Waar voel ik me thuis? Ik kom uit Afghanistan, een

Waar voel ik me thuis?
Ik kom uit Afghanistan, een land waar ik alleen maar oorlog heb gezien en
vooral meegemaakt. Vanaf mijn zestiende ben ik in oorlogsomstandigheden
opgegroeid. Ik was heel lange tijd opgesloten in een deel van mijn stad. Dus
ik kon alleen maar naar mijn werk gaan en weer terug naar huis komen. In die
zin ken ik mijn land niet goed van dichtbij. De kennis over mijn land weet ik,
net zoals anderen, alleen via televisie en media. Dit land heeft zonder twijfel
mooie plekken en mooie steden, prachtige natuur en mooi weer, maar de
omstandigheden gaven me geen kans om van die mooie plekken, prachtige
natuur en boeiende steden te genieten en te zeggen:”Wauw, dit is mijn land
en hier voel ik me thuis.”
Eind 1999 kwam ik naar Nederland. Dit land was voor mij een vreemd land:
alles was nieuw en anders zoals de andere taal, andere cultuur, andere
gewoonten, het weer was anders, mensen denken anders en nog veel meer.
Dit vreemd zijn én de verschillen maakten dit land voor mij boeiend. Hierdoor
werd ik gestimuleerd om alles van dichtbij te zien en mee te maken. Op die
manier kon ik meer informatie over dit land en deze maatschappij verwerven.
Er was geen oorlog, dus ik voelde me veilig. Volgens de regels heb je in
Nederland vrijheid van meningsuiting, waar in Afghanistan geen plek voor
was. Dus die vrijheid en veiligheid gaven mij de kans om naar mensen te
gaan, met mensen te praten, vragen te stellen over dit land en de
geschiedenis van dit land. Ik wilde graag geïnformeerd worden over de
cultuur, traditie en gewoonten van de mensen. Ik wilde weten hoe
Nederlanders denken over mij als buitenlander. Voor mij was het heel
interessant om te ontdekken hoe de Nederlanders denken en hoe ze omgaan
met problemen, bijvoorbeeld: op welke manier ze een probleem oplossen,
hoe ze denken over de wereld en hoe belangrijk de religie voor hen is.
In het begin woonde ik in Well een klein dorpje in de provincie Gelderland.
Het was een écht dorp met 800 inwoners, een kerk en een basisschool, maar
zonder winkelcentrum. Het grootste deel van de mensen was laag opgeleid:
er waren bijna geen universitair opgeleide mensen. De meeste mensen
werkten als boer. Dus ik kon heel gemakkelijk en goedkoop aan biologische
groenten en fruit komen. De meeste mensen van dit kleine dorp waren heel
eerlijk en aardig. Ze waren bereid om mij te helpen en wegwijs te maken. Ik
heb een heel goede relatie met die mensen opgebouwd. Ik kon bijvoorbeeld
heel gemakkelijk met hen over mijn problemen praten en als het nodig was
hulp vragen. Ze waren altijd bereid om mij te helpen om snel Nederlands te
leren en goed te tuinieren. Ze kwamen vaak bij mij langs, ze vonden
Afghaans eten héél lekker. We vierden verjaardagen en nieuwjaar samen.
Hierdoor bood dit kleine dorp me de kans om het beter te leren kennen en er
diep over na te denken. Het was een heerlijk dorp met veel groene plekken.
Het lag aan de Maas en die maakte het dorp nog mooier. Maasdijk was een
van de mooiste plekken. Ik wilde er elke dag even komen om te genieten van
het mooie uitzicht naar Wijk en Aalburg en Den Bosch. In de zomer werd dit
dorp nog mooier, want er was een prachtige natuur om te wandelen en te
fietsen. De Maas had een klein strandje, waar in de zomer veel mensen
kwamen om te zwemmen.
Omdat Well geen winkelcentrum had, moest ik voor de boodschappen
regelmatig naar Den Bosch. Den Bosch is dus een van de steden in
Nederland die ik vaker heb gezien en ook beter ken. Het is een rustige stad
met vrolijke mensen. De etnische variatie is niet opvallender vergeleken met
andere grote steden. Opvallende plekken in Den Bosch zijn voor mij het
winkelcentrum en de Sint Jan. Ik vind Den Bosch een mooie stad.
Dus mijn komst naar Nederland heeft mij veiligheid en vrijheid geschonken.
Die twee woorden vrijheid en veiligheid hebben voor mij veel betekenis want
vrijheid geeft mij de kans om mijn gedachten en mijn vragen met mensen te
delen en problemen ter discussie te stellen. Dit alles begon in het kleine dorp
Well. De vrijheid heeft mij de kans gegeven om er over na te denken, hoe hier
dingen tot stand zijn gekomen. Hier kan ik zonder enige beperking vragen of
God bestaat terwijl als je in Afghanistan deze vraag stelt de moordstraf op je
hoofd staat.
De vrijheid heeft van mij een andere mens gemaakt. Hier denk ik heel anders
over de verschillende onderwerpen dan in Afghanistan. Momenteel heb ik een
kritische kijk naar mijzelf en ook naar de wereld. Dit is iets dat ik in Nederland
heb geleerd.
Door veiligheid kan ik overal gaan en verschillende dingen zien. De groene
natuur van Nederland spreekt me aan. De openheid en glimlach van de
mensen bieden mij de mogelijkheid om makkelijk met hen contact te leggen,
te overleggen en te discussiëren over bepaalde onderwerpen die op dat
moment relevant zijn. Dat kan over politiek, religie, de geschiedenis van
Nederland of een dagelijkse gebeurtenis zijn.
Door die twee geschenken vrijheid en veiligheid kan ik me goed plaatsen in
de Wellse samenleving, de natuur en mooie plekken die ik al eerder heb
genoemd in de Nederlandse samenleving. Well is voor me een representatief
voorbeeld van Nederland. Om die redenen is Nederland mijn tweede land: ik
voel me er thuis. Sommige mensen zeggen tegen mij: “Jij bent Nederlander,
maar je hart ligt in Afghanistan.” Mijn antwoord tegen die mensen is dat ik
genetisch met Afghanistan verbonden ben maar geestelijk met Nederland.