Terreinen binnen de Provincie Zuid Holland in 2014

m
DCMR
Parallelweg 1
De Luchtreiziger Ballonvaarten
Kortedijk 104
3134 HB VLAARDINGEN
Postbus 843
milieudienst
3100 AV Sctiiedam
010-246 80 00
Rijnmond
010-246 82 83
T
F
W www.dcmr.nl
BESLUIT van gedeputeerde staten van Zuid-Holland
Ons kenmerk
Uw Kenmerk
Bijlagen
Datum
21696245
2 3 CLC. 2013
Contactpersoon
Doorkiesnr.
Afdeling
C. Boogerd
[email protected]
0 1 0 - 2 4 6 82 52
Expertisecentrum
Onderwerp
Ontheffing artikel 8.1a, eerste lid Wet luchtvaart voor starts met een vrije ballon op terreinen binnen
de Provincie Zuid-Holland 2014.
Krachtens artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart kunnen gedeputeerde staten een ontheffing verlenen
van de verbodsbepaling in artikel 8.1a, eerste lid van de Wet luchtvaart, voor een bij algemene
maatregel van bestuur aan te wijzen luchtvaartuig. Deze ontheffing ziet op het tijdelijk en
uitzonderlijk gebruik van een terrein, niet zijnde een luchthaven, om er met een luchtvaartuig op te
stijgen ofte landen.
De Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (hierna: de Regeling) bevat hiervoor
aanvullende voorschriften. Verder heeft de Provincie Zuid-Holland nieuw beleid ontwikkeld. Dat
gebeurde naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank 'sGravenhage op 3 maart 2011. In deze uitspraak waren voorwaarden van de Beleidregel
ontheffingen tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor luchtvaart geschorst. Het betrof de
voorwaarden dat niet mocht worden opgestegen en geland binnen 500 meter van aaneengesloten
woonbebouwing en binnen 1.000 meter van stiltegebieden. Beschermde natuurmonumenten en
Natura2000-gebieden (procedurenummers 11/1883 en 11/1884). Het nieuwe beleid is vormgegeven
in de Beleidsregel landen op en opstijgen van terreinen anders dan van luchthavens Zuid-Holland
2013 (hierna: Beleidsregel leo).
Op 8 oktober 2013 heb ik een verzoek ontvangen van De Luchtreiziger Ballonvaarten voor het
verkrijgen van een ontheffing van het verbod om buiten een luchthaven met een vrije ballon te
mogen opstijgen, in de vorm van een generieke ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (tug).
Het betreft een verzoek om te mogen vliegen van terreinen binnen de provincie Zuid-Holland.
Blad 1 van 1
Ons kenmerk
21696245
m
DCMR
Overwegingen
De ontheffing wordt aangevraagd voor een vrije ballon. Dit luchtvaartuig wordt genoemd
in artikel 21
milieudienst
van het Besluit burgerluchthavens, een algemene maatregel van bestuur, en past daarom binnen de
categorie luchtvaartuigen waarvoor een ontheffing kan worden verleend volgens artikel 8a.51 van de
Wet luchtvaart. Verder is in de Beleidsregel leo opgenomen dat een generieke tug kan worden
verleend voor commerciële helikoptervluchten en helikoptervluchten met een maatschappelijke- of
nutsfunctie en vrije ballonnen.
Rijnmond
Krachtens artikel 34 van de Beleidsregel leo worden er beperkingen opgelegd voor het gebruik van
deze ontheffing. Deze beperkingen betreffen de locaties waarvoor deze ontheffing kan worden
gebruikt. De locaties waarvandaan niet mag worden opgestegen zijn weergegeven op de website
van de Provincie Zuid-Holland. U vindt het internetadres in deze ontheffing.
Overleg
Met de 67 burgemeesters van de Zuid-Hollandse gemeenten heb ik overleg gevoerd. Dit overleg is
voorgeschreven in artikel 35, lid 2, van de Regeling. Dit overleg heb ik vorm gegeven middels een
schrijven.dat op 11 december 2013 aan de burgemeesters van alle gemeenten binnen de Provincie
Zuid-Holland is verstuurd. In deze brief werd gevraagd of er op het gebied van openbare orde
opmerkingen bestaan tegen het verlenen van deze generieke ontheffing.
Elf gemeenten hebben een inhoudelijke reactie gegeven naar aanleiding van dit verzoek om
overleg. Daarnaast is tevens telefonisch overleg gevoerd met een enkele gemeente. De ingediende
reacties zijn meegenomen bij het opstellen van dit besluit Negen gemeenten hebben geen
bezwaren op het gebied van openbare orde tegen het verlenen van deze ontheffingen. Twee
gemeente hebben aangegeven bezwaar te hebben tegen het verlenen van de generieke
ontheffingen. Sommige redenen voor dit bezwaar liggen niet in het verlengde van de openbare orde
en zijn om die reden niet opgenomen in dit besluit
Blad 2 van 6
Ons kenmerk
21696245
DCMR
milieudienst
Reactie 1
Rijnmond
Niet landen of opstijgen in dorpskernen, in ieder geval niet zonder toezicht van één of meer
hulpverleningsdiensten
Respons GS op reactie 1
In de Beleidsregel leo zijn, ten aanzien van de generieke tug-ontheffing, geen bepalingen
opgenomen met betrekking tot de ligging van een terrein ten opzichte van de woonbebouwing. Op
grond van artikel 24 van de Regeling is een terrein voor helikopters verder gelegen dan 50 meter
van aaneengesloten woonbebouwing en/of verder gelegen dan 25 meter van een openbare weg,
tenzij deze weg door de bevoegde autoriteiten is afgezet. Ten aanzien van een terrein voor vrije
ballonnen geldt op grond van artikel 27 van de Regeling dat een terrein zodanig is gelegen dat in de
richting van de opstijging eventuele obstakels met een hoogteverschil van ten minste 15 meter
overvaren kunnen worden. Deze regels zijn gesteld in het kader van het veilig gebruik van een
terrein. De bevoegdheid ten aanzien van de veiligheid ligt bij de Inspectie Leefomgeving en
Transport (hierna: ILT). Het is niet aan mij hierover nadere regels te stellen.
Gelet op het karakter van de generieke tug-ontheffing, per dag maximaal twee starts en twee
landingen en dat maximaal 12 dagen per jaar voor alle onthéffinghouders gezamenlijk, ben ik van
mening dat de afstanden die zijn gesteld met betrekking tot de veiligheid, tevens voldoende zijn voor
de beperking van overlast
Ten aanzien van het toezicht van één of meer hulpverleningsdiensten merk ik het volgende op. Bij
verreweg de meeste starts en landingen binnen de provincie Zuid-Holland waarbij gebruik wordt
gemaakt van de generieke tug-ontheffing is geen hulpverleningsdienst aanwezig. Gelet op de
professionaliteit van de ontheffinghouders (en de helikopter- en vrije ballonsector in het algemeen)
en het beperkt aantal vliegtuigbewegingen is dit naar mijn mening ook niet nodig. Ontheffinghouders
zijn zelf verantwoordelijk voor het naleven van de veiligheidsvoorschriften uit de Regeling veilig
gebruik luchthavens en andere terreinen. Het is ILT die daarop toezicht houdt en indien nodig
sancties oplegt.
Reactie 2
Opschrikkend vee en schade voor agrariërs.
Respons GS op reactie 1
Tot op heden is het bij mij niet bekend dat (sinds 2010) schade is ontstaan door het starten (en
landen) van luchtvaartuigen in de provincie Zuid-Holland. Luchtvaartuigen mogen ingevolge de
Algemene wet bestuursrecht niet starten en landen zonder daarbij toestemming te hebben van de
grondeigenaar of zakelijk gerechtigde. Indien de vrees bestaat dat schade door het starten en
landen zich zal voordoen, of dat vee op hol zal slaan, is het raadzaam dat de grondeigenaar geen
toestemming geeft voor het starten en landen van luchtvaartuigen op zijn terrein. In die gevallen
mag de houder van de generieke tug-ontheffing niet starten vanaf of landen op die terreinen.
Schade veroorzaakt door het laag overvliegen dient gemeld te worden bij de Inspectie van
Leefomgeving en Transport. Die is het bevoegde gezag voor het luchtzijdige gebruik van de kleine
en recreatieve luchtvaart.
Reactie 3
Afleiding weggebruikers van smalle wegen leidt tot gevaarlijke situaties.
Door bijzondere ligging gemeente zijn aanrijtijden ambulancediensten erg lang.
Binnen de gemeente is onvoldoende capaciteit van de hulpverleningsdiensten.
Blad 3 van 6
Ons kenmerk
21696245
DCMR
milieudienst
Rijnmond
Respons GS op reactie 3
Er kan op voorhand niet gezegd worden vanaf welke terreinen met een generieke tug-ontheffing
gevlogen gaat worden. Indien de gemeente acht dat de openbare orde in het geding is wegens de
ligging van het gekozen terrein in verband met de aanrijtijden van hulpdiensten, kan zij middels haar
bevoegdheid hiertegen optreden en het voorgenomen gebruik van de ontheffing voor bepaalde
terreinen tegenhouden. Het is daarom dat er 24 uur voor het gebruik van een ontheffing gemeld
moet worden dat er vanaf een bepaald terrein gevlogen gaat worden. Indien er voor een bepaalde
dag of op een bepaald tijdstip onvoldoende of geen capaciteit is om hulpdiensten in te zetten in
geval van calamiteiten, kan de gemeente het voorgenomen gebruik van de ontheffing tegenhouden.
Dit dient de gemeente zo spoedig mogelijk aan de houder van de ontheffing aan te geven nadat zij
de melding vooraf aan het gebruik van de ontheffing heeft ontvangen.
Ten aanzien van de aanwezigheid van smalle wegen ben ik van mening dat de Regeling voldoende
garanties biedt voor het veilig opstijgen naast een dergelijke weg. Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder zich niet te laten afleiden. Dit geldt niet alleen voor starts en landingen van een
helikopter of starts van een vrije ballon, doch voor alle activiteiten die in de nabijheid van een
openbare weg plaatsvinden, alsmede reclameborden en dergelijke.
Inzake de vraag of voldoende capaciteit is om hulpdiensten in te zetten, merk ik nog op dat een
generieke tug-ontheffing niet meer dan 4 vliegtuigbewegingen per dag per terrein toestaat
Melding
De melding bedoeld in artikel 29 van de Beleidsregel leo kan schriftelijk of per e-mail worden
ingediend. Bij gebruik van e-mail kunnen de volgende adressen worden gebruikt
De Minister van Infrastructuur en Milieu:
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland:
Gemeente Bodegraven-Reeuwijk:
Gemeente Katwijk:
meldingtug@ilentnl
[email protected]
[email protected]
[email protected] en in cc naar
[email protected] en [email protected].
Kaart luchtvaartbeperkinqen
In de onderstaande voorschriften zijn terreinen opgenomen waarvandaan niet opgestegen en
waarop niet geland mag worden. Als hulpmiddels is een kaart met deze terreinen te bekijken via de
Atlas Luchtvaartbeperkingen op de website van de provincie Zuid-Holland. U vindt deze Atlas in het
thema Milieu of via de directe link:
http://geo.zuid-holland.nl/geo-loket/html/atlas.html?atlas=luchtvaartbeperking.
BESLUIT
Gelet op het vorenstaande heb ik besloten, op grond van artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart en de
Beleidsregel leo:
aan De Luchtreiziger Ballonvaarten een generieke tug-ontheffing te verlenen van het verbod om
met een luchtvaartuig te mogen landen op en/of opstijgen van terreinen binnen de provincie
Zuid-Holland gedurende het kalenderjaar 2014;
de hierna opgenomen voorschriften te verbinden aan dit besluit
Blad 4 van 6
Ons kenmerk
21696245
DCMR
milieudienst
Rijnmond
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
1.
2.
3.
Het aanvraagformulier maakt deel uit van deze ontheffing;
Deze ontheffing geldt voor een maximum van 2 starts en 2 landingen per terrein per dag;
Per kalenderjaar mag door alle houders van een generieke tug-ontheffing gezamenlijk op een
terrein niet meer dan 24 keer worden opgestegen en 24 keer worden geland verdeeld over
maximaal 12 dagen in dat jaar. DCMR stelt alle houders van een generieke tug-ontheffing zo
spoedig mogelijk op de hoogte van het bereiken van deze maxima.
4.
Het is niet toegestaan om starts met en vrije ballon uit te voeren op een terrein dat ligt binnen
een stiltegebied, Natura2000-gebied of Beschermd natuurmonument, zoals aangegeven op
de kaart, te vinden op:
httD://geo. zuid-holland, nl/geo-loket/html/atlas. html?atlas=luchtvaartbeDerking;
5.
De Luchtreiziger Ballonvaarten geeft ten minste 24 uur, voor het gebruik van de ontheffing de
Minister van Infrastructuur & Milieu, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en de
burgemeester(s) van de gemeente(n) waarbinnen het start- en/of landingsterrein ligt, kennis
van het voornemen de ontheffing te gebruiken. In deze melding moeten in ieder geval de
navolgende gegevens zijn opgenomen:
• kenmerk van de ontheffing;
• informatie over de betreffende locatie;
• soort en kenmerk luchtvaartuig(en);
• vluchtdatum en tijdstippen waarop de vluchten worden uitgevoerd; en
• indien de vluchten verbonden zijn aan een evenement de naam van het evenement
Aan de minister van Infrastructuur & Milieu kan deze melding verzonden worden naar
meldinqtuq@ilentnl. Aan gedeputeerde staten kan dit naar [email protected] worden
verzonden;
6.
Voor aanvang van de vlucht moet de gezagvoerder van het luchtvaartuig zich ervan
vergewissen dat de onder punt 5 genoemde melding door de houder van de ontheffing is
gedaan;
7.
De Luchtreiziger Ballonvaarten geeft binnen een week na het uitvoeren van de vluchten aan
gedeputeerde staten van Zuid-Holland kennis van het daadwerkelijk aantal uitgevoerde
vluchten. In deze melding moeten in ieder geval de navolgende gegevens zijn opgenomen:
• kenmerk van de ontheffing;
• informatie over de betreffende locatie;
• aantal daadwerkelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen.
Dit dient aan gedeputeerde staten naar [email protected] te worden verzonden.
Indien omwonenden melden dat zij overlast ondervinden, verzoek ik u om hen mede te delen dat zij
contact kunnen opnemen met de meldkamer van de DCMR: 0888 - 333 555.
Het verlenen van deze ontheffing houdt niet in dat een start of landing ondanks dat deze
overeenkomstig deze ontheffing zou worden uitgevoerd, kan plaatsvinden. De burgemeester van de
gemeente waarin het terrein ligt, kan op grond van zijn bevoegdheid met betrekking tot de openbare
orde de uitvoering ervan tegenhouden. Tevens kan de Inspectie Leefomgeving en Transport de
uitvoering van starts of landingen tegenhouden op grond van haar bevoegdheid ten aanzien van de
(vlieg)veiligheid.
Deze ontheffing laat onverlet dat u dient te voldoen aan de relevante bepalingen van de Regeling
veilig gebruik luchthavens en andere terreinen en de Wet luchtvaart, voor zover die in de procedure
Blad 5 van 6
Ons kenmerk
21696245
m
DCMR
tot verlening van deze ontheffing niet zijn getoetst. Het betreft met name de bepalingen inzake de
veiligheid, vereisten waaraan een terrein moet voldoen en vlieghoogte.
milieudienst
Deze ontheffing laat eveneens onverlet dat u dient te voldoen aan overige wetgeving,
zoals de
Rijnmond
Natuurbeschermingswet.1998 en de Flora- & Faunawet
BEZWAAR
Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet
binnen zes weken na de dag van verzending of uitreiking van het besluit worden toegezonden,
onder vermelding van 'Awb-bezwaar' in de linkerbovenhoek van de envelop en het bezwaarschrift.
Het bezwaar dient gericht te worden aan:
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland t.a.v. het Awb-secretariaat
Postbus 90602
2509 LP Den Haag
Krachtens artikel 6:16 van de Awb schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop
kan - als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend - ingevolge artikel 8:81 van de Awb bij de
Rechtbank 's-Gravenhage, postbus 20302, 2500 EH Den Haag een verzoek tot het treffen van een
voorlopige voorziening worden ingediend.
Ik verzoek u een kopie van het verzoek om een voorlopige voorziening te zenden aan:
DCMR Milieudienst Rijnmond
ta.v. mw. mr. S. Eekhout
Postbus 843
3100 AV Schiedam
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland,
voor dezen.
M. Weber
bureauhoofd geluid DCMR Milieudienst Rijnmond
Kopie verstuurd aan:
De burgemeesters van de Zuid-Hollandse gemeenten
Inspectie voor Leefomgeving en Transport, [email protected]
Het Korps Landelijke Politiediensten/Luchtvaartpolitie, Postbus 100, 3970 AC Driebergen
Blad 6 van 6