"Toespraak generaal Middendorp bij de aankomst van de ATF op

1
Toespraak van Commandant der Strijdkrachten, Generaal T.A. Middendorp, ter gelegenheid van de
aankomst van het 26e detachement Air Task Force op vliegbasis Eindhoven op 12 juli 2014.
Let op: Alleen gesproken woord geldt!
Mannen en vrouwen van de Air Task Force, welkom terug in Nederland!
Ook namens de commandanten van de ATF's, die u zojuist in een erehaag hebben opgewacht.
Het is zover. Uw uitzending zit erop!
Uw familie en vrienden popelen om u in de armen te sluiten.
En u wilt vast niets liever dan met hen naar huis gaan.
Ik beloof u, ik houd het kort.
Maar ik wil toch uw aandacht vragen voor dit bijzondere moment.
Normaal wacht ik nooit eenheden op als zij terugkomen van hun uitzending.
Maar gezien het bijzondere karakter van uw inzet, vond ik dat ik toch een uitzondering moest
maken.
Want uw terugkomst betekent niet alleen het einde van uw militaire uitzending.
Uw terugkomst betekent ook het einde van een langlopende militaire missie.
Het zit het er nu echt op.
De Nederlandse Air Task Force heeft Afghanistan verlaten.
Aangetreden militairen, dames en heren, ruim 12 jaar heeft de Air Task Force een bijdrage
geleverd aan de veiligheid in Afghanistan.
Eerst tijdens de operatie Enduring Freedom, later tijdens de NAVO-operatie ISAF, the International
Security Assistance Force.
Het begon in 2001 in Manas, in Kirgizië, net buiten Afghanistan.
Vanaf die plek werden onze F-16’s en tankvliegtuigen ingezet om Afghanistan te bevrijden van het
terroristische bewind van de Taliban.
In 2005 zijn onze Apaches naar Kabul gegaan, de hoofdstad van Afghanistan. Later ook de F-16’s.
Vanuit daar konden onze vliegers de broodnodige luchtsteun geven aan ISAF, de langstlopende
NAVO-operatie ooit.
Een jaar later werden de F-16’s en Apaches ingezet vanuit Kandahar, en later de Apaches ook
vanuit Tarin Kowt.
2
Net zoals de Chinooks, de Cougars, én de
C-130 Hercules en KDC10, onze transportvliegtuigen.
Alles om onze jongens en meiden te ondersteunen die zich inzetten in de gewelddadige provincie
Uruzgan.
Zo beveiligden de Apaches de Nederlandse grondtroepen, voerden verkenningen uit, en
begeleidden konvooien.
Ook gaven ze directe luchtsteun aan de militairen op de grond.
En, als dat nodig was, vormden ze een snelle reactiemacht.
Ik heb zelf ervaren hoe Apaches het verschil maakten tussen leven en dood, toen ik commandant
was in Uruzgan.
Dat was zonder meer een intensieve periode…
Maar het was niet voor niets.
We hebben daar een groot verschil gemaakt.
In Uruzgan. Vanuit Kandahar en Tarin Kowt.
En later ook vanuit Mazar-e-Sharif, in het noorden van Afghanistan.
Want daar ging de Air Task Force heen toen de regering in 2011 besloot tot de Politie
Trainingsmissie in Kunduz.
Daar, in Mazar-e-Sharif, hebben we voor luchtsteun voornamelijk F-16’s ingezet.
Zodra grondtroepen in de onherbergzame gebieden van Afghanistan onder vuur werden
genomen, en hulp nodig hadden, waren onze vliegers razendsnel ter plaatse.
Eerst met een show of force, door met veel lawaai over te vliegen.
Maar als dat de vijandelijke strijders nog niet voldoende afschrikte, dan zetten onze vliegers het
boordkanon in.
Of ze wierpen - in het uiterste geval, én met enorme precisie - een bom.
Om zo nevenschade te voorkomen.
Een hele verantwoordelijkheid.
Iedere dag weer.
Maar met resultaat.
Dankzij de inzet vanuit de lucht waren collega’s en bondgenoten in Kunduz in staat om de Taliban
te bestrijden, Afghanen op te leiden, en het land te helpen bij de wederopbouw.
3
Zodat de Afghaanse mensen – na decennia van overleven – eindelijk zelf konden werken aan hun
eígen ontwikkeling en veiligheid.
Mannen en vrouwen van de Air Task Force, voor buitenstaanders lijkt de inzet in Afghanistan soms
routinematig geworden.
Veel luchtmachtmilitairen zijn zes of zeven keer naar Afghanistan uitgezonden geweest.
Zij kennen de schroeiende hitte, het stof, de zandstormen…
Maar dat doet niets af aan uw inzet.
U stond er als het nodig was.
U was altijd alert.
Jaar in jaar uit.
En u heeft levens gered.
De levens van Nederlandse en buitenlandse militairen, maar ook van Afghaanse burgers.
Hoe vaak zijn de commandanten van de Air Task Force wel niet gebeld door coalitiepartners om
hen te bedanken voor hun steun vanuit de lucht!
De luchtmachtcommandant van de NAVO, John K McMullen, bedankte ons vorige week nog voor
onze betrokkenheid en onze bijdrage.
Hij schreef: “They have set the standard for all NATO air forces to follow”.
“Zij hebben de norm bepaald voor alle NAVO-luchtstrijdkrachten”.
Een mooi compliment.
Vanaf deze plaats spreek ik daarom mijn respect en waardering uit, voor de professionals van de
Luchtmacht.
Voor vliegend- én voor grondpersoneel.
Want onze kisten worden wel gevlogen door vliegers, maar daarachter zit een heel systeem van
mensen en materieel om het mogelijk te maken!
Ik denk aan de techneuten, de logistiek, de bewakers, de reservisten.
Maar ook aan alle andere Nederlandse ondersteunende eenheden.
Zonder al die mensen, geen steun vanuit de lucht!
U heeft met z’n allen het verschil gemaakt.
Natuurlijk is er nog een lange weg te gaan voor Afghanistan.
In een land dat van zo ver komt is geduld een schone zaak.
We laten Afghanistan dan ook niet in de steek, ook al staat het nu op eigen benen.
4
Volgend jaar gaan we zelfs misschien een bijdrage leveren aan de operatie Resolute Support.
Zodat de Afghanen nog altijd een steun in de rug hebben bij het zorg dragen voor hun land.
Maar aan de inzet van de Air Task Force in Afghanistan is wel een einde gekomen.
En wel vandaag, op dit moment, met de aankomst van het 26e detachement hier op vliegbasis
Eindhoven.
Daarbij past ook een minuut stilte voor alle Nederlandse slachtoffers in Afghanistan.
Want 25 Nederlandse militairen verloren hun leven, waaronder ook twee militairen van de
Koninklijke Luchtmacht: luitenant-kolonel Jan van Twist en kapitein-vlieger Michael ‘Sofac’
Donkervoort.
Laten we nu een minuut stilte in achting nemen voor onze gevallen kameraden…
(minuut stilte)
Commandanten, mannen en vrouwen, het hoofdstuk van de Air Task Force in Afghanistan is
afgesloten.
Samen met duizenden andere militairen hebben wij ervoor gezorgd dat terroristen daar niet meer
de dienst uitmaken, dat de Afghanen grotendeels zelf voor hun veiligheid kunnen zorgen, dat
tienduizenden meisjes naar school kunnen gaan, dat de Afghanen zelf weer aan hun eigen
toekomst kunnen bouwen.
En daarmee hielpen we niet alleen Afghanistan.
Daarmee hielpen we ook andere landen, in én buiten de regio.
Want samen bestreden wij een bron van onveiligheid die ons ook raakte.
Daar mag iedere Nederlander trots op zijn.
Dank-u-wel.
-0-0-0-