IVVU Masterclass Inkoop in de Wmo en DAEB Op 1 januari 2015 start de nieuwe wet- en regelgeving, die invulling geeft aan de hervorming van de langdurige zorg. Het gaat om de nieuwe wet Wmo 2015 (waarmee de Tweede Kamer eind april heeft ingestemd), de wijziging van het Besluit zorgverzekeringswet inzake de prestatie wijkverpleging (procedure in juni 2014) en de wet Wlz (wetsvoorstel bekend, maar nog niet behandeld). Hoewel er partijen zijn die nog aandringen op uitstel, lijkt de invoering van de Wmo 2015 inmiddels een gegeven. Naar verwachting zal de wettelijke goedkeuring op 1 juli 2014 geregeld zijn. Met het oog op een zorgvuldige invoering zou op 1 juli a.s. ook bekend moeten zijn hoe het inkoopbeleid van de gemeenten er voor 2015 uit gaat zien. Gemeenten bereiden zich daarop voor en zullen op korte termijn (of hebben dat al gedaan) hun inkoopbeleid presenteren en laten weten op welke wijze zij welke producten in welke omvang gaan inkopen in het kader van de Wmo 2015. De aanbieders die in aanmerking willen komen voor een contract met de gemeente zullen zich hier goed op moeten voorbereiden. Ook als het inkoopbeleid van de gemeente nog niet bekend is, is het belangrijk kennis te nemen van de verschillende inkoopmodellen die mogelijk zijn. Met het oog daarop en de vele vragen die inzake de inkoop in de Wmo leven organiseert de IVVU de Masterclass Inkoop in de Wmo en DAEB (Diensten van Algemeen Economisch Belang). De Masterclass Inkoop in de Wmo en DAEB zal plaatsvinden op donderdag 26 juni 2014 van 14.30 tot 16.30 uur bij Kontact der Kontinenten te Soesterberg. Tijdens de bijeenkomst worden inleidingen gehouden door Tim Robbe (eigenaar Robbe & Partners) en Loubna Boufrach (senior beleidsadviseur/jurist ActiZ). Tim Robbe is expert op het gebied van inkoop in de Wmo en de verschillende inkoopmodellen. Hij begeleidt veel gemeenten bij de Wmoinkoop. Loubna Boufrach is auteur van de ActiZ handreiking “Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB)” en deskundig op het terrein van samenwerking in relatie tot aanbesteding. Inkoop in de Wmo Het is voor aanbieders van groot belang op korte termijn helderheid te krijgen over het inkoopbeleid van de gemeenten. In publicaties wordt verwezen naar vier inkoopmodellen, te weten Prestatieinkoop, Subsidietender met prestatiecontracten, Bestuurlijk aanbesteden en Populatiegebonden financiering. Tim Robbe zal ingaan op de verschillende modellen en de voor- en nadelen voor gemeenten en aanbieders bespreken. Omdat steeds meer gemeenten lijken te kiezen voor bestuurlijk 1 aanbesteden en hij daar vaak bij betrokken is, zal hier specifiek op worden ingegaan. Welke strategie kan een aanbieder toepassen in de inkoopprocedure? Er lijkt/komt steeds meer ruimte voor onderhandelingen tussen gemeenten en aanbieders; kan de aanbieder daardoor het gesprek aangaan met de gemeente en zo ja en waarover? De overheveling van begeleiding naar de Wmo gaat gepaard met bezuinigingen. Er wordt dus minder ingekocht dan in 2014, hetgeen leidt tot de vraag: is de klant de dupe (minder volume) of de aanbieder (met minder budget evenveel klanten helpen) en hoe speel je daarop in? 1 Op het aanmeldingsformulier kunt u, indien bekend, aangeven welk inkoopmodel door uw gemeente wordt gehanteerd, zodat we daar bij de voorbereiding rekening mee kunnen houden en daar dieper op in kunnen gaan. Als een bepaald model niet wordt aangegeven, dan wordt de uitwerking daarvan beperkt. Pagina 1 IVVU-0140101 Zal er sprake zijn van reële tarieven en reële eisen met betrekking tot kwaliteit en doelmatigheid, waardoor voor de aanbieders een goede bedrijfsvoering mogelijk is en ontslagen zoveel mogelijk worden voorkomen? Onzeker is ook of gemeenten (voornamelijk) blijven inkopen bij de huidige aanbieders of dat er (veel) ruimte komt voor nieuwe aanbieders en in welke mate aanbieders die wijkverpleging inkopen bij de zorgverzekeraar in het kader van de Zvw eventueel een voordeel hebben. Aan de hand van de vier deelaspecten van inkoop in het sociale domein: contracteren, toeleiden, 2 monitoren en bekostigen , zal worden besproken waar aanbieders bij de inkoop in de Wmo op moeten letten en wat zij vooral wel of absoluut niet moeten doen. DAEB en samenwerking Zoals gezegd ontstaat er in de Wmo meer ruimte voor samenwerking. Daarbij vragen gemeenten met het oog op continuïteit, doelmatigheid en kwaliteit van zorg ook steeds vaker om samenwerking tussen aanbieders. Zorgaanbieders vragen zich daarbij steeds af of samenwerking mogelijk is zonder de mededingingsregels te overtreden en hoe samenwerking dan vormgegeven kan/moet worden. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) wordt daarbij gezien (en gevreesd) als strenge toezichthouder op de Mededingingswet. Onlangs heeft staatssecretaris Van Rijn in een brief aan de Tweede Kamer laten weten ruimte te willen geven aan kleine en innovatieve aanbieders op verschillende vlakken van zorg om zich aan elkaar te verbinden en hen zo een stevigere positie te geven in het veld van aanbieders. Op deze wijze zouden kleine aanbieders tijdelijk en waar nodig gaan samenwerken in een tijdelijk consortium, waardoor zij een reële kans zouden hebben op een contract van de inkopende partij, gemeente of verzekeraar, die de zorg en/of ondersteuning inkoopt. Er zijn wat VWS en ACM betreft geen bezwaren aanwezig om over te gaan tot het contracteren van consortia, zolang de consortia offensief zijn. Dat wil zeggen, zolang de vorming van een consortium er toe leidt dat inkopende partijen de facto meer keuze krijgen - naast de bestaande grotere spelers - en een consortium wordt gevormd tussen complementaire aanbieders zodat integrale producten voor de cliënt en burger kunnen worden gerealiseerd, zoals door de inkopende partij is gevraagd. Samenwerkingsvormen die er vooral op zijn gericht om de eigen belangen van de aanbieders te dienen, zoals het gezamenlijk verdelen van cliënten tussen de aanbieders of het gezamenlijk maken van prijsafspraken, waardoor de inkopende partij meer moet betalen, zijn niet toegestaan en kunnen op grond van de Mededingingswet worden beboet. Hoe ver gaat de ruimte die de staatssecretaris en ACM bieden? Is dit wel iets nieuws, omdat het gaat om samenwerking tussen niet concurrerende aanbieders? Kan het instrument DAEB de aanbieders meer van nut zijn bij het realiseren van een balans tussen de spelregels van de markt en het borgen van publieke belangen? Loubna Boufrach zal ingaan op de mogelijkheden die de DAEB biedt om de transformatie in de lokale situatie te faciliteren en welke voorwaarden daarbij van toepassing zijn. Welke ruimte biedt DAEB aan samenwerking tussen gemeente en aanbieder(s) en tussen aanbieders onderling? Aan de hand van casussen geeft zij tips over hoe u DAEB kan toepassen in de praktijk zonder problemen te krijgen met de ACM. Tijdens de bijeenkomst is interactie tussen de inleiders en deelnemers gewenst en is er uiteraard veel ruimte voor vragen en uitwisseling van kennis en ervaringen. 2 De vier-eenheid van inkopen in het sociale domein – Publicatie geschreven door Tim Robbe en Oscar Ramos Antonio, die een antwoord geeft op de vraag: Welke modellen voor contracteren, toeleiden, monitoren en bekostigen bestaan er en hoe verhouden deze modellen zich tot elkaar? Pagina 2 IVVU-0140101 Overige informatie Doelgroep De doelgroep van deze bijeenkomst zijn bestuurders, managers en beleidsmedewerkers. Kosten Aan deelname aan de bijeenkomst zijn geen kosten verbonden. Wel wordt € 100 in rekening gebracht als een deelnemer niet aanwezig is of zich later dan een week voor de bijeenkomst afmeldt. Aanmelden Aan de bijeenkomst kunnen ongeveer 30 personen deelnemen. Omdat we de informatie graag met zoveel mogelijk leden willen delen, hanteren we een maximum van twee inschrijvingen per zorgorganisatie. Een inschrijfformulier voor deze bijeenkomst is bij deze uitnodiging gevoegd. Inschrijven voor de bijeenkomst kan tot en met dinsdag 17 juni 2014. Op het aanmeldingsformulier is ruimte om aan te geven welk inkoopmodel uw gemeente hanteert. Ook kunt u via het formulier vragen indienen die u graag behandeld wilt hebben. Pagina 3 IVVU-0140101
© Copyright 2024 ExpyDoc