IN ZWANG PROTOCOL: Zwangerschap en obesitas 2013 Omschrijving van het probleem Obesitas is één van de snelst groeiende gezondheidsproblemen in de Westerse wereld. Naarmate de mate van obesitas onder vrouwen toeneemt, zullen ook meer vrouwen in de fertiele levensfase door deze aandoening getroffen worden. In dit protocol worden aanbevelingen gedaan voor het beleid tijdens zwangerschap en bevalling bij vrouwen met obesitas. Definitie Obesitas is een abnormale gezondheidstoestand waarbij er een overschot aan vetweefsel is. De meest gebruikte definitie is gebaseerd op de Quetelet-‐index of Body Mass Index (BMI). De BMI wordt berekend door het gewicht in kilogrammen te delen door het kwadraat van de lichaamslengte in meters (kg/m2) Volgens de WHO: BMI > 30 klasse I-‐obesitas BMI > 35 klasse II-‐obesitas BMI > 40 klasse III-‐obesitas (of morbide obesitas) Zwangerschapscomplicaties Verhoogde kans op: - miskraam - serotiniteit - zwangerschapsdiabetes - zwangerschapshypertensie en preëclampsie - macrosomie - IUVD e.c.i. - aangeboren afwijkingen (NBD, multipele congenitale afwijkingen, hartafwijkingen) Complicaties tijdens de partus en het kraambed Verhoogde kans op: - inleidingen - trager baringsproces door inadequate weeën - sectio - schouderdystocie - inadequate pijnstilling d.m.v. epidurale anesthesie - fluxus p.p. - endometritis - trombo-‐embolische processen De risico’s op bovenstaande complicaties nemen toe naarmate de BMI hoger is of de gewichtstoename groter gedurende de zwangerschap. Om deze reden is het aan te bevelen zwangeren met een BMI >30 gedurende de zwangerschap te wegen. Dit protocol richt zich op de BMI>40, maar geeft ook nog een aantal aanbevelingen voor BMI>30 en BMI>35. Aanbevelingen bij obesitas Preconceptioneel of tijdens nacontrole: Het is verstandig vrouwen met obesitas preconceptioneel voor te lichten over de toegenomen kans op zwangerschapscomplicaties en de mogelijkheid deze risico's te reduceren door gewichtsverlies voorafgaand aan de zwangerschap; het is ook een goede kans om veranderingen in de leefstijl te bespreken. Aanbevelingen bij BMI>40 Zwangerschap: • formulier meegeven ‘zwangerschap en BMI>40’ • verwijzing diëtiste voor voedingsadvies. • Informeren over de risico’s van een te grote gewichtstoename (normale gewichtstoename bij BMI>40 6 kg, zie curve) • Meting bloeddruk met brede band bij omtrek arm > 33 cm. • Glucose dagcurve iedere 4 weken vanaf AD 20 weken. • GUO tussen 20 en 22 weken i.v.m. hoger risico op congenitale afwijkingen en in verband met onduidelijke beeldvorming. • Vanaf 24 weken RR controle á 2 weken (hoeft niet in combinatie met controle). • Eenmalige afspraak highrisk spreekuur gecombineerd met groeiecho bij een amenorroeduur van 28 weken (gynaecoloog + internist GHZ) ter evaluatie bloeddruk en glucosewaarden. Bij deze controle screening op albuminurie. Na deze controle overleg 2e lijn en 1e lijn over waar de controles verder vervolgd worden. • Regelmatige groeiecho’s om macrosomie of groeivertraging op te sporen. Advies: echo bij 28, 32 en 36 weken. (Op indicatie vaker) Partus en kraambed: • Plaatsindicatie voor partus voor nullipara. • Waaknaald plaatsen. • Multiparae met een ongestoorde graviditeit en partus in voorgeschiedenis en ongestoorde huidige graviditeit in overleg thuispartus mogelijk. • Als mogelijk spontane partus afwachten, active management of labour. • Actief nageboortetijdperk (bij partus op plaatsindicatie: synthocinon i.v. toedienen) • Bij sectio caesaria subcutis separaat sluiten (voor 2e lijn) • Postpartum alert zijn op infectie (endometritis) en snelle mobilisatie i.v.m. hoger risico trombose. • Extra aandacht aan borstvoeding i.v.m. gunstig effect maternaal gewicht. Aanbevelingen bij BMI>30 - optie diëtiste bespreken. - informeren over een normale gewichtstoename in de zwangerschap (zie curve) - eventueel RR met brede band meten. - GDC bij 24 weken. - ter overweging: groeiecho 30 weken - eventueel GDC herhalen n.a.v. groeiecho bij 30 weken. - Actief leiden van het nageboortetijdperk. Aanbevelingen bij BMI>35 Aanbevelingen idem als bij BMI>30 aangevuld met de volgende aanbevelingen: - GUO in verband met lastige beeldvorming. - groeiecho’s bij 28 en 32 weken. Op indicatie bij 36 weken nog een groei/liggingsecho. - partus evt. op plaatsindicatie. - indien partus op plaatsindicatie waaknaald laten plaatsen en synthocinon i.v. toedienen.
© Copyright 2024 ExpyDoc