Presentatie_Claire_e.. - Contrast :::. Law Seminars

RISICOBEHEERSING IN HET
MEDEDINGINGSRECHT
Contrast Law Seminars
9 oktober 2014
Silvia Vinken
BANNING Advocaten
Claire Mingels
HeidelbergCement Benelux
1
1. Background van onze industrie
2. Wat hebben we geïmplementeerd?
3. Wat gaan we nog doen?
4. Conclusies
2
1. BACKGROUND VAN ONZE INDUSTRIE
• Onze industrie is actief in cement, toeslagstoffen en
betonmortel, met zeer bepaalde kenmerken (concentratie –
oligopolistisch).
• Een industrie die altijd onder “toezicht” is geweest van de
Mededingingsautoriteiten:
– 1989: eerste inval door de Europese Commissie (1ste cement
cartel case)
Beslissing van 1994 (boeteoplegging).
– 2003: onderzoek in betonmortel, in Nederland, door de NMA
(thans ACM)
NMa-zaak 2112 (onderlinge informatie-uitwisseling). Boete
opgelegd maar in 2008 vernietigd (onvoldoende bewijs).
– 2007: onderzoek in cement, in België, door de nationale overheid
beslissing van 2013 (boeteoplegging) ! In hoger beroep.
3
1. BACKGROUND VAN ONZE INDUSTRIE
– 2008: inval door de Europese Commissie (second cement
cartel case)
 nog geen punten van bezwaar in 2014.
– 2012: inval door de ACM in betonmortelsector
 nog geen rapport in 2014.
4
1. BACKGROUND VAN ONZE INDUSTRIE (vervolg)
• De eis van een goed Compliance programma was vanaf
1989 top prioriteit voor het Management.
• Sinds 1990 hebben we verschillende acties in de Benelux
ondernomen. Met de overname door HeidelbergCement in
1994 zijn deze acties met de tijd beter gecoördineerd.
Initiatief komt vandaag vaker van de Groep.
5
2. WAT HEBBEN WE GEÏMPLEMENTEERD ?
2.1. Opleiding
- Sinds 1990:
trainingen met externe advocaten (grote groepen van mensen
– alle activiteiten samen). Niet zeer doeltreffend.
- Eind van de jaren ‘90:
Trainingen gegeven door de juridische dienst zelfs, met een
stuk praktijk (voorbeelden gevonden tijdens de audits).
- Vandaag:
trainingen met externe en interne juristen, voor beperkte
groepen (max. 15 personen) en altijd sessies per activiteit (elke
activiteit heeft haar bijzondere aandachtspunten). Meer
interactiviteit.
6
2. WAT HEBBEN WE GEÏMPLEMENTEERD ? (vervolg)
2.2. Audits
– Jaren ‘90:
Audits door de juridische dienst van geselecteerde
mensen (Directie, Verkoop, Inkoop, strategie en
ontwikkeling).
Probleem: harde kopieën alleen. Geen I.T. check.
– Sinds 2004:
“Papier” audits zijn aan I.T. Forensic onderzoeken
gekoppeld.
Voor een groep van geselecteerde mensen per activiteit.
Om de 2 jaar. Verslag wordt met de mensen besproken
en uitgelegd.
– Mocked dawnraids:
Gebruikt in sommige gevallen  maakt meer indruk op
de mensen + controle over de goede werking van de
procedures inzake inval van een autoriteit.
7
2. WAT HEBBEN WE GEÏMPLEMENTEERD ? (vervolg)
2.3. E-learning
– Sinds 2011 moeten de kaderleden om de 2 jaar de volgende
sessies passeren (en slagen):
• Compliance basics (Code of Business Conduct),
• Anticorruption guidelines,
• Competition law.
– De nieuwkomers moeten de eerste zes maanden de sessies doen.
Ze krijgen deze verplichting in hun “introductiepakket”.
– Degenen die “vergeten” hun huiswerk te doen krijgen een
“reminder” zolang ze het niet doen.
8
3. WAT GAAN WE NOG DOEN ?
3.1. Scanning van e-mails
– E-mail monitoring systeem.
– Uitsluitend voor cement (met mogelijke uitbreiding naar
aanverwante activiteiten).
– Test met de Verkoopdienst van Benelux: eind 2014.
– Proactief, preventief en niet alleen reactief als in het verleden.
– Systematisch en in het heden: controle / audits achteraf worden
minder noodzakelijk.
– Werken met vooraf vastgestelde “keywords”.
9
3. WAT GAAN WE NOG DOEN ?
3.1. Scanning van e-mails
– Lijst van “hits” in de vorm van een verslag wordt gestuurd naar de
juridische dienst (1 x / week), ter beoordeling en eventueel verdere
acties.
– Implementatie lijkt eenvoudig maar moet niet onderschat worden
(privacyaspecten en OR moet instemming geven).
10
3. WAT GAAN WE NOG DOEN ? (vervolg)
3.2. Praktijk (in Nederland)
– ACM zoekt dialoog met industrie en heeft meerdere gezichten:
traditioneel (onderzoek + handhaving) maar profileert zich steeds
meer als gesprekspartner door informele trajecten te bewandelen:
“ACM streeft ernaar marktproblemen zo snel en effectief mogelijk
op te lossen. – Bron: strategie ACM, september 2013”
– Actueel voor de betonmortelindustrie. ACM benadert spelers op de
markt pro actief terwijl het onderzoek nog loopt!
– In het informele traject zet ACM vooral in op preventie en toont
zich bereid als gesprekspartner om bijvoorbeeld input te geven op
de compliance programma’s van de onderneming (voorstander
van email monitoring).
11
3. WAT GAAN WE NOG DOEN ? (vervolg)
3.2. Praktijk (in Nederland)
– Doel van ACM is om ondernemingen te bewegen om maatregelen
te nemen die mededingingsrisico’s (niet noodzakelijk ook
overtredingen (!)) wegnemen.
– Win – win – situatie: belang van toezichthouder en onderneming
identiek: voorkomen is immers beter dan genezen.
– Aandachtspunten:
• Blijf alert: gesprekken met een toezichthouder zijn nooit
helemaal vrijwillig (ongelijkwaardige gesprekspartners).
12
3. WAT GAAN WE NOG DOEN ? (vervolg)
3.2. Praktijk (in Nederland)
– Aandachtspunten:
• Kritiek vanuit de markt: enkel een toezegging kan juridisch
getoetst worden, voor de overige instrumenten (o.a.
normoverdragende gesprekken) ontbreekt een juridisch kader.
• Gevaar bestaat dat ondernemingen verdergaande
toezeggingen doen dan strikt genomen noodzakelijk. ACM
heeft de neiging op de stoel van de onderneming te gaan zitten
en toezeggingen te eisen vanuit de veronderstelling dat er
marktimperfecties zijn (die niet noodzakelijkerwijs te herleiden
zijn tot mededingingsovertredingen).
13
4. CONCLUSIES
• Veel aandacht in onze Groep voor Mededingingsrecht (en
Compliance in het algemeen).
• Bijkomende ervaring in Benelux (historisch).
• Nog ruimte voor verbetering (zie huidige boetes, ondanks alle
inspanningen).
• Opleiding van de mensen is nu OK (begrip voor, belangstelling,
preventie).
• Uitslagen van de audits hebben desalniettemin getoond dat wij
in de goede richting gaan.
• Ervaring is dat een beperkt budget geen rem is indien wij een
constante druk willen laten spelen, met ondersteuning van het
Management.
14