EEN WOORD VOORAF Voor u ligt de schoolgids

EEN WOORD VOORAF
Voor u ligt de schoolgids van basisschool “De Knienenbult”.
Hierin vindt u achtergrondinformatie over ons onderwijs. Onderwerpen uit de dagelijkse gang van zaken
op onze school komen aan de orde. Daarnaast wordt informatie gegeven die te maken heeft met de
organisatie van de school in het algemeen.
Op onze school werken mensen met een groot hart voor de kinderen en het onderwijs.
De Knienenbult is een kleine school met veel aandacht voor passende begeleiding voor ieder kind.
In en om de school is er rust en ruimte.
Achter in deze schoolgids treft u een overzicht aan van data, personen en de jaarplanning.
De schoolgids bestaat uit twee delen:
 een algemeen gedeelte (Stichting AccentScholengroep)
 een schoolspecifiek gedeelte
Deze schoolgids heeft de instemming van de Medezeggenschapsraad en is goedgekeurd door het College
van Bestuur van de stichting AccentScholengroep.
Indien u meer informatie wenst, kunt u altijd contact met ons opnemen. Ook kunt u informatie over
school vinden op de website www.knienenbult.nl
We hopen dat u en uw kind zich bij ons thuis zullen voelen.
Namens het team van “De Knienenbult”,
Eveline Hupkes, directeur.
Juni 2014.
1
Schoolgids 2014- 2015
Inhoudsopgave:
Een woord vooraf
1.
Inhoudsopgave
2.
Algemeen gedeelte 2014-2015
6.
Schoolspecifiek gedeelte 2014-2015
1.
De school
1.1 Basisschool “De Knienenbult”
1.2 Historie
1.3 Situering
6.
6.
6.
6.
7.
2.
Waar de school voor staat
2.1 “De Knienenbult” is een protestants christelijke basisschool
2.2 Pedagogisch/didactische visie
7.
7.
8.
3.
Onderwijs op “De Knienenbult”
3.1 TOM-school
3.2 Het personeel
3.3 De units: Onderbouw/ bovenbouw
3.4 De leeromgeving
10.
10.
10.
10.
10.
4.
Het team van “De Knienenbult”
4.1 De schoolleiding
4.2 Leerkrachten
4.3 Interne begeleider
4.4 Leerkracht plusgroep
4.5 Vakleerkracht
4.6 Leerkracht met speciale taken
4.6.1
Schoolcontactpersoon
4.6.2
Bedrijfhulpverlener
4.7 Vrijwilligers
4.8 Scholing van groepsleerkrachten
4.9 Stagiaires
11.
11.
11.
11.
11.
11.
11.
11.
11.
12.
12.
12.
5.
0uders
5.1 Betrokkenheid van ouders
5.2 Informatieverstrekking aan ouders
5.3 Participatie van ouders
5.3.1
De oudervereniging
5.3.2
De medezeggenschapsraad
5.3.3
Ondersteuningsactiviteiten
5.3.4
Pedagogisch partnerschap
12.
12.
12.
13.
13.
13.
13.
14.
2
6.
Zorgstructuur
6.1 Algemeen
6.2 Aanmelding en toelating
6.3 Interne Begeleiding
6.4 Het volgen van de ontwikkeling van kinderen
6.5 Dossiergegevens
6.6 Rapportage aan ouders
6.6.1
Schriftelijke rapportage
6.6.2
Mondelinge rapportage
6.7 Specifieke zorg
6.7.1
Leerling-bespreking
6.7.2
Remedial teaching
6.7.3
Onderwijs aan specifieke groepen
6.7.4
Orthotheek
6.7.5
Orthopedagogische Dienst Accent
6.7.6
De wet Passend Onderwijs
6.7.7
De Zorgroute
6.7.8
De Zorgplicht
6.7.9
De basisondersteuning
6.7.10 Het schoolondersteuningsprofiel (SOP)
6.7.11 Ontwikkelingsperspectief (OP)
14.
14.
14.
15.
15.
15
15.
15.
16.
16.
16.
16.
16.
17.
17.
17.
17.
19.
20.
20.
20.
6.8 Het schoolondersteuningsprofiel van De Knienenbult
21.
6.8.1
Onderwijsondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
6.8.2
Het onderwijsconcept
21.
6.8.3
De voorzieningen op De Knienenbult
21.
6.8.4
De samenvatting tbv het onderwijsprofiel van De Knienenbult 23.
6.9 Pestprotocol
6.10 Samenwerkingsverband Accent
6.11 Centrum voor Jeugd en Gezin
6.12 Verwijsindex
6.13 Overstap naar het voortgezet onderwijs
7.
24.
24.
24.
24.
24.
Activiteiten in het onderwijs: vak- en vormingsgebieden
7.1 Algemeen
7.2 Schoolplan
7.3 Vak- en vormingsgebieden en de gebruikte lesmethodes
7.3.1
Algemeen
7.3.2
De gebruikte methodes
7.3.3
Ondersteuning van het onderwijs
7.3.3.1 ICT in de school
7.3.3.2 SchoolTV
7.3.3.3 Excursies
7.3.4
Werken rond een thema
7.3.5
Groepsdoorbrekend werken
7.3.6
Meervoudige Intelligentie
7.4 Techniek en wetenschap
7.5 Burgerschap en sociale vorming
26.
26.
26.
26.
26.
27.
28.
28
28.
28.
28.
28.
29.
29.
29.
3
7.6 Culturele vorming
7.7 Andere activiteiten
7.7.1 Christelijke feesten
7.7.2
Feesten en vieringen
7.7.3
Schoolsporttoernooien
7.7.4
Acties voor het goede doel
7.7.5
Schoolreisjes en schoolkamp
7.7.6
Verkeersexamen
7.7.7
Westendorps feest
7.8 Resultaten van het onderwijs
29.
30.
30.
30.
30.
30.
30.
30.
30.
31.
8.
Praktische informatie
8.1 Abonnementen
8.2 Bibliobus
8.3 Buitenschoolse opvang
8.4 Eten en drinken
8.5 Fietsencontrole
8.6 Gymnastiek
8.7 Kleding
8.8 Leerplicht
8.9 Overblijven
8.10Pleinwacht
8.11Schoolfoto’s
8.12Nieuwsbrief
8.13Schoolregels en afspraken
8.13.1 Gebruik schoolplein
8.13.2 Fietsenstalling
8.14Schoolsporttoernooi
8.15Schooltijden
8.16Schoolverzuim
8.16.1 Algemeen
8.16.2 Ziekmelding
8.16.3 Verlof
8.16.4 Bezoek tandarts/huisarts enz.
8.16.5 Vrijstelling van onderwijsactiviteiten
8.17 Vakantierooster
8.18 Verjaardagen
8.19 Vrijwillige ouderbijdrage
8.20 Zwemonderwijs
31.
31.
31.
32.
32.
32.
32.
32.
32.
32.
33.
33.
33.
33.
33.
33.
34.
34.
34.
34.
34.
34.
35.
35.
35.
35.
35.
35.
9.
Organisatie: gezondheid
9.1 Jeugdgezondheidszorg
9.2 Logopedie
9.3 Hoofdluis
35.
35.
36.
36.
10. Organisatie: veiligheid
10.1Arbeidsomstandighedenwet
10.1.1 Vluchtplan
10.1.2 Hygiëne en veiligheid
10.1.3 Bedrijfshulpverlening
36.
36.
36.
37.
37.
4
10.2 Gebruiksvergunning
10.3 Keuring speeltoestellen
37.
37.
11. Algemene regelingen van Accent
37.
12. Jaarplanning 2014-2015
12.1 Schooltijden
12.2 Groepsindeling
12.3 Bereikbaarheid directeur
12.4 Vakantierooster
12.5 Bijzondere activiteiten op school
12.6 Maandsluiting en vieringen met ouders
12.7Contactavonden: 10-minutengesprekken
12.8 Overblijven
12.9 Gymnastiektijden / zwemmen
12.10Schoolsporten
38.
38.
38.
38.
39.
39.
40.
40.
40.
41.
41.
13. Namen en adressen
13.1Bestuur Oudervereniging
13.2 Medezeggenschapsraad
13.3 Personeel
13.4 Stichting AccentScholengroep
13.5.Diversen
41.
41.
42.
42.
42.
42.
5
Algemeen gedeelte 2014-2015.
Onze school maakt deel uit van de stichting AccentScholengroep Christelijk Onderwijs Achterhoek.
Accent is een professionele christelijke organisatie voor primair onderwijs. Algemene informatie over
Accent én alle scholen van Accent is te lezen op de website van Accent: www.accentscholengroep.nl
Over o.a. de volgende onderwerpen kunt u op de website van AccentScholengroep informatie vinden:
- klachtenregeling
- leerlingenvervoer
- verzekering en aansprakelijkheid
- ernstig wangedrag van leerlingen
- sponsoring
- vervanging bij afwezigheid van leerkrachten
- Centrum voor Jeugd en Gezin
School specifiek gedeelte 2014-2015.
1. De school.
1.1 Basisschool “De Knienenbult”
“De Knienenbult” is een kleine school, gelegen in het buitengebied van het dorp Westendorp.
In en om de school is er veel rust en ruimte. In 2007 is de school verbouwd en aangepast aan de eisen
van modern onderwijs.
Het adres:
Stompdijk 3,
7054 AT Westendorp
Tel. 0315-298385
E-mail: [email protected]
www.knienenbult.nl
1.2 Historie
De school “De Knienenbult” is genoemd naar de plek waar in 1916 de eerste Christelijk Nationale School
te Westendorp is gebouwd.
“Knienenbult” is dialect voor konijnenheuvel. Het eerste, oude gebouw werd in de volksmond
“Knienenbult” genoemd, omdat het wat hoger lag. Konijnen zochten hun toevlucht tot die bult voor het
graven van gangenstelsels. Daar zaten ze veilig en droog.
6
In 1978 is, in verband met de aanleg van de snelweg, de school verplaatst naar de huidige locatie. De
naam “Knienenbult” is meegegaan naar het huidige gebouw. Wij vinden het toepasselijk voor onze
school. Immers, wij willen onze kinderen een veilige plek bieden waarin ze al spelend en lerend op hun
toekomst worden voorbereid. De ‘bult’ zorgt er voor dat er een wijde blik op de toekomst en de wereld
wordt gegeven. Het is ook een naam met een knipoog, verwijzend naar het buitengebied waar onze school
staat, een gebied vol rust en ruimte. Het dialect in de naam heeft iets knus en mag zelfs in de huidige
tijd…. Al spreekt het vanzelf dat wij op school het Nederlands als voertaal gebruiken. De naam
“Knienenbult” is bovendien erg origineel, voor ons een geuzennaam.
Iets over de geschiedenis: Op 4 december 1913 wordt een vereniging tot stichting van een school met de
Bijbel te Westendorp opgericht. Het initiatief daartoe werd genomen door een aantal mensen dat op dat
moment hun kinderen in Halle-Nijman en in Varsseveld christelijk onderwijs liet volgen. Er bleek
voldoende belangstelling om in Westendorp zelf een christelijke school te stichten.
In 1995 heeft een fusie plaatsgevonden met een aantal andere verenigingen, die samen de Vereniging
voor Christelijk Basisonderwijs Gendringen-Wisch vormden. Na de fusie per 1 januari 2002 met de
schoolverenigingen van Aalten en Dinxperlo maakte “De Knienenbult” deel uit van de Vereniging
voor Christelijk Onderwijs Zuid-Achterhoek. (VeCOZA). Sinds 2008 maakt “De Knienenbult” deel
uit van de Stichting AccentScholengroep (Scholengroep Christelijk Onderwijs Achterhoek).
1.3 Situering.
“De Knienenbult” is een kleine school, gelegen in het buitengebied van het dorp Westendorp. In en om de
school is er rust en ruimte. Een ideale plek om te spelen en te leren!
2. Waar de school voor staat.
2.1 “De Knienenbult” is een protestants christelijke basisschool.
We willen een school zijn waarin normen en waarden, ontleend aan de Bijbel, essentieel zijn. Niet
alleen tijdens de lessen rond de Bijbel, maar ook in de dagelijkse omgang met elkaar en in de
samenleving willen we hiervan blijk geven.
In principe zijn alle kinderen welkom op onze school. Van de ouders met een andere
levensovertuiging wordt verwacht dat zij zich loyaal opstellen ten opzichte van het protestants
christelijke karakter van de school. We vinden het respect naar elkaar hebben, over en weer, een groot
goed.
7
2.2 Pedagogisch/didactische visie.
Als profilering van het onderwijs op “De Knienenbult” hebben we gekozen voor het motto: ‘samen
werken aan onderwijs op maat’. Teamleden, kinderen en hun ouders werken samen om aan de kinderen
passend onderwijs te bieden.
De school steekt sterk in op sociale vaardigheden en een prettig pedagogisch klimaat. We vinden het van
groot belang dat de sfeer prettig is en veilig voelt, voor kinderen, hun ouders en de teamleden. Dit komt
natuurlijk in de eerste plaats tot uiting in de dagelijkse omgang met elkaar. In het programma wordt hier
ook tijd aan besteed. Er wordt aandacht gegeven aan het met elkaar leren omgaan, je mening leren geven,
voor jezelf durven opkomen en respect hebben voor elkaar.
Aandacht op maat:
In de profilering werd al onderwijs op maat genoemd. Gezamenlijk willen we er voor zorgen dat ieder
kind op onze school de aandacht en begeleiding krijgt die het nodig heeft. Het is binnen onze organisatie
zeer goed mogelijk om begeleiding te geven aan een grote groep, een kleine groep of, indien dit nodig is,
individueel aan te passen. Het onderwijs is op “De Knienenbult” voor iedereen goed “passend” te maken!
Op “De Knienenbult” is een pedagogisch-didactische werkwijze gekozen, die uitgaat van de
basisprincipes van het Jenaplanonderwijs:
Mens
1. Elk mens is uniek; zo is er maar één. Iedereen heeft een onvervangbare waarde.
2. Elk mens heeft, ongeacht zijn ras, geslacht, sociaal milieu, religie of levensbeschouwing het recht een
eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt gekenmerkt door zelfstandigheid, kritisch bewustzijn,
creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid.
3. Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere
mensen; met de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur; met de niet zintuiglijk
waarneembare werkelijkheid.
4. Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken.
5. Elk mens wordt als een cultuurdrager en -vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en
aangesproken.
Samenleving
6. Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert.
7. Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders
identiteitsontwikkeling.
8. Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met
verschillen en veranderingen wordt omgegaan.
9. Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruim
beheert.
10. Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in
verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt.
School
11. De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. Ze wordt door de
maatschappij beïnvloed en heeft er zelf ook invloed op.
12. In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot
pedagogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken.
13. In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan
de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier
geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving.
14. In de school wordt het onderwijs uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen.
15. In de school wordt het onderwijs vorm gegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten
gesprek, spel, werk en viering.
8
16. In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats, naar leeftijd en
ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren.
17. In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld en aangevuld door gestuurd en begeleid
leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. In dit alles speelt het initiatief van de
kinderen een belangrijke rol.
18. In de school neemt wereldoriëntatie een centrale plaats in met als basis ervaren, ontdekken en
onderzoeken.
19. In de school vinden gedrag- en presentatie beoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de
eigen ontwikkelingsgeschiedenis van dat kind en in overleg met hem.
20. In de school worden verandering en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dit proces
wordt gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken.
( voor meer informatie: www.jenaplan.nl)
In 2012 werd door de JPVN (Jenaplan Vereniging Nederland) de mogelijkheid geboden om scholen te
erkennen als Jenaplanschool. De Knienenbult is sinds 2013 een erkende Jenaplanschool.
In de praktijk komt het er op neer dat er op onze school uitgegaan wordt van de vier basisactiviteiten:
Gesprek:
Naar elkaar luisteren en met elkaar praten is een voorwaarde tot het komen tot communicatie met elkaar.
Aan het gesprek wordt daarom veel aandacht besteed. Niet alleen in de zgn. kringgesprekken, maar ook
tijdens andere vakken als wereldoriëntatie of het boekverslag.
Werk:
Tijdens het onderdeel ‘werk’ wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van basisvakken als rekenen, taal,
spelling, lezen en wereldoriëntatie. Natuurlijk is het werk steeds afgestemd op het specifieke
ontwikkelingsstadium van de kinderen. Tijdens het onderdeel ‘werk’ wordt afwisselend instructie
gegeven, zelfstandig werk gemaakt, of er wordt samengewerkt door groepen kinderen.
Spel:
Alle mensen spelen. Kinderen dus ook. Door te spelen leer je je eigen mogelijkheden kennen en
ontwikkelen. Je leert samenwerken door te spelen en je leert verschillende sociale rollen in de
maatschappij herkennen. Door middel van spel leer je ook taal gebruiken en je kunt zelfs leren rekenen
met behulp van spel. Geen wonder dat spel een belangrijke status heeft in het (Jenaplan) onderwijs! Spel
komt ook tot uitdrukking in expressievakken, kringactiviteiten en vrij spelen.
Viering:
Op gezette tijden in het schooljaar vindt er een viering plaats. Er is veel te vieren in het leven en op
school. Er worden verjaardagen gevierd, aan de christelijke feestdagen wordt ruim aandacht geschonken
(kerstviering met ouders, paasviering- en maaltijd), er worden maandsluitingen en dag- en weekopeningen
gehouden. Deze sluitingen en openingen worden door de kinderen samen voorbereid.
Soms is een viering wat minder expliciet; ook gezellig met elkaar op schoolreisje gaan kan als een viering
ervaren worden.
De uitnodiging om als ouder bij een viering aanwezig te zijn, wordt vermeld in de maandelijkse
nieuwsbrief.
9
3. Onderwijs op “De Knienenbult”.
3.1 TOM-school.
“De Knienenbult” is een TOM-school in wording.
Jenaplanscholen worden traditionele vernieuwingsscholen genoemd. In de begintijd van het
Jenaplanonderwijs werd dit door velen als vernieuwend en als een grote verbetering gezien. In de traditie
van deze vernieuwingsdrang is “De Knienenbult” zich verder aan het ontwikkelen als TOM-school. TOM
staat voor Team Onderwijs op Maat. Deze vernieuwing vult het Jenaplan-onderwijs aan. Goede tradities
worden niet overboord gezet, maar de moderne eisen van de maatschappij roepen wel om aanpassingen in
het onderwijs. We zijn er trots op dat we in 2006 voor onze initiatieven op het gebied van TOM de
Vecoza-onderwijsprijs hebben gewonnen. In oktober 2009 hebben we voor de tweede keer een
onderwijsprijs gewonnen, dit keer de Accent-onderwijsprijs, voor de ontwikkeling van een gerichte
aanpak bij de overstap van basisschool naar voortgezet onderwijs.
Van Team Ontwikkeling op Maat is in de praktijk het volgende te zien:
3.2 Het personeel.
Er is gekozen voor team onderwijs. Het team is gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderwijs en de
begeleiding van de kinderen. Praktisch gezien betekent dit dat niet alleen één leerkracht verantwoordelijk
is voor de verzorging van het onderwijs aan de groep, maar dat er meerdere mensen onderdelen van het
onderwijs verzorgen. Leerkrachten kunnen hun eigen interesses en specialiteiten optimaal inzetten op
school. Iedere leerkracht op onze school heeft wel een eigen specialisme en/of interesse. Er ligt een breed
scala aan specifieke belangstelling, waar we graag gebruik van maken. (bijv. het jonge kind, creatieve
vakken, wereldoriëntatie, rekenen, dans en spel). Leerkrachten krijgen de gelegenheid wat met hun
specialisme te doen. Dit komt uiteraard de school én het personeel ten goede.
Gezamenlijk verantwoordelijk betekent ook dat er met meerdere mensen naar kinderen gekeken wordt. Er
ontstaat zo een compleet beeld van kinderen en van groepen, van alle kanten wordt het beeld belicht. De
aanpak is dan ook verantwoord én eenduidig.
3.3 De units: Onderbouw / bovenbouw.
De school heeft de groepen verdeeld in units: de onder- en bovenbouw. Iedere bouw fungeert als een
veilige thuishaven voor de kinderen. In een bouw werken vaak tegelijkertijd meerdere teamleden
(groepsleerkrachten, onderwijsassistenten, remedial teacher).
Met meer handen in de klas is het makkelijk extra aandacht te geven aan individuele leerlingen of aan een
groep leerlingen die extra uitleg nodig heeft.
Gezamenlijk wordt het werk gepland, besproken en verdeeld.
3.4 De leeromgeving.
Een rijke leeromgeving kent meerdere facetten.
Het eerste dat opvalt, is het gebruik van de school zelf. Na de verbouwing in 2007 is de school ingericht
naar de behoeften van modern onderwijs. De school wordt optimaal gebruikt. Er kan op meerdere plekken
gewerkt worden of instructie worden gegeven, al dan niet m.b.v. een digitaal schoolbord.
Het tweede aspect betreft de leerstof die aangeboden wordt. We willen de kinderen duidelijke handvatten
meegeven wat betreft de leerstof: ze krijgen kennis en basisvaardigheden aangeboden die ze nodig hebben
om verder te kunnen leren en te onderzoeken.
We werken ook regelmatig met de hele school aan levensechte thema’s als “ridders en kastelen”, vreemde
talen, enz. Het onderwijs krijgt zo meer diepgang en wordt betekenisvol.
10
4. Het team van “De Knienenbult”.
Op “De Knienenbult” werkt een goed op elkaar ingespeeld team, bestaande uit een directeur, leerkrachten,
een managementassistente, een onderwijsassistente en vrijwilligers. Ieder teamlid heeft zijn eigen taken.
4.1 De schoolleiding.
De directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de school. Zij wordt ondersteund door
een managementassistente.
4.2 Leerkrachten.
De primaire taak van de groepsleerkrachten is het werken in de groep. Onze leerkrachten werken in de
onderbouw of bovenbouw nauw samen met elkaar. Zij begeleiden de groepen, geven instructie,
coördineren de verschillende lessen en onderhouden de contacten met de ouders. De leerkracht draagt
zorg voor de groep, maar ook voor de individuele leerling. In iedere bouw is er één leerkracht die de
eindverantwoordelijke is voor de totale organisatie in de bouw. Iedere leerkracht op onze school krijgt
de gelegenheid zijn eigen specialiteit optimaal te gebruiken. Dit gebeurt uiteraard in nauw overleg met
de andere leerkrachten en de directeur.
Leerkrachten volgen ieder jaar scholing in het kader van deskundigheidsbevordering. Dit kan
individuele - of teamscholing zijn.
4.3 Interne begeleider.
De interne begeleider, een leerkracht die hiervoor is opgeleid, houdt zich bezig met het coördineren van
de zorg voor alle leerlingen. De interne begeleider stelt een toetskalender op, houdt groepsbesprekingen
over de leerlingen met de leerkrachten en coacht de leerkrachten. Zij onderhoudt ook de contacten met
externe instanties die te maken hebben met zorg en begeleiding van kinderen.
4.4 Leerkracht plusgroep.
Voor leerlingen die meer uitdaging en verdieping in het leren nodig hebben, kinderen die meer- of
hoogbegaafd zijn, is binnen onze school de mogelijkheid om in de plusgroep geplaatst te worden. Eén
dagdeel per week begeleidt onze leerkracht plusgroep deze kinderen in een groepje. Deze plaatsing
gaat altijd in overleg met ouders, groepsleerkrachten en interne begeleider. De leidinggevende
leerkracht heeft hiervoor de benodigde studie gevolgd.
4.5 Vakleerkracht.
Naast de groepsleerkrachten heeft “De Knienenbult” ook een vakleerkracht gymnastiek. Zij wordt
ingezet voor de lessen bewegingsonderwijs in de groepen 5 t/m 8.
4.6 Leerkracht met speciale taken.
4.6.1 Schoolcontactpersoon.
AccentScholengroep heeft voor alle scholen van de stichting een klachtenregeling opgesteld. Deze
klachtenregeling kunt u vinden op de website van AccentScholengroep onder het kopje ‘ouders’. Iedere
Accent-school heeft een schoolcontactpersoon aangesteld. Deze persoon is het aanspreekpunt binnen de
school voor ieder die een klacht wil indienen. In het personeelsoverzicht wordt aangegeven wie de
schoolcontactpersoon is voor “De Knienenbult”.
4.6.2 Bedrijfshulpverlener.
In het kader van de Arbo-wet dient elke school bedrijfshulpverleners aan te stellen. Ook op onze
school hebben we hiertoe opgeleide mensen. In het personeelsoverzicht wordt aangegeven wie dit zijn.
11
4.7 Vrijwilligers.
Binnen onze organisatie werken enkele vrijwilligers mee. Soms zijn dit betrokken ouders, soms zijn
dit enthousiaste mensen die de school een warm hart toedragen. Altijd geldt dat de aard van de
werkzaamheden gebeurt in overleg met de directie en dat privacygevoelige zaken vooraf doorgenomen
worden met de betrokken vrijwilliger. De werkzaamheden van de vrijwilligers zijn divers: afhankelijk
van mogelijkheden van de vrijwilliger. Zij vormen een zeer welkome aanvulling op het team.
4.8 Scholing van groepsleerkrachten.
Om de ontwikkelingen in het onderwijs te kunnen volgen en vernieuwingen te kunnen toepassen is het
noodzakelijk dat leerkrachten mogelijkheden hebben tot scholing en deskundigheidsbevordering.
In het nascholingsplan, dat jaarlijks wordt opgesteld, wordt vastgelegd aan welke cursussen
individueel, dan wel in teamverband wordt deelgenomen.
4.9 Stagiaires.
Wij kiezen ervoor om de ‘collega van de toekomst’ praktijkervaring te laten opdoen binnen onze school,
in het kader van zijn opleiding. Vaak wordt onze school bezocht voor stages op het gebied van nadere
specialisatie op het Jenaplanonderwijs. Stagiaires komen van de volgende opleidingen:
Graafschap college Doetinchem, Hogeschool Iselinge Doetinchem, Hogeschool Arnhem en Hogeschool
Nijmegen. De stagiaires werken binnen het systeem van de school mee, naar kunnen en opleidingsniveau
en altijd onder begeleiding van de leerkrachten.
5. Ouders.
5.1 Betrokkenheid van ouders.
Ouders hebben in het verleden initiatieven genomen om deze school te stichten. Nog steeds hebben de
ouders een grote mate van betrokkenheid bij onze school. We vinden het belangrijk dat ouders en hun
kinderen zich op school ‘thuis’ voelen. Met de ouders willen we partners zijn in de begeleiding van ‘onze’
kinderen.
5.2 Informatieverstrekking aan ouders.
Ouders kunnen dagelijks met hun opmerkingen en vragen op school bij de leerkracht en/of directie
terecht. Altijd zal gezocht worden naar antwoorden of oplossingen.
Als er bijzonderheden zijn na een schooldag, zal de leerkracht met de ouders contact opnemen om te
informeren en te overleggen. We merken dat dergelijke korte lijntjes over en weer door school en ouders
zeer op prijs worden gesteld en dat grote problemen hiermee voorkomen kunnen worden.
Daarnaast zijn er ook structurele informatievoorzieningen:
 Voorlichtingsavond: vrij snel na de zomervakantie worden ouders uitgenodigd voor een
voorlichtingsavond. Er wordt op deze avond informatie gegeven over de schoolorganisatie.
 Tien-minutengesprekken: elke twee maanden worden deze gesprekken georganiseerd, om leerlingen te
bespreken. Aan het begin van het schooljaar maakt u met de groepsleerkracht van uw kind enkele
afspraken voor een tien- minutengesprek (zo mogelijk al op de eerste informatieavond). U krijgt
vervolgens tijdig bericht op welke tijd u wordt verwacht op de afgesproken avond. Mocht de
beschikbare tijd niet genoeg zijn, dan kan een afspraak gemaakt worden voor een vervolg. In principe
worden de gesprekken gevoerd met de groepsleerkrachten van uw kind. Op verzoek van ouders en/of
leerkracht kan een derde persoon toegevoegd worden (IB-er of directeur).
 Nieuwsbrief: iedere maand verschijnt er een nieuwsbrief, met daarin kort informatie die van belang is
voor de komende maand. Ook wordt hier af en toe teruggekeken op de activiteiten die gehouden zijn.
12
 Op de website van de school kunt u actuele zaken en andere informatie vinden: www.knienenbult.nl
5.3 Participatie van ouders.
5.3.1 De Oudervereniging.
Ouders die kinderen hebben op “De Knienenbult” worden automatisch lid van de Oudervereniging,
tenzij ze duidelijk aangeven dit niet te wensen.
Het bestuur van de Oudervereniging heeft een onderwijsondersteunende taak. Zij functioneert als
klankbordgroep voor de directeur. Zij is behulpzaam bij schoolactiviteiten, verzorgt één of meer
ouderavonden per schooljaar, maar zorgt ook voor de wisselwerking tussen ouders en school; zij is,
populair gezegd, een spreekbuis tussen beiden.
Het bestuur van de Oudervereniging is samengesteld uit een vertegenwoordiging van ouders, die
gemiddeld een keer per twee maanden vergadert. De directeur en een teamlid kunnen hierbij aanwezig
zijn. De notulen van deze vergadering liggen ter inzage op school.
Volgens het reglement van de Oudervereniging zijn bestuursleden na vier jaar aftredend, de eerste keer
herkiesbaar.
De Oudervereniging organiseert, in samenwerking met de medezeggenschapsraad, minstens één
ouderavond per schooljaar. Hier komen zaken aan de orde met betrekking tot de werkzaamheden van de
Oudervereniging en de MR; het tweede deel van de avond wordt besteed aan een onderwerp dat nauw
samenhangt met het onderwijs.
Het bestuur van de Oudervereniging (BOV) organiseert in samenwerking met het team een aantal
activiteiten, o.a. het sinterklaasfeest, de kerstviering, het paasfeest en eventuele projecten.
Het bestuur verzorgt de besteding van het goede-doelen-geld en de opbrengst van het oud papier.
Het bestuur van de Oudervereniging vraagt aan de ouders een ouderbijdrage. Deze bijdrage is vrijwillig.
Van het geld worden activiteiten voor de kinderen bekostigd, hierbij kun je denken aan het
Sinterklaasfeest of het eindfeest. Jaarlijks wordt een richtbedrag per kind vastgesteld. Als uw kind na de
kerstvakantie begint, wordt dit bedrag uiteraard aangepast. De penningmeester van het bestuur van de
oudervereniging geeft hier verantwoording over op de jaarvergadering.
Het BOV organiseert voor de school het ophalen van het oud papier.
In samenwerking met de Leemvoortschool wordt op de eerste dinsdagavond van de maand oud papier
opgehaald. U kunt uw oud papier op deze dag ook bij school, buiten het hek, neerzetten. Het oud
papier moet goed verpakt in dozen, of gebundeld worden aangeboden.
5.3.2 De medezeggenschapsraad.
Zoals op iedere Accent-school hebben we een medezeggenschapsraad (MR). Twee ouders en twee
teamleden volgen het beleid van de school en geven advies en/of instemming. Omdat stichting
AccentScholengroep meerdere scholen bestuurt, is er ook een gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad (GMR). Hierin zitten afgevaardigden van de verschillende scholen.
5.3.3 Ondersteuningsactiviteiten.
Bij sommige activiteiten is het handig om ondersteuning en extra begeleiding te hebben van ouders.
Gelukkig kunnen we altijd rekenen op ouders die zich hiervoor aanmelden.
Er worden instructiemomenten gecreëerd bij aanvang en voortgang van ondersteunende activiteiten,
op initiatief van het daarmee belaste teamlid. Privacygevoelige zaken en zaken met betrekking tot orde
e.d. worden hierin duidelijk aan de orde gesteld.
Enkele activiteiten waarbij ouders worden ingeschakeld zijn:
 De luizenwerkgroep. Na iedere vakantie worden de hoofden gecontroleerd door daartoe
opgeleide ouders. Indien nodig treffen deze mensen maatregelen.
 Sportdagen
13







Vervoer en begeleiding van kinderen bij excursies.
Schoolreisjes/schoolkamp
Verkeersexamen.
Planten verzorgen
Klussen
Schoonmaak
Verzorgen van de website
5.3.4 Pedagogisch partnerschap
De school wil nauw samenwerken met ouders wat betreft de begeleiding van de kinderen op school. We
zien de ouders als pedagogisch partner bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van hun kind. Ouders
en leerkrachten kunnen immers gebruik maken van elkaars deskundigheid. De inbreng van de ouders
wordt o.a. gevraagd bij de intake gesprekken aan het begin van het schooljaar.
6. Zorgstructuur.
6.1. Algemeen.
Op “De Knienenbult” vinden we het belangrijk zorg, aandacht en begeleiding op maat te kunnen geven.
In onze organisatie maken we plaats en tijd voor iedere leerling. Het is goed mogelijk om voor iedere
leerling en/of groep het onderwijs passend en op maat te maken.
6.2. Aanmelding en toelating.
Aanmelding van toekomstige leerlingen kan plaatsvinden gedurende het gehele schooljaar.
Wanneer een gezin besluit een kind bij ons aan te melden gaan wij er in principe van uit dat eventuele
broertjes en zusjes ook bij ons geplaatst zullen worden. Hiervoor hanteren wij een door de school
vastgestelde plaatsingsprocedure.
Alle vierjarige kinderen worden door de ouders/verzorgers opgegeven bij de schoolleiding. Voordat u tot
aanmelding overgaat, is het uiteraard mogelijk uitgebreide informatie te verkrijgen over de school. De
schoolgids kan verstrekt worden en/of de ouders hebben een gesprek met de directeur, of met de
leerkracht van de onderbouw.
De toelatingsleeftijd is vier jaar. Op of na hun vierde verjaardag zijn de jongste leerlingen welkom. De
kinderen mogen, bij wijze van schoolgewenning, maximaal twee maanden voor hun vierde verjaardag,
gedurende maximaal vijf schooltijden als gast worden toegelaten. Dit regelt de onderbouwleerkracht in
goed overleg met de ouders van het kind. Over het algemeen spreekt de betrokken groepsleerkracht met
de ouders/verzorgers enkele bezoeken af en de datum waarop de nieuwe leerling kan beginnen.
Kinderen die al eerder een school hebben bezocht, worden aangemeld bij de directeur. Na een eerste
oriënterend gesprek gaan wij over tot het inwinnen van informatie bij de school van herkomst, uiteraard in
overleg met de ouders/ verzorgers.
Nadat tot definitieve plaatsing is besloten, zijn de vertrekkende- en ontvangende school verplicht een
bewijs van uitschrijving en een bewijs van inschrijving uit te wisselen. De school van herkomst moet ook
voor een onderwijskundig rapport zorgen, waardoor optimale aansluiting wordt bevorderd.
Leerlingen met specifieke leerbehoeften kunnen in principe op “De Knienenbult” terecht. We vinden wel
dat plaatsing doordacht en verantwoord moet zijn. Ouders en school moeten er van overtuigd zijn dat er
voldoende adequate begeleiding geboden kan worden. Een oriëntatie vooraf van beide kanten is vereist,
voor de leerling wordt toegelaten.
14
6.3. Interne begeleiding.
Interne begeleiding omvat de coördinatie van de normale en specifieke zorg voor onze leerlingen: de
interne begeleider (IB-er) houdt, met de groepsleerkrachten, het welbevinden en het leren van de
kinderen in de gaten. Zij bespreekt met de leerkrachten de resultaten van kinderen en begeleidt de
leerkrachten om leerlingen én de groepen optimaal te kunnen laten functioneren. Interne begeleiding
richt zich op de groepsleerkracht, niet op de individuele leerling. De interne begeleider fungeert als
coach van de leerkrachten. De groepsleerkrachten blijven zelf verantwoordelijk voor de begeleiding
van de leerlingen.
6.4. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen.
Om de kinderen te kunnen volgen op het gebied van leerprestaties en sociaal-emotionele ontwikkeling
worden de volgende middelen gebruikt:
 De cognitieve vorderingen van de leerlingen worden met landelijk genormeerde toetsen gevolgd. Dit
gebeurt met het leerlingvolgsysteem Cito (LOVS). De vakken begrijpend lezen/luisteren, taal,
rekenen, technisch lezen, spelling en woordenschat worden hierbij gevolgd.
 Ook worden er methode gebonden toetsen afgenomen om direct te kijken of de leerlingen het
geleerde onder de knie hebben.
 De sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt eveneens gevolgd.
De leerkrachten vullen vanaf groep 1 een observatielijst in. Deze observatielijst is een toets onderdeel
van Cito. Vanaf groep 5 vullen de kinderen ook zelf dit volgsysteem in, zodat er een volledig beeld
van het welbevinden ontstaat.
Zorgleerlingen worden op eigen niveau getoetst om de vooruitgang te meten. Tevens vormen de uitslagen uitgangspunt voor het aangepaste leertraject.
De gegevens die uit de genoemde onderdelen verkregen worden, worden gebruikt om
 te bekijken of elke leerling de bij hem of haar passende vorderingen maakt.
 de ontwikkeling van de leerlingen door de hele school te bewaken (doorgaande ontwikkelingslijn).
 nog niet ontdekte problemen bij kinderen te signaleren.
 het gegeven onderwijs te evalueren op groeps- en schoolniveau.
De toets- en observatiegegevens worden opgeslagen in een digitaal dossier (Parnassys).
Tijdens de 10-minutengesprekken kunnen de ouders hierover met de leerkracht in gesprek. De gegevens
worden hierbij bekeken en besproken.
Regelmatig is er overleg tussen de groepsleerkracht en de interne begeleider over de vorderingen per
groep op cognitief -en op sociaal-emotioneel gebied. De orthopedagoog van de Orthopedagogische Dienst
van Accent kan hierbij betrokken worden als daartoe aanleiding is.
6.5. Dossiergegevens.
De dossiergegevens van een kind horen op school, maar zijn voor ouders altijd ter inzage. Wanneer
informatie in het leerlingdossier feitelijk onjuist is, onvolledig of niet ter zake doet, kunnen ouders vragen
om rectificatie. De school volgt hiermee de voorschriften van het CBP (College Bescherming
Persoonsgegevens). Zie voor meer informatie op de website van AccentScholengroep (kopje ‘ouders’).
6.6 Rapportage aan ouders.
6.6.1 Schriftelijke rapportage.
Aan het eind van groep 1 krijgen de leerlingen voor het eerst een rapport mee. Vanaf groep 2 krijgen de
kinderen twee keer per jaar een rapport, in de winter en in de zomer. We proberen op een duidelijke
15
manier de vorderingen van uw kind weer te geven. De gegevens uit het leerlingvolgsysteem worden
hiervoor geraadpleegd. Wij hanteren een hokjesrapport, zonder cijfers en met een brede kolom voor
eventuele opmerkingen om een toelichting of een extra stimulerende opmerking te kunnen plaatsen. Dit
heeft te maken met het feit dat wij naast een beoordeling, kinderen ook graag een positieve pedagogische
stimulans willen geven.
6.6.2 Mondelinge rapportage.
Tijdens de 10-minutengesprekken, die vijf keer per jaar georganiseerd worden, wordt ouders
gelegenheid geboden met de leerkracht de vorderingen en functioneren van hun kind te bespreken.
Tijdens deze avonden is het ook mogelijk om het werk van het kind in te zien. Graag zien wij ouders
in elk geval twee keer in een schooljaar. Vaker mag, indien nodig en/ of gewenst.
Het is ook mogelijk dat de leerkracht u tussendoor voor een gesprek uitnodigt. Deze gesprekken
worden meestal aansluitend aan de schooldag gehouden. Ook kunnen de ouders om een gesprek
vragen.
6.7. Specifieke zorg.
Iedere leerling op onze school kan in aanmerking komen voor specifieke zorg. Er zijn kinderen die wat
meer of minder begeleiding nodig hebben. Maar, indien nodig: iedereen heeft recht op aandacht en
begeleiding op maat.
6.7.1 Leerlingbespreking.
Wanneer uit de groepsoverzichten en het leerlingvolgsysteem blijkt dat bij een leerling hiaten,
vertragingen of versnellingen ontstaan in ontwikkeling of kennis en vaardigheden, dan wordt de
leerling ingebracht in de leerlingbespreking. Indien nodig kan er een handelingsplan opgesteld worden
om dit kind extra te begeleiden.
Voor leerlingbesprekingen wordt ruim tijd gereserveerd. In het jaarlijkse rooster worden deze
besprekingen gepland. Leerlingen worden schriftelijk ingebracht door de groepsleerkracht, volgens
een bespreekmodel.
De resultaten van deze bespreking worden schriftelijk vastgelegd.
6.7.2 Remedial teaching
Remedial teaching is een begrip in het onderwijs dat zoveel betekent als: extra hulp bij het leren. Dankzij
ons systeem van flexibel groeperen is het vrij eenvoudig aanpassingen te maken in de organisatie.
Leerlingen kunnen op deze manier individueel, of in kleine groepjes begeleid worden op een bepaald
gebied. Dit kan een leervak zijn, maar het is ook mogelijk extra begeleiding te krijgen op niet cognitief
gebied.
Materialen die hierbij gebruikt worden zijn reteachingmaterialen uit de methode en uit de orthotheek.
6.7.3 Onderwijs aan specifieke groepen.
Op “De Knienenbult” vinden we het belangrijk om binnen de organisatie tijd te reserveren voor
kinderen die wat meer aandacht en begeleiding nodig hebben. Dit kunnen kinderen zijn met
leerproblemen en/of werkhoudingsproblemen. Tijdens deze momenten wordt gekeken wat dit kind
specifiek nodig heeft, wat de leerpunten zijn en hoe dit het beste aangeboden kan worden.
In principe is de opvang van tijdelijke aard: het is de bedoeling dat de kinderen, eventueel met wat
aanpassingen, in de eigen groep functioneren.
Voor meer- en hoogbegaafde kinderen kunnen we in de ‘plusgroep’ passend en uitdagend onderwijs
realiseren, waardoor demotivatie en gedragsproblemen kunnen worden voorkomen. Ook voor deze
groep wordt steeds gezocht naar adequaat onderwijs op maat. De school komt in de plusgroep
tegemoet aan de behoefte van de leerlingen om met gelijkgestemden samen te werken en te
communiceren. In de grote groep, onder- of bovenbouw, wordt rekening gehouden met deze leerlingen
door de leerstof compact aan te bieden, zodat ze de overgebleven tijd kunnen besteden aan meer
uitdagende en verdiepende leerstof.
16
Kinderen die tijdelijk niet lekker in hun vel zitten, moeite hebben voor zichzelf op te komen, pesters
en gepesten, kortom: kinderen met lichte sociaal-emotionele problemen kunnen op “De Knienenbult”
extra begeleiding krijgen in de zgn. ‘gespreks- en doe groepjes’. Kinderen leren hier, afhankelijk van
wat nodig is, voor zichzelf opkomen, keuzes maken, samenwerken en zich competent voelen.
Al deze activiteiten worden gecoördineerd door de IB-er. De uitvoering ervan kan ook door andere
leerkrachten gebeuren.
6.7.4 Orthotheek.
Naast het methodisch materiaal waaruit onze leerlingen de ‘normale’ lesstof verwerken, beschikken
wij over extra materialen om hardnekkiger problemen te kunnen aanpakken. Materialen, waarmee we
een bepaald probleem met betrekking tot rekenen, taal, lezen of schrijven, vanuit een andere
invalshoek bij kinderen proberen op te lossen. Daarnaast beschikken wij over materialen ter
bevordering van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Al deze documentatiematerialen hebben wij
overzichtelijk gerangschikt in een orthotheek.
6.7.5 Orthopedagogische dienst Accent.
Accent heeft een eigen orthopedagogische dienst (OPD). De OPD is werkzaam vanuit de speciale
basisschool nieuw Hessen in Aalten. Twee orthopedagogen en een psychodiagnostisch medewerker
zijn werkzaam binnen deze dienst. Accent legt met de OPD korte lijnen naar de Accentscholen waar
het gaat om de leerlingenzorg. De OPD is er voor alle hulpvragen betreffende de leerlingenzorg.
Soms is het nodig om nog een completer beeld te krijgen van de hulpvraag van het kind. Om dit te
realiseren werkt de OPD samen met specialisten als een speltherapeut, fysiotherapeut, logopedist,
ergotherapeut en een schoolmaatschappelijk werker. De orthopedagoog kan adviseren over de inzet
van genoemde specialisten.
6.7.6 De wet Passend Onderwijs.
Met ingang van 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs operationeel.
Passend Onderwijs is bedoeld om de kwaliteit van het onderwijs te versterken en om te voorkomen dat
kinderen thuiszitten in plaats van naar school te gaan. Elk kind heeft immers recht op kwalitatief goed
onderwijs!
De scholen van Accent participeren in twee samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs:
Doetinchem en de Oost Achterhoek. Beide samenwerkingsverbanden omarmen de doelstelling om het
onderwijs voor iedere leerling zo gewoon mogelijk en zo nabij mogelijk te organiseren. Deze
doelstelling is gebaseerd op de gedachte dat mensen met beperkingen recht hebben op integratie in de
samenleving. Steeds meer kinderen die voorheen naar het Speciaal Onderwijs werden verwezen, gaan
naar onze reguliere basisscholen. Onze speciale basisschool nieuwHessen biedt daarbij als
complementaire school onderwijs aan kinderen met complexere onderwijsbehoeften.
In de Ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden wordt de gewenste onderwijskwaliteit
beschreven. De ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs
Doetinchem en de Oost Achterhoek zijn te vinden op de website van Accent (onder het kopje
Onderwijs).
6.7.7 De zorgroute.
De zorgroute geeft het niveau van ondersteuning van de leerling aan.
De ondersteuning van de leerling start bij de basisondersteuning van de school. Extra ondersteuning
op school wordt ingezet door Accent. Bovenschoolse ondersteuning kan aangevraagd worden bij het
ZATT (samenwerkingsverband Oost Achterhoek) of het Onderwijszorgloket (samenwerkingsverband
Doetinchem).
17
Basisondersteuning op en door de school
Stap 1Leerkracht in de groep observeert, signaleert, voert
kindgesprek en werkt handelingsgericht.Leerkracht overlegt
met collega’s/ collegiale consultatie.
Stap 2Leerkracht overlegt met internbegeleider tijdens
groepsbespreking. Twee keer per jaar worden kinderen met
sociaal emotionele vraagstellingen besproken (conform
verplichting meldcode en ZorgOog).
Stap 3Leerkracht overlegt in zorgteam (leerkracht,
internbegeleider en orthopedagoog).HGW formulier invullen:wat of wie is er nodig binnen de school?- wat of wie is er nodig
buiten de school?
EXTRA ONDERSTEUNING OP SCHOOL DOOR SCHOOLBESTUUR
Stap 4 - Internbegeleider, leerkracht, directeur en
orthopedagoog bespreken in zorgteamoverleg het inschakelen
van expertise op school en/ of thuis (expertise SO, smw, cio,
svib).-Toeleiding naar de jeugdhulpverlening
(Ondersteuningsteam Zios). -Evalueren/ rapporteren van de
inzet van de expertise. -Verwijzing naar een andere
basisschool onderzoeken.
BOVENSCHOOLSE
Leerkracht in gesprek met
ouders over de ontwikkeling
van hun zoon of dochter.
Leerkracht informeert ouders
over HGW en wisselt
ervaringen uit. De expertise
van de ouders wordt gebruikt.
Leerkracht in gesprek met
ouders, delen zorgen,
uitwisselen ervaringen,
afstemmen aanpak.
Aanvraagformulier
ondersteuning OPD invullen.
Waar mogelijk de leerling
betrekken.
Ouders als partner in
ondersteuning betrekken bij
gesprek en toestemming
regelen.
Waar mogelijk de leerling
betrekken. Vraaggestuurde
ondersteuning realiseren.
ONDERSTEUNING
Stap 5 Inbrengen bij het ZATT t.b.v.:toelaatbaarheidsverklaring SBO, SO en observatieplaats.
Toestemming ouders regelen.
Ouders worden altijd voor een
bespreking in het ZATT
uitgenodigd.
VERVOLG: ONDERWIJS- EN ZORG ‘OP MAAT’
Stap 6
- Ondersteuning/aanpassingen in reguliere school realiseren.
- Aangepaste onderwijsvorm buiten reguliere school, zoals
SBO, SO of observatieplaats realiseren.
-Terugplaatsing naar Bao of SBO op basis van het
ontwikkelingsperspectief van de leerling realiseren.
- Aangepaste voorzieningen voor jeugdzorg tijdens en na
schooltijd realiseren.
- Afstemming school- en behandeling jeugdhulpverlening
realiseren.
18
School steunt ouders bij
keuze:
- eigen school kind
- Bao – Bao
- observatieplaats
- SBO
- SO
SO en SBO handelen conform
het ontwikkelingsperspectief
van de leerling en plaatsen in
overleg met ouders en de
ontvangende school de
leerling terug naar Bao of
SBO. Het ZATT wordt hiervan
op de hoogte gesteld.
6.7.8 De zorgplicht.
Schoolbesturen krijgen zorgplicht. Dit houdt in dat scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling
een passende onderwijsplek krijgt. Als de school de leerling niet de extra ondersteuning kan bieden die
hij nodig heeft, is het verplicht om in overleg met de ouders een passend aanbod op een andere school
te bieden.
Passende ondersteuning overstijgt bij een aantal kinderen (en ouders) het schooldomein. De school
zorgt met de gemeenten en zorginstellingen voor een integrale aanpak. Dit houdt in dat er gesignaleerd
wordt of er extra ondersteuning in de leefomgeving van het kind noodzakelijk is (stap 3 van de
zorgroute). Schoolbesturen krijgen zorgplicht. Dit houdt in dat scholen ervoor moeten zorgen dat
iedere leerling een passende onderwijsplek krijgt. Als de school de leerling niet de extra ondersteuning
kan bieden die hij nodig heeft, is het verplicht om in overleg met de ouders een passend aanbod op een
andere school te bieden.
Passende ondersteuning overstijgt bij een aantal kinderen (en ouders) het schooldomein. De school
zorgt met de gemeenten en zorginstellingen voor een integrale aanpak. Dit houdt in dat er gesignaleerd
wordt of er extra ondersteuning in de leefomgeving van het kind noodzakelijk is (stap 3 van de
zorgroute).
De procedure voor aanmelding bij het regulier onderwijs is – conform de wet Passend Onderwijs - als
volgt:
 Ouders melden hun kind schriftelijk bij de school van voorkeur aan. Dit kan worden gedaan
vanaf de dag waarop het kind de leeftijd van 3 jaar bereikt. Het is net als nu mogelijk om een
kind bij meerdere scholen tegelijk aan te melden.
 De ouders melden tenminste 10 weken voor de datum waarop toelating wordt gevraagd aan en
geven bij de aanmelding aan bij welke school of scholen eveneens om toelating is verzocht.
 De school beoordeelt of het een kind betreft dat extra ondersteuning nodig heeft. Hiertoe kan
de school de ouders verzoeken gegevens te overleggen over welke ondersteuning het kind
nodig heeft, aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening en/of vorige school.
Van ouders wordt verwacht zij die informatie met school deelt (informatieplicht).
 De school moet binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze
periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd.
 Als een school de leerling niet kan toelaten, moet de school (of het schoolbestuur) na overleg
met ouders een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een reguliere
school zijn of een school voor speciaal (basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede
balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen.
Hierbij kan het samenwerkingsverband ondersteuning bieden.
 Voor leerlingen waarvan bekend is dat ze extra ondersteuning nodig hebben, kan het
samenwerkingsverband of het schoolbestuur in samenspraak met school en ouders een
arrangement op stellen. Daarmee kan een leerling met extra ondersteuning naar het reguliere
onderwijs.
19
6.7.9 De basisondersteuning.
Passend Onderwijs vraagt om de definiëring van de basisondersteuning op de scholen. De
basisondersteuning is het kwaliteitsniveau van de ondersteuning die elke school minimaal aan
een leerling kan bieden. Het beschrijft de standaarden die gekoppeld zijn aan de zorgroute:








de ondersteuningsstructuur;
het pedagogisch klimaat;
de wijze waarop met verschillen wordt omgegaan;
de hoeveelheid extra aandacht en tijd;
welke (extra) onderwijsmaterialen beschikbaar zijn;
hoe de omgeving ingericht is;
de beschikbaarheid van expertise;
hoe de samenwerking met externen georganiseerd is.
De beschrijving van de basisondersteuning van de Accentscholen is te vinden op de website van
Accent onder het kopje Onderwijs.
6.7.10 Het Schoolondersteuningsprofiel (SOP).
Elke school heeft per 1 augustus 2014 een Schoolondersteuningsprofiel. Dit profiel geeft informatie
over de mate waarin de school voldoet aan de basisondersteuning en in welke mate de school extra
ondersteuning kan realiseren. Dit is beschreven volgens de volgende vijf velden:





extra aandacht en tijd;
onderwijsmaterialen;
ruimtelijke omgeving;
expertise;
samenwerking met externen.
Ouders kunnen op basis van het Schoolondersteuningsprofiel een passende school kiezen voor hun
kind. Het Schoolondersteuningsprofiel is te vinden op de website van de school én onder kopje 6.8 in
deze schoolgids.
6.7.11 Ontwikkelingsperspectief (OP).
Voor het inzetten van extra ondersteuning is het opstellen van een ontwikkelingsperspectief wettelijk
verplicht en een bespreking in het zorgteam een voorwaarde. Accent heeft hiervoor in 2013 richtlijnen
opgesteld.
De school stelt in geval van extra ondersteuning een ontwikkelingsperspectief (OP) op en legt dit voor
akkoord voor aan de ouders. In het ontwikkelingsperspectief is voor een leerling in het regulier
onderwijs in ieder geval opgenomen:



de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces;
het te verwachten uitstroomniveau per vakgebied van de leerling en een onderbouwing
daarvan;
de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en
ondersteuning.
Op basis van minimaal 3 meetmomenten en een intelligentieonderzoek kan een betrouwbare
voorspelling gedaan worden voor het ontwikkelingsperspectief. De consultatie van een orthopedagoog
is hierbij gewenst. Bijstelling van het Ontwikkelingsperspectief dient in overleg met ouders, leerling
(indien mogelijk), orthopedagoog, leerkracht, internbegeleider en directeur plaats te vinden.
20
6.8 Het schoolondersteuningsprofiel van de Knienenbult
6.8.1 Onderwijsondersteuning voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften.
De school biedt onderwijsondersteuning aan leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben.
Wanneer de school tegen haar grenzen aanloopt, is er de mogelijkheid om de leerling te verwijzen naar
een andere reguliere basisschool of naar een andere speciale basisschool.
6.8.2 Het onderwijsconcept.
 In hoeverre heeft de school te maken met verschillen tussen leerlingen.
De Knienenbult is Jenaplanbasisschool met 63 leerlingen (januari 2014), in het buitengebied van
Westendorp. De school heeft 2 basisgroepen/ units, groep 1 t/m 4 en groep 5 t/m 8. De leerlingen
komen uit de wijde regio.
De school heeft veel zijinstroom van leerlingen. De bovenbouw is daarom ook steeds groter dan de
onderbouw.
Het gemiddelde niveau van leren is moeilijk aan te geven, de groepen zijn relatief klein en de
diversiteit in problematiek is groot.
De Cito-eindtoets scores zijn hoog. De gemiddelde van de resultaten lag de afgelopen drie jaar op
541,9 en 543,2 en 543,2.
In de afgelopen jaren zijn er leerlingen op school gekomen die teruggeplaatst zijn uit het speciaal
onderwijs (cluster 4) en uit het speciaal basisonderwijs. Ook is er sprake geweest van Bao-Bao
verwijzing. Vanuit MKD zijn er eveneens kinderen op onze school geplaatst.
De school heeft i.v.m. de zijinstromers een procedure ontwikkeld om alles op een verantwoorde
manier op te vangen. De Iber observeert de leerling in de klas en gaat in gesprek met de betrokkenen
in de school waar de leerling vandaan komt. Er wordt in kaart gebracht wat de mogelijkheden zijn om
deze leerling op De Knienenbult op te vangen en met de ouders worden daar afspraken over gemaakt.
Op de school zelf wordt een nadere analyse gemaakt van de mogelijkheden en de
ondersteuningsbehoeften van de leerling.
 Speciale onderwijsbehoeften binnen de school.
De school heeft een divers samengesteld team dat bestaat uit leerkrachten, onderwijsassistenten, een
pedagogisch medewerker, een coach techniek en op afroep beschikbare coach wiskunde/scheikunde en
inzichtelijk dammen.
De 2 units hebben iedere dag een vaste leerkracht en een extra leerkracht voor een gedeelte van de
dag. Deze extra leerkrachten worden ingezet op de momenten dat er meer tijd nodig is voor instructie
en/of begeleiding (zgn. spitsuren).
Doordat De Knienenbult gebruik maakt van het systeem ‘flexibele groeperingsvormen’ kunnen er
doelgroepsettings georganiseerd worden. Zo is er de groeperingsvorm ‘plusgroep’ die minimaal 1x per
week georganiseerd wordt. Deze setting is speciaal gericht op leerlingen die meer uitdaging nodig
hebben. Er wordt ook een setting georganiseerd voor kinderen die extra sociaal emotionele
ondersteuning nodig hebben. Een ander speciaal aanbod is het atelier kunst en techniek , dat één
middag per week gegeven wordt door de coach kunst en techniek, speciaal voor kinderen met ASSproblematiek, zml-niveau en/of kinderen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van
sociaal-emotioneel functioneren.
De school probeert een zo uitdagend mogelijke betekenisvolle leeromgeving te creëren. Er wordt
geprobeerd om een divers aanbod met verschillende werkvormen te creëren , zodat leerlingen daar uit
kunnen halen wat past en aansluit bij de diverse leerstijlen.
De school maakt veel gebruik van coachen (op de werkvloer), ondersteunen en professionaliseren van
het team, om deze manier onderwijs te kunnen vormgeven.
De opvang van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften is veelal geïntegreerd in het
onderwijsaanbod van de school. Waar mogelijk worden eigen leerroutes in gezamenlijke activiteiten
uitgewerkt.
21
 De continuïteit van de onderwijsondersteuning.
De ontwikkelingslijnen voor de leerlingen worden per half jaar vastgesteld door de groepsleerkracht
i.o. met de Iber.
De school werkt met zgn. themabladen om het onderwijs voor langere periodes vast te leggen.
De school werkt met het leerlingvolgsysteem Parnassys. Er is een start gemaakt met het gebruik van
portfolio’s door kinderen.
Er worden één maal per 2 maanden oudergesprekken gehouden. De ouders maken aan het begin van
het schooljaar afspraken met de groepsleerkracht hierover. Indien nodig of gewenst door ouders en/of
leerkracht kunnen er gesprekken bij ingepast worden.
Met de ouders van de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte worden ook naar wens van
school/ ouders afspraken gemaakt.
De vraag aan de ouders is steeds: hoe vaak en wanneer zijn gesprekken nodig.
De school is iedere ochtend vanaf 8.15 uur voor ouder en kind open, voorafgaand aan de les. Op dat
moment is er gelegenheid om kort zaken af te stemmen indien nodig.
6.8.3 De voorzieningen op De Knienenbult.
De voorzieningen van de school worden beschreven aan de hand van vijf velden.
 Veld 1: de hoeveelheid aandacht/ handen in de klas.
In de onderbouwunit (groep 1 t/m 4) zitten 27 leerlingen.
In de bovenbouwunit (groep 5 t/m 8) zitten 36 leerlingen (januari 2014).
In de onderbouwunit worden naast de reguliere leerkracht / unitleider (23,75 uur) extra handen op de
werkvloer ingezet.
In de bovenbouwunit worden naast de reguliere leerkracht / unitleider (25,75 uur) extra handen op
de werkvloer ingezet.
Daarnaast heeft de Knienenbult nog gedeelde specialisten die beschikbaar zijn voor onder- en
bovenbouw.
Het aantal uren extra uren in de groepen kan op minimaal 78,45 uur gesteld worden.
 Veld 2: de onderwijsmaterialen.
Op school is een brede orthotheek aanwezig , met diverse additionele en remediërende materialen. Er
wordt veel gebruik gemaakt van digitale ondersteuning waar dit mogelijk is. Indien er materialen
nodig zijn, wordt gezorgd voor een adequate oplossing , passend bij deze leerling met deze
ondersteuningsbehoefte.
Het team werkt met Taakspel, het Vriendenprogramma en Kanjertraining.
Ondersteuning kan geboden worden via de diverse routes binnen het onderwijs, maar ook routes
buiten het onderwijs worden, indien nodig, ingezet. Het team heeft een netwerk opgebouwd van
verschillende personen buiten de school, die mee kunnen helpen aan het voldoen aan de
ondersteuningsbehoefte van een leerling. Van de diverse achtergronden van de leerkrachten wordt
gebruik gemaakt. Zo is er een techniek- en kunstcoach (inzetbaar voor HB, ZML, ADHD,ASSproblematiek, soc-em. ontwikkeling) , een dam coach (inzetbaar voor HB, ADHD), een standupcomedian (rollenspelen, kunst en drama. Inzetbaar voor o.a. HB, ASS, ADHD, soc.em
problematieken), een maatschappelijk werker( gespreksvormen voor diverse groepen of individuen),
een trainer met opgeleide hulphond (ASS-problematiek). Allen zijn inzetbaar binnen onze organisatie.
 Veld 3: de ruimtelijke omgeving.
De school is ruim opgebouwd, heeft ruime lokalen. De bovenbouwunit is zelfs zeer ruim te noemen:
het zijn 2 samengevoegde lokalen. De school heeft een zeer flexibele indeling, die aangepast kan
worden indien nodig. Er is een grote, multi-inzetbare openruimte, een ateliertje voor handvaardigheid
met sub- en/doelgroepen, een keuken, een personeelskamer en een IB ruimte.
Het gebouw is rolstoeltoegankelijk, er is een time-outruimte, verzorgingsruimte, er zijn mogelijkheden
voor therapie en een rustruimte. Er is een keuken die de leerlingen kunnen gebruiken. Er is een
schooltuin waar de kinderen in kunnen tuinieren. Buiten is er verder veel ruimte waar de kinderen
uitgedaagd worden tot verschillende vormen van spel en ontdekken.
22
 Veld 4: de expertise.
De Knienenbult heeft teamexpertise op het gebied van werken met leerlijnen, handelingsgericht
werken en op vrijwel alle vormen van beperking op het gebied van gedrag en leren. Het team heeft een
grote diversiteit aan expertise en ervaring. Er zijn ook teamleden die vanuit een ander perspectief hun
inbreng hebben, zoals maatschappelijk werk en kunstzinnige en culturele vorming.
Op de Knienenbult is het van belang dat teamleden een bepaalde attitude beschikken en de visie op
onderwijs en ontwikkeling van kinderen met elkaar delen. Er wordt veel gedaan aan interne coaching,
begeleiding en intervisie. Er is teamexpertise op de afstemming van het aanbod op de diversiteit
ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Het team is voortdurend bezig om te zorgen voor een
uitdagende leeromgeving voor de leerlingen.
 Veld 5: de samenwerking met andere instanties.
De school werkt veel en graag samen met andere instanties. De school onderkent hierbij het belang
van het “één kind, één plan” principe. De school werkt veel samen met MEE, vooral als het gaat om
cluster 3 leerlingen en leerlingen met autisme.
Er wordt vaak samengewerkt met het MKD, omdat MKD kinderen verwezen worden naar de school.
Met de ambulante diensten van de REC’s van cluster 2, 3 en 4 wordt nauw samengewerkt, zelfs op de
werkvloer.
6.8.4 De samenvatting tbv het onderwijsprofiel van De Knienenbult.
Veld
Setting binnen de unit
Setting binnen de school
1.Hoeveelheid aandacht
en tijd
Er zijn meerdere handen in de klas door
leerkracht, onderwijsassistent, AB-er of
pedagogisch medewerker, voor intensieve
begeleiding, op permanente basis , gedurende de
hele week.
2.
Onderwijsmat
erialen
Zorgleerlingen
volgen
de
(individuele)
leerlijnen, gebaseerd op de kerndoelen.
Er zijn onderwijsmaterialen aanwezig met
speciale didactische kernmerken,
pedagogische/psychologische kenmerken,
tegemoetkomend aan kind specifieke
belemmeringen.
Ruimtelijke
omgeving
De lokalen zijn aangepast voor leerlingen met
speciale bewegingsbehoeften. De lokalen zijn
ruim bemeten.
Leerkrachten zijn opgeleid tot experts op het
gebied van speciale onderwijsbehoeften.
Daartoe zijn scholing- en certificeringstrajecten
gevolg. (akte SO 2X, master Sen 2x, MW 1x).
Leerkrachten laten zich voortdurend bijscholen.
Leerkrachten werken met het systeem van
collegiale consultatie, co-teaching.
De IB-er en leerkracht werken intensief samen
met professionals van externe instanties,
benutten nieuwe wetenschappelijke inzichten en
evidence based behandelingsmethoden.
Expertise
Samenwerking
met
andere
instanties
23
Er is speciale onderwijszorg door
vakleerkracht en/of IB-er op permanente
basis, gedurende de hele week.
Er is speciale onderwijszorg door AB-ers of
onderwijs assistenten , gedurende enkele
dagen per week.
Er is een orthotheek met onderwijsmaterialen
beschikbaar die tegemoet komen aan
specifieke didactische kenmerken, speciale
pedagogische /psychologische kenmerken en
fysieke-/lichamelijke kernmerken. Er wordt
door de hele school gewerkt met een speciaal
programma voor de sociaal-emotionele
ontwikkeling (preventief).
Er zijn aparte ruimtes voor andere functies
(bijv verzorging, therapie)
De kennis van en competenties op het gebied
van specifieke onderwijs-behoeften van de
zorgleerlingen worden breed gedragen door
de leerkrachten.
Experts vanuit meerdere disciplines met
betrekking tot voorkomende stoornissen zijn
snel beschikbaar voor de school.
Er is een structurele intensieve
samenwerking en afstemming met SO en
andere zorginstellingen voor alle zorg leerlingen ( bijv. gezamenlijke bijdrage aan
ihp).Externe experts zijn op afroep
beschikbaar (bijv. speltherapeut, wijkagent,
schoolarts, leerplichtambtenaar. De school
biedt, via Accent, aantrekkelijke
(opvoedings)cursussen aan voor ouders.
6.9 Pestprotocol.
Veel scholen hebben tegenwoordig een pestprotocol. Wij vinden dat de aanpak van pestgedrag een
onderdeel is van onze totale pedagogische aanpak, met betrekking tot omgang met elkaar. Wij zijn
alert op signalen die zouden kunnen wijzen op pestgedrag. We leren kinderen in een vroeg stadium dit
te bespreken met hun groepsleerkracht.
Ondanks deze preventieve maatregelen zal het af en toe natuurlijk ook op onze school zo zijn dat
kinderen zich niet veilig voelen in de groep. Met ‘hoor en wederhoor’ zal de leerkracht proberen
helder te krijgen wat er zich in specifieke gevallen heeft voorgedaan. Met de desbetreffende leerling
en met de groep wordt gezocht naar goede oplossingen. Het moet duidelijk voor iedereen zijn dat wij
het een uitermate belangrijke zaak vinden dat dit goed wordt uitgesproken en behandeld.
Het is op onze school mogelijk preventieve middelen als Taakspel en/of Kanjertraining in te zetten.
Beide programma’s zijn geënt op het aanleren van goed, gewenst gedrag. Ook krijgen de kinderen zelf
inzicht hoe groepsdynamieken kunnen werken en wat hun eigen rol is in dezen.
Verder is het zo dat wij door het gedragsvolgsysteem vroegtijdig over het welbevinden van uw kind
zijn geïnformeerd. De gegevens uit signalering, observatie en diagnostisering worden zo spoedig
mogelijk met ouders besproken. Hierna wordt overgegaan tot een handelingsplan, waarbij de
betrokkenen en de groep worden benaderd. Na het verstrijken van de in het handelingsplan genoemde
tijd wordt een en ander in samenspraak met de ouders geëvalueerd.
6.10 Centrum voor Jeugd en Gezin.
Voor informatie over het Centrum voor Jeugd en Gezin verwijzen we naar de website van Accent,
www.accentscholengroep.nl, onder het kopje ‘ouders’.
6.11 Verwijsindex.
Net als alle andere scholen binnen onze regio, werkt ook onze school met de zgn. Verwijsindex.
Sommige kinderen hebben even hulp nodig. Om hen goed te helpen, is een soepele samenwerking
nodig tussen alle leerkrachten, hulpverleners en instanties. De Verwijsindex zorgt daarvoor. De
Verwijsindex is een systeem waarin hulpverleners en andere professionals de persoonsgegevens
registreren van de jongeren (tot 23 jaar) waarover zij zich zorgen maken. Deze registratie bevat geen
inhoudelijke informatie. Duidelijk wordt dan welke andere hulpverlener zich mogelijk ook actief met
de situatie van dit kind (jongere) bezig houdt. Het zorgt ervoor dat hulpverleners elkaar snel weten te
vinden. Als ouder wordt u geïnformeerd als de school een melding plaatst in de Verwijsindex
Ook voor informatie over de Verwijsindex verwijzen wij naar de website van Accent,
www.accentscholengroep.nl, onder het kopje ‘ouders’.
6.12 Overstap naar het voortgezet onderwijs.
De schoolkeuze na de basisschool voor de leerlingen van groep 8 komt al aan de orde in het najaar.
Ouders worden er op gewezen zoveel mogelijk directe informatie over de scholen voor voortgezet
onderwijs te verzamelen door open dagen te bezoeken.
In samenwerking met de andere christelijke basisscholen wordt een voorlichtingsavond verzorgd door het
Ulenhof College te Doetinchem en het Almende college te Silvolde.
In januari/februari volgen de gesprekken op school, waar schoolkeuze het belangrijkste onderwerp is. De
aanleg van het kind en de voorkeur zijn heel belangrijk in deze keuze. De uitslag van de eindtoets
basisonderwijs van het CITO en het advies van de groepsleerkracht zijn de andere factoren die hierbij een
belangrijke rol spelen.
Aanmelding bij het voortgezet onderwijs vindt plaats via de basisschool. Het definitieve
aanmeldingsformulier wordt door de ouders aangeleverd. De basisschool vult dit aan met een
24
onderwijskundig rapport. Tevens verstrekt de school een kopie van de score van de CITO eindtoets
basisonderwijs. Na de plaatsing op de school voor voortgezet onderwijs volgt nog een gesprek met de
groepsleerkracht en de coördinator van het voorgezet onderwijs.
De praktische voorbereiding van de leerlingen op het voortgezet onderwijs vindt vervolgens plaats in de
laatste helft van groep 8 (na februari). De kinderen leren gericht plannen, het hanteren van een agenda en
werken aan de leerstof die zij nog kunnen gebruiken om goed te kunnen functioneren op de vervolgschool
van hun keuze. Zij oriënteren zich verder op de vervolgschool van hun keuze en delen deze kennis met
hun klasgenoten en hun ouders. Ook bezoeken zij met de gehele groep de verschillende gekozen scholen
van voortgezet onderwijs en maken vast kennis met mensen van de school.
Voor kinderen met specifieke kind kenmerken verzorgen we een ‘warme’ overdracht. Met de
vervolgscholen worden gesprekken gevoerd en informatie uitgewisseld. Vooral het punt ‘wat heeft dit
kind specifiek nodig’ laten we onderwerp van gesprek zijn.
In de nieuwsbrief aan het einde van het schooljaar wordt gemeld naar welke scholen van
vervolgonderwijs de leerlingen van groep 8 uitstromen.
25
7. Activiteiten in het onderwijs: vak- en vormingsgebieden.
7.1 Algemeen.
Het onderwijs in de vak-/vormingsgebieden wordt via het activiteitenplan verdeeld over de week
aangeboden, de zogenaamde lesgebonden activiteiten.
De groepen 1 t/m 4 krijgen, verspreid over de vier jaren, 3520 uren onderwijs, de groepen 5 t/m 8:
4000 uren.
Per jaar worden enkele structurele activiteiten, bijvoorbeeld het schoolkamp, georganiseerd op oa.
woensdag. De hieruit voortvloeiende extra uren worden toegevoegd aan het jaartotaal.
De leerstof wordt in een ononderbroken traject aangeboden met behulp van actuele methoden. De
onderbouwing van de vak-/vormingsgebieden vindt plaats in het schoolplan, dat op school ter inzage ligt.
Vanuit de overheid wordt hierop toezicht gehouden door de Inspectie voor het Basisonderwijs.
Naast deze lesgebonden activiteiten organiseren we uiteraard jaarlijks ook ondersteunende activiteiten in
de vorm van excursies en doen we mee aan plaatselijke evenementen en sportactiviteiten.
7.2 Schoolplan.
Een keer per vier jaar dient de school het schoolplan in bij de Inspectie. Dit is een totale verantwoording
van het onderwijskundig beleid, de ordening van de inhoud van het onderwijs, het personeelsbeleid en het
kwaliteitsbeleid. Alle lesgebonden en niet-lesgebonden activiteiten dienen hierin te worden onderbouwd.
7.3 Vak- en vormingsgebieden en de gebruikte lesmethodes.
7.3.1Algemeen.
Op onze school wordt gebruik gemaakt van methodes die voldoen aan de kerndoelen.
In de groepen 1 en 2 wordt het onderwijs in de diverse vak-/vormingsgebieden in thema’s en geïntegreerd
aangeboden. Kinderen ontwikkelen zich in deze fase door het opdoen van ervaringen, met materialen die
uitnodigen tot exploratie: groot bouwmateriaal, constructiemateriaal, wereld spelmateriaal, materiaal voor
kleur- en vormwaarneming, materiaal voor hoeveelheidbegrip, materiaal voor analyse- en synthese
oefeningen (puzzels, memories e.d.), materiaal voor illusiespel (speelhuis, bouwhoek e.d.) zand/watertafel en expressiemateriaal. Hierbij worden elementen uit het ervaringsgericht onderwijs toegepast,
kortweg E.G.O.
De leerkracht gebruikt bij de leerdoelen de doelen van het SLO, voor het jonge kind.
Elke 2 á 3 weken staat bij de kleuters een thema centraal, dat uitgangspunt is voor de hierboven genoemde
ontwikkelingsgebieden. In het activiteitenplan wordt veelal een organisatievorm, zoals arbeid naar keuze,
werken met ontwikkelingsmateriaal, beschreven in plaats van een afzonderlijk vak-/vormingsgebied.
Kleuters werken spelenderwijs aan hun ontwikkeling: taal, rekenen, motoriek en creativiteit komen aan de
orde binnen het thema waarover gewerkt wordt. Als leidraad wordt hierbij de methode Schatkist gebruikt.
Naslagwerken en voorlopers op methoden worden verder gebruikt als achtergrondinformatie.
In groep 3 wordt een stap gemaakt naar het aanvankelijk onderwijs, zoals taal/leesonderwijs, schrijven en
rekenen. In groep 3 leren de kinderen geschreven lettertekens om te zetten in gesproken woorden en
omgekeerd gesproken taal om te zetten in schrifttekens. Met rekenen leren de kinderen uit een boekje
werken en leren ze het optellen en aftrekken op papier.
Kinderen leren in groep 3 ook de lettervormen te schrijven. We starten niet direct bij aanvang van het
schooljaar met het vak schrijven. In de tweede helft van het schooljaar, wanneer de meeste leesletters
bekend zijn, leren ze het verbonden schrift.
De stap van voorbereidend onderwijs naar het aanvankelijke lezen, schrijven en rekenen is echter niet zo
groot in onze onderbouwgroep. Kinderen in groep 1 en 2 krijgen ook al te maken met letters en cijfers
(wel spelenderwijs). Als deze kleuters echt interesse hebben in letters, cijfers, boekjes lezen, kortom in het
leren lezen en rekenen, kan ook dit in hun programma opgenomen worden. De leerkracht zal dan zorgen
voor een uitdagende omgeving om gericht te leren.
In groep 1, 2 en 3 worden ook wereld oriënterende activiteiten ondernomen.
26
Vanaf groep 4 worden de vakgebieden gescheiden aangeboden: de kinderen krijgen te maken met de
vakken taal, lezen, spelling, schrijven, rekenen, wereldoriëntatie en de creatieve vakken.
In groep 4 wordt voortgeborduurd op de activiteiten van groep 3: er wordt nog volop getraind met het
vlot leren lezen, en het begrijpen van teksten. Het schrijven wordt steeds vaker gebruikt als
communicatiemiddel. Het rekenonderwijs breidt zich uit naar het delen en vermenigvuldigen. Met
wereldoriëntatie wordt nog veelal rond een thema gewerkt.
Vanaf groep 4 wordt er aandacht besteed aan het maken van werkstukken. Hierbij wordt gebruik
gemaakt van materialen uit het documentatiecentrum, of (vooral door de bovenbouwkinderen) van
informatie verkregen via het internet.
In groep 5 t/ m 8 worden de genoemde vak-/vormingsgebieden meer gescheiden aangeboden:
taalonderwijs wordt gesplitst in spellingonderwijs, mondeling taalonderwijs, stelonderwijs; rekenen
wordt onderverdeeld in hoofdrekenen, cijferend rekenen en vraagstukjes.
Ook de wereldoriënterende vakken worden in groep 5 t/m 8 apart aangeboden: aardrijkskunde,
geschiedenis en natuuronderwijs. Er wordt steeds wel gekeken hoe de genoemde vakken met elkaar
verbonden kunnen worden. Een taalopdracht kan bijvoorbeeld goed gelinkt worden aan een wereld
oriënterend onderdeel. Een werkstuk of Powerpointpresentatie over geschiedenis moet qua spelling
ook goed zijn. Een natuurles heeft uiteraard raakvlakken met aardrijkskunde en geschiedenis. Verder
zijn er uiteraard de expressieve activiteiten, zoals tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen en
muzikale vorming.
7.3.2 De gebruikte methodes.
Godsdienstige vorming:
Kind op maandag.
Met Kind op maandag wordt een verbinding gemaakt tussen de godsdienstige vorming thuis en op school.
Er worden verhalen uit de Bijbel aangeboden en er worden liedjes gezongen die aansluiten bij het
genoemde verhaal. De methode geeft de leerkracht houvast om het thema behorend bij een Bijbelverhaal
te verbinden aan het dagelijkse leven.
Leesonderwijs:
Het aanvankelijk lezen: Veilig leren lezen.
Het voortgezet technisch lezen: (zoals beschreven
bij groepsdoorbrekend technisch lezen) diverse leesboeken, Estafettelezen
Het begrijpend studerend lezen: Begrijpelijkerwijs
Schrijfonderwijs:
Handschrift.
Kinderen leren in groep 3 de lettervormen te schrijven. We starten niet direct bij aanvang van het
schooljaar met het vak schrijven, maar pas wanneer de meeste leesletters bekend zijn.
Rekenen/wiskunde:
Pluspunt, Met Sprongen Vooruit
Nederlandse taal:
Taaljournaal taal en Taaljournaal spelling
Engelse taal:
Just do it, Take it easy.
Wereldoriëntatie:
Brandaan voor de aardrijkskundige aspecten;
Meander voor de geschiedkundige en
Naut voor het natuurkundige deel.
27
Verkeer:
Een rondje verkeer (groep 1 t/m 4), Klaar over (groep 5/6) en Proefexamens/oefeningen voor het
schoolverkeersexamen (groep 7 en 8).
Expressieactiviteiten en muzikale vorming:
Laat maar zien, De muziektent als ideeënboek voor de leerkrachten.
Sociaal-emotionele ontwikkeling:
Een doos vol gevoelens en Een huis vol gevoelens.
7.3.3 Ondersteuning van het onderwijs
7.3.3.1 ICT in de school.
Op onze school wordt gebruik gemaakt van computers. Kinderen leren de computer te gebruiken, voor
zover ze hier al geen vaardigheden in hadden. Er worden computerprogramma’s gebruikt die het
gegeven onderwijs ondersteunen. Leerkrachten kunnen bij hun instructies gebruik maken van
digiborden, die op een aantal plekken in de school geplaatst zijn.
Kinderen leren op onze school ook gebruik te maken van informatie die ze kunnen vinden via de
nieuwe media. Via internet kunnen kinderen relevante, actuele informatie vinden, die ze bijvoorbeeld
kunnen gebruiken bij het maken van een werkstuk en/ of een powerpointpresentatie.
De groepsleerkracht houdt uiteraard toezicht op de aard van de informatie en met de kinderen zijn
regels afgesproken over het gebruik van internet.
Kinderen leren zo om te gaan met het gebruik van de nieuwe media. Regelmatig worden er gesprekken
gevoerd over het gebruik en het misbruik van de nieuwe media.
Indien kinderen gebruik willen maken van hun eigen laptop en/of tablet op school, kunnen hierover
met de leerkracht afspraken gemaakt worden. In ieder geval moeten de ouders hiervoor zelf
toestemming geven.
7.3.3.2 School TV
Ter ondersteuning van het onderwijs wordt in de onder- en bovenbouw regelmatig gebruik gemaakt van
SchoolTV. Schooltv.nl biedt diverse programma’s aan op het gebied van wereldoriëntatie. Deze zijn goed
te gebruiken in het lesprogramma.
7.3.3.3 Excursies
Jaarlijks worden enkele excursies georganiseerd ter ondersteuning van behandelde lesonderdelen. Ook in
het kader van natuur- en milieueducatie worden ieder jaar activiteiten ingepland.
7.3.4 Werken rond een thema.
Naast de vak-/vormingsgebieden die wekelijks aan de orde komen, werken wij gedurende een aantal
weken in ons schooljaar rond een algemeen thema. Alle leerlingen van alle groepen werken aan een
gemeenschappelijk thema, ieder op zijn eigen niveau. Dit thema kan een wereldoriënterend karakter
hebben, zoals ‘ridders en kastelen’, maar het kan ook een wiskundige achtergrond hebben, bijvoorbeeld:
‘meten is weten’.
7.3.5 Groepsdoorbrekend werken.
In onze organisatie kennen we verschillende momenten waarin er groepsdoorbrekend gewerkt en of
gespeeld wordt.
Tijdens spel- en feestdagen groeperen we verticaal, d.w.z. verschillende leeftijdsgroepen worden in
een werkgroepje geplaatst. We vinden het belangrijk dat grotere kinderen verantwoordelijkheid
kunnen nemen en aan een dergelijk groepje leiding kunnen geven. Jongere kinderen vinden het
meestal prettig om in een dergelijk groepje mee te kunnen doen.
28
Ook binnen de vakgebieden is het mogelijk groepsdoorbrekend te werken. Een goed voorbeeld
hiervan is het dagelijkse technische lezen. In de hele school wordt dagelijks, op de zelfde tijd gelezen:
aan de jongsten worden boekjes voorgelezen, de groten lezen zelf, of oefenen hun techniek. Kinderen
lezen in kleine groepjes, in tweetallen of individueel op hun eigen leesniveau. Er zijn kinderen die
specifieke training krijgen van een leerkracht. Andere kinderen kunnen begeleid worden door een
oudere leerling (tutor). Hiertoe beschikken we over verschillende, aan het niveau aangepaste,
leesboeken. De groepsleerkracht maakt een paar keer per jaar aan de hand van de toetsgegevens een
groepsdoorbrekend leesrooster.
7.3.6 Meervoudige intelligentie.
Kinderen leren op verschillende manieren. De een leert door te doen, een ander moet ‘het voor zich
zien’ en een derde kind moet informatie eerst ordenen voor hij het kan begrijpen. Met deze verschillen
in leren willen we rekening houden als we onze kinderen iets willen leren. In de wereldoriënterende
vakken houden we ook rekening met deze zgn. meervoudige intelligentie en bieden we verschillende
vormen in de verwerking van de stof aan door gebruik te maken van verschillende materialen en
werkvormen.
7.4 Techniek en wetenschap.
De leerlingen op “De Knienenbult” krijgen ook te maken met ‘techniek en wetenschap’.
Bij de jongere kinderen in de onderbouw is dit een onderdeel van het geïntegreerde lespakket. Kinderen
werken met groot- en klein constructiemateriaal, ze leren timmeren aan de timmertafel en leren allerlei
motorische vaardigheden aan. Vanaf groep 3 wordt techniek wat explicieter aangeboden: tijdens de
handvaardigheidlessen komen verschillende technieken aan de orde. Meestal worden deze technieken dan
gebruikt in een creatieve context.
De kinderen van groep 6, 7 en 8 gaan een paar keer per jaar naar de techniekklas Ulft. Deze techniekklas
is een initiatief van verschillende scholen binnen de gemeente Oude IJsselstreek.
Ook worden er incidenteel speciale techniekprojecten gehouden op school. Met hulp van gespecialiseerde
begeleiders leren kinderen dan ‘stoere’ technieken als zagen en solderen aan.
7.5 Burgerschap en sociale integratie.
Per 1 februari 2006 is wettelijk vastgelegd dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten
bevorderen. Burgerschapsvorming past in de pedagogische opdracht die scholen altijd heel serieus
genomen hebben. Het gaat niet alleen om het overdragen van kennis, maar ook om de oefening.
Burgerschap hoort ook thuis op onze school omdat we vanuit onze identiteit een bijdrage kunnen en
moeten leveren aan een maatschappij waarin naar elkaar wordt omgezien.
De school is een samenleving in het klein. In en om de klas gebeuren dingen die ook voorkomen in het
echte leven. Ruzies, pesten, geweld, maar ook groepsvorming, samenwerking en inspraak. Op school
mogen kinderen voor hun mening uit komen. Ze leren respect te hebben voor mensen die anders zijn of
een andere mening hebben. Kinderen leren wat moet en wat mag in de maatschappij.
Kinderen leren op school om mee te denken en mee te beslissen over afspraken die met school te maken
hebben. Zo worden ze verantwoordelijk voor hun doen en laten, want ze hebben immers zelf
meegeholpen die afspraken en regels te maken.
7.6 Culturele vorming.
In samenwerking met de culturele commissie (gezamenlijke scholen in de Oude IJsselstreek) en Edu-Art
wordt er jaarlijks een cultureel programma voor de scholen in de Oude IJsselstreek, waaronder “De
Knienenbult”, vastgesteld.
29
7.7 Andere activiteiten.
7.7.1 Christelijke feesten.
Op onze school kennen wij enige activiteiten, die gekoppeld zijn aan de christelijke feestdagen: de
kerstviering, de paasviering en andere christelijke feestdagen zoals Hemelvaartsdag en Pinksteren. Deze
komen aan de orde tijdens de lessen Godsdienstige Vorming en tijdens een viering:
 Het kerstfeest wordt gezamenlijk met de gehele school gevierd (ouders en kinderen).
 De paasviering bestaat uit twee delen: de viering met een godsdienstig karakter en een paasmaaltijd.
7.7.2 Feesten en vieringen·
 Sinterklaas: dit wordt met de kinderen gevierd, op of rond 5 december. Sinterklaas brengt een kleine
attentie mee voor de kinderen van groep 1 t/m 4. Groep 5 t/m 8 maakt onderling surprises met
gedichten.
 De maandviering: Een groep verzorgt de maandviering,, in een van de volgende werkvormen: toneel,
muziek, dans, pantomime, PowerPoint etc. De ouders worden hiervoor uitgenodigd in de nieuwsbrief.
 Het eindfeest. Op het eindfeest krijgen de schoolverlaters van groep 8 de gelegenheid zich op eigen
wijze te presenteren en afscheid te nemen van “de Knienenbult”. Aansluitend is er een informele
bijeenkomst voor alle kinderen, hun ouders en overige belangstellenden.
7.7.3 Schoolsporttoernooien.
In schoolverband wordt met groep 7 en 8 aan de plaatselijke schoolsporttoernooien deelgenomen. O.a.
kastie, voetbal, handbal, zwemmen, atletiek en softbal kunnen dan aan de beurt komen. Ieder jaar worden
er 3 sportdagen georganiseerd.
7.7.4 Acties voor het goede doel.
Iedere maandag kunnen de kinderen geld geven aan een goed doel. Het geld dat de kinderen meebrengen
wordt in overleg met het Bestuur van de Oudervereniging besteed. Sinds het schooljaar 2004-2005
besteden we het geld aan stichting Tangenu. Deze kleinschalige stichting verzorgt
onderwijsmogelijkheden voor kinderen in Zambia.
7.7.5 Schoolreisjes en schoolkamp.
Het jaarlijkse schoolreisje en schoolkamp kennen naast een educatief ook een ontspannend karakter.
Samen er een dagje op uit om samen te leren en samen iets te beleven is belangrijk voor de sociaalemotionele verhoudingen. Ieder jaar wordt een passende bestemming gezocht voor schoolreisje en/of
schoolkamp.
Voor de kosten wordt de ouders een jaarlijks vast te stellen bedrag gevraagd.
7.7.6 Verkeersexamen.
Op initiatief van 3VO, afdeling Oude IJselstreek, wordt om het jaar een praktijk- en een schriftelijke proef
afgenomen. Groep 7 en 8 doen hier om het jaar aan mee. Alle leerlingen krijgen zo de kans hun
vaardigheid in verkeersveiligheid aan te tonen.
7.7.7 Westendorps feest.
In juni wordt het Westendorps feest georganiseerd. Op het activiteitenplan wordt hiervoor een vrije dag
ingeroosterd, zodat de kinderen kunnen deelnemen aan de voor hen georganiseerde activiteiten.
30
7.8 Resultaten van het onderwijs.
De resultaten van ons onderwijs horen in de schoolgids vermeld te staan. Behalve dat dit een
wettelijke verplichting is, zijn wij er ook trots op dat we deze resultaten kunnen laten zien aan ouders.
Op het gebied van de cognitieve ontwikkeling meten we gedurende enkele keren per jaar, met behulp
van methodeafhankelijke- en onafhankelijke toetsen, de vorderingen van de kinderen. Wij gebruiken
voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen Viseon-Cito.
Toets- en observatieresultaten worden bij elke 10-minuten bijeenkomst ter informatie en overleg met
ouders besproken.
De eindtoets van het CITO is een van de indicatoren op basis waarvan de kwaliteit van het onderwijs
wordt bepaald. Rekening houdend met de kenmerken van onze leerlingenpopulatie kan worden gesteld
dat deze op het niveau is dat van onze school mag worden verwacht. Uitstroom van de leerlingen naar het
voortgezet onderwijs is jaarlijks uiteraard verschillend, echter gemiddeld genomen is er een gelijkmatige
verdeling over de verschillende niveaus van het voortgezet onderwijs. Ter gelegenheid van het afscheid
van groep 8 wordt in de nieuwsbrief melding gemaakt van de uitstroom naar de verschillende vormen van
vervolgonderwijs.
In onderstaande tabel worden de gemiddelde eind-Cito scores per schooljaar en de uitstroom naar het
voortgezet onderwijs gemeld.
2011- 8 leerlingen
2012
543,0
2012- 7 leerlingen
2013
541,9
2013- 10 leerlingen
2014
543,2
3 VWO
1 HAVO
3 MAVO
1 VMBO
2 VWO
3 HAVO
2 VMBO
2 VWO
5 HAVO
1VMBO
2 PRO
8. Praktische informatie.
8.1 Abonnementen.
Aan het begin van het schooljaar krijgen de kinderen folders mee met informatie over een abonnement op
de daarin genoemde bladen. Via de school kunt u een abonnement nemen. U betaalt rechtstreeks; de
school zorgt voor de verspreiding.
Daarnaast wordt via de school door verschillende uitgevers een boekenpakket aangeboden.
Hoewel de verspreiding via de school plaatsvindt, bent u uiteraard niet verplicht een abonnement of
boekenpakket af te nemen. Wel vinden wij het heel belangrijk dat kinderen lezen.
8.2 Bibliobus.
De bibliobus van de Bibliotheekcentrale staat iedere dinsdagmiddag tussen 13.00 en 13.30 uur op het
parkeerterrein voor de Knienenbult. De kinderen kunnen hiervan gratis gebruik maken. Er is onder
schooltijd gelegenheid een bezoek te brengen aan de bus. Dit is wel een heel makkelijke manier om
boeken te lenen!
31
8.3 Buitenschoolse opvang.
De buitenschoolse opvang wordt voor onze school geregeld via de stichting Humanitas. Voor verdere
informatie over de buitenschoolse opvang verwijzen we naar de website van ACCENT, onder het kopje
‘ouders’.
8.4 Eten en drinken.
Voor het speelkwartier mogen de kinderen wat te eten en drinken meenemen. In het kader van stimulering
gezonde voeding voor kinderen willen we liever niet dat kinderen regelmatig snoep of koek gebruiken op
school, dus graag fruit, een boterham o.i.d. Iets te drinken graag in een beker omdat er anders enorm veel
afval ontstaat.
Iedere dinsdag is het Fruitdag. Op deze dag wordt ook alleen fruit en/of een boterham gegeten in het
speelkwartier en geen koekjes e.d.
Voor de lunch tussen de middag hoeft alleen eten meegenomen te worden, de overblijf zelf verzorgt het
drinken.
8.5 Fietsencontrole.
De plaatselijke afdeling van 3VO houdt in overleg met de schoolleiding jaarlijks een controle op de
deugdelijkheid van de fietsen. Nagekeken worden o.a. rem, bel, reflectie en verlichting. Het is van
groot belang dat de kinderen op een veilige fiets naar school kunnen gaan.
8.6 Gymnastiek.
Groep 1 t/m 4 heeft bewegingsonderwijs in de gymzaal Schoolweide in Westendorp op maandagmiddag,
iedere even week. Ze worden er per bus naar toe gebracht. Aan het einde van de schooltijd kunt u uw kind
daar ophalen.
De groepen 5 t/m 8 bezoeken in de winterperiode Schoolweide op maandag iedere oneven week. Ze gaan
er op de fiets naar toe. ‘s Zomers wordt er gymnastiek gegeven op het sportveld bij de school.
Uw kind hoeft geen speciale gymkleding te hebben. Een korte broek of sportbroekje en een T-shirt zijn
voldoende. Wel worden gymschoenen aanbevolen. Als op blote voeten gesport wordt, is het raadzaam een
handdoek mee te brengen, zodat na de gymles de voeten gewassen kunnen worden Voor de bovenbouw is
er ook een mogelijkheid om te douchen.
Wekelijks dient de gymkleding mee naar huis genomen te worden. S.v.p. naam in alle eigendommen. Dit
geldt ook voor tassen.
8.7 Kleding.
Vooral bij de jongere leerlingen is het soms moeilijk diverse soorten kleding per kind uit elkaar te
houden. Maar ook voor de leerlingen uit de andere groepen is het erg prettig dat u laarzen, jassen,
mutsen, sjaals, handschoenen e.d. van een naam voorziet. Voor alle leerlingen geldt dat de jassen e.d.
aan de kapstokken dienen te hangen. Het is daarom handig dat zij van lusjes zijn voorzien.
8.8 Leerplicht.
Vanaf de dag dat een kind vijf jaar wordt, is het kind leerplichtig en hoort dan ingeschreven te staan op
school. Het is wel gebruikelijk dat kinderen vanaf hun vierde jaar naar school gaan.
8.9 Overblijven.
De kinderen kunnen in de middagpauze op onze school overblijven. De overblijfdames zijn opgeleid om
deze opvang te verzorgen. De groep overblijfdames wordt versterkt door onze eigen leerkrachten. Zij
leiden een gedeelte van de overblijfgroep en hebben steeds overleg met de overblijfdames. De school
heeft een contactpersoon voor de overblijfregeling: mevrouw I. Luimes. Zij regelt alle bijkomende zaken
rond de overblijf en zorgt voor structurele overlegmomenten met het team.
32
Om gebruik te maken van de regeling dient u uw kind schriftelijk aan te melden. Via de school is het
formulier voor de aanmelding en de bijbehorende voorwaarden te krijgen.
De overblijfdames houden een presentielijst bij, op basis waarvan de kosten in rekening worden
gebracht. Deze lijst is voor ons ook belangrijk in verband met de verantwoordelijkheid over de
overblijvers. Kinderen, van wie de ouders verwachten dat zij deelnemen aan de overblijf en dit om
welke reden dan ook niet doen, vallen dus buiten deze controle. Voor hen kunnen wij geen enkele
aansprakelijkheid aanvaarden. Wij vragen de ouders hier alert op te zijn. Kosten: € 1,50 per dag per
kind. Per drie maanden ontvangt u een rekening en kunt u het geld overmaken naar
rekeningnummer125556411.
8.10 Pleinwacht.
In het zgn. speelkwartier, als de kinderen naar buiten gaan, houdt een leerkracht toezicht op de
kinderen. Met de kinderen is afgesproken dat deze leerkracht aangesproken wordt in geval van
calamiteiten. Als de kinderen tussen de middag weer op school komen (vanaf 13.00 uur) houdt ook
een leerkracht toezicht.
8.11 Schoolfoto’s.
Ieder schooljaar wordt de leerlingen van alle groepen door een professionele schoolfotograaf, geheel
vrijblijvend, een pakket aangeboden, bestaande uit een groepsfoto en portretfoto’s. Wij maken u erop
attent dat de hierbij behorende ‘pasfoto’s’ niet gebruikt kunnen worden voor het aanvragen van een
identiteitsbewijs of reisdocument. Enige tijd voor de komst van de fotograaf ontvangt u van ons bericht.
Daarnaast worden er meestal van bijzondere activiteiten foto’s gemaakt door groepsleerkrachten.
8.12 Nieuwsbrief.
Iedere maand wordt er door het team een nieuwsbrief samengesteld. Belangrijke data, gebeurtenissen
en andere informatie worden verzameld en eens per maand verstrekt aan de ouders. Deze nieuwsbrief
is ook te downloaden via onze website.
8.13 Schoolregels en afspraken.
Vanuit een positieve regelgeving willen wij met de kinderen komen tot goede afspraken. Dit betekent
dat wij kinderen willen uitdagen tot goed gedrag, in plaats van ‘je mag niet dit, je mag niet dat’. Wij
hebben slechts één hoofdregel: “Je gedraagt je op school en op het schoolplein zó dat een ander daar
geen last of hinder van ondervindt.
8.13.1 Gebruik schoolplein
 Toegang tot het plein: 8.15 uur en 13.00 uur.
 Geen fietsen op het schoolplein.
 Ouders, die hun kind komen brengen en halen, worden verzocht hun fiets niet mee te nemen op het
plein, maar te stallen in het rek bij de kleine poort. Wel willen we graag dat ouders de jongste kinderen
afhalen binnen de omheining van het schoolplein.
8.13.2 Fietsenstalling
De kinderen kunnen hun fiets in het fietsenrek buiten neerzetten. De fietsen van de kinderen die vast
op school blijven staan, mogen in het fietsenhok gezet worden. De ruimte is echter beperkt. Dit
betekent dat we de fietsen keurig in de rekken moeten plaatsen, zodat er voor iedereen voldoende
ruimte is.
33
8.14 Schoolsporttoernooi.
Er worden drie sportdagen in de regio georganiseerd waarin in schoolverband wordt meegedaan:
1. damtoernooi
2. slag/softbal en atletiek
3. een mixed toernooi met de sporten volleybal, handbal, tafeltennis, voetbal en fitness.
Na afloop van de sportdag kunnen de kinderen rechtstreeks na de sportactiviteit naar huis terug keren.
Indien kinderen niet met de leerkracht naar school terug gaan, moet dit wel gemeld worden aan de
begeleidende leerkracht.
8.15 Schooltijden.
Maandag t/m donderdag:
8.30 - 12.00 uur
13.15 - 15.15 uur
Woensdag:
8.30 - 12.15 uur
Vrijdag: groep 1 t/m 4:
groep 5 t/m 8 continurooster
8.30- 12.00 uur
8.30 -14.45 uur
Vrije middagen:
groep 1 t/m 8:
groep 1/4:
woensdagmiddag
vrijdagmiddag
De school houdt toezicht op de kinderen voor aanvang van de schooltijd, in het lokaal van uw kind. De
school is open vanaf 8.15 uur. Na afloop van de lestijd zijn ouders direct verantwoordelijk voor hun
kinderen. Hier houdt een leerkracht toezicht bij het verlaten van het schoolterrein.
Tussen de middag is er de regeling rond het overblijven, maar vanaf 13.00 uur is er weer toezicht door een
leerkracht.
Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kinderen op weg van huis naar school en vice- versa.
8.16 Schoolverzuim.
8.16.1 Algemeen.
Dagelijks wordt per groep een absentielijst bijgehouden, mede om bij calamiteiten direct te kunnen zien
welke kinderen die dag de school bezoeken. Kinderen zijn vanaf hun vijfde leerplichtig.
8.16.2 Ziekmelding.
Wilt u in geval van ziekte van uw kind de school tijdig op de hoogte stellen? Graag even een telefoontje
vóór schooltijd (tel. 0315-298385). Omdat sommige kinderen zelfstandig op de fiets naar school komen,
bellen wij voor de veiligheid bij afwezigheid altijd naar de ouders als het kind niet is afgemeld.
8.16.3 Verlof.
Een enkele keer krijgen wij het verzoek van ouders om vrij te geven aan hun kind(eren). Meestal gaat het
om gebeurtenissen in de familiekring. Soms ook gaat het om het verlengen van een weekend.
Vanuit het ministerie zijn er richtlijnen verstrekt voor het verlenen van vrije dagen buiten de vakanties
om, waaraan de schoolleiding zich dient te houden. De voorschriften zijn aangescherpt.
In het kort komt het hierop neer dat gebeurtenissen in de familiekring (huwelijk, jubileum, begrafenis)
over het algemeen redenen zijn om vrijaf te geven. Een vrije dag om een extra lang weekend op vakantie
34
te gaan is, in de meeste gevallen, een ongeldige reden, dus ongeoorloofd verzuim. Dit wordt in
voorkomende gevallen gemeld aan de gemeentelijke leerplichtambtenaar.
Graag willen wij u vragen zoveel mogelijk de voorschriften hierin te volgen.
Het is wenselijk dat er vroegtijdig contact opgenomen wordt met de directeur om samen de mogelijkheden te bespreken en tot een aanvaardbare oplossing te komen. Alleen de directeur is de hiertoe
bevoegde persoon.
8.16.4 Bezoek tandarts/huisarts enz.
Soms zal het niet te voorkomen zijn dat kinderen onder schooltijd een bezoek moeten brengen aan een
huisarts, tandarts of specialist. Wij willen u echter wel vragen deze bezoeken zoveel mogelijk te
plannen op een vrije middag, na schooltijd of aan het eind van de schooltijd.
8.16.5 Vrijstelling van onderwijsactiviteiten.
In principe nemen alle kinderen deel aan de lesgebonden en andere activiteiten. Reden voor vrijstelling
van deze activiteiten is slechts aan de orde voor gewetensbezwaarden of leerlingen met een beperking,
voor wie het onmogelijk is deel te nemen aan bepaalde activiteiten. Dit dient schriftelijk bij de
directeur van de school te worden aangevraagd.
8.17 Vakantierooster.
Het vakantierooster en een overzicht van de extra vrije dagen is te vinden in het jaarrooster.
8.18 Verjaardagen.
Als er een leerling jarig is mag hij of zij in de groep trakteren.
Sommige kinderen mogen bepaalde traktaties niet gebruiken, i.v.m. allergie of levensovertuiging. Wilt u,
indien dit het geval is met uw zoon of dochter, dit doorgeven aan de groepsleerkracht en eventueel
alternatieve traktaties op school afgeven. Wanneer kinderen willen trakteren raden wij u aan contact op te
nemen met de groepsleerkracht.
In de pauze is er gelegenheid om ook door de overige leerkrachten gefeliciteerd te worden. De jarige mag
dan ‘de klassen rond’. In de week dat het kind jarig is wordt ook in de maandagopening door de hele
school gezongen voor de jarige!
8.19 Vrijwillige ouderbijdrage.
Het bestuur van de Oudervereniging vraagt aan de ouders een ouderbijdrage. Deze bijdrage is vrijwillig.
Van het geld worden activiteiten voor de kinderen bekostigd, hierbij kun je denken aan het
Sinterklaasfeest of het eindfeest. Jaarlijks wordt een richtbedrag per kind vastgesteld. Dit schooljaar is het
bedrag €25,- Als uw kind na de kerstvakantie begint, wordt dit bedrag uiteraard aangepast. De
penningmeester van het bestuur van de oudervereniging geeft hier verantwoording over op de
jaarvergadering. In oktober krijgt u van de Oudervereniging een oproep om deze bijdrage over te
maken op het bankrekeningnummer van de Oudervereniging.
9.Organisatie: gezondheid.
9.1. Jeugdgezondheidszorg.
In de basisschoolperiode worden de kinderen opgeroepen voor medisch onderzoek door een schoolarts of
onderzoek door een schoolverpleegkundige. De GGD Regio Achterhoek stelt hierbij het rooster vast. Per
leeftijdsgroep worden de kinderen uitgenodigd voor onderzoek. Vooraf krijgt u een oproep via de
school, met vermelding van tijdstip en mee te nemen gegevens e.d.
35
Door deze onderzoeken kunnen eventuele afwijkingen of problemen op tijd worden ontdekt. Naar
aanleiding van de onderzoeken geeft de schoolarts advies aan de ouders of verzorgers. Als het nodig is
wordt verwezen naar de huisarts. De schoolarts doet een extra onderzoek als daar op grond van het
periodiek onderzoek aanleiding voor is of op verzoek van ouders en/of school.
Het kan van belang voor het onderwijs zijn dat de school van bepaalde medische gegevens over de
leerlingen op de hoogte is. Indien bekend, is het raadzaam deze al bij inschrijving van uw
dochter/zoon door te geven.
9.2. Logopedie.
De logopedist heeft tot taak het opsporen van stem- , spraak- , gehoor- en taalstoornissen. Leerlingen
kunnen voor onderzoek worden aangemeld door de schoolarts, de groepsleerkracht of de ouders. Wanneer
behandeling nodig is wordt u verwezen naar een praktijkhoudende logopedist. Op onze school is de
mogelijkheid om logopedie te volgen onder schooltijd, en op school. Logopedistenpraktijk Logoflex heeft
één keer per week zitting in de school. Het voordeel hiervan is dat ouders na/ onder schooltijd niet meer
met hun kind naar een praktijk hoeven te gaan. De logopediste van Logoflex heeft op school overleg met
de ouders en met de leerkrachten. Indien nodig kan de school zo goed inspelen op de
ondersteuningsbehoefte van de leerling.
9.3. Hoofdluis.
Af en toe komt het voor dat er hoofdluis wordt geconstateerd op school. Dat is natuurlijk heel vervelend,
voor het kind, voor de ouders, maar ook voor school. Als hoofdluis niet tijdig en doeltreffend wordt
behandeld, bestaat er het gevaar van een uitbraak van hoofdluis bij meerdere kinderen.
Hoofdluis is hardnekkig, het is dus heel belangrijk direct de school te informeren als u hoofdluis bij uw
kind aantreft. Na elke vakantie van een week of langer worden alle leerlingen gecontroleerd door de
luizenwerkgroep, conform afspraken met de andere basisscholen in onze directe omgeving. Wij vragen
uw medewerking hierbij.
Op deze controledagen zou het prettig zijn dat de kinderen met schoon haar, zonder gel of glitters, op
school komen.
10. Organisatie: veiligheid.
10.1 Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet).
Ook op de basisschool geldt de Arbo-wet.
Deze wet heeft als doel het waarborgen van veiligheid, gezondheid en welzijn in arbeidssituaties.
10.1.1 Vluchtplan.
We hebben de beschikking over een plattegrond, waarop vluchtwegen en blusmiddelen zijn aangegeven. Deze hangt op meerdere plaatsen, duidelijk zichtbaar, verspreid door de school. Daarnaast is er
een beschrijving voor de leerkrachten, hoe te handelen bij calamiteiten. De brandweer en de gemeente
beschikken ook over de plattegrond.
10.1.2 Hygiëne en veiligheid.
De GGD regio Achterhoek doet stelselmatig onderzoek naar hygiëne en veiligheid in de schoolgebouwen, waarbij aandacht wordt besteed aan o.a. speeltoestellen, schoonmaak en vluchtplan.
Met betrekking tot de legionella bestrijding kan gemeld worden dat de warm watervoorzieningen
zodanig zijn afgesteld dat de bacterie geen kans krijgt.
36
10.1.3 Bedrijfshulpverlening.
Een aantal leerkrachten heeft de cursus bedrijfshulpverlening gevolgd. Zij zijn geschoold op het
gebied van EHBO en brandbestrijding.
10.2 Gebruiksvergunning.
De school dient te beschikken over een gebruiksvergunning van de gemeente; deze wordt niet
afgegeven als de school niet aan alle daartoe in de wet geformuleerde eisen voldoet. Te denken valt
hierbij aan voldoende vluchtwegen, blusmiddelen en de juiste bouwmaterialen, die voorkomen dat een
brand zich buitensporig snel kan uitbreiden in het gebouw.
10.3 Keuring speeltoestellen.
De school is verantwoordelijk voor de veiligheid van de speeltoestellen. Een keer per jaar worden alle
speeltoestellen gekeurd.
11. Algemene regelingen van AccentScholengroep.
Voor de meest actuele informatie en regelingen over onderstaande onderwerpen kunt u terecht op de
website van AccentScholengroep, www.accentscholengroep.nl
Buitenschoolse opvang
Centrum voor Jeugd en Gezin
Godsdienstige vorming
Internetprotocol
Klachtenregeling
Leerlingen met ernstig wangedrag
Leerlingenvervoer
Leerplicht en schoolverzuim
OPD (Orthopedagogische Dienst)
Samenwerkingsverband Accent
Sponsoring
Vervanging bij afwezigheid van leerkrachten
Verwijsindex
Verzekeringen
37
12. JAARPLANNING 2014-2015.
12.1 Schooltijden.
Maandag, dinsdag en donderdag:
8.30 - 12.00 uur
13.15 - 15.15 uur
Woensdag:
8.30 - 12.15 uur
Vrijdag: groep 1 t/m 4:
groep 5 t/m 8 continurooster
8.30- 12.00 uur
8.30 -14.45 uur
Vrije middagen:
groep 1 t/m 8:
groep 1 t/m 4:
woensdagmiddag
vrijdagmiddag
De school houdt toezicht op de kinderen voor aanvang van de schooltijd, in het lokaal van uw kind. De
school is open vanaf 8.15 uur. Na afloop van de lestijd zijn ouders direct verantwoordelijk voor hun
kinderen. Hier houdt een leerkracht toezicht bij het verlaten van het schoolterrein.
Tussen de middag is er de regeling rond het overblijven, maar vanaf 13.00 uur is er weer toezicht door een
leerkracht.
Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kinderen op weg van huis naar school en vice versa.
12.2 Groepsindeling.
Groep 1 t/m 4
Onderbouw
juf Helma Jansen, juf Ineke Luimes, juf Dorien Weening
Groep 4 t/m 8
Bovenbouw
juf Femke van Ampting, juf Annika van Hoorn
12.3 Bereikbaarheid directeur.
De directeur is in principe van dinsdag tot en met vrijdag bereikbaar op de Knienenbult (0315-298385)
38
12.4 Vakantierooster.
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie
Paasvakantie
Koningsdag
Meivakantie
Hemelvaart
Pinksteren
Zomervakantie
20 t/m 24 oktober 2014
22 december 2014 t/m 2 januari 2015
16 februari 2015 t/m 20 februari 2015
3 april t/m 6 april 2015
27 april 2015
4 mei t/m 8 mei 2015
14 mei t/m 15 mei 2015
25 mei 2015
13 juli t/m 21 augustus 2015
Extra vrije dagen voor de kinderen:
Studiedag voor leerkrachten: 6 november 2014
Studiedag voor leerkrachten: 25 februari 2015
Studiedag voor leerkrachten: 24 april 2015
Studiedag voor leerkrachten / Westendorpsfeest 26 juni 2015
12.5 Bijzondere activiteiten op school.
1e schooldag
Voorlichtingsavond
Kinderboekenweek
Sinterklaasfeest
Kerstfeest
Cito-toets groep 8
Paasviering
Schoolkamp
Eindfeest / Afscheid groep 8
1 september 2014
11 september 2014
1 t/m 12 oktober 2014
5 december 2014
18 december 2013 (avond)
21, 22, 23 april 2015
2 april 2015, continurooster tot 14.30 uur
nader te bepalen datum
1 juli 2015
39
12.6. Maandsluiting en vieringen met ouders.
26 september 2014
31 oktober 2014
5 december 2014
30 januari 2015
27februari 2015
1 mei 2015
12.7 Contactavonden: 10-minutengesprekken.
Week van 15 t/m 19 september : nader te bepalen
25 november 2014
24 maart 2015
27 januari 2015
19 mei 2015
12.8 Overblijven.
Kosten: € 1,50 per dag per kind. Per drie maanden ontvangt u een rekening en kunt u het geld overmaken
naar rekeningnummer 125556411.
Contactpersoon: I. Luimes
40
12.9 Gymnastiektijden
Gymnastiek voor de bovenbouw
-Zomer (op school, buitenles)
Maandag
13.15 - 15.15 uur
Iedere oneven week
groep 5 t/m 8 (vakleerkracht juf Marjo)
13.45 – 14.45 uur
Iedere even week
groep 5 t/m 8
-Winter (in Schoolweide Westendorp, er wordt met de leerkracht naar de gymzaal gefietst)
Maandag
13.15 - 14.15 uur
groep 5 t/m 8 (vakleerkracht juf Marjo)
Iedere oneven week
13.45 -14.45 uur
Iedere even week
groep 5 t/m 8
Gymnastiek voor de onderbouw
-Zomer en winter:
Dinsdag
14.00 -15.15 uur
groep 1 t/m 4
Iedere even week.
De kinderen worden met de bus naar Schoolweide gebracht en de ouders halen zelf hun kind weer op bij
de gymzaal in Westendorp.
12.10 Schoolsporten (groep 7 en 8)
Mixed sportdag
Datum:
23september 2014
Plaats:
Varsseveld
Dammen
Datum:
Plaats:
5 november 2014
Meeander Varsseveld
Atletiek/softbal
Datum:
19 mei 2015
Plaats:
Gendringen
13. Namen, evt. adressen
13.1 Bestuur Oudervereniging
Inge in het Veld, voorzitter
Vacature (tijdelijk Annemarie Middelkamp), secretaris
Vacature, penningmeester
Petra Hendriksen
Anja Zweerink
Vacature
13.2 Medezeggenschapsraad.
Namens de ouders:
Annemarie Middelkamp
Rigo van Raai
namens het team:
Annika van Hoorn, voorzitter
Femke van Ampting
41
13.3 Personeel.
Femke van Ampting,
Leerkracht
Bedrijfshulpverlener
MR lid
Marjo Bus
Vakleerkracht gymnastiek
Riny Kappert
Interne begeleider
Schoolcontactpersoon
Rieki Hengeveld
Managementassistente
Annika van Hoorn
Plusgroep, Onderwijsassistente
Bedrijfshulpverlener
Voorzitter MR
Eveline Hupkes
Directeur, Tel. 0315-298385 of indien dringend buiten schooltijden 06-57025031
Bedrijfshulpverlener
Helma Jansen-Gussinklo
Leerkracht
Ineke Luimes-Hebbink
Leerkracht
Bedrijfshulpverlener
Contactpersoon Oudervereniging
Contactpersoon Overblijven
Dorien Weening
Leerkracht
13.4 Stichting AccentScholengroep.
www.accentscholengroep.nl
13.5 Diversen.
GGD
Jeugdarts/logopedist
Gezellenlaan 10, 7005 AZ Doetinchem
Tel. 0314-321260
Logoflex (logopedie)
Logo-flex.nl
[email protected]
42