Schoolontwikkeling en schoolbeleid - Samenvatting

Schoolontwikkeling en
schoolbeleid
1 Onderwijs in Vlaanderen
1.1 Vlaams onderwijs




Vlaams onderwijs sinds 1989 Vlaamse bevoegdheid
Federale bevoegdheden:
 Begin en einde leerplicht
 Minimumvoorwaarden voor diploma
 Pensioenen onderwijspersoneel
Onderwijs is vrij (1831)
Schoolpact
 Vrijheid van inrichting
 Maar scholen moeten voldoen aan wettelijke en statutaire voorschriften
+
Schoolvrede
Vrije keuze gegarandeerd
Democratisering onderwijs




Verzuiling
concurrentiestrijd
 Elke natuurlijk of rechtspersoon kan onderwijs organiseren
 Inrichtende macht
 = De rechtspersoon of natuurlijke persoon die verantwoordelijk is voor één of meer scholen
 = Schoolbestuur
Pedagogische vrijheid
 = Op voorwaarde dat aan wettelijke en statutaire voorschriften voldaan wordt, mag iedereen onderwijs inrichten, mits goedkeuring van de minister
 10 criteria (wettelijke en statutaire voorschriften)
 Structuur
 Programma
 Overheidscontrole
 Natuurlijke of rechtspersoon
 Normen
 Veiligheidsvoorschriften
 Schoolmateriaal
 Gezondheidsrisico
 Schoolvakantiesysteem
 Participatiestructuren
 Erkenning financiële middelen
 Programmatienormen
 Rationalisatienormen
Pedagogisch project
 = Opdrachtverklaring van een onderwijsnet of school
Vrije schoolkeuze
 = Ouders en hun kinderen moeten over een school naar keuze kunnen beschikken op een redelijke afstand van de
woonplaats
Leerplicht
 Recht op onderwijs!
 12 jaar leerplicht
 Voltijdse leerplicht tot 15 of 16 jaar (LO + minstens 1e graad SO)

 Geen schoolplicht, maar leerplicht
 Huisonderwijs kan
Schoolkosten
 Kosteloze toegang leerplichtonderwijs
 Maximumfactuur
1.2 Onderwijsstructuur





Onderwijsnetten
 Gemeenschapsonderwijs: GO!
 Gesubsidieerd officieel onderwijs: OGO: OVSG en POV
 Gesubsidieerd vrij onderwijs: VKSO, FOPEM
Onderwijskoepels
 = Representatieve vereniging van inrichtende machten
 Behartigen de belangen van hun leden (schoolbesturen)
Schoolgemeenschappen
 = Een verzameling van verschillende scholen van eenzelfde onderwijsniveau die samenwerken of diverse vlakken
Scholengroepen
 = gemeenschapsonderwijs
 = de inrichtende macht in een bepaalde regio van een aantal scholen (van verschillende niveaus), internaten en
CLB’s
Onderwijsniveaus
 Basisonderwijs
 Kleuteronderwijs
 Lager onderwijs
 Organisatie
 Lestijdens bepaalt aantal leerkrachten
 Urenpakket voor kinderverzorgers
 Puntenenveloppe
 Gewoon en buitengewoon onderwijs
 Secundair onderwijs
 Gewoon en buitengewoon onderwijs
 Waarom hervorming?
 Ongekwalificeerde uitstroom
 Impact SES op studiekeuze en schoolse prestaties
 Krachtlijnen hervorming
 Begin in basisonderwijs
 Inhoudelijke aanpak
- Sleutelcompetenties
- = één ambitieuze set van kennis, vaardigheden en attitudes die iedereen moet behalen
 Brede eerste graad
 Matrixstructuur
 Schoolconcepten
- Doorstroomscholen
- Arbeidsmarktgerichte scholen
- Domeinscholen
 Attesten
 Leraren
- Goed onderwijs begint bij de leraren
 Hoger onderwijs
 Hervorming: BaMa structuur
 Se-n-se en HBO5
 Secundair na secundair
 Hoger beroepsonderwijs
 Volwasseneneducatie en – onderwijs
 Deeltijds kunstonderwijs (DKO)
2 Algemene tendensen en principes
2.1 Internationale ontwikkelingen




A nation at risk (1983 – US)
 Verzamelen en vergelijken statistische gegevens over leerlingenprestaties tussen de staten
Educational reform act (1988 – UK)
 Testing key stages op 7, 11, 14, 16 jaar
No child left behind act (2001 – US)
 Standars – based accountability (gestandaardiseerde toetsen)
 Sancties voor wie niet voldoet
 Kwaliteitszorg
 Output indicatoren
 Externe inspectie
 Publiek maken van resultaten
 Kwaliteit = cliëntgerichtheid
 Kwaliteitszorg in Vlaanderen
 Eindtermen
 Inspectie
 Toetsen: peilingstoetsen en paralleltoetsen
 Enveloppefinanciering
 Differentiële verloning voor leerkrachten
 Evaluatie van leerkrachten
 Meer markt
 Meer keuzemogelijkheden voor ouders
Onderwijsbeleid wordt centraal gestuurd en lokaal wordt verantwoordelijkheid gelegd voor implementatie
 Veel hervormingen mislukken
2.2 Kernprincipe van schoolontwikkeling



Schoolontwikkeling moet gericht zijn op:
 Leren en instructie
 Organisatorische condities van de school
Verandering in leerproces
Veranderingen bij leerkrachten
2.3 Institutionaliseringsproces


Verandering resulteert dikwijls in meer van hetzelfde
Systeemperspectief
 Veel verschillende aspecten die inwerken op het hele onderwijssysteem
2.4 Principes van school improvement









Focus op leerprestaties en leren
Ontwikkel curriculum en instructie op basis van wat we weten over leren
Versterk de capaciteit van scholen
 Betrokkenheid van leerlingen en ouders
 Leiderschap
Voed professionele leergemeenschappen en stimuleer onderzoek
Verbeter onderzoek
Creëer betrokkenheid
Voorzie druk en ondersteuning op alle niveaus
Vestig lokale infrastructuren en netwerken, extern ondersteund
Verzeker coherentie in het beleid
3 Types van scholen en beleidsvo erend vermogen
3.1 Drie types



Regelgericht type
 BELANG: ministerie / onderwijskoepel + school
Vakgericht type
 BELANG: school met arbeidsmarkt / hoger onderwijs
Leerlinggericht type
 BELANG: school + leerlingen / ouders
School
Ministerie
Onderwijskoepel
•Arbeidsmarkt
•Hoger
onderwijs
Leerlingen
Ouders
3.2 Model







DoelCentrale beleid – en organisatiekenmerken
gericht = beleidsvoerend vermogen
heid
 Kenmerken:
 Profiel directie
 Doelgerichtheid missie
ParticiSamen Samenwerking leerkrachten
patie
werking
 Participatie
 Onderwijsinnovatie
Schoolleiding
 Behoeften van leerlingen
Profiel directeur
 Regelgericht: administratie en wetgeving
 Manager: studiepeil, groei van de school
VerOpenheid
 Onderwijskundig leider en people manager
nieuwing
 Sterke schoolculturen:
 Doelgerichtheid
 Ondersteuning leiderschap
 Samenwerking leerkrachten
 Participatie leerkrachten
 Innovatie
Doelgerichte missie
 = Sterkte van de missie
 = Homogeniteit van de missie
 Vormen:
 Elkaar informeren en ideeën uitwisselen
 Ondersteuning bieden
 Uitwisselen van ideeën en materiaal
 Gezamenlijk werken
 Elkaar observeren, feedback geven, reflecteren over onderwijspraktijk
Samenwerking
Participatie
 Contested zone = evaluatie van leerlingen, nascholing, aankoop didactisch materiaal, opdrachtverdeling
 Belang van structuren
 Opvolging en feedback van werkgroepen is cruciaal
 Delegeren ≠ alles afschuiven
Innovatie
 Stabiel
 Matig vernieuwend (1e orde)
 Innovatief (2e orde)
Openheid
Schoolkenmerken
• Doelgerichtheid
• Samenwerking
• Participatie
• Innovatie
• Leerkrachten
• Org. betr.
• Job tevredenheid
• Prof. leren
• Leerlingen
• Leerprestaties
• Welbevinden
Schoolleiderschap
Output
4 Schoolleiderschap
4.1 Charismatisch leiderschap



Visie
 Droom, passie
 6e zintuig: bekijken de dingen anders
 Positieve boodschap
 Toekomstgericht
Sterke communicatie
 Zelfvertrouwen, vastberaden
 Eenvoudig en duidelijk
Identificatie
 Rolmodel van waarden
 Geen afstand, persoonlijk
+
Zeer belangrijke motivator van mensen
Meesters in overtuiging
Belangrijk in onderwijs
4.2 Onderwijskundig schoolleiderschap



Schoolvisie op onderwijs
Management van het instructieproces
 Coördinatie van curriculum
 Opvolgen vooruitgang van leerlingen
 Opvolgen van didactische kwaliteiten leerkrachten
Bevorderen van positief schoolklimaat
 Onderwijstijd bewaken
 Hoge zichtbaarheid
 Positieve stimuli voor de leerlingen
 Positieve stimuli voor de leerkrachten
Soms te veel God
Soms simplistisch
Slechte leiders gebruiken geweld en terreur
Negatieve visie is catastrofaal
5 Onderwijsbeleid
5.1 GOK
1° Het realiseren van optimale leer – en ontwikkelingskansen voor alle leerlingen en dit voor het basisonderwijs, voor
zover mogelijk, in een school in hun buurt
2° Het vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie
3° Het bevorderen van sociale mix en cohesie
4° Voor het tweetalige gebied Brussel – Hoofdstad, daarnaast ook de benoeming van de gelijke onderwijs – en inschrijvingskansen van Nederlandstaligen en het behoud van het Nederlandstalige karakter van het door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd of gesubsidieerd onderwijs





Doelstelling
 = een geïntegreerd Vlaams onderwijsbeleid uitwerken dat alle kinderen en jongeren optimale kansen biedt om te
leren en zicht te ontwikkelen.
Voorbeelden
 “Eén op de vijf kinderen in België leeft in armoede.”
 “Bijna een op de acht leerlingen in het Vlaamse onderwijs psreekt thuis een ander etaal dan het Nederlands.”
 “Kind van laaggeschoolde studeert te weinig door.”
Gelijke – kansen - indicatoren
 Trekkende bevolking
 Moeder geen diploma/getuigschrift SO
 Kind verblijft buiten het gezin
 Vervangingsinkomen (schooltoelage)
 Nederlands niet als thuistaal
3 krachtlijnen
 recht op inschrijving
 = set regels waardoor maatschappij er zich van verzekert dat kinderen op correctie wijze in scholen ingeschreven worden
 Inschrijving in school naar keuze
 Vanaf 12 jaar: in samenspraak met leerling
 Voorwaarden:
 Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden
 Instemmen met pedagogisch project en schoolreglement
 = maximum aantal leerlingen per schoolniveau
 Voorrangsregels
 Leerlingen weigeren:
 Leerling voldoet niet aan toelatingsvoorwaarden
 Afwisseling tussen verschillende scholen in schooljaar
 Capaciteit wordt overschreden
LOP
 = lokaal overlegplatform
 Wie?
 Directie en inrichtende machten scholen en CLB
 Vertegenwoordigers
 Organisaties
 Voorzitter + deskundig ondersteuner
 Taken
 Weigering inschrijving
 Ouders willen klacht indienen: dossier bekijken + eindoordeel
 Geïntegreerd ondersteuningsaanbod
 Extra lesuren of leraarsuren op basis van indicatorleerlingen
 Voor periode van drie jaar
 Basisonderwijs
 SES – lestijden
 Secundair onderwijs
 Extra leraarsuren voor ondersteuningsaanbod gelijke onderwijskansen
 5 indicatoren

 Doelstellingen:
- Preventie en remediëring
- Taalvaardigheid 
- ICO
- Doorstroming en oriëntering
- Leerling – en ouderparticipatie
 Buitengewoon onderwijs
 Punten school = som gewogen aantal indicatorleerlingen
 Lestijden school
 Doelstellingen
- Aanbod rond taalvaardigheidsonderwijs
- Onderwijsgerichte opvoedingsondersteuning ouders
- Sociale functies opnemen in netwerk met partners
Initiatieven in Vlaanderen voor gelijke – kansen
 Hervorming secundair onderwijs
 Extra begeleiding
 Brugfiguren
 OKAN klassen (Onthaalonderwijs voor ANderstalige Kinderen)
5.2 Algemeen







Onderwijsbeleid op 3 niveaus
 Macroniveau
 Mesoniveau (netten)
 Microniveau
 ≠ onderwijsniveaus zoals meestal in onderwijscontexten wordt gehanteerd
Macroniveau
 Minister van onderwijs
 Administratie, Beleidsdomein Onderwijs en Vorming
Mesoniveau
School (lokaal
Scholengroep
Vlaams niveau
niveau)
(middenniveau)
(centraal niveau)
 Gemeenschapsonderwijs:
 Gesubsidieerd vrij onderwijs (VSKO)
 Gesubsidieerd officieel onderwijs
(POV, OVSG)
Microniveau
 Individuele scholen en hun directie
 Schoolbesturen of inrichtende machten
 Scholengemeenschappen
Kwaliteitsbewaking en – bevordering
 Eindtermen en ontwikkelingsdoelen
 Inspectie
 Pedagogische begeleiding
Externe kwaliteitsbewaking
 Externe kwaliteitsbewaking door de onderwijsinspectie
 Kerntaken:
Curriculumontwikkeling
 Controle van de onderwijskwaliteit
en - evaluatie
 Erkenning van onderwijsinstellingen en CLB’s
 School – of centrumdoorlichting
 Na doorlichting: advies over verdere erkenning
Pedagogische begeleiding
Pedagogische
 Begeleiding van scholen door pedagogische begeleibegeleiding
dingsdiensten
 Professionalisering op school – en klasniveau
 Kwaliteitsbewaking en – bevordering:
Externe
 Accreditatie in HO
kwaliteitsbewaking
 Interne kwaliteitszorg, zelfevaluatie
 Externe visitatie met openbaar rapport
 Accreditatie
6 rechtsposities en evaluaties van leerkrachten
6.1 Decretale basis



Twee basisdecreten
 Eén voor het personeel van het gemeenschapsonderwijs
 Eén voor het personeel van het gesubsidieerd onderwijs
Een aanstelling in het onderwijs
 Beschikken over een bekwaamheidsbewijs
 Basisdiploma (vakkennis)
 Bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB)
 (Nuttige ervaring)
 Vereist/voldoende geacht/andere
 Tijdelijke aanstelling
 Minstens 720 dagen in minstens 3 schooljaren
 Geen onvoldoende bij laatste evaluatie
 Je kan voorrang laten gelden binnen de SG voor vrije uren
 Vaste benoeming
 Beschikken over VE of VO bekwaamheidsbewijs
 720 dagen DA
 TADD
 Betrekking in hoofdambt
 Geen onvoldoende bij laatste evaluatie
 Je met je kandidaat stellen
 Reaffectatie en wedertewerkstelling
 Reaffectatie: binnen zelfde ambt
 Wedertewerkstelling: in andere ambt
Wat schrijft de wet voor?
 Vanaf 2007: alle leerkrachten SO vierjaarlijks evalueren
 Evaluatieprocedure:
 2 evaluatoren aanstellen
 Geïndividualiseerde functiebeschrijving opstellen voor leerkracht
 Functionaliseringsgesprekken
 Evaluatiegesprekken met evaluatieverslag
6.2 Leerkrachtevaluatie


= een samenhangend geheel van handelingen dat erop gericht is via een menselijk oordeel tot waarderende uitspraken te komen over:
 Het functioneren van de leerkrachten
 Het meten van gerealiseerde doelstellingen
 Het in kaart brengen van potentiële competenties
Kern van leerkrachtevaluatie
 WAARDEREN
 Intrinsieke motivatie stimuleren
 Positief waarderen
 Sanctioneren
 Overgrote meerderheid van leerkrachten functioneert goed
Documenteer
de prestaties
Identificeer de
doelen


Ontwikkel
standaarden
voor het
presteren
Stel
prestatiecriteria
op
Verbeter de
prestaties
De doelen
 Relevant evaluatieproces voor school  samenhangend met schooldoelen
Standaard voor het presteren
 Beroepsprofielen
Evalueer de
prestaties







 Functiebeschrijvingen
Prestatiecriteria
 Duidelijke criteria
 Vooraf gekend
 Concreet: gedragsindicatoren voor functies en competenties
 Beperkt in aantal
 Individuele afspraken met leerkrachten
Documenteer de prestatie
 Vuistregels
 Objectieve data
 Verschillende databronnen
 Participatie van leerkrachten
 Mogelijke databronnen
 Een nazicht door collega’s
 Informele klasbezoeken
Evalueer de prestatie
 Formatief: functioneringsgesprek
 Leidt niet tot een eindoordeel, maar begeleidend
 Summatief: evaluatiegesprek
 Een gesprek tussen de leerkracht en de schoolleider
 Aandachtspunten
 Communicatie van beide kanten
 Gebalanceerd overzicht van voorbije prestaties en toekomstige doelen
 Erkenning voor sterktes en successen van leerkracht
 Identificatie en analyse van de problemen
 Initiatie door de leerkracht om doelen op te stellen tegen volgende evaluatie
 Goede feedback
 Positieve feedback – verbeteringsfeedback
 Frequent feedback geven
 Consistente feedback
 Directe feedback
 Het evaluatieverslag
 Overzicht van de nood aan nascholing van je leerkrachtenkorps
 Verantwoording afleggen
Verbeter de prestatie
 Reflectie, analyse en verandering
 Differentiatie tussen:
 Beginnende leerkrachten
 Ervaren leerkrachten
 Problematische leerkrachten
De rol van de schoolleider bij leerkrachtevaluaties
 Tegenstrijdige rollen: de directeur als motivator en de directeur als evaluator
 Negatieve gevoelens van de leerkracht
 Geloofwaardigheid van schoolleider is zeer belangrijk!
 Leerkrachten hebben nood aan:
 Een aanwezige schoolleider
 Feedback over hun werk
 Bescherming in bedreigende situaties
 Het recht om fouten te maken
Goede schoolleiders:
 Charismatisch leiderschap
 Vertrouwd zijn met de job en taken van de leerkracht
 Expertise in vakinhoud en – didactiek
Externe ondersteuning
 Schoolbestuur / inrichtende macht
 Scholengemeenschap
 Overheid (omkadering)
7 Leiderschap
7.1 Situationeel leiderschap




Delegeren: verantwoordelijkheid voor beslissingen en
uitvoering over laten
 Skill
 Will
Participeren: ideeën delen en besluitvorming faciliteren
 Skill
 Will
Coachen: beslissingen uitleggen en de mogelijkheden
bieden om te verduidelijken
 Skill
 Will
Sturen: specifieke instructies geven en prestaties nauwgezet opvolgen
 Skill
 Will
• taakgericht laag
• mensgericht
hoog
• taakgericht hoog
• mengericht hoog
Participeren
Coachen
Delegeren
Sturen
• taakgericht laag
• mensgericht laag
• taakgericht hoog
• mensgericht laag
7.2 Transactioneel en transformationeel leiderschap
7.2.1 Transactioneel leiderschap


Verwijst naar de interpersoonlijke relatie tussen leider en medewerker
Vooral als er fouten gebeuren
7.2.2 Transformationeel leiderschap


Charismatisch leiderschap
Sterke betrokkenheid van personen op de organisatie
 Ontwikkelen van visie
 Aanvaarding gemeenschappelijke doelen
 Voorbeeldgedrag
 Hoge verwachtingen formuleren
 Gunstig schoolklimaat ontwikkelen
 Intellectueel stimuleren
 Individuele ondersteuning voorzien
 Participatie ontwikkelen
7.3 Managers en leiders
Managers
Denken op korte termijn
Zorgen voor continuïteit
Realiseren doelen
Doen de dingen juist
Respecteren functiebeschrijvingen
Organiseren en controleren
Leiders
Bereiden de toekomst voor
Willen verandering
Hebben een visie
Doen de juiste dingen
Veranderen functiebeschrijvingen
Inspireren en motiveren
7.4 Integratie




Altijd onderwijskundig en transformationeel leiderschap
Visie, communicatie en empathie
Situationeel leiderschap
 In moeilijke situaties
 In comfortabele situaties
Effectiviteitsmodel Quinn
Vlot
werkende
systemen
Strategische
focus
Aandacht
voor mensen
Innovatie en
service houding
 Uitgebreid model:
• Plannen, organiseren
• Legt afspraken en
regels vast
• Structurerend
• Participeren
• Empathie
• Ondersteuning en
participatie
• Menselijk, echt zijn
• Relatiegericht
• Delegeren
• Richting en doelen
• Vertrouwen hebben
er geven
• Inhoud belangrijk
• Coachen
Managerrol
Prestatie eisende rol
Mentor rol
Vernieuwer
rol
• Visionair
• Zesde zintuig
• Toekomstgericht
• Taak - en
relatiegericht
• Sturen
7.5 Gedeeld leiderschap





Motieven
 Directeurs zijn overbelast
 Er zijn te veel verwachtingen en uitdagen voor één persoon
 Leiders kunnen complementair zijn in hun competenties
 Ondersteuning van collega’s is heel belangrijk voor het welbevinden van directeurs
Kenmerken
 Van goed gedeeld leiderschap
 Samenwerking in het leidinggevend team
 Kwaliteit van ondersteunend leiderschap
 Kwaliteit van opvolging
 Participatie van leerkrachten
 Irrelevant voor goed leiderschap
 Taakverdeling
 Mate van gedeeld leiderschap
Hoge betrokkenheid bij samenwerking van het leidinggevend team
 Interne discussie mogelijk
 Communicatie tussen de teamleden
 Duidelijke gedeelde visie
 Hoge zichtbaarheid van schoolleiders
 Positieve feedback
 Persoonlijke relaties met leerkrachten
 Duidelijk verwachtingen
 Frequente opvolging en evaluatie
 Betrokken bij de visieontwikkeling
 Rekening houden met de inspraak van leerkrachten
 Directeur steeds sterke figuur
 Geen gouden regels
Mate van verdeeldheid is irrelevant
 Wel de communicatie en het vertrouwen tussen de leden van het leidinggevend team
 Beter een goede samenwerking in een gecentraliseerd team dan een gedecentraliseerd los zand team
Gedeeld leiderschap is een waardevol alternatief als de lijm plakt tussen de schoolleiders
8 Missie, visie, waarden en schoolcultuur
8.1 Missie


Wat is de drijvende bestaansreden van de school?
Ambitieus, toonaangevend
8.2 Visie: concrete vertaling van de missie

Wat? Kerndomeinen:
 Studieaanbod
 Studiepeil
 Leerlingenzorg
 Relatie leerkracht – leerling
 Pedagogische methodes
 Evaluatie van leerlingen
 Groepering, remediëring en oriëntering van leerlingen
 Discipline van leerlingen
 Parascolaire activiteiten
8.3 Waarden




Efficiëntie / stabiliteit
Excellentie
Gelijke kansen
Keuze / vernieuwing
8.4 Schoolcultuur vorm geven






Schoolcultuur
 Diepgewortelde gedeeld waarden en opvattingen die
interacties bepalen
Visie
 Cf. missie, waarden en doelen
Rituelen
Samengang van de geschiedenis van de school en vernieuwing / verandering
Symbolen
 Naam van de school
 Logo, kernwoorden
 Werkjes van leerlingen in de hal
Levende logo’s
 Tijdsbesteding
Efficiëntie
en stabiliteit
Excellentie
Gelijke
kansen
Keuze en
vernieuwing
9 De evaluatie van het evaluatiesysteem van het onderwijspersoneel
9.1 Situering evaluatie leerkrachten


Vanaf 200è: om de 4 jaar alle leerkrachten secundair onderwijs evalueren
Evaluatieprocedure:
 2 evaluatoren
 Geïndividualiseerde functiebeschrijving
 Functionaliseringsgesprekken
 Evaluatiegesprekken met verslag: voldoende of onvoldoende
 Twee maal onvoldoende is ontslag
 Beroep is mogelijk bij paritair beroepscollege
Leerkrachkenmerken
9.2 Conceptueel model:
9.3 Probleemstelling


Scholengemeenschap
 Frequentie van evalueren
 Procedure
 Aanpassing scholen die reeds evalueerden
 Invloed van scholengemeenschappen
effecten van evaluaties
 Leerkracht:
 Jobsatisfactie
 Betrokkenheid
 Professionaliseren
 Organisatie
 Planning
 Allocatie
 Nascholing
 Selectie
9.4 Methode


Kwantitatief luik
Kwalitatief luik
9.5 Resultaten kwantitatief luik
9.6 Resultaten kwalitatief luik




Steekproef
Beschrijvende resultaten
 Kent 1e evaluator
 Kent 2e evaluator
 Algemene functiebeschrijving
 Individuele functiebeschrijving
 Betrokkenheid:
 Personeelsleden voelen zich
weinig betrokken bij de vormgeving van het evaluatiesysteem
 Reacties van personeelsleden:
 Personeelsleden vinden het
evaluatiesysteem belangrijk
Verklarende analyses
Resultaten kwalitatief luik
 Selectie cases kwalitatief luik
 Resultaten cases
Kenmerken
evaluatiesysteem
Reacties van
leerkrachten
Schoolleider
Effecten
 Algemene functiebeschrijving aanwezig maar in minderheid van cases voor alle personeelsleden een geïndividualiseerde functiebeschrijving
 Haalbaarheid
 Kenmerken van het evaluatiesysteem
 Finaliteit: zowel waarderende als sanctionerende finaliteit wordt geëist
 Evaluatiecriteria: functiebeschrijving als referentie, belang van onderwijsvisie
 Informatiebronnen: reacties van derden
 Differentiatie: tussen personeelsleden volgens statuut (belang TADD)
 Betrokkenheid en communicatie: belang schoolleider bij betrekken van (niet-) vakbondsafgevaardigde
personeelsleden
 Actoren betrokken bij evaluatie:
- 1e evaluator: meestal enkel directeur
- 2e evaluator: meestal voorzitten (school)bestuur of coördinerend directeur van de scholengemeenschap
9.7 Beleidsaanbevelingen












Maar evaluatieaspect houdt enkele nadelen  aanpassing nodig van huidige regelgeving rond evaluatiegesprekken
Geen differentiatie mogelijk in eindevaluatie
Zware evaluatieprocedure
 Negatieve eindevaluatie
 Frustratie bij directie en leerkrachten
 Loskoppeling functionaliseringgesprekken en evaluatie
 Sterke belasting directeurs
Eerste evaluator
 Nood aan meer bekwame en geschikte evaluatoren
Evaluatie tijdelijk personeel
 Nood aan functionaliseringverslag bij einde tijdelijke tewerkstelling over goede en minder goede punten
Vorming evaluatoren
 Investering in opleiding continueren
 Aandacht bij selectie directeurs
Promotie – en compensatiebeleid
 Nood aan promotie – en compensatiebeleid voor aantrekkelijkheid beroep leraar, waardering voor leraar en
schakel in verlichting evaluatieprocedure
TADD
 Periode van 720 dagen voor recht op TADD
 Verlengen zou minder snel leiden tot niet verlening van tijdelijken
Evaluatie tijdelijken in SG
 Eventueel geen terugkeer personeelslid in zelfde school / verlenging periode TADD
 Evaluatie tijdelijken op niveau SG herbekijken
Vaste benoeming
 Beroep tegen negatieve evaluatie wordt dikwijls erkend wegens procedurefouten
 Keuze of pragmatische combinatie van sanctionerend evaluatiebeleid en vaste benoeming
Samenwerking SG
 Afspraken op niveau SG meer rechtsgrond
Aanbevelingen voor scholen
 Belang van planning van evaluatieproces
 Personeelsleden betrekken bij opzet systeem
 Belang van eerlijk en duidelijk systeem en bruikbare feedback voor jobtevredenheid en betrokkenheid en professionele ontwikkeling
9.8 Vergelijkbaar onderzoek in basisonderwijs
10 De rol van schoolbesturen
10.1 Algemeen
10.1.1 Schoolbesturen: soorten en samenstelling



GO!
 Scholen (lokaal)
 Scholengroepen (meso)
 Raad (centraal)
Gesubsidieerd vrij onderwijs
 Gemeente – en provincieraad
 Schepenonderwijs
 OVSG vertegenwoordiger
Vrij gesubsidieerd onderwijs
 Voorzitten + raad van bestuur + algemene vergadering
 VSKO
10.1.2 Kerntaken van (school)besturen


Peter principe: steeds hogere taken opnemen tot iemand niet meer competent is de taak op te nemen
Wat wel:
 Strategisch beleid
 = pedagogisch project, fundamentele beslissingen in studieaanbod, fusies en grote investeringen
 Vormen: iedereen neemt strategische beslissingen
 Controle en verantwoordingsfunctie
 Wat
 Selectie en evaluatie directeur
 Supervisie interne en externe audit / doorlichting
 Verantwoording ten opzichte van de ouders
 Selectie en evaluatie van directeurs
 Continu rekrutering-, selectie- en evaluatiebeleid
 Nood aan visie en integratie: continuüm van pre - service, inductie en in – service
 Leiderschapspotentieel: proactieve opdracht van schoolbestuur en directeur
 Schakelfunctie tussen school en omgeving
 Rekening houden met lokale gemeenschap
 Nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen
 Lobbying en netwerking
10.1.3 Profiel en professionalisering van schoolbesturen

Cruciale leiderschapsstijl van de voorzitter
10.1.4 Modellen



Relatie met de directeur
 Schooldirecteur is geen lid van het bestuur
Diversiteit: ook voor schoolbesturen
Schaalvergroting
10.1.5 Rol van overheid en centrale actoren

Continue, geïntegreerd vorming schoolleiders: pre – service, inductie en in – service
10.2 Scholengemeenschappen in Vlaanderen


Omschrijving
 Eén instelling of een groep van instellingen
 Die binnen een geografische afbakening
 Gezamenlijk en op vrijwillige basis in staat voor de onderwijsvoorziening
 ≠ schoolgemeenschap (één school)
 ≠scholengroep (GO!)
 SGn BaO ≠ SGn SO: verschillen in regelgeving
Voorgeschiedenis
 Vrije schoolkeuze leidt tot sociale ongelijkheid
 Vormen om leerlingen te groeperen
 Tracking


 Streaming
 Setting
 Separatiemodel
 Sociale integratie
 Comprehensief model
 Uniforme integratie
 Geïndividualiseerde integratie
Doelstellingen SGn SO
 Transparant studieaanbod: rationeel en doorzichtig
 Voorgeschiedenis
 Navolging van scholengemeenschappen secundair
 Vorming
 Criteria
 Criteria zijn minimumeisen vanuit overheid
 Zowel gelijkenissen als verschillen tussen SO en BaO
SO
1 of meerdere scholen van = of ≠ IM / net of
koepel
BaO
Minimum twee scholen van = of ≠ IM / net of
koepel
Ook BuO, centra DBO
Minimum 900 leerlingen
Periode van 6 jaar
Vrijwillig
Ook BuO
Minimum 900 leerlingen
Periode van 6 jaar
Vrijwillig
 Bevoegdheden
 Overheid legt minimumbevoegdheden vast voor de SGn  verplicht
 Verschillen tussen netten
 VGO: thematiek van SG meest toepasbaar
 OGO: gemeentelijke autonomie vs. Scholengemeenschappen
 GO: scholengroep vs. Scholengemeenschap
Vaststellingen
 De scholen ervaren SG als positief
 Verhoogt draagvlak voor de school
 Grote variatie in SGn (qua grootte, organisatie en samenwerking)
 De vorming van scholengemeenschappen is niet steeds rationeel gebeurd
 Schoolbesturen houden veel meer dan directies de samenwerking tegen
 Veel samenwerking in personeelsbeleid
 Verplicht
 Functiebeschrijving en evaluaties
10.3 Naar een bestuurlijke schaalvergroting?




Probleembeschrijving
 Weinig schaalvoordelen
Conceptnota scholengroepen
 Op termijn: vervangen van scholengemeenschappen (2017)
Wat?
 Grotere besturen
 Kunnen niveau - overschrijdend zijn (basis – secundair)
 Kunnen regionaal zijn – ook Vlaanderen - breed
 Scholengroep is werkgever
 Middelen toegekend aan scholengroep
 Basisonderwijs: alle bevoegdheden
 Secundair onderwijs: alles behalve rationalisatie studieaanbod
Evaluatie
 OVSG: basisonderwijs miskend
 GO: heeft geen behoefte
 VSKO: voorstander van veel principes – geen opgelegde regels
 Geen duidelijke keuzes: zwakke overheid en sterke stakeholders