Gerhanko – Gerechtsdeurwaarders Engelse Wandeling 2 k 5 8500

Gerhanko – Gerechtsdeurwaarders
Engelse Wandeling 2 k 5
8500 Kortrijk
informeert u over :
Verordening (EU) Nr.1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van
12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en
de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
In voege : 10.01.2015 ( art.81 Brussel Ibis-Vo)
De verordening is van toepassing op de rechtsvorderingen die zijn ingesteld
op de authentieke akten verleden
op de gerechtelijke schikkingen getroffen
op of nà 10 januari 2015
Concreet betekent dit dat
(1) vanaf 10.01.2015 de bevoegdheid van de gevatte rechtbank niet meer kan en mag gebaseerd
zijn op het oude EEX-verdrag van Brussel 27.09.1968 en ook niet meer op de oude
Verordening (EU) Nr.44/2001 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschap de
dato 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de ten
uitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken ( Brussel I-Vo)
(2) voor titels gewezen op of nà 10.01.2015 geen exequatur meer vereist is.
Opmerking: verschillende behandeling van titels vóór en nà 10.01.2015 !!!!!
Gerechtelijke beslissingen of authentieke akten die dateren van vóór 10.01.2015
blijven onder de reglementering van de Brussel I-Vo, wat in praktijk wil zeggen dat
daarvoor verder nog een exequaturprocedure nodig is voor de gedwongen uitvoering
in de gevallen dat de titel niet kan gewaarmerkt worden als Europese Executoriale Titel.
.A. Wat verandert in de Brussel Ibis-Vo t.a.v. de Brussel I-Vo bij de gedwongen uitvoering ?
.1. U treedt op voor de schuldeiser : wat moet de schuldeiser met zijn bekomen titel vanaf
10.01.2015 doen ?
Een in een lidstaat gegeven beslissing wordt in de overige lidstaten erkend zonder vorm van proces
( art. 36 Brussel Ibis-Vo) en is uitvoerbaar in andere lidstaten zonder dat een verklaring van
uitvoerbaarheid is vereist ( art. 39 Brussel Ibis-Vo) zodat het exequatur afgeschaft wordt en de
schuldeiser enkel moet beschikken over en overmaken aan de uitvoeringsinstantie in de andere
lidstaat:
.a. een afschrift van de ten uitvoer te leggen beslissing dat aan de voorwaarden
voldoet om de echtheid te kunnen vaststellen ( expeditie )
.b. een certificaat afgegeven door het gerecht van oorsprong waaruit blijkt dat de
beslissing uitvoerbaar is in de lidstaat van herkomst en dat ook een uittreksel van
de beslissing bevat alsook de relevante informatie over de invorderbare kosten
van procedure en de berekening van de rente ( attest griffie- formulier I bijlage )
.c. de vertaling van de beslissing en van het certificaat
Praktisch : de Belgische schuldeiser vraagt aan de Belgische griffie zowel de expeditie
als het certificaat voorzien door art. 53 betreffende de tussengekomen beslissing en
laat (met vertaling indien nodig ) beiden betekenen vanuit België met toepassing van
de betekeningsverordening 1393/2007 aan de buitenlandse tegenpartij tevens
inhoudend de kennisgeving van termijnen verzet of beroep omdat Brussel Ibis-Vo in
artikel 43 een dergelijke voorafgaande betekening eist.
Na de betekening heeft de schuldeiser de keuze uit te voeren bij voorraad of niet en
maakt in de beide situaties de stukken ( expeditie- certificaat- vertaling en
betekeningsakte ) over aan de buitenlandse uitvoeringsagent, die gewoon uitvoert
zonder verdere formaliteiten conform uw gegeven instructies.
.2. U treedt op voor de Belgische schuldenaar : wat kan de Belgische schuldenaar nog doen tegen een
beslissing uit een ander EU land getroffen op of nà 10 januari 2015 ?
Antwoord 1 : verzet of beroep of een ander rechtsmiddel in het land van herkomst ( = ten gronde) na
ontvangst van de betekeningsakte van de uitspraak in België
Antwoord 2 : bij wijze van uitvoeringsgeschil, als er wordt uitgevoerd in België
-
niettegenstaande verzet of beroep of rechtsmiddel in het land van herkomst
of
indien men te laat is om ten gronde verzet of beroep of een ander rechtsmiddel aan te
wenden in het land van herkomst
Een verzoek tot weigering van de tenuitvoerlegging bij de Belgische beslagrechter in
eerste aanleg (met mogelijkheid tot beroep bij Hof van Beroep) kan aangewend worden
indien men zich kan beroepen op de weigeringsgronden. De weigeringsgronden staan
vermeld in artikel 45 Brussel Ibis-Vo waarvan de voornaamste zijn :
.a. de dagvaarding was niet tijdig of onregelmatig betekend
.b. in een ander land bestaat er al een onverenigbare beslissing
.c. beslissingen waarvoor de rechter geen bevoegdheid had : zie uitgesloten
materies in Brussel Ibis-Vo
.B. Wat verandert in de Brussel Ibis-Vo t.a.v. de Brussel I-Vo bij voorlopige en bewarende
maatregelen?
Enerzijds wordt uitdrukkelijk voorzien dat voorlopige en bewarende maatregelen onder het
erkennings- en tenuitvoeringleggingsregime van de Brussel Ibis-Vo vallen, hetgeen wil zeggen dat
niet alleen meer de Belgische beslagrechter of de Belgische voorzitter bevoegd is om titels tot
bewarende maatregelen te nemen af te leveren. Het is dus nu theoretisch perfect mogelijk
bewarende beslagen te leggen op basis van een niet-Belgische gerechtelijke titel die hiervoor de
toelating geeft.
Anderzijds worden de grensoverschrijdende gevolgen van voorlopige maatregelen meer beperkt dan
voorheen in die zin dat
.1.indien de maatregelen bevolen zijn door het gerecht dat bevoegd is om het
bodemgeschil te beoordelen, de beslissing tegensprekelijk moet genomen worden
ofwel indien niet tegensprekelijk genomen, betekend aan de verweerder vóór elke
ten uitvoerlegging ( die in iedere lidstaat mogelijk is )
.2.indien de maatregelen bevolen zijn door een gerecht dat niet bevoegd is om het
bodemgeschil te beoordelen, zijn de gevolgen van die maatregelen beperkt tot
het grondgebied van die lidstaat.
.C.Wat verandert er in de Brussel Ibis-Vo t.a.v. de Brussel I-Vo “ratione materiae” bij de
inleiding ?
Eigenlijk niet veel : de wijzigingen worden hierna in cursief vet aangeduid
De Brussel Ibis-Vo is van toepassing voor alle burgerlijke en handelszaken behalve
.1.fiscale zaken
.2.douane zaken
.3.administratief recht
.4.aansprakelijkheid van de staat in uitoefening openbaar gezag
.5.staat natuurlijke personen
.6.huwelijksvermogensrecht of vermogensrecht relatievormen
.7.faillissementen, gerechtelijke akkoorden en insolventieprocedures
.8.sociale zekerheid
.9.arbitrage
.10.onderhoudsverplichtingen( vallen onder de Alimentatieverordening)
.11.testamenten, erfenissen en onderhoudsverplichtingen in gevolge overlijden
.D. Wat verandert in de Brussel Ibis-Vo t.a.v. de Brussel I-Vo inzake “forumkeuzebedingen”
.1.In Brussel Ibis-Vo wordt uitdrukkelijk bepaald dat de beoordeling over de materiële
geldigheid van de forumkeuzebedingen ( aanbod-aanvaarding- wilsgebreken- nietigheden
wegens strijdig met openbare orde of goede zeden ) gedaan wordt naar het recht van de
lidstaat waarvan de rechter als bevoegd is aangewezen.
2.In Brussel Ibis-Vo wordt uitdrukkelijk bepaald dat de forumkeuzebedingen in
overeenkomsten los staan van de andere bepalingen van de overeenkomst hetgeen tot
gevolg heeft dat de geldigheid van een forumkeuzebeding niet kan bestreden worden op
grond van het enkele feit dat de overeenkomst zelf niet geldig is.
3.In Brussel Ibis-Vo wordt uitdrukkelijk bepaald dat de stilzwijgende forumkeuzebedingen
jegens polishouders, verzekeringnemers, benadeelde partijen, consumenten of werknemers
als verweerders slechts mogen aanvaard worden als zij op de hoogte zijn gebracht van hun
recht de bevoegdheid van het gerecht te betwisten en van de gevolgen om niet voor het
gerecht te verschijnen.
.E. Recapitulatie van de in de Brussel Ibis-Vo (behouden) algemene bevoegdheidsprincipes
Reden van de herhaling : om begrijpelijke redenen poogt de Belgische schuldeiser de zaak voor de
Belgische rechter te behouden of te krijgen en lijkt het aangewezen de bijzonderste bevoegdheidsprincipes nog even terug in herinnering te brengen om het bos tussen de bomen te blijven zien.
Art.4.1. Ongeacht de nationaliteit worden zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een
lidstaat opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat.
Art.8.1. Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, kan in een andere
lidstaat worden opgeroepen ingeval van pluraliteit van verweerders op voorwaarde dat er tussen de
vorderingen een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om een gelijktijdige
behandeling en berechting ten einde te vermijden dat onverenigbare uitspraken volgen.
Art.8.2. Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, kan in een andere
lidstaat worden opgeroepen ingeval van vordering tot vrijwaring- voeging of tussenkomst tenzij de
vordering slechts zou zijn ingesteld om hem te onttrekken aan de bevoegdheid van de rechter die
bevoegd zou zijn in zijn zaak.
Art.8.3. Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, kan in een andere
lidstaat worden opgeroepen ingeval van een tegenvordering die voortspruit uit de overeenkomst of
uit het rechtsfeit waarop de oorspronkelijke vordering gegrond is voor het gerecht waar deze laatste
aanhangig is.
Art.8.4. Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, kan in een andere
lidstaat worden opgeroepen ingeval van een zakelijke vordering betreffende een onroerend goed
gelegen in die andere lidstaat
Art.7 Een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, kan in een andere lidstaat slechts worden opgeroepen in de gevallen opgesomd in de afdeling 2 tot afdeling 7 ( artikels 7
tot 26 ) en die behandelen : verbintenissen uit overeenkomsten, koop-verkoop, verlening van
diensten, verbintenissen uit onrechtmatige daad, schadevergoeding of teruggave bij strafbare feiten,
eigendomsvorderingen, geschillen bij exploitatie filialen, vestingen en agentschappen, trust,
vergoedingen voor hulp en berging ladingen en vrachten, verzekeringszaken, consumentenovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten , huur en pacht, geldigheid of ontbinding rechtspersonen,
octrooien, merken, tekeningen en modellen en de door partijen aangewezen bevoegde rechter.
.F. Verordening (EU) Nr.1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012
betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in
burgerlijke en handelszaken toegepast op de inning onbetaalde intra-communautaire facturen
( verbintenissen koop-verkoop en verstrekking van diensten)
1. de algemene regel inzake internationale bevoegdheid inzake verbintenissen uit
overeenkomsten: “het gerecht van de plaats waar de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt , is
uitgevoerd of moet worden uitgevoerd” Art.7.1.a. Verordening 1215/2012
.2. de bijzondere regeling inzake intracommunautaire bevoegdheid inzake verbintenissen voor
koop-verkoop van roerende goederen en verstrekking van diensten : tenzij anders is
overeengekomen , is de plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten gronde ligt bij
koop-verkoop van roerende lichamelijke goederen de plaats in een lidstaat waar de zaken geleverd
werden of geleverd hadden moeten worden en bij verstrekking van diensten de plaats waar de
diensten werden verstrekt of verstrekt hadden dienen te worden. Art.7.1.b. Verordening 1215/2012
Voor elke verbintenis uit een koop- verkoopovereenkomst of dienstenovereenkomst wordt de plaats
van uitvoering en bijgevolg de bevoegde rechter vastgelegd op de plaats van de levering van zaken of
de plaats van de verstrekking van diensten = in principe zal dit dan in het buitenland zijn zodat de
rechtspleging naar het buitenland verhuist . Geschillen in verband met onbetaalde facturen uit
gewone koop-verkoopovereenkomsten met levering in het buitenland zonder voorafgaande
vroegere onderhouden handelsrelaties tussen de partijen verhuizen naar het buitenland.
Het is niet langer meer de plaats waar de betaalverbintenis berust ( in casu in België) , die de
Belgische rechter bevoegd maakt, maar de plaats van de levering die de territoriale bevoegdheid
bepaalt en bijgevolg gewoonlijk het buitenland .
.3.Welke zaken vormen geen probleem of minder problemen ( bij voldoende motivatie ) voor de
bevoegdheid van de Belgische Rechter en kunnen toch in België ingeleid worden?
.3.1.de door partijen aangewezen bevoegde rechter ( art.25 Verordening 1215/2012 )
- hetzij uitdrukkelijk overeengekomen
- hetzij door de handelsgebruiken
De overeenkomst tot aanwijzing van een bevoegd gerecht wordt gesloten door een schriftelijke
overeenkomst of bij een schriftelijk bevestigde mondelinge overeenkomst . ( art.25 1a verordening
1215/2012 )
De overeenkomst van aangewezen bevoegd gerecht wordt gesloten in een vorm die wordt toegelaten door de handelswijze die tussen partijen gebruikelijk is geworden (art.25 1 b verordening
1215/2012 )
De overeenkomst van aangewezen bevoegd gerecht wordt gesloten in de internationale handel in
een vorm die overeenstemt met een gewoonte waarvan de partijen op de hoogte zijn of dienden te
zijn en die in de internationale handel algemeen bekend is en door de partijen bij dergelijke
overeenkomsten in de betrokken handelsbranche doorgaans in acht worden genomen ( art.25 1c
verordening 1215/2012 )
Een aanbevolen formulering bij vorige handelsrelaties met zelfde klant :
Aangezien de rechtspraak van het Hof van Justitie naar aanleiding van EEX I haar gezag behoudt bij
de uitlegging van EEX II of Brussel I-Verordening.
Aangezien het Hof van Justitie in het arrest Mainschiffahrts Genossenschaft/ Les Gravières de dato
20.02.1997 ( H.v.J., 20.02.1997, Rev.Crit.Dr.Int.Priv.,1997,563 – J.T.1997,406 ) bevestigd heeft dat
een forumbeding in de algemene factuurvoorwaarden een forumbeding in de zin van art.17 EEX I kan
uitmaken .
Dat het Hof van Justitie in voormelde zaak heeft beslist dat de omstandigheid dat één van de partijen
zonder enig bezwaar herhaaldelijk de door de andere partij opgestelde facturen waarop het
forumbeding voorkwam , heeft betaald, geldt als toestemming met dit forumbeding op voorwaarde
dat een dergelijke handelswijze overeenstemt met een gebruik in de tak van de internationale
handel waarin de betrokken partijen werkzaam zijn en dat deze partijen dit gebruik kennen of geacht
worden te kennen .
Dat niet kan worden ontkend dat in de internationale handel een gebruik bestaat dat inhoudt dat
partijen in hun handelsrelaties gebonden zijn door algemene factuurvoorwaarden ( waaronder het
forumbeding ) wanneer nooit geprotesteerd werd tegen de toepassing van deze voorwaarden en de
vroegere transacties van partijen onderworpen waren aan deze algemene voorwaarden .
Dat immers partijen, indien zij regelmatig geconfronteerd worden met dezelfde voorwaarden,
vermoed worden om – behoudens laakbare onzorgvuldigheid – kennis te hebben gekregen van het
forumbeding dat in deze algemene voorwaarden is vervat .
Dat zij geacht worden hiermee te hebben ingestemd indien zij hiertegen nooit geprotesteerd hebben
.3.2. De levering ( = afhaling aan het bedrijf in België ) gebeurde effectief in België
Een aantal bedrijven verkoopt aan de poort en de klant haalt af of laat afhalen . Wanneer de
afhaling-levering aan de fabriek in België door de koper gebeurde is er evenmin een probleem .
Een aanbevolen formulering bij afhaling aan de poort
Aangezien de Rechtbank van Koophandel ......... bevoegd is om van de vordering kennis te nemen
overeenkomstig art.25,1 b van de Verordening (EU) Nr.1215/2012 van het Europees Parlement en de
Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Dat bovendien én de levering van de goederen én de betaling ervan te ................ dienden te
gebeuren zodat de Rechtbank bevoegd is om van de vordering kennis te nemen overeenkomstig
art.7.1.a en 7.1.b van de Verordening (EU) Nr.1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van
12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging
van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
.3. De levering wordt juridisch in België gelegd wanneer de verkoopovereenkomst tevens het
vervoer van zaken omvat waarbij de leveringsplicht van de verkoper dan bestaat uit het afgeven
van zaken aan de eerste vervoerder op voorwaarde dat de buitenlandse staat partij is bij het
Weens Koopverdrag .
Wanneer het land van herkomst van de koper ( vb. Frankrijk voor een Franse koper) zich ook heeft
aangesloten bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten
betreffende roerende zaken gesloten te Wenen op 11.04.1980 ( CISG of Weens Koopverdrag ) is het
CISG geïncorporeerd in de materiële wetgeving van de beide staten en van toepassing bij een
internationale verkoop van roerende zaken .
Het art.31 CISG legt , wanneer de verkoopsovereenkomst eveneens het vervoer van zaken regelt, de
plaats van de levering op de plaats van de afgifte van de goederen aan de eerste vervoerder .
Een aanbevolen formulering bij koopovereenkomst met vervoerovereenkomst
Aangezien de Rechtbank van Koophandel ........... bevoegd is om van de vordering kennis te nemen
overeenkomstig art.7.1.b.van de Verordening (EU) Nr.1215/2012 van het Europees Parlement en de
Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de
tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Dat de levering van de goederen in België te ........... is gebeurd in toepassing van art.31 van het
Weens Koopverdrag van 11.04.1980, door het afgeven van de zaken aan de eerste vervoerder ter
verzending aan de koper .
8500 Kortrijk , 09.12.2014
Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij Gerhanko-Gerechtsdeurwaarders Kortrijk
Freddy Loyson - Carine De Jans