Mei 2014 Informatiekaart landelijke inkoop afspraken specialis tische begeleiding voor mensen met een zintuiglijke beperking De informatie in deze kaart is gebaseerd op het wetsvoorstel Wmo 2015 en Jeugdwet. Het wetsvoorstel Wmo 2015 moet nog goedgekeurd worden door de Eerste Kamer. Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. Het TransitieBureau kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend. Invoering Wmo www.invoeringwmo.nl | [email protected] TransitieBureau Wmo t 070-340 6100 © Rijksoverheid | Mei 2014 TransitieBureau Wmo Aanleiding landelijke inkoopafspraken Wat betekent dit voor gemeenten? Wat moet er in 2014 nog gebeuren? Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten in het kader van de Wmo 2015 ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van cliënten met een zintuiglijke beperking. Van de totale groep cliënten met een zintuiglijke beperking heeft een gering aantal cliënten behoefte heeft aan specialistische ondersteuning. Deze behoefte is er omdat deze mensen vaak, naast de zintuiglijke beperking, te maken hebben met andere (vaak verstandelijke en/of psychiatrische) beperkingen. De combinatie van beperkingen leidt tot een ‘nieuwe’ en nog grotere beperking met nog minder mogelijkheden. Reguliere begeleiding volstaat bij deze clienten niet, waardoor het vaak noodzakelijk is om specialistische begeleiding in te zetten door een zorgaanbieder gespecialiseerd in zintuiglijk gehandicapten (ZG). De VNG werkt in afstemming met het ministerie van VWS op dit moment aan de totstandkoming van de landelijke inkoopafspraken voor de specialistische begeleiding van mensen met een zintuiglijke beperking. De landelijke afspraken worden in juni 2014 gemaakt, waarna gemeenten, na publicatie van de Wmo 2015 in het Staatsblad, gebruik kunnen maken van de raamovereenkomst. Gemeenten zijn straks zelf verantwoordelijk voor de toegang en bekostiging tot deze vorm van ondersteuning. Hierbij kunnen zij cliënten toeleiden naar aanbieders die onder de werking van de landelijke afspraken vallen, maar ook naar regionale – aanbieders die niet onder de werking van de landelijke afspraken vallen. Er zijn echter maar een zeer beperkt aantal regionale aanbieders die deze vorm van specialistische ondersteuning bieden. Het aanbod van specialistische ondersteuning voor deze doelgroep wordt voor het grootste gedeelte door een beperkt aantal landelijke ZG-aanbieders in Nederland geleverd. Om uitval van aanbod te voorkomen en de continuïteit van ondersteuning te kunnen waarborgen is in 2012 het besluit genomen door het ministerie van VWS en de VNG om voor deze specifieke groep, de mensen met een zintuiglijke beperking die deze specialistische vorm van ondersteuning nodig hebben, landelijke inkoopafspraken te maken. De landelijke inkoop heeft alleen betrekking op de functie specialistische begeleiding/ ondersteuning voor mensen met een zintuiglijke beperking. Per gemeente gaat het vaak slechts om enkele personen. Als voor de komende paar jaar de leverings voorwaarden niet landelijk worden geregeld en de inkoop door individuele (of samenwerkende) gemeenten gebeurt zijn er aantal risico’s: • De expertise voor deze vorm van ondersteuning verdwijnt. Voor de cliënt komt de continuïteit van ondersteuning in gevaar, met alle risico’s op escalatie en overlast van dien. • Hoge transactiekosten en/of administratieve lasten bij de landelijke aanbieders van specialistische ondersteuning. • Aanbieders van deze ondersteuning zijn niet in staat om afspraken te maken met individuele gemeenten (uitval van aanbod) / Individuele gemeenten hebben weinig inkoopkracht om goede afspraken te maken. Voor de doelgroep geldt dat substitutie voor het huidige aanbod vooralsnog niet te organiseren is. De communicatie met mensen uit deze doelgroep vraagt om een vaardigheid en expertise welke zeer schaars is. De benodigde expertise is naar verwachting niet zomaar over te nemen door andere aanbieders van ondersteuning en zorg. Het resultaat van de landelijk inkoopafspraken is straks een ‘raamovereenkomst’ tussen gemeenten (VNG) en de landelijke aanbieders van specialistische begeleiding voor mensen met een zintuiglijke beperking. De raamovereenkomst gaat over de inhoud van de ondersteuning, het tarief en de afgesproken werkwijze tussen de gemeenten en aanbieders. Binnen de kaders van deze raamovereenkomst kunnen individuele regionale samenwerkingsverbanden of individuele gemeenten de ondersteuning bij deze aanbieders ‘afroepen’ overeenkomstig de in de overeenkomst gestelde voorwaarden. De VNG zal voor dit doel een landelijk coördinatiebureau opzetten. Vanuit dit bureau worden de contracten/raamovereenkomsten afgesloten met de landelijke aanbieders, namens alle gemeenten en zal de monitoring, het beheer en het contractmanagement verzorgd worden. Met deze inrichting en werkwijze wordt aangesloten bij de landelijke inkoopafspraken die ook voor de specialistische jeugdzorg worden gemaakt. Indien cliënten met een zintuiglijke beperking de specialistische ondersteuning krijgen bij een aanbieder die niet onder de landelijke afspraken valt, dan dient de gemeente daar zelf inkoopafspraken mee te maken.. Voor deze hele doelgroep die eind 2014 ondersteuning ontvangt geldt dat het overgangsrecht van toepassing is, ongeacht naar welke aanbieder(s) de gemeente haar cliënten toeleidt Vragen en antwoorden Vraag Antwoord Met welke aanbieders worden er landelijke afspraken gemaakt? Aanbieders van specialistisch aanbod vroegdove volwassenen • GGMD • Gelderhorst • Kentalis • Noorderbrug Aanbieders van specialistisch aanbod volwassen doofblinden • Gelderhorst • GGMD • Kalorama • Kentalis Aanbieders van specialistisch aanbod volwassenen met een visuele beperking • Bartimeus • Robert Coppes Stichting • Visio Gedurende de looptijd van de afspraken kan op basis van ervaringen en in en na overleg met aanbieders en gemeenten besloten worden om deze lijst aan te passen. Mag een gemeente zelfstandig afspraken maken met de gecontracteerde (landelijke) aanbieders over ZG-ondersteuning? Alleen wanneer deze afspraken gaan over begeleiding die niet in de landelijke afspraken worden genoemd. De landelijke afspraken zijn bindende afspraken tussen alle gemeenten en de betrokken aanbieders. Is er sprake van gedwongen winkelnering? Nee, gemeenten zijn vrij om afspraken te maken met andere (bijvoorbeeld lokale/regionale) aanbieders. Het is echter goed om te beseffen dat deze vorm van begeleiding een specifieke expertise vereist. Deze expertise is in de afgelopen jaren opgebouwd bij de bij deze raamovereenkomst betrokken aanbieders. Waarom zijn niet alle aanbieders gecontracteerd? Omdat de landelijke afspraken een aanvulling zijn op afspraken die gemeenten zelf lokaal of regionaal maken. Lokaal of regionaal opererende aanbieders vallen daarom niet onder de landelijke afspraken. Mag een gemeente zelf bepalen of een cliënt specialistische ondersteuning krijgt of niet? Een gemeente moet middels een onderzoek de ondersteuningsvraag van de cliënt vaststellen, waarbij goed wordt gekeken naar de persoonlijke situatie van de cliënt. Vervolgens zal de gemeente passende ondersteuning moeten aanbieden. Is het overgangsrecht van toepassing voor cliënten die nu specialistische ZG begeleiding krijgen? Ja, cliënten die op 1 januari 2015 AWBZ zorg ontvangen, behouden gedurende een jaar (tenzij indicatie eerder afloopt) de rechten die verbonden zijn aan het indicatiebesluit. Waar vinden gemeenten meer informatie over het onderwerp? Via de websites www.invoeringwmo.nl en www.vng.nl wordt u op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond de landelijke inkoopafspraken. Heeft u nog vragen? Neem dan contact op met Ronald Bellekom (VNG) [email protected] of Peter van Oostenbrugge (VWS) [email protected]. De landelijke/centrale inkoopvoorwaarden, (de raamovereenkomst) hebben alleen betrekking op de aanbieders die landelijk werken. Als gemeenten voor hun burgers de ondersteuning inkopen bij deze landelijke spelers dan zijn de landelijke afspraken van toepassing. De looptijd van de overeenkomst is 3 jaar.
© Copyright 2024 ExpyDoc