaat/?fromSearch=true&contentId=2765883C7908-46C5-A6D2-BA46218B77D7&sectionName=Nieuws%20-%20Persberichten
Bovenstaande punten worden verder uitgewerkt door zorgaanbieders en zorgverzekeraars in
een zogenaamde handreiking, waarin wordt aangegeven wat gecontroleerd moet worden
uitgaande van de vigerende regelgeving. De uitwerking hangt samen met de uitwerking van de
normen door de NZa.