Schoolontwikkeling en schoolbeleid 1 Onderwijs in Vlaanderen 1.1 Vlaams onderwijs Vlaams onderwijs sinds 1989 Vlaamse bevoegdheid Federale bevoegdheden: Begin en einde leerplicht Minimumvoorwaarden voor diploma Pensioenen onderwijspersoneel Onderwijs is vrij (1831) Schoolpact Vrijheid van inrichting Maar scholen moeten voldoen aan wettelijke en statutaire voorschriften + Schoolvrede Vrije keuze gegarandeerd Democratisering onderwijs Verzuiling concurrentiestrijd Elke natuurlijk of rechtspersoon kan onderwijs organiseren Inrichtende macht = De rechtspersoon of natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor één of meer scholen = Schoolbestuur Pedagogische vrijheid = Op voorwaarde dat aan wettelijke en statutaire voorschriften voldaan wordt, mag iedereen onderwijs inrichten, mits goedkeuring van de minister 10 criteria (wettelijke en statutaire voorschriften) Structuur Programma Overheidscontrole Natuurlijke of rechtspersoon Normen Veiligheidsvoorschriften Schoolmateriaal Gezondheidsrisico Schoolvakantiesysteem Participatiestructuren Erkenning financiële middelen Programmatienormen Rationalisatienormen Pedagogisch project = Opdrachtverklaring van een onderwijsnet of school Vrije schoolkeuze = Ouders en hun kinderen moeten over een school naar keuze kunnen beschikken op een redelijke afstand van de woonplaats Leerplicht Recht op onderwijs! 12 jaar leerplicht Voltijdse leerplicht tot 15 of 16 jaar (LO + minstens 1e graad SO) Geen schoolplicht, maar leerplicht Huisonderwijs kan Schoolkosten Kosteloze toegang leerplichtonderwijs Maximumfactuur 1.2 Onderwijsstructuur Onderwijsnetten Gemeenschapsonderwijs: GO! Gesubsidieerd officieel onderwijs: OGO: OVSG en POV Gesubsidieerd vrij onderwijs: VKSO, FOPEM Onderwijskoepels = Representatieve vereniging van inrichtende machten Behartigen de belangen van hun leden (schoolbesturen) Schoolgemeenschappen = Een verzameling van verschillende scholen van eenzelfde onderwijsniveau die samenwerken of diverse vlakken Scholengroepen = gemeenschapsonderwijs = de inrichtende macht in een bepaalde regio van een aantal scholen (van verschillende niveaus), internaten en CLB’s Onderwijsniveaus Basisonderwijs Kleuteronderwijs Lager onderwijs Organisatie Lestijdens bepaalt aantal leerkrachten Urenpakket voor kinderverzorgers Puntenenveloppe Gewoon en buitengewoon onderwijs Secundair onderwijs Gewoon en buitengewoon onderwijs Waarom hervorming? Ongekwalificeerde uitstroom Impact SES op studiekeuze en schoolse prestaties Krachtlijnen hervorming Begin in basisonderwijs Inhoudelijke aanpak - Sleutelcompetenties - = één ambitieuze set van kennis, vaardigheden en attitudes die iedereen moet behalen Brede eerste graad Matrixstructuur Schoolconcepten - Doorstroomscholen - Arbeidsmarktgerichte scholen - Domeinscholen Attesten Leraren - Goed onderwijs begint bij de leraren Hoger onderwijs Hervorming: BaMa structuur Se-n-se en HBO5 Secundair na secundair Hoger beroepsonderwijs Volwasseneneducatie en – onderwijs Deeltijds kunstonderwijs (DKO) 2 Algemene tendensen en principes 2.1 Internationale ontwikkelingen A nation at risk (1983 – US) Verzamelen en vergelijken statistische gegevens over leerlingenprestaties tussen de staten Educational reform act (1988 – UK) Testing key stages op 7, 11, 14, 16 jaar No child left behind act (2001 – US) Standars – based accountability (gestandaardiseerde toetsen) Sancties voor wie niet voldoet Kwaliteitszorg Output indicatoren Externe inspectie Publiek maken van resultaten Kwaliteit = cliëntgerichtheid Kwaliteitszorg in Vlaanderen Eindtermen Inspectie Toetsen: peilingstoetsen en paralleltoetsen Enveloppefinanciering Differentiële verloning voor leerkrachten Evaluatie van leerkrachten Meer markt Meer keuzemogelijkheden voor ouders Onderwijsbeleid wordt centraal gestuurd en lokaal wordt verantwoordelijkheid gelegd voor implementatie Veel hervormingen mislukken 2.2 Kernprincipe van schoolontwikkeling Schoolontwikkeling moet gericht zijn op: Leren en instructie Organisatorische condities van de school Verandering in leerproces Veranderingen bij leerkrachten 2.3 Institutionaliseringsproces Verandering resulteert dikwijls in meer van hetzelfde Systeemperspectief Veel verschillende aspecten die inwerken op het hele onderwijssysteem 2.4 Principes van school improvement Focus op leerprestaties en leren Ontwikkel curriculum en instructie op basis van wat we weten over leren Versterk de capaciteit van scholen Betrokkenheid van leerlingen en ouders Leiderschap Voed professionele leergemeenschappen en stimuleer onderzoek Verbeter onderzoek Creëer betrokkenheid Voorzie druk en ondersteuning op alle niveaus Vestig lokale infrastructuren en netwerken, extern ondersteund Verzeker coherentie in het beleid 3 Types van scholen en beleidsvo erend vermogen 3.1 Drie types Regelgericht type BELANG: ministerie / onderwijskoepel + school Vakgericht type BELANG: school met arbeidsmarkt / hoger onderwijs Leerlinggericht type BELANG: school + leerlingen / ouders School Ministerie Onderwijskoepel •Arbeidsmarkt •Hoger onderwijs Leerlingen Ouders 3.2 Model DoelCentrale beleid – en organisatiekenmerken gericht = beleidsvoerend vermogen heid Kenmerken: Profiel directie Doelgerichtheid missie ParticiSamen Samenwerking leerkrachten patie werking Participatie Onderwijsinnovatie Schoolleiding Behoeften van leerlingen Profiel directeur Regelgericht: administratie en wetgeving Manager: studiepeil, groei van de school VerOpenheid Onderwijskundig leider en people manager nieuwing Sterke schoolculturen: Doelgerichtheid Ondersteuning leiderschap Samenwerking leerkrachten Participatie leerkrachten Innovatie Doelgerichte missie = Sterkte van de missie = Homogeniteit van de missie Vormen: Elkaar informeren en ideeën uitwisselen Ondersteuning bieden Uitwisselen van ideeën en materiaal Gezamenlijk werken Elkaar observeren, feedback geven, reflecteren over onderwijspraktijk Samenwerking Participatie Contested zone = evaluatie van leerlingen, nascholing, aankoop didactisch materiaal, opdrachtverdeling Belang van structuren Opvolging en feedback van werkgroepen is cruciaal Delegeren ≠ alles afschuiven Innovatie Stabiel Matig vernieuwend (1e orde) Innovatief (2e orde) Openheid Schoolkenmerken • Doelgerichtheid • Samenwerking • Participatie • Innovatie • Leerkrachten • Org. betr. • Job tevredenheid • Prof. leren • Leerlingen • Leerprestaties • Welbevinden Schoolleiderschap Output 4 Schoolleiderschap 4.1 Charismatisch leiderschap Visie Droom, passie 6e zintuig: bekijken de dingen anders Positieve boodschap Toekomstgericht Sterke communicatie Zelfvertrouwen, vastberaden Eenvoudig en duidelijk Identificatie Rolmodel van waarden Geen afstand, persoonlijk + Zeer belangrijke motivator van mensen Meesters in overtuiging Belangrijk in onderwijs 4.2 Onderwijskundig schoolleiderschap Schoolvisie op onderwijs Management van het instructieproces Coördinatie van curriculum Opvolgen vooruitgang van leerlingen Opvolgen van didactische kwaliteiten leerkrachten Bevorderen van positief schoolklimaat Onderwijstijd bewaken Hoge zichtbaarheid Positieve stimuli voor de leerlingen Positieve stimuli voor de leerkrachten Soms te veel God Soms simplistisch Slechte leiders gebruiken geweld en terreur Negatieve visie is catastrofaal 5 Onderwijsbeleid 5.1 GOK 1° Het realiseren van optimale leer – en ontwikkelingskansen voor alle leerlingen en dit voor het basisonderwijs, voor zover mogelijk, in een school in hun buurt 2° Het vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie 3° Het bevorderen van sociale mix en cohesie 4° Voor het tweetalige gebied Brussel – Hoofdstad, daarnaast ook de benoeming van de gelijke onderwijs – en inschrijvingskansen van Nederlandstaligen en het behoud van het Nederlandstalige karakter van het door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs Doelstelling = een geïntegreerd Vlaams onderwijsbeleid uitwerken dat alle kinderen en jongeren optimale kansen biedt om te leren en zicht te ontwikkelen. Voorbeelden “Eén op de vijf kinderen in België leeft in armoede.” “Bijna een op de acht leerlingen in het Vlaamse onderwijs psreekt thuis een ander etaal dan het Nederlands.” “Kind van laaggeschoolde studeert te weinig door.” Gelijke – kansen - indicatoren Trekkende bevolking Moeder geen diploma/getuigschrift SO Kind verblijft buiten het gezin Vervangingsinkomen (schooltoelage) Nederlands niet als thuistaal 3 krachtlijnen recht op inschrijving = set regels waardoor maatschappij er zich van verzekert dat kinderen op correctie wijze in scholen ingeschreven worden Inschrijving in school naar keuze Vanaf 12 jaar: in samenspraak met leerling Voorwaarden: Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden Instemmen met pedagogisch project en schoolreglement = maximum aantal leerlingen per schoolniveau Voorrangsregels Leerlingen weigeren: Leerling voldoet niet aan toelatingsvoorwaarden Afwisseling tussen verschillende scholen in schooljaar Capaciteit wordt overschreden LOP = lokaal overlegplatform Wie? Directie en inrichtende machten scholen en CLB Vertegenwoordigers Organisaties Voorzitter + deskundig ondersteuner Taken Weigering inschrijving Ouders willen klacht indienen: dossier bekijken + eindoordeel Geïntegreerd ondersteuningsaanbod Extra lesuren of leraarsuren op basis van indicatorleerlingen Voor periode van drie jaar Basisonderwijs SES – lestijden Secundair onderwijs Extra leraarsuren voor ondersteuningsaanbod gelijke onderwijskansen 5 indicatoren Doelstellingen: - Preventie en remediëring - Taalvaardigheid - ICO - Doorstroming en oriëntering - Leerling – en ouderparticipatie Buitengewoon onderwijs Punten school = som gewogen aantal indicatorleerlingen Lestijden school Doelstellingen - Aanbod rond taalvaardigheidsonderwijs - Onderwijsgerichte opvoedingsondersteuning ouders - Sociale functies opnemen in netwerk met partners Initiatieven in Vlaanderen voor gelijke – kansen Hervorming secundair onderwijs Extra begeleiding Brugfiguren OKAN klassen (Onthaalonderwijs voor ANderstalige Kinderen) 5.2 Algemeen Onderwijsbeleid op 3 niveaus Macroniveau Mesoniveau (netten) Microniveau ≠ onderwijsniveaus zoals meestal in onderwijscontexten wordt gehanteerd Macroniveau Minister van onderwijs Administratie, Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Mesoniveau School (lokaal Scholengroep Vlaams niveau niveau) (middenniveau) (centraal niveau) Gemeenschapsonderwijs: Gesubsidieerd vrij onderwijs (VSKO) Gesubsidieerd officieel onderwijs (POV, OVSG) Microniveau Individuele scholen en hun directie Schoolbesturen of inrichtende machten Scholengemeenschappen Kwaliteitsbewaking en – bevordering Eindtermen en ontwikkelingsdoelen Inspectie Pedagogische begeleiding Externe kwaliteitsbewaking Externe kwaliteitsbewaking door de onderwijsinspectie Kerntaken: Curriculumontwikkeling Controle van de onderwijskwaliteit en - evaluatie Erkenning van onderwijsinstellingen en CLB’s School – of centrumdoorlichting Na doorlichting: advies over verdere erkenning Pedagogische begeleiding Pedagogische Begeleiding van scholen door pedagogische begeleibegeleiding dingsdiensten Professionalisering op school – en klasniveau Kwaliteitsbewaking en – bevordering: Externe Accreditatie in HO kwaliteitsbewaking Interne kwaliteitszorg, zelfevaluatie Externe visitatie met openbaar rapport Accreditatie 6 rechtsposities en evaluaties van leerkrachten 6.1 Decretale basis Twee basisdecreten Eén voor het personeel van het gemeenschapsonderwijs Eén voor het personeel van het gesubsidieerd onderwijs Een aanstelling in het onderwijs Beschikken over een bekwaamheidsbewijs Basisdiploma (vakkennis) Bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB) (Nuttige ervaring) Vereist/voldoende geacht/andere Tijdelijke aanstelling Minstens 720 dagen in minstens 3 schooljaren Geen onvoldoende bij laatste evaluatie Je kan voorrang laten gelden binnen de SG voor vrije uren Vaste benoeming Beschikken over VE of VO bekwaamheidsbewijs 720 dagen DA TADD Betrekking in hoofdambt Geen onvoldoende bij laatste evaluatie Je met je kandidaat stellen Reaffectatie en wedertewerkstelling Reaffectatie: binnen zelfde ambt Wedertewerkstelling: in andere ambt Wat schrijft de wet voor? Vanaf 2007: alle leerkrachten SO vierjaarlijks evalueren Evaluatieprocedure: 2 evaluatoren aanstellen Geïndividualiseerde functiebeschrijving opstellen voor leerkracht Functionaliseringsgesprekken Evaluatiegesprekken met evaluatieverslag 6.2 Leerkrachtevaluatie = een samenhangend geheel van handelingen dat erop gericht is via een menselijk oordeel tot waarderende uitspraken te komen over: Het functioneren van de leerkrachten Het meten van gerealiseerde doelstellingen Het in kaart brengen van potentiële competenties Kern van leerkrachtevaluatie WAARDEREN Intrinsieke motivatie stimuleren Positief waarderen Sanctioneren Overgrote meerderheid van leerkrachten functioneert goed Documenteer de prestaties Identificeer de doelen Ontwikkel standaarden voor het presteren Stel prestatiecriteria op Verbeter de prestaties De doelen Relevant evaluatieproces voor school samenhangend met schooldoelen Standaard voor het presteren Beroepsprofielen Evalueer de prestaties Functiebeschrijvingen Prestatiecriteria Duidelijke criteria Vooraf gekend Concreet: gedragsindicatoren voor functies en competenties Beperkt in aantal Individuele afspraken met leerkrachten Documenteer de prestatie Vuistregels Objectieve data Verschillende databronnen Participatie van leerkrachten Mogelijke databronnen Een nazicht door collega’s Informele klasbezoeken Evalueer de prestatie Formatief: functioneringsgesprek Leidt niet tot een eindoordeel, maar begeleidend Summatief: evaluatiegesprek Een gesprek tussen de leerkracht en de schoolleider Aandachtspunten Communicatie van beide kanten Gebalanceerd overzicht van voorbije prestaties en toekomstige doelen Erkenning voor sterktes en successen van leerkracht Identificatie en analyse van de problemen Initiatie door de leerkracht om doelen op te stellen tegen volgende evaluatie Goede feedback Positieve feedback – verbeteringsfeedback Frequent feedback geven Consistente feedback Directe feedback Het evaluatieverslag Overzicht van de nood aan nascholing van je leerkrachtenkorps Verantwoording afleggen Verbeter de prestatie Reflectie, analyse en verandering Differentiatie tussen: Beginnende leerkrachten Ervaren leerkrachten Problematische leerkrachten De rol van de schoolleider bij leerkrachtevaluaties Tegenstrijdige rollen: de directeur als motivator en de directeur als evaluator Negatieve gevoelens van de leerkracht Geloofwaardigheid van schoolleider is zeer belangrijk! Leerkrachten hebben nood aan: Een aanwezige schoolleider Feedback over hun werk Bescherming in bedreigende situaties Het recht om fouten te maken Goede schoolleiders: Charismatisch leiderschap Vertrouwd zijn met de job en taken van de leerkracht Expertise in vakinhoud en – didactiek Externe ondersteuning Schoolbestuur / inrichtende macht Scholengemeenschap Overheid (omkadering) 7 Leiderschap 7.1 Situationeel leiderschap Delegeren: verantwoordelijkheid voor beslissingen en uitvoering over laten Skill Will Participeren: ideeën delen en besluitvorming faciliteren Skill Will Coachen: beslissingen uitleggen en de mogelijkheden bieden om te verduidelijken Skill Will Sturen: specifieke instructies geven en prestaties nauwgezet opvolgen Skill Will • taakgericht laag • mensgericht hoog • taakgericht hoog • mengericht hoog Participeren Coachen Delegeren Sturen • taakgericht laag • mensgericht laag • taakgericht hoog • mensgericht laag 7.2 Transactioneel en transformationeel leiderschap 7.2.1 Transactioneel leiderschap Verwijst naar de interpersoonlijke relatie tussen leider en medewerker Vooral als er fouten gebeuren 7.2.2 Transformationeel leiderschap Charismatisch leiderschap Sterke betrokkenheid van personen op de organisatie Ontwikkelen van visie Aanvaarding gemeenschappelijke doelen Voorbeeldgedrag Hoge verwachtingen formuleren Gunstig schoolklimaat ontwikkelen Intellectueel stimuleren Individuele ondersteuning voorzien Participatie ontwikkelen 7.3 Managers en leiders Managers Denken op korte termijn Zorgen voor continuïteit Realiseren doelen Doen de dingen juist Respecteren functiebeschrijvingen Organiseren en controleren Leiders Bereiden de toekomst voor Willen verandering Hebben een visie Doen de juiste dingen Veranderen functiebeschrijvingen Inspireren en motiveren 7.4 Integratie Altijd onderwijskundig en transformationeel leiderschap Visie, communicatie en empathie Situationeel leiderschap In moeilijke situaties In comfortabele situaties Effectiviteitsmodel Quinn Vlot werkende systemen Strategische focus Aandacht voor mensen Innovatie en service houding Uitgebreid model: • Plannen, organiseren • Legt afspraken en regels vast • Structurerend • Participeren • Empathie • Ondersteuning en participatie • Menselijk, echt zijn • Relatiegericht • Delegeren • Richting en doelen • Vertrouwen hebben er geven • Inhoud belangrijk • Coachen Managerrol Prestatie eisende rol Mentor rol Vernieuwer rol • Visionair • Zesde zintuig • Toekomstgericht • Taak - en relatiegericht • Sturen 7.5 Gedeeld leiderschap Motieven Directeurs zijn overbelast Er zijn te veel verwachtingen en uitdagen voor één persoon Leiders kunnen complementair zijn in hun competenties Ondersteuning van collega’s is heel belangrijk voor het welbevinden van directeurs Kenmerken Van goed gedeeld leiderschap Samenwerking in het leidinggevend team Kwaliteit van ondersteunend leiderschap Kwaliteit van opvolging Participatie van leerkrachten Irrelevant voor goed leiderschap Taakverdeling Mate van gedeeld leiderschap Hoge betrokkenheid bij samenwerking van het leidinggevend team Interne discussie mogelijk Communicatie tussen de teamleden Duidelijke gedeelde visie Hoge zichtbaarheid van schoolleiders Positieve feedback Persoonlijke relaties met leerkrachten Duidelijk verwachtingen Frequente opvolging en evaluatie Betrokken bij de visieontwikkeling Rekening houden met de inspraak van leerkrachten Directeur steeds sterke figuur Geen gouden regels Mate van verdeeldheid is irrelevant Wel de communicatie en het vertrouwen tussen de leden van het leidinggevend team Beter een goede samenwerking in een gecentraliseerd team dan een gedecentraliseerd los zand team Gedeeld leiderschap is een waardevol alternatief als de lijm plakt tussen de schoolleiders 8 Missie, visie, waarden en schoolcultuur 8.1 Missie Wat is de drijvende bestaansreden van de school? Ambitieus, toonaangevend 8.2 Visie: concrete vertaling van de missie Wat? Kerndomeinen: Studieaanbod Studiepeil Leerlingenzorg Relatie leerkracht – leerling Pedagogische methodes Evaluatie van leerlingen Groepering, remediëring en oriëntering van leerlingen Discipline van leerlingen Parascolaire activiteiten 8.3 Waarden Efficiëntie / stabiliteit Excellentie Gelijke kansen Keuze / vernieuwing 8.4 Schoolcultuur vorm geven Schoolcultuur Diepgewortelde gedeeld waarden en opvattingen die interacties bepalen Visie Cf. missie, waarden en doelen Rituelen Samengang van de geschiedenis van de school en vernieuwing / verandering Symbolen Naam van de school Logo, kernwoorden Werkjes van leerlingen in de hal Levende logo’s Tijdsbesteding Efficiëntie en stabiliteit Excellentie Gelijke kansen Keuze en vernieuwing 9 De evaluatie van het evaluatiesysteem van het onderwijspersoneel 9.1 Situering evaluatie leerkrachten Vanaf 200è: om de 4 jaar alle leerkrachten secundair onderwijs evalueren Evaluatieprocedure: 2 evaluatoren Geïndividualiseerde functiebeschrijving Functionaliseringsgesprekken Evaluatiegesprekken met verslag: voldoende of onvoldoende Twee maal onvoldoende is ontslag Beroep is mogelijk bij paritair beroepscollege Leerkrachkenmerken 9.2 Conceptueel model: 9.3 Probleemstelling Scholengemeenschap Frequentie van evalueren Procedure Aanpassing scholen die reeds evalueerden Invloed van scholengemeenschappen effecten van evaluaties Leerkracht: Jobsatisfactie Betrokkenheid Professionaliseren Organisatie Planning Allocatie Nascholing Selectie 9.4 Methode Kwantitatief luik Kwalitatief luik 9.5 Resultaten kwantitatief luik 9.6 Resultaten kwalitatief luik Steekproef Beschrijvende resultaten Kent 1e evaluator Kent 2e evaluator Algemene functiebeschrijving Individuele functiebeschrijving Betrokkenheid: Personeelsleden voelen zich weinig betrokken bij de vormgeving van het evaluatiesysteem Reacties van personeelsleden: Personeelsleden vinden het evaluatiesysteem belangrijk Verklarende analyses Resultaten kwalitatief luik Selectie cases kwalitatief luik Resultaten cases Kenmerken evaluatiesysteem Reacties van leerkrachten Schoolleider Effecten Algemene functiebeschrijving aanwezig maar in minderheid van cases voor alle personeelsleden een geïndividualiseerde functiebeschrijving Haalbaarheid Kenmerken van het evaluatiesysteem Finaliteit: zowel waarderende als sanctionerende finaliteit wordt geëist Evaluatiecriteria: functiebeschrijving als referentie, belang van onderwijsvisie Informatiebronnen: reacties van derden Differentiatie: tussen personeelsleden volgens statuut (belang TADD) Betrokkenheid en communicatie: belang schoolleider bij betrekken van (niet-) vakbondsafgevaardigde personeelsleden Actoren betrokken bij evaluatie: - 1e evaluator: meestal enkel directeur - 2e evaluator: meestal voorzitten (school)bestuur of coördinerend directeur van de scholengemeenschap 9.7 Beleidsaanbevelingen Maar evaluatieaspect houdt enkele nadelen aanpassing nodig van huidige regelgeving rond evaluatiegesprekken Geen differentiatie mogelijk in eindevaluatie Zware evaluatieprocedure Negatieve eindevaluatie Frustratie bij directie en leerkrachten Loskoppeling functionaliseringgesprekken en evaluatie Sterke belasting directeurs Eerste evaluator Nood aan meer bekwame en geschikte evaluatoren Evaluatie tijdelijk personeel Nood aan functionaliseringverslag bij einde tijdelijke tewerkstelling over goede en minder goede punten Vorming evaluatoren Investering in opleiding continueren Aandacht bij selectie directeurs Promotie – en compensatiebeleid Nood aan promotie – en compensatiebeleid voor aantrekkelijkheid beroep leraar, waardering voor leraar en schakel in verlichting evaluatieprocedure TADD Periode van 720 dagen voor recht op TADD Verlengen zou minder snel leiden tot niet verlening van tijdelijken Evaluatie tijdelijken in SG Eventueel geen terugkeer personeelslid in zelfde school / verlenging periode TADD Evaluatie tijdelijken op niveau SG herbekijken Vaste benoeming Beroep tegen negatieve evaluatie wordt dikwijls erkend wegens procedurefouten Keuze of pragmatische combinatie van sanctionerend evaluatiebeleid en vaste benoeming Samenwerking SG Afspraken op niveau SG meer rechtsgrond Aanbevelingen voor scholen Belang van planning van evaluatieproces Personeelsleden betrekken bij opzet systeem Belang van eerlijk en duidelijk systeem en bruikbare feedback voor jobtevredenheid en betrokkenheid en professionele ontwikkeling 9.8 Vergelijkbaar onderzoek in basisonderwijs 10 De rol van schoolbesturen 10.1 Algemeen 10.1.1 Schoolbesturen: soorten en samenstelling GO! Scholen (lokaal) Scholengroepen (meso) Raad (centraal) Gesubsidieerd vrij onderwijs Gemeente – en provincieraad Schepenonderwijs OVSG vertegenwoordiger Vrij gesubsidieerd onderwijs Voorzitten + raad van bestuur + algemene vergadering VSKO 10.1.2 Kerntaken van (school)besturen Peter principe: steeds hogere taken opnemen tot iemand niet meer competent is de taak op te nemen Wat wel: Strategisch beleid = pedagogisch project, fundamentele beslissingen in studieaanbod, fusies en grote investeringen Vormen: iedereen neemt strategische beslissingen Controle en verantwoordingsfunctie Wat Selectie en evaluatie directeur Supervisie interne en externe audit / doorlichting Verantwoording ten opzichte van de ouders Selectie en evaluatie van directeurs Continu rekrutering-, selectie- en evaluatiebeleid Nood aan visie en integratie: continuüm van pre - service, inductie en in – service Leiderschapspotentieel: proactieve opdracht van schoolbestuur en directeur Schakelfunctie tussen school en omgeving Rekening houden met lokale gemeenschap Nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen Lobbying en netwerking 10.1.3 Profiel en professionalisering van schoolbesturen Cruciale leiderschapsstijl van de voorzitter 10.1.4 Modellen Relatie met de directeur Schooldirecteur is geen lid van het bestuur Diversiteit: ook voor schoolbesturen Schaalvergroting 10.1.5 Rol van overheid en centrale actoren Continue, geïntegreerd vorming schoolleiders: pre – service, inductie en in – service 10.2 Scholengemeenschappen in Vlaanderen Omschrijving Eén instelling of een groep van instellingen Die binnen een geografische afbakening Gezamenlijk en op vrijwillige basis in staat voor de onderwijsvoorziening ≠ schoolgemeenschap (één school) ≠scholengroep (GO!) SGn BaO ≠ SGn SO: verschillen in regelgeving Voorgeschiedenis Vrije schoolkeuze leidt tot sociale ongelijkheid Vormen om leerlingen te groeperen Tracking Streaming Setting Separatiemodel Sociale integratie Comprehensief model Uniforme integratie Geïndividualiseerde integratie Doelstellingen SGn SO Transparant studieaanbod: rationeel en doorzichtig Voorgeschiedenis Navolging van scholengemeenschappen secundair Vorming Criteria Criteria zijn minimumeisen vanuit overheid Zowel gelijkenissen als verschillen tussen SO en BaO SO 1 of meerdere scholen van = of ≠ IM / net of koepel BaO Minimum twee scholen van = of ≠ IM / net of koepel Ook BuO, centra DBO Minimum 900 leerlingen Periode van 6 jaar Vrijwillig Ook BuO Minimum 900 leerlingen Periode van 6 jaar Vrijwillig Bevoegdheden Overheid legt minimumbevoegdheden vast voor de SGn verplicht Verschillen tussen netten VGO: thematiek van SG meest toepasbaar OGO: gemeentelijke autonomie vs. Scholengemeenschappen GO: scholengroep vs. Scholengemeenschap Vaststellingen De scholen ervaren SG als positief Verhoogt draagvlak voor de school Grote variatie in SGn (qua grootte, organisatie en samenwerking) De vorming van scholengemeenschappen is niet steeds rationeel gebeurd Schoolbesturen houden veel meer dan directies de samenwerking tegen Veel samenwerking in personeelsbeleid Verplicht Functiebeschrijving en evaluaties 10.3 Naar een bestuurlijke schaalvergroting? Probleembeschrijving Weinig schaalvoordelen Conceptnota scholengroepen Op termijn: vervangen van scholengemeenschappen (2017) Wat? Grotere besturen Kunnen niveau - overschrijdend zijn (basis – secundair) Kunnen regionaal zijn – ook Vlaanderen - breed Scholengroep is werkgever Middelen toegekend aan scholengroep Basisonderwijs: alle bevoegdheden Secundair onderwijs: alles behalve rationalisatie studieaanbod Evaluatie OVSG: basisonderwijs miskend GO: heeft geen behoefte VSKO: voorstander van veel principes – geen opgelegde regels Geen duidelijke keuzes: zwakke overheid en sterke stakeholders
© Copyright 2024 ExpyDoc