NOVEMBER 2014 CIO LETTER Beleggen in een tijd van deflatie (en hoge volatiliteit) “Met behulp van creatieve verbeelding nieuwe vragen oproepen, nieuwe mogelijkheden aanboren en oude problemen vanuit een nieuwe invalshoek bekijken: zo wordt wetenschappelijke vooruitgang geboekt.” Albert Einstein Giordano Lombardo Group Chief Investment Officer Wij denken dat we inmiddels in een nieuwe fase zitten, waarin opgerekte waarderingen en een hogere volatiliteit de boventoon voeren. Om meerdere redenen denken we dat de overdadige verruimingsfase die de markten de afgelopen jaren stuwde nu toch het eindstadium heeft bereikt. In oktober werden de financiële markten ruw wakker geschud. Beleggers werden eraan herinnerd dat de voornaamste elementen achter het paradigma van de afgelopen jaren voortaan ter discussie zullen worden gesteld: 1) dat centrale banken de markt voor onbepaalde tijd met liquiditeitsinjecties ondersteunen en 2) dat de wereldeconomie op de een of andere manier gaat herstellen, ook al lopen de fundamentele waarderingen en de marktperformances steeds verder uiteen. We zijn ervan overtuigd dat we nu, na een lange haussemarktrally, een nieuwe fase betreden waarin de volatiliteit een opvallende aanwezige blijft en waarin de rendementen lange tijd onder druk zullen blijven staan. Totale schuld per sector in de voornaamste ontwikkelde landen 140.000 120.000 Bln, USD 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 1999 2001 General government 2003 2005 2007 2009 Household Non financial corp. 2011 2013 Financial Corp. Bronnen: Centrale banken, gegevens BIS, uitgewerkt door Pioneer Investments. De analyse heeft betrekking op Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, het VK, de VS en Japan. Op basis van gegevens die op 29 augustus 2014 beschikbaar waren. Onze overtuiging is gebaseerd op twee elementen, die samen de perfecte ingrediënten voor een scenario van lage rendementen en een hoge volatiliteit vormen. Het eerste element is de mate van overwaardering die de meeste beleggingscategorieën hebben 1 CIO LETTER: Beleggen in een tijd van deflatie (en hoge volatiliteit) November 2014 bereikt. Hier hebben we in voorgaande CIO Letters al over gesproken. Het tweede element houdt verband met het schuldniveau dat nog steeds in de wereldeconomie aanwezig is. De schulddynamiek, een kwakkelende groei in de ontwikkelde economieën en centrale banken die mogelijk zonder effectieve munitie komen te zitten: dat zijn de voornaamste factoren die tot een hogere volatiliteit zullen leiden. Anders dan in het algemeen wordt gedacht, bleef de totale schuld (van de publieke en de private sector) de afgelopen jaren gewoon doorgroeien. Deze ligt inmiddels 14% hoger dan in het vierde kwartaal van 2007. Er zijn maar twee dingen veranderd: wie de schuldeisers zijn en uit welk land die komen. In de ontwikkelde wereld hebben huishoudens en bedrijven (de private sector) hun schulden per saldo afgebouwd, terwijl overheden juist meer schulden hebben opgebouwd. Wel lopen in het bedrijfsleven de ontwikkelingen uiteen bij financiële ondernemingen (schuldafbouw) en niet-financiële ondernemingen (waar de schuldenlast 11% hoger ligt dan in het vierde kwartaal van 2007). De opkomende markten (met name China), die zich in het verleden wat bedachtzamer in de schulden staken, volgen inmiddels de ontwikkelde economieën in hun hernieuwde schuldopbouw op de voet. Hierdoor zal het nog een hele tijd duren voordat de schuldafbouw is afgerond. Waarschijnlijk zal dit niet alleen de totale groei drukken, maar ook zorgen voor een volatiele groei. Wij denken dat de centrale banken inmiddels door hun munitie heen zijn (dat geldt in ieder geval voor de drie Keynesiaanse centrale banken: de Fed, de BoE en de BoJ). En zelfs als zij hun toevlucht tot onconventionele instrumenten zoeken (zoals de BoJ onlangs deed), dan zullen die instrumenten op de middellange termijn weinig effect hebben als daar geen veranderingen in het begrotingsbeleid tegenover staan. De ECB zou wellicht meer effect kunnen sorteren met een omvangrijk experiment van kwantitatieve verruiming. Maar dat lijkt ons nog steeds onwaarschijnlijk: de politieke elite van de kernlanden in de EU (Duitsland en de noordelijke landen) willen hier geen steun aan verlenen. Tegelijkertijd betwijfelen we of de reeds aangekondigde maatregelen – balansverruiming via aankopen van ABS en gedekte obligaties, samen met gerichte langlopende herfinancieringsoperaties (TLRTO's) – effectief zullen zijn om de groei weer aan te zwengelen. De beleggingscategorieën die aangekocht worden, zijn beperkt van omvang en de kredietvraag blijft zwak. Daarom verwachten wij dat de economische bedrijvigheid in de ontwikkelde landen de komende 3-5 jaar gematigd blijft en in de opkomende economieën gaat afzwakken. Daarbij kan de volatiliteit in de reële economie gaan toenemen als gevolg van een feedbackloop vanuit de financiële markten: het marktgedrag zal de fundamenten in een zelfversterkend proces gaan beïnvloeden. Deze trend kan zelfs nog versterkt optreden in gebieden, zoals in de eurozone, waar de kans op deflatie groter is. Wat wezenlijk anders is dan in de periode 2009-2014, is de giftige cocktail van hogere schulden, opgerekte waarderingen van beleggingscategorieën, een hogere economische volatiliteit en een lagere verwachte effectiviteit van maatregelen van centrale banken. Dit betekent in onze optiek dat de komende 3-5 jaar gekenmerkt zullen worden door lagere rendementen en een hogere volatiliteit. Een extra bron van zorg is dat de “zoektocht naar rendement” die we de afgelopen jaren gezien hebben, in diezelfde marktsegmenten geconcentreerd zat. Dat kan tot extra volatiliteit leiden in periodes van spanningen of bij plotselinge veranderingen in het marktsentiment. Al vele malen hebben we gezien dat de overtuiging van veel beleggers slechts een illusie is: zij kunnen niet “net op tijd” voordat de zeepbel barst de uitgang bereiken ... Hoe moeten beleggers dan te werk gaan in deze nieuwe fase van hogere volatiliteit en lagere rendementen? 2 CIO LETTER: Beleggen in een tijd van deflatie (en hoge volatiliteit) Wij denken dat de strategische portefeuille voor de komende paar jaar zo gediversifieerd mogelijk dient te zijn. Allereerst dient er in deze nieuwe omgeving opnieuw over de portefeuilleconstructie nagedacht te worden, op basis van een veel bredere diversificatie dan in het verleden gebruikelijk was. In een omgeving waarin alle beleggingscategorieën lagere rendementen en een hogere volatiliteit opleveren, moeten we alle rendementsbronnen (beta) aanspreken om het rendement van de portefeuille te verhogen. Het probleem is tweeledig: 1) er zijn maar heel weinig “daadwerkelijk” ongecorreleerde beta's en 2) de correlaties zijn niet stabiel en lopen in periodes van spanningen gewoonlijk op. Diversificatie op basis van ongecorreleerde beta's1 Base 100 at 31 December 1993 Volgens ons dient er opnieuw over de portefeuilleconstructie nagedacht te worden, op basis van een veel bredere diversificatie dan in het verleden gebruikelijk was. November 2014 600 500 400 300 200 100 1994 1996 1998 World Equity 2000 2002 2004 World Bond 2006 2008 Real Estate 2010 2012 2014 Commodities Bronnen: Pioneer Investments, Bloomberg. Gegevens per 31 augustus 2014. Aandelen wereldwijd = MSCI World TR Net in USD, obligaties wereldwijd = Barclays Global Aggregate TR in USD, vastgoed = FTSE EPRA/NAREIT Developed TR in USD, grondstoffen = S&P GSCI TR in USD. Daarom denken wij dat de strategische portefeuille voor de komende paar jaar zo gediversifieerd mogelijk dient te zijn, waarbij gebruikgemaakt wordt van alle mogelijke ongecorreleerde beta's, aangezien geen enkele categorie “dominant” zal zijn: aandelen, noch vastrentende producten of ”tastbare” beleggingen, zoals vastgoed of edele metalen. Maar zelfs dat is mogelijk nog niet genoeg. Risicobeheer in een wereld met onstabiele (en nauwelijks voorspelbare) correlaties tussen beleggingscategorieën betekent volgens ons dat beleggers inzicht moeten hebben in de unieke, niet-systematische (idiosyncratische) factoren die het gedrag van een beleggingscategorie bepalen. Beleggers moeten begrijpen wat die factoren voor het totale portefeuillerisico voor gevolgen hebben. Denk bijvoorbeeld aan de invloed van veranderingen in de regelgeving die de vraag naar veilige vastrentende beleggingen stuwt, of aan de fusie- en overnameactiviteit die de waardering van aandelen ondersteunt. 2 Het vermogen om daadwerkelijk alpha te genereren wordt een zeer belangrijk element in het proces om het uiteindelijke rendement te behalen. Ten tweede, gegeven het lage verwachte rendement en gezien het feit dat maar weinig beleggingscategorieën echt ongecorreleerd zijn, wordt het vermogen om daadwerkelijk alpha3 te genereren (zoals het vermogen om benchmarks te verslaan) een zeer belangrijk element in het proces om het uiteindelijke rendement te behalen. Maar nogmaals, deze “alpha” mag geen correlatie vertonen met de onderliggende “beta” (de marktrichting). Het gaat namelijk niet zozeer om de hoeveelheid alpha op zich, maar om 1 De correlatie is een statistische maatstaf die aangeeft hoe twee beleggingsinstrumenten ten opzichte van elkaar in koers bewegen. De beta van een belegging is een maatstaf voor het risico dat blootstelling aan algemene marktbewegingen oplevert, anders dan door idiosyncratische factoren. 2 Een klein uitstapje: De laatste tijd is er veel aandacht besteed aan smart beta. Volgens het lexicon op FT.com tracht een smart betastrategie een betere risico/rendementsverhouding dan conventionele, naar marktkapitalisatie gewogen indices te bieden door gebruik te maken van alternatieve wegingen op basis van maatstaven zoals volatiliteit of dividenden. Met andere woorden, beleggers dienen het universum van categorieën waarin belegd kan worden te vergroten en gebruik te maken van slimmere benchmarks en een slimmere herweging. Maar hoeveel slimmer is dat nou werkelijk? Voor zover het gedrag van deze beleggingscategorieën gekoppeld is aan specifieke risicofactoren, zoals bij de “standaardbeta”, lost dit volgens ons het probleem van de effectieve diversificatie niet op. Bovendien gelden hier nog steeds dezelfde overwegingen die bij de traditionele beta golden. 3 Alpha is een risicogewogen maatstaf van het zogenaamde actieve rendement op een belegging. Het is het rendement bovenop de vergoeding voor het gelopen risico, dat vaak gebruikt wordt om de performance van actieve managers te beoordelen. 3 CIO LETTER: Beleggen in een tijd van deflatie (en hoge volatiliteit) November 2014 het feit dat een daadwerkelijk ongecorreleerde alpha ervoor zorgt dat de informatieratio4 van een portefeuille exponentieel toeneemt (met andere woorden, het verwachte rendement per eenheid risico). Het punt is hier dat het niet zo gemakkelijk is om alpha te genereren die daadwerkelijk ongecorreleerd is aan de beta. Zo geldt voor veel hedgestrategieën – waarvan beweerd wordt dat zij “alpha-engines” zijn die niet gecorreleerd zijn aan traditionele beleggingscategorieën – dat zij in werkelijkheid niet zozeer door de behendigheid van de manager, maar vooral door beta-exposure gedreven worden. De afgelopen vijf jaar wisten slechts vijf van de negen categorieën hedgefondsstrategieën tenminste de helft van hun rendement uit alpha te halen5. Sommige strategieën zijn echter minder afhankelijk van de markt (denk aan marktneutrale strategieën) en kunnen een hoger risicogewogen rendement behalen. Deze strategieën zullen in toenemende mate beschikbaar komen voor beleggers. In de markt geldt dit voor de absoluutrendementbenadering die gebruik maakt van bepaalde hedgetechnieken (zoals long/short-strategieën). Bij alphastrategieën kan een effectieve aandelenselectie een goede alphabron vormen. Ten derde kan bij alphastrategieën een effectieve aandelenselectie een goede alphabron vormen, met name wanneer die gebaseerd is op een selectie van hogeconvictienamen waarvoor de marktrichting niet bepalend is. Maar nogmaals, het is niet alleen maar een kwestie van “actief beheer”, maar ook van “hoe actief” dat beheer is. Een portefeuille die in sterkere mate afwijkt van de benchmark (op basis van ideeën met een hoge convictie), kan indrukwekkende resultaten opleveren (zie de tabel), maar daaraan hangt wel het prijskaartje van een hogere variabiliteit ten opzichte van “minder actieve” strategieën. Historische performance van actieve risicomanagers ten opzichte van de benchmark (geannualiseerd %) Mediane out/underperformance (april 2000 - maart 2010) Large/midcaps VS Smallcaps VS EAFE/wereld excl. VS Wereld Opkomende markten Universum managers met lager actief risico 0,77 0,86 0,06 0,20 -0,02 Universum managers met hoger actief risico 4,04 3,09 1,27 5,47 3,07 Bron: Xiaowei Kang, Frank Nielsen, Giacomo Fachinotti. “Some Like It Hot. On the role of very active mandates across equity segments in a core-satellite structure”, The Journal of Investing, zomer 2012. De universums van managers met een lager en hoger actief risico worden gedefinieerd als de twee groepen managers die qua tracking error in het laagste respectievelijk hoogste kwartiel zijn geëindigd. De historische performance van de managers is na aftrek van de beheervergoeding berekend en is niet gecorrigeerd voor beïnvloeding door externe factoren zoals de survivorship bias en de selection bias. Nogmaals, wat de selectie van aandelen zo moeilijk maakt, is een goed begrip van alle risicofactoren die de performance van een aandeel bepalen (kredietrisico, aandelenrisico, valutarisico, renterisico, stijlrisico, enz.). Dit begrip is essentieel om goed te kunnen bepalen welke risico's de moeite waard zijn om te nemen. Vervolgens dienen de verschillende aandelenposities gecombineerd te worden in een portefeuille die een goede spreiding qua risicofactoren biedt. Soms blijkt een “gediversifieerde” aandelenportefeuille in termen van blootstelling aan specifieke risicofactoren juist behoorlijk geconcentreerd te zijn. De gedragspsychologische beleggingscomponent vormt een ander belangrijk element om een bestendige alpha te kunnen genereren. 4 De gedragspsychologische beleggingscomponent vormt een ander belangrijk element om een bestendige alpha te kunnen genereren. De meeste managers zijn wel in staat om de mogelijke winnaars onder aandelen aan te wijzen, maar de meeste beschikken niet over de juiste discipline om goed met verliesposities om te gaan. Het vermogen om de 4 De informatieratio is een maatstaf voor het naar risico gewogen rendement van een financieel instrument (of een vermogensobject of een portefeuille). 5 Bronnen: Pioneer Investments; EDHEC-indices voor de strategieën Long/Short Equity, Equity Market Neutral, Global Macro, CTA Global, Distressed Securities, Event Driven, Merger Arbitrage, Fixed Income Arbitrage en Convertible arbitrage; MSCI World Local Price Index. Analyse gebaseerd op de correlatie van de hedgefondsindices in de periode december 2009 - september 2014. CIO LETTER: Beleggen in een tijd van deflatie (en hoge volatiliteit) November 2014 win/loss-ratio te maximaliseren (hoeveel wordt gewonnen vs. hoeveel wordt verloren), vormt een belangrijke bepalende factor voor de actieve performance. Risicobeheer zal naar onze overtuiging essentieel zijn om de woelige volatiliteitsbaren in de toekomst te kunnen trotseren. Daarom zijn wij voortdurend bezig om onze risicobeheerdiscipline te verbeteren. Die is naar onze overtuiging essentieel om de woelige volatiliteitsbaren in de toekomst te kunnen trotseren. We moeten niet alleen bij de macrobesluiten die top-down plaatsvinden effectief risicobeheer toepassen (bijvoorbeeld bij de assetallocatie), maar ook bij de bottom-upselectie van afzonderlijke strategieën/posities. Dat betekent dat we op top-downniveau onze macrovisie op de wereld (het basisscenario) voortdurend ter discussie moeten stellen om alternatieve scenario's en de mogelijke gevolgen daarvan voor de portefeuille te kunnen beoordelen. Daar waar aanzienlijk neerwaarts risico bestaat, is het volgens ons belangrijk om te beoordelen of het juiste percentage risicobudget aan hedging “besteed” wordt om de gevolgen van volatiliteit te beperken. Op bottom-upniveau is het belangrijk om de diverse principes van het drawdownbeheer met elkaar te combineren, zoals een stop-loss-discipline6 met de fundamentele benadering van een langetermijnbeleggingsstijl. Naar onze overtuiging vormen deze elementen – een aangescherpte diversificatiebenadering, het vermogen om daadwerkelijk een ongecorreleerde alpha te genereren en de ontwikkeling van een risicobeheerdiscipline die ook met een gedragspsychologische component rekening houdt – de voornaamste instrumenten om beleggingen succesvol te beheren in een nieuw tijdperk van opgerekte waarderingen en een hogere volatiliteit. Het zal ongetwijfeld een uitdagende omgeving worden, maar wij denken dat er zeker kansen zullen zijn voor actieve managers die zich weten aan te passen en die daadwerkelijk vooruitgang in hun beleggingsproces weten te boeken. Important Information Diversification does not guarantee a profit or protect against a loss. Unless otherwise stated, all information contained in this document is from Pioneer Investments and is as of November 14, 2014. Unless otherwise stated, all views expressed are those of Pioneer Investments. These views are subject to change at any time based on market and other conditions and there can be no assurances that countries, markets or sectors will perform as expected. Investments involve certain risks, including political and currency risks. Investment return and principal value may go down as well as up and could result in the loss of all capital invested. This material does not constitute an offer to buy or a solicitation to sell any units of any investment fund or any services. Pioneer Investments is a trading name of the Pioneer Global Asset Management S.p.A. group of companies. Voor het eerst gepubliceerd op: 17 november 2014 6 5 Een stop-loss order is bedoeld om het verlies van een belegger op een positie te beperken.
© Copyright 2025 ExpyDoc