Schoolgids - De Paradijsvogel

2014 - 2015
Voorwoord
Voor u ligt de schoolgids van de Paradijsvogel in Vogelenzang voor het schooljaar 2014-2015.
Deze gids is zowel bestemd voor de ouders van de ingeschreven kinderen als voor ouders
die op zoek zijn naar een basisschool voor hun kind. Een basisschool kiest u immers met zorg!
In deze gids vindt u allerlei informatie. U leest waar de school voor staat, hoe wij ons pedagogisch
klimaat realiseren, welke leerstof aan bod komt, hoe de school is georganiseerd, hoe de zorg voor
onze kinderen is geregeld en hoe de school omgaat met kinderen die extra zorg nodig hebben.
Verder vindt u er veel praktische informatie in over onder andere schooltijden en regels en over de
wijze waarop u bij de school betrokken wordt.
Naast deze schoolgids krijgt u jaarlijks een informatiegids met voor dat schooljaar actuele informatie.
Maar ook welke onderwijsplannen de school heeft, hoe de school deze plannen gaat uitvoeren en
wat ervan terecht is gekomen staan erin vermeld.
Tussentijdse wijzigingen worden in onze maandelijkse ‘Nieuwsbrief’ gemeld en staan op onze
website.
Wanneer u iets mist in deze gids en u denkt dat deze informatie zinvol is voor andere ouders, dan
stellen wij het zeer op prijs als u ons dit vertelt. Ook wanneer u anderszins op- of aanmerkingen heeft
dan horen wij dat graag van u.
Wij hopen dat de gids een goed beeld geeft van De Paradijsvogel, dat u er met plezier in zult lezen en
dat deze u het gevoel geeft ‘mijn kind zit op De Paradijsvogel op de juiste plek!’.
Ouders die nog een schoolkeuze moeten maken zijn natuurlijk altijd van harte welkom om zelf te zien
en te ervaren wat wij uw kind te bieden hebben.
Tot slot wensen wij u en uw kind(eren) een fijn schooljaar toe.
Namens het team en medezeggenschapsraad van De Paradijsvogel,
Dorien Hulsebosch
(Directeur)
1
Inhoudsopgave
Blz.
Voorwoord
1
Inhoudsopgave
2
1. DE PARADIJSVOGEL
1.1. Adresgegevens
1.2. Bestuur
1.3. De schoolleiding
1.4. Het team
2. WAAR STAAN WIJ ALS SCHOOL VOOR?
2.1. Identiteit en missie
2.2. Ieder kind is uniek
2.3. Kerndoelen
3. ONS PROFIEL
3.1. Leescultuur
3.2. Cultuur, Wetenschap en Techniek
3.3. Werken met kernconcepten
3.4. De wereld de school binnen halen en met de school de wereld opzoeken
3.5. Het kindcentrum
3.6. Onze plussen op een rij
4. WAT LEREN WE?
4.1. Lesuren per jaar
4.2. Hoe gaan we met elkaar om?
4.3. Het leren
4.3.1. Groep 1 en 2
4.3.2. De vakken in groep 3 t/m 8
5. DE ZORG VOOR KINDEREN
5.1. Zelfstandig werken
5.2. Het volgen van de ontwikkeling van het kind in onze school:
Leerlingvolgsystemen
5.3. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften (zorgverbreding)
5.4. Begeleiding meer begaafde leerlingen
5.5. Begeleiding leerlingen met dyslexie
5.6. Begeleiding zieke kinderen
5.7. Passend Onderwijs
5.7.1. Passend Onderwijs en ouders
5.8. Leerlinggebonden financiering
5.9. De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs
5.10. GGD Zuid Kennemerland
5.11. Logopedie
4
4
4
5
5
5
5
6
7
7
7
7
8
8
9
10
13
13
13
15
15
16
25
25
25
26
26
26
27
27
27
28
28
28
29
2
6. DE PARADIJSVOGEL en OUDERS
6.1. Informatievoorziening
6.2. Inspraak
6.2.1. De Ouderraad
6.2.2. De Medezeggenschapsraad
6.2.3. Kinderfonds
6.3. Klachtenprocedure
30
30
31
31
32
32
32
7. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
34
8. PRAKTISCHE PUNTEN VAN A TOT Z
35














Aanmelding, absentenmelding, acties , beleid toelating, tussentijds vertrek,
schorsing en verwijdering van leerlingen
Eten en drinken
Excursies, Facebook, fietsen , gevonden voorwerpen gymnastiek
Hoofdluiscontrole, klassendienst, klassenouders
Mobiele telefoons, Onderwijsinspectie, ouderactiviteiten, oud papier/ kleding en
gebruikte schoenen/ inktcartridges, overblijven: Tussenschoolse Opvang (TSO)
Parkeren, pesten
Petjes, rapportage, rookverbod, schoolbenodigdheden
Schoolfotograaf, schoolkamp, schoolreizen ,schoolshirt, schooltijden
Spelletjesmiddag, sponsoring, sportevenementen, stagiaires
Te laat komen, telefonische bereikbaarheid, veilige school, verantwoordelijkheid,
verjaardagen, vervanging van leerkrachten
Verlofregeling
Vervoersprotocol
Verzekering tijdens schooltijd
Voor- en Naschoolse opvang, website
35
36
36
38
38
39
40
41
42
43
44
46
47
48
3
1. DE PARADIJSVOGEL
Aan de rand van de duinen en het dorp Vogelenzang, ligt verscholen tussen het groen,
De Paradijsvogel. Rond de 140 kinderen vinden dagelijks hun weg naar deze kleinschalige
basisschool. De Paradijsvogel is dé school in Vogelenzang. Het gebouw werd in het schooljaar
2013-2014 ingericht als kindcentrum. Het kindcentrum wordt gevormd door de samenwerking met
verschillende disciplines, te weten: de school, de peuterspeelzaal, tussenschoolse en buitenschoolse
opvang, bibliotheek Zuid Kennemerland. In dit centrum heb je ook De Ontdekplek en Het Atelier.
In 2014 vindt de herinrichting van de schoolpleinen plaats. Het wordt een Schoolplein 14 met een
uitdagende en stimulerende speelomgeving om met elkaar te spelen en te sporten.
De omgeving van de school is rustig, groen en er is genoeg speelruimte voor de kinderen.
De school beschikt over een eigen gymzaal.
Graag willen wij (nieuwe) ouders uitnodigen voor een rondleiding door ons kindcentrum.
Heeft u interesse, dan kunt u telefonisch een afspraak maken.
1.1. Adresgegevens
De Paradijsvogel
Henk Lensenlaan 1
2114 ER Vogelenzang
Telefoon: 023-5846648
E-mail: [email protected]
Website: www.bsdeparadijsvogel.nl
1.2. Bestuur
De Paradijsvogel maakt deel uit van stichting
De la Salle, bestaande uit 18 scholen. Kinderen van alle
gezindten, ongeacht ras, geloof of cultuur zijn op onze
school welkom.
De dagelijkse leiding van de organisatie is in handen van
het College van Bestuur: dhr. J. van Veen en
dhr. P. Bronstring.
Bij het maken van beleidskeuzes staat het kind centraal.
De missie van De la Salle is samen te vatten in de volgende
slogan:
Afb.1 Verzorgingsgebied Stichting
de La Salle
“Onderwijs met het hart voor het kind en zorg voorelkaar.”
Als u wat meer wilt weten over ons bestuur, bezoek dan de website: www.stichtingdelasalle.nl
4
1.3. De schoolleiding
Op De Paradijsvogel is Dorien Hulsebosch de schoolleider. Zij is verantwoordelijk voor alle zaken die
in en om de school spelen.
1.4. Het team
Op De Paradijsvogel werken er op dit moment 14 parttime leerkrachten en een vakleerkracht
gymnastiek. Op onze school hebben leerkrachten naast lesgevende taken , ook ander taken en/of
functies. Zo hebben we op school een intern begeleider, een coördinator wetenschap en techniek,
twee interne cultuurcoördinatoren, een ICT’ er, lees-, taal-, reken- en schrijfspecialist.
Tevens is er vier dagen een conciërge aan school verbonden.
2. WAAR STAAN WIJ ALS SCHOOL VOOR?
2.1. Identiteit en missie
In het schooljaar 2011-2012 zijn de openbare Graaf Florisschool met de katholieke St. Jozefschool
gefuseerd. Uitgangspunt was om beide stromingen binnen de nieuwe school te garanderen.
Het team heeft na verschillende gesprekken zich uitgesproken over de nieuwe uit te dragen
identiteit:
“Wij willen kinderen opvoeden tot nieuwsgierige en tolerante wereldburgers.”
De volgende belangrijke kernwaarden spelen hierbij een rol: ‘vertrouwen, veiligheid, respect,
communicatie, leren van en met elkaar, samenwerking en kunnen zijn wie je bent’.
In de praktijk betekent dit dat wij werken met de methodes ‘Hemel en Aarde’ en ‘Kinderen en hun
sociale talenten’. ‘Kinderen en hun sociale talenten’ geeft met name invulling aan de sociale
vaardigheden die ieder kind nodig heeft om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij .
‘Hemel en aarde’ bestaat uit levensbeschouwelijke lessen waarin vaardigheden zoals verwonderen,
verbinden, vertrouwen, verbeelden, ordenen, communiceren en omgaan met tradities centraal
staan.
5
2.2. Ieder kind is uniek
Wij streven ernaar om ons onderwijs af te stemmen op de mogelijkheden en behoeften van ieder
kind. Talent telt bij ons, groot én klein.
Kinderen zijn van nature creatief en nieuwsgierig. Zij willen de wereld ontdekken en zichzelf
ontwikkelen. Wie goed kijkt naar jonge kinderen, ziet verbazingwekkende talenten. We vinden het
daarom belangrijk om zinvolle en uitdagende leersituaties te creëren, waarin kinderen actief mee
kunnen doen, hun talenten en interesses kunnen behouden en ontwikkelen. We stimuleren het
eigen initiatief en betrekken de kinderen bij ons onderwijs waar het kan. Ondersteuning, goede
instructie en vertrouwen van de leerkracht zijn basale voorwaarden, evenals het hebben van hoge
verwachtingen en eisen stellen.
In de ontwikkeling van het kind staan bij ons drie basisbehoeften centraal
Relatie
Weten en voelen dat je gewaardeerd wordt. Het kind leert vertrouwen te
stellen in de ander, zodat de ander kan bijdragen aan de ontwikkeling van
het kind.
Competentie
Ervaren en geloven in eigen kennis en kunnen, waardoor ontwikkeling
mogelijk wordt.
Autonomie
Het streven naar zelfstandigheid en het realiseren van een eigen aandeel in
de ontwikkelingen het leren. Ervaren en weten dat je een uitdaging zelf aan
kunt.
Het streven
naar zelfstandigheid
en handelingscategorieën
het realiseren van een eigen
Onze
leerkrachten
werken met drie
om tegemoet te komen aan deze
aandeel in de ontwikkeling
basisbehoeften
van het kind:en het leren. Ervaren en weten dat je een
uitdaging zelf aan kunt.
Interactie
De manier waarop de leerkracht met de kinderen omgaat
en contacten met hen onderhoudt.
Instructie
De manier waarop de leerkracht uitleg geeft, de variatie
die hij daarin aanbrengt, doelen die hij stelt, de manier
waarop de methode gebruikt wordt.
Klassenmanagement
De manier waarop de leerkracht het verloop van de lesdag
organiseert en de leeromgeving inricht.
NB. We willen het onderwijs een impuls geven als het gaat
om de interactie, instructie en klassenmanagment.
Vandaar dat wij in 2014 gestart zijn met ‘Teach like a
champion’. Leerkachten gaan aan de slag met technieken
om bij kinderen de actieve betrokkenheid te vergroten.
6
2.3. Kerndoelen
We willen in ons dagelijks onderwijs de kinderen uitdagen tot leren. Hierbij houden we rekening met
de kerndoelen van het basisonderwijs. Ons streven is om kinderen een goede basis te geven voor
hun verdere leven en als startkwalificatie voor het voortgezet onderwijs.
We werken op De Paradijsvogel met methoden die voldoen aan de kerndoelen en evalueren ons
onderwijs aan de hand van onze opbrengsten.
3. ONS PROFIEL
3.1. Leescultuur
Boeken, verhalen, sprookjes en gedichten nemen een belangrijke plek in de school in. De basis voor
deze leescultuur wordt gelegd bij de kleuters. Natuurlijk wordt door de leerkracht in de groep veel
voorgelezen, maar daarnaast wordt wekelijks in kleine groepjes interactief voorgelezen uit leuke,
eigentijdse prentenboeken. De kleuters leren zo niet alleen een nieuw prentenboek kennen, maar
worden bovendien al vroeg gewezen op bijzonderheden in het verhaal, op illustraties, op woorden
die ze niet begrijpen en op gevoelens die het verhaal bij ze oproept. Wanneer ze vervolgens in groep
drie zelf leren lezen, blijkt de woordenschat die ze zich hebben eigen gemaakt en de vertrouwdheid
met boeken een sterke basis te zijn.
Met al deze activiteiten wordt bereikt dat kinderen boeken en teksten kritischer kunnen beoordelen
en meer inzicht krijgen in patronen en verhaallijnen. Dit leidt tot een beter en vlotter tekstbegrip van
zowel een ingewikkeld recept of handleiding, als van een goed, dik boek.
3.2. Cultuur, Wetenschap en Techniek
Onze school stelt zich ten doel dat alle leerlingen aan het eind van de basisschool ervaringen hebben
opgedaan met alle disciplines op het gebied van kunst, cultuur en erfgoededucatie, waardoor zij op
deze gebieden vaardigheden en interesses hebben ontwikkeld. De leerlingen leren hun eigen
talenten ontwikkelen en hun creativiteit en fantasie worden geprikkeld. Zo krijgen de leerlingen meer
oog voor hun culturele leefomgeving.
7
We vinden het belangrijk dat kinderen spelenderwijs al op jonge leeftijd in aanraking komen met
wetenschap en techniek.
Op de Paradijsvogel leren kinderen door onderzoek doen, zelf ontdekken, ontwerpen maken en deze
gebruiken. Om dit te kunnen realiseren, ontwikkelen wij in de school een ontdekplek waar kinderen
worden uitgedaagd.
3.3. Werken met kernconcepten
Eén keer per jaar werken we met name ’s middags een aantal weken met de gehele school aan een
groot gezamenlijk kernconcept waarbij het middagprogramma uit geïntegreerde vaklessen bestaat
die in workshops en themahoeken worden aangeboden. Tijdens deze projecten wordt er
groepsdoorbrekend gewerkt. De kerndoelen van de overheid zijn daarbij uitgangspunt.
Aan het eind van zo’ n thema worden alle ouders en belangstellenden uitgenodigd om te zien en te
ontdekken waaraan hun kinderen hebben gewerkt.
Daarnaast wordt er regelmatig in de klas of door de gehele school aan kleinere, kortdurende thema’s
gewerkt.
3.4. De wereld de school binnen halen en met de school de wereld opzoeken.
Bij het werken met kernconcepten kan een excursie onderdeel zijn van het lesprogramma. Daarnaast
nodigen de leerkrachten samen met de kinderen regelmatig gasten uit die over specifieke kennis
beschikken. Dit noemen wij onze ’gast in de klas’.
Maar ook onder ouders, familieleden, buren of kennissen schuilen vaak onvermoede talenten:
sommige ouders kunnen goed timmeren of schilderen, anderen hebben talenten op het gebied van
koken, kunnen goed vertellen over reizen die ze hebben gemaakt of over het beroep dat ze
uitoefenen. Allemaal zaken die voor kinderen zeer inspirerend kunnen zijn. We willen graag met
ouders en de ons omringende wereld samenwerken en zullen daarom regelmatig een beroep doen
op iemand om als ‘gast in de klas’ een bijdrage te leveren aan het onderwijs van de kinderen.
8
3.5. Het kindcentrum
Wij zijn bezig met het ontwikkelen van een kindcentrum op De Paradijsvogel. Binnen dit centrum zijn
de volgende stakeholders: Les Petits met de peuterspeelzaal, voor- en naschoolse opvang, stichting
JoFlo voor de TSO, De Boekenbende (bibliotheek Zuid Kennemerland), Welzijn Bloemendaal, bestuur
van de speeltuin Vogelenzang en uiteraard De Paradijsvogel.
Met elke stakeholder ontwikkelen wij een missie/visie voor het kindcentrum. Hiervoor is het van
belang dat wordt beschreven hoe wij met elkaar de doorgaande lijnen vorm geven, afstemmen en
bewaken.
Trots zijn wij op De Boekenbende en De Ontdekplek, omdat we vanuit deze twee plekken onze
visie/missie al kunnen uitdragen.
De Boekenbende
De Paradijsvogel vindt het belangrijk dat kinderen goed leesonderwijs krijgen. In samenwerking met
school, ouders en De Boekenbende willen wij kinderen aan het lezen krijgen én houden. Waarom:
omdat lezen een verrijking is van het leven, omdat lezen de kansen op de arbeidsmarkt vergroot,
omdat lezen het vliegend tapijt is waarmee ieder door zijn fantasie kan reizen. Het gaat om
leesplezier, het maken van die leeskilometers.
Door kinderen op te leiden tot bibliotheekmedewerkers worden zij ambassadeurs voor het lezen. De
Boekenbende is drie in de week na schooltijd open met als doel het lezen extra te bevorderen.
In schooljaar 2014 -2015 starten wij in de Boekenbende met het schoolbibliotheeksysteem: KOHA
school. Het is een webbased systeem, waarmee de kinderen op zoek kunnen gaan naar boeken en
andere materialen. De leerkrachten kunnen het leengedrag van kinderen volgen en leestips geven.
De Paradijsvogel is de pilotschool voor Bibliotheek Zuid Kennemerland.
Door al onze krachten te bundelen, ontstaat er meerwaarde. De Boekenbende werkt samen met de
leesconsulente van bibliotheek Zuid Kennmerland, leescoördinator van De Boekenbende en de
leespecialist van school. Op deze manier wordt de expertise rond leesbevordering en mediawijsheid
gedeeld met kinderen, leerkrachten en ouders. Vanaf de peuterspeelzaal wordt er al gestart met
leesbevordering.
9
De Ontdekplek
Dit schooljaar wordt De Ontdekplek in De Paradijsvogel gerealiseerd. De ontdekplek is een plek voor
betekenisvolle en maatschappelijke activiteiten. De visie/ missie van De Ontdekplek is ontdekking,
verbinding en ontmoeting: Het is een plek waar mensen, jong en oud, nieuwe dingen kunnen
ontdekken en verrast kunnen worden.
Deze ruimte wordt gebruikt door onze groepen voor wetenschap-/ technieklessen, leeskringen en
buitenschoolsactiviteiten zoals schaken, gitaarles. Achter de schermen zijn we bezig met het logo
voor De Ontdekplek, de inrichting van de ruimte en het in kaart brengen van de maatschappelijke
functie van onze ontdekplek. In 2014 – 2015 worden actviteiten vastgelegd met Welzijn
Bloemendaal, Les Petits, De Boekenbende en de school.
3.6. Onze plussen op een rij
 Een breed onderwijsleerpakket om een brede algemene ontwikkeling, kinderen talenten en
interesses te laten ontdekken en ontwikkelen;
 Zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerken als belangrijke pedagogische
uitgangsprincipes binnen een duidelijke structuur;
 De school maakt gebruik van een gedragsprotocol, uitgewerkt in samenwerking met bureau
OOK, waarin de gehanteerde gedragsregels staan omschreven.
 De beschikbaarheid van een ontdekplek met een grote hoeveelheid techniek- en
wetenschapsmateriaal en maatschappelijke activiteiten;
 De beschikbaarheid van een atelier om de creatieve talenten van kinderen te ontdekken;
 Uitgebreid onderwijsaanbod m.b.t. wetenschap en techniek; leren door onderzoek, zelf
ontdekken, ontwerpen, maken, gebruiken, analyseren en beoordelen van hun eigen product;
 Onderwijs met een rijke leescultuur: leerlingen lezen meer, gevarieerder en met meer
plezier, gebruikmakend van De Boekenbende (bieb op school); de leespecialist volgt alle
vakinhoudelijke ontwikkelingen en stuurt bij daar waar nodig
 De leescoördinator zorgt voor uitnodigende leesactiviteiten en begeleidt kinderen bij het
kiezen van boeken;
 De leesconsulent van bibliotheek Zuid Kennemerland zorgt voor informatieavonden om lezen
te promoten; ze heeft ook iedere woensdag een vragenuurtje voor ouders.
 De beschikking hebben over een uitgebreide schoolbibliotheek met een grote variëteit aan
boeken;
 Alle kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer per week les van een vakdocent
bewegingsonderwijs;
 Werken met kernconcepten (thema’s) waardoor nieuwe kennis gekoppeld kan worden aan
bestaande kennis;
10
 In het kader van actief burgerschap (opvoeden tot wereldburger) hebben de kinderen bij ons
een stem op school. Elk jaar zijn er leerlingenraadverkiezingen. Daarnaast sponsoren we
vijf kinderen in Jiboro in Gambia, zodat zij ook onderwijs kunnen volgen;
 ‘Vriendentraining’ en sociale vaardigheidstrainingen voor kinderen die daar baat bij hebben;
 Maatjessysteem als onderdeel van de omgang met en de zorg voor elkaar;
 Specialisatie dyslexie en spellingproblemen; vanaf groep 6 wordt er met het Kurzweil
programma gewerkt.
 Engels vanaf groep 1;
 Modern onderwijs gebruik makend van digitale schoolborden, moderne computers en het
aanbod van nieuwe technologische en wetenschappelijke inzichten.
 De school ligt in een rustige en groene omgeving;
 In 2014 -2015 wordt De Paradijsvogel een Schoolplein14, waarbij wij met dit plein willen
uitdragen dat kinderen onder en na schooltijd samen spelen volgens ‘De 14 regels’ van
Johan Cruijff.
11
 De mogelijkheid om in het kindcentrum gebruik te maken van de voor-, tussen-, en
naschoolse opvang.
12
4. WAT LEREN WE?
4.1. Lesuren per jaar
Het aantal uren dat er lesgegeven wordt, is niet voor iedere groep gelijk. Naarmate de kinderen
ouder worden krijgen ze meer les. Vanaf groep 5 zitten zij dan ook langer op school en krijgen
minder vrije dagen dan de onderbouwleerlingen.
De wet schrijft voor dat de groepen 1 t/m 4 gemiddeld 880 uur en de overige kinderen 1000 uur
les krijgen.
4.2. Hoe gaan we met elkaar om?
Afgelopen schooljaar hebben we in samenwerking met bureau OOK alle afspraken als het gaat om
het pedagogisch klimaat van a tot z besproken en vastgelegd. We willen de vastgestelde regels en
afspraken met alle betrokkenen (team, ouders en kinderen, TSO, NSO, De Boekenbende,
De Ontdekplek) uitdragen om zo een veilig en fijn speel- en leerklimaat neer te zetten.
De omgangsregels:
Groep 1 t/m 4:
- Wij helpen elkaar
- Wij zijn aardig voor elkaar
- Wij pesten niet
- Wij komen niet aan een anders als de ander dit niet wil (en ook niet aan andermans spullen)
- Samen spelen is samen delen
Groep 5 t/m 8:
- Wij helpen elkaar
- Wij hebben respect voor elkaar
- Wij pesten niet
- Wij komen niet aan een anders als de ander dit niet wil (en ook niet aan andermans spullen)
- Wij sluiten niemand buiten
NB. Als u door de school loopt, ziet u dat er ook regels zijn voor in de klas, gangen, het toilet en op
het schoolplein.
Maatjessysteem
Vanaf het moment dat een leerling bij ons op school komt, krijgt hij/zij iedere drie weken middels
een fotosysteem, een andere leerling als maatje in de klas toegewezen.
Wij zien het maatjessysteem als een onderdeel van de omgang met en de zorg voor elkaar:
 alle leerlingen komen met elkaar in contact en ontdekken nieuwe eigenschappen bij elkaar;
 er wordt gelijkheid gecreëerd en zoveel mogelijk voorkomen dat kinderen zich
buitengesloten voelen;
 de leerlingen leren samenwerken;
 de leerlingen leren voor elkaar te zorgen.
Het maatjessysteem draagt ook bij aan een veilige school met een goed pedagogisch klimaat.
Voorbeelden van wanneer het maatjessysteem wordt toegepast, zijn:
 naast elkaar in de rij lopen t/m groep 4;
 tijdens het zelfstandig werken mogen de maatjes zachtjes met elkaar overleggen.
13
Voor de onderbouw geldt:
 je zorgt voor je maatje en let op hem/haar wanneer deze bijvoorbeeld alleen op het
schoolplein speelt of zich bezeerd heeft;
 je helpt je maatje bijvoorbeeld bij het aantrekken van de jas of het strikken van veters;
 je werkt indien mogelijk, samen met je maatje aan een samenwerkingsopdracht.
Levensbeschouwing en Kinderen en... hun sociale talenten
De methode ‘Hemel en aarde’ bestaat uit levensbeschouwelijke lessen waarin de
wereldgodsdiensten centraal staan en waarin de christelijke visie wordt vergeleken met andere
levensbeschouwingen. Per schooljaar horen hier vijf projecten met uiteenlopende thema’s bij zoals
helden, stilte, vrijheid en licht. Ieder jaar zijn er nieuwe thema’s. In ieder themanummer worden
elementen uit niet christelijke, religieuze tradities aan kinderen gepresenteerd. Er komen verhalen
en gebruiken uit andere tradities aan de orde, islamitisch, boeddhistisch, verhalen uit oude
Griekenland of Aziatische rituelen. De bedoeling hiervan dat het bijdraagt aan de algemene
levensbeschouwelijke ontwikkeling van kinderen. Voor ons samengevat in de woorden; kinderen
opvoeden tot wereldburger.
Met de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’ wordt vanaf groep 1 t/m groep 8 planmatig
gewerkt aan de sociale competenties van leerlingen. Alle bouwstenen waaruit sociaal competent
gedrag is opgebouwd komen aan bod.
De methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’ geeft met name invulling aan de sociale
vaardigheden die ieder kind nodig heeft om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij .
Wij besteden gericht aandacht aan de sociale competenties van de kinderen.
Om zich sociaal competent te kunnen gedragen, hebben de kinderen kennis, vaardigheden en een
juiste houding nodig. Kennis heeft te maken met ‘weten en kennen’. Vaardigheden hebben te
maken met ‘doen en kunnen’ en houding heeft te maken met ‘willen en durven’. Je moet
bijvoorbeeld niet alleen weten wanneer en hoe je ‘sorry’ zegt, maar je moet het willen en durven
zeggen en het vervolgens ook doen.
Sociaal competent gedrag bestaat uit een hele reeks sociaal competente gedragingen. Deze reeks
heeft de methode onderverdeeld in acht categorieën:
- ervaringen delen
- aardig doen
- samen spelen en werken
- een taak uitvoeren
- jezelf presenteren
- een keuze maken- opkomen voor jezelf
- omgaan met ruzie
Het bijzondere is dat de methode verder gaat dan de lessen alleen. De methode besteedt ook zeer
bewust aandacht aan momenten buiten de les. Doel van de methode sociale competentie is namelijk
dat de kinderen datgene wat ze in de lessen leerden, ook gaan toepassen in andere situaties.
We gebruiken ook het leerlingvolgsysteem dat bij deze methode hoort. Twee keer per schooljaar
wordt de sociale competentie van ieder kind door de leerkracht in kaart gebracht. Vanaf groep 6
vullen de kinderen ook zelf de gedragskaart in. Dat zorgt voor nieuwe inzichten voor zowel het kind
als de leerkracht. Op basis van de ingevulde vragenlijsten vindt er met ieder kind vanaf groep 6 een
kindgesprek plaats.
14
4.3. Het leren
4.3.1. Groep 1 en 2
We hebben op onze school gekozen voor een heterogene groep, d.w.z. dat de 4-, 5- en 6- jarigen bij
elkaar in een groep zitten. In groep 1/2 werken wij met thema’s waarbij de kinderen gestimuleerd
worden om actief te leren en met grote betrokkenheid te spelen en te werken. Wij werken met de
methode ‘KLEUTERPLEIN’. Met deze uitdagende en leuke methode ervaren en ontdekken de
kinderen de wereld om zich heen.
Kleuterplein is meer dan alleen taal en rekenen. Ook aan motoriek, wereldoriëntatie, muziek,
voorbereidend schrijven en sociale ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt.
Kleuterplein biedt een doorgaande lijn naar de vakken en methodes van groep 3.
In twee schooljaren komen er 16 aantrekkelijke thema’s aan bod. Enkele voorbeelden: thuis, herfst,
water en gezondheid.
In ons onderwijs richten wij ons bij de kinderen op de volgende ontwikkelingslijnen:
Zelfbeeld
Relatie met volwassenen
Relatie met andere kinderen
Spelontwikkeling
Taakgerichtheid en zelfstandigheid
Grote motoriek
Kleine motoriek
Tekenontwikkeling
Visuele waarneming
Auditieve waarneming
Mondelinge taalontwikkeling
Lichaamsoriëntatie
Ruimtelijke oriëntatie
Tijdsoriëntatie
Ontwikkeling van beginnende geletterdheid
Ontwikkeling van beginnende gecijferdheid
Ontwikkeling van het logisch denken
Iedere dag zijn er kring-, speel/werk- en bewegingsactiviteiten. We beginnen de dag in de kring,
waarin we samen met de kinderen de dag bespreken aan de hand van de dagritmekaarten die aan de
muur hangen. De kinderen kunnen zo zien hoe de dag verloopt. In de kring wordt naar verhalen
geluisterd, voorgelezen, gezongen en worden de komende activiteiten uitgelegd.
Ook starten we wel met speel-werkactiviteiten die van te voren door middel van het ‘arbeid naar
keuze’-bord met de kinderen besproken zijn. Na de kring volgt de speelwerkles. Er worden
keuzemogelijkheden gegeven aan de kinderen en er zijn gerichte opdrachten. Ook is er veel aandacht
voor expressie, drama en bewegingsactiviteiten, waarbij wij intensief de speelzaal gebruiken.
15
4.3.2. De vakken in groep 3 t/m 8
Aanvankelijk lezen met de methode ‘Veilig Leren Lezen’.
Veilig leren lezen is een taal/leesmethode. Dat houdt in dat er voor gekozen is om vanuit een
geïntegreerd onderwijsaanbod zowel de mondelinge als de schriftelijke taalontwikkeling op
systematische wijze te stimuleren.
Veilig Leren Lezen sluit aan op de tussendoelen van de beginnende geletterdheid. Alle aspecten van
de beginnende geletterdheid komen vanaf het begin geïntegreerd aan bod.
De methode werkt met twaalf kernen. De kernen bevatten een ankerverhaal, dat de introductie van
het thema van de betreffende kern is. Aan de taal- en thema activiteiten rondom dit verhaal nemen
alle kinderen deel.
Na de gezamenlijke start krijgen de kinderen aanbod op eigen niveau. De kinderen die al kunnen
lezen worden in de ‘zongroep’ geplaatst. De basisgroep zit in de ‘maangroep’. Kinderen die een
begeleide instructie nodig hebben volgen de ‘steraanpak’. Elke groep heeft zijn specifieke aanpak en
materiaal. De ‘zongroep’ gaat beginnen met andere activiteiten dan de ‘maangroep’. Tijdens de
reflectie krijgen alle leerlingen de kans hun gemaakte producten aan de rest van de groep te laten
zien of voor te lezen.
Het computerprogramma bij Veilig Leren Lezen biedt oefenstof bij alle twaalf kernen en sluit aan bij
de thema’s van de methode. Binnen de geboden context oefenen de leerlingen technisch lezen,
spellen en begrijpend lezen. Ook bij het computerprogramma werken de kinderen met specifieke
opdrachten.
Voortgezet technisch lezen met de methode ‘Estafette’.
Estafette is een methode voor voortgezet technisch lezen voor de groepen 4 t/m 8. In Estafette
wordt de basis van het lezen zoals aangeboden in groep 3 uitgebreid. De kinderen leren complexere
woorden lezen. Bijvoorbeeld woorden gebaseerd op andere talen. Het leestempo gaat omhoog.
Er wordt aandacht geschonken aan nauwkeurig, vlot en op toon lezen. Daarnaast wordt er expliciet
stilgestaan bij leesbegrip en is er bewust tijd voor leespromotie en –motivatie.
Estafette sluit aan op de tussendoelen van de gevorderde geletterdheid zoals geformuleerd door het
Expertise Centrum Nederlands. Ook sluit Estafette aan op Veilig Leren Lezen: De methode voor
aanvankelijk leren lezen die in groep 3 wordt gebruikt.
Tot slot sluit Estafette aan op de ‘nieuwe’ AVI-niveaus: AVI E3 - AVI-plus.
De leesontwikkeling wordt voor alle leerlingen op maat gestimuleerd middels convergente
differentiatie. Er wordt gedifferentieerd binnen de eigen groep. Ieder doorloopt dezelfde stof van
hetzelfde niveau. De differentiatie is terug te zien in het verschil in intensiteit van de begeleiding, de
leertijd en het tempo. Tijdens de reflectie is er tijd voor de leerlingen om te vertellen over wat ze
hebben gelezen, of om zelf voor te lezen.
Goede lezers die het aanbod voor de groep snel doorlopen, richten hun aandacht op zelfgekozen
boeken die ze aan de hand van opdrachten uit de methode doorwerken. In hun boekenkeuze worden
de kinderen qua boekengenre gestuurd.
16
Leuk leren lezen
Er wordt op De Paradijsvogel veel aandacht besteed aan het praten over boeken. Per groep wordt
regelmatig een leeskring georganiseerd zodat alle leerlingen in een schooljaar hebben deelgenomen
aan een leeskring. Door met een aantal leerlingen tegelijk hetzelfde boek te lezen en te bespreken,
ontstaat er een uitwisseling van verschillende ideeën en ervaringen, waardoor enthousiasme kan
worden gedeeld, maar ook onduidelijkheden kunnen worden besproken.
Een volwassen begeleider geeft achtergrondinformatie over de schrijver en het boek en kan de
leerlingen uitdagen na te denken over aspecten die ze aanvankelijk links hadden laten liggen.
Door het ongedwongen, aangename karakter van de leeskringen zijn ze populair bij zowel goede
als slechte lezers.
Met al deze activiteiten wordt bereikt dat de kinderen boeken en teksten kritischer kunnen
beoordelen en meer inzicht krijgen in patronen en verhaallijnen. Dit leidt tot een beter en vlotter
tekstbegrip, wat later op alle denkbare gebieden in het voordeel werkt. Of het nu gaat om het lezen
van een ingewikkelde examenvraag van een technische opleiding, om het lezen van een nieuw
arbeidscontract of om het pure leesgenot van een goed, dik boek.
Begrijpend lezen
Naast technisch lezen wordt ook veel aandacht besteed aan de inhoudelijke kant van een verhaal.
Het is immers belangrijk dat de kinderen niet alleen de tekst kunnen lezen, maar ook weten wat de
schrijver met de tekst bedoelt.
Wij werken met de digitale methode ‘Nieuwsbegrip’.
Nieuwsbegrip is een aanpak waarbij de kinderen teksten lezen over een actueel onderwerp. In de
teksten staan leesbegrip- en woordenschatoefeningen centraal. De actualiteit van de teksten
spreken kinderen erg aan. Dit is mogelijk omdat de teksten iedere week gedownload worden. Er is
een belangrijke rol weggelegd voor de leerkrachten. Door ‘hardop-denkend’ laat de leerkracht zien
hoe hij de tekst aanpakt en welke leesstrategie hij gebruikt om de tekst te doorgronden.
17
Met Nieuwsbegrip oefenen de kinderen de volgende leesstrategieën:
 voorspellen
 ophelderen van onduidelijkheden
 samenvatten
 vragen stellen
 relaties/verwijswoorden
 visualiseren
N.B. Iedere week maakt het NOS Jeugdjournaal een filmpje dat inhoudelijk aansluit op de teksten van
Nieuwsbegrip.
Nederlandse taal
Wij werken op De Paradijsvogel met de methode ‘Taal Actief’. De methode bestaat uit de leerlijnen
taal en spelling . Taal Actief gaat uit van de principes van interactief taalonderwijs. De nadruk ligt op:
leren van en met elkaar. Een belangrijk uitgangspunt is de manier waarop kinderen de taalkennis en
-vaardigheden toepassen in betekenisvolle contexten. Ze verzamelen materialen, plannen zelf hoe ze
bepaalde taalproblemen gaan aanpakken en
oplossen, voeren opdrachten uit en reflecteren
hier vervolgens op. De inzet van de computer in
het leerproces is toegenomen. Voor de
taalvaardige kinderen zijn er extra opdrachten
op internet.
In de leerlijn spelling is het computerprogramma
op een zodanige manier geïntegreerd dat
verschillende groepen spellers op hetzelfde
moment onderwijs kunnen krijgen.
De leerlijn Spelling besteedt aandacht aan de
verdeling van woorden in klanken/klankgroepen,
aan regels, aan inprenting en aan analogieredeneringen ( d.w.z. dat er gebruik gemaakt
wordt van bestaande woorden om nieuwe
woorden te begrijpen).
Schrijven
In groep 1 en 2 wordt gewerkt aan de voorwaarden om goed te leren schrijven, aan de schrijfhouding
en aan de pengreep. Hier zijn wij ook in de volgende groepen natuurlijk nog alert op. In de groepen
3 t/m 5 werken wij alleen met blokletters. Vanaf groep 6 wordt er gewerkt met de ’Gouden
Schrijfregels’. Eén week per schooljaar hebben wij een ‘Handschriftweek’.
Ons schrijfonderwijs heeft als doel dat ieder kind een leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgt.
Rekenen
Vorig schooljaar zijn wij gestart met de nieuwste methode ‘Wereld in Getallen 4’. In de rekenles leren
we de kinderen, naast het cijferen, praktische problemen uit het dagelijkse leven op te lossen. In het
rekenonderwijs veel aandacht geschonken aan het verkrijgen van inzicht en oefenen van hun
vaardigheden. De lesstof wordt in duidelijke, kleine stapjes aangeboden en regelmatig herhaald.
Tijdens de instructie is er veel interactie door uitwisseling van ideeën en oplossingsstrategieën.
Voor de rekenzwakke kinderen geeft de methode één duidelijke oplossingsstrategie.
18
Er wordt met ‘Wereld in getallen’ in 3 niveaus gewerkt. Deze niveaus worden met sterretjes
aangeduid, te weten ster 1: minimum, ster 2: basis en ster 3: plus.
Na ieder blok volgt een toets en afhankelijk van de resultaten werkt een kind aan remediërende,
herhalings-, of verrijkingsstof.
In groep 3 kent het rekenonderwijs een korte voorbereidingsperiode van rekenbegrippen. Daarna
wordt sterk de nadruk gelegd op het getalbegrip: optellen en aftrekken t/m 10. Vooral het splitsen
van de getallen onder de 10 (de basis voor alle rekenonderdelen) krijgt grote aandacht. Dit splitsen
gaat op allerlei manieren, onder andere met het rekenrek en blokjes.
In groep 4 gaan we cijferend verder met optellen en aftrekken t/m 20 en worden de tafels van
1 t/m 10 aangeleerd.
In groep 5 worden de hoofdbewerkingen van rekenen uitgebreid tot 1000 en wordt er gestart met
het delen. Uiteraard wordt het automatiseren van de tafels niet vergeten.
In groep 6, 7 en 8 wordt het cijferend rekenen uitgebreid met o.a. breuken, staartdelingen,
procenten en wordt er aandacht besteed aan vraagstukjes (de projecttaken) en hoofdrekenen.
Elke rekenles start met automatiseringsoefeningen om de basale vaardigheden (optellen/aftrekken/
tafels e.d.) te oefenen. Het geeft kinderen meer vertrouwen en motivatie in het eigen kunnen wat
betreft rekenen. Voor de automatisering gebruiken wij ook de rekenkisten en activiteiten van de
methode ‘Met sprongen vooruit’.
De leerkrachten maken bij hun instructie gebruik van de digibordsoftware van de methode. De les
die in het boek staat, wordt ook op het digibord geprojecteerd.
Daarnaast kan de leerkracht gebruikmaken van de hulpmiddelen die nodig zijn om de les optimaal te
geven. Te denken valt: rekenrek, digitale klokjes, het flitsen van tafels, timers e.d.
Geschiedenis
Wij werken met de methode ‘Wijzer door de tijd’. Via boeiende teksten en levendige illustraties
krijgen de kinderen inzicht in de geschiedenis van Nederland en de wereld. Ze leren met historische
informatie om te gaan. In januari 2015 komt de nieuwste versie van ‘Wijzer door de tijd’ uit. De
werkgroep ‘Geschiedenis’ bestudeert in janauari de nieuwe methode om te kijken of deze geschikt is
voor onze school.
In groep 5 gaan de kinderen steeds verder terug in de tijd (historisch tijdsbesef). Zo leren ze dat er
een ‘vroeger’ was en dat het toen anders was dan nu.
In groep 6 komen prehistorie, Romeinse tijd en middeleeuwen aan de orde.
In groep 7 staat de periode 1500 – 1800 centraal met volop aandacht voor de Tachtigjarige Oorlog,
de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de Gouden Eeuw. De contacten met ander
beschavingen komen uitgebreid aan de orde.
In groep 8 worden de 19e en 20e eeuw behandeld en met name de ontwikkelingen die hebben geleid
tot onze democratische welvaartstaat. De Wereldoorlogen en de periode na 1945 krijgen ruime
aandacht.
19
De methode is opgebouwd uit blokken van drie lessen waarin een thema wordt aangeboden en
afgerond met in de vierde les een toetsles. De leerkrachtgebonden lessen worden afgewisseld met
zelfstandig-werk-lessen. Naast de basisstof biedt de methode herhaling en verdieping.
Aardrijkskunde
Voor de aardrijkskundelessen werken wij met de methode ‘Hier en daar’ Aardrijkskunde is voor
leerlingen van groep 5 een nieuw vak, maar in groep 3 en 4 is dit vak al geïntegreerd in het vak
‘wereldoriëntatie’.
De leerstof is thematisch opgebouwd. De acht hoofdthema’s van de methode keren ieder leerjaar
terug en krijgen daarbij steeds een andere invulling. Er zijn vier soorten lessen, te weten
introductieles, topografieles, kennisles en een toepassingsles
In groep 3, 4 en 5 staat de eigen omgeving centraal. In groep 6 komen Nederland en Europa aan bod.
In groep 7 ligt het accent op Europa en de wereld en in groep 8 gaan we dieper in op de wereld én
Nederland.
De volgende thema’s komen in alle groepen aan bod: De kaart, wonen, water, landschap, werken,
cultuur, natuur en verkeer. Thema’s die in de methode voor alle groepen aan bod komen zijn:
De kaart, wonen, water, landschap, werken, cultuur, natuur en verkeer.
Natuur en techniek
Wij werken met de methode ‘Wijzer door natuur en techniek’. In deze methode is er aandacht voor
de levende en de niet-levende natuur en de toepassing daarvan met techniek. De leerstof bestaat
voor een groot deel uit oriëntatiekennis: een begrippenkader waardoor de leerling biologische,
natuurkundige en technische verschijnselen kan plaatsen en begrijpen. De eigen leefomgeving is
hierbij het vertrekpunt, natuur en techniek in Europa en de wereld krijgen ook aandacht.
Er is zo’n 25 % van de lestijd beschikbaar om in te spelen op verschillen in tempo, interesse en
mogelijkheden. Deze methode biedt volop herhalings- en verrijkingsopdrachten en de extra
opdrachten zijn speels en creatief van aard.
Verkeer
In groep 1 t/m 3 werken wij met het verkeereducatiepakket ‘Rondje verkeer’.
De activiteiten zijn gerangschikt rond zeven thema’s: Lopen, spelen, oversteken, fietsen, weer en
verkeer, meerijden en tekens.
Vanaf groep 4 werken we met materiaal van ‘3VO’ voor Veilig Verkeer. Voor de leerlingen van groep
5 en 6 is dit ‘Op voeten en fietsen’ en voor groep 7 is dit de ‘Jeugdverkeerskrant’. In groep 8 is er aan
aanbod met als thema: ‘Van en veilig naar het Voortgezet Onderwijs’.
20
N.B. In groep 7 doen de kinderen mee aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen.
Engels
De tendens is om op steeds jongere leeftijd Engelse lessen aan te bieden, wanneer de kinderen nog
niet gehinderd worden door een vast taalpatroon. De kinderen nemen de ‘vreemde’ zinspatronen
makkelijker over omdat ze nog niet belemmerd worden door grammaticale regels van de eigen taal.
In de onderbouw (groep 1 t/m 4) beginnen we met Engels op een speelse, ongedwongen manier,
d.m.v. filmpjes, prentenboekjes, verhaaltjes en liedjes.
Vanaf groep 5 wordt Engels gegeven met de methode ‘Take it Easy’. Een ‘native speaking’ digitale
leerkracht geeft de les vanaf het digitale schoolbord. Via filmpjes en muziekclips komen de leerlingen
in aanraking met spannende, grappige of gevoelige ‘real life’ situaties waarin de voertaal altijd Engels
is. Doordat de kinderen de digitale juf of meester zien, kunnen zij ook leren van mimiek, liplezen en
gebaren. We starten in groep 5 met één uur in de twee weken, oplopend naar één uur per week
voor groep 8. De kinderen van groep 7 en groep 8 krijgen bladen mee naar huis om te leren.
Expressievakken
In groep 1 t/m 8 werken we vanuit de methode ‘Moet je doen’, met de map ‘Kunst en Cultuur’.
Hierin komen de volgende disciplines aan bod: dans, drama, literatuur, audiovisuele vormgeving en
cultureel erfgoed.
Beeldende vorming
Het (leren) verbeelden is het hart van de methode. De kinderen leren eigen antwoorden te geven en
eigen oplossingen te ontdekken. Kunstwerken bieden de context waarbinnen de kinderen op zoek
gaan naar hun eigen oplossing. Van groep 1 t/m 8 passeren 300 kunstwerken de revue. In de
methode is het begrip kunst ruim genomen. Alles dat door mensenhanden is vormgegeven kan
uitgangspunt zijn van de les. Dus wereldberoemde werken naast werk van volkomen onbekende
kunstenaars. De verhalen bij de kunstwerken zijn geschreven in een taal die maakt dat kinderen zelf
de vertaalslag gaan maken naar hun eigen leefwereld. Kunstwerken waarin kinderen zich herkennen
vormen het uitgangspunt van de lessen.
Muziek
Wij werken in alle groepen vanuit de methode ‘Moet je doen’ met de map ‘Muziek’. Deze methode
richt zich op de domeinen die voor de basisschool relevant zijn; zingen, luisteren, muziek maken,
vastleggen en bewegen.
Bij de activiteit ‘zingen’ ontwikkelen de kinderen hun muzikaliteit door het zingen van een gevarieerd
repertoire: Oude en nieuwe liedjes, liedjes uit westerse en uit niet-westerse culturen en liederen
over verschillende onderwerpen. Ze leren met aandacht voor goed stemgebruik en op de juiste
toonhoogte te zingen. Daarbij houden ze op expressieve wijze rekening met de betekenis van het
lied.
Bij ‘luisteren’ maken de kinderen kennis met verschillende vormen van het muzikaal erfgoed en met
muziek uit andere culturen. Door te luisteren naar muziekfragmenten leren de kinderen stap voor
stap de verschillen in muziekfragmenten te horen, herkennen en benoemen.
21
Bij ‘spelen’ staat zelf doen centraal. De kinderen spelen op instrumenten en maken muziek met
lichaamsgeluiden en omgevingsgeluiden. Ze spelen eenvoudige ritmen, melodieën en samenklanken
en ontwerpen hun eigen klankstukjes.
Bij ‘vastleggen’ leren de kinderen op eenvoudige wijze de klank, vorm en de betekenis van muziek te
noteren.
Bij ‘bewegen’ lopen of dansen de kinderen op de maat. Ze reageren op maatverschillen en op
klanken en bewegen mee met het zingen van liedjes.
Bewegingsonderwijs
In de gymnastiekles worden diverse sporten verkend en besteedt de leerkracht aandacht aan de
mogelijkheden van buitenspelactiviteiten. Daardoor zullen de kinderen over meer
spelmogelijkheden beschikken en wint het bewegen aan kwaliteit.
Bewegen is van grote betekenis voor de totale ontwikkeling van het kind in motorisch, sociaal,
emotioneel en cognitief opzicht. Bewegen is ook van essentieel belang voor een goede gezondheid.
Door het onderwijs in bewegen leren kinderen hun bewegingsmogelijkheden te ontdekken. De
basisschoolperiode is daarom een “gouden leerperiode” in het ontwikkelen van motorische
vaardigheden.
Bewegingsonderwijs moet passen bij elk kind en tegemoet komen aan de natuurlijke bewegings- en
exploitatiedrang van het kind. Daarnaast is het belangrijk dat het aansluit bij de kinderlijke
belevingswereld.
We willen benadrukken dat bewegingsonderwijs rekening moet houden met de mogelijkheden van
elk kind. Het is van belang een pedagogisch klimaat te creëren waarin het kind zich veilig voelt en het
plezier in bewegen behouden blijft. Wij rekenen ons rijk met een vakdocent gymnastiek
voor twee dagen in de week. Alle kinderen van
groep 3 t/m 8 krijgen twee keer in de week les
van onze vakdocent.
22
Actief Burgerschap
De school heeft een rol in het bevorderen van het actief burgerschap en de sociale integratie van
leerlingen.
Wat wordt onder actief burgerschap en sociale integratie verstaan?
De school heeft als taak de volgende aspecten van actief burgerschap en sociale integratie aan bod te
laten komen:
 Hoofdzaken kennen van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger
daarin;
 Je leren gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen;
 Hoofdzaken kennen over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele
samenleving een belangrijke rol spelen;
 Respectvol om leren gaan met verschillen in opvattingen van mensen;
 Zorg leren dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van jezelf en anderen;
 Jezelf redzaam leren gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.
 Met zorg om kunnen gaan met het milieu.
Hoe aan deze onderwerpen op school vorm wordt gegeven staat als apart onderdeel beschreven in
ons beleidsstuk Actief Burgerschap.
Leerlingenraad
Daarnaast laten we in het kader van actief burgerschap leerlingen kennis maken op welke manier je
actief mee kunt denken en verantwoordelijk kunt zijn voor wat er op school gebeurt.
De groepen 6 t/m 8 kiezen elk jaar de leden voor de leerlingenraad. Kinderen uit groep 6, 7 en 8
kunnen zich verkiesbaar stellen en uit elke groep nemen een jongen en een meisje uiteindelijk plaats
in de leerlingenraad. De verkiezingen gaan gepaard met een introductie door een raadslid van de
gemeente Bloemendaal, waarna de leerlingen die zich verkiesbaar willen stellen een eigen
partijprogramma opstellen. De verkiezingen vinden zo realistisch mogelijk plaats, met stembiljetten
en een officiële installatie van de leerling in de leerlingenraad. De directeur van onze school leidt de
vergaderingen van de leerlingenraad. Onderwerpen die zoal kunnen komen zijn: Het maken en
beheren van een ideeënbus, het spelen en de materialen op de speelplaats, aanschaf
speelleermateriaal in de groepen en andere schoolzaken.
23
Huiswerk
Huiswerk moet zinvol zijn. Onderzoek wijst uit dat het nabespreken van het opgegeven huiswerk
door de leerkracht van essentieel belang is. Zonder feedback heeft huiswerk geven geen
meerwaarde. Leerlingen moeten weten wat het doel van huiswerk is en wat van ze verwacht wordt.
Huiswerk helpt leerlingen om behandelde leerstof beter te begrijpen en vaardigheden beter onder
de knie te krijgen door thuis nogmaals te oefenen, te herhalen en toe te passen.
Daarnaast helpt het als voorbereiding op het voortgezet onderwijs.
Huiswerk voor jonge kinderen moet bijdragen aan de ontwikkeling van goede studiegewoonten, een
positieve houding t.a.v. de school en leerlingen het idee geven dat leren niet alleen op school maar
ook thuis gebeurt. Kinderen moeten leren plannen, leren omgaan met een agenda, afspraken
nakomen en weten hoe en wanneer je het beste thuis kunt leren.
Het huiswerk heeft bij ons een opbouw vanaf groep 4. Elk jaar komt er meer huiswerk bij.
 Groep 4: spellingsopdrachten en tafelsommen;
 Groep 5: toets geschiedenis voorbereiden, tafels oefenen, spellingsopdrachten, spreekbeurt
en boekbespreking;
 Groep 6: toets aardrijkskunde, natuur en geschiedenis voorbereiden, spellingsopdrachten,
tafels oefenen , topografie, spreekbeurt en boekbespreking;
 Groep 7: toets aardrijkskunde, natuur en geschiedenis voorbereiden, spellingsopdrachten,
om de week taal- of rekenhuiswerk , topografie, werkstuk, Engels, spreekbeurt en
boekbespreking;
 Groep 8: toets aardrijkskunde, natuur en geschiedenis voorbereiden, spellingsopdrachten,
elke week taal- of rekenhuiswerk , topografie, werkstuk, Engels, spreekbeurt en
boekbespreking;
Vanaf groep 6 moet de agenda, huiswerkmap en tas dagelijks mee naar school genomen worden.
Om uw kind optimaal te kunnen helpen, is het aan te raden de agenda van uw kind elke week te
controleren. De leerkrachten streven ernaar om na het weekend of na een feestdag geen toets te
plannen.
Huiswerktips
Om het huiswerk goed te kunnen maken heeft uw kind nodig:
 Een rustige, liefst vaste, plek waar het huiswerk gemaakt kan worden.
 Aanmoedigen en motiveren is prima, maar het is geen goed idee om samen met uw kind het
huiswerk te maken. De bedoeling van huiswerk is dat kinderen oefenen wat op school is
behandeld en dit leren toepassen. Als uw kind niet in staat is om zelf het huiswerk te maken,
neem dan contact met de leerkracht op.
 Vraag uw kind bij het oefenen van een vaardigheid aan te geven welke stappen hij/zij
eenvoudig vindt en welke moeilijk. Neem ook contact op als uw kind regelmatig niet kan
vertellen over de kennis die hij/zij oefent of toepast.
24
5. DE ZORG VOOR KINDEREN
5.1. Zelfstandig werken
In alle groepen wordt een beroep gedaan op de zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en het kunnen
samenwerken. De kinderen leren met het ‘zelfstandig werken’ om zelf problemen op te lossen. Zij
creëren vertrouwen in hun eigen kunnen. De leerkracht is er om dit op een veilige manier aan te
bieden.
Wanneer kinderen goed zelfstandig aan het werk kunnen gaan en elkaar kunnen helpen, kan de
leerkracht kinderen die extra aandacht nodig hebben, instrueren.
De bestaande schoollijn hebben we dit jaar verder aangescherpt en inmiddels aangevuld met dag- of
weektaken. Niet ieder kind kan een taak goed zelfstandig uitvoeren. Daar is oefening en begeleiding
voor nodig. Deze kinderen krijgen extra ondersteuning van de leerkracht.
In de groepen 3 t/m 8 worden houten blokjes gebruikt, waarmee de kinderen kunnen aangeven of ze
wel of niet hulp nodig hebben en of ze wel of niet gestoord willen worden tijdens hun werk.
De kinderen kunnen binnen de gestelde grenzen:
- zelfstandig naslagwerken gebruiken;
- zelf hun materialen halen en brengen;
- zelf beslissen of ze willen samenwerken of niet;
- zelf bepalen wie of wat zij nodig hebben bij hun werk d.m.v. het gebruik van blokjes;
- zelf oplossingen bedenken bij het werken.
Het zelfstandig werken bestaat uit:
- het leren onafhankelijk te zijn;
- werken met een dag- en/of weektaak in alle groepen, aangepast aan leeftijds- en
vaardigheidsniveau;
- eigen werk leren plannen;
- het leren omgaan met "uitgestelde aandacht" (= wachten tot de leerkracht tijd voor je heeft);
- leren omgaan met de regels die bij zelfstandig werken gelden.
5.2. Het volgen van de ontwikkeling van het kind in onze school: Leerlingvolgsystemen
De kwaliteit van het onderwijs en de vorderingen van de leerlingen op onze school houden we
nauwlettend in de gaten.
Wij volgen de kleuters aan de hand van het KIJK-observatiesysteem. Op vaste momenten, gekoppeld
aan de leeftijd van het kind, wordt de observatielijst door de groepsleerkracht ingevuld.
De bevindingen worden met de ouders in de 10 minuten gesprekken besproken.
In groep 2 nemen we twee Cito-toetsen af op het gebied van taal en rekenen.
Voor de leerlingen van groep 3 t/m 8 gebruiken we, naast de toetsen die de verschillende methodes
aangeven, een leerlingvolgsysteem met daarin een aantal 'landelijke' Cito-toetsen voor technisch
lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Wij nemen in groep 8 de Eindtoets af.
Naast de al in gebruik zijnde toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem, maken we bij individuele
kinderen gebruik van CITO- toetsen voor speciale leerlingen. De lay-out en opbouw sluiten beter aan
bij de individuele behoeften van sommige kinderen.
Om de kinderen ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling goed te kunnen begeleiden en te volgen
gebruiken wij de Sociale Competentie Lijst (SCOL). Dit is een gedragsobservatielijst die de sociale
competentie van leerlingen in kaart brengt. Zie ook het kopje: ‘Kinderen en hun sociale talenten’.
25
Na elke toetsperiode vinden gesprekken plaats tussen de groepsleerkracht en de intern begeleider.
Toetsresultaten worden doorgenomen en indien nodig worden afspraken gemaakt om kinderen
verder te begeleiden. De intern begeleider en de groepsleerkracht kunnen een beroep doen op
externe deskundigen, zoals de CIB-er (ambulant begeleider vanuit Passend Onderwijs), de
medewerkers van Onderwijs Advies en/of het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).
5.3. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften (zorgverbreding)
Zorgverbreding betekent ieder kind zo goed mogelijk begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Om dit
te bereiken werken wij op school met een zorgstructuur. In een schooljaar zijn er drie
groepsbesprekingen met de intern begeleider en de groepsleerkracht.
In deze besprekingen worden de kinderen met problemen met de leerstof besproken en/of kinderen
die meer leerstof aan kunnen dan geboden wordt. De intern begeleider maakt samen met de
leerkracht een groepsplan voor de komende periode.
Indien een leerkracht uitgebreid over de ontwikkeling van een kind wil praten wordt er een aparte
leerlingbespreking gepland.
In het groepsplan wordt per vakgebied omschreven op welke wijze er wordt gedifferentieerd (in
niveaugroepen) en welke ambities er voor de komende periode worden gesteld.
Twee keer per jaar is er ook een bespreking over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de
kinderen. Aan het eind van het schooljaar vinden er overdrachtsgesprekken plaats, zodat de nieuwe
leerkracht van de groep de zorg snel op kan pakken. De ouders worden van alle acties rondom hun
kind op de hoogte gebracht. De plannen en evaluaties worden met de ouders besproken.
5.4. Begeleiding meer begaafde leerlingen
Ook leerlingen die extra goed kunnen leren, krijgen speciale aandacht op de De Paradijsvogel.
Door het hele jaar heen worden er plannen geschreven en of aangepast.
Binnen de methodes wordt verdiepingsstof aangeboden die deze leerlingen kunnen maken.
Daarnaast is het mogelijk om m.b.v. het compacten van de leerstof een individuele leerlijn te volgen,
aangevuld met speciale leerstof die aansluit op hun belangstelling en vaardigheden en waaraan ze
zelfstandig mogen werken. Ook binnen de instructie wordt er rekening gehouden met de
verschillende niveaugroepen. In uitzonderlijke gevallen stromen leerlingen versneld door.
5.5. Begeleiding leerlingen met dyslexie
Voor kinderen met dyslexie hebben we naast het computerprogramma Kurzweil, het
spellingprogramma Woordenhaai op de computer staan. Hierbij wordt spelling getraind d.m.v. geluid
(het woord wordt uitgesproken), beeld (plaatje) en tekst. Deze combinatie is kinderen met dyslexie
belangrijk om zo goed mogelijk te leren spellen. Op stichtingsniveau wordt er scholing gegeven aan
leerkrachten en kinderen die in aanmerking komen voor Kurzweil.
26
Op onze school hoeven kinderen geen verklaring te hebben om in aanmerking te komen voor
eventuele aanpassingen. Samen met het kind is het een zoektocht om te kijken wat het kind prettig
vindt en wat werkt. Met de kinderen wordt er een plan van aanpak opgesteld. Wanneer er een
dyslexieverklaring ligt, wordt dit plan van aanpak omgezet in een dyslexiekaart. Alle aanpassingen, bij
zowel het plan van aanpak als bij de dyslexiekaart, worden regelmatig bijgesteld. Dit in overleg met
de kinderen zelf.
5.6. Begeleiding zieke kinderen
Indien een leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders bekijken
hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we
gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen.
Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed
onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact
blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht.
Voor verantwoording naar de onderwijsinspectie en het College van Bestuur is een bij ernstig zieke
kinderen, waarbij langdurige afwezigheid speelt, een doktersverklaring nodig.
Meer informatie over begeleiding van langdurig zieke kinderen kunt u vinden op de website van
Ziezon, het landelijk netwerk ziek zijn & onderwijs, www.ziezon.nl
5.7. Passend Onderwijs
De Paradijsvogel is aangesloten bij het Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland. In samenwerking
met bestuurders, directeuren, intern begeleiders en leerkrachten hebben zij een beleidsplan
geschreven, te weten: ‘Samen in de klas’.
De volgende vijf beleidsdoelen worden in dit plan beschreven.: Passend onderwijs,
kennisuitwisseling, onderwijs en zorg, in- en uitstroom van het basisonderwijs en ouders als partner.
Passend Onderwijs
Vanaf 1 augustus 2014 moet elk bestuur Passend Onderwijs bieden. Dit betekent dat de school
verplicht is om onderwijs te geven dat zo goed mogelijk aansluit bij de mogelijkheden van de leerling.
Dit lukt steeds beter. Vooral als we er met z'n allen op tijd bij zijn om kinderen een optimale
leeromgeving te geven. Het is belangrijk dat het kind centraal blijft staan.
Binnen het samenwerkingsverband is iedere school verplicht om een onderwijsprofiel te beschrijven
voor Passend Onderwijs. De Paradijsvogel heeft het onderwijsprofiel beschreven en elk jaar worden
geupdatet.
Het zorgplan van het samenwerkingsverband heeft een termijn van vier jaar. Het zorgplan van De
Paradijsvogel is afgestemd op het plan van het samenwerkingsverband en wordt voortdurend door
de nieuwe ontwikkelingen geüpdatet.
5.7.1.Passend Onderwijs en ouders
Het Samenwerkingsverband heeft een onderwijsloket voor ouders ingericht. Ouders hebben een
duidelijke besluitvormende rol in het onderwijstraject van hun eigen kind. Zij hebben echter niet het
overzicht over al hun mogelijkheden en de daarbij horende rechten en plichten. De ouderconsulent
van het Samenwerkingsverband zorgt dat ouders versterkt worden in hun rol als gelijkwaardige
partner.
Het is duidelijk dat vanuit het onderwijs niet alleen meer gekeken kan worden vanuit het perspectief
van het leren, maar dat ook aspecten rond opvoeding en zorg een onderdeel van de taken van het
onderwijs zijn geworden. Het is belangrijk dat problemen bij een leerling tijdig gesignaleerd worden.
27
Het organiseren van onderwijs en zorg is in twee onderdelen verdeeld.
 Het centrum voor jeugd en gezin:
Het CJG is een samenwerkingsverband van bestaande organisaties binnen de jeugdgezondheidszorg,
jeugdhulpverlening en welzijn. Door nauw samen te werken kunnen vragen van ouders over het
opgroeien en de opvoeding van hun kind beter worden beantwoord, Het CJG heeft een
coördinerende taak bij het bieden van professionele hulp en advies bij opvoed- en opgroeikwesties,
waardoor een effectieve aanpak snel voorhanden is.
In Bloemendaal heeft de opvoedpoli een belangrijke coördinerende rol.
 Het zorgadviesteam:
Het zorgadviesteam in het onderwijs is een multidisciplinair team, waarin professionals uit het
onderwijs en de zorg structureel samenwerken om leerlingen met (vermoedens) van sociaalemotionele, gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen en de gezinnen waaruit zij afkomstig zijn,
vroegtijdig, efficiënt en effectief te ondersteunen.
5.8. Leerlinggebonden financiering
Vanaf 1 augustus 2014 wijzigt de financiering als het gaat om rugzakbegeleiding.
Met de komst van passend onderwijs vervalt de landelijke indicatiestelling voor leerlinggebonden
financiering (LGF). Hierdoor verandert de geldigheid van de huidige indicaties. Op de beschikking van
de Commissie van Indicatiestelling (CvI) staat tot wanneer de indicatie geldig is.
Het samenwerkingsverband krijgt vanaf 1 augustus 2014 het geld van het Rugzakje dat nu naar de
reguliere scholen gaat. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de
bekostiging van extra ondersteuning op de reguliere scholen. De Paradijsvogel heeft ervaring met het
begeleiden van rugzakleerlingen.
5.9. De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs
Aan het eind van groep 8 gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Dat is een belangrijke
stap. Wij helpen ouders en kinderen bij het maken van deze keuze. De advisering is gebaseerd op de
uitslag van de NIO (intelligentietest) en het CITO leerlingvolgsysteem van groep 1 t/m 8.
Op 21, 22 en 23 april 2015 doen we mee aan de CITO eindtoets.
In september en november bespreekt de leerkracht van groep 8 het voorlopige schoolkeuzeadvies
met de ouders. In januari en februari kunnen de kinderen met hun ouders naar de open dagen van
het voortgezet onderwijs.
In maart vindt de derde gespreksronde plaats met het kind erbij. In dit gesprek wordt het definitieve
advies gegeven en het aanmeldingsformulier met de ouders besproken en ter ondertekening aan de
ouders overhandigd.
5.10. GGD Zuid Kennemerland
Zodra uw kind 4 jaar wordt en naar de basisschool gaat, komt de begeleiding van de gezondheid van
uw kind in handen van GGD Zuid-Kennemerland, afdeling Jeugdgezondheidszorg. U komt dan met uw
kind bij de schoolarts en de doktersassistente of de schoolverpleegkundige.
Het preventief gezondheidsonderzoek (PGO) door arts en/of doktersassistente wordt verricht bij
kinderen van groep 2. De ouders en de leerkrachten vullen voor de screening een vragenlijst in. Het
onderzoek duurt circa 40 minuten. Tijdens het onderzoek praten schoolarts en/of assistente met u
en met uw kind. Uw kind wordt lichamelijk onderzocht. Er wordt o.a. op het gezichtsvermogen, het
gehoor, de groei, de lichamelijke ontwikkeling, de houding, de beweging en de spraak gelet.
De schoolarts/assistente bekijkt of uw kind gezond is, of het zich goed ontwikkelt en of het zich
prettig voelt. Natuurlijk kunt u bij de schoolarts en verpleegkundige ook uw vragen kwijt m.b.t. groei,
ontwikkeling en opvoeding van uw kind. Zij zullen te allen tijde proberen u een goed advies te geven.
28
Bijzonderheden die tijdens het onderzoek naar voren komen, kunnen belangrijk zijn voor de school.
Met uw toestemming worden deze bijzonderheden met de leerkracht besproken.
Leerlingen in groep 7 worden door de verpleegkundige onderzocht op lengte en gewicht.
5.11. Logopedie
Twee maal per jaar bezoekt de logopediste de basisschool voor screening en, indien nodig, nader
onderzoek. Gezien worden:
 5 jarigen;
 nieuwe leerlingen, die na deze screening op school komen;
 kinderen waarbij eerder een controle is afgesproken;
 kinderen op verzoek van ouders, leerkrachten, schoolarts of schoolverpleegkundige; hierbij
specifieke aandacht voor groep 7.
Mocht u bezwaar hebben tegen de screening, dan kunt u dit aan de leerkracht kenbaar maken.
Als blijkt dat er problemen zijn op het gebied van spraak, taal, stem en/of gehoor volgt advies,
controle of een verwijzing naar een vrij gevestigde logopediste.
U kunt, wanneer u twijfels heeft over het spreken van uw kind of meer informatie wenst over
logopedie, de logopedisten bereiken tijdens het logopedisch spreekuur, donderdag van 15.30 - 16.30
uur, tel. 023-5225651 (m.u.v. schoolvakanties). Buiten deze tijd kunt u een bericht aan de
receptionist doorgeven. Ook is het mogelijk een bericht via de mail achter te laten:
[email protected]
Schoollogopediste: Nienke Happee
29
6. DE PARADIJSVOGEL en OUDERS
6.1. Informatievoorziening
Wij vinden het fijn dat ouders op veel gebieden en op verschillende manieren betrokken zijn bij de
school. Een goed contact met ouders op basis van vertrouwen en wederzijds respect vinden wij heel
belangrijk. Wij zien dit als een voorwaarde om gezamenlijk het kind zo goed mogelijk te volgen en te
begeleiden. Ook doen we regelmatig een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te
nemen en op school te helpen. Dit gebeurt op verschillende manieren:
Schriftelijk
De informatiegids krijgt uw kind mee aan het begin van het schooljaar. In deze vindt u de evaluatie
van het onderwijs van het afgelopen jaar, nieuwe plannen voor het komend schooljaar,
activiteitenkalender en actuele informatie.
De schoolgids kunt u downloaden van onze website.
De nieuwsbrief verschijnt elke maand. Via deze brief wordt u op de hoogte gehouden van de laatste
nieuwtjes, wetenswaardigheden en belangrijke data van activiteiten in de groep.
Brieven worden u digitaal toegezonden.
Ouders krijgen een boekje met informatie over hoe de Tussen Schoolse Opvang is geregeld.
Drie keer per jaar krijgen de kinderen van groep 3 t/m 8 een rapport waarin de vorderingen staan
beschreven. De kleuterouders krijgen twee keer per jaar een schriftelijk verslag.
Contactmomenten
Informatieavond:
Aan het begin van het schooljaar is er voor iedere groep een informatieavond. Op deze avond
vertellen de leerkrachten wat er komend schooljaar behandeld zal worden.
Tien-minutengesprekken:
Twee keer per jaar ontvangt u een uitnodiging voor een kort gesprek met de leerkracht van uw kind.
Adviesgesprekken groep 8:
In september en november wordt u uitgenodigd voor een voorlopig adviesgesprek met de leerkracht
van uw kind. Het derde gesprek is samen met u en uw kind en wordt het definitieve advies gegeven.
De gesprekken duren 15 minuten.
Contacten voor en na schooltijd:
Naast de hierboven beschreven momenten, is het ook mogelijk om tussentijds te overleggen met de
leerkrachten en/of de directeur.
Informatie voor gescheiden ouders
De school informeert u als ouders graag over de prestaties en het welbevinden van uw kind.
Ons uitgangspunt is dat het belang van uw kind voorop moet staan en dat dit belang er in het
algemeen het meest mee is gediend als beide ouders goed op de hoogte zijn van wat er op school
gebeurt. Iedere ouder heeft recht geïnformeerd over de ontwikkelingen van het kind door school,
mits hij/zij niet uit de ouderlijke macht is gezet.
Wat kunt u van ons verwachten?
Wij vinden het belangrijk dat beide ouders op de hoogte zijn en blijven van de leerprestaties van uw
kind. Beide ouders kunnen informatie over de dagelijkse gang van zaken van de school vinden op de
website en in de nieuwsbrief van de school.
U wordt twee keer per jaar uitgenodigd voor een 10 minutengesprek over de ontwikkelingen van uw
kind. Wij gaan ervan uit dat u met uw ex-partner overlegt wie aan het 10-minutengesprek deelneemt
(u allebei of een van u beide).
30
Wat verwacht de school van u?
Wij gaan ervan uit dat u als ouders ook zelf verantwoordelijkheid neemt om in overleg met ons en als
het even kan ook onderling tot goede afspraken te komen over contact met school en de
informatievoorziening.
NB. Soms is maatwerk nodig om tot goede werkbare afspraken te komen over hoe wij u het best
kunnen informeren. Maar we zullen altijd proberen om in het belang van uw kind tot werkbare
oplossingen te komen. Het spreekt vanzelf dat ook uw inzet en begrip hierin van groot belang
zijn!
6.2. Inspraak
6.2.1. De Ouderraad
De doelstelling van de ouderraad is het bevorderen van de samenwerking tussen de ouders, de
directie en het team van de school en het behartigen van de overige belangen van de ouders.
De ouderraad (OR) is de naam van het bestuur van de vereniging. Deze bestaat uit tenminste 5 en
ten hoogste 11 leden. Een lid van de ouderraad heeft zitting voor een periode van 3 jaar en kan zich
daarna herkiesbaar stellen. Verkiezing van leden voor de ouderraad vindt plaats op de algemene
ledenvergadering, die jaarlijks, meestal in oktober, wordt gehouden. De jaarvergadering is
toegankelijk voor alle ouders. Alle ouders zijn immers automatisch lid van de oudervereniging. Indien
er voor de ouderraad nieuwe leden nodig zijn, zal er ruim voor de jaarvergadering een oproep
worden gedaan aan alle ouders, zodat zij zich aan kunnen melden als kandidaat.
De ouderraad houdt zich voornamelijk bezig met het organiseren van activiteiten die buiten het
lesrooster vallen, zoals de Sinterklaas- en Kerstviering, het Paasontbijt, de sportdagen en de andere
schoolactiviteiten. Tevens organiseert zij samen met het team het jaarlijkse schoolreisje.
Bij voldoende animo worden er ook informatieavonden georganiseerd.
De ouderraad vergadert regelmatig gedurende het schooljaar. Bij deze vergaderingen is één teamlid
aanwezig. De ouderraad staat altijd open voor uw reacties en suggesties.
Ouderbijdrage
De ouderraad en het schoolteam organiseren elk jaar allerlei activiteiten voor de kinderen. Voor deze
activiteiten ontvangen de school en de ouderraad geen subsidie van het ministerie. Vandaar dat wij
een vrijwillige ouderbijdrage vragen, waaruit deze belangrijke extra activiteiten worden bekostigd.
De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage is € 55,- per kind per schooljaar.Op de jaarvergadering van
de ouderraad krijgt u een begroting aangeboden, waarin de verschillende activiteiten en kosten
staan vermeld en het bedrag voor het volgende schooljaar wordt vastgesteld.
Meldt u uw kind halverwege een schooljaar aan, dan zullen activiteiten die reeds hebben plaats
gehad niet in rekening worden gebracht. De vrijwillige ouderbijdrage wordt in de jaarvergadering
vastgesteld en in de nieuwsbrief gepubliceerd.
31
6.2.2. De Medezeggenschapsraad
Alle ouders zijn nauw betrokken bij het reilen en zeilen van de school. Inspraak van de ouders is
mogelijk via de medezeggenschapsraad.
De medezeggenschapsraad is een vertegenwoordiging van 2 ouders en 2 leerkrachten . De
vertegenwoordigende ouders in de raad worden door schriftelijke stemming gekozen.
De leerkrachten houden onderling hun verkiezing. De leden hebben voor 2 jaar zitting, waarna zij zich
herkiesbaar kunnen stellen. De directeur is in het geval van beleidsvoorstellen verplicht om aan de
medezeggenschapsraad instemming dan wel advies te vragen. Daar zijn een heel aantal regels voor,
die te vinden zijn in het MR- reglement. Naast de MR is er binnen de stichting ook een GMR. In de
GMR worden bovenschoolse zaken besproken.
6.2.3.Kinderfonds
Op De Paradijsvogel hebben wij een kinderfonds. Het doel van het kinderfonds is om aan de ouders
een vrijwillige bijdrage te vragen voor extra leermiddelen op school. Het kinderfonds wordt beheerd
door een beheercommissie, bestaande uit vier ouders. In de loop van het schooljaar krijgt u een brief
waarin de commissie u vertelt waar het geld is aan besteed. Tevens ontvangt u een uitnodiging om
wederom een vrijwillige bijdrage in het kinderfonds te storten voor dit schooljaar.
De verantwoording van de inkomsten en uitgaven van het schoolfonds vindt jaarlijks plaats in de
jaarvergadering van de oudervereniging. Het volledige reglement is bij de beheercommissie op te
vragen.
6.3. Klachtenprocedure
Wanneer u klachten heeft over de mensen in en om de school, dan bespreekt u dit natuurlijk altijd in
eerste instantie met de desbetreffende leerkracht en zo nodig daarna met de directeur.
Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg
met ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze worden afgehandeld.
Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van leerlingen, het toepassen van
strafmaatregelen, de beoordeling van een leerling, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele
intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten.
Interne contactpersoon
De interne vertrouwenspersoon, ofwel contactpersoon, is aanspreekpunt voor zowel leerlingen,
ouders en personeel bij klachten over ongewenst gedrag. De interne contactpersoon heeft
geheimhoudingsplicht en kan u begeleiden, dan wel ondersteunen in een te volgen traject, zoals:
 luisteren naar de klacht en informatie geven over de mogelijke procedures.
 ondersteunen bij het oplossen van een klacht, waarbij de interne contactpersoon contact
onderhoudt met alle betrokken partijen.
 verwijzen naar de betrokkene(n) binnen de school (groepsleerkracht, directie, bestuur)
 verwijzen naar de externe contactpersoon of de landelijke klachtencommissie, waarbij de
interne contactpersoon u kan ondersteunen bij een officiële klachtenprocedure.
Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar
tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling van de
Stichting Confessioneel Onderwijs de la Salle. U kunt zich dan wenden tot de contactvertrouwenspersoon van onze school. Indien nodig kan de contactpersoon u ook verwijzen naar de
vertrouwenspersonen van het bestuur. Deze bekijkt of een interne oplossing tot de mogelijkheden
behoort of helpt u de klacht te deponeren bij de klachtencommissie van de Stichting.
32
Klachten op het gebied van seksuele intimidatie en/of fysiek geweld waarbij vermoeden
is van een strafbaar feit dienen altijd gemeld te worden bij één van de interne
contactpersonen. Deze neemt na overleg met de klager dan direct contact op met de
directie, het bestuur en de externe contactpersoon.
De klachtenregeling kunt u vinden op onze website.
Interne contact- en vertrouwenspersoon:
Michiel van Eerden
[email protected]
023-5846648
Vertrouwenspersoon de La Salle:
De heer drs. Menno Jansma
p/a Schoolbegeleiding
Zaanstreek en Waterland
Postbus 188
1440 AD Purmerend
0299-783400
0299 – 783 410
E-mail: [email protected]
Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs:
Voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld.
0900-1113111
Klachtencommissie Katholiek onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
Tel.: 070-3925508 (ma. tot do. van 9.00 - 12.00 uur)
E: [email protected]
U dient uw klacht in door een ondertekende brief te sturen naar het secretariaat van deze
commissie. Meer informatie over de verdere procedure en eerdere uitspraken van de
Klachtencommissie vindt u op www.gcbo.nl onder Klachten.
33
7. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
Op welke wijze wij vormgeven aan ons onderwijs is omschreven in het schoolplan.
Het schoolplan is een beleidsdocument, waarin de school aangeeft welke keuzes de school voor de
schoolplanperiode 2011-2015 heeft gemaakt. Door de fusie is het schoolplan herschreven op de
nieuwe situatie vanaf 1 augustus 2012. Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van Intergraal
(kwaliteitssysteem dat gebruikt gaat worden door alle scholen van de la Salle).
Het strategisch beleidsplan van het bestuur dient als uitgangspunt voor dit plan.
Wat staat er in het plan:
 opdracht van de school (missie/ visie)
 onderwijsinhoudelijke vormgeving;
 personeelsbeleid;
 kwaliteitszorg;
 meerjarenplanning.
Het schoolplan wordt met de Medezeggenschapsraad besproken en vastgesteld door de voorzitter
van de MR, de directeur en het College van Bestuur.
Een vertaling van het meerjarenbeleid is terug te vinden in het teamplan, dat ieder jaar door de
directie wordt gemaakt en besproken met de Medezeggenschapsraad. Ook wordt in dit plan
teruggekeken op de actieplannen van het afgelopen schooljaar.
Alle plannen liggen ter inzage bij de directeur van de school.
Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken gebruiken we landelijk genormeerde Cito-toetsen. De
toetsen leveren ons gegevens die kunnen leiden tot verdere verbetering van de leerlingenzorg en van
de opbrengsten van ons onderwijs.
De resultaten van de toetsen worden in de groepsbesprekingen met de intern begeleider besproken.
Daarnaast worden de schoolopbrengsten met het team besproken en daar waar nodig worden er
acties uitgezet.
De schoolopbrengsten worden twee keer per jaar besproken met het College van Bestuur. Op deze
manier legt de school verantwoording af over de behaalde resultaten.
Het College van Bestuur legt vervolgens verantwoording af naar de Inspectie van het Onderwijs.
Van de scholen voor Voortgezet Onderwijs krijgen we over de eerste brugjaren een terugrapportage,
waaruit blijkt of onze kinderen naar het door ons geadviseerde niveau uitstromen. De inspectie
vraagt ons om de uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs in kaart te brengen. Wij volgen kinderen
nog drie jaar nadat zij onze school hebben verlaten.
Zie uitstroomgegevens: informatiegids (zie website).
34
8. PRAKTISCHE PUNTEN VAN A TOT Z
Aanmelding
Bent u op zoek naar een school voor uw kind? Neem dan contact op met de directeur. U bent van
harte welkom om onder schooltijd een kijkje te komen nemen. Neem uw kind vooral mee. U ziet dan
de school in bedrijf en kunt de sfeer proeven. Na een rondleiding krijgt u inhoudelijke informatie
over de school, onze visie en ons onderwijs. Vervolgens kunt u ervoor kiezen om uw kind bij ons aan
te melden.
Een kleuter mag voor de vierde verjaardag een aantal dagdelen komen wennen. Dit gebeurt altijd in
overleg met de groepsleerkracht. Op de eerste echte schooldag van uw kind krijgt u een
intakeformulier mee met vragen over de ontwikkeling van uw kind. Dit formulier ontvangen wij graag
zo spoedig mogelijk ingevuld terug. De groepsleerkrachten nemen contact met u op voor een eerste
oudergesprek, dat meestal plaats vindt na 5 tot 6 weken.
Bij aanmelding wordt naar het Burgerservicenummer van uw kind gevraagd. De school is hiertoe
wettelijk verplicht. Tevens zal een kopie van het officiële stuk (paspoort, identiteitskaart, bewijs
belastingdienst) waarop dit BSN-nummer staat vermeld, in de administratie opgenomen worden.
Absentenmelding
Als uw kind ziek is, of om een andere reden verhinderd is de school te bezoeken, wordt u verzocht
om ons hiervan vóór aanvang van de lessen op de hoogte te stellen. Dit moet telefonisch, maar dan
wel ’s morgens tussen 08.00 en 8.20 uur of ’s middags tussen 12.00 en 13.00 uur.
Voor spoedgevallen zijn wij natuurlijk ook onder schooltijd bereikbaar.
Acties
De leerlingen van groep 7 en 8 worden elk jaar weer gevraagd om aan buren, vrienden en familie
kinderpostzegels te verkopen. U kunt de kinderen rond eind september aan uw deur verwachten.
Zij bezorgen vanaf half november uw bestelling thuis. We gaan voor een hoge opbrengst! Het
kinderpostzegelgeld is bestemd voor kinderen die om welke reden dan ook bijzondere zorg nodig
hebben.
Beleid toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen:
Toelating
De school laat in principe alle leerlingen van 4-12 jaar toe. De volgende aspecten spelen een rol bij
het toelaten van leerlingen:
 Groepsgrootte: maximaal 32 leerlingen.
 Als specifieke zorg niet geboden kan worden.
 De samenstelling van de groep waar de leerling geplaatst wil worden.
Tussentijdse toelating
Als u uw kind gedurende de leerplichtige leeftijd aanmeldt, bijvoorbeeld wegens verhuizing, dan is
uw kind in principe welkom. Wel nemen we contact op met de huidige school van uw kind.
Als u een overstap wilt maken naar onze school, dan is uw kind welkom.
Echter binnen de gemeente Bloemendaal is de afspraak gemaakt dat er geen kinderen gedurende
het lopende schooljaar aangenomen worden. In bepaalde gevallen kunnen we daar van afwijken.
Als we met u in gesprek gaan, nemen we daarna contact op met de huidige basisschool.
Indien er onderzoeken lopen, wachten wij de uitslagen af voordat wij de aanmelding definitief
maken.
35
Tussentijds vertrek
Als een leerling onverhoopt onze school tussentijds gaat verlaten, bijvoorbeeld vanwege een
verhuizing of om een andere reden, zal de school te allen tijde een onderwijskundig rapport
samenstellen. Hierin staat onder andere welke leermethoden het kind gevolgd heeft en hoe de
prestaties over het algemeen zijn. Ook staan hierin gegevens uit het leerlingvolgsysteem en
mogelijke handelingsplannen. Hiermee geven wij het kind een goede doorstart op de nieuwe school.
De ouders ontvangen een kopie van het onderwijskundig rapport.
Schorsing en verwijdering
Indien het gedrag van de leerling daartoe aanleiding geeft, kan de directeur van de school besluiten
voor één of enkele dagen die leerling de toegang tot de school te ontzeggen. Voor een schorsing van
langere duur doet de directeur een voorstel aan het College van Bestuur. Een beslissing over dit
voorstel wordt pas genomen, nadat de ouders in de gelegenheid zijn gesteld hun visie hierop te
geven.
Wanneer een kind wegens ernstige gedragsproblematiek niet langer op de basisschool te handhaven
is, of wanneer uit onderzoek is gebleken dat het kind niet langer op de basisschool kan blijven, maar
zal zijn aangewezen op een vorm van speciaal (basis)onderwijs, wordt in overleg met de ouders
gezocht naar een meer passende school die bereid is de leerling toe te laten.
Indien een dergelijke school binnen een termijn van 8 weken niet kan worden gevonden, kan een
besluit genomen worden tot verwijdering van de leerling. De directeur dient hiertoe een voorstel in
bij het College van Bestuur. Het besluit wordt pas genomen nadat de ouders in de gelegenheid zijn
geweest hun visie hierop te geven. De wet op het primair onderwijs bevat een drietal artikelen, die
uitspraken doen over toelating en verwijdering van leerlingen. Dit zijn de artikelen 40, 58 en 63.
Eten en drinken
Elke schooldag wordt er rond 10.00 uur iets gegeten en gedronken
door de kinderen. Wij vragen u om hiervoor een gezond
tussendoortje mee te geven. We willen in de school gezonde voeding
blijven promoten. Dit begint bij de broodtrommel en de snack
tussendoor. Denkt u hierbij vooral aan melk, vruchtensap, fruit, een
boterham of een gezonde koek.
Bij de kleuters en groep 3/4 de bekers, pakjes en trommeltjes graag
voorzien van naam. Dit tussendoortje is bedoeld om de kinderen snel
een kleine oppepper te geven. Elke woensdag is het fruitdag!
Excursies
Gedurende het schooljaar worden er voor alle groepen excursies georganiseerd. Deze uitstapjes
worden meestal gekoppeld aan projecten waarover we in de klas werken.
Door het jaar heen hebben we culturele activiteiten voor elke groep en soms voor alle groepen
samen.
Facebook
Onze facebookpagina is alleen toegangelijk voor de ouders van onze school. Vindt u het leuk om ons
te volgen, LIKE ons dan.
36
Fietsen
Bij de school bevinden zich twee fietsenstallingen. De leerlingen van groep 1 t/m 4 maken gebruik
van de rekken op het onderbouwplein. De leerlingen van groep 5 t/m 8 zetten hun fiets plaatsen in
de rekken op het bovenbouwplein.
Afspraak:
In verband met de veiligheid is het niet toegestaan om op het schoolplein te fietsen.
Tevens is het niet toegestaan om kinderfietsjes, driewielers, skelters, skeelers e.d. mee de school in
te nemen.
De school is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan of diefstal van de fietsen.
Gevonden voorwerpen
Het komt nogal eens voor dat kinderen kleding, gymschoenen, handdoeken e.d. op school
achterlaten.
Al deze spullen bewaren we enige tijd in de gevonden voorwerpenbak die in de hal staat en in de
gymzaal. U kunt te allen tijde een blik werpen in deze bakken.
Gymnastiek
Naast een eigen speellokaal heeft de school de beschikking over een groot gymnastieklokaal naast
de school. Direct tegenover de school liggen schitterende sportvelden. Bij mooi weer gymmen de
kinderen soms buiten.
Kleuters
De kinderen van groep 1/2 hebben twee keer per week gym van hun leerkracht in het speellokaal. Bij
slecht weer wordt er ook gegymd in plaats van buiten gespeeld. De gymlessen variëren van dans en
spelactiviteiten tot het ontdekken van klein en groot materiaal, zoals pittenzakken, ballen en het
klimrek.
Wij vragen u de gymtas te voorzien van de naam van uw kind. Een korte broek, T-shirt en
gymschoenen (liefst met elastiek!) blijven op school. De gymtas wordt vóór elke vakantie mee naar
huis gegeven, zodat u de kleding kunt wassen. Wilt u dan tevens controleren of de gymschoenen nog
passen? De eerste schooldag na de vakantie de gymtas graag weer meenemen.
Groep 3 t/m 8
Deze kinderen gymmen in de gymzaal.
Het is verplicht dat de kinderen gym krijgen in andere kleding dan de kleding waarmee ze in de klas
zitten. Een schoon T-shirt met een korte broek is
al voldoende. Na iedere gymles gaat de
gymkleding mee naar huis. Gymschoenen zijn
verplicht in verband met de veiligheid en ter
voorkoming van voetwratten.
Na afloop van de gymles is het verplicht om te
douchen. Hiermee wordt in groep 3 na de
herfstvakantie gestart. Wij adviseren alle
kinderen slippers te dragen bij het douchen.
Kinderen die om een speciale reden niet mogen
gymmen of douchen, moeten een briefje van
één van de ouders of verzorgers meenemen.
In verband met de veiligheid is het niet toegestaan tijdens de gymles sieraden of horloges te dragen.
Lange haren mogen niet los hangen, maar in een staart gebonden worden.
37
Hoofdluiscontrole
Hoofdluis, een vervelend probleem, maar het kan iedereen overkomen.
Het allerbelangrijkste is: Meld het zo snel mogelijk bij de leerkracht van uw kind.
Wij willen er als school aan meewerken om de verspreiding van het lastige beestje tegen te gaan.
Na iedere vakantie worden de groepen in de klas gecontroleerd door de ‘hoofdluisspecialisten’.
Hoofdluiscontrole kan veel narigheid voorkomen. Dit betekent wel dat we er allemaal iets aan
moeten doen. Controleer daarom thuis uw kind ook regelmatig op hoofdluis.
Bij constatering van hoofdluis krijgen de desbetreffende ouders hiervan via de groepsleerkracht
bericht. Deze kinderen moeten direct thuis behandeld worden. Zodra het kind behandeld is, mag het
weer op school komen. Alle ouders van de groep waar hoofdluis is geconstateerd, krijgen een e-mail.
Contactpersoon: Ilse Lommers
E-mail: [email protected]
Klassendienst
In iedere klas hebben kinderen wisselend de taak om de klas op orde te brengen. De invulling van
deze taak verschilt per klas. Het kan een enkele keer voorkomen dat uw kind iets later thuis komt
omdat hij of zij klassendienst heeft. Dat zal nooit meer dan tien minuten later zijn.
Klassenouders
Iedere klas heeft een of twee klassenouders. Deze ouders vormen de brug tussen leerkracht en
ouders als het gaat om extra taken die georganiseerd en uitgevoerd moeten worden. Ook kunnen er
in overleg met de leerkracht hand- en spandiensten worden verricht. Op de informatieavond aan het
begin van het schooljaar zullen de leerkrachten vragen welke ouders bereid zijn deze rol te vervullen.
In de nieuwsbrief van oktober worden de klassenouders bekend gemaakt.
Mobiele telefoons
Het is toegestaan om een mobiele telefoon mee naar school te nemen.
Aan het begin van de schooldag wordt de mobiele telefoon ingeleverd bij de groepsleerkracht. De
school is niet aansprakelijk voor eventuele schade of vermissing.
De kinderen kunnen gebruik maken van de schooltelefoon indien nodig.
Onderwijsinspectie
Inspectie van het onderwijs: www.owinsp.nl
Hier kunt u ook de inspectierapporten over de kwaliteit van scholen terugvinden.
Voor vragen over het onderwijs: [email protected]
Telefoon: 1400 (gratis)
Ouderactiviteiten
Bij de volgende activiteiten hebben we de hulp van ouders nodig:
- vieringen
- feesten (Sinterklaas, Kerst, carnaval, schoolreisje, schoolkamp)
- sportevenementen (sportdag, toernooien)
- excursies
- creatieve middag
- gast in de klas
- overblijven
38
- spelletjesmiddag
- tuinouders
Tijdens de informatieavond wordt u gevraagd waar u uw steentje aan wilt bijdragen.
Oud papier, kleding en gebruikte schoenen, inktcartridges
Al enkele jaren verzamelen wij oud papier op school. Iedere schooldag kunt u oud papier brengen.
U kunt dit in kartonnen dozen aanleveren en onder het afdak bij de hoofdingang van de school
neerzetten. De conciërge van de school zorgt voor verdere verwerking. Van de opbrengst betalen wij
onze extraatjes en bijzondere schoolactiviteiten. Zet uw oud papier dus niet bij uw huisvuil, maar
denk a.u.b. aan de school, het milieu en aan de extraatjes voor uw kind. Het is de moeite waard!
Naast de oude kranten kunt u ook uw gebruikte (goede) kleding en schoenen kwijt bij de deur van de
school. Via een tussenbedrijf gaan deze goederen naar landen die ze goed kunnen gebruiken.
Winterkleding gaat vooral richting Oost-Europa en zomerkleding richting Afrika. Als school krijgen wij
een aardige vergoeding per kg ingeleverd materiaal.
Ook de oude cartridge van uw printer levert ons een klein bedrag op. Bij de conciërge van de school
kunt u uw cartridge inleveren.
Overblijven: Tussenschoolse Opvang (TSO)
Stichting JoFlo is verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. Met ingang van dit schooljaar
ondersteunt een pedagogisch medewerker van Les Petits de Tussenschoolse Opvang.
De school draagt zorg voor een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering t.b.v. alle direct
betrokkenen: overblijfkrachten en overblijvende kinderen.
De kosten van het overblijven komen voor rekening van de ouders/verzorgers die van TSO gebruik
maken. Er moeten voldoende overblijfkrachten aanwezig zijn.
Het uitgangspunt van de school is dat de kinderen onder begeleiding en in een ontspannen sfeer,
hun meegebrachte lunch kunnen gebruiken. Gedurende het schooljaar vinden er vergaderingen
plaats waarin het pedagogisch klimaat van de TSO wordt afgestemd op die van De Paradijsvogel.
De kinderen worden in vier groepen opgevangen, te weten groep 1/2, groep 3/4, groep 5/6 en
groep 7/8. We willen er alles aan doen om het de kinderen op een verantwoorde en gezellige manier
naar de zin te maken. Er is een TSO-reglement opgesteld waarin de huishoudelijke regels staan
vermeld. Dit wordt aan het begin van het schooljaar uitgereikt aan alle kinderen.
De financiën
Overblijven wordt betaald door de aanschaf van een strippenkaart. Als uw kind voor de eerste keer
van de overblijf gebruik maakt, krijgt hij/ zij een brief mee naar huis. Hierop staat het bedrag van de
strippenkaart en het bankrekeningnummer vermeld waar u het gewenste bedrag op over kunt
maken.
De strippenkaarten zijn onbeperkt geldig en blijven op school in het beheer van de overblijfkrachten.
Als de kaart vol is, gaat er een briefje mee naar huis met het verzoek een nieuwe kaart te kopen.
Een eventueel tegoed wordt bij vertrek terugbetaald. Er wordt alleen overgebleven met een
strippenkaart.
Parkeren
Een school kent 's morgens en 's middags zijn vaste spitsuren.
Hoewel bijna alle kinderen in Vogelenzang wonen, worden veel kinderen met de fiets of met de auto
naar school gebracht. Komt u met de auto, dan wordt er van u verwacht dat u uw auto op de grote
parkeerplaats parkeert.
39
Onze verkeersouder en directie houden elk jaar een aantal parkeercontroles. Het kan voorkomen
dat u daarbij aangesproken wordt op uw parkeergedrag.
Pesten
Op elke school zijn ze aanwezig: kinderen die regelmatig worden gepest en buiten de groep worden
gesloten. Op elke basisschool zijn ook pesters aanwezig, kinderen die bij het pesten het initiatief
nemen en zich – ten koste van het slachtoffer – willen bewijzen. Ook zijn er kinderen die zwijgen,
toekijken of meedoen met pesten.
Kinderen die gepest worden voelen zich alleen staan en zijn vaak niet in staat om iets aan de situatie
te veranderen. Ze horen niet bij de groep en meestal vertellen ze niets aan hun ouders of aan de
leerkracht. De kans is groot dat deze kinderen zich terugtrekken en hun zelfvertrouwen verliezen.
Pesten gaat nooit ‘zomaar vanzelf’ over. Als er niet wordt ingegrepen kan het zelfs verergeren.
Wij doen al jaren mee met de anti-pestencampagne van KidsTegenGeweld. Voor iedere maand in
het jaar, met uitzondering van de zomermaanden, is er een poster ontwikkeld.
Op de posters staat het lieveheersbeestje dat elke maand een andere boodschap over pesten brengt.
Nu eens vanuit de pester, dan weer vanuit het gepeste kind of de meeloper.
Er wordt met de kinderen over de boodschap gesproken en hoe zij het beste met de situatie op de
poster om kunnen gaan.
In ons beleidsplan ‘De Veilige School’ is het pestprotocol uitgebreid beschreven. In de leerlingenraad
staat pesten ook altijd op de agenda. Elk signaal dat de school krijgt zal dan ook door het team
serieus worden genomen, want we vinden dat een kind zich op school veilig moet voelen.
Indien er melding gemaakt wordt van pesten maken wij gebruik van het pestprotocol. Door
gesprekken met kinderen en verslaglegging hiervan proberen we het probleem in kaart te brengen
en maatregelen te treffen. Ouders van pesters en slachtoffers worden van het probleem op de
hoogte gebracht.
Petjes
We hebben respect voor ieders eigenheid en uitingsvormen. Daarom is het dragen van petten op het
plein of op de gangen toegestaan. Een uitzondering maken we voor het dragen van petjes of andere
modegevoelige hoofddeksels in de klas. Tijdens de lessen willen we dat de aandacht gericht is op de
ontwikkeling van de leerlingen en niet wordt afgeleid door modeverschijnselen.
40
Rapportage
Groep 1 en 2
 Als uw kind zes weken in groep 1 zit, vindt er een eerste gesprek plaats;
 In november: 10-minuten-gesprekken over het welbevinden en de vorderingen van het kind
met behulp van het observatiesysteem KIJK;
 In maart: 10-minuten-gesprekken over het welbevinden en de vorderingen van het kind met
behulp van het observatiesysteem KIJK.
De groepen 3 t/m 8 krijgen driemaal, de kleuters tweemaal per jaar een schriftelijk verslag.
Rapporten en verslagen worden met de ouders besproken. Aan het einde van het schooljaar vinden
er alleen gesprekken op verzoek plaats.
In groep 8 vinden er in september en november voorlopige adviesgesprekken plaats. Het advies van
de school wordt onderbouwd door:
* de aanleg en de talenten van de leerling
* de leerprestaties
* de ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode
* concentratie, motivatie, doorzettingsvermogen en andere schoolse vaardigheden van de leerling.
Rookverbod
Roken in school en op het schoolplein is niet toegestaan.
Schoolbenodigdheden
 Alle kinderen van groep 4 t/m 8 hebben een gevuld schooletui nodig met daarin:
kleurpotloden, een gum, een plakstift en een schaar.
 Alle kinderen van groep 6 t/m 8 hebben een agenda nodig.
 Wij willen u ook vragen een stevig plastic mapje te kopen, zodat de kinderen lesmateriaal
mee naar huis kunnen nemen.
Schoolfotograaf
Ieder jaar wordt de school bezocht door een beroepsfotograaf. In de tweede schoolweek zal hij onze
school weer aandoen. Hij maakt naast de individuele foto's ook een groepsfoto en indien gewenst
een kiekje van de kinderen uit één gezin.
Schoolkamp
Het schoolkamp van groep 8 duurt drie dagen en is altijd een bijzondere happening. Dit kamp vindt
plaats in de laatste schoolweken. De groep wordt begeleid door 2 leerkrachten en enkele ouders.
Er wordt veel gesport, gespeeld en natuurlijk mag ook een nachtspel niet ontbreken. Het schoolkamp
van groep 8 vormt een mooie afsluiting van de basisschooltijd van deze leerlingen.
Schoolreizen
In samenwerking met de ouderraad organiseert de school jaarlijks een schoolreisje voor de leerlingen
van groep 1 t/m 7. Het reisdoel is iedere keer anders, denk bijvoorbeeld aan Drievliet, Poldersport,
of we gaan met de kleuters met paard en wagen naar een afgehuurde speeltuin. Het schoolreisje
vindt plaats in de maand april, mei of juni.
Voor alle leerlingen van de school is er een school T-shirt. Dit vergroot nl. de veiligheid en
herkenbaarheid van de kinderen. Daarnaast zijn de begeleiders ook duidelijk herkenbaar in hun
T-shirt met de naam en het logo van school. Als begeleiders van schoolreisjes krijgen de leden van de
ouderraad voorrang, daarnaast worden klassenouders en andere actieve ouders benaderd om te
helpen op deze dagen.
41
Schoolshirt
Op onze school wordt bij gemeenschappelijke activiteiten (bijv. schoolreisje of sportdag) een schoolT-shirt gedragen. Het shirt is voorzien van de naam en het logo van school.
Schooltijden
Groep 1 t/m 4:
Maandag, dinsdag, donderdag:
08.30 uur - 12.00 uur
13.00 uur - 15.00 uur
Woensdag en vrijdag:
08.30 - 12.00 uur
Groep 5 t/m 8:
Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag:
08.30 uur - 12.00 uur
13.00 uur - 15.00 uur
Woensdag:
08.30 uur - 12.15 uur.
De schoolbel gaat om 08.25 uur en 12.55 uur.
De lessen beginnen om 08.30 uur en 13.00 uur.
Tien minuten voordat de school ‘s ochtends begint, mogen de kinderen van groep 1 en 2 door hun
ouders naar de klas gebracht worden. De andere groepen blijven buiten op de speelplaats totdat de
bel gaat. Het hek van de speelplaats is dicht van 12.20 tot 12.50 uur in verband met het overblijven.
Voor de groepen 3 t/m 8 is er dagelijks een speelkwartier van 10.15 uur - 10.30 uur.
Spelletjesmiddag
Enkele middagen per jaar komen er ouders gezelschapsspelletjes doen met de kinderen van
groep 1/2.
Speelplaats
Tenminste 10 minuten voor aanvang van de lessen zijn
alle leerkrachten buiten en zij houden dan toezicht op de
speelplaats.
Op de speelplaats mag vrij worden gespeeld zolang er
leerkrachten op school zijn. In verband met de veiligheid
is fietsen op de speelplaats te allen tijde voor iedereen
verboden.
Sponsoring
De Paradijsvogel hanteert de volgende afspraken:
 Bedrijven die onze school willen sponsoren doen dit vanuit maatschappelijke betrokkenheid;
 Bedrijven mogen de lesinhoud van onze school niet beïnvloeden;
 Bedrijven mogen onze geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van onze school niet in gevaar
brengen.
42
Sportevenementen
Ieder jaar organiseert onze vakleerkracht Michiel van Eerden een aantal sportevenementen:
 Sportdag groep 1 t/m 4
 Sportdag groep 5 t/m 8
Op deze dag hebben we de hulp nodig van ouders bij de verschillende spelonderdelen. De ouderraad
zorgt op zo’n dag voor een kleine versnapering en voor limonade
De sportdag wordt waar mogelijk aangepast aan de actualiteit, bijvoorbeeld als het WK-voetbal voor
de deur staat.
Verder staan op het programma:
 Het handbaltoernooi voor groep 8 van de Bloemendaalse scholen;
 Het voetbaltoernooi voor groep 8 van de Bloemendaalse scholen;
 In maart organiseert de vakleerkracht gym een duurloop voor de groepen 6 t/m 8.
Stagiaires
Onze school werkt samen met de Pedagogische Academie Basis Onderwijs (PABO). U kunt op
verschillende dagen PABO-studenten op onze school aantreffen. Zij geven les onder
verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht
Een LIO’ er is een PABO-student die zijn studie bijna afgerond heeft. In het laatste jaar is hij/zij voor
langere tijd aan de basisschool verbonden. In deze periode mag hij/zij zelfstandig lessen geven.
Zijn/haar mentor, de groepsleerkracht, blijft natuurlijk verantwoordelijk voor de goede gang van
zaken in de klas.
Ook hebben wij stagiaires van het SPW3 (Sociaal Pedagogisch Werker) van het Nova College te Lisse.
Zij geven ondersteuning in groep 1 t/m 8.
Te Laat komen
Wanneer de schoolbel gaat, moeten alle kinderen naar binnen. Om 08.30 en 13.00 uur beginnen wij
met de lessen. Het is erg storend voor kinderen en leerkrachten als er dan leerlingen komen
‘binnendruppelen’. Kinderen die te laat komen, wachten voor de klassendeur. De leerkracht geeft
aan wanneer het kind naar binnen mag.
De school stelt in principe vanaf groep 3 de leerlingen verantwoordelijk voor het te laat komen. Toch
kan het voorkomen dat een kind buiten zijn schuld te laat is. In dat geval doet u er verstandig aan om
uw kind een briefje mee te geven om te voorkomen dat het er op aangesproken wordt.
Bij veelvuldig te laat komen wordt contact opgenomen met de ouders. Veelvuldig te laat komen
wordt genoteerd als ongeoorloofd verzuim.
Telefonische bereikbaarheid
Aan het begin van het schooljaar krijgt uw kind het bereikbaarheidsformulier mee naar huis. Dit door
u ingevulde formulier bewaart de leerkracht in de klassenmap. Indien u van telefoonnummer
verandert (en dat gebeurt met mobiele nummers nogal eens) dan verzoeken wij u om dit zo spoedig
mogelijk aan de school door te geven.
Veilige school
Bij ons op school zijn een preventiemedewerker en bedrijfshulpverleners aanwezig. Zij zorgen ervoor
dat de sociale en fysieke veiligheid in en om school goed geregeld
is en nemen waar nodig maatregelen ter verbetering. Ook hebben zij o.a. de verantwoordelijkheid
om voor een goed ontruimingsplan te zorgen bij calamiteiten zoals brand, en regelen daartoe een
43
aantal keren per jaar een ontruimings-oefening. Op school hebben we twee Bedrijfshulpverleners
(BHV-ers), die jaarlijks een cursusdag volgen voor het goed kunnen uitoefenen van hun taak.
Verantwoordelijkheid
Als u uw kind tijdens de schooluren komt of laat ophalen, willen wij er u op attenderen, dat u de
verantwoordelijkheid van de school gedurende de afwezigheid overneemt. Als de kinderen weer
op school zijn, vallen de kinderen weer onder verantwoordelijkheid van school. U kunt de school
op geen enkele wijze aansprakelijk stellen voor voorvallen die plaatsvinden gedurende deze
afwezigheid.
Verjaardagen
Trakteren
Als uw kind jarig is, mag dat natuurlijk ook op school in de klas gevierd worden. De gewoonte is dat
er in de eigen groep getrakteerd wordt en dat de jarige een verjaardagskaart mag uitzoeken. Na het
trakteren mag de jarige met twee vriendjes en/of vriendinnetjes de groepen rond. Een gezonde,
maar kleine traktatie wordt zeer op prijs gesteld.
Verjaardagsvlaggen
De school heeft de beschikking over verjaardagsvlaggen. Voor iedere leeftijd (van 4 t/m 13 jaar)
hebben we een speciale verjaardagsvlag. Als een kind jarig is, wordt zijn/haar vlag uitgehangen.
Vervanging van leerkrachten
Wanneer er door ziekte of door een andere omstandigheid een leerkracht niet aanwezig is dan doet
de school haar uiterste best dit intern op te lossen. In de eerste plaats door het regelen van een
vervanger, hetzij uit de bovenschoolse vervangingspool, hetzij uit ons eigen lerarenbestand.
Bij gebrek aan invallers halen we een noodscenario uit de kast:
- Een stagiair(e) neemt onder toezicht waar voor de eigen klas;
- De groep wordt verdeeld (niet langdurig);
- Een ambulante leerkracht springt in (niet langdurig);
- De directeur springt in (niet langdurig).
Verlofregeling
Vierjarige kinderen in Nederland mógen onderwijs volgen en bijna alle kleuters doen dat. Een keer
een dagje ‘thuis bijkomen’ is prima, maar regelmaat, ook voor de andere kinderen in de kleutergroep,
wordt zeer op prijs gesteld.
Als uw kind vijf jaar is, moet uw kind naar school. Uw kind is dan leerplichtig. In de maand nadat uw
kind vijf jaar wordt, gaat uw kind vanaf de eerste schooldag naar school. Voor sommige kinderen van
vier of vijf jaar is de schooldag vermoeiend. Daarom hoeven ze nog niet de hele week naar school.
Tot zes jaar mag uw kind vijf uur per week thuis blijven. En- als het echt nodig is- mag het zelfs
maximaal tien uur thuisblijven. Wilt u uw kind thuishouden? Dan bespreekt u dit wel vooraf met de
directeur van de school af. U mag deze uren niet opsparen voor bijvoorbeeld een vakantie. Als een
kind 6 jaar geworden is, kan het geen gebruik meer maken van deze regeling. U mag deze uren niet
opsparen voor bijvoorbeeld een vakantie. Als een kind 6 jaar geworden is, kan het geen gebruik meer
maken van deze regeling.
Alleen in bijzondere omstandigheden kan er schriftelijk verlof aangevraagd worden bij de directeur.
Er wordt in principe aan uw kind geen verlof toegekend wanneer u met uw gezin buiten de
schoolvakanties op vakantie gaat of wanneer u vrijaf wilt voor een lang weekend of een dagje uit.
44
1. Vakantieverlof
Een verzoek om vakantie op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal
2 maanden tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd.
Vakantieverlof wordt alleen dan verleend, wanneer:


Wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, voogden of verzorgers het
slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan.
Een werkgeversverklaring wordt voorgelegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële
schoolvakanties mogelijk is.
Vakantieverlof mag:



Eénmaal per schooljaar worden verleend.
Niet langer duren dan 10 schooldagen.
Niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
2. Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen of minder
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in
artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen of minder dient vooraf of binnen
twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd.
Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
a) Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan
geschieden.
b) Voor een verhuizing voor ten hoogste 1 dag.
c) Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten
hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van
belanghebbende.
d) Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m 3e graad; duur in overleg met de
directeur.
e) Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; bloed- of
aanverwanten in de 2 e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 3e
of 4e graad ten hoogste 1 dag.
f) Bij 25-, 40- en 50 jarige ambtsjubileum en het 12½ -, 25-, 40-, 50- en 60-jarige
huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag.
g) Voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen
vakantieverlof.
3. Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per jaar
Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3
van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient van tevoren via de
directeur van de school bij de Leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd.
45
Verlof indien:


De ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker kunnen overleggen
waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van een medische of sociale indicatie
betreffende één van de gezinsleden.
Voor ander naar het oordeel van de leerplichtambtenaar belangrijke redenen, maar geen
vakantieverlof.
Belangrijk om te weten:
De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd
schoolverzuim. Tegen die ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden,
zal proces-verbaal worden opgemaakt.
Bezwaar en beroep
Als u het met een genomen beslissing niet eens bent kunt u een bezwaarschrift indienen bij de
directeur (in geval van een verlofaanvraag voor tien schooldagen of minder) of de
leerplichtambtenaar van uw woongemeente (in geval van een verlofaanvraag voor meer dan tien
schooldagen).
Vervoersprotocol
De wet
Er is in de wet veel geregeld over het vervoer van passagiers in een auto.
In de Wegenverkeerswet staat nadrukkelijk dat je onder alle omstandigheden het andere verkeer
niet in gevaar mag brengen. Dat geldt ook voor de inzittenden in de eigen auto.
In de auto
De basisregel is dat kinderen kleiner dan 1,35m in een goedgekeurd en passend kinderzitje moeten
zitten. Goedgekeurd zijn zitjes met labels ECE R44/03 en R44/04.
Passend is: Geschikt voor de lengte en het gewicht van het kind.
De voorschriften voor het gebruik van autogordels en kinderbeveiligingssystemen worden hierna
schematisch weergegeven.
46
Voor in de auto
Als er gordels aanwezig zijn:
 Kinderen van ten minste 1,35 meter en volwassenen.
 Verplicht gebruik van de beschikbare gordel.
Kinderen korter dan 1,35 meter
 Verplicht gebruik van een geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem.
Achter in de auto
Als er gordels aanwezig zijn:
 Kinderen van ten minste 1,35 meter en volwassenen:
 Verplicht gebruik van de beschikbare gordel.
Uitzondering 1:
Binnen de bebouwde kom in autobussen met staanplaatsen en in autobussen terwijl die voor stadsof streekvervoer worden gebruikt.
Uitzondering 2:
Er mogen meer kinderen van ten minste 1,35 meter en volwassen passagiers worden vervoerd dan
er gordels zijn, zolang de aanwezige gordels maar worden gebruikt.
Kinderen korter dan 1,35 meter:
Verplicht gebruik van een geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem.
Uitzondering 1:
Kinderen van 3 jaar en ouder mogen een autogordel gebruiken in plaats van een
kinderbeveiligingssysteem als er op de desbetreffende zitbank al twee kinderzitjes zijn aangebracht
en in gebruik zijn, en er geen plaats meer is voor en derde zitje.
Uitzondering 2:
Kinderen vanaf 3 jaar mogen de autogordel gebruiken bij vervoer door een ander persoon dan de
eigen (pleeg)ouder in incidentele gevallen waarin redelijkerwijze niet verwacht kan worden dat de
bestuurder een kinderbeveiligingssysteem bij zich heeft. Het dient hierbij om vervoer over beperkte
afstand te gaan, zoals vervoer van een sportteam naar een uitwedstrijd.
Verzekering tijdens schooltijd
Stichting de La Salle heeft een verzekeringspakket afgesloten dat is afgestemd op de specifieke
onderwijssituatie in het basisonderwijs. Dit verzekeringspakket (de standaardpakketpolis Bond
K.B.O.) is na een risicoanalyse van het totale schoolgebeuren tot stand gekomen en voorziet o.m. in
de navolgende verzekeringsrubrieken.
Algemene Aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen
Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid van de school (bestuur, leerkrachten, oudervereniging,
vrijwilligers etc.) voor schade aan goederen en letselschade van derden.
Tevens is de individuele aansprakelijkheid van de leerlingen verzekerd tijdens verblijf op school of
tijdens evenementen in schoolverband.
Deze uitbreiding ten aanzien van de leerlingen is echter uitsluitend van kracht voor zover daarvoor
elders geen dekking aanwezig is. Indien elders wel in een dekking is voorzien, maar hierop een eigen
risico van toepassing is, dan valt dit buiten de verzekering. Indien u dit verzekerd wenst, dan kunt u
gebruik maken van de aanvullende verzekering
47
Ongevallen
Het verzekeringspakket voorziet in een collectieve ongevallenverzekering gedurende de schooluren
c.q. evenementen in schoolverband. Ook is de verzekering van kracht gedurende het rechtstreeks
gaan van huis naar school en omgekeerd.
De verzekering kent uitkeringen in geval van:
- overlijden
- blijvende invaliditeit
- tandheelkundige hulp
Reisverzekering.
Voor schoolreisjes en excursies is er een doorlopende reisverzekering in het pakket opgenomen. Dit
onderdeel kent een reisbagageverzekering voor bijvoorbeeld vermissing of beschadiging van kleding
en bagage tijdens genoemde uitstapjes.
Voor- en Naschoolse opvang
Les Petits verzorgt de opvang voor kinderen van 4 t/m 12 jaar na school en gedurende de
schoolvakanties. Zij bieden kinderen in hun vrije tijd een pedagogisch verantwoorde opvang waarbij
aandacht wordt besteed aan zowel het groepsproces als aan de individuele
ontplooiingsmogelijkheden van het kind. De kinderen van groep 1/2 worden door medewerkers van
Les Petits opgehaald. Les Petits werkt conform de CAO-Kinderopvang en houdt zich aan de
kwaliteitsregels zoals vermeld staat in het convenant ‘Kwaliteit Kinderopvang’.
De GGD houdt toezicht en controleert de kwaliteit regelmatig met behulp van Risico Inventarisaties
veiligheid en gezondheid. Het inspectierapport ligt ter inzage op de locaties.
Wilt u gebruik maken van opvang dan raden wij u aan uw kind z.s.m. aan te melden. Het komt helaas
nogal eens voor dat er een wachtlijst is en dat uw kind niet direct geplaatst kan worden. Een folder
met meer informatie kunt u op school afhalen, of aanvragen bij: www.lespetits.nl
Op deze site kunt u zich ook aanmelden.
Website
Op onze website vindt u naast algemene informatie, de jaarkalender, aan het begin van elke maand
de nieuwsbrief, foto’s van evenementen op school, de informatie- en schoolgids,
wetenswaardigheden en interessante links voor ouders en kinderen.
In al onze publicaties zullen we de grootste zorg besteden aan de privacy van de kinderen.
Onze website is na het fusieproces vernieuwd en aangepast.
Heeft u nog tips voor onze website, dan horen wij dat graag.
www.bsdeparadijsvogel.nl
48