Nieuwsbrief van de Stichting KDVP – 7 mei 2014 Stichting voor behoud van vertrouwelijkheid, privacy, beroepsgeheim en professionele verantwoordelijkheid bij de behandeling van psychische klachten Wij nodigen u van harte uit om ons - ook financieel - te steunen Bankrekening NL510005343705 van de Stichting KDVP te Amsterdam Contact: [email protected] Geachte collega, sympathisant, belangstellende, donateur, Hierbij ontvangt u de volgende nieuwsbrief van de stichting KDVP, waarin we u graag op de hoogte brengen van de stand van zaken omtrent onze juridische procedures en recente ontwikkelingen binnen de (geestelijke) gezondheidszorg. 1- Hoger Beroep ingesteld door ZN tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam waarbij de goedkeuring door het CBP van de Gedragscode Zorgverzekeraars is vernietigd. 2- Zembla uitzending getiteld: “De jacht op uw medische gegevens” over de opbouw van informatiemacht en exclusieve sturingsmacht van zorgverzekeraars waarbij privacy en beroepsgeheim stelselmatig worden afgebroken. 3- Dringend advies de NZa privacyverklaring voor de generalistische basis GGZ niet te gebruiken en te vervangen door een door de KDVP aangepaste versie van de NZa privacyverklaring voor de specialistische GGZ. Hierover ontving u reeds bericht!! 4- Rechtszitting op 25-4 van VPHuisartsen tegen VZVZ als verantwoordelijke organisatie voor de doorstart van het EPD. 5- Burgeractie om zeggenschap over medische gegevens terug te leggen bij arts en patiënt; internet campagne gestart vanaf 22-4. 6- Behoort keuzevrijheid van patiënten binnenkort tot het verleden? Teken de petitie tegen afschaffing van de restitutievergoeding. 7- Artikel van Jim van Os over betrouwbaarheid van de “zorgvraagzwaarte-indicator”. 8- Vermelding van IBANnummer van de KDVP. Ad 1: Hoger Beroep ingesteld door ZN tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam waarbij de goedkeuring door het CBP van de Gedragscode Zorgverzekeraars is vernietigd: Zoals reeds in onze vorige nieuwsbrief vermeld heeft de rechtbank Amsterdam op 13 november 2013 geoordeeld dat de door het CBP verleende goedkeuring aan de Gedragscode Zorgverzekeraars vernietigd moet worden, omdat de in de Gedragscode beschreven procedures voor de verwerking van medische persoonsgegevens in strijd zijn met privacybeginselen, zoals vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Persoonsgegevens worden bij de afhandeling van declaraties door zorgverzekeraars verwerkt en volgens de rechter zijn de in de Gedragscode vastgelegde regels hieromtrent zodanig dat de privacy van patiënten onnodig wordt doorbroken. Ook staat in de Stichting KDVP, mei 2014 pagina 1 Gedragscode beschreven hoe MC controles (Materiële Controles) moeten worden uitgevoerd. Naar het oordeel van de rechter was de Gedragscode op dit punt eveneens ontoereikend. Na de uitspraak had ZN een aan de uitspraak van de rechter aangepaste versie van de Gedragscode ter goedkeuring aan het CBP kunnen voorleggen om het CBP binnen 6 weken na de uitspraak een nieuw besluit te laten nemen over de Gedragscode Zorgverzekeraars. ZN heeft er voor gekozen geen aangepaste Gedragscode ter goedkeuring voor te leggen aan het CBP, maar heeft Hoger Beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam. De KDVP heeft in reactie op het Hoger Beroep van ZN in februari 2014 een verweer ingediend. Het CBP heeft inmiddels aan de Raad van State laten weten dat het College van mening is dat het beroep van ZN ongegrond is. Omdat het verzamelen en verwerken van medische persoonsgegevens bij getrapte materiële controleprocedures nu niet is uitgewerkt in een goedgekeurde Gedragscode Zorgverzekeraars raden wij u aan om ingeval van een aangekondigde MC controle het op onze site (www.kdvp.nl) te vinden “Inspectieprotocol” (zie onder het thema “Brochures”/”Praktijkinformatie”) als leidraad te nemen. Op dit moment is nog niet bekend wanneer de zitting bij de Raad van State zal plaatsvinden. Zodra de definitieve datum van de zitting bekend is, zullen we u hierover informeren. Ad 2: Zembla uitzending getiteld: “De jacht op uw medische gegevens” over de opbouw van informatiemacht en exclusieve sturingsmacht van zorgverzekeraars waarbij privacy en beroepsgeheim stelselmatig worden afgebroken. De uitzending van het programma van Zembla op 17 april was even schokkend als informatief. Zorgverzekeraars en NZa weigeren - met medeweten van onze Minister - op juiste wijze uitvoering te geven aan rechterlijke uitspraken waarin is bepaald dat cliënten bij de behandeling van psychische klachten bezwaar moeten kunnen maken tegen het bij declaratie verplicht verstrekken van tot de diagnose herleidbare informatie aan zorgverzekeraars. Zorgverleners in de GGZ worden verplicht om hun beroepsgeheim te doorbreken en steeds meer en steeds gedetailleerdere informatie over cliënten te verstrekken. Bovendien blijkt de informatie die de SBGGZ (Stichting Benchmark GGZ) verkrijgt via uitgebreide ROM vragenlijsten ook nog eens geheel zinledig te zijn! Als het aan de NZa en de Minister ligt dan wordt het straks in de gehele GGZ verplicht om de volledige DSM IV diagnose-informatie bij declaratie aan te leveren. Aan het slot van de Zembla uitzending liet een programmeur de kijker even zien wat dat betekent. De vraag of de gigantische hoeveelheid behandelinformatie die op individueel niveau wordt verwerkt en opgeslagen bij DIS, SBGGZ en Zorgverzekeraars veilig is, werd in dit programma ook voorzien van een helder antwoord: de op individueel niveau opgeslagen informatie is Stichting KDVP, mei 2014 pagina 2 dermate specifiek dat deze via koppeling en matching eenvoudig te herleiden is tot personen van vlees en bloed. Hier is “werk aan de winkel” voor het CBP als privacy toezichthouder. Indien het CBP handhavend wil optreden tegen de informatieverwerking in het DIS hoeft zij slechts te verwijzen naar haar eigen standpunt bij de oprichting van het DIS. Deze komt er simpelweg op neer dat het DIS geen tot personen herleidbare gegevens mag verwerken en dat het DIS dus gesloten dient te worden als dit toch gebeurt. De uitzending van Zembla maakt ook pijnlijk duidelijk dat patiënten- en beroepsorganisaties in de GGZ hebben nagelaten op te komen voor de privacy van patiënten. Het beroepsgeheim is volledig verkwanseld, aangezien de verplichte aanlevering van behandelinformatie van het beroepsgeheim niets meer over laat. Het wordt tijd dat zorgverleners in de GGZ opkomen voor fundamentele privacyrechten van patiënten en beroepsgeheim door de besturen van hun beroepsorganisaties hierop aan te spreken. De kernvraag in de uitzending van Zembla was: waarom willen zorgverzekeraars zoveel weten? Het antwoord op die vraag laat zich samenvatten in één woord: sturingsmacht! Zowel burgers/cliënten als professionals hebben alle reden zich zorgen te maken over de exclusieve sturingsmacht van zorgverzekeraars. Zorgverleners worden geknecht via eenzijdig opgelegde contracten en met de komst van zorgbemiddeling verdwijnt - mede via selectief informeren - de keuzevrijheid van cliënten. De centrale sturing in de zorg komt te liggen bij de contractvoorwaarden van zorgverzekeraars. Voor professionals is de “keuze” eenvoudig: even tekenen bij het kruisje. Hieronder enige verwijzingen naar informatie over de uitzending van Zembla: http://zembla.incontxt.nl/seizoenen/2014/afleveringen/17-04-2014 http://zembla.incontxt.nl/seizoenen/2014/afleveringen/17-04-2014/kamervragen-nav-jachtop-uw-medische-gegevens http://cult.thepostonline.nl/column/privacy Ad 3: Dringend advies om de NZa privacyverklaring voor de generalistische basis GGZ niet te gebruiken en te vervangen door een door de KDVP aangepaste versie van de NZa privacyverklaring voor de specialistische GGZ: De KDVP heeft op 9 februari 2014 formeel bezwaar aangetekend tegen de door de NZa ingevoerde regeling NR/CU-539. Deze regeling van de NZa strookt niet met eerdere uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, omdat de privacyverklaring die is opgesteld voor de basis GGZ het niet mogelijk maakt om te verhinderen dat diagnostische informatie wordt verstrekt aan de zorgverzekeraar. Vervolgens heeft de KDVP de NZa in een brief nogmaals attent gemaakt op de gebreken in de door hen opgestelde privacyverklaring. Ook heeft de KDVP in een brief het CBP verzocht om er als toezichthouder bij de NZa op aan te dringen zorg te dragen voor een effectieve Stichting KDVP, mei 2014 pagina 3 digitale declaratiepraktijk, waarbij geen tot de diagnose herleidbare gegevens naar de zorgverzekeraar wordt gestuurd. De NZa heeft tot nu toe echter geen maatregelen genomen om tegemoet te komen aan de bezwaren tegen de regeling NR/CU-539 door de daarin opgenomen privacyverklaring aan te passen. Hier kunt u een toelichting en advies lezen waarom de NZa privacyverklaring ontoereikend is en bijgevolg niet in de praktijk van de generalistische basis GGZ moet worden gehanteerd!!! De KDVP adviseert om een aangepaste versie van de eerder door de NZa opgestelde privacyverklaring - bedoeld voor de specialistische GGZ - in de generalistische basis GGZ te gebruiken voor cliënten die hebben aangegeven dat zij er bezwaar tegen hebben dat diagnose-informatie wordt doorgegeven aan zowel de zorgverzekeraar als het DIS. De aangepaste privacyverklaring die u kunt hanteren voor de GBGGZ is hier te vinden. Ad 4: Rechtszitting van VPHuisartsen tegen VZVZ als verantwoordelijke organisatie voor de doorstart van het EPD: Sinds najaar 2012 is de voorzitter van de KDVP, Ab van Eldijk, als jurist nauw betrokken bij de procedures van VPHuisartsen gericht tegen de doorstart van het EPD/LSP, dat eerder door de Eerste Kamer werd afgekeurd. Het meest fundamentele bezwaar tegen de doorstart van het EPD/LSP is gelegen in het feit dat uitwisseling van behandelinformatie met behoud van het medisch beroepsgeheim niet meer mogelijk is, omdat zorgverlener en patiënt niet langer kunnen bepalen welke informatie voor welk doel wordt verstrekt aan enige derde partij(en). In het huidige EPD/LSP kan in beginsel een ieder die beschikt over een UZI-pas alle medische gegevens inzien die via het Landelijk Schakelpunt voor opvraging zijn opengesteld. Dit is de “wereld op zijn kop”! Er moet nu uitgebreid worden aangegeven wie allerlei informatie niet mag inzien, in plaats van per behandeling gericht te kunnen bepalen naar wie bepaalde informatie toe mag/moet. Valt er een systeem te ontwerpen waarbinnen de uitwisseling van medische persoonsgegevens overeenkomstig het beroepsgeheim selectief en gericht kan plaatsvinden tussen zorgverleners betrokken bij de behandeling van een patiënt? Ja, dat kan! In een artikel dat ten grondslag ligt aan de publicatie die onlangs verscheen in Medisch Contact wordt een alternatief voor het EPD/LSP beschreven dat het mogelijk maakt om geheel in lijn met het medisch beroepsgeheim digitaal behandelinformatie uit te wisselen. Hier kunt u het artikel met de titel “Elektronische zorgcommunicatie à la carte” vinden. De rechtszitting tegen de private doorstart van het afgekeurde EPD/LSP heeft plaatsgevonden op vrijdag, 25-4, om 9.00 uur in de rechtbank te Utrecht. Aangezien de Stichting KDVP, mei 2014 pagina 4 partijen die verantwoordelijk zijn voor en belang hebben bij de private doorstart van het LSP met steeds meer drang en dwang een onomkeerbare situatie trachten te realiseren heeft de Rechtbank aangegeven dat men er naar streeft om gelet op het actuele belang van eisers uitspraak te doen binnen een termijn van maximaal 2x 6 weken. Ad 5: Burgeractie om controle over medische gegevens terug te leggen bij arts en patiënt: Op initiatief van de Stichting Bescherming Burgerrechten en de Stichting Privacy First is op 22-4 een internetcampagne gestart, waarbij burgers via een “zeggenschapsbrief” aan hun huisarts kunnen aangeven aan welke voorwaarden de uitwisseling van hun medische gegevens moet voldoen. In het huidige LSP (voormalig EPD) geeft de patiënt een generieke, algemene toestemming. Dit betekent dat de toegang tot het medisch dossier geen beperkingen heeft en in beginsel alle medische gegevens toegankelijk zijn voor een ieder met een UZI-pas. Bovendien is nu al duidelijk dat de overheid het aantal zorgverleners dat in de toekomst toegang mag krijgen tot het medisch dossier zal uitbreiden. Nu zijn noch arts noch patiënt betrokken bij de uitwisseling van behandelinformatie omdat het de software van het communicatiesysteem is dat gaat bepalen welke informatie door wie kan worden ingezien. Binnen het LSP-systeem is het bijgevolg niet mogelijk om gericht en selectief op basis van geïnformeerde toestemming medische behandelinformatie te verstrekken aan een specifieke derde, zoals het medisch beroepsgeheim dat wel vergt. Op deze wijze is het medisch beroepsgeheim een lege dop geworden, is de vertrouwelijkheid bij de behandeling niet meer te garanderen en ziet de patiënt zijn fundamentele recht op privacy verloren gaan. Via de website van eerdergenoemde internetcampagne kan elke burger een “zeggenschapsbrief” aan de eigen huisarts zenden, waarmee aangegeven kan worden aan welke voorwaarden de uitwisseling van zijn/haar medische gegevens moet voldoen. De campagnestandpunten, een voorlichtingsanimatie en de zeggenschapsbrief zijn vanaf 22-4 beschikbaar via: www.specifieketoestemming.nl De missie en ondertekenaars zijn te vinden via: www.specifieketoestemming.nl/missie Ad 6: Behoort keuzevrijheid van patiënten binnenkort tot het verleden? Teken de petitie tegen afschaffing van de restitutievergoeding. Als Tweede en Eerste Kamer instemmen met het reeds enige tijd voorliggende wetsvoorstel om de restitutievergoeding bij naturapolissen te schrappen (“artikel 13” van de Zorgverzekeringswet), is de keuzevrijheid van patiënten vrijwel gereduceerd tot nul. In dat geval is de in-naturaverzekerde overgeleverd aan de door zijn zorgverzekeraar gemaakte keuze voor bepaalde zorgaanbieders. Als de keuzevrijheid van patiënten wordt ingeruild voor het inkoopbeleid van zorgverzekeraars - ondersteund door het kartelkantoor DBC-Services - dan beheersen verzekeraars zowel de vraag als de aanbodzijde van “zorgmarkt” omdat zij ook eigenmachtig Stichting KDVP, mei 2014 pagina 5 kunnen bepalen onder welke condities met welke zorgaanbieders zij al dan niet contracten afsluiten. Marktwerking in de zorg is een illusie! Het is een bedrieglijk concept dat wordt ingezet om te verhullen dat een terugtredende overheid de centrale sturing overlaat aan het contracteerbeleid van in een conditiekartel samenwerkende zorgverzekeraars. Voor de politiek is nu het moment aangebroken om te laten zien waar men voor staat: voor de belangen van burgers of voor de influisteringen en verlangens van grote zorgverzekeraars. Als Tweede en Eerste Kamer goedkeuring geven aan afschaffing van artikel 13, dan is de patiënt er toe veroordeeld - indien voor een niet-gecontracteerde zorgaanbieder wordt gekozen - zijn behandeling uit eigen zak te bekostigen. De bedrieglijke illusie “marktwerking in de zorg” blijkt helaas niet anders dan “onverantwoordelijk publiek gezag”. Laat uw stem horen in de petitie tegen beperking vrije keuze. Ad 7: Artikel van Jim van Os over betrouwbaarheid van de “zorgvraagzwaarte-indicator”: In het tijdschrift voor psychiatrie/jaargang 56/februari 2014 stelt Jim van Os: “Het falen van zorgvraagzwaartemodel 1.0 was voorspelbaar”. Volgens van Os is de manier waarop een cliënt met psychische problemen binnen het hiertoe ontwikkelde diagnostische systeem in een bepaalde zorgvraagzwaartecategorie wordt ingedeeld volstrekt willekeurig. Hij stelt in zijn artikel dat deze vorm van diagnostiek gelijk staat aan een patiënt met tbc at random laten kiezen uit een serie van 10 pillen waarvan er slechts èèn daadwerkelijk genezend is. Het komt er dus op neer dat toewijzing tot een zorgzwaartecategorie een kwestie van “gokken” is. Deze handelswijze kan niet anders dan schadelijk uitpakken voor de cliënt en staat op gespannen voet met het principe van “primum non nocere” (“ten eerste geen kwaad doen”) dat in de Hippocratische eed is vervat, aldus van Os. Hier kunt u het gehele artikel lezen. Onlangs kwam ook een boek uit van Jim van Os over deze problematiek, getiteld “De DSM-IV voorbij, persoonlijke diagnostiek in een nieuwe GGZ”. Ad 8: Vermelding van IBANnummer van de KDVP Wij zijn nog steeds blij met alle donaties die door het jaar heen binnenkomen. Hoewel de bestuursleden hun werk kosteloos doen, moeten we als KDVP wel regelmatig diensten “inkopen” voor werkzaamheden die buiten ons vermogen liggen. Uw financiële bijdragen zijn daarom nog steeds zeer welkom. Het IBANnummer van de KDVP is NL51 INGB 0005343705 t.n.v. Stichting KDVP te Amsterdam. Met vriendelijke groet namens het bestuur van de KDVP, Ineke Meertens Stichting KDVP, mei 2014 pagina 6
© Copyright 2024 ExpyDoc