Opdracht Procesgericht kindvolgsysteem (PKVS) De student maakt een globale klasscreening voor welbevinden en betrokkenheid (zie PKVS). De mentor kan hierbij helpen. Kleuters die hiervoor laag scoren verdienen speciale aandacht. De student kiest 1 kleuter en ontwerpt een stappenplan voor deze kleuter. Hierin staat bondig omschreven hoe het welbevinden en/of de betrokkenheid van deze kleuter gestimuleerd kan worden tijdens eerste realisatiestage. De student scoort ook een kleuter op vlak van motorische competentie, wiskundig denken en het begrijpen van de fysische wereld. Deze opdracht kan best op voorhand besproken worden met de mentor om zeker te zijn dat de student relevant gedrag kan observeren tijdens de observatiedag. De student maakt een observatieverslag. De student schrijft vervolgens een initiatief uit om competenties die uitvallen te stimuleren volgens de principes van het PKVS. De student beantwoordt volgende vragen: - Was je initiatief geslaagd? - Wat had je beter anders aangepakt? - Wat heb je geleerd en neem je mee als inzicht naar de volgende stage? Doel: De student leert gericht kijken naar kinderen in functie van betrokkenheid, welbevinden en competentiegericht onderwijs. Basiscompetentie 1: De KO als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen. Deelvaardigheid achterhalen. 1.1: De beginsituatie van lerenden en de groep Deelvaardigheid 1.9: De KO kan observeren met het oog op bijsturen, remediëren en differentiëren. Attitudes: Relationele gerichtheid en beslissingsvermogen Input: Workshop ‘PKVS’, Workshop ‘Beweging’ en Workshop ‘Wiskundige initiatie’ Info: Achtergrond en praktijksuggesties en werkmap ‘PKVS CEGO’ en Bundel ‘Beweging’ Opvolging: Tijdens het didactisch atelier brengt de student het ingevulde PKVSformulier (klasscreening WB en BTH) en de observatieverslagen mee. De student bewaart alle documenten in de stagemap. De student volgt deze kleuter verder op in zijn CEGO-agenda. Zie ook vervolgopdrachten PKVS.