FOCUS JURIDISCH VERANTWOORD TOEZICHT HOUDEN BIJ ZORGORGANISATIE NIEUWE STIJL Naadloos aansluiten Veel zorgwetten veranderen. De care-instellingen moeten zich hierop aanpassen. Met als gevolg dat de rol van de interne toezichthouder wijzigt. tekst Marg Janssen beeld iStock W erd de awbzsector jarenlang gezien als de wat saaiere en bezadigder broer van de dynamische cure, inmiddels zijn de rollen aardig omgedraaid. Met de invoering van de Wmo, het scheiden van wonen en zorg, de overgang van delen van zorg naar de Wmo 2015, de Jeugdwet, de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg liggen er flinke uitdagingen op het bord van de bestuurders in de care. En daarmee ook op dat van de interne toezichthouders. Met het aanstaande afscheid van de AWBZ krijgt ook deze sector te maken met een noodzaak tot herbezinning. De rol van de bestuurder daarbij is helder: hij staat aan het roer en bepaalt de koers. Maar hoe verhouden de interne toezichthouders zich tot deze ontwikkelingen en wat geven zij de bestuurder vanuit hun verantwoordelijkheid mee? Enkele handreikingen. Heroriëntatie De in gang gezette veranderingen vragen om een nieuwe oriëntatie op het doel van de care-organisaties. Veel instellingen kunnen niet langer volstaan met het 32 beproefde recept van verantwoorde verzekerde zorg verlenen. Private activiteiten gaan meer en meer deel uitmaken van het palet aan diensten. Ouderen die geen indicatie meer krijgen voor verblijf, blijken veelal naast hun zorgvraag wel degelijk behoefte te hebben aan een beschermde woonomgeving met welzijnsvoorzieningen en services, zoals maaltijden, schoonmaak en 24-uurs bereikbaarheid. Het aanpassen van de doelstelling en het verlaten van het traditionele zorgaanbod vereisen ondernemerschap. En ondernemen brengt risico’s met zich mee. Daarom kiezen steeds meer zorgorganisaties ervoor die risico’s te spreiden. Niet langer biedt één stichting alle activiteiten aan, maar wordt de stichting bestuurder en aandeelhouder van dochters waarin de (risicovolle) activiteiten zijn ondergebracht. Zo zijn er met de ZORGVISIE MAGAZINE 6 juni 2014 ZVM006_pag32_Focus governance.indd 32 5/21/2014 4:54:27 PM nieuwe Wmo op komst veel Wmo-bv’s opgericht waarin de huishoudelijke verzorging is ondergebracht. Inmiddels worden ook bv’s opgericht voor dagbesteding en voor activiteiten die vooral zijn gericht op het welzijn van cliënten. Ook als joint venture met collega-instellingen. En met regelmaat participeren commerciële bedrijven in de bv’s waarin de facilitaire ondersteuning of schoonmaak is ondergebracht. Wat betekent dat voor de raad van toezicht? Hoe vul je je toezichthoudende taak in als je niet langer toezichthouder bent bij een stichting die zorg biedt, maar die ook aandeelhouder is? Profiel aanpassen Een antwoord op die vraag begint met een vervolgvraag: wat voor raad van toezicht past bij de nieuwe organisatie (structuur)? De meeste zorgstichtingen beschikken – zoals voorgeschreven door de Zorgbrede Governancecode – over een profiel van de raad van toezicht. Dat profiel zal tegen het licht gehouden moeten worden en kritisch worden bezien. Het is immers niet waarschijnlijk dat na Een naar het bijgestelde profiel samengestelde raad van toezicht moet vervolgens in staat zijn verantwoord toezicht te houden over de hele zorgorganisatie nieuwe stijl. Dat geldt ook als deze is ‘opgedeeld’ om de risico’s te spreiden. Dit zogenoemde concerntoezicht moet goed worden vastgelegd in de statuten van de stichting. Immers, als de raad van toezicht statutair alleen goedkeuringsrechten heeft voor de besluiten waarvoor de Code dat voorschrijft voor zover die betrekking hebben op de stichting, ontbreekt effectief toezicht op de rest van het concern. Om dat te voorkomen, is een eenvoudige aanpassing van de statuten voldoende waarmee ook besluiten ten aanzien van de dochters goedkeuring behoeven van de raad van toezicht. Bij bv’s waarin een (kleine) minderheid van de aandelen wordt gehouden, is dat wellicht wat zwaar en zou het de snelheid waarmee aldaar besluiten kunnen stuur en toezicht bij onder meer stichtingen te verbeteren omdat, volgens de Memorie van Toelichting, toezichthouders nu niet goed weten wat van hen wordt verwacht. Het zou nodig zijn om helder in de wet te regelen wat de taak is van een toezichthouder om het hem mogelijk maken die taak behoorlijk te vervullen. De idee is dat bij de vervulling van de toezichthoudende taak de belangen van de stichting moeten prevaleren boven de eigen belangen en dat onbehoorlijk toezichthouden leidt tot aansprakelijkheid voor daaruit voorvloeiende schade. Toezichthouders die hun taak naar eer en geweten en zorgvuldig vervullen, hebben echter niets te vrezen. En, juist door wettelijk vast te leggen wat nu eigenlijk de taakomschrijving inhoudt zodat toezichthouders beter weten wat van hen wordt verwacht, vermindert de angst voor het aansprakelijkheidsrisico, zo veronderstelt de toelichting. Zo’n wetsvoorstel in een omgeving waarin zorginstellingen worden genoodzaakt meer risico’s te nemen, stelt niet op voorhand gerust. Het krijgen én houden van goed zicht op de nieuwe risico’s vraagt vermoedelijk om een bijstelling van het op grond van de Code verplichte informatieprotocol. Dat moet gaan voorzien in de mogelijkheid de taak van intern toezichthouder behoorlijk te vervullen. Adequate informatievoorziening stelt de interne toezichthouder in staat niet alleen het gevoerde beleid achteraf te toetsen, maar ook een (toezichthoudende) rol te vervullen bij toekomstig beleid, waaronder de nieuwe strategie en het in kaart brengen van daarmee samenhangende risico’s. Goede verzekering ingrijpende wijzigingen in het profiel van de organisatie, dat van de interne toezichthouder daar naadloos bij aansluit. Een noodzakelijke vervolgstap is de profielschetsen van de individuele leden van de raad van toezicht eveneens aan een nader onderzoek te onderwerpen: is de raad van toezicht zodanig samengesteld dat alle kennis en kunde aanwezig is die is vereist om de rol van onafhankelijke criticus te blijven vervullen? worden genomen kunnen worden vertraagd. Dit is simpel op te lossen met de toevoeging dat de raad van toezicht de mogelijkheid heeft af te zien van zijn goedkeuringsrecht als het besluitvorming bij dochters betreft. En voor het geval een beslissing een keer minder goed uitpakt dan de business case voorspelde: zorg voor een goede verzekering en vul die aan met een statutaire of contractueel overeen te komen vrijtekening en vrijwaring. Met een vrijtekening beperkt de zorgorganisatie de interne aansprakelijkheid van zijn toezichthouders en met de vrijwaring worden zij beschermd tegen vorderingen van derden. Dit biedt de bescherming die past bij een ondernemende zorgorganisatie. Taakvervulling Er is inmiddels een voorontwerp voor de Wet bestuur en toezicht klaar. Doel van dit wetsvoorstel is de kwaliteit van be- Marg Janssen is advocaat en partner bij Van Doorne juni 2014 ZORGVISIE MAGAZINE 6 ZVM006_pag32_Focus governance.indd 33 33 5/21/2014 4:54:29 PM
© Copyright 2024 ExpyDoc