Bundel van de BOB Oordeelsvormend van 9 december 2014

Bundel van de BOB Oordeelsvormend van 9 december 2014
SOC = Sociaal
FYS = Fysiek en Economie
BEST = Bestuur en Middelen
1
Opening
2
Spreekrecht burgers over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen
3
Vaststellen agenda
4
Besluitenlijst van de oordeelsvormende bijeenkomst van 25 november 2014
Besluitenlijst 25 nov14 voorzitter De Jager.pdf
5
Mondelinge vragen (rondvraag)
6
Ingekomen stukken
7
Mededelingen portefeuillehouders
8
Mededelingen van de vertegenwoordigers in de gemeenschappelijke regelingen
9
SOC – Wmo Uitvoeringsplan 2015
ab - Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
rv - Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
rb - Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
by 1- lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
by 2 - Toegang Wmo-loket .pdf
10 SOC – Zienswijze begrotingen Dienst Gezondheid & Jeugd (DG&J) en Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden
(GRD)
ab - Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.pdf
rv - Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.pdf
rb - Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.pdf
By 1 - aanbiedingsbrief begroting DGJ.pdf
By 2 - Begroting 2015 DGJ.pdf
By 3 - Concept Zienswijze DG&J.pdf
By 4 - aanbiedingsbrief geactualiseerde begroting GRD.pdf
By 5 Geactualiseerde begroting 2015 GRD.pdf
By 6 - Concept Zienswijze GRD.pdf
11 Sluiting
4 Besluitenlijst van de oordeelsvormende bijeenkomst van 25 november 2014
1 Besluitenlijst 25 nov14 voorzitter De Jager.pdf
Besluitenlijst
Oordeelsvormende vergadering van
dinsdag 25 november 2014.
Aanvang 20.00 uur, Raadzaal, Raadhuis, Dr. Langeveldplein 30, Sliedrecht
De voorzitter, C.N. de Jager
Aanwezigenlijst Oordeelsvormende bijeenkomst dinsdag 25 november 2014
aanwezig
SGP-ChristenUnie
rl
rl
rl
rl
rl
rl
rl
brl
M. Visser
H.M. Baars-Mulder
C.N. de Jager
M.C. Quist
C. Paas
J.H. Visser (Jan)
A.W. de Mul-Donker
P.H.G. van Meeuwen
PRO Sliedrecht:
rl
rl
rl
rl
rl
brl
T.W. Pauw
W.H. Blanken
P.J. de Borst
R.C. Penning
G.P. Venis
J. Loeve
PvdA
rl
rl
brl
brl
A. van Rees-Huijzer
J.K. Lanser
B. van der Plas
J. Kathiravelu
CDA
rl
rl
rl
brl
brl
T.A. Spek
A.L. den Besten
V.E. Prins
J.L. de Vries
M.A.C. de Haan
VVD
G.A. Kieft
R. Bijderwieden
F.M. van Tilborg
S. van Wijngaarden
M.J.E.M. van Dam
H.M. Vos-Hulleman
A.P.J. van Hemmen
J.P. Tanis
rl
rl
brl
brl
gri
Pgri
burg
weth
Voornaam
x
x
vrz
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Rien
Marije
Nico
Marnix
Cees
Jan
Ria
Hugo
Timo
Wim
Peter
Rob
Gerrit
Jeroen
Anton
Jennifer
Ben
Jeyantha
Ton
Rens
Vincent
Joop
Maurits
Alexander
Roelant
Ferdy-Mike
Sjors
Marcel
Heleen
Bram
Hans
weth
weth
weth
G.J. Visser-Schlieker
L. van Rekom
T.C.C. den Braanker
x
x
x
Hanny
Len
Theo
SOC = Sociaal (was voorheen Welzijn en Zorg)
FYS = Fysiek en Economie (was voorheen Ruimte en Groen)
BEST = Bestuur en Middelen (was voorheen Burger en Bestuur)
1. Opening
Geen afmeldingen
2. Spreekrecht burgers over geagendeerde en niet-geagendeerde onderwerpen
Personen die willen inspreken dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de bijeenkomst aan
de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. Bij dit agendapunt vindt
inventarisatie van spreker(s) plaats.
Geen insprekers
3. Vaststellen agenda
Op de agenda van de oordeelsvormende vergadering van dinsdag 25 november staat als punt 9
“Verordening voorzieningen onderwijshuisvesting”. De pfh heeft vrijdag via een brief aan de
raad (mail) verzocht dit voorstel van de agenda af te voeren.
Dat kan alleen als de raad daarmee instemt (vgl art 40.1 RvO).
De raad stemt met het voorstel in om agendapunt 9 van de agenda af te halen.
4. Besluitenlijst van de oordeelsvormende bijeenkomst van 18 november 2014
De raadsleden wordt gevraagd de besluitenlijst vast te stellen.
Besluitenlijst
Geen opmerkingen bij de griffier binnengekomen.
5. Mondelinge vragen (rondvraag)
De raadsleden zijn in de gelegenheid korte vragen aan het college te stellen over actuele
gebeurtenissen. (actuele) Onderwerpen worden van te voren schriftelijk ingediend
Geen aanmelding mondelinge vragen
6. Ingekomen stukken
De raadsleden wordt gevraagd de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
De ingekomen stukken worden op de dag van ontvangst in IBABS geplaatst. Op de vrijdag vóór de
oordeelsvormende vergadering om 12.00 uur wordt de lijst afgesloten.
Collegeinformatiebrieven worden als ingekomen stuk verwerkt. Als een lid van de
oordeelsvormende vergadering een ingekomen stuk wil agenderen voor een volgende vergadering
dan is dit als hiervoor een motivatie wordt gegeven, waarbij helder wordt gemaakt wat men
specifiek besproken wil hebben en wat de vragen zijn.
Ingekomen stukken apart in IBABS ingekomen stukken oordeelsvormende bijeenkomst
Aangenomen.
7. Mededelingen portefeuillehouders
Geen aanmeldingen mededelingen portefeuillehouders
2
8. Mededelingen van de vertegenwoordigers in de
gemeenschappelijke regelingen
Geen aanmeldingen mededelingen vertegenwoordigers.
9. Zie agendapunt 3: vaststellen agenda.
Van de agenda afgehaald.
SOC - Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sliedrecht 2015
De raadsleden wordt gevraagd een keuze te maken tussen besluit 1a. en 2 of besluit 1b en 2:
1a.
De ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sliedrecht 2015’ vast te stellen,
waarbij het uitgangspunt wordt gehanteerd dat de capaciteit van een schoolgebouw niet wordt
verminderd met 90 vierkante meter als een ruimte in het schoolgebouw is verhuurd voor het
huisvesten van een peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang of kinderopvang en het college voor
deze verhuur vooraf toestemming heeft verleend
2.
De ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sliedrecht 2007’ in te trekken.
1b.
De ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sliedrecht 2015’ vast te stellen,
waarbij het uitgangspunt wordt gehanteerd dat de capaciteit van een schoolgebouw wordt
verminderd met 90 vierkante meter als een ruimte in het schoolgebouw is verhuurd voor het
huisvesten van een peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang of kinderopvang en het college voor
deze verhuur vooraf toestemming heeft verleend
2.
De ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sliedrecht 2007’ in te trekken.
Fatale datum: 31 december 2014
De voorzitter:
Alle technische vragen die zijn gesteld over onderwerpen die vanavond op de agenda staan, zijn
beantwoord.
Er worden de laatste tijd technische vragen gesteld door (burger-)raadsleden waarvoor in
feite een beantwoordingtermijn van standaard 4 werkdagen staat.
De ambtenaren werken technische vragen over onderwerpen die vlak voor een bijeenkomst
worden gesteld, vaak sneller af. Dit is een service (geen recht).
10. SOC - Derde wijziging Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd
De raadsleden wordt gevraagd het college toestemming te geven, als bedoeld in artikel 1, tweede
lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voor haar besluit van 11 november 2014 om in te
stemmen met de derde wijziging van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd
Zuid-Holland Zuid.
Toezegging:
Wethouder Visser: voor eind 2014 is de klachtencommissie geregeld.
Toezegging:
Wethouder Visser: Bij evaluatie eind 2017 vraag meenemen: is de omvang Zuid Holland Zuid de
juiste omvang voor de jeugdwet?
3
Fatale datum: 31 december 2014
Conclusie voorzitter:
x hamerstuk
11. FYS - Vestiging gemeentelijk voorkeursrecht Recreatief Knooppunt
Sliedrecht
Voor de aan u gevraagde besluitvorming verwijzen wij u naar het raadsbesluit
Fatale datum: 9 december 2014
Toezegging:
Wethouder Van Rekom: half januari 2015 wordt de raad in een (al dan niet besloten) projectvoortgangsoverleg over de voortgang geïnformeerd.
Conclusie voorzitter:
X Debatstuk
12. FYS - Afvalstoffenverordening Sliedrecht 2015
De raadsleden wordt gevraagd:
1. Op grond van artikel 160 van de Gemeentewet de Afvalstoffenverordening Sliedrecht 2015
vast te stellen.
2. De Afvalstoffenverordening Sliedrecht 2011 in te trekken.
Toezegging:
Wethouder Visser gaat vraag PvdA Lanser na met betrekking tot huidige tekst in het raadsvoorstel
(over grijze containers plastic afval, drankenkartons en blik)
Afspraak: op de reguliere planning en control momenten wordt gerapporteerd over wat het
scheiden van afval oplevert.
Toezegging:
Wethouder Visser: Vraag SGP-ChristenUnie: “Gaat HVC ook daadwerkelijk “scheiden vanaf het
moment van inzamelen? “ wordt als technische vraag afgehandeld.
Fatale datum: 31 december 2014
Conclusie voorzitter:
x hamerstuk
13. FYS- Beleidsplan onderhoud wegen
De raadsleden wordt gevraagd het beleidsplan onderhoud wegen 2015-2025 vast te stellen.
Conclusie voorzitter:
x hamerstuk
14. FYS - Begroting voor 2015 van de GR GEVUDO
De raadsleden wordt gevraagd geen zienswijze in te dienen op de begroting 2015 van de GR
GEVUDO
Conclusie voorzitter:
x hamerstuk
4
15. BEST – Belastingverordeningen 2015
De raadsleden wordt gevraagd de in het raadsbesluit genoemde belastingverordeningen vast te
stellen
Toezegging:
Wethouder Tanis: nadruk leggen op juiste eenheden, bedragen etc.
Toezegging:
Wethouder Tanis: Gaat voor 9 december 2014 na over er een concessieovereenkomst is (t.a.v.
voorwaarde / heffen precario)
Toezegging:
Wethouder Tanis: komt terug op de vraag van de SGP-ChristenUnie: verbiedt de wet het om
kerken vrijstelling te geven voor rioolheffing?
Toezegging:
Wethouder Tanis:
Punt hondenbelasting voor SoZo hond wordt meegenomen bij de beantwoording van de overige
toezeggingen.
bijlage: verordening reinigingsheffingen 2015
bijlage: verordening OZB 2015
bijlage: verordening rioolheffing 2015
bijlage: verordening begrafenisrechten 2015
bijlage: verordening havengeld 2015
bijlage: verordening hondenbelasting 2015
bijlage: verordening leges 2015
bijlage: verordening marktgelden 2015
bijlage: verordening precariobelasting 2015
Fatale datum: 31 december 2014
Conclusie voorzitter:
x Debatstuk
16. Sluiting om 21.54 uur
5
9 SOC – Wmo Uitvoeringsplan 2015
1 ab - Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht
Datum
20 november 2014
Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor:
besluitvorming
zienswijze ex art. 160, lid 2 van de Gemeentewet
kennisname
Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
n.v.t.
bijlage
Fatale termijn
ja, d.d. 1 januari 2015
Bijlagen
2
Ons kenmerk
Zaaknr. 1320453
B&W besluit
18 november 2014
Portefeuillehouder
G.J. Visser-Schlieker
Sociaal
Onderwerp
Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018
Wat wordt gevraagd
Het lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018 vast te stellen
Toelichting
Met het voorliggende uitvoeringsprogramma wil het college vanaf
2015 uitvoering geven aan het door de gemeenteraad op 23 september
2014 vastgestelde Wmo-beleidsplan 2015-2018. Omdat we de
maatwerkvoorzieningen hebben gedelegeerd aan de GR Drechtsteden
(SDD), gaat dit plan vooral om (lokale) algemene voorzieningen.
Ondanks het feit dat het om een uitvoeringsprogramma gaat, dient dit
document door de gemeenteraad te worden vastgesteld, omdat:
- het (gedeeltelijk) nieuwe lokale beleidstaken betreft in het kader van
de Wmo 2015;
- er nieuwe middelen mee zijn gemoeid (Programmabegroting 2015
en verder);
- de gemeenteraad hiermee kan sturen op doelen en resultaten (binnen
de kaders van het Wmo-beleidsplan).
Bijgaande stukken
Raadsvoorstel en concept raadsbesluit en met de volgende bijlagen:
1. Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018
2. Bijlage toegang Wmo-loket
Ambtelijk contactpersoon
J.W.M. Erkens
Tel. nr. (0184) 495 808
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
drs. C.A. de Haas MBA
drs. A.P.J. van Hemmen
2
2 rv - Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
Raadsvoorstel
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Zaaknummer: 1320453
Sliedrecht, 18 november 2014
Onderwerp:
Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.
Beslispunten
Het lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018 vast te stellen.
Samenvatting
Op 23 september 2014 heeft u het Wmo-beleidsplan Sliedrecht 2015-2018 vastgesteld. Het voorliggend plan vormt het uitwerkingsprogramma hierbij. Het gaat daarbij om (lokale) algemene voorzieningen. Dat zijn activiteiten of diensten die zonder indicatie toegankelijk zijn voor alle inwoners en die
gericht zijn op het versterken van zelfredzaamheid, participatie en (tijdelijke) opvang. Deze kunnen
georganiseerd worden door de gemeente, de markt of vanuit de samenleving.
Naast bekende algemene voorzieningen als maatschappelijk werk, sociaal raadslieden, welzijn (activiteiten en dienstverlening), vrijwilligers- en mantelzorgondersteuning en informatie en advies, komen
daar met de Wmo 2015 de volgende taken of budgetten bij: cliëntondersteuning (MEE), mantelzorgcompliment en sociale wijkteams.
Inleiding
Met het voorliggende Wmo-uitvoeringsprogramma wil het college uitvoering geven aan het Wmobeleidsplan 2015-2018. Omdat de maatwerkvoorzieningen zijn gedelegeerd aan de GR Drechtsteden
(SDD), gaat dit plan vooral om (lokale) algemene voorzieningen. Ondanks het feit dat het om een
uitvoeringsprogramma gaat, dient dit programma door de gemeenteraad te worden vastgesteld, omdat:
-
het (gedeeltelijk) nieuwe lokale beleidstaken betreft in het kader van de Wmo 2015;
er nieuwe middelen mee zijn gemoeid (Programmabegroting 2015 en verder);
de gemeenteraad hiermee kan sturen op doelen en resultaten (binnen de kaders van het Wmobeleidsplan).
Beoogd effect
Inwoners kunnen naar vermogen participeren in de samenleving. Door sterk in te zetten op preventie
en algemene voorzieningen, hopen we dat zo min mogelijk inwoners afhankelijk worden van zwaardere vormen van zorg en ondersteuning. Waar de eigen kracht of het netwerk niet toereikend is, bieden
we passende ondersteuning in de vorm van algemene- en maatwerkvoorzieningen. Daarmee werkt de
gemeente Sliedrecht aan het stimuleren van eigen kracht, het versterken van sociale netwerken, ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers en het bevorderen van algemene voorzieningen, zodat inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en deelnemen aan de samenleving.
Argumenten
Met dit uitvoeringprogramma kunnen het college en de gemeenteraad beter sturing geven aan lokale
Wmo-voorzieningen
Dit is een dynamisch plan. Daarbij is 2015 een overgangsjaar waarin nieuwe taken en budget vanuit
het rijk overkomen en worden ingeregeld. Vanaf 2016 gaan we transformeren: innoveren op bestaande
en nieuwe taken. Hierover blijven we in gesprek met onze partners (instellingen, verenigingen, kerken,
-2Wmo-adviesraad en regionale klankbordgroep) en inwoners. Met dit programma wil het college sturen
op de pijlers:
 innovatie en effectiviteit van ondersteuning: andere dingen doen binnen hetzelfde budget;
 preventie: zo vroeg mogelijk ondersteuning inzetten om erger te voorkomen;
 verbinding en samenhang: binnen de Wmo en met de andere decentralisaties (Jeugdhulp, Participatiewet en Passend Onderwijs).
Kanttekeningen
Omdat er nog veel onduidelijkheid is over specifieke taken en middelen is het niet mogelijk om al vier
jaar vooruit te plannen
Daarom willen we dit programma opknippen in twee delen: een tijdspad voor 2015-2016 en een bijstelling voor 2017-2018 op basis van een tussenevaluatie eind 2016. Op basis van de Meicirculaire
2015 hopen we meer inzicht te hebben in de lokale middelen voor 2016 en verder.
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in:
Financiële kaders
Naar aanleiding van de Financiële notitie Wmo van 15 september 2014 (op basis van de Meicirculaire
2014) is voor nieuwe taken in het kader van de Wmo 2015 voor Sliedrecht € 2.640.883 in de Programmabegroting 2015 (P076) opgenomen. Na afdracht aan de SDD voor begeleiding en vervoer, kortdurend verblijf, persoonlijke verzorgingen, inkomensondersteuning en uitvoeringskosten blijft lokaal een
bedrag van € 384.279 over. Daarnaast is binnen Programma 82 voor 2015 nog eenmalig € 101.000
opgenomen voor verbredingstaken (Wmo-beleidsplan 2012-2015); deze komen vanaf 2016 te vervallen.
Wmo lokaal 2015
Nieuwe taken Wmo
Verbredingstaken Wmo
Totaal lokaal 2015:
sociale wijkteams
12.295
-
Mantelzorgcompliment
86.062
-
Cliëntondersteuning
236.502
-
inloop GGz
Totaal
49.420
-
384.279
101.000
485.279
Toelichting:
 Voor sociale wijkteams loopt het macrobudget op van 10 miljoen in 2015 tot 50 miljoen vanaf
2017.
 Het macrobudget voor het Mantelzorgcompliment loopt van 70 miljoen in 2015 naar 100 miljoen
vanaf 2016.
 De bedragen voor sociale wijkteams en mantelzorgcompliment moeten op basis van de Meicirulaire 2015 nog meerjarig worden geraamd en gecorrigeerd (Begroting 2016 en verder).
 De middelen voor cliëntondersteuning worden in 2015 gezamenlijk ingezet binnen het Transitiearrangement MEE ZHZ en zijn daarna lokaal vrij besteedbaar. Het bedrag voor Inloop GGZ (Yulius) blijft de komende jaren hetzelfde en zal vooralsnog alleen in 2015 gezamenlijk binnen de
Drechtsteden worden ingezet.
 Uit de € 101.000 (Verbreding 2015) wordt bekostigd: coördinatie lokaal zorgnetwerk € 25.377
(DG&J), Wmo-loket € 34.639 (SDD), nazorg ex-gedetineerden € 13.679 (Dordrecht) en bijdrage
Meldpunt AMHK en Bouman/Yulius € 5.868.
 De voortzetting van maatschappelijke stage (€ 15.000) in 2015 maakt onderdeel uit van het College Uitvoeringsprogramma en is opgenomen in de begroting 2015.
 Voor financiering van de posten: HBT (€ 17.500), Wmo-loket, Nazorg ex-gedetineerden, Meldpunt AMHK en bijdrage Bouman/Yulius aan het zorgnetwerk in 2016 en verder zullen via de Kadernota 2016 afzonderlijke voorstellen worden gedaan.
-3-
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders
Wmo 2015, ingangsdatum 1 januari 2015
Tijdspad, monitoring en evaluatie m.b.t. voorgesteld raadsbesluit
In het bijgevoegde Uitvoeringsprogramma is een tijdspad opgenomen voor 2015 en 2016. Eind 2015
zal het college een tussentijdse evaluatie aan de gemeenteraad presenteren. Op basis van deze evaluatie zullen doelen en resultaten in het programma 2017 en 2018 worden bijgesteld.
Inspraak
Dit programma is op 27 oktober 2014 met de Wmo-adviesraad besproken en heeft geleid tot een advies aan het college van 7 november 2014. Een aantal punten uit dit advies zijn in het uitvoeringsprogramma overgenomen, een aantal punten heeft meer betrekking op de uitwerking, waarbij het college
de Wmo-adviesraad nog uitvoerig zal betrekken.
Communicatie
Er is een apart communicatieprogramma voor 2015 en 2016 dat betrekking heeft op de veranderingen
als gevolg van de drie decentralisaties (3D). De opgaven vanuit het Wmo-uitvoeringsprogramma maken hier onderdeel van uit.
Vervolgproces
 Met betrekking tot de ontwikkelingen rond het Sociaal Team Sliedrecht (Jeugdteam en Wmoteam) komt in het tweede kwartaal 2015 nog een aparte uitwerkingsnotitie 3D (College Uitvoeringsprogramma) waarin het college ondermeer zal inzoomen op het op termijn samenvoegen van
de beide teams tot één Sociaal Team Sliedrecht (STS 0 tot 100-plus), één dak en één voordeur.
 Het college zal vóór 15 december 2014 een brief sturen aan de Wmo-adviesraad als reactie op hun
advies van 7 november jl. Daarin zal het college motiveren waar het advies is overgenomen en
waar van het advies is afgeweken of waar dit betrekking heeft op de verdere uitwerking.
Eerdere besluiten/behandeling raad
Wmo-beleidsplan 2015-2018 (raadsbesluit van 23 september 2014)
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
drs. C.A. de Haas MBA
drs. A.P.J. van Hemmen
Bijlage(n):
conceptraadsbesluit met de volgende bijlagen:
1. Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018
2. Bijlage: toegang Wmo-loket (schema)
3 rb - Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
Concept Raadsbesluit
zaaknummer: 1320453
Onderwerp:
Lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018
De raad van de gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014;
Besluit:
het lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018 vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de
gemeente Sliedrecht op
De griffier,
De voorzitter,
dr. M.J.E.M. van Dam
drs. A.P.J. van Hemmen
4 by 1- lokaal uitvoeringsprogramma Wmo 2015-2018.pdf
Lokaal Wmo-uitvoeringsprogramma 2015-2018 Sliedrecht
Voorwoord
Voor u ligt het Wmo-uitvoeringsprogramma 2015-2018. Hiermee wil het college vanaf 2015 uitvoering
geven aan het door de gemeenteraad op 23 september 2014 vastgestelde Wmo-beleidsplan 2015-2018.
Omdat we de maatwerkvoorzieningen hebben gedelegeerd aan de GR Drechtsteden (SDD), gaat dit plan
vooral om algemene voorzieningen. Ondanks het feit dat het om een uitvoeringsprogramma gaat, willen
we dit document door de gemeenteraad laten vaststellen, omdat:
-
het (gedeeltelijk) nieuwe lokale beleidstaken betreft in het kader van de Wmo 2015;
er nieuwe middelen mee zijn gemoeid (Programmabegroting 2015 en verder);
de gemeenteraad hiermee kan sturen op doelen en resultaten (binnen de kaders van het Wmobeleidsplan).
Dit is een dynamisch plan. Daarbij is 2015 (transitie) een overgangsjaar, waarin nieuwe taken en budget
vanuit het rijk overkomen en moeten worden ingeregeld. Vanaf 2016 gaan we transformeren. Dat wil
zeggen dat we willen innoveren op de bestaande en nieuwe taken. Hierover blijven we in gesprek met
onze partners (instellingen, verenigingen, kerken, Wmo-adviesraad en regionale klankbordgroep) en
inwoners. Daarbij is het wenselijk om na twee jaar een tussentijdse evaluatie te houden, zodat we kunnen
tijdig bijsturen op doelen en resultaten.
Versie:
Portefeuillehouder:
Steller:
8.0 (10 november 2014)
Hanny Visser, Wmo
J.W.M. Erkens
1.
Inleiding
Met de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) worden gemeenten verantwoordelijk
voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van inwoners met een beperking, chronisch
psychische of psychosociale problemen. Samen met de Drechtstedengemeenten hebben wij ons
voorbereid op de nieuwe wet. De vaststelling van het Wmo-beleidsplan 2015-2018 (gemeenteraad 23
september 2014) vormde de basis voor het voorliggende uitvoeringsprogramma. Het gaat hierbij om
(lokale) algemene voorzieningen. Zoals bekend is, worden de maatwerkvoorzieningen binnen de GR
Drechtsteden uitgevoerd door de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD).
Volgens artikel 1.1.1. Wmo 2015 betreft maatschappelijke ondersteuning:
1.
het bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en
leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk;
2.
het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of
met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen
leefomgeving;
3.
het bieden van beschermd wonen en opvang (maatwerkvoorziening via de GRD/SDD).
Het ontwerp als basis
Inwoners kunnen naar vermogen participeren in de samenleving. Door sterke lokale inzet op preventie en
algemene voorzieningen, hopen we dat zo min mogelijk inwoners afhankelijk worden van zwaardere
vormen van zorg en ondersteuning. Inwoners van Sliedrecht zijn zelfredzaam door allereerst de eigen
kracht en de kracht van de sociale omgeving (familie, vrienden, kennissen, buurtgenoten) te benutten. Zij
leveren een actieve bijdrage aan de samenleving. Waar de eigen kracht of het netwerk niet toereikend is,
bieden we passende ondersteuning in de vorm van algemene- en maatwerkvoorzieningen.
Sliedrecht werkt aan het stimuleren van eigen kracht, het versterken van sociale netwerken, ondersteunen
van mantelzorgers en vrijwilligers en het bevorderen van algemene voorzieningen, zodat inwoners zo
lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en deelnemen aan de samenleving.
Algemene voorzieningen
Algemene voorzieningen zijn activiteiten of diensten die zonder indicatie toegankelijk zijn voor alle
inwoners en die gericht zijn op het versterken van zelfredzaamheid en participatie en op (tijdelijke)
opvang en kunnen georganiseerd worden door de gemeente, de markt of organisaties vanuit de
samenleving. Algemene voorzieningen zijn de verantwoordelijkheid van elke gemeente afzonderlijk.
Deze zijn niet nieuw. Al vanuit de Welzijnswet en de Wmo (2007) voert de gemeente de regie op een
aantal lokale diensten of voorzieningen als: algemeen maatschappelijk werk, ouderenadvisering,
vrijwilligersbeleid, mantelzorgondersteuning, informatie en advies, welzijn (dienstverlening en
activiteiten), sociaal raadsliedenwerk en maatschappelijke zorg. Met de Wmo 2015 komt daar een aantal
nieuwe taken of budgetten bij: cliëntondersteuning (MEE), mantelzorgcompliment en sociale wijkteams.
De gemeenteraad heeft met het Wmo-beleidsplan 2015-2018 de volgende algemene voorzieningen als
uitgangspunten vastgesteld:
1.
We gaan uit van de eigen kracht van inwoners;
2.
We ondersteunen mantelzorgers indien nodig bij de uitoefening van hun taak;
3.
We stimuleren vrijwillige inzet en bieden ruimte aan vrijwilligersinitiatieven en initiatieven van
inwoners;
4.
We bieden laagdrempelige ondersteuning, zo licht en zo kort mogelijk;
5.
We zorgen voor een goede ondersteuning van onze inwoners;
6.
We werken preventief.
Wat doen we al
In 2014 hebben we d.m.v. een sterkte-zwakte-analyse (SWOT) de algemene voorzieningen in Sliedrecht
2
tegen het licht gehouden. Deze analyse hebben wij in 2014 aan de Wmo-adviesraad voorgelegd. Dit heeft
mede geleid tot een aantal actiepunten in het Wmo-beleidsplan. Deze actiepunten zullen in hoofdstuk 2
verder worden uitgewerkt.
STS en Stichting Welzijnswerk Sliedrecht
Op dit moment ligt de uitvoering van een groot aantal lokale Wmo-taken als vrijwilligers- en mantelzorgondersteuning, ouderenadvisering (informatie, advies en cliëntondersteuning), activiteiten en
dienstverlening (welzijn) en sociaal raadsliedenwerk bij Stichting Welzijnswerk Sliedrecht (SWS). Daar
is de afgelopen jaren nog een aantal pilots als extramurale begeleiding, Hulp bij Thuisadministratie
(HBT) en makelaar maatschappelijke stage bijgekomen. Sinds 2014 voert SWS ook het projectleidersschap en (meer recentelijk) het kwartiermakersschap van de pilot Sociaal Team Sliedrecht (STS) Wmoteam. Zoals we hierboven hebben kunnen lezen, komt daar vanaf 2015 nog een aantal nieuwe taken bij,
maar niet altijd met nieuw budget. Daarmee zal de prestatiedruk de komende jaren op de stichting
toenemen en vraagt dit om andere keuzes: met hetzelfde budget andere dingen doen of dingen anders
doen. Hieronder verstaan wij o.a. het kostendekkend maken van activiteiten en diensten en
verschuivingen van taken, waarbij we SWS vragen een aantal activiteiten binnen het sociaal cultureel
werk kritisch tegen het licht te houden voor wat betreft doelmatigheid, kosten en bereik.
Met betrekking tot de ontwikkelingen rond het Sociaal Team Sliedrecht (Jeugdteam en Wmo-team) komt
in het tweede kwartaal 2015 nog een aparte uitwerkingsnotitie (Uitvoering 3D, College Uitvoeringsprogramma). Daarin zullen we o.a. inzoomen op het op termijn samenvoegen van de beide teams tot één
Sociaal Team Sliedrecht (STS 0 tot 100-plus), één dak en één voordeur. We willen daarmee de dienstverlening aan inwoners zo efficiënt en laagdrempelig mogelijk organiseren onder het motto: één gezin,
één plan, één hulpverlener.
Sturing geven
In de oordeelsvormende bijeenkomst van 16 september jl. heeft de gemeenteraad aangegeven, dat zij in
2014 wil worden meegenomen in de planvorming (uitvoeringsprogramma) voor 2015 en verder. Daarbij
heeft zij aangegeven benieuwd te zijn naar de resultaten van de innovaties binnen de lokale (en
regionale) Wmo-voorzieningen. Met dit programma wil het college sturen op de volgende drie peilers:
 innovatie en effectiviteit van ondersteuning: andere dingen doen binnen hetzelfde budget;
 preventie: zo vroeg mogelijk ondersteuning inzetten om erger te voorkomen;
 verbinding en samenhang: binnen de Wmo en met de andere decentralisaties (Jeugdhulp,
Participatiewet en Passend Onderwijs).
Leeswijzer
 In hoofdstuk 2 zullen bovenstaande uitgangspunten worden uitgewerkt.
 In hoofdstuk 3 (Overige thema’s) behandelene we thema’s als: preventief ouderengezondheidsbeleid,
inloop GGZ, toegang tot de Wmo en Hulp bij Thuisadministratie (HBT).
 In hoofdstuk 4 (Inwonersparticpatie, middelen en communicatie) komen inwonersparticipatie (Wmoadviesraad), financiën, communicatie en evaluatie aan bod.
 Bijlage 1: tijdspad 2015-2016
 Aparte bijlage: Toegang Wmo-loket
3
2.
Uitwerking lokale uitgangspunten uit het Wmo-beleidsplan 2015-2018
In dit hoofdstuk worden de zes uitgangspunten (algemene lokale voorzieningen) uitgewerkt in
programmakaarten. Daarbij zijn enkele uitganspunten opgenomen als doel onder “wat willen we
bereiken”. Sommige zijn al zo concreet, dat ze hieronder als actiepunt (wat gaan we daarvoor doen) zijn
opgevoerd. De kaarten zijn als volgt opgebouwd:
 Context: korte beschrijving van wat we al doen met een aantal aandachtspunten (risico’s);
 Wat we willen bereiken: doelen, effect of resultaten;
 Wat gaan we daarvoor doen: concrete actiepunten of maatregelen;
 Wat hebben we daarvoor nodig: mensen (organisaties), middelen en een tijdspad;
 Monitoring: wat willen we meten (output en/of maatschappelijk effect).
2.1. We gaan uit van de de eigen kracht van inwoners
Context
Wat willen we
bereiken?
Wat gaan we
daarvoor doen?
Wat hebben we
daarvoor nodig?
Monitoring
Cliëntondersteuners (MEE) en ouderenadviseurs Stichting Welzijnswerk
Sliedrecht (SWS) werken vanuit het principe Welzijn Nieuwe Stijl en sociale
netwerkversterking. Ruim 90% van onze inwoners doet alles al op eigen kracht.
Sliedrecht kent veel actieve geloofsgemeenschappen, een actief verenigingsleven,
veel vrijwilligers en drie actieve wijkplatforms. Desondanks is er nog onvoldoende
bewustzijn bij inwoners, vrijwilligers en professionals als het gaat om de
Kanteling en eigen kracht (cultuuromslag). Bewustzijn en eigen kracht (maatschappelijk effect) zal vooral worden gemeten via de vierjaarlijkse Monitor
Sociaal Drechtsteden (OCD). Daarnaast zullen we SWS de opdracht geven om hun
dienstverlening jaarlijks te evalueren via cliëntervaringsonderzoeken.
 waar mogelijk wordt bij ondersteuning van kwetsbare inwoners vanuit STS
meer gebruik gemaakt van de eigen kracht en het sociaal netwerk
 om bewustzijn bij inwoners, vrijwilligers en professionals met betrekking tot
de Kanteling en eigen kracht te bevorderen is een cultuuromslag noodzakelijk
 meerjarige lokale communicatiecampagne. Vanuit STS, Stichting Welzijnswerk Sliedrecht (SWS) en Wmo-loket zal in contacten met inwoners en
instellingen eveneens voortdurend aandacht hieraan worden besteed.
 STS maakt bij interventies gebruik van de sociale netwerkversterking als
methodiek, daarvoor worden de teamleden bijgeschoold (2015)
 STS gaat werken met de zelfredzaamheidsmatrix zodat je kunt zien in
hoeverre de zelfredzaamheid is toegemomen door een traject (continu)
 het Vrijwilligerspunt (SWS) gaat instellingen met vrijwilligers ondersteunen
en trainen m.b.t. bewustwording Kanteling en eigen kracht (continu)
 Zorgbelang vragen om klantenpanels en/of forums op te zetten over eigen
kracht en sociale netwerken (2015 en verder)
 uitvoeringsplannen STS Jeugd en STS Wmo voor 2015 en verder op te stellen
door CJG en SWS (p.m)
 subsidie-afspraken met SWS, Rivas (CJG) en Zorgbelang (jaarlijks)
 bondig registratiesysteem STS waaruit je sturingsinformatie kunt halen (2015)
 interne evaluatie (kritische reflectie) STS en ruimte voor intervisie van
professionals onderling (jaarlijks)
 Werkplan voor opzet klantenpanels door Zorgbelang (2015)
 communicatieagenda gemeente/SWS (2014/2015)
 Jaarlijkse monitoring STS (door CJG, SWS i.s.m. OCD)
 vierjaarlijkse Monitor Sociaal Drechtsteden (OCD)
 cliëntervaringsonderzoeken SWS (continue/jaarlijkse verantwoording)
4
2.2. We ondersteunen mantelzorgers indien nodig bij de uitoefening van hun taak
Context
Wat willen we
bereiken?
Wat gaan we
daarvoor doen?
Wat hebben we
daarvoor nodig?
Monitoring
Sliedrecht heeft een lokaal Mantelzorgpunt (SWS). Vanuit het Wmo-loket
(SDD) worden mantelzorgers bij aanvraaggesprekken betrokken. Mantelzorgbijeenkomsten en Alzheimercafé (SWS) worden over het algemeen goed
bezocht. MEE heeft veel specifieke deskundigheid en voert een deel van de
respijtzorg (matching) uit. Ook Sliedrechtse kerken zijn actief bij het ondersteunen van mantelzorgers. Desondanks zijn niet alle (overbelaste) mantelzorgers in
beeld en weten dus ook niet op wat voor ondersteuning zij kunnen rekenen. Met
de extramuralisering en de vergrijzing zal het aantal (overbelaste) mantelzorgers
toenemen. Daarnaast zal door arbeidsparticipatie minder tijd en capaciteit voor
mantelzorg zijn. Vanuit het rijk worden daarom middelen vanuit
mantelzorgcompliment aan het lokale Wmo-budget toegevoegd (€ 86.062 in
2015 en € 123.000 vanaf 2016). Dit biedt kansen om mantelzorgondersteuning
de komende jaren te innoveren. Daarbij gaan we vooral inzetten op het bieden
van meer respijtzorg (zie ook: dagopvang dementie).
 aantal overbelaste mantelzorgers neemt niet toe (Monitor Sociaal)
 meer bekendheid van ondersteuning bij mantelzorgers
 meer en laagdrempelige respijtzorg
 door STS, één team, één dak, één toegang, één regisseur, wordt voorkomen
dat mantelzorgers bij verschillende loketten moeten aankloppen
 samen met SWS, de Wmo-adviesraad en MEE nieuw beleid ontwikkelen,
waarbij de middelen Mantelzorgcompliment worden aangewend om mantelzorgers beter te ondersteunen en te waarderen (2015)
 vanuit STS (overbelaste) mantelzorgers eerder in beeld krijgen en hen de
nodige ondersteuning bieden (continu)
 overkoepelende afspraken met VGZ-Zorgkantoor waarbij huisartsen en/of
praktijkondersteuners mantelzorgers z.s.m. doorverwijzen naar STS/Mantelzorgpunt (2015).
 Plan van aanpak Sociaal Team Wmo en CJG (begin 2015)
 Plan van aanpak mantelzorgondersteuning (medio 2015)
 principes van onderzoeksmethodiek MEE inzetten als 0-meting in 2015
 subsidie/resultaatafspraken SWS m.b.t. aantal mantelzorgers in beeld, aantal
contacten per jaar en hoe ze dat gaan doen (jaarlijks)
 convenant met huisartsen via VGZ/Zorggroep West-Alblasserwaard (2015)
 extra middelen mantelzorgondersteuning (op te nemen in Programmabegroting 2015 en verder)
 monitoring door SWS/OCD (jaarlijks)
 vierjaarlijkse Monitor Sociaal Drechtsteden (OCD)
5
2.3. We stimuleren vrijwillige inzet en bieden ruimte aan vrijwilligersinitiatieven en
initiatieven van inwoners
Context
Wat willen we
bereiken?
Wat gaan we
daarvoor doen
Wat hebben we
daarvoor nodig?
Monitoring
In Sliedrecht zijn veel vrijwilligers actief vanuit kerken, instellingen en
verenigingen. Er is een Vrijwilligerspunt (SWS) dat in 2014 is geprofessionaliseerd en een digitale vrijwilligersvacaturebank. Kortom: een kern van actieve
vrijwilligers die zich op diverse niveaus inzetten. Daarnaast is er een makelaar
maatschappelijke stage (SWS) die een schakel vormt tussen leerlingen,
onderwijs en instellingen. Toch is het aanbod van vrijwilligers nog versnipperd
en vindt onvoldoende samenwerking plaats tussen verenigingen, kerken en
instellingen. Verder zal vanuit de nieuwe Wmo (eigen kracht, sociaal netwerk en
algemene voorzieningen) het beroep op vrijwilligers toenemen. Het is daarbij de
vraag in hoeverre de samenleving dit nog kan blijven opvangen. De rijksbijdrage
voor maatschappelijke stage stopt in 2015. Voor vrijwilligersbeleid worden
vanuit de Wmo 2015 géén extra middelen beschikbaar gesteld.
 het aantal vrijwilligers blijft minimaal op het huidige peil 41% (2014/OCD)
 vrijwilligers voelen zich ondersteund en gewaardeerd in hun taken
 instellingen met vrijwilligers en kerken werken intensief samen en
leggen afspraken vast in een convenant “Samenwerken en versterken”(2015)
 in samenwerking met MEE en de SDD worden mensen die vanuit een tegenprestatie vrijwilligerswerk willen doen via het Vrijwilligerspunt en/of het
Leerwerkbedrijf bemiddeld en begeleid naar (vrijwilligers)werk (continu);
 structurele samenwerking door instellingen met vrijwilligers en kerken
borgen in het platform Samenwerken en Versterken (S&V)
 voortzetten huidig vrijwilligersbeleid (w.o. waardering)
 samen met SWS en Voortgezet Onderwijs nieuw beleid ontwikkelen voor
maatschappelijke stage vanaf het schooljaar 2015-2016 (2015)
 Plan van aanpak STS Wmo (2015) en Leerwerkbedrijf (2015)
 4 jaarlijkse bijeenkomsten (continu) en convenant S&V (SWS 2015)
 Plan van aanpak maatschappelijke stage (SWS/VO in 2015) en voortzetting
functie makelaar MaS (SWS) vanaf 2015
 € 15.000 als subsidie SWS/MaS in Programmabegroting 2015 en verder
 monitoring door SWS (jaarlijks)
 vierjaarlijkse Monitor Sociaal Drechtsteden (OCD)
 cliëntervaringsonderzoek SWS (jaarlijks)
6
2.4. We bieden laagdrempelige ondersteuning, zo licht en zo kort mogelijk
Context
Wat willen we
bereiken?
Wat gaan we
daarvoor doen
Wat hebben we
daarvoor nodig?
Monitoring
Cliëntondersteuners van SWS en MEE hebben een goed beeld van vraag en
aanbod (algemene voorzieningen). Sliedrecht heeft een breed en laagdrempelig
Wmo-loket (SDD) en een breed lokaal netwerk, dat een belangrijke toegang
vormt tot (deels) algemene en maatwerkvoorzieningen. We willen dit loket dan
ook integreren als toegang tot het Sociaal Team Wmo en op termijn met CJG als
gezamenlijke voordeur STS (0 tot 100-plus). Verder is Bureau Sociaal Raadslieden (SWS) succesvol met het project Hulp bij thuisadministratie (HBT). Ook
zorginstellingen bieden (ouderen)ondersteuning en er is algemeen (en diaconaal)
maatschappelijk werk. Ook vanuit het jongerenwerk, vrijwilligersorganisaties en
kerken wordt laagdrempelige ondersteuning geboden. Dit aanbod willen we de
komende jaren zo veel mogelijk behouden. Het zou echter wel efficienter en
laagdrempeliger kunnen. Het accent zal daarbij meer moeten liggen op
signaleren en preventie, eigen kracht en sociaal netwerk en kortdurende
inteventies (algemene voorzieningen).
 innovaties op ondersteuning, door deze sneller en laagdrempelig aan te
bieden en professionals efficienter te laten (samen)werken binnen STS
 eerder signaleren en goede preventie bieden, waardoor kwetsbare inwoners
vroegtijdig ondersteund worden
 minder toestroom op de maatwerkvoorzieningen
 doorontwikkelen STS (Wmo, Jeugd en Participatiewet) voor inwoners van 0
tot 100-plus (2015)
 goede samenwerkingsafspraken tussen jeugdteam en Wmo binnen STS over
verdeling, elkaar vinden en binden en overdracht van informatie (2015)
 met onze hoofdpartners binnen STS (Welzijnswerk, Rivas, Waardeburgh,
MEE, Tablis-wonen en CJG) op zoek naar een goed en laagdrempelig
integraal cliëntvolgsysteem t.b.v. STS (0 tot 100-plus) waaruit de juiste
sturingsinformatie komt zoals: lengte trajecten, inzet professionele uren
versus vrijwilligersuren, scores op zelfredzaamheid voor en na het traject en
afname problematiek (2015) en passend binnen de privacywetgeving
 voortzetten HBT en samenwerking SWS en kerken binnen HBT
 bindende afspraken met huisartsen, praktijkondersteuners, wijkverpleegkundigen en het Sociaal Team over vroegtijdige signalering, doorverwijzing
en terugkoppeling en introduceren Welzijn op recept bij huisartsen,
apothekers en fysiotherapeuten (2015)
 nadere voorstellen met betrekking tot een passende locatie (alles-onder-ééndak) voor front- en backofficefuncties Sociaal Team, CJG, Jeugdteam,
waarin we het Wmo-loket (SDD) willen integreren en zo mogelijk een
inlooppunt voor o.a. dagbesteding/activering en het Leerwerkbedrijf (2015)
 in samenwerking met Zorgaanbieders en Welzijnswerk laagdrempelige
opvang en ondersteuning van o.a. (vroeg)dementerenden en hun
mantelzorgers doorontwikkelen (respijtzorg).
 Plan van aanpak STS (2015) en samenwerkingsafspraken HBT inclusief een
protocol hoe met privacy-gevoelige informatie om te gaan
 Convenant huisartsen met VGZ en Zorggroep West_Alblasserwaard (2015)
 Plan van aanpak Onder een dak (OED) 2015
 Plan van aanpak Dagopvang (vroeg)dementerenden en hun mantelzorgers
door Rivas/SWS (2015)
 monitoring STS door SWS, MEE, OCD met gedragen indicatoren (jaarlijks)
 vierjaarlijkse Monitor Sociaal Drechtsteden (OCD)
 cliëntervaringsonderzoek SWS (jaarlijks)
 een goed registratiesysteem
7
2.5. We zorgen voor een goede ondersteuning van onze inwoners
Context
Wat willen we
bereiken?
Wat gaan we
daarvoor doen
Wat hebben we
daarvoor nodig?
Monitoring
Op dit moment wordt cliëntondersteuning geboden door MEE (AWBZ) en SWS
(Wmo). Vanaf 2015 komen de middelen hiervoor naar de gemeenten. Sliedrecht
krijgt € 236.502 (Financiële notitie Wmo). In 2015 zullen we deze middelen
gezamenlijk inzetten (Transitiearrangement MEE). In 2015 willen we nadere
afspraken maken met MEE en SWS over de inzet van lokale cliëntondersteuning
Een risico is dat inwoners die in 2015 worden geherindiceerd een extra beroep
zullen doen op onafhankelijke cliëntondersteuning door MEE (of
ouderenadviseurs SWS). Hierover moeten we in 2015 en verder goede werkafspraken maken en borgen (lokaal en Wmo-regiegroep Drechtsteden).
Mensen die onafhankelijke cliëntondersteuning nodig hebben weten die vanaf
2015 en verder te vinden via het Sociaal Team (STS) en/of MEE-Drechtsteden
 We werken zo integraal mogelijk (continu)
 aansluiten bij het Regionaal Transitiearrangement MEE ZHZ 2015
 afspraken met DG&J over de rol van de coördinator zorgnetwerk m.b.t.
doorverwijzing vanuit en terugkoppeling naar STS bij multiproblematiek
(o.a. zorgmijders) (2015)
 Voortzetten netwerkbijeenkomsten Wmo-loket (STS) (meerjaarlijks)
 aansluiten bij de Hulpwijzer i.o. (SDD/Programmateam); deze zal in 2015
worden doorontwikkeld tot een volwaardige regionale digitale sociale kaart
(algemene en maatwerkvoorzieningen)
 subsidieafspraken met MEE en SWS (2015 en verder)
 middelen cliëntondersteuning opnemen in Programmabegroting 2015 e.v.
 werkafspraken tussen SWS en MEE (2015) en binnen Wmo-regiegroep DS
 monitoring door MEE, SWS en SDD (jaarlijks)
 vierjaarlijkse Monitor Sociaal Drechtsteden (OCD)
 cliëntervaringsonderzoek SWS en MEE (jaarlijks)
8
2.6. We werken preventief om erger te voorkomen
Context
Wat willen we
bereiken?
Wat gaan we
daarvoor doen
Wat hebben we
daarvoor nodig?
Monitoring
Vanuit lokaal gezondheidsbeleid werkt de DG&J met diverse preventieprogramma’s. Daarnaast wordt gesignaleerd vanuit huisbezoeken (SWS) en werkt het
HBT (pilot SWS) preventief t.a.v. schulden e.d. Verder is er een dementieprogramma en opvang (pilots SWS). In het lokaal zorgnetwerk (coördinatie DG&J)
worden maandelijks casussen (multiproblematiek, zorgmijders, overlastgevers)
besproken. Het meldpunt Zorg en overlast is hiervoor de toegang. Als gevolg
van de crisis (schulden en dreigende huisuitzettingen) is het aantal casussen in
2014 verdubbeld. Met de inzet van STS Wmo willen we meer preventief gaan
inzetten op meervoudige problematiek.
 innovaties op ondersteuning door deze sneller en laagdrempelig aan te
bieden en professionals efficienter te laten (samen)werken
 accent op signaleren en preventie
 vroegtijdig signaleren en bemoeizorg vanuit STS doorontwikkelen (2015)
 het vormen van een regionaal Algemeen Meldpunt Kindermishandeling en
Huiselijk Geweld (AMKH) (2015)
 afspraken met Dienst Gezondheid&Jeugd (DG&J) en specialistische zorgaanbieders (Yulius, Bouman, Syndion) over advisering en doorverwijzing
m.b.t. complexe zorgvragen vanuit STS (2015)
 op termijn afbouwen van het zorgnetwerk (start 2015)
 subsidieafspraken met SWS (jaarlijks) en DG&J (2015)
 plan van aanpak STS afgestemd met zorgnetwerk/DG&J (2015)
 middelen coördinatie maatschappelijke zorg in Programmabegroting 2015
 monitoring door DG&J (jaarlijks) en vierjaarlijkse Monitor Sociaal (OCD)
9
3. Overige thema’s
3.1. Preventief ouderengezondheidsbeleid
Het aantal 65-plussers in Sliedrecht groeit de komende jaren van 4.488 in 2013 naar 5.933 in 2030
(bron: Gebiedsscan Sliedrecht, 16-09-2014). Alle ouderen krijgen vroeg of laat te maken met één of meer
chronische ziekten. Medicatie en behandeling zorgen voor minder beperkingen en een langer leven met
deze aandoeningen. Omdat gezondheid nauw samenhangt met de mate waarin ouderen zelfstandig
kunnen wonen, kan preventie bijdragen aan het terugdringen van een beroep op zorg en het vergroten
van participatie. Gezond ouder worden gaat niet alleen om het voorkomen en uitstellen van ziekte, maar
ook om het voorkomen van beperkingen, verlies van zelfredzaamheid en het terugdringen van
afhankelijkheid van zorg. Preventieve ouderengezondheidszorg (Wet publieke gezondheid) is erop
gericht dat ouderen zo lang mogelijk gezond, zelfstandig en zelfredzaam zijn. Het gaat vooral om het
aanleren van vaardigheden die gezond gedrag, participatie en zelfredzaamheid stimuleren.
De gemeente wil de preventieve ouderengezondheidszorg lokaal invullen via de Wmo. We willen meer
zicht krijgen op de gezondheidstoestand en gezondheidsbevorderende factoren. We willen maatregelen
nemen om de gezondheidsbedreigingen bij ouderen te beïnvloedden en te toetsen op doelmatigheid. Wij
richten ons daarbij op ouderen met een lagere sociaal economische status en ouderen met een verhoogd
risico op gezondheidsproblemen als eenzaamheid, leefstijl, depressie. Daarbij werken wij nauw samen
met partijen in het veld (STS) en willen verbindingen leggen tussen zorg, welzijn en gezondheid. We
willen het signalerend huisbezoek (cliëntondersteuners SWS) hierbij blijven inzetten.
3.2. Toegang tot ondersteuning
Op dit moment vormt het Wmo-loket (SDD) de toegang tot de maatwerkvoorzieningen (naast o.a.
vervoer en bijzondere bijstand) en vormt zij een belangrijke sleutelpositie binnen het het Sliedrechtse
netwerk. Met het verbinden van het Wmo-loket aan het STS Wmo, zal dit loket de komende jaren ook
(gedeeltelijk) de toegang tot algemene voorzieningen vormen. Inwoners kunnen echter ook rechtstreeks
(zonder tussenkomst van het loket) toegang krijgen tot algemene voorzieningen (bijvoorbeeld AMW via
de huisarts). Ook SWS biedt een aantal diensten, die zonder tussenkomst van het Wmo-loket bereikbaar
zijn, zoals Sociaal Raadlieden/HBT, Vrijwilligers- en Mantelzorgpunt, dienstverlening en activering. We
willen in 2015 en verder de huidige formatie binnen het Wmo-loket (30 uur per week) zoveel mogelijk
blijven benutten. Met de SDD en SWS maken we werkafspraken over uitgansgpunten m.b.t. toegang,
werkwijze en resultaten van het Wmo-loket (zie aparte bijlage: schema Toegang Wmo).
3.3. Inloop GGz
Voor 2015 (Financiele notitie Wmo) is het voorstel gedaan om middelen voor inloop GGZ (totaal ruim 6
ton) gezamenlijk als subsidie aan Yulius in te zetten. Yulius is op dit moment de enige instantie die deze
functie binnen de AWBZ voor inwoners binnen onze regio (zorgkantoor Waardenland) aanbiedt.
Hiervoor zijn vanuit het Programmateam afspraken met Yulius gemaakt. Het gaat daarbij in totaal om
342 bezoekers verdeeld over 5 locaties in Dordrecht (2), Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en
Sliedrecht. Voor Sliedrecht is een bedrag van € 49.420 in de begroting van 2015 en verder opgenomen.
Voor 2016 en verder zullen binnen het PFO-sociaal afspraken worden gemaakt voor eventuele
samenwerking (meervoudig lokaal) hierbij. Aan Yulius is gevraagd om vanaf 2016 samenwerking aan te
gaan met andere aanbieders van dagopvang.
3.4. HBT
Hulp bij thuisadministratie (SWS/Bureau Sociaal Raadslieden) vormt een integraal onderdeel binnen
laagdrempelige ondersteuning (zie: 2.4). Binnen de huidige pilot (2014) wordt nauw samengewerkt
tussen SWS en de kerken (IDC). Daarbij gaat het o.a. om coördinatie, gezamenlijke scholing (deskundigheidsbevordering) en het koppelen (matchen) van hulpvragers aan hulpverleners. Deze samenwerking zal
vanaf 2015 o.l.v. Bureau Sociaal Raadslieden (SWS) structureel worden voortgezet. Dit is als actiepunt
binnen 2.4 uitgewerkt.
10
4. Inwonersparticipatie, middelen, communicatie en evaluatie
4.1. Cliënt- of inwonersparticipatie (Wmo-adviesraad)
De huidige Wmo-adviesraad bestaat uit 9 leden en onafhankelijk voorzitter en wordt administratief
beleidsinhoudelijk ondersteund vanuit Zorgbelang. De raad levert een vaste afvaardiging aan de
regionale Wmo-adviesraad en werkgroepen. In aansluiting op de decentralisaties Jeugd, Participatie en
Passend Onderwijs is het wenselijk om rol, samenstelling en wijze van adviseren opnieuw tegen het licht
te houden. Daarbij is de huidige adviesraad samengesteld op basis van de Wmo-prestatievelden en is
contact met de achterban vaak moeilijk te organiseren. In het 3D-uitvoeringsprogramma (2e kwartaal
2015) zullen voorstellen worden uitgewerkt hoe men het college in de toekomst integraal op deze
thema’s kan adviseren. Wij zullen de Wmo-adviesraad en Zorgbelang vragen om deze voorstellen mede
voor te bereiden. Als tijdelijke maatregel willen we de huidige adviesraad in 2015 met maximaal twee
leden “Jeugdhulp” uitbreiden.
4.2. Middelen in Programmabegroting 2015
Naar aanleiding van de Financiële notitie Wmo van 15 september 2014 (op basis van de Meicirculaire
2014) is voor nieuwe taken in het kader van de Wmo 2015 voor Sliedrecht € 2.640.883 in de Programmabegroting 2015 (P076) opgenomen. Na afdracht aan de SDD voor begeleiding en vervoer, kortdurend
verblijf, persoonlijke verzorgingen, inkomensondersteuning en uitvoeringskosten blijft lokaal een bedrag
van € 384.279 over. Daarnaast is binnen Programma 82 voor 2015 nog eenmalig € 101.000 opgenomen
voor verbredingstaken (Wmo-beleidsplan 2012-2015); deze komen vanaf 2016 te vervallen.
Wmo lokaal 2015
Nieuwe taken Wmo
Verbredingstaken Wmo
Totaal lokaal 2015:
sociale
wijkteams
12.295
-
Mantelzorgcompliment
86.062
-
Cliëntondersteuning
236.502
-
inloop GGz
Totaal
49.420
-
384.279
101.000
485.279
Toelichting:
 Voor sociale wijkteams loopt het macrobudget op van 10 miljoen in 2015 tot 50 miljoen vanaf 2017.
 Het macrobudget voor het Mantelzorgcompliment loopt van 70 miljoen in 2015 naar 100 miljoen
vanaf 2016.
 De bedragen voor sociale wijkteams en mantelzorgcompliment moeten op basis van de Meicirulaire
2015 nog meerjarig worden geraamd en gecorrigeerd (Begroting 2016 en verder).
 De middelen voor cliëntondersteuning worden in 2015 gezamenlijk ingezet binnen het Transitiearrangement MEE ZHZ en zijn daarna lokaal vrij besteedbaar. Het bedrag voor Inloop GGZ (Yulius)
blijft de komende jaren hetzelfde en zal vooralsnog alleen in 2015 gezamenlijk binnen de
Drechtsteden worden ingezet.
 Uit de € 101.000 (Verbreding 2015) wordt bekostigd: coördinatie lokaal zorgnetwerk € 25.377
(DG&J), Wmo-loket € 34.639 (SDD), nazorg ex-gedetineerden € 13.679 (Dordrecht) en bijdrage
Meldpunt AMHK en Bouman/Yulius € 5.868.
 De voortzetting van maatschappelijke stage (€ 15.000) in 2015 maakt onderdeel uit van het College
Uitvoeringsprogramma en is opgenomen in de begroting 2015.
 Voor financiering van de posten: HBT (€ 17.500), Wmo-loket, Nazorg ex-gedetineerden, Meldpunt
AMHK en bijdrage Bouman/Yulius aan het zorgnetwerk in 2015 en verder zullen via de Kadernota
2015 afzonderlijke voorstellen worden gedaan.
4.3. Communicatie en evaluatie
Communicatie is integraal opgenomen in de programmakaarten. Daarbij zal in samenwerking tussen
gemeente (regie) en SWS (uitvoering) worden afgestemd hoe, wat en wanneer te communiceren. Met het
voorlichten van inwoners over voor hen merkbare wijzigingen als gevolg van de decentralisaties zijn we
in het 4e kwartaal 2014 van start gegaan, daar ligt dan voor ons ook het zwaartepunt. Dit wordt (lokale
media) in 2015 verder voortgezet, waarin we verder zullen inzoomen op de veranderingen en wat dit
voor alle inwoners betekent (met en zonder beperking).
11
Evaluatie is in bovenstaande actiekaarten opgenomen. Omdat 2015 een overgangsjaar is (transitie) en we
vanaf 2016 willen transformeren, is het lastig om in de planvorming 4 jaar vooruit te kijken. Daarom
willen wij in december 2016 dit uitvoeringsprogramma tussentijds evalueren (gemeenteraad) en kunnen
wij onze ambities, acties en resultaten voor 2017 en 2018 bijstellen.
12
Bijlage 1: Tijdpad 2015-2016
Q4 2014
2.1 Sociale netwerkversterking STS teamleden bijgeschoold (2015)
Q1 2015
Q2 2015
Q3 2015
Q4 2015
Q1 2016
Q2
2016
Q3
2016
continu
u
uitvoeringsplan STS Wmo (SWS)
v
uitvoeren
uitvoeren
registratiesysteem STS/laagdrempelig cliëntvolgsysteem (SWS/CJG/SDD)
v
voorbereiden
u
jaarlijkse interne evaluatie STS resultaten naar stuurgroep (SWS)
u
Werkplan klantenpanels (Zorgbelang)
Communicatiekalender (gemeente/SWS)
voorbereiden
v
Q4
2016
u
uitvoeren
uitvoeren
v
Cliëntervaringsonderzoek/zelfredzaamheidmatrix (SWS ism OCD)
uitvoeren
uitvoeren
monitoring STS aan Stuurgroep (SWS)
continu
2.2 Plan van aanpak Mantelzorg(compliment) door werkgroep
voorbereiden
besluit
uitvoeren
e
afspraken STS in convenant huisartsen/VGZ/Zorggroep W-AW (WEZ)
0-meting persona's MEE (WEZ/SWS)
voorbereiden
u
Uitvoeringsplan STS (zie: 2.1)
2.3 Uitvoeringsplan STS (Vrijwilligersbeleid) zie: 2.1
Uitvoeringsplan lokaal Leerwerkbedrijf (SWS/Stichting LWB/WEZ)
Uitvoeringsplan MaS (SWS/VO)
Convenant Samenwerken en Versterken Sliedrecht (SWS)
2.4 Samenwerkingsafspraken STS Jeugd en Wmo (SWS/CJG)
v
uivoeren
v
uitvoeren
v
uitvoeren
v
besluit
uitvoeren
registratiesysteem/laagdrempelig cliëntvolgsysteem (STS) zie 2.1
Plan van aanpak STS/samenwerkingsafspraken HBT (SWS/IDC)
uitvoeren
Convenant huisartsen (en eerstelijns) over doorverwijzen WOR (WEZ/SWS)
Plan van aanpak OED (gemeente/PM)
voorbereiden
Plan van aanpak Vroegopvang dementerenden (Rivas/SWS)
2.5 aansluiten bij Regionaal transitiearrangement MEE 2015
werkafspraken DG&J en SWS (SWS)
voorbereiden
b
v
doorontwikkelen/aansluiten Hulpwijzer (Programmateam DS/SDD)
Werkafspraken cliëntondersteuning tussen SWS en MEE
2.6 stavaza vorming AMHK: communicatie raad en burgers (WEZ)
werkafspraken met DG&J doorverwijzing STS en afbouw LZN(SWS en
WEZ)
subsidieafspraken met spec. Zorgaanbieders Yulius, Bouman (WEZ)
Evaluatie tweejarig Uitvoeringsplan (WEZ)
uitvoeren
uitvoeren
uitvoeren
uitvoeren
uitvoeren
uitvoeren
uitvoeren
evaluatie
voorbereiden
b
uitvoeren
v
uitvoeren
v
v
v
v
uitvoeren
uitvoeren
uitvoeren
u
v
uitvoeren
uitvoeren
v
b
5 by 2 - Toegang Wmo-loket .pdf
Terugkoppeling naar Wmo-loket
Wmo-loket
Enkelvoudig
of
Algemeen
Vraagverkenning
of
Meervoudig (complex)
Direct naar
aanbieder
algemene
voorzieningen
(bijv. HBT)
STS/Wmo
Huisbezoek
Huisbezoek
1.
of
Maatwerk
- Bijzondere bijstand
- Leerwerk bedrijf (participatiewet)
- Schuldhulp
= BackOffice
SDD
“Anders”
Aanvraag
= “Triage”
Huisbezoek
= Tafelgesprek?
AMW Diac. MEE CO WVK
(2x)
Ondersteuningsplan
Levering
(Algemene voorziening)
Geen levering
Toekenning
Afwijzing
Levering
(Maatwerkvoorziening Wmo)
Geen levering
0. Loket / informant
1. Casemanager / intake
2. “Werkers” algemene voorziening
3. Toegewezen functies; Dementieconsulent, AMW, GOAC (Specialisten)
Extra expertise: DG&J/lokaal zorgnetwerk, Yulius, Bouman, Syndion, Wooncorporatie
Wmo-loket fysiek/telefoon
Rooster 2 personen, bestaande uit:
Cliëntondersteuner (van SWS of MEE) en een SDD’er
10 SOC – Zienswijze begrotingen Dienst Gezondheid & Jeugd (DG&J) en Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GRD)
1 ab - Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.pdf
Aan de leden van de gemeenteraad Sliedrecht
Datum
20 november 2014
Hierbij bieden wij u bijgevoegde stukken aan voor:
besluitvorming
zienswijze ex art. 160, lid 2 van de Gemeentewet
kennisname
Geheimhouding op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
n.v.t.
bijlage
Bijlagen
6
Ons kenmerk
Zaaknr. 1321387
B&W besluit
18 november 2014
Portefeuillehouder
J.P. Tanis en
G.J. Visser-Schlieker
Fatale termijn
ja, d.d. 9 december 2014
Bestuur en Middelen
Onderwerp
Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ
Wat wordt gevraagd
In te stemmen met het versturen van de voorgestelde zienswijzen ten
aanzien van de (geactualiseerde) begrotingen van de GRD en de
DG&J.
Toelichting
Met dit besluit geeft u aan deze gemeenschappelijke regelingen waar
Sliedrecht deel van uitmaakt uw mening over hun
conceptbegrotingen.
Bijgaande stukken
Raadsvoorstel en concept raadsbesluit en met de volgende bijlagen:
1. Aanbiedingsbrief GR Publieke Gezondheid en Jeugd
2. Conceptbegroting van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd
3. Zienswijze op de conceptbegroting van de GR Publieke
Gezondheid en Jeugd
4. Aanbiedingsbrief GR Drechtsteden
5. Conceptbegroting van de GR Drechtsteden
6. Zienswijze op de conceptbegroting van de GR Drechtsteden
Ambtelijk contactpersoon
van Waveren
Tel. nr. 06-14367390
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
drs. C.A. de Haas MBA
drs. A.P.J. van Hemmen
2 rv - Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.pdf
Raadsvoorstel
Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Zaaknummer: 1321387
Sliedrecht, 18 november 2014
Onderwerp:
Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.
Beslispunten
In te stemmen met het versturen van bijgaande zienswijzen ten aanzien van de (geactualiseerde)
begrotingen van de GRD en de DG&J
Samenvatting
De begrotingen van de GRD en de DG&J geven aanleiding tot zienswijzen omdat zij een (grote)
financiële impact kunnen hebben op onze lokale begroting.
Inleiding
Met dit besluit geeft u aan deze gemeenschappelijke regelingen waar Sliedrecht deel van uitmaakt uw
mening over hun conceptbegrotingen.
De raad dient, op grond van de wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), in de gelegenheid gesteld te
worden zienswijzen te geven op de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen of wijzigingen
daarvan.
Wij proberen begrotingen en zienswijzen zoveel mogelijk geclusterd aan te bieden, zodat de
bestuurlijke drukte beperkt wordt en het makkelijker wordt om inzicht te krijgen uit vergelijking van
de begrotingen.
Beoogd effect
Met dit voorstel worden de Sliedrechtse belangen onder de aandacht gebracht van de besturen van de
betreffende regelingen. Onze zienswijzen beogen vooral meer inzicht daarmee sturingsmogelijkheid te
bewerkstelligen.
Argumenten
1.1. Het is een bevoegdheid van de gemeenteraad om zienswijzen in te dienen
In de Nota Verbonden partijen is vastgelegd dat het college de raad op dit soort momenten faciliteert
in het naar voren brengen van een zienswijze.
Kanttekeningen
1.1 De deadline van de DG&J ligt op 9 december om 12.00
De raad vergadert pas die avond over het voorstel, het raadsvoorstel met de conceptzienswijze is
daarom alvast aangeboden aan de DG&J onder voorbehoud van uw goedkeuring.
-2-
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in:
 Financiële kaders
De financiële effecten van deze begrotingen zullen, nadat zij door de betreffende besturen zijn
vastgesteld, verwerkt worden in de reguliere P&C-producten van de gemeente.
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
De geactualiseerde begroting 2015 van de GRD leidt tot een negatief effect van € 164.000 in 2015.
Dit negatieve effect is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
1. De lasten van de huishoudelijke ondersteuning vallen in 2015 circa € 100.000 hoger uit dan werd
verwacht bij het samenstellen van de gemeentelijke begroting 2015. De verwachting was dat de
afname van de bijdrage van het rijk kon worden opgevangen door een afname van de kosten in
2015. Dit komt echter niet tot uitdrukking in de geactualiseerde cijfers in de begroting van de
GRD.
2. Incidentele toename van de apparaatskosten in 2015 in verband met herindicatie voor de WMO
begeleiding € 54.000.
3. Incidentele toename kosten apparaatskosten als gevolg van invoering Participatiewet en integratie
Drechtwerk € 17.000
4. Structurele toename van de apparaatskosten met € 113.000 door:
 invoering Participatiewet en integratie Drechtwerk
 uitbreiding leidinggevende formatie i.v.m. toename klantaantallen.
 verwerking effecten nieuwe cao
 wijziging van de verdeelsleutel conform de bestaande financieringsafspraken.
Bij het vaststellen van de financiële notitie WMO in 2014 is geadviseerd om de lagere kosten voor de
WMO in 2014 te reserveren voor de komende extra kosten in 2015. Dit bedrag, circa € 120.000, wordt
voorgesteld om via de resultaatsbestemming 2014 mee te nemen naar 2015 om als dekking te kunnen
dienen. Hiermee is het effect voor 2015 in beeld gebracht, voor de jaren daarna zal dat nog duidelijk
moeten worden.
In de geactualiseerde begroting 2015 wordt rekening gehouden met een onttrekking aan de reserve van
inkomensondersteuning van € 1.900.000. Rekening houdend met een onttrekking van € 2.000.000 in
2014 bedraagt deze reserve daarmee nog slechts € 100.000. Dit is erg smal om extra tegenvallers op te
vangen. In die zin moeten we met het risico rekening houden dat in 2015 en daarna een extra bijdrage
van gemeenten gevraagd zal moeten worden.
Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Jeugd
De begroting van de DG&J als geheel is niet sluitend. Deze bevat nog een fors tekort van ca. €2,9
miljoen. De DG&J had in het voorjaar de begroting ook nog niet rond, toen hebben de gemeenten
ingestemd met uitstel. Op dit moment verwachten zij in het voorjaar een definitieve begroting voor te
stellen. Na lang beraad en afstemming met de regiogemeenten stellen wij voor nu toch te adviseren
deze begroting vast te stellen. Belangrijkste overweging hierbij is, dat de dienst dan kan sturen op
reële(re) financiële kaders ofschoon dit een voorlopige begroting 2015 is.
De overwegingen en randvoorwaarden kunt u in de brief zelf verder teruglezen.
Voor de (sub)onderdelen RAV en Serviceorganisatie Jeugdhulp zijn geen noemenswaardige
bijzonderheden te melden.
 Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders
De mogelijkheid om een zienswijze naar voren te brengen en de bevoegdheid van de besturen van de
regelingen om daarover te besluiten zijn geregeld in de wet gemeenschappelijke regelingen.
-3-
 Tijdspad, monitoring en evaluatie mb.t. voorgesteld raadsbesluit
De zienswijzen zullen worden verstuurd nadat u ze heeft vastgesteld. Bij de reguliere P&C-momenten
zal u voorstellen ontvangen om de effecten in de Sliedrechtse begroting te verwerken.
In het voorjaar ontvangt u voor beide GR’en nog een geactualiseerde begroting. Voor DG&J een
‘definitieve’ en voor de GRD een begroting waarin het rMJP is verwerkt.
Communicatie
nvt
Vervolg
nvt
Eerdere besluiten/behandeling raad
nvt
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
drs. C.A. de Haas MBA
drs. A.P.J. van Hemmen
Bijlage(n):
conceptraadsbesluit met de volgende bijlagen:
1. Aanbiedingsbrief GR Publieke Gezondheid en Jeugd
2. Conceptbegroting van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd
3. Zienswijze op de conceptbegroting van de GR Publieke Gezondheid en Jeugd
4. Aanbiedingsbrief GR Drechtsteden
5. Conceptbegroting van de GR Drechtsteden
6. Zienswijze op de conceptbegroting van de GR Drechtsteden
3 rb - Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.pdf
Concept Raadsbesluit
zaaknummer: 1321387
Onderwerp:
Zienswijzen (geactualiseerde) begrotingen GRD en DGJ.
De raad van de gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014;
Besluit:
In te stemmen met het versturen van bijgaande zienswijzen ten aanzien van de (geactualiseerde)
begrotingen van de GRD en de DG&J
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de
gemeente Sliedrecht op 9 december 2014,
De griffier,
De voorzitter,
dr. M.J.E.M. van Dam
drs. A.P.J. van Hemmen
4 By 1 - aanbiedingsbrief begroting DGJ.pdf
5 By 2 - Begroting 2015 DGJ.pdf
BEGROTING 2015
DIENST GEZONDHEID & JEUGD
ZUID-HOLLAND ZUID
1
Colofon
© oktober 2014
Dit is een uitgave van de
Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ,
Postbus 166, 3300 AD DORDRECHT
Bezoekadres:
Karel Lotsyweg
DORDRECHT
40,
3318
AL
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met het
Secretariaat van de Dienst Gezondheid& Jeugd, telefoon
078-7708500. Zie ook www.dienstgezondheidjeugd.nl
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of
openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze,
hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
INHOUDSOPGAVE BEGROTING 2015
1
INLEIDING
1.1 Voorwoord
1.2 Bestuur
1.3 Leeswijzer
2
Kerngegevens begroting 2015
2.1 Werkgebied
2.2 Aantal inwoners en leerlingen
2.3 Organogram
2.4 Formatie
2.5 Onderdelen programmabegroting
3
Beleidsbegroting
3.1 Bestuurlijk kader
3.1.1 Missie en visie van de organisatie
3.1.2 De strategische agenda , taken en speerpunten
3.2 Een programmatische aanpak en de verbinding met de dienstverlening
4
Financiële uitgangspunten
4.1 De financiële kaders
4.2 Financiële toelichting begroting 2015
4.3 Begrotingsuitgangspunten 2015
4.4 Financiering en Treasury
5
De programma’s
Onderdeel A. DG&J
5.1 Publieke Gezondheid en maatschappelijke zorg
5.2 Onderwijs en werk
5.3 Jeugd en aansluiting passend onderwijs
6.
Onderdeel B. RAV (Regionaal Ambulance Vervoer)
7.
Onderdeel C. Jeugdhulp
PARAGRAFEN
8
Weerstandsvermogen
6.1 Weerstandsvermogen
6.2 Risico’s
6.3 Vermogenspositie
9
Bedrijfsvoering
7.1 Kaders voor bedrijfsvoering
7.2 Bedrijfsvoering
7.3 Prioriteiten bedrijfsvoering
7.4 Financieel meerjarenperspectief
10
FINANCIELE BEGROTING
8.1 Programmabegroting 2015
8.2 Ontwikkeling inwonersbijdrage en leerling-bijdrage2015
8.3 Meerjarenraming tot en met 2018
8.4 Overzicht van incidentele baten en lasten
8.5 Begrotingskader en uitgangspunten
11
INWONERBIJDRAGEN 2015
12
VASTSTELLING
Bijlagen
1. frictiekosten overzicht JGZ
2. inwonerbijdrage 2015
3. tarieven 2015
4. Bijdrage uitvoeringsprogramma’s
5. lijst met afkortingen
3
1
Inleiding
1.1 Voorwoord
Inleiding
Hierbij bieden wij, het dagelijks bestuur van de Dienst Gezondheid & Jeugd (verder de
Dienst), u de Begroting 2015 aan. Conform bestuurlijke wens: een omzetting naar een
eenvoudige en reële begroting 2015.
Deze begroting kent een bijzondere wordingsgeschiedenis. Vanaf 2010 is de GR
geconfronteerd met bezuinigingen, taakstellingen en nullijnen. Op basis van het
takenpakket, wetgeving en overige ontwikkelingen heeft de dienst in juni 2014 in eerste
instantie een niet sluitende begroting 2015 gepresenteerd. Op basis van de jaarstukken
2013 en de burap 2014 is duidelijk geworden dat een structureel financieel tekort is
ontstaan van € 2.000.000. De behandeling van deze begroting is aangehouden lopende
het evaluatieonderzoek en het validatieonderzoek. Wij hebben het advies vanuit het
validatieonderzoek overgenomen om te komen tot een realistische begroting. Dit heeft
als gevolg dat het kostenniveau van de begroting nu is geactualiseerd naar de laatste
ontwikkelingen en wettelijke regelgeving en zijn de effecten van de Jaarrekening 2013 en
ook de 1e Burap 2014 meegenomen. Het totaal van de actualisatie is weergegeven op
pagina 17. In de actualisatie is enkel rekening gehouden met de strikt noodzakelijke en
onvermijdbare kosten.
Conform de bestuursopdracht is de begroting 2015 geactualiseerd.
Naast het eerder gepresenteerde structurele tekort over 2013 en 2014 van
€ 2.000.000 maken autonome ontwikkelingen zoals de effecten als gevolg van CAO
afspraken en wettelijke verplichtingen het noodzakelijk om een verdere bijstelling te
doen voor een bedrag van € 900.000 nadeel. Deze actualisatie leidt tot een tekort van
€ 2.900.000 (afgerond). Een stringent pakket maatregelen / ombuigingsoperatie binnen
de Dienst is dan ook onvermijdbaar.
De overeengekomen taakstelling 2016, ad € 1.100.000 als gevolg van de in het
vooruitzicht gestelde verlaging van de inwonersbijdrage wordt eveneens in deze
ombuigingsoperatie betrokken. Daarnaast licht de Dienst de staffunctie en de
bedrijfsvoering door, het onderscheid in wettelijke en niet-wettelijke taken wordt in beeld
gebracht inclusief het niveau van dienstverlening en wordt de kostendekkendheid van
tarieven herijkt.
Op basis van voorgaande wordt in maart 2015 de aanbevelingen en voorstellen uit de
ombuigingsoperatie aan u voorgelegd. Deze ombuigingsvoorstellen leiden tot een
sluitend financieel meerjarenperspectief inclusief invulling van de taakstelling uit 2013 als
gevolg van het uittreden van JGZ. In deze voorstellen zullen een herijking van de
kostendekkendheid van de tarieven en maatregelen om de subsidiebaten op orde te
brengen worden opgenomen.
Wij hebben tegelijkertijd een planning gemaakt die op hoofdlijnen bestaat uit 3 stappen.
Daarbij wordt vóór 1 april 2015 aan het Algemeen Bestuur een dekkingsplan voorgelegd
dat bestaat uit (tenminste) 2 scenario’s.
De actualisatie en het definitieve dekkingsplan vormen dan tevens de basis voor de
begroting 2016.
Zoals gezegd bestaat het te volgen begrotingsproces op hoofdlijnen uit de volgende 3
stappen:
1. Vaststellen productenbegroting november 2014.
2. Ombuigingsinventarisatie gereed januari 2015
3. Besluitvorming Begroting inclusief dekkingsplan maart 2015.
4
Regiostaf
In deze begroting is ook conform advies van de accountant de regiostaf-begroting
grotendeels geëlimineerd. In de oude opzet was de voormalige regiostaf volledig
opgenomen in de begroting van de dienst. In de nu voorliggende begroting is enkel de
inwonerbijdrage, ad € 2.239.000 nog meegenomen en zijn de doorbelastingen niet meer
opgenomen. De regiostaf is als apart ‘programma’ verwerkt
Verbeterplan 2.0
De vaststelling door het bestuur dat de bedrijfsvoering niet op orde is en er sprake is van
onvoorspelbaarheid, heeft geleid tot een zogeheten Verbeterplan 2.0. Dit plan is voor
advies voorgelegd aan de audit-commissie en de accountant. Het Algemeen bestuur
heeft daarop besloten dat directe versterking noodzakelijk is op de aansturing, realisme
en daadkracht. Het speerpunt van de dienst is het op orde brengen van de financiën en
de bedrijfsvoering.
Ambulancedienst
Vanaf 1 januari 2014 zou de ambulancedienst (RAV ZHZ) als zelfstandige BV onderdeel
worden van de GR Veiligheidsregio ZHZ. Er zijn tijdens deze transitie echter problemen
gerezen rondom de pensioenvoorzieningen. Inmiddels is een nader onderzoek om de
transitie van de Ambulancedienst en overdracht aan de GR Veiligheidsregio nogmaals
kritisch te beoordelen op haalbaarheid.
De begroting van de Ambulancedienst wordt geconsolideerd gepresenteerd in deze
begroting in een afzonderlijk hoofdstuk en niet als programma-onderdeel van de dienst.
Serviceorganisatie Jeugdhulp
In deze ‘voorlopige’ begroting is ook een programma Jeugdhulp toegevoegd. De
begroting van de nieuwe Service Organisatie. De begroting van de SOJ wordt
geconsolideerd gepresenteerd in deze begroting in een afzonderlijk hoofdstuk en niet als
programma-onderdeel van de dienst.
De bestuurlijke koers van de dienst
Onze missie en visie zijn ons bestuurlijk kompas, maar vraagt per jaar om een concrete
invulling. Het is aan het bestuur om in een meerjarenbeleidsplan de speerpunten op het
gebied van gezondheid, maatschappelijke zorg, onderwijs en jeugd te benoemen.
De Dienst heeft een duidelijke keuze gemaakt ten aanzien van de positionering voor de
toekomst: een organisatie die –naast de uitvoering van de wettelijke taken- vooral
gericht is op een beleidsmatige en regievoerende rol op het gebied van gezondheid,
maatschappelijke zorg, onderwijs en jeugd.
De Dienst wil er zijn ‘van en voor de gemeenten’. Er is in de voorbije periode
geïnvesteerd op het versterken van de relatie met de gemeenten. Wij zien positieve
resultaten en reacties van de kant van de gemeenten, die stimuleren om deze
investering voort te zetten wat betreft de inhoudelijke taken van de Dienst. Op het
gebied van financiën en bedrijfsvoering is , zoals eerder gezegd, de taak vooral om het
vertrouwen te herstellen.
De financiële kaders van de dienst
Het Algemeen Bestuur heeft namens de gemeenten vanaf de start van de nieuwe dienst
(medio 2012) een aantal heldere kaders meegeven:
• geen nieuwe extra inwonerbijdrage;
• de frictiereserves eind 2015 op nul;
• een financiële taakstelling van € 1,1 miljoen vanaf 2016.
Zoals hierboven al aangegeven wordt de financiële taakstelling betrokken in de
ombuigingsopdracht die de dienst is opgelegd.
In de cijfermatige opstelling van de begroting is de taakstelling nog wel verwerkt in
cijfers zoals deze zijn weergegeven in hoofdstuk 8.
5
Wij hebben op basis van de bevindingen en het advies van de accountant moeten
vaststellen dat de er de noodzaak is om de begroting opnieuw vanaf het fundament op te
bouwen. Het opstellen van een bijbehorende productbegroting en definitieve begroting
kan niet voor 1 januari worden afgerond. Op basis van een productbegroting en een
ombuigingsactie wordt eind maart het Algemeen Bestuur scenario’s voorgelegd, waarna
een definitieve begroting 2015 beschikbaar is.
De begroting 2015 is opgesteld conform de uitgangspunten zoals vastgesteld door het
Algemeen Bestuur van de Dienst. In de actualisatie van de begroting zijn de structurele
kosten uit 2013 en 2014 verwerkt. Tevens zijn onontkoombare verplichtingen, waaronder
CAO afspraken en wettelijke verplichtingen verwerkt.
De Begroting 2015 van de dienst is grotendeels beleidsarm en bestaat uit drie
programma’s:
a. Publieke Gezondheid & Maatschappelijke Zorg
b. Onderwijs &aansluiting arbeidsmarkt
c. Jeugd & aansluiting Passend Onderwijs
Daarnaast zijn er in de begroting aparte hoofdstukken opgenomen voor de onderdelen
Ambulancedienst en Jeugdhulp.
De indeling van de verschillende onderdelen zullen dan als volgt worden weergegeven;
- deel A Dienst Gezondheid &Jeugd
- deel B Ambulancedienst
- deel C Jeugdhulp.
Per onderdeel zijn de financiën weergegeven. Van hoofdstuk 8 zijn de cijfers op basis van
de BBV voorschriften wel geconsolideerd weergegeven.
In deze Begroting 2015 vindt u een schets van de programma’s met de bijbehorende
hoofddoelstellingen. Deze begroting is een voortzetting van het bestaand beleid,
overwegend gericht op het uitvoeren van wettelijke (onder andere publieke gezondheid,
leerplicht en de RMC-functie) en opgedragen taken (onder andere maatschappelijke
zorg).
Deze begroting heeft daarmee betrekking op de huidige dienstverlening, alsmede taken
die vervuld moeten worden maar nog niet (volledig) zijn opgenomen. Hierbij gaat het
bijvoorbeeld om de nieuwe taken rondom psychosociale hulpverlening en het voldoen
aan de inspectie-eisen voor infectieziektebestrijding.
Wij onderscheiden negen producten met bijbehorende doelen, die elk een groot aantal
activiteiten kennen. Wij hebben daarbij inzichtelijk gemaakt wat de lasten zijn van de
(hoofd)producten en waar de baten vandaan komen (inwonerbijdragen, subsidies e.d.).
Deze producten zijn toegedeeld naar een van de drie programma’s (Publieke Gezondheid
& Maatschappelijke Zorg; Onderwijs & Werk; Jeugd & aansluiting Passend Onderwijs).
Toezichthouder provincie Zuid-Holland
Met onze toezichthouder hebben wij periodiek overleg. Door het niet tijdig indienen van
de begroting voor de wettelijk vastgestelde termijn van 15 juli is de dienst onder
facultatief preventief toezicht op termijn gesteld. Tot het moment dat de dienst een
sluitende begroting indient bij Gedeputeerde Staten met een financieel gezond
meerjarenperspectief blijft dit toezichtregime van toepassing.
Mocht de begroting 2015 niet sluitend en zonder dekkingsvoorstellen van eventuele
stelposten voor 1 januari zijn vastgesteld dan moet de dienst GS verzoeken om
machtiging te verlenen tot het doen van uitgaven op het niveau van de laatst
vastgestelde begroting, die van 2014. Ook voor nieuw beleid, zoals de
decentralisatietaak Jeugdhulp, zal dan om een machtiging moeten worden gevraagd
voor het doen van uitgaven.
6
1.2 Bestuur
De gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid is
aangegaan door de 17 colleges van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas,
Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, HendrikIdo-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht,
Strijen, Zederik en Zwijndrecht.
De gemeenschappelijke regeling is per 1 juli 2012 in werking getreden. Formeel
gesproken is de regeling een voortzetting van de gemeenschappelijke regeling Regio
Zuid-Holland Zuid, die bestond sinds 2 september 1993.
Doel en taken
De Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd heeft tot taak, vanuit het
beginsel van verlengd lokaal bestuur een bijdrage te leveren aan het behartigen van
gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten, teneinde een
evenwichtige en voorspoedige ontwikkeling in het gebied te bevorderen. De behartiging
van belangen geschiedt door het bepalen van de hoofdlijnen van gewenste ontwikkelingen
door middel van sturing, ordening, integratie en in voorkomende gevallen uitvoering op
het terrein van publieke gezondheid en onderwijs.
Bestuurlijke organisatie
De Regio kent de drie in de Wet gemeenschappelijke regelingen voorgeschreven
bestuursorganen:
• het algemeen bestuur;
• het dagelijks bestuur;
• de voorzitter.
Algemeen bestuur
Het algemeen bestuur is het hoogste orgaan van de gemeenschappelijke regeling. Elk
college vaardigt één van zijn leden af in het algemeen bestuur. Verder wijst elk college
een vast plaatsvervangend lid van het algemeen bestuur aan. De 17 leden van het
algemeen bestuur hebben een gewogen stem naar rato van het inwoneraantal van hun
gemeente. De voorzitter is het 18e lid van het algemeen bestuur en wordt door het
college van Dordrecht aangewezen. De voorzitter heeft in beginsel zelf geen stemrecht.
Dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter van het algemeen bestuur en daarnaast uit
vier leden die door het algemeen bestuur uit zijn midden worden aangewezen, met dien
verstande dat twee leden afkomstig moeten zijn uit de subregio Drechtsteden en dat de
subregio’s Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en Hoeksche Waard elk met één lid in het
dagelijks bestuur zijn vertegenwoordigd. De leden van het Dagelijks Bestuur hebben de
portefeuilles onderling verdeeld. Hierbij is afgesproken om ten behoeve van de continuïteit
in duo’s te werken.
De leden van het dagelijks bestuur zijn:
Naam
Functie
Portefeuille
mw C.L.M. Lambrechts
Voorzitter
G.B. van der Vlies
Vice-voorzitter
mw. I. van der Werf
Lid
Bestuur en cultuur
Crisisorganisatie/veiligheid
Maatschappelijke zorg
Communicatie
serviceorganisatie
Jeugdhulp
ZHZ
Jeugdgezondheidszorg
AMHK-ontwikkelingen
Infectieziektebestrijding
Technische
hygiënezorg/kinderopvang
Gezondheidsbevordering
Medische Milieukunde
7
B. van de Burgt
Lid
P. Vat
Lid
P.J. Verheij
Financieel adviseur
A.J.A. Wijten
Secretaris
Leerplicht
Voortijdig schoolverlaten
Kennisfunctie
Bedrijfsvoering
en
financiën
(concern)
Personeel en organisatie
RAV ZHZ
Tijdelijk adviseur
bedrijfsvoering en financiën
voor de periode van 1 jaar
Voorzitter
De voorzitter is volgens de Wet gemeenschappelijke regeling een bestuursorgaan van het
openbaar lichaam, maar bij de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid en Jeugd
heeft de voorzitter geen zelfstandige bevoegdheden. De voorzitter heeft een neutrale
positie en wordt aangewezen door het college van Dordrecht. De voorzitter heeft geen
stemrecht.
Adviescommissies
Er is de mogelijkheid om adviescommissies in te stellen. Deze bepaling is gebruikelijk in
de meeste regelingen en is ‘neutraal’. Het geeft de mogelijkheid om dergelijke
commissies in te stellen. Bij het inwerkingtreden van de regeling staat vast dat er een
audit-commissie zal worden ingesteld. De verplichting daartoe is expliciet opgenomen in
de regeling. Andere adviescommissies zijn er vooralsnog niet.
Audit-commissie
Vanaf april 2013 is er de audit-commissie. De leden zijn de wethouders, dhr. A. Flach
(voorzitter), dhr. A. van Buuren en dhr. T. Boerman. In overleg met het algemeen
bestuur wordt een programma voor 2015 opgezet en vindt een evaluatie van de
werkwijze plaats.
Kernteam
Met ingang van 2013 is er een kernteam gevormd die het algemeen bestuur adviseert.
Het kernteam bestaat ambtenaren volksgezondheid, onderwijs/jeugd (3), financiën (3)
en een onafhankelijke voorzitter uit de drie sub regio’s binnen de regio Zuid Holland
Zuid.
1.3 Leeswijzer
De begroting voldoet aan het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en
gemeenten (BBV). De begroting fungeert als een van de sturingsinstrumenten in het
totale regionale beleid. Per programma wordt een toelichting gegeven op de producten,
activiteiten en budgetten. Daarnaast worden de paragrafen (weerstandsvermogen,
onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen) geactualiseerd. De paragrafen lokale heffingen en grondbeleid (conform BBV eveneens verplichte paragrafen) komen in de regiobegroting niet voor, omdat deze onderwerpen niet
van toepassing zijn op deze Dienst.
8
2.
Kerngegevens begroting 2015
2.1 Werkgebied
Het werkgebied van de Dienst wordt bestuurlijk aangeduid als Zuid-Holland Zuid. Dit is
zowel de regio voor de publieke gezondheid als de veiligheidsregio. Hiermee is regio
congruent in de zin van de Wet publieke gezondheid en de Wet op de veiligheidsregio’s.
Tevens is dit Regio 30, Zuid-Holland Zuid volgens de indeling van het ministerie van OCW
voor de RMC-regio’s (Voortijdig Schoolverlaten).
2.2 Aantal inwoners en leerlingen
Het totaal aantal inwoners voor de begroting bedroeg 483.311 inwoners. Dit aantal is
gebaseerd op de CBS gegevens op de peildatum 1 januari 2013. In onderstaande tabel
wordt het aantal inwoners per gemeente aangegeven. Op basis van deze gegevens
worden de gemeenten aangeslagen voor de inwonerbijdragen met betrekking tot de
wettelijke taken publieke gezondheid.
Drechtsteden
Inw.aantal
2014
Inw.aantal
2015
Alblasserwaard/
Vijfheerenlanden
Alblasserdam
Dordrecht
Hendrik Ido Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
19.594
118.589
28.572
32.019
24.341
44.584
19.643
118.466
28.641
32.082
24.389
44.610
Molenwaard
Giessenlanden
Gorinchem
Hardinxveld-Giessendam
Leerdam
Zederik
Totaal
267.699
267.831
Totaal
Totaal aantal inwoners 2014
483.073
Totaal aantal inwoners 2015
483.311
Inw.aantal
2014
Inw.aantal
2015
29.100
14.473
35.120
17.675
20.663
13.522
29.190
14.466
35.128
17.722
20.718
13.538
130.553
130.762
Hoeksche Waard
Inw.aantal
2014
Inw.aantal
2015
Binnenmaas
Cromstrijen
Korendijk
Oud-Beijerland
Strijen
29.013
12.782
10.811
23.384
8.831
28.964
12.762
10.774
23.441
8.777
Totaal
84.821
84.718
Cijfers CBS 01-01-2013
Het totaal aantal leerlingen in de leeftijd van 5 tot 18 jaar bedroeg 77.693. Dit aantal is
eveneens gebaseerd op de CBS gegevens op de peildatum 1 januari 2013. Op basis van
9
deze gegevens worden de gemeenten aangeslagen voor de leerlingenbijdragen met
betrekking tot de wettelijke taken voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten.
Leerling aantallen Regio Zuid Holland Zuid.
Regio's
Alblasserdam
Binnenmaas
Cromstrijen
Dordrecht
Giessenlanden
Gorinchem
Hardinxveld-Giessendam
Hendrik-Ido-Ambacht
Korendijk
Leerdam
Molenwaard
Oud-Beijerland
Papendrecht
Sliedrecht
Strijen
Zederik
Zwijndrecht
Eindtotaal
Totaal
3350
4262
1934
17698
2520
5524
3158
5024
1817
3469
5888
3985
5087
3853
1357
2391
6376
77693
2.3 Organogram
In onderstaande afbeelding wordt de organisatie uitgebeeld. De Dienst heeft drie
functionele clusters: het cluster dienstverlening, het cluster onderzoek en advies en het
cluster regie. Het cluster dienstverlening kent drie teams, te weten het team leerplicht en
voortijdig schoolverlaten, het team polikliniek publieke gezondheid en het team toezicht
en preventie. Het cluster regie kent twee teams, te weten het team zorgregie en het
team ketenregie.
De Serviceorganisatie Jeugdhulp en de RAV zijn onderdeel van de Gemeenschappelijke
regeling, maar zijn niet ingetekend in bovenstaand organogram.
10
2.4 Formatie
De toegestane formatie is in het organisatieplan van 2012 vastgesteld en bedraagt
110fte. Exclusief de Serviceorganisatie Jeugdhulp en de RAV.
Bij de start van de organisatie had de Dienst te maken met 17 bovenformatieven. In
september 2014 bedroeg het aantal bovenformatieven nog 6 medewerkers.
2.5 Onderdelen programmabegroting
De Dienst Gezondheid & Jeugd heeft evenals de gemeentelijke eigenaren te maken met
de financiële regelgeving uit de Gemeentewet en het Besluit Begroting en
Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De programmabegroting bestaat uit een
beleidsbegroting en een financiële begroting.
Beleidsbegroting
Het eerste onderdeel van de beleidsbegroting is het programmaplan. Hierin staan de
bestuurlijk relevante hoofdpunten van de Dienst centraal. In het programmaplan wordt
aangegeven wat we willen bereiken, wat we hiervoor gaan doen en wat het mag kosten.
Het programmaplan is opgebouwd uit drie programma’s die in hoofdstuk 5 nader worden
toegelicht.
Het Algemeen Bestuur autoriseert het Dagelijks Bestuur op het niveau van het
programma. Hiermee wordt bedoeld dat de deelnemende gemeenten de
gemeenschappelijke regeling gaan aansturen op programmaniveau. Het dagelijks
bestuur stuurt op productniveau. Naast het programmaplan maken de verplichte
financiële paragrafen onderdeel uit van de beleidsbegroting.
Financiële begroting
Het tweede deel van de programmabegroting, de financiële begroting bestaat uit een
overzicht van baten en lasten en de staat van activa.
Deze begroting gaat uit van de primaire begroting 2014 en de bijbehorende 3
programma’s en 9 producten.
Productbegroting –en boek
Bij het opstellen van de meerjarenbegroting 2015 wordt ingezet op een opnieuw
opgebouwde productbegroting 2015, op basis van een daartoe ingericht proces. Zie
hiervoor ook de inleiding.
De productbegroting is het hulpmiddel voor het Dagelijks Bestuur om toe te zien op de
uitvoering van de vastgestelde programma’s.
Voor 2015 zijn de volgende producten gedefinieerd:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Infectieziektepreventie en -bestrijding
Maatschappelijke Zorg
Technische hygiëne zorg en Toezicht Kinderopvang
Jeugdgezondheidszorg
Opgeschaalde publieke gezondheid
Gezondheidsbevordering / kennisfunctie
Medische milieukunde
Leerplicht
Voortijdig schoolverlaten
Op basis van het traject van het opstellen van de productbegroting en de
ombuigingsinventarisatie zal begin 2015 het bestuur een begroting 2015 worden
aangeboden.
Verantwoording
Het Dagelijks Bestuur legt verantwoording af over de uitvoering van de begroting aan het
Algemeen Bestuur. Deze verantwoording vindt plaats via de 1e en 2e Burap en de
jaarrekening. Dit is conform de financiële verordening van de Dienst.
11
12
3
BELEIDSBEGROTING
3.1
Bestuurlijk kader
3.1.1 Missie en visie van de organisatie
De Dienst Gezondheid & Jeugd is van en voor de 17 deelnemende gemeenten en
partners in de regio.
Missie
Wij bewaken, beschermen en bevorderen de gezondheid en creëren ontwikkelingskansen
voor de inwoners in Zuid-Holland Zuid.
Visie
De Dienst opereert vanuit haar wettelijke en opgedragen taken. Hiervoor verricht zij
verschillende vormen van diensten en onderzoeks-, beleids- en regietaken. Deze taken
staan niet los van de omgeving waarin de medewerkers van de Dienst opereren en de
ontwikkelingen in de samenleving. Continue dient de professionele vraag beantwoord te
worden of de uitwerking van de taken een bijdrage levert aan een vitale samenleving en
met name voor de kwetsbaren.
De Nederlandse samenleving ondergaat een
verandering is dat zoveel mogelijk mensen en
werken om in hun eigen levensonderhoud en
regie over hun leven voeren en bijdragen
omgeving.
grote verandering. Het doel van deze
gezinnen participeren in de samenleving,
dat van hun gezin te voorzien, de eigen
aan het welbevinden van hun sociale
Om deze transformatie in onze samenleving gestalte te geven, worden taken in het
sociale domein (op het gebied van werk en inkomen, jeugdzorg, AWBZ-begeleiding)
overgeheveld van het Rijk naar de gemeenten. De gedachte hierbij is dat gemeenten- als
eerste overheid, dichtbij de burger- ook als beste de publieke dienstverlening kan laten
aansluiten bij de lokale leefwereld van de burger. Gemeenten moeten zorgen voor
effectieve systemen, een rechtvaardige verdeling van de middelen en daarbij ruimte
creëren en stimulansen geven zodat burgers zelf bijdragen aan de door hen gewenste
leefomstandigheden. Gemeenten en inwoners moeten samen bouwen aan een nieuwe
samenleving waarbij de eigen wijk, buurt of leefomgeving centraal staat.
De gemeenten beschikken met de Dienst over een belangrijke sociale infrastructuur die
zij kunnen inzetten bij het geven van invulling aan haar nieuwe verantwoordelijkheden.
De nieuwe verantwoordelijkheden van gemeenten sluiten goed aan bij de taken en rollen
van de Dienst. De Dienst speelt immers al een belangrijke rol in het krachtiger maken
van de civil society en het versterken van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van
burgers. De wettelijke en afgesproken taken op het gebied van publieke gezondheid,
leerplicht, voortijdig schoolverlaten bevatten een schat aan informatie waarmee
gemeenten lokaal inzicht krijgen in risicogebieden, waardoor ze in staat worden gesteld
om vroegtijdig – preventief – in te grijpen. De Dienst heeft producten die er op gericht
zijn om burgers – naar vermogen – te versterken in hun eigen kracht, zodat ze kunnen
participeren in de maatschappij.
Kortom, de Dienst een logische partner in de regio. Zowel van gemeenten als van
ketenpartners, ten diensten van de inwoners van Zuid-Holland Zuid.
13
3.1.2. De strategische agenda, taken en speerpunten
De basis van de taken van de Dienst omvat:
• de uitvoering van de wettelijke en opgedragen taken;
• de kennisfunctie tbv monitoring, analyse en advies;
• de regiefunctie op de gezondheids-, de maatschappelijke zorg, de onderwijswerk- en de jeugdagenda van de gemeenten;
Deze samenhangende taken zijn in 2013 na verschillende bestuurlijke heisessies
opgenomen in een strategische agenda voor de Dienst en geformuleerd binnen de drie
programma’s van de Dienst. Inzet is om op programmatische wijze de ontwikkelingen in
het publieke domein te verbinden met de Dienstverlening. Belangwekkende
ontwikkelingen die betrekking hebben op de taken van de Dienst zijn:
• Het Nationaal Programma Preventie, vertaald naar een regionaal programma
preventie;
• De relatie tussen de Jeugdwet – Jeugdgezondheidszorg – Passend Onderwijs;
• De versterking op de aanpak van Voortijdig Schoolverlaten, oa door het Platform
Benutting Talent;
• De maatschappelijke agenda (decentralisatie WMO en Jeugd) inclusief de
vormgeving en herontwerp van de lokale en regionale infrastructuur rondom eigen
kracht en (complexe) multiproblematiek;
• De ontwikkeling van het AMHK (Veilig Thuis).
Eind 2013 zijn deze taken en de daaruit voortvloeiende speerpunten voor de jaren 2014
en 2015 benoemd.
Er zijn daarnaast ontwikkelingen waarin de Dienst- vanuit haar huidige taken - opnieuw
vaststelt welke toegevoegde waarde de Dienst naar gemeenten en partners heeft. Een
belangrijk voorbeeld hiervan is de Toekomstverkenning Gezondheid & Jeugd. En daarmee
samenhangend de vertaling van de regionale beleidskaders gezondheidsbescherming,
gezondheidsbevordering en voortijdig schoolverlaten, naar een regionaal en lokaal
gezondheidsbeleid en een bijhorende uitvoeringsprogramma waarop regie gevoerd
wordt.
3.2 Een programmatische aanpak en de verbinding met de Dienstverlening
Begin 2014 is besloten om de programmasturing en de doorontwikkeling van de
Dienstverlening meer te verbinden. Niet alleen in programmatische maar ook in
organisatorische zin. Vanaf 2015 wordt de programmasturing sterker verbonden met
strategisch-tactisch beleidsinzet, waarbij er met de clusters een verbinding is op het
tactisch-operationeel beleidsniveau.
Vanaf 1-1-2015 is er een breed meldpunt AMHK (Veilig Thuis) is voor de regio ZHZ,
waarbij er een periode van ongeveer twee jaar is waarin de werkprocessen en organisatie
van het AMHK vastgelegd worden, en waarbij de werkprocessen voor de Wet tijdelijk
huisverbod, preventie huisuitzetting, e.d. in samenhang worden ingericht. Deze
ontwikkeling wordt via een projectorganisatie verzorgd, waar een bestuursovereenkomst
tussen de Dienst en de gecertificeerde instelling (Bjz nieuwe stijl) aan ten grondslag ligt.
Tevens is er de opgave om de basisdienstverlening verder door te ontwikkelen en te
verdiepen. Hiertoe is in 2014 gestart met tijdschrijven en lean-management. Dit geeft
tevens de handvatten om te komen tot een effectief en efficiënt opererende Dienst, met
een reële tariefstelling dan wel inwonerbijdrage.
14
4
FINANCIELE UITGANGSPUNTEN
4.1 De financiële kaders
De 17 gemeenten stellen via het Algemeen Bestuur jaarlijks in het eerste kwartaal de
financiële kaders voor de begroting vast.
Basis voor het opstellen van de begroting 2015
De vastgestelde begroting 2014 vormt de basis van de berekeningen voor de begroting
2015 en de meerjarenramingen 2016 – 2018. De verdere begrotingsrichtlijnen 2015 zijn
vastgesteld in het Algemeen Bestuur van 5 december 2013. Naar aanleiding van de
ontstane financiële problematiek bij de jaarrekening 2013 en de burap 2014 zijn de
kaders door het bestuur gewijzigd. Er moet een realistische ‘voorlopige’ begroting
worden opgesteld. In deze nu voorliggende begroting is daar invulling aan gegeven.
4.2 Financiële toelichting begroting 2015
Bij de start van de organisatie in 2013 zijn de begrotingen van de drie afzonderlijke
organisaties (BLVS, Regiostaf, GGD) samengevoegd. Hierbij is geconstateerd dat op
basis van de nieuwe organisatieopzet, waarbij de overhead niet volledig verlaagd kan
worden op basis van de taakstelling als gevolg van het wegvallen de
jeugdgezondheidszorg, de kosten niet volledig kunnen worden doorbelast op basis van de
huidige tarieven. Dit heeft geleid tot een dekkingsprobleem van € 1.400.000 op dit
onderdeel.
Daarnaast was de regiostaf met alle taken die in 2012 uitgevoerd werden opgenomen in
de begroting. De taken zijn grotendeels vervallen of overgeheveld naar andere
organisaties. Omdat de regiostaf geen apart programma was in de begroting 2014 waren
de lasten en baten via de overheadverdeling doorbelast naar programma’s van de Dienst.
In de nu bijgestelde begroting 2015 is de begroting van de regiostaf geëlimineerd en
resteert enkel nog de inwonerbijdrage om enerzijds oude afspraken te kunnen voldoen
en anderzijds om de negatieve reserve JGZ af te dekken. Het resterende vrijvallende deel
van deze inwonerbijdrage kan worden ingezet voor de exploitatie van de dienst.
In de vastgestelde begroting 2014 waren nog niet de noodzakelijke wijzigingen
doorgevoerd. Bij de eerste bestuursrapportage 2014 wordt geen begrotingswijziging
opgesteld en voorgelegd aan het bestuur. Het bestuur heeft opdracht gegeven om een
zero based begroting op te stellen waarbij de volledige problematiek in beeld moet zijn.
De definitieve begroting 2015 wordt in maart 2015 voorgelegd aan het bestuur en de 17
gemeenten. Dit voorzien van een dekkingsplan van het tekort.
In de nu voorliggende ‘voorlopige’ begroting zij een aantal componenten opgenomen dan
wel verwijderd die in de primaire versie nog waren opgenomen.
Regiostaf.
Zoals hierboven al aangegeven is in de nu bijgestelde begroting 2015 de begroting van
de regiostaf geëlimineerd en resteert enkel nog de inwonerbijdrage om enerzijds oude
afspraken te kunnen voldoen en anderzijds om de negatieve reserve JGZ af te dekken.
Het resterende vrijvallende deel van deze inwonerbijdrage kan worden ingezet voor de
exploitatie van de dienst.
15
Mutaties 2015
Toegevoegde wijzigingen
Het algemeen bestuur heeft een aantal begrotingswijzigingen vastgesteld die doorwerken
in 2015. Het gaat om de volgende wijzigingen:
•
•
•
Kosten digitaal dossier jeugdgezondheidszorg (oktober 2013). De kosten voor 2015
zijn geraamd op € 500.000. Gemeenten ontvangen in de algemene uitkering een
vergoeding voor de kosten van het digitale dossier. Voor onze dienst is de mutatie
budgettair neutraal. De ontvangen bijdrage wordt via de subsidierelatie doorbetaald
aan het consortium
Kosten contactmoment adolescenten (oktober 2013). De gemeenten hebben extra
middelen ontvangen van het rijk voor deze taak. In het schooljaar 2013-2014 worden
pilots uitgevoerd. Op basis van de pilots wordt de definitieve invulling van het
contactmoment bepaald. In de begroting 2015 een voorlopige raming van € 400.000
opgenomen. Ook deze mutatie is budgettair neutraal. De ontvangen vergoeding wordt
via de subsidierelatie doorbetaald aan het consortium. In de pilotfase wordt een
gedeelte van middelen ingezet voor preventieactiviteiten. Deze activiteiten zijn via het
budget van de Dienst uitgevoerd.
Kosten prenatale voorlichting (november 2012). Ook hiervoor hebben gemeenten
extra middelen ontvangen van het rijk. Gemeenten hebben voor de jaren 2013-2015
€ 193.000 per jaar beschikbaar gesteld voor het project.
Daarnaast heeft de dienst op basis van een opdracht van het bestuur gewerkt aan het
opstellen van een realistische begroting. Naast de wijzigingen zoals hierboven
beschreven heeft dit geleid tot toevoeging van onderstaande kosten;
16
Aanpassingen begroting 2015
S = Structureel
I = Incidenteel
2015
totaal opschalen
Conform burap 2014 onontkoombaar
Dekking overhead (zoals ontstaan in 2013 door tariefsverschil)
€ 1.400.000
S Burap
(door te laag tarief zijn de subsidieaanvragen ook te laag voor 2015)
SCD (betreft ICT investeringen en kosten drukwerk en telefonie)
€ 350.000
S Burap.
Lagere inkomsten JPT
€ 300.000
S Burap
Externe advieskosten/inhuur
€0
I Burap
2014 incidenteel
Projectkosten Infectieziektenbestrijding obv inspectierapport
€0
I Burap
2014 incidenteel
€ 166.000
Indexaties overig. Afwijkingen binnen programma's
€0
I Burap
2014 incidenteel
€ 118.000
Totaal tekort burap 2014
€ 250.000
€ 2.050.000
Onvermijdbaar
Looncompensatie
2014 en 2015
SPP obv CAO 500 p.j. per medewerker 150 x 500,- (in 2013 gedekt uit regiostaf)
€ 294.610 S
€ 75.000
I
CAO. Burap. Risicoparagraaf Actualisatie 2015
CAO. Nieuw beleid 2013
Incidenteel
(voor 2013 t/m 2015)
Wachtgeldverplichtingen
€ 150.000 S
Burap. (voor komende 4 meerjarenperspectief)
(per 1 januari vervallen de bovenformatieven. Wel moet er bovenwettelijke
WW worden voldaan. Dit naast UWV verplichtingen. PenO kan geen schating
maken van de kosten. Nu prognose op maximaal € 150.000)
Opleidingsbudget (onvermijdbare kosten)
€ 50.000
Onvermijdbare opleidingskosten voor artsen en verplichtingen overige
Achterstallig onderhoud Karel Lotsyweg
€ 28.000 S
Onvermijdbare kosten.
kapitaallasten
Risicoparagraaf burap
€ 10.000 S
Burap Risicoparagraaf
wettelijke eisen
€ 200.000 Afschrijving 10 jaar rente 4%
Onderhoudsbudget Karel Lotsyweg
IZB uitbreiding
Psycho Sociale Hulpverlening bij rampen 0,8 fte
Piketvergoedingen en overige toelagen
Contributies
Kosten inhuur MMK Rotterdam
€ 166.000 S
€ 60.000 S
€ 116.000 S
€ 33.000 S
€ 200.000 S
Onvermijdbaar o.b.v rapport inspectie infectieziektenbestrijding
Burap Risicoparagraaf
Nieuw wettelijk beleid 2013
Onvermijdbaar ivm verhogeing bijdrage GGD Nederland
Onvermijdbaar o.b.v. afsptraken met GGD Rotterdam Rijnmond
(dit is een netto bedrag. In de salariscomponent is de verlaging formatie verwerkt)
Voordeel vervallen huisvesting LVS
Kosten software (vervanging applicaties)
-€ 71.000 S
€ 40.000 S
Vervallen projectinkomsten LVS (route 27 enz)
€ 100.000 S
Kosten crisisorganisatie/materiele kosten crisis
DVO's SCD (WBU, Cognos en extra P-advies) (vloeit voort uit verbeterplan)
€ 120.000 S
€ 29.000 S
Totaal onvermijdbaar
€ 1.400.610
Totaal tekort opschalen begroting 2015 t.o.v de primaire begroting juni
€ 3.450.610
Inzet voordeel inwonerbijdrage regiostaf
Onvermijdbaar. Applicaties zijn aangeschaft
Nieuw wettelijk beleid 2013
Nieuw beleid o.b.v. verbeterplan. Tijdschrijfsysteem en rapportage tool
-€ 525.000
(zie blz. 42 voor verloop inwonerbijdrage regiostaf)
Netto resultaat opschalen begroting
€ 2.925.610
De onvermijdbare kosten sluiten aan op de risicoanalyse uit de burap 2014
Conform de bestuursopdracht is de begroting 2015 geactualiseerd.
Naast het eerder gepresenteerde structurele tekort over 2013 en 2014 van
€ 2.000.000 maken autonome ontwikkelingen zoals de effecten als gevolg van CAO
afspraken en wettelijke verplichtingen het noodzakelijk om een verdere bijstelling te
doen voor een bedrag van € 900.000 nadeel. Deze actualisatie leidt tot een tekort van
€ 2.900.000 (afgerond). Een stringent pakket maatregelen / ombuigingsoperatie binnen
de Dienst is dan ook onvermijdbaar.
De overeengekomen taakstelling 2016, ad € 1.100.000 als gevolg van de in het
vooruitzicht gestelde verlaging van de inwonersbijdrage wordt eveneens in deze
ombuigingsoperatie betrokken. Daarnaast licht de Dienst de staffunctie en de
bedrijfsvoering door, het onderscheid in wettelijke en niet-wettelijke taken wordt in beeld
gebracht inclusief het niveau van dienstverlening en wordt de kostendekkendheid van
tarieven herijkt.
Op basis van voorgaande wordt in maart 2015 de aanbevelingen en voorstellen uit de
ombuigingsoperatie aan u voorgelegd. Deze ombuigingsvoorstellen leiden tot een
sluitend financieel meerjarenperspectief inclusief invulling van de taakstelling uit 2013 als
gevolg van het uittreden van JGZ. In deze voorstellen zal een herijking van de
kostendekkendheid van de tarieven en zullen maatregelen om de subsidiebaten op orde
te brengen worden opgenomen.
17
4.3 Begrotingsuitgangspunten 2015
Toepassing loon- en prijscompensatie
De septembercirculaire geeft een prognose voor de prijsontwikkeling van het Bruto
Binnenlands Product van 2% voor 2015. Op basis van de begrotingsrichtlijnen was uw
besluit om de nullijn toe te passen op de loon- en prijscompensatie en is de
inwonerbijdrage eveneens niet aangepast. In de begrotingsactualisatie is zover mogelijk
een realistische budgettering toegepast.
Rente over kapitaalverstrekking in 2015
Conform voorgaande jaren is besloten om de rentevoet op 4% vast te stellen.
De rentevergoeding over kapitaalverstrekkingen, reserves en de rentevergoeding op
liquiditeiten vormen samen het renteresultaat op concernniveau. Het renteresultaat
wordt vanaf heden meegenomen in het jaarresultaat en een bestemming die bepaald
wordt bij vaststelling van de jaarrekening. Dit is in overeenstemming met hetgeen bij de
overige gemeenschappelijke regelingen op Zuid-Holland Zuid niveau plaatsvindt.
4.4 Financiering en treasury
De paragraaf financiering is een verplicht voorgeschreven onderdeel van de
programmabegroting. Artikel 13 van de BBV luidt als volgt; “de paragraaf betreffende de
financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer
van de financieringsportefeuille”. De invoering van de financieringsparagraaf hangt
samen met de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) die in 2001 in werking
is getreden.
De financieringsparagraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken en
daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het
huidige treasurystatuut stamt uit 2005 en is in het tweede kwartaal 2014 in samenspraak
met de treasury afdeling van het SCD herijkt en aan het algemeen bestuur voorgelegd.
Het huidige statuut gaat uit van een zoveel mogelijke interne financiering en
risicomijdende gedragslijn. Door de ontvlechting van de Veiligheidsregio en de daaruit
voortvloeiende betalingsverplichtingen en uit onze gemeenschappelijke regeling maken
het moeilijk om op basis van de betalingsverplichtingen enkel uit te gaan van een interne
financiering. In 2014 is mede om die redenen al gebruik gemaakt van externe
financiering via de Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG). In 2014 is het
treasurystatuut opnieuw opgesteld en voorgelegd aan het bestuur.
In het kader van het liquiditeitsbeheer heeft de Dienst een rekening-courant
overeenkomst met de BNG waarin een maximale kredietfaciliteit is overeengekomen van
€ 3 miljoen tegen een laag rentetarief. Boven de limiet moet een rentevergoeding van
5,5% worden betaald.
Taken
In het treasurystatuut is de organisatie van de treasuryfunctie aangegeven. Binnen de
treasury-organisatie worden de volgende taken onderscheiden:
•
•
•
•
•
•
risicobeheersing;
kas- en saldobeheer;
financiering van de regio;
beheer marktrelaties;
planning & control;
advies.
De treasurytaak risicobeheersing stuurt op de financiële risico’s die de Dienst loopt. De
treasurytaak kas- en saldobeheer stuurt de bankrekeningenstructuur, het gebruik van
verschillende betaalinstrumenten, de totale kosten van het betalingsverkeer en zorgt
voor het afromen van saldi op de rekening-courant. De taak financiering van de Dienst
18
zorgt voor de invulling van de lange termijn liquiditeitsbehoefte. De treasurytaak beheer
marktrelaties heeft betrekking op het onderhouden van relaties met banken en financiële
instellingen. De treasurytaken worden binnen de Dienst uitgevoerd door de algemeen
directeur. Deze rapporteert aan het dagelijks bestuur. In de uitvoering van de
treasuryfunctie wordt hij geadviseerd door de treasurycommissie.
Kasgeldlimiet
Het renterisico op de korte financiering wordt wettelijk begrensd door de kasgeldlimiet.
Hiertoe behoren alle kortlopende financieringen met een rentetypische looptijd korter dan
1 jaar. De kasgeldlimiet wordt in de Wet fido bepaald op basis van een percentage van
de omzet in de begroting. Voor 2015 bedraagt deze limiet 8,2 % van € 146 mln.
(omvang begroting) = € 12 mln. Wettelijk gezien is dit de ruimte die de Dienst heeft voor
de (voor)financiering van de bedrijfsactiviteiten op de korte termijn. De liquide middelen
betreffen rekening-courant tegoeden en deposito’s en komen voort uit de financiering
van het lopende bedrijf en de bestemmingsreserves.
Renterisico norm
Het renterisico op de lange financiering wordt wettelijk begrensd door de renterisico
norm. Als lange financiering wordt volgens de Wet fido aangemerkt, alle
financieringsvormen met een rentetypische looptijd langer dan één jaar. Het renterisico
wordt gedefinieerd als het minimum van de netto nieuw aangetrokken schuld en de
betaalde aflossingen, vermeerderd met het saldo van de contractuele renteherzieningen
op de opgenomen en uitgezette geldleningen. Het renterisico op de lange financiering
wordt beperkt tot de in de wet genoemde 20% van de restant hoofdsom van de
rentetypisch langlopende leningen. Achterliggende reden voor het gebruik van de
renterisico norm is spreiding van het renterisico over de jaren.
In 2010 is een lening bij de GR Veiligheidsregio afgesloten van € 9,5 mln. tegen een
vaste rentevoet van 2%. In 2014 is op deze lening de laatste termijn afgelost. Daarnaast
heeft de Veiligheidsregio ZHZ in 2012 de voormalige regio ZHZ een lening verstrekt van
€ 840.000,--. In 2015 wordt de laatste termijn van € 280.000,-- afgelost.
Financiering op korte en langere termijn
Conform het vigerende beleid wordt samen met de exploitatie van het lopende bedrijf,
een deel gefinancierd middels een lening van de GR Veiligheidsregio. De BWS-reserves
zijn, eveneens overeenkomstig bestaand beleid, buiten beschouwing gelaten.
Schatkistbankieren
Op 15 december 2013 is de gewijzigde wet Financiering decentrale overheden in werking
getreden. Hierdoor zijn decentrale overheden en gemeenschappelijke regelingen
voortaan verplicht tot schatkistbeleggen. De deelnemende instellingen houden hun
publieke middelen aan op de eigen rekening-courant bij het ministerie van Financiën en
ontvangen hiervoor van het ministerie van Financiën een scherpe rentevergoeding. De
Staat handelt zelfstandig op de geld- en kapitaalmarkt. Zij handelt over het algemeen
tegen betere condities dan die voor een instelling normaal gesproken gelden. Deze
betere voorwaarden kunnen zelfs van toepassing zijn op het afsluiten van deposito's en
aangaan van leningen. Een tweede voordeel voor de instellingen is dat zij ook een
risicoloos kasbeheer voeren.
Deelnemende instellingen regelen het betalingsverkeer via de eigen bank(en). Aan het
einde van een werkdag wordt een eventueel negatief saldo op hun bankrekening(en)
aangezuiverd vanaf de rekening-courant die de instelling heeft bij het ministerie van
Financiën. Andersom wordt een positief saldo op deze bankrekening aan het einde van de
dag juist afgeroomd ten gunste van de rekening-courant van de instelling bij het
ministerie van Financiën.
19
5
PROGRAMMA’S
Deel A DG&J
De programma’s dragen bij aan de drie doelstellingen van de Dienst Gezondheid en
Jeugd, te weten:
1. Het realiseren van gezondheidswinst en het verminderen van sociaal-economische
gezondheidsverschillen tussen hoger en lager opgeleiden;
2. Het bevorderen van ontwikkelingskansen voor inwoners en jeugd in het bijzonder;
3. Op een vertrouwenwekkende manier optreden tijdens rampen en crisis waarin de
publieke gezondheid wordt bedreigd.
In dit hoofdstuk wordt weergegeven vanuit welk kader de Dienst werkt, ‘wat we willen
bereiken’, ‘wat we er voor gaan doen’ en ‘wat het mag kosten’. Wij onderscheiden tien
producten met bijbehorende doelen, die elk een groot aantal activiteiten kent. Wij
hebben daarbij inzichtelijk gemaakt wat de lasten zijn van de (hoofd)producten en waar
de baten vandaan komen (inwonerbijdragen, subsidies e.d.). Deze producten zijn
toegedeeld naar een van de drie programma’s (Publieke Gezondheid & Maatschappelijke
Zorg; Onderwijs & Werk; Jeugd & Passend Onderwijs).
5.1 Publieke Gezondheid en Maatschappelijke zorg
A.
Algemene doelstelling
Dit programma draagt bij aan alle drie de doelstellingen van de Dienst. Deze doelstelling
worden in onderstaande overzicht verder uitgewerkt in een aantal subdoelstellingen die
relaties hebben met de wettelijke en opgedragen taken van de Dienst.
Subdoelstellingen
A. Het voorkomen van introductie en (verdere) verspreiding van infectieziekten en waar nodig bestrijden
van infectieziekten waaronder SOA’s en TBC.
B. Het voorkomen van de introductie van import infectieziekten in het werkgebied en het beschermen van
individuele reizigers tegen infectieziekten en andere gezondheidsrisico’s.
C. Voorkomen van veiligheid- en hygiëneproblemen
ziekmakende micro-organismen over te dragen
(infectieziekten)
waarbij
het
mogelijk
is
D. Het verbeteren van leefstijl en gezondheidsgedrag door:
•
Het verbeteren van de ervaren gezondheid, de psychische ongezondheid en het
verminderen van de psychosociale problematiek bij jongeren;
•
Het stabiliseren dan wel verminderen van overgewicht en obesitas;
•
Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren (<16 jaar) en overmatig en excessief
alcoholgebruik door uitgaanders (16 t/m 23 jaar);
E. Het in vroeg stadium signaleren en (laten) aanpakken van meervoudige en complexe problematiek bij
individuen en gezinnen en het verminderen dan wel stoppen van huiselijk geweld;
F. Het beschermen van de gezondheid van inwoners bij rampen en crisis en tegen de invloed van diverse
milieudeterminanten
G. Op basis van epidemiologische analyses gemeenten inzicht geven in diverse aspecten van de gezondheidstoestand en gezondheidsbevorderende en –bedreigende factoren van de inwoners in ons werk
gebied.
B. Ontwikkelingen, Raakvlakken en Samenhang
Publieke gezondheid en het Regionaal Programma Preventie (RPP).
Publieke gezondheid is een overheidstaak omdat het gaat om zaken waar burgers niet
snel om zullen vragen, maar die wel nodig zijn voor een gezonde samenleving. Het gaat
20
hierbij vaak om onderwerpen waar gemeenten via hun beleid invloed op uit oefenen,
zoals gezondheidsbeleid, woonomgeving en milieu. Wij ondersteunen en adviseren
gemeenten bij de publieke gezondheid. Daarbij hebben wij bijzondere aandacht voor
kwetsbare groepen. Om de kosten van de gezondheidszorg te beperken is preventie
meer en meer van belang. De dienst is daarom actief in het (laten) geven van
voorlichting en adviezen. Waar nodig bieden we zorg. Dit doen we meer en meer in
grotere samenwerkingsverbanden, waaronder het regionaal centrum seksuele
gezondheid ZH, het regionaal expertisecentrum TBC ZH, het provinciaal kennisnetwerk
medische milieukunde en het landelijke samenwerkingsverband reizigerszorg. Zo borgen
we kwaliteit en besparen we kosten.
Op 28 augustus van 2014 heeft het ministerie van VWS een brief aan de Tweede Kamer
gestuurd waarin wordt ingegaan op de borging van Publieke Gezondheid en de
positionering van de GGD-en. In de brief wordt ingegaan op het belang van en de
gevolgen voor de publieke gezondheid als gevolg van de drie decentralisaties. Vws maakt
een onderscheid in medische en maatschappelijke taken voor de GGD-en. Op de
medische taken (infectieziektebestrijding, technische hygiëne zorg, medische
milieukunde) wil VWS meer inzicht in de wijze waarop gemeenten hier invulling aan
geven en wil met het veld tot heldere professionele normen komen. Voor de
maatschappelijke taken (zoals gezondheidsbevordering en diverse activiteiten op het
terrein van maatschappelijke zorg) stelt VWS juist meer beleidsvrijheid voor gemeenten
voor. Zij ziet echter wel juist op dit vlak een belangrijke taak voor GGD-en. Daarom start
VWS een stimuleringsprogramma voor gemeenten en GGD-en in het sociaal domein.
VWS ziet voor GGD-en vier pijlers die goed geborgd moeten worden:
1.
2.
3.
4.
Signaleren, onderzoek en advies
Uitvoeren taken gezondheidsbescherming
Publieke gezondheid bij crisis, incidenten en rampen
Toezicht
In een aparte notitie wordt ingegaan op de gevolgen van de brief van VWS voor de dienst
en de deelnemende gemeenten.
De Dienst zet in op een vertaling van het Nationaal Programma Preventie naar een
Regionaal Programma Preventie (RPP). Een programma, opgebouwd vanuit de taken van
de Dienst dat bijdraagt aan publieke gezondheid en preventie in deze regio. Doel is een
gezonde en vitale bevolking, o.a. door het beschermen van de bevolking tegen
verspreiding van (infectie)ziekten en het bevorderen van gezond gedrag. Het RPP kan als
input gezien worden voor de nieuwe nota (lokaal) gezondheidsbeleid van de gemeenten
die vanaf 2016 voor vier jaar in gaat. In het RPP wordt geadviseerd aan welke thema’s
de komende jaren het nodig is aandacht te schenken. Dit wordt gedaan op basis van de
Toekomstverkenning (november 2014) en daarnaast wordt aangegeven hoe dit het beste
gedaan kan worden, m.a.w. op welke wijze de uitvoeringsprogramma’s vanaf 2016 lokaal
en/of (sub)regionaal ingezet kunnen worden.
Infectieziektebestrijding
De Inspectie voor de Gezondheidszorg IGZ heeft de Dienst bezocht om het functioneren
van de algemene infectieziektebestrijding en de TBC-bestrijding te beoordelen. Uit het
definitieve rapportage van 11 Augustus 2014 blijkt dat op met name het terrein van de
algemene infectieziektebestrijding de Dienst op dit moment niet voldoet aan door de
inspectie gehanteerde normen. Voor een effectieve gezondheidsbescherming conform
landelijke standaarden zal de Dienst moeten investeren in capaciteit en deskundigheid.
Door een extra impuls wordt ingezet om uiterlijk 1 februari 2015 hiervoor de basis te
hebben gelegd. In het plan van aanpak wordt ook een verbinding gemaakt met het in
voorbereiding zijnde beleidskader gezondheidsbescherming, met een uitgewerkt
basistakenpakket gezondheidsbescherming. Dit laatste is eind vorig jaar in onze opdracht
– nadat de eerste signalen dat niet alle taken worden uitgevoerd – opgepakt en wordt
inzichtelijk gemaakt wat structureel nodig is. In deze begroting is hiervoor extra
capaciteit opgenomen. Met uitvoering van het beleidskader gezondheidsbescherming
wordt ook op de resterende vlakken voldaan aan landelijke standaarden.
21
Medische Milieukunde (MMK)
Er wordt samen met andere GGD-en gewerkt aan een visie van de Dienst op MMK in de
regio ZHZ en voor Zuid-Holland met betrekking tot de huidige dienstverlening. Centraal
uitgangspunt is dat de kwetsbaarheid van de THZ/MMK functie in Zuid-Holland beperkt
moet worden. Voor de Dienst is er directe urgentie omdat vanaf 1 oktober 2014 (een arts
gaat met pensioen en de ander gaat over naar GGD RR) geen artseninzet vanuit de
Dienst op dit gebied geleverd kan worden. Dit moet leiden tot een herziening van de
overeenkomst met GGD Rotterdam-Rijnmond voor de inzet van artsen/adviseurs voor de
regio ZHZ. GGD RR stelt als voorwaarde dat de omvang van de dienstverlening op orde
is, wat extra middelen vereist zoals in hoofdstuk 4 opgenomen.
Kennisfunctie
De Dienst heeft een rol als regionaal kenniscentrum op het knooppunt van de domeinen
jeugd,
onderwijs,
maatschappelijke
zorg
en
publieke
gezondheid.
Door
onderzoeksgegevens over deze domeinen te verzamelen en te verrijken, ontstaat een
breed en diep inzicht in wat nodig is om een wezenlijke bijdrage te leveren aan een
sterke lokale participatiesamenleving.
De kennisfunctie is meer.
De Dienst legt niet alleen verbindingen tussen de domeinen, maar koppelt ook
organisaties aan elkaar. Zij verbindt haar jarenlange ervaring en gedegen kennis aan die
van haar opdrachtgevers, klanten en partners. Dit stelt alle organisaties in staat om snel
en effectief te kunnen handelen. Juist door met anderen te zoeken naar nieuwe
verbindingen, het vergroten van het netwerk en gezamenlijk ontwikkelen en delen van
(nieuwe) kennis wordt het verschil gemaakt. Door nauwe samenwerking, met
bijvoorbeeld het Onderzoek Centrum Drechtsteden (OCD) en de academische werkplaats
CEPHIR (samenwerkingsverband van o.a. de Erasmus Universiteit, GGD Rotterdam
Rijnmond en de Dienst), zijn wij in staat een duurzame bijdrage te leveren aan een
sterke samenleving.
De Toekomstverkenning
De Toekomstverkenning Gezondheid & Jeugd (voorheen genaamd RVTV) blijft de basis
voor beleid van de gemeenten bij het lokaal gezondheidsbeleid, maar gaat meer
informatie bieden en geeft een breder beeld voor advies met name voor de terreinen
onderwijs/ jeugd en maatschappelijke zorg. De Toekomstverkenning bestaat uit een
regionaal en lokaal deel en is onderverdeeld in zes thema’s: Bevolking & Leefomgeving,
Leefstijl, Ziekte & Zorg, Welbevinden, Participatie en Veiligheid. De Toekomstverkenning
is er voor en door zorgaanbieders, gemeenten, zorgverzekeraar en andere partners. Op
basis van de Toekomstverkenningen bieden we gemeenten en partners input voor beleid
en strategie voor bijvoorbeeld het lokaal gezondheidsbeleid dat begin 2015 vastgesteld
dient te worden. Op deze wijze wordt bijgedragen aan het beleid van de gemeenten om
de burgers de kennis en vaardigheden te geven om regie over hun leven zelf in hand te
houden.
Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (Veilig Thuis)
Op 1 januari 2015 moeten alle gemeenten een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling (AMHK) ingericht hebben, de officiële naam per januari wordt Veilig
Thuis. De stip op de horizon is een breed laagdrempelig meldpunt voor de regio ZHZ. De
taken van het toekomstige AMHK (Veilig Thuis) worden op dit moment nog uitgevoerd
door ons Steunpunt Huiselijk Geweld (onderdeel van de Dienst Gezondheid & Jeugd) en
de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (onderdeel van Bureau Jeugdzorg). Het is
van belang dat er meer samenhang komt in de aanpak van kindermishandeling en
huiselijk geweld. De Dienst zal met Bureau Jeugdzorg vanaf 1 januari 2015 een
projectorganisatievormen, waarbinnen de inrichting van het AMHK (inclusief Meldpunt
Zorg & Overlast/ Zorgregie) wordt vorm gegeven onder bestuurlijke verantwoordelijkheid
van het bestuur van de Dienst. Besluitvorming hierover vindt binnen het bestuur eind
2014 plaats.
22
Psychosociale Hulpverlening (PSH) /Kleinschalige Incidenten Zedenzaken(KIZ)
Psychosociale hulpverlening is een van de vier taken die GGD-en verrichten bij rampen ,
incidenten of crisis. Dit is een nieuwe taak voor de GGD-en. In 2014 is gewerkt aan een
inrichtingsplan voor PSH. De financiële gevolgen van dit besluit worden in deze begroting
verwerkt.
Nieuwe Wet verplichte GGZ/ Meldpunt OGGZ
Naar verwachting wordt in 2014 nieuwe wetgeving voorbereid op de zogenaamde wet
verplichte GGZ t.b.v. zorgwekkende zorgmijders. Vanuit het perspectief van de publieke
gezondheid is het mogelijk dat de Dienst hierin een rol krijgt. Dit is dan ook in het
verlengde van bijvoorbeeld de huidige inzet van de Dienst voor het Team Toeleiding &
Bemoeizorg en de ontwikkeling van het brede meldpunt AMHK (inclusief Meldpunt Zorg &
Overlast / OGGZ).
Samenwerking woningcorporaties
Voor 2014 is er tussen de woningcorporaties uit de Drechtsteden en de Dienst weer een
dienstovereenkomst getekend voor samenwerking met betrekking tot de uitvoering van
de voorrangsregeling van woningzoekenden. In de overeenkomst is bijzondere aandacht
uitgegaan naar de huishoudens waarvoor speciale arrangementen nodig zijn met
aanvullende zorg- en begeleidingscontracten, extra begeleiding en hulpverlening. Deze
huishoudens hebben grotere kans op overlast en schuldontwikkeling als zij geen
aanvullende zorg- en hulverlening krijgen. De Dienst heeft hierin de taak om te zorgen
dat de contracten er komen en de juiste hulp op gang komt en er afspraken over worden
gemaakt. De corporaties hebben in 2014 hiervoor financiële middelen beschikbaar
gesteld en verwachten van de gemeente een kleinere bijdrage in 2014. Echter voor 2015
willen de corporaties meer balans in de mate waarin de corporaties en de gemeenten de
uitvoering hiervan financiert. Zij verwachten door de extramuralisering van de
psychiatrie en verslavingszorg dat meer huishoudens zorg- en begeleidingscontracten
nodig hebben.
De gemeenten in de Hoeksche Waard zijn momenteel in gesprek met de
woningcorporaties in deze regio. De bedoeling is om in deze regio een zelfde werkwijze
te realiseren zoals dit nu in de Drechtsteden gebeurt.
Rol binnen het Veiligheidshuis
In 2014 is de beleidsregie met betrekking tot het Veiligheidshuis overgedragen van het
Openbaar Ministerie naar de gemeenten. De Dienst heeft haar procesregie-rol ingebracht
in de netwerkorganisatie Veiligheidhuis.
C. Wat willen we gaan bereiken en wat gaan we daarvoor doen
Wat willen we bereiken
Algemene doelstellingen
Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Normering
Erkenning en herkenning van de
dienst in zijn regisseursrol voor
de
publieke
gezondheid
Aantal vragen van professionals en
meldingen van niet-meldingsplichtige
ziekten
5% toename ten opzichte van
2014
Zicht op de veiligheid (fysiek,
hygiënisch
en
pedagogisch)
kinderopvang
tbv
handhaving
door
de
gemeenten
Kindcentra
hebben
een
inspectierapport niet ouder dan 1 jaar.
95%
Geoefende medewerkers weten
wat
ze
moeten
doen
bij
opschaling
van
de
crisisorganisatie
Leden van het crisisteam zijn geoefend
volgens het hiervoor opgestelde OTOplan
Alle leden van het crisisteam
volgen
de
geplande
OTOactiviteiten.
Gemeentelijke tevredenheid
Mate
van
tevredenheid
bij
gemeentebestuurders en ambtenaren,
te
meten
in
een
KTO
7,0
Klanttevredenheid
professionals
uit het netwerk van de dienst
Mate
van
tevredenheid
bij
ketenpartners, te meten in een KTO.
7,0
23
(NB:
herhaalde
meting
klanttevredenheid burgers vindt plaats
in 2016)
Erkenning en herkenning van de
dienst in zijn regisseursrol voor
de gezondheidsbevordering in de
publieke gezondheid
Erkenning en herkenning van de
dienst in zijn regisseursrol in de
maatschappelijke zorg
Mate
van
tevredenheid
bij
ketenpartners en klanten, te meten in
een KTO. (NB: herhaalde meting
klanttevredenheid burgers vindt plaats
in 2016)
Mate van tevredenheid bij
ketenpartners en klanten, te meten in
een KTO. (NB: herhaalde meting
klanttevredenheid burgers vindt plaats
in 2016)
7,0
7,0
Wat gaan we er voor doen
Product
Beoogd resultaat
Toelichting
Infectieziektepreventie en –
bestrijding
Uitvoeren van het beleidskader en
programma
gezondheidsbescherming
jaarschijf 2015. In dit kader afhandelen
van 1200 vragen en meldingen
Vanaf februari 2015 heeft de
Dienst naar het oordeel van de
Inspectie Volksgezondheid een
voldoende basis om de IZB-taken
uit te voeren. Tegelijkertijd wordt
uitvoering
gegeven
aan
het
beleidskader
gezondheidsbescherming,
zoals
bestuurlijk vastgesteld, zodat de
Dienst alle taken op grond van de
Wet Publieke Gezondheid binnen
een daartoe opgesteld plan van
aanpak uitvoert.
Dit voert de Dienst Gezondheid &
Jeugd uit als onderdeel van het
regionaal expertise centrum (REC)
Zuid Holland. In dit REC werken
de 4 GGD-en van Zuid Holland
samen aan TBC preventie en
bestrijding.
Dit doen we als onderdeel van het
Regionaal
Centrum
Seksuele
Gezondheid
RCSG,
een
samenwerkingsverband waarbij de
GGD
Rotterdam
Rijnmond
optreedt als contact-GGD voor het
RIVM.
Werkgevers in de regio waarvan
het personeel een verhoogd risico
loopt op besmetting met Hep-B
kunnen bij de Dienst vaccinatie
voor hun medewerkers inkopen.
Het voorkomen van ziekten bij
reizigers beperkt ook de import en
verspreiding van infectieziekten
zoals hepatitis-A, hepatitis-B en
tuberculose. Hiertoe adviseren we
reizigers vaccineren en schrijven
medicatie voor.
Met iedere gemeente zijn OGGZ
afspraken gemaakt m.b.t. lokale
zorgnetwerken,
extreme
woningvervuilingen en bemoeizorg
trajecten. Daarnaast zijn met de
regiogemeenten
afspraken
gemaakt
m.b.t.
de
huiselijk
geweld activiteiten.
Uitvoering
conform
het
beleidskader
en
het
uitvoeringsprogramma
gezondheidsbescherming.
Uitvoering
ten
behoeve
van
verlenen en/of verlengen van
vergunningen
Uitvoering geven aan TBC screening,
bronen
contactopsporing
en
patiëntenzorg
conform
landelijke
richtlijnen
Voorkomen en bestrijden van SOA’s.
Uitvoeren SOA preventieactiviteiten en
curatieve SOA zorg conform RIVM beleid.
Beschermen van beroepsgroepen met een
verhoogd risico tegen besmetting met
Hepatitis B
Het voorkomen van ziekten en het
voorkomen van verergering van ziekten
bij reizigers.
Maatschappelijke Zorg
Technische
Zorg
en
kinderopvang
Hygiënische
Toezicht
Alle afspraken m.b.t. OGGZ en huiselijk
geweld
activiteiten
met
de
centrumgemeenten en regiogemeenten
zijn gerealiseerd en verantwoord.
De afspraken die gemaakt zijn met de
woningcorporaties in de Drechtsteden in
een Dienstverleningsovereenkomst, zijn
nagekomen en geëvalueerd.
Instellingen met een verhoogd risico op
verspreiding van infectieziekten zijn in
kaart gebracht, met hen is contact en zij
hebben toegang tot hygiëneadvies.
Vergunningplichtige
organisaties,
waaronder tattooshops en seks- en
relaxgelegenheden, zijn geïnspecteerd.
24
Opgeschaalde
gezondheid
Goede kinderopvang. Hiertoe aanbieders
en gemeenten zicht bieden op de kwaliteit
van de in elk van de 17 gemeenten
geboden kinderopvang. Op basis hiervan
kunnen gemeenten waar nodig overgaan
tot handhaving.
Er is een mede door gemeenten en
partners gedragen proces psychosociale
hulpverlening
publieke
Er is een
opgesteld.
Gezondheidsbevordering
Kennisfunctie
Medische
(MMK)
/
meerjarenbeleidsplan
OTO
Ontwikkelen
en
implementeren
de
kennisfunctie
door
middel
van
instrumenten als:
- de Toekomstverkenning Gezondheid &
Jeugd, inclusief actualisatie
- integrale adviezen voor gemeentelijk
gezondheidsbeleid, voorafgaand aan de
nota Lokaal gezondheidsbeleid
Milieukunde
Uitvoering conform wetgeving en
met
gemeenten
per
jaar
contractueel
overeengekomen
afspraken.
Sinds de tweede wijziging van de
WPG is PSH een wettelijke taak
van gemeenten en opgedragen
aan GGD-en.
Uit een zelfevaluatie is gebleken
dat de dienst nog niet over een
meerjarenplan
beschikt.
Door
hierin
te
voorzien
wordt
aangesloten bij het landelijke
OTO-kwaliteitskader.
De onderdelen programma, beleid
en onderzoek worden meer aan
elkaar verbonden en met de
andere onderdelen van de dienst.
Tegelijkertijd wordt de verbinding
van buiten naar binnen gelegd.
Binnen gezondheidsbevordering wordt
gewerkt
met
vier
uitvoeringsprogramma’s. In 2012 zijn er
strategieën per programma afgesproken
met de gemeenten. Jaarlijks worden deze
vertaald in jaarplannen. Ook in 2015
worden de afspraken nagekomen die in
de jaarplannen staan.
De vier uitvoeringsprogramma’s
zijn in 2012 gestart en lopen tot
en
met
2015.
De
vier
programma’s zijn:
- ‘Verzuip jij je toekomst?!’
- Gezond Gewicht
- Mentale Weerbaarheid
- Prenatale voorlichting
Voor
2016
wordt
een
Regionaal
Programma Preventie aangeboden dat
aansluit op het regionaal en lokaal
gezondheidsbeleid en op de nieuw te
vormen nota gezondheidsbeleid.
Binnen de programma’s wordt
gewerkt met de gezonde school
methode.
Uitvoering geven aan de meldingen MMK
,via onderzoek en advies, in het kader
van de gezondheidsbescherming en zo
bijdragen aan een zo gezond mogelijke
leefomgeving (water, bodem en (binnen
en buiten) lucht)
Er is een dienstverleningsovereenkomst met de GGD RR over de
inzet van de adviseurs en de
artsen MMK. De frontoffice-taken
blijven binnen de Dienst, wel is er
afstemming met GGD RR rondom
de dagelijkse inzet.
Een provinciaal REC MMK is in
ontwikkeling.
D. Wat mag het kosten
Publieke gezondheid en
maatschappelijke zorg
infectieziektebestrijding
Medische Milieukunde
Technische Hygienezorg
Crisisorganisatie
Maatschappelijke zorg
Gezondheidsbevordering/k
ennisfunctie
totaal
2013
lasten
baten
saldo
2014
lasten
baten
saldo
2015
lasten
baten
saldo
2.780
121
1.213
82
2.266
1.782
97
967
37
2.528
-998
-24
-246
-45
262
4.268
1.214
274
42
2.929
4.396
1.295
425
52
2.643
128
81
151
10
-286
2.924
200
980
191
1.611
2.033
110
831
148
1.594
-891
-90
-149
-43
-17
3.701
10.163
2.149
7.560
-1.552
-2.603
5.856
14.583
5.490
14.301
-366
-282
3.644
9.550
2.198
6.914
-1.446
-2.636
25
5.2
Onderwijs en werk
A. Algemene doelstelling
De Dienst zet erop in dat er geen absoluut verzuim in de regio is en er geen thuiszitters
zijn. Daarnaast handelen we alle meldingen en vrijstellingsverzoeken binnen 3 maanden
af, trajecten in het kader van voortijdig schoolverlaten zijn binnen 6 maanden afgerond.
We richten onze activiteiten in om het recht op onderwijs te waarborgen en biedt
daarmee perspectief op onderwijs of een ander passend leerwerktraject zodat de
ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren optimaal benut worden.
B. Ontwikkelingen, Raakvlakken en Samenhang
Leerplicht
Ieder kind heeft recht op onderwijs. In samenwerking met scholen en waar nodig
hulpverlening willen wij bereiken dat voor ieder kind het recht op onderwijs wordt
gewaarborgd. Vroeg signalering van problematiek in het primair onderwijs, zodat
onbeheersbaar worden van die problematiek in het middelbaar onderwijs kan worden
voorkomen, is daarbij een speerpunt. Door goede samenwerking met en aanwezigheid
bij middelbare scholen, wordt gewerkt aan het terugdringen van schoolverzuim en
schooluitval.
Westerse samenlevingen, en de Nederlandse is daar geen uitzondering op, worden
steeds kennisintensiever. Scholing is steeds meer en meer een voorwaarde voor een
zelfstandig leven. Zelfstandigheid, zelfredzaamheid van burgers, is iets waarop in alle
beleidsterreinen steeds meer nadruk wordt gelegd. De inspanning van de Dienst is er
daarom op gericht om, in nauwe samenwerking met scholen en waar nodig
hulpverlening, zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie (diploma HAVO, VWO of
MBO2 ) te laten behalen.
Platform benutting talent
Dit platform is gericht op het verbinden van onderwijs, ondernemers en zorg om te
komen tot initiatieven om jeugdwerkloosheid te voorkomen en te bestrijden. Een van de
initiatieven waarbij de Dienst betrokken is, is het netwerk ZOW (zorg, onderwijs, werk).
Het netwerk is vormgegeven als een alliantie en proeftuin voor samenwerking. Dit met
als doel dat het aantal (dreigende) schoolverlaters en jeugdwerkloosheid vermindert. Het
convenant “werkwijze ter vermindering aantal (dreigende) vroegtijdig schoolverlaters en
ter bestrijding jeugdwerkloosheid” dat in juli 2013 is ondertekend, biedt een basis voor
deze samenwerking.
Doorontwikkeling RMC-functie
De Dienst voert namens de RMC-contactgemeente Dordrecht de regionale meld- en
coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten uit voor 17 gemeenten in RMC regio 30, Zuid
Holland Zuid. De RMC-coördinatiefunctie heeft als doel een bijdrage te leveren aan het
terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters in de regio’s. De inzet is dat meer
jongeren een startkwalificatie behalen en daarmee betere kansen krijgen in de
samenleving. Om de effectiviteit van de RMC-taken verder te vergroten wordt, vanaf
2015, jaarlijks de inzet van de RMC-middelen in een werkplan RMC opgenomen. Over de
uitvoering van het werkplan wordt verantwoording afgelegd aan het AB van de dienst en
ter kennisname gebracht van de contactgemeente Dordrecht.
C. Wat willen we gaan bereiken en wat gaan we daarvoor doen
Wat willen we bereiken
Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Normering
Alle jongeren in beeld
Percentage absoluut verzuimers in
beeld
Doorlooptijd van een vrijstelling
binnen 3 maanden
Mate
van
tevredenheid
bij
100%
Doorlooptijd van processen
Klanttevredenheid
100%
7.0
26
jongeren/ouders en ketenpartners
Wat gaan we er voor doen
Product
Beoogd resultaat
Toelichting
Leerplicht
en
kwalificatieplicht
3% meer meldingen vanuit het primair
onderwijs in het schooljaar 2014-2015 dan
in het schooljaar 2013-2014
5% minder thuiszitters vanuit po en vo in
het schooljaar 2014-2015 dan in het
schooljaar 2013-2014
5% minder ongediplomeerde uitval vanuit
het vo (vmbo-havo-vwo) in het schooljaar
2014-2015 dan in het schooljaar 2013-2014
VSV
RMC coördinatie: gemeentelijke regie op de
uitvoering van het VSV-convenant 20122015
Er is een nieuwe VSV convenant 2012,
waarbij extra inzet is op monitoring en
bijsturing.
RMC-coördinatie: het realiseren van passend
netwerk is in de regio ZHZ
Er wordt daarbij t.b.v. het netwerk
ingezet op samenwerkingsafspraken
met ROC’s Albeda en Zadkine als ook
het VO (waar extra aandacht nodig is)
D. Wat mag het kosten
Onderwijs en
aansluiting arbeidsmarkt
Leerplicht
Voortijdig schoolverlaten
totaal
2013
lasten
baten
1.263
1.904
3.167
1.360
2.139
3.499
saldo
97
235
332
2014
lasten
baten
2.520
2.520
2.520
2.520
2015
lasten
baten
saldo
0
0
0
2.312
1.028
3.340
1.322
930
2.252
saldo
-990
-98
-1.088
Het verschil tussen 2014 en 2015 is ontstaan omdat in 2015 de belasting indirecte kosten op het
product is meegenomen.
Binnen de baten is in 2015 ook nog rekening gehouden met de ontvangst Van RMC middelen
5.3 Jeugd en aansluiting passend onderwijs
A. Algemene doelstelling
Dit programma bestaat grotendeels uit de uitvoering van jeugdgezondheidszorg. Deze is
gericht op het handhaven van gezondheid en voorkomen van ziekte. Het uniform deel
van het basispakket moet in heel Nederland op dezelfde wijze worden aangeboden. Het
Digitaal Dossier JGZ en extra contactmoment (14+) zijn verbonden met de
overeenkomst over het Basis takenpakker.
In het programma is het JeugdPreventieTeam (JPT) opgenomen. Doel is dat er vanuit het
politiebureau uitvoerende capaciteit voor ondersteuningstrajecten gegeven kan worden.
Het programma draagt bij aan de doelstellingen van de Dienst, te weten het realiseren
van
gezondheidswinst
en
het
verminderen
van
sociaaleconomische
gezondheidsverschillen tussen hoger en lager opgeleiden, en het bevorderen van
ontwikkelingskansen voor inwoners.
27
B. Ontwikkelingen, Raakvlakken en Samenhang
Jeugdgezondheidszorg
De jeugdgezondheidszorg is een van de pijlers met betrekking tot de decentralisatie
jeugdzorg. Het is belangrijk dat de kansen voor jongeren op een gezonde toekomst,
waarin zij volwaardig mee kunnen doen in de maatschappij, worden vergroot. Hun
talenten moeten optimaal worden benut. Investeren in de gezondheid van jongeren, kan
gespecialiseerde dure zorg op latere leeftijd voorkomen. Via contactmomenten met
ouders en kinderen kan de JGZ ontzorgen en normaliseren, bijdragen aan het versterken
van eigen kracht en onnodige medicalisering voorkomen.
In 2015 wordt samen met het consortium Rivas / Careyn, die de JGZ uitvoert, gewerkt
aan flexibilisering van de contactmomenten met als doel meer aandacht te kunnen geven
aan risicokinderen.
Het digitaal dossier
In 2014 is het Digitaal Dossier geïmplementeerd. Dit proces is gebaseerd op het
Programma van Eisen en de financiële kaders, zoals door het Dagelijks Bestuur ZHZ zijn
vastgesteld. In 2015 zal er sprake zijn van eerste ervaringen rondom de levering van
informatie vanuit het Digitaal Dossier en is er tevens de verdere doorontwikkeling in het
kader van de decentralisatieopgave Jeugd.
Verlenging subsidierelatie met het consortium
In november 2014 vindt besluitvorming plaats over de verlenging van de subsidierelatie
met het Consortium met 2 jaar of het opnieuw aanbesteden van de
jeugdgezondheidszorg.
Rijksvaccinatieprogramma
Het rijksvaccinatieprogramma voor de inentingen voor kinderen wordt momenteel
bekostigd vanuit de AWBZ. Door de decentralisaties is er een vraagstuk in welke
wetgeving het Rijksvaccinatieprogramma past. Diverse signalen wijzen er op dat dit
programma sterker wordt verbonden aan de jeugdgezondheidszorg en dus onderdeel
wordt van de Wet publieke gezondheid. De financiering verloopt dan ook via deze wet en
dus via het gemeentefonds. Het is nu nog niet duidelijk hoe, wanneer en op welke wijze
dit vorm gaat krijgen. U wordt hierover geïnformeerd zodra hierover meer bekend is.
Aansluiting Passend Onderwijs
Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat leerlingen in de toekomst een zo passend
mogelijke plek in het onderwijs krijgen. Om de knelpunten in het huidige systeem aan te
pakken is door het onderwijsveld een aantal doelen geformuleerd: zo passend mogelijk
onderwijs en aanpakken onderwijsbeperking, leraren zijn beter toegerust, minder
bureaucratie, budgettaire beheersbaarheid en transparantie, geen thuiszitters en
afstemming met andere sectoren.
De schoolbesturen en samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor de realisatie
van passend onderwijs. Het wetsvoorstel passend onderwijs brengt voor de gemeenten
geen wettelijke taken met zich mee. Echter, gemeenten zijn verantwoordelijk voor een
aantal taken waarvoor afstemming met het (passend) onderwijs is vereist. Dit gebeurt in
het OOGO. Het gaat om de volgende gemeentelijke taken: uitvoering van de leerplicht,
het
bestrijden
van
voortijdig
schoolverlaten,
het
leerling-vervoer,
de
onderwijshuisvesting, het inrichten van centra voor jeugd en gezin, aansluiting JGZ en vanaf 2015- de zorg voor jeugd. De Dienst speelt in het kader van passend onderwijs
een rol. Enerzijds omdat de Dienst een aantal taken uitvoert (verlengd lokaal bestuur)
waarover afstemming is vereist. Anderzijds biedt de Dienst een ondersteunend aanbod
aan onderwijsinstellingen en samenwerkingsverbanden die hen helpen een passend
aanbod te organiseren.
28
JeugdPreventieTeam
Het JeugdPreventieTeam (JPT) is een succesvol hulpverleningsinstrument voor jongeren
waarover zorg is. Deze specifieke interventie wordt verricht door medewerkers van
Bureau Jeugdzorg die hun werkplek hebben op het politiebureau. Politiefunctionarissen
die zorg hebben over een jongeren kunnen dit direct melden bij een medewerker
BJZ/JPT. Met de vorming van de nationale politie wordt geïnvesteerd in het kunnen
behouden van uitvoeringscapaciteit en JPT-methodiek vanuit het politiebureau.
Daarnaast wordt onderzocht op welke wijze het JPT als instrument ingezet kan worden
na de decentralisatie Zorg voor Jeugdigen (1 jan 2015).
C. Wat willen we gaan bereiken en wat gaan we daarvoor doen
Wat willen we bereiken
Alle kinderen worden in het kader van de uitvoering van de JGZ gevolgd in hun
lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling met als doel hun kansen op een gezond
leven in de breedste zin van het woord te vergroten.
Kritische
succesfactor
Prestatie-indicator
normering
Alle kinderen van 0 tot 19 jaar Percentage kinderen die op de contactmomenten
zijn in beeld
zijn gezien
100%
Kinderen met een
zorgbehoefte krijgen
ook
Percentage kinderen met een extra zorgbehoefte
dat een passend aanbod krijgt
Nader te bepalen.
Mate van tevredenheid bij jongeren/ouders en
ketenpartners
7
Klanttevredenheid
extra
deze
Wat gaan we er voor doen
In het algemeen kan worden gesteld dat alle jongeren bekend en gezien zijn. Daarnaast
zijn de volgende producten en activiteiten / resultaten te benoemen.
Product
Beoogd resultaat
toelichting
JGZ
Vroegtijdig signaleren van stoornissen en het
voorkomen van problemen op lichamelijk,
psychisch en sociaal gebied.
Het
daadwerkelijk signaleren van
stoornissen is een taak van het
consortium. De GR ziet er op toe dat
de verplichtingen die hierover in het
contract staan ook opgevolgd worden.
Dit resultaat hangt nauw samen met
de implementatie van het Digitaal
Dossier.
Het
verbeteren
van
afstemming
en
samenwerking
tussen
instellingen
en
professionals en direct aansturen op het
gebied van jeugd(gezondheidszorg).
In 2014 wordt op basis van een
evaluatie het vervolg bepaalt voor
2015, zoals rondom de inzet op
schoolziekteverzuim en de bepaling
van het basistakenpakket.
JPT : Het behouden van uitvoeringscapaciteit
en JPT-methodiek vanuit het politiebureau
Lopende 2014 wordt duidelijk in
hoeverre
dit
aanbod
via
de
Serviceorganisatie
Jeugd
wordt
verzorgd.
29
D. Wat mag het kosten
Jeugd en aansluiting
onderwijs
Jeugdgezondheidszorg
totaal
2013
lasten
baten
saldo
2014
lasten
baten
2015
lasten
baten
saldo
saldo
10.917
11.219
302
10.345
10.397
52
10.529
11.145
615
10.917
11.219
302
10.345
10.397
52
10.529
11.145
615
Totaal onderdeel A programma’s DG&J
totaal programma's DG&J
Publieke gezondheid en maatschappelijke zorg
Onderwijs en aansluiting arbeidsmarkt
Jeugd een aansluiting onderwijs
totaal programma's DG&J
2013
lasten
baten
10.163
3.167
10.917
24.247
7.560
3.499
11.219
22.278
saldo
-2.603
332
302
-1.969
2014
lasten
baten
13.056
2.521
10.345
25.922
14.302
2.751
10.397
27.450
saldo
1.246
230
52
1.528
2015
lasten
baten
9.550
3.340
10.529
23.419
6.914
2.252
11.144
20.310
saldo
-2.636
-1.088
615
-3.109
30
Hoofdstuk 6 onderdeel B. RAV (Regioanaal Ambulance Vervoer)
RAV
De Ambulancedienst is een onderdeel van de GR die volledig zelfstang functioneert.
Financiering, verantwoording en reservevorming geschied op basis van de regelgeving en
voorschriften van de zorgverzekeraars.
Na een jarenlange voorbereiding zal de Ambulancedienst ZHZ per 1 januari 2015 een
stabiele situatie hebben bereikt. De dienst moet zich opmaken voor de afloop van de
Tijdelijke Wet Ambulancezorg op 1 januari 2018. Hoe de wetgeving er daarna gaat
uitzien is nog niet duidelijk, maar er een grote kans dat een nieuwe reorganisatie
noodzakelijk is.
Om de druk op de organisatie niet nodeloos te vergroten en het personeel zekerheid te
bieden, is het van belang bestaande beleidslijnen voort te zetten, maar geen grote
wijzigingen door te zetten.
A. Algemene doelstelling
De Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland Zuid is een transparante zorginstelling
met professionele medewerkers die hoogwaardige ambulancezorg verleent. We werken
samen met partners in de ketens van zorg en openbare veiligheid. De RAV ZHZ
onderscheidt zich door:
• Integriteit
• Flexibiliteit en innovatief vermogen
• Betrokkenheid bij mensen en (zorg)organisaties in ons werkgebied.
Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Normering
2015
Normering
2014
Normering
2013
Realisatie
2013
29.495
29.495
29.495
29.495
95%
95%
95%
93,1%
Spoedvervoer A1 < 15 min
(afspraak met
zorgverzekeraars)
94,50%
93,75%
94,5%
93,1%
Spoedvervoer A2 < 30 min
(landelijke norm)
95%
95%
95%
98,2%
Spoedvervoer A2 < 30 min
(afspraak met
zorgverzekeraars)
98,2%
98,2%
95%
98,2%
Intake AMPDS ProQA
80%
75%
-
-
Formele klachten
<10
<10
<10
21
Calamiteiten (IGZmelding)
0
0
0
5
Verbetervoorstellen
100
100
100
66
Incidentmeldingen
150
150
150
128
Ziekteverzuim
4%
4%
< 5%
4,45%
100% score
5-jaarlijkse
profcheck
100% score
5-jaarlijkse
profcheck
100% score
5-jaarlijkse
profcheck
92% score
5-jaarlijkse
profcheck
Productie
Aantal declarabele ritten
Kwaliteit ambulancevervoer
Spoedvervoer A1 < 15 min
Veiligheidsmanagement
Systeem (VMS, start
ultimo april 2013)
Betrokkenheid personeel
(landelijke norm)
Kennisniveau personeel
(selectieve profcheck)
31
B. Producten en activiteiten
Voor 2015 is de Ambulancedienst voornemens onderstaande producten en activiteiten te leveren;
Product
Activiteit
Centrale Post Ambulancevervoer
1
Zorgindicatie, zorgtoewijzing en zorgcoördinatie
2
Regievoering op paraatheid van ambulances op basis
van dynamisch ambulancemanagement
1
Aannemen, beoordelen en verwerken van
spoedeisende hulpvragen
Verzorgen van ambulanceritten in de Regio Zuid
Holland Zuid
Beschikbaarheid voor calamiteiten in de Regio ZuidHolland Zuid (opgeschaalde zorg)
Ambulance hulpverlening
2
3
B. Wat mag dat kosten
Ambulancedienst
Ambulancezorg
Meldkamer Ambulancezorg
totaal
2013
lasten
baten
2014
lasten
baten
saldo
2015
lasten
baten
saldo
saldo
12.949
1.372
12.949
1.372
0
0
14.317
1.112
14.317
1.112
0
0
14.201
1.092
14.201
1.092
0
0
14.321
14.321
0
15.429
15.429
0
15.293
15.293
0
De RAV heeft voor intern gebruik een gespecificeerde begroting opgesteld die als bijlage bij deze begroting
wordt bijgevoegd. In het 2e kwartaal 2014 hebben de gemeenten al een zienswijze neergelegd m.b.t. de
begroting van de RAV.
32
Hoofdstuk 7 Onderdeel C. Jeugdhulp
Jeugdhulp
De decentralisatietaak Jeugdhulp is bestuurlijk gepositioneerd binnen de
gemeenschappelijke regeling Gezondheid & Jeugd. Vanuit die positionering worden cijfers
geconsolideerd gepresenteerd. Om de ‘onafhankelijke zelfstandige’ positie te
benadrukken wordt Jeugdhulp wel in een separaat hoofdstuk gepresenteerd.
In dit hoofdstuk wordt in hoofdlijnen de inhoud van het programma weergegeven. Op dit
moment wordt er door de Service Organisatie Jeugd (SOJ) hard gewerkt aan de
afronding van de inkooptrajecten die verbonden zijn aan de decentralisatie. Na afronding
hiervan zal er een verfijnde separate (interne) begroting worden opgesteld. In deze
begroting worden de verschillende onderdelen verder uitgewerkt en gepresenteerd. De
verwachting is dat deze interne begroting in het 1e kwartaal 2015 zal worden opgeleverd.
Tevens zal er een nadere financiële analyse en een risicoanalyse worden opgesteld
waarbij inzichtelijk zal worden gemaakt waar eventuele risico’s zich kunnen voordoen.
Ook zal daarbij een voorstel met sturingsmogelijkheden worden aangeboden om de
risico’s zoveel mogelijk te kunnen beheersen.
Inleiding
De kwaliteit en doelmatigheid van de jeugdhulp is per 2015 een verantwoordelijkheid van
de gemeenten. De 17 gemeenten van Zuid-Holland Zuid pakken de zorg voor jeugdigen
gezamenlijk op. Daarbij is leidend dat kinderen en jongeren de kans krijgen om zich te
ontwikkelen en naar vermogen mee te doen in de samenleving. Om dat te bereiken
investeren we in de eigen kracht van gezinnen en kinderen volgens het principe van 1
gezin, 1 plan en 1 begeleider en vraaggericht werken, met oplossingen op maat. Door in
te zetten op de eigen kracht van mensen wordt de afhankelijkheid van professionele hulp
verminderd.
De 17 gemeenten in Zuid Holland Zuid laten zich daarin ondersteunen door een
gemeenschappelijke Serviceorganisatie Jeugd ZHZ (SOJ-ZHZ). De gemeenten zijn zowel
eigenaar als opdrachtgever. Voor het eigenaarschap hebben de gemeenten de
serviceorganisatie als zelfstandige organisatie onder eigen directie en met een eigen
begroting ondergebracht in de bestaande gemeenschappelijke regeling Gezondheid en
Jeugd. Zij (de gemeenten) geven deze sturing op twee manieren vorm: via mandaat (het
opdragen van een taak aan de Serviceorganisatie) of delegatie (het overdragen van de
bevoegdheden voor een taak).
De Service Organisatie Jeugd ZHZ is een zelfstandige dienst binnen De
Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid. Deze is
aangegaan door de 17 colleges van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas,
Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, HendrikIdo-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht,
Strijen, Zederik en Zwijndrecht.
De basis voor deze begroting is gevormd in het inrichtingsplan versie 19 mei 2014 dat
door de 17 gemeenteraden is vastgesteld.
A.
Taken
De 17 gemeenten zijn verantwoordelijk voor de jeugdhulp en sturen op de uitvoering
ervan via de Serviceorganisatie. Zij geven deze sturing op twee manieren vorm: via
mandaat (het opdragen van een taak aan de Serviceorganisatie) of delegatie (het
overdragen van de bevoegdheden voor een taak).
33
Er is gekozen voor het opdragen in mandaat van de volgende taken:
•
•
•
•
•
Het - in de betreffende gemeente of regio - organiseren van de toegang via het
jeugdteam en het afsluiten van een contract daarvoor met de stichting
Jeugdteams. Dit gebeurt conform de regionaal ontwikkelde formule, met
aanvullende lokale wensen voor extra capaciteit of specifieke aandachtsgebieden
voor het jeugdteam.
De administratieve en formele afhandeling van formele besluiten in het kader van
de Jeugdwet op basis van de keuzes in de toegang (jeugdteam):
Het administratief afgeven van beschikkingen op toegekend recht op individuele
voorzieningen;
Het administratief afgeven van beschikkingen op Persoonsgebonden Budget
(PGB)aanvragen;
Het adviseren over en administratief afgeven van beschikkingen in het kader van
bezwaar en beroep (regionale commissie).
De individuele gemeente neemt formeel de besluiten rond toekennen van zorg, PGB en
bezwaar en beroep.
De volgende taken worden in delegatie overgedragen aan de Serviceorganisatie Jeugd
Zuid-Holland Zuid:
• Het inkopen en contracteren van alle bestaande en nieuwe zorgaanbieders
jeugdhulp(de regionale zorgmarkt).
Het contracteren en bekostigen van alle bestaande en nieuwe zorgaanbieders
jeugdhulp (de regionale zorgmarkt).
• Het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK);
• Het Diagnostisch Adviesnetwerk;
• De crisisdienst;
• De gecertificeerde instelling(en) die Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
takenuitvoeren.
• Wettelijke taken ten aanzien van de gecertificeerde instelling
Omdat het hier gaat om voorzieningen die volledig op regionaal niveau worden
georganiseerd, dragen de gemeenten de bevoegdheden en budgetten hiervoor over aan
de Serviceorganisatie. De bestuurlijke besluitvorming hierover ligt bij het Algemeen
Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd. Het Dagelijks
Bestuur is eindverantwoordelijk voor gedelegeerde taken.
De verantwoordelijkheid voor het organiseren en de inhoud en kwaliteit van beleid rond
gedelegeerde taken ligt bij de Serviceorganisatie. Dat betekent dat onder
verantwoordelijkheid van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling beleid rond
gedelegeerde taken wordt ontwikkeld.
B. Rollen en positionering
Om haar missie te kunnen volbrengen, vervult de Serviceorganisatie vijf verschillende
rollen richting gemeenten, zorgaanbieders en de jeugdteams en sociale wijkteams. In het
onderstaande figuur worden de rollen van de Serviceorganisatie schematisch
weergegeven ten opzichte van de verschillende partijen.
•
•
Rol 1. Inkoopmanagement: de Serviceorganisatie is verantwoordelijk voor
het inkopen van zorg en de bekostiging van de uitvoering ervan. Deze rol
speelt daarom voornamelijk in de relatie tussen de Serviceorganisatie en
zorgaanbieders en richting de stichting Jeugdteams.
Rol 2. Contractmanagement: de Serviceorganisatie stuurt en houdt toezicht
op de prijs en prestaties van de zorgaanbieders en draagt zorg voor het
monitoren en verantwoorden hiervan naar gemeenten en rijk. Namens de
gemeenten in Zuid-Holland Zuid contracteert de Serviceorganisatie de
jeugdteams en jeugdmedewerkers in sociale wijkteams via de stichting
Jeugdteams.4 De Serviceorganisatie stuurt daarmee namens de
34
•
•
•
gemeenten op de werking van de jeugdteams. Dit gebeurt niet op afstand
maar op maandbasis en in nauwe samenwerking in de driehoek zodat
sturing aan de voorkant en tijdige bijsturing door de gemeente mogelijk is.
Ook deze rol vervult de Serviceorganisatie richting zorgaanbieders en
richting de stichting Jeugdteams.
Rol 3. Budgetbeheersing en risicomanagement: de Serviceorganisatie gaat
verplichtingen aan voor Zorg in natura (ZIN) en het Persoonsgebonden
budget (PGB) en meet de kwaliteit. Daarnaast zorgt ze dat betalingen
worden gedaan, beschikkingen worden afgegeven en dat klachten,
bezwaar en beroep worden afgehandeld namens de 17 gemeenten. De
Serviceorganisatie vervult deze rol in de driehoek tussen gemeenten, de
Serviceorganisatie en jeugdteams. Daarnaast doet ze dit ook in de
driehoek tussen de jeugdteams en sociale wijkteams, de zorgaanbieders
en de Serviceorganisatie.
Rol 4. Monitoring en informatievoorziening: de Serviceorganisatie
organiseert de informatievoorziening en de inrichting en bewaking van de
informatiehuishouding. Ze draagt zorg voor het leveren van informatie aan
betrokken partijen en het monitoren van de verschillende doelen. Daarvoor
maakt ze met de ketenpartners (jeugdteams en sociale wijkteams, het
DAN, zorgaanbieders en wellicht ook huisartsen) afspraken over gebruik
van eenduidige ICT voor de gehele keten. Ook deze rol vervult de
Serviceorganisatie in beide driehoeken.
Rol 5. Accountmanagement en beleid: de Serviceorganisatie adviseert,
monitort en verantwoordt aan gemeenten. Ze draagt bij aan soepele en
effectieve samenwerking in de driehoek tussen gemeente,
Serviceorganisatie en het jeugdteam of sociaal wijkteam. Ze is
verantwoordelijk voor het organiseren van de beleidsfunctie en de inhoud
van beleid rond gedelegeerde taken. Ook deze rol wordt uitgevoerd in
beide driehoeken
C. Wat mag het kosten
Jeugdhulp
2013
lasten
baten
2014
lasten
baten
saldo
2015
lasten
baten
saldo
saldo
Jeugdteams
Zorginkoop
Zorginkoop LTA
Lokale impuls
Persoons Gebonden Budget (PGB)
Bureau Jeugdzorg (BJZ)
Gesloten Jeugdhulp
Uitvoeringskosten SOJ
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
12.200
56.477
4.035
2.275
17.000
9.376
2.458
3.500
12.200
56.477
4.035
2.275
17.000
9.376
2.458
3.500
0
0
0
0
0
0
0
0
Lokale inpuls
(deze blijft achter bij de gemeenten)
0
0
0
0
0
0
-2.275
-2.275
0
totaal
0
0
0
0
0
0
105.046
105.046
0
35
Paragrafen
8
8.1 Weerstandsvermogen
Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
De paragraaf weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de organisatie in staat is om
onvoorziene financiële tegenvallers op te vangen. Anders gezegd: hoe is de relatie tussen
de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de capaciteit van middelen en
mogelijkheden die de organisatie heeft om de niet begrote kosten op te vangen. Artikel
11 van de BBV vermeldt dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:
•
•
de weerstandscapaciteit, d.w.z. de middelen en mogelijkheden om niet begrote
kosten te dekken;
alle risico,s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële
betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste:
•
•
•
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
een inventarisatie van de risico’s;
het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s.
Het BBV is, op grond van de bepalingen van de Gemeentewet over de financiële functie
(art. 186 t/m 213), ook van toepassing op gemeenschappelijke regelingen zoals de
Dienst.
Beleid omtrent weerstandsvermogen
Voor een juiste bepaling van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en
in de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Niet enkel de
inventarisatie is van groot belang maar ook de wijze waarop de organisatie omgaat met
de risico’s.
De Dienst loopt risico’s. Een deel van deze risico’s wordt afgedekt door het treffen van
maatregelen. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen,
het vormen van voorzieningen, creëren van bestemmingsreserves, het inrichten van de
administratieve organisatie en de interne controle (IC).
Om te voorkomen dat de Dienst bij het voordoen van een niet afgedekt risico ingrijpende
beleidswijzigingen moet doorvoeren, dient de Regio weerstandscapaciteit te bezitten om
deze financiële tegenvallers op te vangen. De weerstandscapaciteit waarover de Dienst
beschikt bestaat uit (stille) reserves. Voorzieningen worden niet tot de
weerstandscapaciteit gerekend. Het gaat om zogenoemd “geoormerkt”geld waarover niet
vrij kan worden beschikt. De omvang van het weerstandsvermogen bepaalt in hoeverre
de Dienst in staat is om niet afgedekte risico’s op te vangen.
In 2013 is door Deloitte een risicoanalyse gemaakt om o.a. te kunnen bepalen wat het
weerstandsvermogen minimaal zou moeten zijn om ongedekte risico’s op te vangen. Dit
heeft geleid tot een risicoprofiel en staat beschreven in de Notitie Risicomanagement
2013 - 2015. Voor ieder risico is bepaald in welke risicocategorie het geïdentificeerde
risico kan worden geplaatst. Door het ontbreken van een historie op dit punt is gebruik
gemaakt van inschattingen. Daarnaast is onderscheid gemaakt tussen incidentele en
structurele risico’s.
Structurele risico’s worden voor een periode van 4 jaar meegenomen in de berekeningen.
Dit vanuit het uitgangspunt dat de Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ binnen 4 jaar in staat
moet zijn om toereikende maatregelen te treffen om het gesignaleerde risico af te
dekken. In dit risicoprofiel is uitgegaan van een 4-tal niveaus met de daarbij behorende
percentages van de omzet.
36
Deze percentages staan in onderstaande tabel weergegeven.
Risicoprofiel
Benodigde omvang
weerstandsvermogen
Zeer laag
Laag
Gemiddeld
Hoog
0,0%
2,5%
10,0%
20,0%
Het risicobedrag (het bedrag dat nodig is aan weerstandsvermogen) worden voor
incidentele risico’s als volgt bepaald:
Risicobedrag x kans x bijbehorende % van het weerstandsvermogen.
Voor de structurele risico’s wordt een termijn van vier jaar toegevoegd. De formule ziet
er dan als volgt uit:
Risicobedrag x 4 jaar x kans x bijbehorende % van het weerstandsvermogen.
In onderstaande tabel is op basis van het risicoprofiel het gewenste weerstandsvermogen
opgenomen.
Sector
Risicoprofiel
Dienst Gezondheid & Jeugd
Gemiddeld / Hoog
Totaal
Gewenst weerstands
vermogen (alg.res)
Raming aanwezige
weerstandsvermogen
(alg.res)
Tekort
€
845.000
€
-
€
845.000-
€
845.000
€
-
€
845.000-
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de Dienst
beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te kunnen
opvangen.
Vervolg 2015
In 2015 zal er een vervolg worden gegeven aan de uitgevoerd risicoanalyse op basis van
de bijgestelde begroting. Dit moet leiden tot een verbeterd zicht op de omvang van een
benodigd weerstandsvermogen.
In het tweede kwartaal van 2015 zal het bestuur deze uitkomsten worden voorgelegd
met als uitgangspunt hoe het weerstandsvermogen vorm moet worden gegeven.
8.2 De risico’s
De definitie van een risico bij het bepalen van het benodigde weerstandsvermogen is
de mate waarin een gebeurtenis of omstandigheid potentieel nadelige financiële gevolgen
heeft voor de organisatie.
In onderstaande tabel zijn de geïnventariseerde risico’s weergegeven. Ook is aangegeven
of het risico incidenteel dan wel structureel is.
37
Impact
Kans
Riscobedrag
I/S
Weerstandsvermogen
Strategie
Identiteit van de Dienst Gezondheid en Jeugd ZHZ
Missie en visie
M
M
M
M
P.M.
P.M.
S
S
P.M.
P.M.
Inrichting en aansturing
Integraal management
Matrixorganisatie
Formele vastlegging / toetsing van procedures
Waarborgen naleving wet- en regelgeving
M
M
M
L
M
M
M
M
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
S
S
S
S
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
Activiteiten
Crisisoganisatie
Langdurige calamiteit
HKZ-certificering
Beschikbaarheid systeem
Afhankelijkheid van ketenpartners
H
H
H
M
M
L
L
L
H
M
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
I
S
S
I
S
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
Bedrijfsvoering
Incidentele subsidiestromen en vast personeel
Inwonersbijdrage
Bezuinigingen gemeenten
Bezuinigingen decentralisaties
Kwaliteit van de bedrijfsvoering
Terugverdienen frictiekosten
Inzicht in kostprijzen
Claims
Verplichtingenadministratie
RAV
H
H
H
H
H
M
M
M
L
H
H
H
H
H
H
M
M
L
L
L
€ 610.300
€ 179.000
€ 100.000
P.M.
P.M.
€ 1.323.200
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
S
S
S
S
S
I
S
S
S
I
€ 488.240
€ 143.200
€ 80.000
P.M.
P.M.
€ 132.320
P.M.
P.M.
P.M.
P.M.
Totaal benodigd weerstandsvermogen
€ 843.760
Risicotabel Dienst Gezondheid & Jeugd, Deloitte 2013.
Voor de risico analyse van de RAV wordt verwezen naar de interne gespecificeerde begroting. Financiering,
verantwoording, reservevorming en dekking komen t.l.v. de zorgverzekeraars. De analyse is hier dan ook niet
opgenomen.
De risico analyse van de SOJ wordt zoals in hoofdstuk 7 aangegeven separaat aangeleverd met een nog op te
stellen separate gespecificeerde begroting.
38
8.3 Vermogenspositie
In onderstaande tabel wordt de geprognosticeerde vermogenspositie van de Dienst
weergegeven.
Overzicht prognose Eigen- en Vreemd Vermogen Dienst Gezondheid & Jeugd
1-1-2015
31-12-2015
0
0
0
0
0
0
0
0
VV
voorzieningen
leningen looptijd > 1 jaar
schulden looptijd < 1 jaar
totaal VV
0
280
2.000
2.280
0
0
2.000
2.000
Totaal
2.280
2.000
(bedragen * € 1.000)
EV
algemene reserve
bestemmingsreserve
resultaatbestemming
totaal EV
39
9
Bedrijfsvoering
Het BBV schrijft een paragraaf bedrijfsvoering voor dat inzicht geeft in de stand van
zaken en de beleidsvoornemens op dit gebied. Deze paragraaf beschrijft de
ontwikkelingen op het gebied van bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering bestaat uit alle
beherende, verantwoordende en controlerende activiteiten die de organisatie in staat
stellen om de voorgenomen programma's en prestaties zo efficiënt en effectief mogelijk
te realiseren
9.1 Kaders voor bedrijfsvoering
De ontwikkelde visie en het meerjarenbeleid van de Dienst vormen tevens het kader voor
de bedrijfsvoering van de Dienst.
9.2 Bedrijfsvoering
In 2013 is begonnen met het verbeteren van de bedrijfsvoering. Basis voor de
activiteiten was het verbeterplan waarin, ondermeer op basis van de constateringen van
de accountant, een aantal acties waren opgenomen die de (financiële) bedrijfsvoering
verbeteren. Op basis van voorstellen van de accountant is gekozen voor de volgende
uitgangspunten
o
o
o
opzet
bestaan
werking
Begin 2014 zijn een aantal maatregelen van het verbeterplan opgezet en kan het
bestaan worden aangetoond. (contractregister, Intern controleplan) echter, de werking
kan pas beoordeeld worden na enige tijd werkzaam te zijn geweest. De effecten worden
pas na verloop van tijd zichtbaar. Naar aanleiding van de ontstane situatie is het echter
noodzakelijk gebleken om de bedrijfsvoering verder te verbeteren en aan te scherpen.
De in 2014 geïmplementeerde maatregelen worden kritisch gevolgd en of ze leiden tot
het gewenste effect.
De belangrijkste maatregelen die zijn opgepakt betreffen het:
•
•
•
•
•
opstellen intern controleplan en de planning van de uitvoering hiervan;
organisatiebreed tijdschrijven;
invoeren van een contractregistratiesysteem;
invoeren van subsidieregister;
actualiseren procesbeschrijving en administratieve organisatie.
In 2015 geeft de Dienst aandacht aan de bovenstaande punten. Het contract- en
subsidieregister vormen de basis voor de verplichtingenadministratie
In 2014 is gestart met een ‘lean-management’-traject waarbij de werkprocessen en het
gebruik van ondersteunende systemen kritisch zijn bekeken. Indien de resultaten van dit
traject effect heeft op de bedrijfsvoering en financiën dan worden deze aan het bestuur
voorgelegd.
In 2014 is gestart met het invoeren van maandelijkse budgetgesprekken. In deze
gesprekken worden de volgende onderdelen besproken:
•
•
•
•
formatiebezetting;
Financiële budgetten;
resultaten urenregistratie;
resultaten prestaties/geleverde diensten.
40
De invoering van de budgetgesprekken beïnvloeden de voorspelbaarheid van de
financiële resultaten op een positieve wijze waardoor tijdig bijsturingsmaatregelengenomen kunnen worden.
Tenslotte is in 2014 gestart met de invoering van het regionale mobiliteitsplan. Alle bij
het SCD aangesloten organisaties hebben samen met de vakbonden het sociaal beleid
vastgesteld. Een van de onderdelen is het vergroten van de mobiliteit van de
medewerkers.
9.3 Prioriteiten bedrijfsvoering
Als aanvulling op punt 7.2 is in 2014 een aantal zaken genoemd die een doorwerking
naar 2015 kennen. De belangrijkste worden hieronder weergegeven.
Personeel & Organisatie
In 2014 is door het management gestuurd op het verder reduceren van het aantal
bovenformatieven. Voor een groot aantal medewerkers is een andere werkomgeving
gevonden. Echter voor 6 medewerkers is dit bij het opstellen van deze begroting nog niet
gelukt. Ondanks een licht economisch herstel is dit geen gemakkelijke opgave maar
wordt in 2015 onverminderd voortgezet.
Regiostaf
In 2013 zijn de taken en financieringsmiddelen van de voormalige regiostaf
ondergebracht bij de Dienst. in 2015 zijn een aantal taken vervallen of overgedragen aan
een andere organisatie. De vervallen taken zijn:
•
•
•
facilitaire ondersteuning aan andere gemeenschappelijke regelingen;
de programmaraad (opgeheven in 2014);
Per 1 april 2015 is de Dienst geen hoofdhuurder meer van het Noordendijk, waar
momenteel de Omgevingsdienst ZHZ is gehuisvest.
De taken die zijn overgedragen betreffen:
•
•
•
het Regionaal Economisch Orgaan (REO). Overgenomen door de GR
Drechtsteden;
het Jeugd Preventie Team (JPT). Overgegaan naar de exploitatie van de Dienst;
het besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Uitgevoerd door de GR
Drechtsteden.
De exploitatie van de regiostaf bestaat in 2015 nog uit 2 onderdelen:
•
•
de exploitatie van het pand Noordendijk tot 1 april 2015. De kosten worden zoveel
doorbelast aan de gebruikers van het pand;
de inwonerbijdrage Regiostaf. Oorspronkelijk was de inwonerbijdrage € 2,3 mln.
Door het opheffen van de programmaraad en het overdragen van het REO (de
kosten worden via GR Drechtsteden verrekend met de deelnemende gemeenten)
is de inwonerbijdrage gedaald naar € 2,2 mln.
Uit de inwonerbijdrage regiostaf worden een aantal verplichtingen voldaan uit het
verleden en een bijdrage geleverd aan de negatieve frictiereserve JGZ. Een overschot
van 525.000 wordt voor 2015 geprognosticeerd. Na aflossing van de negatieve reserve
JGZ loopt deze vrijval in 2016 op naar € 1.200.000 na het inlossen van de
overeengekomen taakstelling.
41
De exploitatie van de Regiostaf ziet er als volgt uit:
Regiostaf
regiostaf
totaal
2013
lasten
baten
2014
lasten
baten
saldo
2015
lasten
baten
saldo
saldo
2.691
4.017
1.326
0
0
0
1.714
2.239
525
2.691
4.017
1.326
0
0
0
1.714
2.239
525
9.4 Financieel meerjarenperspectief
Er is een perspectief geschetst van een verminderde inwonersbijdrage van afgerond
€ 1,1 mln vanaf 2016. Dit perspectief is opgebouwd uit de volgende componenten:
-
Doelmatigheidswinst JGZ
financiële effecten saneringsplan GGD
vrijval ICT-kosten veiligheidsregio
Totaal
€ 350.000
€ 500.000
€ 260.000
----------€ 1.100.000
Een deel van deze financiële effecten is al eerder opgetreden, namelijk vanaf 2012, maar
worden tot uiterlijk 2015 incidenteel ingezet voor:
•
•
•
frictiekosten;
kosten bovenformatief personeel;
transitiekosten.
Bij de ombuigingsactie die dienst op als opdracht heef wordt de voor 2016 in het
vooruitzicht gestelde € 1,1 mln. verlaging van de inwonersbijdrage betrokken als
oplossingsrichting.
Overzicht verloop inwonerbijdrage regiostaf;
Verloop regiostaf middelen 2015 t/m 2018
2015
Inwonerbijdrage
Bijdrage negatieve frictiereserve JGZ
Bijdrage SCD contract DG&J
Bijdrage GRVR frictie
taakstelling gemeenten
Vrijval inwonerbijdrage voormalige regiostaf
2016
2017
2018
€ 2.238.720
-€ 1.153.511
-€ 300.000
-€ 260.000
€ 2.238.720
€ 2.238.720
€ 2.238.720
-€ 300.000
€0
-€ 760.000
-€ 300.000
€0
-€ 760.000
-€ 300.000
€0
-€ 760.000
€ 525.209
€ 1.178.720
€ 1.178.720
€ 1.178.720
42
10
Financiële begroting
10.1 Programmabegroting 2015
Programmabegroting
Onderdeel A DG&J
Publieke gezondheid en maatschappelijke zorg
Onderwijs en aansluiting arbeidsmarkt
Jeugd een aansluiting onderwijs
Regiostaf
Bezuinigingsopgave/inwonerbijdrage
Renteomslag
Mutatie reserves
Openbare gez. Zorg
Regiostaf
Renteomslag
2013
2014
2015
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
10.163
7.560
-2.603
14.583
14.301
-282
9.550
6.914
-2.636
3.167
3.499
332
2.520
2.520
0
3.340
2.252
-1.088
10.917
11.219
302
10.345
10.397
52
10.529
11.144
615
2.691
4.017
1.326
0
0
0
560
2.239
1.679
0
0
0
0
0
0
0
3.451
3.451
110
210
100
50
50
0
0
0
0
397
402
5
486
0
0
89
-402
-5
1528
0
0
490
0
0
-1038
0
0
1.495
0
0
0
-1495
0
Totaal onderdeel A DG&J
27.852
26.991
-861
29.026
27.758
-1.268
25.474
26.000
526
* 2015 mutatie reserve openbare gezondheidzorg betaat uit € 1.154 Regiostaf en € 340 Jeugd en aansluiting arbeidsmarkt (eff. Voordeel JGZ)
door afrondingsverschillen komt het saldo uit op 526.
Programmabegroting
2013
2014
2015
Onderdeel B Ambulancedienst
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
Regionale Ambulancevoorziening
Totaal onderdeel B Ambulancedienst
Programmabegroting
Onderdeel C Jeugdhulp
15.609
14.973
-636
15.429
15.429
0
15.293
15.293
0
15.609
14.973
-636
15.429
15.429
0
15.293
15.293
0
2013
lasten
baten
2014
lasten
baten
saldo
2015
lasten
baten
saldo
Service Organisatie
0
0
0
0
0
0
105.046
0
Totaal onderdeel C Jeugdhulp
0
0
0
0
0
0 105.046 105.046
0
programma begroting resume
2013
Onderdeel A DG&J
Onderdeel B Ambulancedienst
Onderdeel C Jeugdhulp
Totaal GR
2014
105.046
saldo
2015
27.852
15.609
0
26.991
14.973
0
-861
-636
0
27.499
15.429
0
27.759
15.429
0
43.461
41.964
-1.497
42.928
43.188
260
0
0
25.474
15.293
105.046
26.000
15.293
105.046
526
0
0
260 145.813 146.339
526
*) het totaal van de programma’s is door het toepassen van de saldo methode bij het doorverdelen van de
overhead € 222.000 lager dan het totaal op kostensoorten.
Bijdrage gemeenten
In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de bijdragen van de gemeenten. In totaal is
de bijdrage van de gemeenten € 900.000 hoger dan de begroting 2014. Dit wordt
veroorzaakt door de volgende mutaties:
Kosten digitaal dossier JGZ
Kosten contactmoment adolescenten
Vervallen kosten REO
Vervallen kosten programmaraad
€ 600.000
€ 400.000
€ 60.000 -/€ 40.000 -/-
Daarnaast is in het overzicht van de bijdragen van de preventieprogramma’s het
programma prenatale voorlichting toegevoegd ad € 193.000. Deze bijdrage is niet
verdeeld op basis van de inwonerbijdrage , maar op basis van het aandeel specifieke
uitkering CJG/JGZ.
Een deel van deze bijdragen zijn voor specifieke doeleinden. Het gaat om:
•
•
•
•
•
de bijdrage jeugdgezondheidszorg die wordt ingezet t.b.v. het programma jeugd;
de bijdrage digitaal dossier JGZ die wordt ingezet t.b.v. het programma jeugd;
de bijdrage contactmoment adolescenten die wordt ingezet t.b.v. het programma
jeugd;
de bijdrage Jeugdpreventieteam (JPT) die wordt ingezet t.b.v. JPT, onderdeel van
het programma jeugd;
de
bijdrage
uitvoeringsprogramma’s
die
wordt
ingezet
t.b.v.
de
uitvoeringsprogramma’s,
onderdeel
van
het
programma
publieke
gezondheidszorg;
43
•
de
bijdrage
prenatale
voorlichting
die
wordt
ingezet
t.b.v.
het
uitvoeringsprogramma prenatale voorlichting, onderdeel van het programma
jeugd.
De overige bijdragen (GGD, LVS, regiostaf) stammen qua verdeling nog uit de oude
organisaties. Deze bijdragen worden inmiddels ingezet ter dekking van de wettelijke
taken. De bijdrage van de regiostaf wordt in 2015 deels ingezet om de negatieve
frictiereserve te voeden.
De bijdrage van de gemeenten voor de wettelijke taken bestaat uit:
•
•
•
Bijdrage GGD
Bijdrage leerplicht
Bijdrage regiostaf
Totaal
€ 3.098.000
€ 1.406.000
€ 825.000 (van de 2,2 miljoen is 0,8 beschikbaar voor de
exploitatie)
€ 5.329.000
In onderstaande tabel is een overzicht van de wettelijke en niet-wettelijke taken
opgenomen. In dit overzicht is tevens te zien hoe de inzet van de bijdrage van de
gemeenten is verdeeld over de producten van de Dienst.
44
Activiteit
Wettelijke taak
Infectieziektebestrijding
TBC
SOA-poli
Gezondheidsbevordering
Crisisorganisatie
JGZ
MMK
Leerplicht
VSV
uitvoeringsprogramma's
Inspectie kinderopvang / THZ
lasten
specifieke
bijdrage
gemeenten
baten
1.216
566
506
1.661
191
10.135
200
2.312
1.028
1.871
979
650
Totaal Wettelijke taak
20.665
2.097
Niet Wettelijk
Hepatitus B poli
Reizigersadvisering
Maatschappelijke zorg
Prenatale voorlichting
Jeugd Preventieteam
45
591
1.611
193
314
50
530
1.573
Totaal niet wettelijke taken
2.754
2.153
23.419
1.714
15.293
105.046
1.495
146.967
Totaal DG&J
Bezuinigingsopgave/inwonerbijdrage
Regiostaf
RAV
ServiceOrganisatie
Mutatie reserve
Totaal
bedrag
per
inwoner
20
50
300
50
97
saldo
656
283
113
883
51
117
109
1.268
54
737
181
-540
-233
-93
-728
-43
503
-91
-1.044
-44
-606
-148
4.452
-3.067
-2
33
21
3
-28
-17
0
0
507
52
-42
4.250
11.556
2.239
15.293
0
4.504
3.451
0
-3.109
3.451
525
0
0
-1.495
-628
10.521
930
528
11.049
193
314
105.046
21.782
116.602
7.955
10.2 Ontwikkeling inwonersbijdrage en leerling-bijdrage 2015
In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de bijdrage per inwoner voor de
verschillende programma’s opgenomen en een leerling-bijdrage voor BLVS. De
systematiek voor de berekening van LVS is gelijk getrokken met de methodiek voor de
inwonerbijdrage. Hierdoor is het bedrag LVS in 2015 met 29 cent per leerling is
toegenomen
Ontwikkeling inwoners- en
leerlingbijdrage
Regiostaf per
inwoner
inwonerbijdrage 2015
leerlingbijdrage 2015
4,36
Totaal
4,36
LVS per leerling Openbare
Gezondheidszor
g
Jeugd
Gezondheidszor
g
6,41
20,00
6,41
20,00
18,10
18,10
45
10.3 Meerjarenraming tot en met 2018
In onderstaande tabel is het meerjarenperspectief weergegeven. Uitgangspunt voor dit
perspectief is een constant loon- prijspeil, gebaseerd op het begrotingsniveau vanaf
2012. Het ramen van inflatiecorrectie op inwonerbijdragen en kostensoorten na 2012
wordt als niet realistisch geacht.
Tabel meerjarenraming tot en met 2018. (bedragen x € 1.000)
programmabegroting
Onderdeel A DG&J
Publieke gezondheid en maatschappelijke zorg
Onderwijs en aansluiting arbeidsmarkt
Jeugd een aansluiting onderwijs
Regiostaf
Bezuinigingsopgave/inwonerbijdrage
2015
2016
2017
2018
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
9.550
6.914
-2.636
9.550
6.914
-2.636
9.550
6.914
-2.636
9.550
6.914
-2.636
3.340
2.252
-1.088
3.340
2.252
-1.088
3.340
2.252
-1.088
3.340
2.252
-1.088
10.529
11.144
615
10.529
10.804
275
10.529
10.804
275
10.529
10.804
275
560
2.239
1.679
300
1.479
1.179
300
1.479
1.179
300
1.479
1.179
0
3.451
3.451
0
3.451
3.451
0
3.451
3.451
0
3.451
3.451
Mutatie reserves
Openbare gez. Zorg
Regiostaf
Renteomslag
1.495
0
0
-1.495
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
totaal onderdeel A DG&J
25.474
26.000
526
23.719
24.900
1.181
23.719 24.900
1.181
23.719 24.900
1.181
* vanaf 2016 is vanuit de regiostaf inwonerbijdrage € 760.000 als terugbetaling verwerkt. De resterende € 340.000 betreft het efficiencyvoordeel JGZ.
jeugd en aansluiting arbeidsmarkt. Totaal € 1.100.000
Door afrondingsverschillen komt eht voordeel 2015 uit op 526. ipv 525 binen de regiostaf
programmabegroting
2015
2016
2017
2018
Onderdeel B Ambulancezorg
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
Regionale Ambulancevoorziening
totaal onderdeel B Ambulancezorg
programmabegroting
Onderdeel C Jeugdhulp
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
2015
lasten
baten
Service Organisatie
totaal onderdeel C Jeugdhulp
programmabegroting resume
2016
lasten
baten
saldo
2017
lasten
baten
saldo
105.046
105.046
0
105.046
105.046
0
105.046
105.046
0
105.046
105.046
0
105.046
2018
lasten
baten
saldo
105.046
0
105.046 105.046
105.046
saldo
105.046
0
0 105.046 105.046
0
2015
2016
2017
2018
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
25.474
26.000
526
23.719
24.900
1.181
23.719
24.900
1.181
23.719
24.900
1.181
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
15.293
15.293
0
105.046
105.046
0
105.046
105.046
0
105.046 105.046
0 105.046 105.046
0
Onderdeel A DG&J
Onderdeel B Ambulancedienst
Onderdeel C Jeugdhulp
totaal GR
145.813
146.339
526
144.058
145.239
1.181
144.058 145.239
1.181 144.058 145.239
1.181
10.4 Overzicht van incidentele baten en lasten
De begroting 2015 en de meerjarenbegroting zijn opgemaakt op structurele baten en
lasten. Daarnaast zijn er rente-inkomsten over reserves. In onderstaande tabel zijn de
mutaties samengevat.
Overzicht incidentele lasten en baten
(bedragen x € 1.000)
Programma's
Lasten
Raming 2015
Baten
Saldo
Lasten
Raming 2016
Baten
Saldo
Lasten
Raming 2017
Baten
Saldo
Lasten
Raming 2018
Baten
Saldo
Publieke Gezondheidszorg
Regiostaf
Bureau leerplicht
Concern
0
0
0
0
15
5
5
0
15
5
5
0
0
0
0
0
15
0
5
0
15
0
5
0
0
0
0
0
15
0
5
0
15
0
5
0
0
0
0
0
15
0
5
0
15
0
5
0
Resultaat voor bestemming
0
25
25
0
20
20
0
20
20
0
20
20
10.5 Begrotingskader en uitgangspunten
In de onderstaande tabel zijn de financiële uitgangspunten 2015 opgenomen, waar nodig
is in de kolom 2014 aangegeven welke onderdelen voor dat begrotingsjaar moeten
worden aangepast.
46
Tabel Begrotingskader en uitgangspunten 2015.
Onderdeel
2015
2014
Aantal inwoners
483.311
483.073
Leerlingaantallen
77.693
78.571
Bijstelling inwoner en leerlingbijdrage
2014
0
0
aanpassing inwonerbijdrage 2015
0
0
Bijstelling prijspeil overige kosten 2014
0
0
nvt
nvt
0
0
Prijspeil loonkosten 2015
nvt
nvt
Incidentele loonontwikkeling 2015
nvt
nvt
Renteomslagpercentage 2015
4%
4%
Prijspeil overige kosten 2015
Bijstelling prijspeil loonkosten 2013
Zie notitie reserves en
voorzieningen,
vastgesteld op 25 juni
2007
Rente toevoeging reserves
Bezuinigingstaakstelling
Geaccordeerd nieuw beleid
Nullijn 2014
beschouwen als
volumetaakstelling van
1,3%
Conform
meerjarenraming
begroting 2013
De omslagrente is voor 2015 gesteld op 4%. Dit percentage is toegerekend aan de
investeringen. De Dienst werkt met een omslagrente. De liquide middelen worden
centraal beheerd en het renteresultaat wordt op dienstniveau gepresenteerd. In deze
begroting is geen raming opgenomen van het te verwachten resultaat op rente omdat bij
de realisatie een voorstel zal worden gedaan voor bestemming van dit eventuele rente
resultaat. In voorgaande begrotingen werd bij begroting vastgesteld dat het
renteresultaat aan de deelnemende gemeenten wordt uitgekeerd.
47
11
Inwonerbijdrage 2015
Inwonerbijdrage
De activiteiten van de Dienst worden o.a. door middel van inwonerbijdragen gefinancierd.
De relevante budgetten worden jaarlijks verhoogd met het vastgesteld loon- en
prijsindexcijfer. Vervolgens wordt het bedrag uitgedrukt in een bedrag per inwoner. Voor
het nieuwe begrotingsjaar geldt dat het budget algemene inwonerbijdrage van het
voorgaande begrotingsjaar wordt verhoogd of verlaagd met de financiële gevolgen van
genomen bestuursbesluiten. Er ontstaat dan een nieuwe basis, die wordt verhoogd met
het accrespercentage. Daaruit volgt dan het inwonerbijdragen budget voor de begroting
van het komende jaar. Op basis van diezelfde aantallen vindt ook de afrekening plaats.
Voor 2015 zijn de inwonerbijdragen niet verhoogd als gevolg van inflatiecorrectie ten
opzichte van 2013 en 2014. Omdat de inwoneraantallen van de 17 aangesloten
gemeenten jaarlijks muteren, verandert ook de gemiddelde bijdrage per inwoner elk
jaar. Net als in 2014 is ook in 2015 dit nauwelijks zichtbaar door de zeer geringe mutatie
op de inwoner aantallen.
Voor het begrotingsjaar 2014 was het aantal inwoners van de regio vastgesteld op
483.073.Op basis van de cijfers van het CBS per 01-01-2013 is het aantal vastgestelde
inwoners voor de regio 483.311 en is er dus sprake van een minimale toename van 238
inwoners voor de gehele regio. Op individueel gemeente niveau kunnen de verschillen
groter zijn. (voor het bepalen van het inwoneraantal van de GR begroting wordt gebruik gemaakt van de
CBS gegevens per 1 januari van 2 jaar daarvoor. Dus; 1-1-2013 basis voor begroting 2015)
Overzicht aantal inwoners per gemeente
Drechtsteden
Inw.aantal
2014
Inw.aantal
2015
Alblasserwaard/
Vijfheerenlanden
Alblasserdam
Dordrecht
Hendrik Ido Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
19.594
118.589
28.572
32.019
24.341
44.584
19.643
118.466
28.641
32.082
24.389
44.610
Totaal
267.699
267.831 Totaal
Totaal aantal inwoners 2014
483.073
Totaal aantal inwoners 2015
483.311
Molenwaard
Giessenlanden
Gorinchem
Hardinxveld-Giessendam
Leerdam
Zederik
Inw.aantal
2014
Inw.aantal
2015
29.100
14.473
35.120
17.675
20.663
13.522
29.190
14.466
35.128
17.722
20.718
13.538
130.553
130.762
Hoeksche Waard
Inw.aantal
2014
Inw.aantal
2015
Binnenmaas
Cromstrijen
Korendijk
Oud-Beijerland
Strijen
29.013
12.782
10.811
23.384
8.831
28.964
12.762
10.774
23.441
8.777
Totaal
84.821
84.718
Cijfers CBS 01-01-2013
48
12
VASTSTELLING
Dagelijks Bestuur
Als ontwerpbegroting vastgesteld en aangeboden aan het algemeen bestuur op
Het dagelijks bestuur van de Regio Zuid-Holland Zuid
de secretaris,
A.J.A Wijten
de voorzitter,
drs. C.M.L. Lambrechts
Algemeen Bestuur
Vastgesteld door het algemeen bestuur van GR Publieke Gezondheid & Jeugd regio ZuidHolland Zuid in de openbare vergadering van 11 december 2014.
de secretaris,
A.J.A Wijten
de voorzitter,
drs. C.M.L. Lambrechts
49
Bijlagen
1. JGZ
Geactualiseerd overzicht baten en lasten a.g.v. overdracht Jeugdgezondheidszorg 4-19 jarigen aan Rivas/Careyn
gebaseerd op subsidierelatie tot 31 december 2015
beginstand 1 januari.
BATEN
1 efficiency voordeel 3,6% van initieel subsidiebedrag (9,4 mln), vanaf 1 juli 2012
2 besparing 11 fte op GGD ZHZ
Totaal baten
3
4
5
6
7
8
verhuur etage Karel Lotsyweg aan Careyn
€ 0,00
€ 2.703.097
realisatie
begroot
2012
2013
€ 200.000
0
€ 200.000
€ 2.703.097
verwachte
realisatie
€ 1.740.475
2013
€ 341.622
€ 141.622
€ 547.000
€0
€ 888.622
€ 86.213
0
begroot
€ 2.334.475
verwachte
realisatie
begroot
€ 847.853
2014
2014
2015
€ 1.495.133
verwachte
realisatie
€ 341.622
€ 341.622
€ 341.622
€ 547.000
€ 0
€ 547.000
€0
€ 141.622
€ 888.622
€ 341.622
€ 888.622
€ 341.622
€0
1
€ 341.622
€ 40.000
€0
€ 0
€0
tegemoetkoming consortium in frictiekosten
€0
€ 70.000
€ 154.000
€0
€ 0
€0
€0
tegemoetkoming consortium projectleider
€0
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
tegemoetkoming afkoop huurcontract Noordendijk door OZHZ
€0
€ 40.000
€ 40.000
€ 40.000
€ 20.000
€ 20.000
€0
Besparing lasten regiostaf middelen
€0
€ 200.000
€0
€ 200.000
€ 477.720
€ 200.000
€ 1.153.511
Exploitatie resultaat 2012
€0
€0
€ 229.000
€ 86.213
€ 310.000
€ 463.000
€ 220.000
€ 1.153.511
€0
€ 420.000
€ 286.213
€ 1.198.622
Subtotaal tegemoetkoming in de lasten
de ooorspronkelijke frictiebijdrage consortium
afkoopfrictie
Totaal baten
€ 0
€ 240.000
€ 497.720
€ 140.000
€ 154.000
€ 604.622
€ 0
€ 0
€ 1.128.622
€0
€ 839.342
€ 1.108.622
€ 1.495.133
LASTEN
2013
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
huisvestingslasten GGD deels ongedekt
2014
2015
€ 190.448
€ 136.000
€ 136.000
€ 136.000
€ 0
€ 1.146.429
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
BTW frictiekosten SCD € 240.628
€ 237.887
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
Afkoop huurcontract Noordendijk
€ 280.670
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
personele lasten: afbouw overhead GGD ZHZ
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 0
€ 100.000
€0
personele lasten: afbouw directie en control GGD
€ 553.896
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
personele lasten: financiële consequenties sociaal plan voor GGD
€ 115.872
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
Kosten overloopkosten ABP
€ 133.842
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
€ 150.000
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
bijzondere lasten: boeteclausule SCD a.g.v. afbouw overhead ICT/P&O/FIN/JKC
personele lasten: JGZ-gerelateerd personeel dat bij GGD blijft
kosten projectmanagement ontvlechting, advies, migratie ICT, communicatie
Maatwerk 2012
Extra inhuur kosten JGZ 1e halfjaar 2012
4
€ 136.000
5
€0
€ 80.266
€0
€0
€0
€ 0
€0
€0
Totaal lasten
€ 2.989.310
€ 236.000
€ 236.000
€ 236.000
€0
€ 236.000
€ 0
totale lasten
€ 2.989.310
€ 236.000
€ 236.000
€ 236.000
€0
€ 236.000
€ 0
€ 286.213
€ 1.198.622
€ 604.622
€ 1.128.622
€ 839.342
€ 1.108.622
€ 1.495.133
€ 2.703.097
€ 1.740.475
€ 2.334.475
€ 847.853
€ 1.495.133
totale baten
31 december
Toelichting 1:
De bespraring die is gerealsiseerd in 2014 op de bovenformatieven ad € 430.000 is in 2013 ingezet ter
dekking van de exploitatie.
€ 24.769-
2015
€ 0
€ 0,00
2. Inwoner- en leerlingenbijdrage 2015
Conform begroting 2014, verdeelsleutel JGZ aangepast
Gemeenten
Inwoners Totaal (prev.
Program)
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Drechtsteden
Molenwaard
Giessenlanden
Gorinchem
Hardinxveld-G'dam
Leerdam
Zederik
Alblasserwaard &
Vijfheerenlanden
Binnenmaas
Cromstrijen
Korendijk
Oud-Beijerland
Strijen
Hoeksche Waard
Totaal
Regio Staf
VGZ
BLVS
1)
JPT
JGZ
2)
Digitaal
Dossier
JGZ 3)
Contact
moment
19.643
118.466
28.641
32.082
24.389
44.610
267.831
29.190
14.466
35.128
17.722
20.718
13.538
726.948
4.442.751
1.055.832
1.148.329
868.638
1.584.969
9.827.467
1.109.307
514.641
1.301.022
643.374
771.820
482.134
90.987
548.740
132.667
148.605
112.971
206.636
1.240.606
135.209
67.007
162.715
82.089
95.967
62.709
125.913
759.376
183.591
205.648
156.335
285.953
1.716.817
187.110
92.728
225.173
113.599
132.804
86.780
60.649
320.410
90.956
92.097
69.756
115.433
749.302
106.598
45.623
100.008
57.173
62.804
43.287
9.036
116.097
16.325
18.371
13.911
25.638
199.378
16.638
6.697
20.019
8.183
11.886
6.263
392.590
2.465.943
560.461
615.044
463.019
863.763
5.360.820
587.395
269.235
718.699
338.893
425.138
253.631
26.647
139.154
39.507
38.945
30.226
50.455
324.934
44.580
19.007
42.601
24.524
25.905
18.235
21.126
93.030
32.325
29.620
22.420
37.090
235.611
31.776
14.343
31.807
18.911
17.316
11.229
130.762
28.964
12.762
10.774
23.441
8.777
84.718
483.311
4.822.296
980.946
431.399
375.379
841.865
299.950
2.929.538
17.579.301
605.696
134.163
59.114
49.906
108.580
40.655
392.418
2.238.720
838.194
185.661
81.805
69.062
150.259
56.261
543.049
3.098.060
415.494
77.161
35.014
32.896
72.146
24.568
241.783
1.406.579
69.686
16.624
5.871
5.007
13.471
4.092
45.064
314.128
2.592.992
511.378
224.058
196.025
446.889
156.994
1.535.345
9.489.156
174.852
32.767
14.466
13.372
29.924
9.685
100.215
600.000
125.382
23.193
11.071
9.111
20.596
7.694
71.665
432.658
Uitvoering Prena-tale
szorg
programm
a
16.304
7.844
101.881
47.307
34.083
11.437
38.178
12.811
29.023
9.739
53.086
17.814
272.554
106.953
34.736
11.656
17.215
5.777
41.802
14.028
21.089
7.077
24.654
8.273
16.110
5.406
155.607
34.467
15.187
12.821
27.895
10.445
100.814
528.975
52.217
11.566
5.096
4.302
9.361
3.505
33.830
193.000
1) verdeeld op basis van aantal leerlingen 4 -19 jaar per gemeente
2) verdeeld op basis van de vaste gestelde combi-sleutel
3) verdeeld op basis van aantal jeugdigen 0-19
51
Tarieven 2015
Schaal
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
10A
11
11A
12
13
14
15
16
17
18
max
schaal
1.776
1.959
2.138
2.257
2.378
2.500
2.739
3.103
3.505
3.896
4.191
4.489
4.796
5.105
5.539
6.090
6.688
7.348
8.073
8.872
jaar
21.312
23.508
25.656
27.084
28.536
30.000
32.868
37.236
42.060
46.752
50.292
53.868
57.552
61.260
66.468
73.080
80.256
88.176
96.876
106.464
vt
8%
1.705
1.881
2.052
2.167
2.283
2.400
2.629
2.979
3.365
3.740
4.023
4.309
4.604
4.901
5.317
5.846
6.420
7.054
7.750
8.517
eju
6%
1.279
1.410
1.539
1.625
1.712
1.800
1.972
2.234
2.524
2.805
3.018
3.232
3.453
3.676
3.988
4.385
4.815
5.291
5.813
6.388
totaal
24.296
26.799
29.248
30.876
32.531
34.200
37.470
42.449
47.948
53.297
57.333
61.410
65.609
69.836
75.774
83.311
91.492
100.521
110.439
121.369
opslag wgTotaal
Overhead
lasten
schaalbedrag 44.400
7.594
8.129
8.721
9.123
9.553
10.051
10.979
12.616
14.440
16.214
17.089
17.907
18.751
19.600
20.790
22.304
23.945
25.757
27.747
29.941
31.890
34.928
37.969
39.999
42.084
44.251
48.449
55.065
62.388
69.511
74.422
79.317
84.360
89.436
96.564
105.615
115.437
126.278
138.186
151.310
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
30.900
Totaal
(I+J)
62.790
65.828
68.869
70.899
72.984
75.151
79.349
85.965
93.288
100.411
105.322
110.217
115.260
120.336
127.464
136.515
146.337
157.178
169.086
182.210
kp tarief
1.350 pu
46,51
48,76
51,01
52,52
54,06
55,67
58,78
63,68
69,10
74,38
78,02
81,64
85,38
89,14
94,42
101,12
108,40
116,43
125,25
134,97
kp+ tarief Markttarief
(p-gerel.)
5%
50,01
52,26
54,51
56,02
57,56
59,17
62,28
67,18
72,60
77,88
81,52
85,14
88,88
92,64
97,92
104,62
111,90
119,93
128,75
138,47
52,51
54,87
57,24
58,82
60,44
62,13
65,39
70,54
76,23
81,77
85,59
89,40
93,32
97,27
102,81
109,85
117,49
125,92
135,19
145,39
Let op !
De tarieven zijn exclusief BTW.
Daar waar van toepassing dient hiermee nog rekening gehouden te worden.
52
Bijdrage uitvoeringsprogramma's 2015
Gemeenten
Inwoners 2015
Gezond Gewicht
Uitvoeringsprogramma
Mentale Weerbaarheid
Verzuip JJT
Prenatale
Voorlichting
Totaalbijdrage 2015
per gemeente
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
19.643
118.466
28.641
32.082
24.389
44.610
6.476
0
9.442
10.577
8.040
14.707
9.817
59.204
14.313
16.033
12.188
22.294
0
42.630
10.307
11.545
8.776
16.053
8.061
51.687
11.379
12.347
9.244
17.436
24.353
153.521
45.441
50.501
38.249
70.489
Drechtsteden
267.831
49.241
133.849
89.311
110.154
382.556
14.466
35.128
29.190
17.722
20.718
13.538
4.769
11.581
9.623
5.842
6.830
4.463
7.229
17.555
14.588
8.857
10.354
6.766
5.206
12.641
10.504
6.377
7.455
4.872
12.104
5.314
14.935
6.794
8.848
5.025
29.308
47.091
49.650
27.870
33.487
21.126
130.762
43.109
65.349
47.055
53.020
208.532
Binnenmaas
Cromstrijen
Korendijk
Oud-Beijerland
Strijen
28.964
12.762
10.774
23.441
8.777
9.549
4.207
3.552
7.728
2.894
14.475
6.378
5.384
11.715
4.386
10.423
4.592
3.877
8.435
3.158
9.773
4.267
3.817
8.943
3.025
44.220
19.444
16.630
36.821
13.464
Hoeksche Waard
84.718
27.929
42.338
30.486
29.826
130.579
483.311
120.279
241.536
166.852
193.000
721.667
0,25
0,50
0,35
0,40
1,49
Giessenlanden
Gorinchem
Molenwaard
Hardinxveld-G'dam
Leerdam
Zederik
Alblasserwaard & Vijfheerenlanden
Totaal
Bijdrage per inwoner
Direkte bijdrage Gezond Gewicht Gem. Dordrecht
Totaal bijdrage uitvoeringsprogramma 2015
39.134
721.667
Inwonersaantal x bijdrage per inwoner 483,311 x 1,49
721.667
Prenatale voorlichting is in afwijking tot de overige programma's verdeeld op basis van het percentage van de doeluitkering
53
Bijlage 5 overzicht gebruikte afkortingen
DG & J
GR
BLVS
OCD
JGZ
SOJ
RAV
BBV
RMC
AMHK
Bjz
BNG
Wet Fido
BWS
WPG
RPP
MMK
PSH
OGGZ
JPT
PGB
ZIN
Zorginkoop LTA
Dienst Gezondheid & Jeugd
Gemeenschappelijke Regeling
Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten
Onderzoeks Centrum Drechtsteden
Jeugdgezondheidszorg
Service Organisatie Jeugd
Regionaal Ambulance Vervoer
Besluit Begroting en Verantwoording voorschriften
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt
Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Bureau Jeugdzorg
Bank Nederlandse Gemeenten
Wet Financiering Decentrale Overheden
Besluit Woninggebonden Subsidies
Wet Publieke Gezondheid
Regionaal Programma Preventie
Medische Milieu Kunde
Psycho Sociale Hulpverlening
Openbare Geestelijke Gezondheidzorg
Jeugd Preventie Team
Persoon Gebonden Budget
Zorg in Natura
Zorginkoop Landelijk Transitie Arrangement
54
6 By 3 - Concept Zienswijze DG&J.pdf
Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ
T.a.v. het Algemeen Bestuur
Karel Lotsyweg 40
3318 AL Dordrecht
Geacht bestuur,
Datum
9 december 2014
Op 3 november 2014 hebben wij de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2016-2018
voor de GR Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid ontvangen.
Betreft
Zienswijze
Graag maken wij van de gelegenheid gebruik om, namens onze gemeenteraad, een
zienswijze in te dienen.
Bijlagen
nvt
Dienst Gezondheid & Jeugd
Het realiteitsgehalte van de begroting 2015 is t.o.v. de ontwerpbegroting 2015 fors
toegenomen. Wel zijn we geschrokken van de hierdoor ontstane “bezuinigingsopgave /
inwonerbijdrage” (hierna te noemen: taakstelling) ad € 3.451.000 vanaf 2015. Weliswaar sluit de begroting 2015 met een voordelig resultaat ad € 526.000. Per saldo is het
zg. “netto resultaat opschalen begroting” € 2.925.000. Zie de tabel op blz. 17 van uw
begroting.
Uw kenmerk
Diverse -in uw bestuursrapportage 2014 gemelde- risico’s manifesteren zich in 2015,
waardoor het begrote resultaat 2015 exclusief taakstelling verslechtert t.o.v. uw prognose 2014.
We hebben in dubio gestaan om niet in te stemmen met uw begroting 2015. Legitieme
redenen hiervoor zijn: 1) geen uitgewerkt(e) bezuinigingspakket/oplossingsrichtingen
inzake taakstelling, 2) geen onderliggende productenbegroting, 3) risicoparagraaf met
veel p.m.-posten, 4) niet voldaan aan provinciale voorschriften qua presentatie / oplossingsrichtingen voor taakstelling en 5) niet voldaan aan BBV-voorschriften.
Desalniettemin hebben we na lang beraad, in het belang van de RAV en de Serviceorganisatie Jeugdhulp, besloten om onder voorwaarden in te stemmen met uw begroting
2015. Belangrijkste overweging hierbij is, dat uw dienst dan kan sturen op reële(re)
financiële kaders ofschoon dit een voorlopige begroting 2015 is. We houden uw toezegging in ons achterhoofd, dat een definitieve begroting 2015 -voorzien van oplossingsrichtingen- volgt in het 1e kwartaal 2015. Ook geven we hiermee aan, dat we
(moeten kunnen) vertrouwen in de aanpak van de dienst. Het is aan u om dit vertrouwen niet te beschamen in de precaire financiële en politieke situatie, waarin uw dienst
Kopieën aan:
Archief
Ons kenmerk
Uw brief van
3 november 2014
Afdeling
WEZ
Telefoon direct
0184-495885
Fax
Behandeld door
R.E.B. Dorst
Bezoekadres
Industrieweg 11
3361 HJ Sliedrecht
-2zich bevindt.
Onze voorwaarden, om in te kunnen stemmen met de begroting 2015, zijn:
1. verlaging taakstelling met € 526.000
2. geen extra personeel zonder extra inkomsten/bezuinigingen
3. voortzetting vacature-/investeringsstop
4. oplossingsrichtingen bezuinigingspakket
5. uitgebreidere bedrijfsvoeringparagraaf Personeel
6. onderbouwing onvermijdbare posten
7. nota Weerstandsvermogen.
Ad 1. Verlaging taakstelling met € 526.000
Uit uw begroting 2015 blijkt een voordelig resultaat van € 526.000 (i.c. overschot op de regiomiddelen). Wij raden u aan om dit resultaat –zoals ook weergegeven in de tabel “Aanpassingen begroting 2015” op blz. 17- te verrekenen met de taakstelling ad € 3.451.000. De herziene taakstelling
bedraagt dan € 2.925.000 en het begrote resultaat 2015 wordt nihil.
Ad 2. Geen extra personeel zonder extra inkomsten/bezuinigingen
De begroting is gebaseerd op de toegestane formatie van 110 fte. De personele bezetting in 2014
(exclusief boventalligen) is echter meer dan deze toegestane formatie. Wij adviseren u om in 2015
alleen inzet van extra personeel te overwegen, wanneer dit vanuit extra inkomsten in 2015 c.q.
bezuinigingen in 2015 gefinancierd kan worden.
Ad 3. Voortzetting vacature-/investeringsstop
We dringen erop aan, om uw reeds ingezette bezuinigingsmaatregelen (zoals vacature-/ investeringsstop en extra checks op nut/noodzaak van uitgaven) te continueren in het 1e kwartaal 2015.
Pas nadat het Algemeen Bestuur het bezuinigingspakket voor het oplossen van de taakstelling heeft
bekrachtigd, kunnen deze vergaande maatregelen heroverwogen worden.
Ad 4. Oplossingsrichtingen bezuinigingspakket
U staat voor de opgave om de structurele taakstelling ad € 3.451.000 te voorzien van bezuinigings/ombuigingsmaatregelen.
Wij gaan ervan uit, dat u –conform uw toezegging- ons in het 1e kwartaal van 2015 inzage biedt in
de oplossingsrichtingen:
 bezuinigingen
Hierbij kan gedacht worden aan: kostenreductie, efficiencymaatregelen, ombuigingsinventarisatie en invulling “oude” overheadtaakstelling door uitplaatsing jeugdgezondheidszorg.
 kerntakendiscussie c.q. nieuw-voor-oud beleid
De heroverweging van kerntaken en het principe van nieuw-voor-oud-beleid liggen voor de
hand gezien uw taakstelling en het verslechterende financiële perspectief bij gemeenten.
 verhoging tarieven
De verkooptarieven dienen (meer) in overeenstemming te zijn met de reële kostprijzen. Mogelijk leidt dit tot een noodzakelijke tariefsverhoging. We zijn ons bewust, dat deze maatregel
kan leiden tot een volumedaling (afname minder diensten/uren) door niet/nauwelijks geïndexeerde budgetten bij gemeenten. En we zijn dan benieuwd hoe u deze nadelige effecten opvangt.
 verhoging inwonerbijdragen.
Ook voor wettelijke taken dient sprake te zijn van een acceptabele prijs-/kwaliteit-verhouding.
Graag ontvangen we de bij u beschikbare benchmark-gegevens.
We zijn ons ervan bewust, dat het invullen van de taakstelling kan leiden tot een forse lastenverzwaring bij de gemeenten (in geval van verhoging tarieven/inwonerbijdrage). Dit betekent dan een
-3forse extra druk op onze gemeentelijke bezuinigingsopgaven. We dringen derhalve aan op een gebalanceerde mix in de oplossingsrichtingen. De pijn wordt dan verdeeld over zowel de dienst als de
gemeenten.
Ook vragen wij u ons periodiek (in ieder geval bij alle P&C-documenten) te informeren over de
voortgang/realisatie van de in gang te zetten oplossingsrichtingen.
Ad 5. Uitgebreidere bedrijfsvoeringparagraaf personeel
De huidige paragrafen Formatie en Personeel & Organisatie zijn in onze ogen te summier. Wij
adviseren u om voortaan in alle P&C-documenten meer aandacht te schenken aan de personele
inzet (aantal fte’s, loonkosten, verzuimindicatoren, leeftijdsopbouw etc.). Zo ontstaat meer inzicht
in deze grootste kostenpost van de dienst. Vanzelfsprekend gaan wij uit van een actief mobiliteitsbeleid voor de boventallige medewerkers.
Ad 6. Onderbouwing onvermijdbare posten
Wij adviseren u kritisch te kijken naar de posten, die nu als onontkoombaar zijn opgevoerd in de
tabel op blz. 17. Alvorens tot uitvoering over te gaan, adviseren wij u om per onderdeel een uitgebreide(re) toelichting en kostenspecificatie ter besluitvorming van het Algemeen Bestuur voor te
leggen. Daar waar sprake is van nieuw beleid, dient u ook nieuw-voor-oud beleid als mogelijke
oplossingsrichting in ogenschouw te nemen.
Ad 7. Nota weerstandsvermogen
De dienst heeft geen reserves om tegenvallers op te vangen. Ook voorziet de begroting 2015 niet in
een post onvoorzien. Elke tegenvaller kan dan effect hebben op de gemeente als risicodrager.
Inmiddels heeft u een risico-inventarisatie laten uitvoeren. Het door u voorgestelde benodigde
weerstandsvermogen ad € 843.760 lijkt ons –mede gezien het aantal p.m. posten- aan de lage kant.
Wij adviseren een meer conservatieve benadering van het geschetste risicoprofiel. Ook vragen wij
u om uw dienst te laten uitwerken op welke wijze en bij wie (dienst of gemeenten) het weerstandsvermogen kan worden opgebouwd.
Wij zien uw inhoudelijke reactie hierop (bijvoorbeeld in de vorm van een herziene nota weerstandsvermogen) graag bij de herziene begroting in het 1e kwartaal 2015 tegemoet.
Regionale Ambulancevoorziening Zuid-Holland Zuid (RAV)
De financiële cijfers van de begroting RAV 2015 komen overeen met die van de ontwerp begroting
2015 met verzenddatum 27 mei 2014.
Serviceorganisatie Jeugdhulp Zuid Holland Zuid
U presenteert een summiere, sluitende begroting 2015 voor de serviceorganisatie Jeugd.
Wij kunnen onder voorwaarden instemmen met deze begroting:
besluitvorming colleges over herschikking middelen
De cijfers in de begroting 2015 wijken af van de vastgestelde cijfers in het Beleidsrijk Transitie-arrangement. Dit kunnen we verklaren door herschikking van het budget voor de Gecertificeerde Instellingen. De advies-/meldfunctie voor de uitvoering van het Advies en Meldpunt
Huiselijk geweld en Kindermishandeling blijft voor 2015 bij de Gecertificeerde Instelling. De
taken van het Crisis Interventie Team en het Jeugd Preventie Team worden voor 2015 ook gepositioneerd bij de Gecertificeerde Instelling. Het besluit tot herschikking van de middelen ligt
nu aan ons college voor. Zodra alle colleges dit besluit hebben genomen, kan de door u voorgestelde onderverdeling van middelen van kracht zijn.
 risicoparagraaf

-4-

In het Beleidsrijk Transitie-arrangement is een risicoparagraaf opgenomen. Het verbaast ons
derhalve, dat u geen risicoparagraaf in de begroting heeft opgenomen. Wij vragen u om alsnog
een risicoparagraaf op te nemen, waarbij u ook aandacht besteedt aan de mogelijke nadelige
effecten van het inkooptraject.
Herziene begroting 2015
Wij vragen u om een volwaardige programmabegroting 2015, die voldoet aan de eisen vanuit
BBV en provincie. Wij zien deze gelijktijdig met de herziene begroting 2015 van de dienst Gezondheid & Jeugd in het 1e kwartaal 2015 tegemoet.
Gevraagd
Wij zien uw reactie op deze zienswijze graag -bij voorkeur voor begrotingsbehandeling door het
Algemeen Bestuur in december 2014- tegemoet.
Wij verzoeken u tot slot om voldoende tijd in te ruimen voor de zienswijzen van de Raad op de
herziene begroting 2015 incluis bezuinigingspakket/oplossingsrichtingen, die u –conform uw toezegging- aanbiedt in het 1e kwartaal 2015.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
drs. C.A. de Haas MBA
drs. A.P.J. van Hemmen
7 By 4 - aanbiedingsbrief geactualiseerde begroting GRD.pdf
8 By 5 Geactualiseerde begroting 2015 GRD.pdf
Concept
Geactualiseerde begroting 2015
GR Drechtsteden
Versie dd 11 november 2014
2
INHOUDSOPGAVE
1
1.1
Inleiding
Budgettaire kaders en uitgangspunten
5
5
2
2.1
2.2
2.3
Programma's
Beleid en Bestuur
Sociale Dienst Drechtsteden
Bedrijfsvoering
A. Ingenieursbureau Drechtsteden
B. Servicecentrum Drechtsteden
C. Gemeentebelastingen Drechtsteden
D. Onderzoekcentrum Drechtsteden
E. Bureau Drechtsteden
8
8
12
33
33
35
40
44
47
3
3.1
3.2
Overige paragrafen
Risicomanagement
Personeelsoverzichten
49
49
51
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Financiële begroting
Recapitulatie programmabegroting
Begrotingswijziging
Algemene dekkingsmiddelen
Resultaatbestemming
52
52
53
54
54
Bijlagen
Bijdrage per gemeente
55
3
4
1.
Inleiding
Voor u ligt de geactualiseerde begroting 2015. Met deze begroting wordt invulling gegeven aan de
kaders en uitgangspunten zoals deze door de Drechtraad voor de zomer zijn vastgelegd in de
primaire begroting 2015. In dit document kunt u lezen hoe het bestuur vormt geeft aan de
beleidsdoelstellingen en welke middelen hiervoor worden ingezet.
De belangrijkste wijziging van de begroting betreft het aanpassen en toevoegen van de budgetten
voor de uitvoering van de Participatiewet en de nieuwe taken van de WMO 2015. Daarnaast zijn de
actuele Rijksbudgetten verwerkt.
De GRD-begroting stijgt daardoor met € 50 miljoen, naar € 320 miljoen. Ook de GRD-organisatie
groeit hierdoor in 2015. De personeelsformatie stijgt met 80 fte naar 870 fte.
In het begrotingsprogramma van de Sociale Dienst (hoofdstuk 2.2) zijn de wijzigingen in het sociaal
domein toegelicht.
In de actualisering van begroting 2015 zijn nu nog niet opgenomen de financiële consequenties van
het nieuwe Uitvoeringsprogramma Drechtsteden 2014-2018. Het uitvoeringsprogramma doorloopt
momenteel de bestuurlijke besluitvormingsprocedure. De financiële consequenties voor de begroting
van de GRD kunnen pas in begroting 2015 worden vertaald ná de (definitieve) bestuurlijke
besluitvorming.
1.1
Budgettaire kaders en uitgangspunten
De gehanteerde kaders en uitgangspunten zijn conform de beleidslijnen van vorige begrotingen. Bij de
primaire begroting 2015, vastgesteld door de Drechtraad op 1 juli 2014, is de indeling van de
begroting in begrotings-programma’s aangepast. Deze nieuwe indeling is nu gehandhaafd.
Voorheen had elk bedrijfsonderdeel van de GRD een eigen begrotingsprogramma. Bij de nieuwe
indeling wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de beleidsvelden en anderzijds de interne
bedrijfsvoering. Hierdoor komt meer nadruk te liggen bij de beleidsinhoudelijke aspecten van de
begroting. Met de nieuwe indeling sluit de opzet van de begroting ook beter aan bij de structuur en
inhoud van het regionaal meerjarenprogramma.
Bij de Sociale Dienst zijn beleidsinhoud en -uitvoering nauw verweven. Mede gezien de financiële
omvang is daarom voor de Sociale Dienst een afzonderlijk begrotingsprogramma gehandhaafd.
In de begroting zijn alle bedragen in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven.
Indexering staand beleid
Volgens het financieel beleid worden budgetten en gemeentelijke bijdragen jaarlijks aangepast voor
loon- en prijsontwikkelingen, op basis van de raming van het Centraal Plan Bureau. Volgens de
kortetermijnramingen van september 2014 kent 2015 een prijsstijging van 1,25% (prijsmutatie bruto
binnenlands product). De CPB-raming van de loonkostenstijging is in 2014 2,0% en in 2015 1,75%
(loonvoet sector overheid). Dit komt overeen met de loonkostenstijging waar gemeenten en GRD mee
worden geconfronteerd op basis van de nieuwe CAO.
Voorgesteld wordt de loonkostenstijging die voortvloeit uit de nieuwe CAO in de begroting 2015 te
verwerken, en een aanpassing voor de prijsstijgingen achterwege te laten. Voor begroting 2015 wordt
de loonkostenstijging dan niet binnen de taakstelling opgevangen. Bij de voorbereiding van de
begroting 2016 en de verwerking van de mei- en septembercirculaires 2015 van het gemeentefonds
zal dit element opnieuw in overweging worden genomen.
In totaal bedraagt de structurele loonkostenstijging voor de GRD € 900.000, dat is gemiddeld 1,9%. In
de begroting zijn de bedragen per GRD-dochter opgenomen.
Rekenrente
Voor het financieren van investeringen (bijvoorbeeld in ICT) trekt de GRD geld aan uit de geld- en
kapitaalmarkt. Om de rentekosten daarvan te dekken wordt een interne rekenrente gebruikt. Die
calculatorische rente wordt als kosten opgenomen in de begroting van de diverse begrotingsprogramma’s, met name die van het Servicecentrum.
De interne opbrengst van de rekenrente versus de werkelijk betaalde rente leidt tot het renteresultaat
dat is opgenomen bij de Algemene dekkingsmiddelen.
5
De rekenrente bedraagt op dit moment 4%. De werkelijke rentekosten zijn lager. GRD heeft één
lening opgenomen die een rente kent van 2,6%. Deze lening wordt in 2016 geheel afgelost. Er is dus
sprake van een positief renteresultaat. Daarvan wordt via de begroting € 150.000 aan het SCD
toegerekend. Het resterend renteresultaat krijgt via de vaststelling van de jaarrekening een
bestemming.
Aangezien de rente op geld- en kapitaalmarkt al een aantal jaren laag is, wordt nu voorgesteld de
interne rekenrente te verlagen naar 3%. Voor de totale begroting heeft dat geen effect, maar het geeft
wel een zuiverder beeld van de exploitatielasten.
Voor de begroting van het Servicecentrum betekent het dat de lasten dalen, in 2015 met € 129.000,
terwijl tegelijkertijd de bijdrage aan het SCD vanuit de Algemene dekkingmiddelen met hetzelfde
bedrag afneemt. Per saldo is het effect nihil.
Bij de 1e en 2e burap zal wordt gerapporteerd over het renteresultaat en zal een eventuele nieuwe
bijdrage van het renteresultaat aan de exploitatie van het SCD worden bezien.
Taakstellingen
Sinds 2010 heeft de GRD een jaarlijks oplopende bezuinigingstaakstelling, die leidt tot een structurele
daling van de gemeentelijke bijdragen met 10% in 2015, totaal € 6,0 miljoen. Deze bezuiniging is
vastgesteld om een bijdrage te leveren aan de financiële krapte bij de gemeenten, via het principe van
“samen trap op, samen trap af”. In 2015 is het volledige bedrag van de taakstelling gerealiseerd en
structureel in de begroting verwerkt. Deze taakstelling heeft de volgende opbouw over de jaren.
(Bedragen x € 1.000)
Totaal
2011
2.000
2012
3.500
2013
4.500
2014
5.500
2015
6.000
De maatregelen om deze taakstelling te realiseren zijn inmiddels vastgesteld en uitgevoerd. Voor het
grootste deel zijn de bezuinigingen gerealiseerd door het optimaliseren van de interne werkprocessen
en efficiency. Dit heeft onder andere geleid tot een daling van de personeelsformatie met 10%.
Sociale Dienst (€ 1,1 miljoen ketenkorting) en Servicecentrum (€ 1,0 miljoen VIP) hebben uit het
verleden ook nog specifieke taakstellingen die ook reeds geheel in de begroting zijn verwerkt.
Zomermotie 2012
De Drechtraad heeft in juli 2012 de zomermotie aangenomen, met een aanvullende taakstelling van €
450.000 om de budgetstijging voor het onderdeel Bestuur en staf op te vangen. Dit
bezuinigingspakket is als volgt vastgesteld, en reeds verwerkt in de geactualiseerde begroting 2015.
2013
2014
2015
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
GBD – inbesteden werkzaamheden
GBD – doorontwikkeling tax.software
GBD – strategische personeelsplanning
GBD – omzetten inhuur - vast
GBD – contract software
BDS – bijdrage WEB
BDS – bijdrage WMO regiegroep
BDS – bijdragen klachtencommissie
BDS – budget ONS-D
BDS – formatie en inhuur
OCD – verlaging basispakket
€ 10.000
€ 17.000
€ 25.000
€ 10.000
€ 15.000
€ 30.000
€ 55.000
€ 23.000
€ 17.000
€ 51.000
€ 25.000
€ 10.000
€ 20.000
€ 50.000
€ 50.000
Totaal
€77.000
€ 450.000
€ 373.000
Taakstelling Zomermotie
Incidentele dekking
2016
2017
30.000
55.000
98.000
23.000
17.000
51.000
25.000
10.000
20.000
50.000
50.000
€ 30.000
€ 85.000
€ 139.000
€ 23.000
€ 17.000
€ 51.000
€ 25.000
€ 10.000
€ 20.000
€ 50.000
€ 50.000
€ 30.000
€ 85.000
€ 139.000
€ 23.000
€ 17.000
€ 51.000
€ 25.000
€ 10.000
€ 20.000
€ 50.000
€ 50.000
€331.000
€429.000
€500.000
€500.000
€ 450.000
€ 119.000
€ 450.000
€ 21.000
€ 450.000
-
€ 450.000
-
De incidentele dekking wordt in de loop van 2015 ingevuld.
e
2 ronde trap af
De meicirculaire 2013 van het gemeentefonds heeft geleid tot een nieuwe financiële taakstelling. De
generieke kortingen op het gemeentefonds zijn vertaald in een extra bezuinigingsopgave, bovenop de
e
1 ronde trap af, en de zomermotie.
6
e
De Drechtraad heeft in januari 2014 de kaders hiervoor vastgesteld. De 2 ronde trap af heeft de
volgende omvang:
%
Bedrag
(x € 1 miljoen)
2014
1,5
€ 1,0
2015
3,0
€ 2,0
2016
4,5
€ 3,0
Het bezuinigingsbedrag is daarbij gebaseerd op de beïnvloedbare gemeentelijke bijdragen uit de
primaire begroting 2014 (totaal € 66 miljoen).
e
De bezuinigingen uit de 2 ronde trap af zijn nog niet in de geactualiseerde begroting 2015 verwerkt.
De Drechtraad ontvangt hiervoor eind 2014 inhoudelijke voorstellen. Na besluitvorming over die
e
voorstellen vindt de financiële vertaling plaats bij de 1 burap 2015.
De bezuinigingsbedragen zijn niet taakstellend in de begroting opgenomen. De toezichthouder,
provincie Zuid-Holland, accepteert geen financiële taakstellingen in de begroting zonder inhoudelijke
onderbouwing. Daarnaast zijn de consequenties voor de gemeentelijke bijdragen sterk afhankelijk van
de inhoud van de bezuinigingsmaatregelen, in verband met de verschillende verdeelsleutels.
7
2.
Programma’s
2.1
Beleid en Bestuur
Dit is een staand beleid begroting. Dat betekent dat er voor dit programma geen nieuwe
beleidsvoorstellen zijn opgenomen. De basis voor dit programma-onderdeel is afgelopen jaren het
regionale meerjarenprogramma 2012-2014 (rMJP) geweest. Dit rMJP wordt in 2014 afgerond. Vanaf
april 2014 is gewerkt aan een nieuw politiek-maatschappelijk rMJP. Allereerst heeft de Drechtraad een
raadsprogramma opgesteld. Daarna heeft het Drechtstedenbestuur een hierop gebaseerd
uitvoeringsprogramma opgesteld. Beide documenten vormen samen het nieuwe rMJP. Op moment
van schrijven van deze begroting is de besluitvorming over het nieuwe rMJP nog niet afgerond. Nadat
besluitvorming over dit nieuwe rMJP is afgerond zal het verder worden vertaald in jaarlijks uit te
voeren activiteiten, in 2015 samenkomend in een werkprogramma 2015 dat onderdeel van de
begroting 2015 zal vormen en dat mee gaat lopen in de reguliere P&C cyclus van de GRD.
Totaal van het begrotingsprogramma
Primaire begroting 2015
Lasten
Fysiek
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
2.040
2.167
127
2.047
2.174
127
7
7
0
Economie
758
758
0
759
759
0
1
1
0
Sociaal
758
758
0
759
759
0
1
1
0
1.957
1.957
0
1.978
1.978
0
21
21
0
127
0
-127
127
0
-127
0
0
0
5.640
5.640
0
5.669
5.669
0
29
29
0
Bestuur en
staf
Mutaties
reserve
Geraamd
resultaat
Onderdeel Fysiek, Economie en Sociaal
Wat willen we bereiken?
In maart 2014 zijn verkiezingen bij de zes Drechtstedengemeenten geweest. Deze verkiezingen
hebben geleid tot veranderingen en verschuivingen in het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad.
Onder aansturing van de Drechtraad is inmiddels een aanzet gegeven voor een nieuw politiek en
maatschappelijk gedragen regionaal Meerjarenprogramma 2014-2018 in de vorm van een
raadsprogramma met ambities en speerpunten op de onderdelen fysiek, economie en sociaal. Op
basis van het raadsprogramma heeft het Drechtstedenbestuur een concept uitvoeringsprogramma
opgesteld. De besluitvorming over dit uitvoeringsprogramma is nog niet afgerond.
Afhankelijk van de besluitvorming zullen de onderdelen fysiek, economie en sociaal van het
programma beleid worden ingevuld. Bij het opstellen van deze begroting (eind 2014) wordt dus nog
gewerkt aan de hand van het meerjarenprogramma Drechtsteden 2011-2014 (rMJP). In dit rMJP zijn
de volgende speerpunten benoemd.
Maritieme en logistieke topregio; met als doel het versterken van economische activiteiten door
het scheppen van goede randvoorwaarden die investeringen door het bedrijfsleven mogelijk
maken en door verbindend te zijn tussen overheid, ondernemers en onderwijs.
Aantrekkelijk woonklimaat; gericht op verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving door
aantrekkelijke en veilige woonmilieus te maken, het voorzieningenniveau op orde te hebben, en
aantrekkelijke groene recreatieve landschappen te behouden en te verbeteren.
Sociaal sterk; gericht op vergroting van de participatie in de samenleving; het versterken van de
zelfredzaamheid en de sociale veiligheid door mensen in staat te stellen zelf te voorzien in werk
en in sociale netwerken. Als dit niet lukt, bieden we een sociaal vangnet.
8
Doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking; ter versterking van de realisatiekracht van
de Drechtsteden in de inhoudelijke strategische agenda is de inzet gericht op de doorontwikkeling
van de Drechtstedensamenwerking.
Wat gaan wij daarvoor doen?
Om de in het nieuwe rMJP opgenomen ambities te kunnen realiseren wordt het regionaal
werkprogramma 2015 opgesteld. Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in de eerste wijziging van de
actuele begroting 2015, nadat vaststelling van het Uitvoeringsprogramma van het
Drechtstedenbestuur heeft plaatsgevonden. De nu voorliggende begroting gaat nog uit van de
financiële kaders zoals tot nu toe gehanteerd rondom het rMJP 2011-2014.
Hoe gaan we dit meten?
Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in de eerste wijziging van de actuele begroting 2015, nadat
vaststelling van het Uitvoeringsprogramma van het Drechtstedenbestuur heeft plaatsgevonden.
Wat gaat het kosten?
Dit onderdeel is een clustering van de drie beleidsprogramma’s fysiek, economie en sociaal.
Primaire begroting 2015
Lasten
Fysiek
Economie
Sociaal
Mutaties
reserve
Geraamd
resultaat
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
2.040
2.167
127
2.047
2.174
127
7
7
0
758
758
0
759
759
0
1
1
0
758
758
0
759
759
0
1
1
0
127
0
-127
127
0
-127
0
0
0
3.683
3.683
0
3.692
3.692
0
9
9
0
Ten opzichte van de primaire begroting nemen de lasten en baten toe met € 9.000. In de
resultatenanalyse is de verklaring opgenomen van dit verschil.
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000)
Toelichting
A
B
C
A
B
C
Omschrijving afwijking
Lasten
CAO stijging
Bijdrage Bestuursaccoord Water
Lagere kosten OCD
Subtotaal
Baten
CAO stijging
Bijdrage Bestuursaccoord Water
Lagere gemeentelijke bijdrage kosten
OCD
Subtotaal
Totaal baten en lasten
Mutaties reserve
Geraamd resultaat
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
S
19
-19
Alle zes
I
S
5
-5
Alle zes
24
-9
S
I
15
15
19
5
S
19
5
Alle zes
Alle zes
15
24
9
0
15
9
0
9
0
0
9
9
0
Toelichting:
A. CAO stijging
Als gevolg van de CAO onderhandelingen zullen de personele lasten op het programma € 19.000
hoger uitkomen.
B. Bijdrage Bestuursaccoord Water
In het Bestuursaccoord Water wordt samenwerking in de waterketen tussen gemeenten en
waterschappen geregeld. De VNG levert hierbij ondersteuning. Deze (verplichte) ondersteuning kost
€5.000 per jaar voor de Drechtsteden-gemeenten. Deze bijdrage geldt voor de jaren 2014 tot en met
2016. De bijdrage zal via de bijdragenstaat opgehaald worden bij de zes gemeenten.
9
C. lagere kosten OCD
Het tweede orde effect door de wijziging van de financiering van het Onderzoekcentrum Drechtsteden
is nu in de begroting verwerkt. Dit leidt tot € 15.000 lagere lasten en lagere gemeentelijke bijdragen.
Onderdeel Bestuur en Staf
Wat willen we bereiken?
Bestuur
sterke, aantrekkelijke,
bereikbare regio
politiek/maatschappelijk
gestuurd rMJP
programmering: helder
belegde bevoegdheden
doortastend bestuur,
politiek gecontroleerd
efficiënte en effectieve
ambtelijke organisatie
Op 1 oktober 2013 heeft de Drechtraad zijn visie op de
samenwerking en toekomst van de Drechtsteden
vastgesteld Deze visie op de samenwerking en toekomst
van de Drechtsteden geeft overzicht van de principes voor
de samenwerking, de principes voor de strategische
agenda Drechtsteden en de programmering, de principes
voor het netwerkbestuur, en de principes voor het
organisatienetwerk.
Aan de hoofdnotitie is een notitie met uitwerking van de
toekomst van het netwerkbestuur verbonden, waarmee de
Drechtraad een aantal belangrijke besluiten neemt over
concrete maatregelen ter versterking van het
netwerkbestuur, ondersteunend aan de opdracht van het
bestuur de ambities, opgaven en taken die aan de regio
zijn toebedeeld te realiseren.
Na de gemeenteraadsverkiezingen bij de zes
Drechtstedengemeenten is na een formatieproces op 1 juli
het nieuwe Drechtstedenbestuur aangewezen.
De Drechtraad heeft direct bij zijn installatie op 15 april 2014 het initiatief genomen tot formulering van
zijn ambities voor de regio Drechtsteden. Dit heeft geleid tot de Contouren Raadsprogramma
Drechtraad 2014-2018, in het verlengde waarvan de Drechtraad in zijn vergadering van 1 juli 2014
aan het Drechtstedenbestuur opdracht heeft gegeven zijn Uitvoeringsprogramma op te stellen. In de
zomermaanden heeft het Drechtstedenbestuur hierop een Concept Uitvoeringsprogramma
Drechtstedenbestuur 12014-2018 opgesteld en direct na het zomerreces ter agendering aan de
Drechtraad aangeboden. Het proces van behandeling regionaal en inbreng van zienswijzen lokaal is
voorzien in het najaar van 2014.
Staf
Samen met de gemeenten proberen wij ons werk zo slim mogelijk uit te voeren, tegen zo laag
mogelijke kosten. Zodat de middelen die we daarmee voor de gemeenten uitsparen, ingezet kunnen
worden voor de leefbaarheid in de wijken, voor veilige wegen of voor goed onderwijs. Vanuit de
concernstaf sturen wij op het leveren van een zo groot mogelijke meerwaarde voor onze eigenaren en
klanten. De GRD biedt excellente dienstverlening, om de gemeenten te ondersteunen in hun
kerntaken en bij het bereiken van hun doelen.
Dit doen wij:
Met publieke zakelijkheid: we combineren maatschappelijke betrokkenheid en kennis van
omgeving en het netwerk, met professionele fermheid, zakelijkheid en doelmatigheid.
Met degelijkheid: onze klanten en eigenaren mogen vertrouwen op gedegen producten tegen
een acceptabele prijs, met continuïteit in kwaliteit en levering.
Met innovatie: we zoeken voor onze klanten continu naar mogelijkheden om producten te
verbeteren en kosten te verlagen, om onze doelmatigheid te verhogen. Daarbij zijn we
grensverleggend zonder risico’s te vergroten.
10
De GRD-organisatie is sterk in ontwikkeling. Vanuit een pioniersfase zijn we inmiddels gegroeid naar
een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag
worden verwacht. Daartoe zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze
eigenaren/klanten naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen te
stroomlijnen en onze kosten te verlagen. Vanuit onze wens om continu te innoveren zien wij de nodige
verbeterpunten. Daarnaast hebben wij een aantal krachtige punten die we nog verder willen benutten.
Wat gaan we daarvoor doen?
Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt in de eerste wijziging van de actuele begroting 2015, nadat
vaststelling van het Uitvoeringsprogramma van het Drechtstedenbestuur heeft plaatsgevonden.
Hoe gaan we dit meten?
Op dit moment zijn er geen indicatoren benoemd. Er vindt bewaking plaats op de voortgang van de
totstandkoming van deze producten.
Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2015
Lasten
Saldo van
baten en
lasten
Mutaties
reserve
Geraamd
Resultaat
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1.957
1.957
0
1.978
1.978
0
21
21
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.957
1.957
0
1.978
1.978
0
21
21
0
Omschrijving afwijking
Lasten
I/S
Voordeel
Nadeel
CAO stijging
Subtotaal
Baten
S
0
21
21
-21
-21
CAO stijging
Subtotaal
S
21
21
0
21
21
0
Totaal baten en lasten
Mutaties reserve
21
0
21
0
0
0
Geraamd resultaat
21
21
0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000)
Toelichting
A
A
Saldo
Gemeente
Zes gemeenten
A. CAO stijging
Als gevolg van de CAO onderhandelingen zullen de personele lasten op het programma € 21.000
toenemen.
11
2.2
Sociale Dienst Drechtsteden
Verandering
De omgeving verandert
2015 is het jaar van grote veranderingen in het sociale domein. Niet eerder in de recente geschiedenis
heeft een kabinet, binnen één domein, op hetzelfde moment, op zoveel onderdelen, zulke grote
hervormingen doorgevoerd. De belangrijkste van deze veranderingen worden manifest op 1 januari
2015. Dan zullen de nieuwe Jeugdwet, de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg, de Wmo
2015 en de Participatiewet (met daarin opgenomen de eerder beoogde aanpassingen in de Wet Werk
en Bijstand) van kracht worden. Bovendien is in 2014 al fors ingegrepen op het gebied van het
arbeidsrecht (verkorting ww-duur, aanpassing flexwet, etc.) en zijn maatregelen genomen die (op
termijn) negatief kunnen doorwerken in de koopkracht van specifieke groepen burgers (intrekking
financiële regelingen chronisch zieken en gehandicapten, maatregelen woonakkoord, invoering
leenstelsel studiefinanciering, hervorming kindregelingen, etc.).
Tegen de achtergrond van deze verander(en)de werkelijkheid speelt nog steeds de economische
crisis. Hoewel de eerste tekenen van economisch herstel zich volgens het CPB aftekenen, reageert
de arbeidsmarkt vertraagd op het herstel. De werkloosheid zal daarom naar verwachting in 2015
slechts licht dalen. In het verleden is gebleken dat de ontwikkeling van de bijstand na-ijlt op de
werkloosheidscijfers, daarom wordt op dit gebied in 2015 nog geen grote verbetering verwacht. Maar
ook andere effecten van de crisis worden zichtbaarder en de financiële druk op een deel van de
bevolking groeit. Dit blijkt onder andere uit de volumeontwikkeling op een aantal kernindicatoren: het
aantal faillissementen neemt toe, het aantal mensen met (gemiddeld steeds hogere) schulden stijgt,
evenals het aantal wanbetalers, onder andere met betrekking tot de premie collectieve
zorgverzekering.
De gemeenten hebben een andere opdracht
De rode draad bij al deze veranderingen is dat van de burger, samenleving en markt meer
verantwoordelijkheid wordt gevraagd, ook in financiële zin. De rijksoverheid treedt daarbij steeds
verder terug, terwijl gemeenten in stelling worden gebracht om, dicht bij de burger en tegen een
gereduceerd budget, dienstverlening op maat te bieden. Gemeenten staan daarmee voor de uitdaging
invulling te geven aan de verander(en)de relatie tot haar burgers en, voor een efficiënte dienstverlening, nieuwe verbindingen te leggen.
Een opvallende en complicerende factor is dat de rijksoverheid naast deze terugtrekkende beweging
en het geven van meer verantwoordelijkheid aan burgers en gemeenten ook een tegengestelde
beweging maakt met meer en strakkere verplichtingen. Dit speelt vooral in de Participatiewet – en de
daarin opgenomen aanpassingen in de Wet Werk en Bijstand - door het verdergaand inperken van de
gemeentelijke beleidsruimte met strakke regels en vormvoorschriften in wet- en landelijke regelgeving.
Gemeenten kunnen daardoor moeilijker en vooral minder efficiënt het gevraagde maatwerk leveren
aan kwetsbare burgers die niet aan de extra verplichtingen kunnen voldoen. De benodigde
uitvoeringskosten die hiermee samengaan, worden nauwelijks gecompenseerd.
Andere opdracht leidt tot uitbreiding taken en verbreding focus SDD
Voor de SDD resulteert de bovengeschetste ontwikkeling in 2015 enerzijds in een uitbreiding van haar
taken, een verbreding van haar functie in de samenleving én een forse reductie van de middelen. Aan
het takenpakket worden de nieuwe maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 toegevoegd. Hetzelfde geldt
voor de inkomensondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten. Deze uitbreidingen brengen
een nieuwe, meer zorggerelateerde doelgroep, met zich mee. In combinatie daarmee legt ook de
Participatiewet nieuwe accenten bij de re-integratie van werkzoekenden en biedt, onder voorwaarde
van een aantrekkende arbeidsmarkt, in de toekomst meer handvatten om de arbeidsparticipatie van
arbeidsgehandicapten structureel te vergroten. Op het terrein van werk en inkomen is inmiddels in dit
licht een apart dienstverleningsproces operationeel voor meer hulpbehoevende doelgroepen en wordt
onderscheid gemaakt in dienstverlening gericht op regulier werk dan wel op maatschappelijke
participatie. In deze begroting zijn de extra budgetten behorende bij de nieuwe taken opgenomen.
De nieuwe taken, een groeiende focus op de zorggerelateerde doelgroepen en het ontschotte budget
geven tevens aanleiding tot meer samenwerking met andere partijen in het veld. Het uiteindelijk te
bereiken maatschappelijke effect is daarbij leidend. In regionaal verband wordt intensiever
12
samengewerkt, onder andere met betrekking tot de aanpak van multi-probleem gezinnen, de
onderkant van de arbeidsmarkt, de aansluiting op lokale Wmo-voorzieningen en de overlap met de
Jeugdwet. In lijn met de bewezen aanpak van Baanbrekend Drechtsteden en de Wmo huishoudelijke
ondersteuning zal tevens de relatie met marktpartijen verder worden versterkt om de toekomstige
dienstverlening onder gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm te geven.
Voor het eerst sinds jaren, presenteert de SDD een begroting met een tekort op het Inkomensdeel. De
stijging van de bijstand wordt, tot op heden, onvoldoende door het Rijk gecompenseerd. De
opgebouwde reserve is nog net toereikend om dit tekort op te vangen.
Voor de Drechtsteden wordt 2015 een uitdagend jaar. Zij staat voor de dubbele taak om tegelijkertijd
de door het kabinet beoogde veranderingen in het sociale domein vorm te geven én de gevolgen van
de economische crisis het hoofd te bieden. Dat dit gezien de complexiteit van de opgave niet in één
jaar gaat leiden tot een volledig geoptimaliseerde uitvoering mag duidelijk zijn. De prioriteit ligt in 2015
op drie zaken:
1. de beheersing van het bijstandsvolume;
2. detachering van (bestaande) SW-érs en de brede doelgroep Participatiewet;
3. uitvoering van de overgedragen taken in het kader van de Wmo 2015.
De uitdaging ligt daarbij niet alleen in het maximaal handhaven van de kwaliteit van de
dienstverlening, maar zeker ook in de budgettaire beheersing, aangezien deze taken met beduidend
minder budget moeten worden uitgevoerd dan in 2014 het geval was.
Die uitdaging gaan de Drechtsteden zeker aan; de jarenlange ervaring in samenwerking biedt
daarvoor een uitstekende uitgangspositie. De échte ambitie bestaat uit het bieden van adequate
ondersteuning op het gebied van werk, inkomen en zorg zodat burgers in de Drechtsteden zoveel
mogelijk zelfstandig kunnen zijn.
Samenvatting van de financiële effecten
bedragen x € 1.000
Primaire begroting 2015
Actuele begroting 2015
Programma
Werk & Inkomen
Participatie
WSW
Inkomensondersteuning
Lasten
156.394
20.477
35.723
100.194
Lasten
150.417
25.348
31.602
93.467
Minimabeleid
Kinderopvang
Minimabeleid
Maatwerkvoorziening
Inkomenssteun CZG
WMO
Huishoudelijke ondersteuning
Hulpmiddelen
Begeleiding en kortdurend verblijf
Persoonlijke verzorging
Beschermd wonen
Opvang
Schuldhulpbemiddeling
Schuldbemiddeling
Totaal
Baten Saldo
156.394
0
20.477
0
35.723
0
100.194
0
Afwijking
Baten Saldo
150.417
0
25.348
0
31.602
0
93.467
0
Lasten
-5.977
4.871
-4.121
-6.727
Baten Saldo
-5.977
0
4.871
0
-4.121
0
-6.727
0
9.475
596
8.879
0
9.475
596
8.879
0
0
0
0
0
12.163
585
9.054
2.524
12.163
585
9.054
2.524
0
0
0
0
2.688
-11
175
2.524
2.688
-11
175
2.524
0
0
0
0
37.229
25.023
12.206
0
0
0
0
37.229
25.023
12.206
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
90.903
21.861
11.158
25.569
1.464
29.272
1.579
90.903
21.861
11.158
25.569
1.464
29.272
1.579
0
0
0
0
0
0
0
53.674
-3.162
-1.048
25.569
1.464
29.272
1.579
53.674
-3.162
-1.048
25.569
1.464
29.272
1.579
0
0
0
0
0
0
0
2.992
2.992
206.090
2.992
2.992
206.090
0
0
0
3.065
3.065
256.548
3.065
3.065
256.548
0
0
0
73
73
50.458
73
73
50.458
0
0
0
Waar de Drechtsteden in voorgaande jaren de jaarrekening positief kon afsluiten, wordt in
voorliggende begroting 2015 een tekort op het programma Werk en Inkomen, onderdeel
Inkomensondersteuning verwacht. Dit tekort wordt opgevangen door de reserve
Inkomensondersteuning.
De resultaten van de SDD over 2012 en 2013 zijn respectievelijk € 20,5 miljoen en € 9,5
miljoen positief. In de besluitvorming bij de respectievelijke jaarrekeningen is uiteindelijk in 2012 €
11,3 miljoen en in 2013 € 6,0 miljoen uitgekeerd aan de gemeenten.
Ook op het programmaonderdeel Wmo huishoudelijke ondersteuning is de afgelopen jaren minder
geld uitgegeven dan beschikbaar was bij gemeenten. In 2012 bedroeg het overschot op het
13
rijksbudget circa € 1,4 miljoen, in 2013 € 6,1 miljoen en voor 2014 is de verwachting dat ruim € 10
miljoen niet opgehaald wordt bij de gemeenten.
Werk & inkomen
Vanaf 1 januari 2015 worden voor drie jaar de middelen voor de gedecentraliseerde taken in het
sociaal domein via een integratie-uitkering binnen het gemeentefonds aan de gemeente beschikbaar
gesteld. Het wetsvoorstel voor een apart sociaal deelfonds wordt door Minister Plasterk ingetrokken.
Het gaat dan om de gebundelde middelen behorend bij de nieuwe taken in de Jeugdwet, de Wet
maatschappelijke ondersteuning en het gebundelde Participatiebudget zoals dat per 1 januari 2015
voor de Participatiewet geldt. De doelstelling van de integratie-uitkering sociaal domein is te borgen
dat de decentralisaties, ook tijdens de transitieperiode, succesvol verlopen en dat deze middelen
ingezet gaan worden voor de uitvoering van de nieuwe gedecentraliseerde taken in het sociaal
domein. Vanaf 2018 vallen de middelen geheel binnen de uitgangspunten van het gemeentefonds. In
het Participatiebudget 2015 zijn budgetten Wsw (zittend bestand Wsw), het budget voor de nieuwe
doelgroep van de Participatiewet en de bestaande re-integratiemiddelen voor de huidige doelgroep
samengevoegd.
Als uitgangspunt voor de baten wordt het schot binnen de integratie-uitkering sociaal domein gebruikt
als kader van de benodigde baten 2015 om het re-integratie instrumentarium en de Wsw te kunnen
bekostigen.
In 2015 wordt er onverminderd ingezet op beperking van de instroom in de uitkering, verhoging van de
uitstroom dan wel de inzet op tijdelijk regulier werk. Daarnaast zal de doelgroep waar een perspectief
op regulier werk niet reëel is, ingezet worden op participatieplekken (met behoud van uitkering) om op
die manier zoveel mogelijk mensen maatschappelijk te laten participeren. De prognose is dat het
beschikbare Participatiebudget, onderdeel van de integratie-uitkering sociaal domein, toereikend zal
zijn, mede door de reserveringsregeling van € 2,7 miljoen uit 2014. Zodra de instrumenten definitief
zijn bepaald kan er een exacte berekening worden gedaan en indien nodig een keuze worden
gemaakt hoeveel klanten van de doelgroepen loonwaarde 100-80%, 80-50% en minder dan 50%
kunnen worden bediend van het beschikbare budget. Vooralsnog zijn we bij de lasten er vanuit
gegaan om zoveel mogelijk klanten aan het werk te helpen cq te laten participeren.
Voorgesteld wordt om aan 1.100 participatieplekken invulling te geven. De kosten zullen circa € 2,5
miljoen bedragen en zijn in deze begroting opgenomen.
Momenteel is er nog een beschikbare ruimte op het Participatiebudget van ongeveer € 5,3 miljoen
waarbij opgemerkt moet worden dat in de komende maanden nog gewerkt gaat worden aan de nog in
te zetten re-integratie instrumenten 2015 waar dit bedrag voor nodig zal zijn. Het overschot is, gezien
de grote impact van de Participatiewet per 1 januari 2015, zeer wenselijk waardoor financiële
tegenvallers kunnen worden opgevangen.
De begroting welke verband houdt met werkzaamheden van Drechtwerk Personeel worden begroot
op € 5 miljoen en wordt 1-op-1 overgeheveld van de begroting van de GR Drechtwerk in de begroting
van de SDD. Dit heeft dus geen effect op de bijdragen van de gemeenten, zowel niet voor de
begroting van de GRD als voor Drechtwerk. 2015 is het transitiejaar waarbij, bij het opstellen van deze
begroting, rekening is gehouden met een bijdrage aan de GR Drechtwerk. Het uiteindelijke
exploitatiesaldo wat ontstaat als de SDD beter dan wel slechter presteert dan begroot blijft bij de SDD.
De begrote Wsw-budgetten zijn gebaseerd op de indicatieve rijksbudgetten. Vooralsnog is het beeld
dat Drechtwerk gedurende 2015 werkgever voor Wsw-ers zal zijn. De middelen worden één op één
overgedragen via de gemeenten naar het Wsw-bedrijf ten behoeve van uitvoering van de Wsw onder
aftrek van € 2,7 miljoen, dit in verband met de overdracht van de taken van de voormalig SW aan de
SDD.
De ambitie voor 2015 is om het aantal bijstandcliënten niet te laten stijgen ten opzichte van
31 december 2014. Dit is een grotere ambitie dan de (bijgestelde) doelstellingen voor 2013 en 2014
waar een deel stijging werd geaccepteerd. Tevens is het de ambitie om in 2015 200 personen (deels)
te detacheren bij externe werkgevers naast de bestaande Wsw populatie. Bij de jaarwisseling zal de
definitieve omvang van het klantenbestandbestand worden gecommuniceerd en waar nodig ten tijde
van de eerste programmaverantwoording 2015 bijgesteld.
14
Uitgaande van de geprognosticeerde eindstand aantal klanten 2015 resulteert dit in een verwacht
tekort van € 1,9 miljoen op inkomensondersteuning. Dit tekort van € 1,9 miljoen bevat een aantal
onzekerheden en afhankelijkheden. De belangrijkste zijn dat de verwachte eindstand 2014 niet zou
worden gehaald en de ambitie voor 2015 niet zou worden verwezenlijkt. Tot medio oktober 2014 is er
landelijk sprake van een stijgend aantal uitkeringsgerechtigden. Het aantal uitkeringsgerechtigden in
2014 is van belang voor het bepalen van het voorlopig macrobudget 2015. Deze cijfers komen
beschikbaar per juni 2015. Mogelijke effecten voor het Drechtstedelijk budget Inkomensondersteuning
worden meegenomen in de eerste programmaverantwoording 2015.
Het aantal WW-uitkeringen op landelijk niveau is met 10,7% toegenomen ten opzichte van een jaar
geleden, terwijl in de arbeidsmarktregio Drechtsteden in dezelfde periode het aantal WW-uitkeringen
met 11,3% is gestegen. Daarnaast is het aantal openstaande vacatures op landelijk niveau met 16,1%
toegenomen ten opzichte van een jaar geleden. In de arbeidsmarktregio Drechtsteden is in dezelfde
periode het aantal openstaande vacatures met 3,5% afgenomen.
In de benchmark uitkeringen grote gemeenten behoren we landelijk gezien sinds 2013 tot en met het
tweede kwartaal 2014 tot de top 3 van de grote gemeenten wat betekent dat gemiddeld gezien onze
regio een hoger stijgingspercentage heeft dan het landelijk gemiddelde.
In de reserve Inkomensondersteuning resteert, na de onttrekking in 2014, nog € 2,0 miljoen. Het
geprognosticeerde tekort 2015 van € 1,9 miljoen zal worden gedekt door de reserve (€ 2,0 miljoen).
De reserve is daarmee bijna nihil. Er resteert nog € 100.000.
Minimabeleid
Conform primaire begroting.
Met de komst van de maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten en het
samenvoegen van de onderdelen met betrekking tot de kinderopvang krijgt het programma
minimabeleid er nieuwe taken bij. Deze nieuwe taken en samenvoeging wordt inclusief de
onderverdeling van de daarbij behorende budgetten in deze geactualiseerde begroting 2015 verder
toegelicht.
Wmo
Met de komst van de nieuwe Wmo 2015 krijgen gemeenten er nieuwe taken bij naast de al bestaande
taken huishoudelijke ondersteuning en individuele voorzieningen. De meicirculaire 2014 geeft
nagenoeg definitief inzicht in het (macro)budget voor 2015. In de financiële notitie horende bij het
Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 is een verdeling gemaakt van de ter beschikking
gestelde budgetten, te onderscheiden naar taken waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. De
bedragen vermeld in deze geactualiseerde begroting 2015 zijn hierop afgestemd.
Budgetadvies en schuldbemiddeling
Conform primaire begroting.
Apparaatskosten
Het hoofdproces voor de nieuwe Wmo-taken begeleiding en kortdurend verblijf is uitgewerkt in het
Inrichtingsplan Sociale Dienst Drechtsteden. Voor de uitvoering van de taken wordt de formatie met
29,5 fte uitgebreid, de totale uitvoeringskosten (inclusief overhead en ICT) worden begroot op
€ 2.960.000. Naast deze uitbreiding, die nodig is voor de reguliere taken, vindt er in 2015 een groot
herindicatie-project plaats. De nieuwe wet stelt als eis dat alle bestaande klanten die een indicatie
hebben voor begeleiding en of kortdurend verblijf in 2015 worden geherindiceerd. De formatie wordt
tijdelijk uitgebreid in 2015 met 8,5 fte, de kosten worden begroot op € 956.000.
Voor de uitvoering van Beschermd wonen is gemeente Dordrecht de centrumgemeente. De SDD zal
in opdracht van de centrumgemeente de uitvoering van de maatwerkvoorzieningen opvang en
beschermd wonen gaan uitvoeren. Deze uitbreiding van taken gaat gepaard met een uitbreiding van
de formatie met 5 fte. De totale kosten van de uitvoering bedragen € 500.000 en zullen middels een
dienstverleningsovereenkomst worden doorbelast (budgetneutraal verwerkt).
Naast de invoering van nieuwe taken WMO, staan de invoering van de Participatiewet en de integratie
van Drechtwerkpersoneel in 2015 centraal. Met de invoering van de Participatiewet komen er nieuwe
doelgroepen aan de poort en worden er extra instrumenten ingezet om mensen te ondersteunen naar
de arbeidsmarkt. Ook is extra capaciteit nodig voor de uitvoering van het sanctiebeleid, de
15
herbeoordeling van het bestaande klantenbestand, de loonwaardebepaling en de individuele
beoordelingen PMB. Verdere beleidswijzigingen worden binnen de huidige capaciteit opgevangen.
In 2015 zal de formatie voor een half jaar met 6 extra fte a € 300.000 worden uitgebreid voor het
omzetten van het huidige bestand. De formatie zal structureel worden uitgebreid met 5,5 fte voor de
extra taken a € 460.000.
De uitvoering van de taken van de nieuwe Wmo 2015 en ontwikkelingen Participatiewet hebben
gevolgen voor de totale organisatie. De span of support (max 40 medewerkers) voor de
leidinggevenden wordt overschreden, de formatie wordt daarom uitgebreid met 1 fte leidinggevende.
Daarnaast zal de formatie van de BO met 1 fte senior medewerker worden uitgebreid. Conform de
wijziging beleidsplan schuldhulpverlening wordt de formatie voor de afhandeling van bezwaarschriften
met 0,5 fte uitgebreid. Daarnaast wordt er conform besluit eerste programmaverantwoording 2014 de
formatie Werk en Inkomen met 5,8 fte (4%) uitgebreid als gevolg van de met ruim 20% gestegen
klantenaantallen in de afgelopen jaren. Totaal worden deze wijzigingen begroot op € 705.000.
De doorberekening van de GR Drechtsteden aan de SDD is verhoogd met € 30.000. De kosten OCD
zijn verlaagd met € 86.000. Op 15 juli 2014 hebben de vakbonden en gemeenten een akkoord bereikt
over een nieuwe CAO. Het CAO-akkoord moet nog worden voorgelegd aan de leden van de vakbond.
Indien de leden instemmen met het akkoord zullen de kosten van de nieuwe CAO € 370.000
bedragen.
Voor het opstarten van innovatieve projecten in de transformatieperiode wordt er € 50.000 ontrokken
uit de innovatiereserve. De onttrekking aan de reserve is een mutatie op de apparaatskosten maar
heeft geen effect op de bijdrage van de gemeente.
Bovengenoemde apparaatskosten worden verdeeld over de programma’s.
Begrotingsonderdelen
Werk & inkomen
Het CPB geeft in het Centraal Economisch Plan 2014 aan dat de Nederlandse economie in het
kielzog van het eurogebied langzaam uit het dal klimt. Waar de afgelopen jaren de werkloosheid
steeds steeg, is de verwachting dat in 2015 het werkloosheidspercentage zal dalen met 0,25%, van
7,25% van de beroepsbevolking naar 7%.
De vooruitzichten voor 2015 vanuit het CPB lijken beter dan de situatie zoals we die tot nu toe in 2014
kennen. In het verleden is echter ook gebleken dat de ontwikkeling van de bijstand na-ijlt op de
werkloosheidscijfers, daarom wordt op dit gebied in 2015 nog geen directe verbetering verwacht.
Ongeacht de economische omstandigheden blijft de ambitie om zo veel mogelijk mensen uit de
uitkering en aan het werk te krijgen. Voor 2015 is onze ambitie om het aantal bijstandcliënten niet te
laten stijgen ten opzichte van de eindstand per 31 december 2014. Dit is een grotere ambitie dan de
(bijgestelde) doelstelling van 2013 en 2014 waar een deel stijging werd geaccepteerd.
Door de invoering van de Participatiewet zal er instroom plaatsvinden van mensen die voorheen in de
Wsw zouden zijn gekomen of in de Wajong. Huidige Wsw-werknemers met een vaste
dienstbetrekking houden hun wettelijke rechten en plichten. Gedurende de komende decennia neemt
het bestand van Wsw-werknemers door natuurlijk verloop geleidelijk af.
Voor 2015 wordt een geschatte toename van jaarlijks 200 mensen verwacht vanuit de nieuwe
doelgroepen en de aanzuigende werking van de Participatiewet. Er wordt een geschatte structurele
toename van ongeveer 600 mensen verwacht, per 2018.
Per 2015 vindt een wijziging in de regels van de WWB plaats. Deze regels gaan integraal over in de
Participatiewet. De arbeidsverplichtingen worden grotendeels geüniformeerd waardoor gemeentelijke
beleidsruimte verdwijnt. Bijvoorbeeld verdwijnt de gemeentelijke beleidsruimte om een deel van de
hoogte van de uitkering met het toeslagen- en verlagingenbeleid in te vullen. Hiervoor in de plaats
wordt de kostendelersnorm ingevoerd. Hierin wordt het aantal meerderjarige inwoners bepalend voor
de hoogte van het bijstandsrecht. Hoe meer mensen in een huis wonen, hoe lager de bijstand. Alleen
kinderen onder de 21 jaar, studenten en personen (geen ouders of kinderen) die een commerciële
16
relatie hebben met de hoofdbewoner, tellen niet mee. De wijziging van de kostendelersnormen gaat
voor mensen met een bestaande uitkering pas in op 1 juli 2015.
De norm voor alleenstaande ouders verdwijnt. Deze personen gaan een lagere alleenstaande-norm
ontvangen. De verhoging van het door de Belastingdienst uit te betalen kindgebondenbudget
compenseert dit verschil. Deze beide wijzigingen van de bijstandsnormen zorgen voor een terugval in
inkomen die, afhankelijk van het aantal inwonenden en de samenloop van beide wijzigingen, grote
financiële gevolgen zal hebben. Hierom is dan ook een overgangsperiode tot 1 juli 2015 in de
Participatiewet opgenomen voor bestaande klanten, die onder de kostendelersnorm gaan vallen. Voor
alleenstaande ouders, die ook met de kostendelersnorm te maken krijgen geldt zelfs een
overgangsrecht tot 1 januari 2016.
Een zo groot mogelijke zelfstandigheid voor burgers, waarbij ze vanuit hun eigen verantwoordelijkheid
participeren in de samenleving, staat centraal. De SDD is een betrouwbare en betrokken partner die
burgers mogelijkheden biedt om hun bestaanszekerheid te vergroten en om hen naar vermogen te
laten participeren in de samenleving. De doelstelling is om zoveel mogelijk mensen actief te krijgen,
binnen de beperkingen van de markt en de beschikbare middelen. Uitkeringsgerechtigden worden zo
mogelijk naar de reguliere arbeidsmarkt begeleid en als dat niet reëel haalbaar is naar activiteiten
gericht op maatschappelijke participatie (met behoud van uitkering). Tevens is het de ambitie om in
2015 200 personen (deels) te detacheren bij externe werkgevers naast de bestaande Wsw populatie.
Wat willen wij bereiken?
•
Het aantal mensen dat eind 2015 een uitkering ontvangt is (maximaal) gelijk aan de stand
op 1 januari 2015.
Wat gaan wij daarvoor doen?
Om de ambitie, eind 2015 een stijging van 0% op het klantenbestand, te kunnen realiseren ten
opzichte van 1 januari 2015 wordt er onverminderd ingezet op beperking van de instroom in de
uitkering en verhoging van de uitstroom. Per 2015 kan met de Participatiewet sterker ingezet worden
op uitzend, deeltijd- en flexwerk en de toepassing van loonkostensubsidie om zo flexibel mogelijk te
kunnen inspelen op kansen op de arbeidsmarkt en zodoende de uitkeringslasten zo laag mogelijk te
houden.
Met de integratie van het voormalige Drechtwerk Personeel bij de SDD is een integrale
werkgeversbenadering vormgegeven. Daarbij wordt ook verdere samenwerking met het UWV bezien.
Eenduidige werkgeversbenadering: één werkgeversbenadering voor alle werkgevers en
werkzoekenden aan de onderkant van de markt maakt een eenduidige, eenvoudige en vraaggerichte
dienstverlening mogelijk. Vraag en aanbod komen hier samen en de dienstverlening is transparant,
simpel en snel. Zo ontstaat een duidelijke en service gerichte dienstverlening aan werkgevers en
werkzoekenden. Dat is een essentiële voorwaarde om burgers zelfredzaam te laten zijn en om aan de
vraag vanuit de markt te kunnen voldoen en succesvol uitvoering te geven aan de Participatiewet.
Beperking van de instroom: na de zoekperiode gaan nieuwe aanmelders naar onze (preventieve)
informatiebijeenkomst over rechten en plichten, en wordt een screening aan de ‘poort’ gedaan in
verband met een eventueel recht op voorliggende voorzieningen.
Iedere cliënt is anders. In de aanpak naar uitstroom zullen wij deze verschillen tussen mensen
erkennen en maatwerk leveren en waar mogelijk uit te laten stromen naar werk. Indien uitstroom naar
werk niet reëel lijkt zal worden ingezet op maatschappelijke participatie van betrokkenen (met behoud
van uitkering), mits er voldoende plekken zijn.
Begeleiding van cliënten met meer mogelijkheden
Om uitstroom te realiseren zetten wij onder andere de volgende instrumenten in voor cliënten met
meer capaciteiten en mogelijkheden:
Verhoging van de uitstroom: In 2015 zetten we verder in op een aantal projecten om de uitstroom te
verhogen:
17
•
•
•
•
de ‘Sollicitatiewerkplek’ (sWp): mensen die een beroep komen doen op ondersteuning werk
en inkomen zijn verplicht het programma ‘Sollicitatiewerkplek’ (sWp) te volgen. In de sWp
worden mensen in hun kracht gezet om actief aan de slag te gaan met het vinden van werk.
De ‘Werkfactor’: deze is er op gericht om in groepsbijeenkomsten mensen te ondersteunen
om aan het werk komen. De focus ligt daarin minder op het traditioneel CV en het
werkverleden en meer op de competenties, passie en ambities van betrokkenen. Van de 287
klanten die in 2014 hebben deelgenomen aan dit traject is 24% uitgestroomd naar werk. Dit
resultaat is direct toewijsbaar aan dit traject. Momenteel wordt het project geëvalueerd.
Afhankelijk van de uitkomsten wordt besloten of dit project wordt gecontinueerd.
Baanbrekend Drechtsteden zal in 2015 bijdragen aan de gezamenlijke inspanningen om de
uitstroom te bevorderen met 700 (directe) plaatsingen.
Buzinezzclub: geeft jongeren tussen de 17 en 27 jaar die zonder sociaal netwerk buiten de
boot dreigen te vallen, de kans om een eigen bedrijf te starten, een baan te vinden of terug
naar school te gaan. De deelnemers worden gecoacht en begeleid door vrijwillige
professionals en ondernemers uit het bedrijfsleven. In 2015 starten 3 trajecten met elk 40-45
jongeren.
Loonkostensubsidie: Met dit instrument kunnen mensen (met een afstand tot de arbeidsmarkt) voor
langere termijn ondersteund worden in het zelfstandig voorzien in inkomen (bijvoorbeeld bij een
reguliere werkgever). Een maximale deelname aan de arbeidsmarkt en samenleving staan bij dit
traject voorop.
Detachering: In 2015 willen we 200 personen (deels) detacheren bij externe werkgevers naast de
bestaande Wsw populatie. De doelgroep is uitkeringsgerechtigden met een loonwaarde boven de
50%. De contracten zijn zowel op basis van een vast aantal uren voor langere tijd, maar ook flexibele
oproepcontracten zijn een mogelijkheid als een werkgever daar behoefte aan heeft. Deze constructie
kan met loonkostensubsidie worden ingezet welke via een verlaagde inleenvergoeding aan
opdrachtgevers wordt verrekend. Per saldo levert dit per persoon relatief weinig op in financiële zin
maar is vooral een instrument om meer mensen, zonder extra kosten, actief te laten participeren op
de reguliere arbeidsmarkt. In de begroting is er gerekend met de financiële opbrengst van ongeveer
€ 200.000.
Regionaal programma arbeidsmarktbeleid: De SDD werkt samen met het regionale Programma
Arbeidsmarktbeleid om te voorkomen dat mensen van een baan in de uitkering terecht komen. Van
werk naar werk staat hierbij centraal. Daarnaast zijn 2 belangrijke pijlers in het programma; van school
naar werk en van uitkering naar werk.
Een van de instrumenten die momenteel wordt ingezet is de Startersbeurs. De resultaten worden eind
2014 geëvalueerd met als mogelijke uitkomst voortzetting in 2015.
Regionaal netwerkplatform als invulling van het ‘werkbedrijf’: In de Participatiewet en de daarbij
horende wijziging van de Wet SUWI wordt het concept van het ‘werkbedrijf’ geïntroduceerd. In 2015
wordt in de Drechtsteden een regionaal netwerkplatform ingericht als invulling van dit ‘werkbedrijf’.
Binnen dit regionale netwerkplatform wordt samengewerkt en vindt uitwisseling van kennis en
ervaringen plaats met betrekking tot de arbeidsmarkt, sectorplannen en de participatie van mensen
met een arbeidshandicap. Werkgevers- en werknemersverenigingen, regionale en lokale werkgevers,
ROC’s (en andere onderwijsinstellingen), het UWV, het SVB, uitzendbureaus en een
vertegenwoordiging van de sectortafels werken in het regionale netwerkplatform samen.
Wijzigingen WWB: Binnen de Participatiewet valt per 2015 ook de harmonisatie en aanscherping van
de (arbeids)verplichtingen en sancties van de WWB die eerder per juli 2014 al in zouden gaan, maar
uitgesteld werden van rijkswege. Ook deze wijzigingen zijn bedoeld om de activering en participatie
van mensen te vergroten. Deze wijzigingen beperken de gemeentelijke beleidsruimte vooral op het
gebied van sancties en het nakomen van (arbeids)verplichtingen.
Begeleiding van cliënten met grotere afstand tot de arbeidsmarkt
Sociale activering: Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt wordt er gebruik gemaakt
van het aanbod aan participatieplekken bij verschillende instellingen. De zes gemeenten zijn
verantwoordelijk voor het creëren van de benodigde plekken samen met partners uit het
maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven. De matching van kandidaten (via MEE
Drechtsteden) geschiedt in opdracht van de SDD. De gemeenten ontwikkelen activiteiten in
18
samenwerking met het maatschappelijk middenveld om mensen te laten participeren. Deze
activiteiten zijn niet primair gericht op een directe weg naar werk, wel op sociale activering en
participatie.
Wsw: Voor de Wsw-ers met een vaste dienstbetrekking (ca 1.273 in 2015) blijven we binnen de
integratie-uitkering sociaal domein rijkssubsidie ontvangen, die in de komende periode jaarlijks
afgebouwd wordt. Of deze subsidie toereikend is moet in de komende jaren blijken, aangezien dit
afhankelijk is van de uitstroom van Wsw-ers, en de stijgende salaris- en pensioenlasten van het
zittende werknemersbestand dat nog rechten heeft op basis van de Wsw-cao. Eventuele tekorten
vallen binnen de bedrijfsvoering van de GR Drechtwerk en niet binnen de begroting van de GRD.
Beschut werken: Door de invoering van de Participatiewet is per 2015 geen nieuwe instroom in de
Wsw meer mogelijk. Huidige Wsw’ers met een vaste dienstbetrekking houden hun wettelijke rechten
en plichten. Gedurende de komende decennia neemt het bestand van Wsw’ers door natuurlijk verloop
geleidelijk af. De plekken die vrijkomen omdat mensen met pensioen gaan, overlijden, verhuizen of
een andere baan vinden, worden niet opgevuld door nieuwe Wsw’ers maar zouden kunnen worden
opgevuld door nieuwe vormen van ‘beschut werk’. Op landelijk niveau gaat het Rijk er van uit dat van
de 90.000 Wsw plaatsen er uiteindelijk 30.000 beschutte plekken overblijven. Daar wordt het budget
neerwaarts op bijgesteld. Voor de Drechtsteden vertaalt dit zich door naar 425 plaatsen. Pas wanneer
de bestaande (Wsw)plekken zijn afgebouwd tot dit niveau, wordt bezien of en op welke wijze een
nieuwe voorziening kan worden ingezet. Tot dat moment kan de (nieuwe) doelgroep vanzelfsprekend
wel bediend worden met de overige instrumenten zoals de (de)centrale participatieplekken gericht op
sociale activering.
Wat gaat het kosten?
bedragen x € 1.000
Programma
Werk & Inkomen
Participatie
WSW
Inkomensondersteuning
Apparaatskosten
Totaal
Primaire begroting 2015
Lasten
13.213
35.373
94.398
13.410
156.394
Baten
13.213
35.373
94.398
13.410
156.394
Actuele begroting 2015
Saldo
0
0
0
0
0
Lasten
15.789
31.252
86.900
16.476
150.417
Baten
15.789
31.252
86.900
16.476
150.417
Afwijking
Saldo
0
0
0
0
0
Lasten
2.576
-4.121
-7.498
3.066
-5.977
Baten
2.576
-4.121
-7.498
3.066
-5.977
Saldo
0
0
0
0
0
Vanaf 1 januari 2015 worden voor drie jaar de middelen voor de gedecentraliseerde taken in het
sociaal domein via een integratie-uitkering binnen het gemeentefonds aan de gemeente beschikbaar
gesteld. Het wetsvoorstel voor een apart sociaal deelfonds wordt door Minister Plasterk ingetrokken.
Het gaat dan om de gebundelde middelen behorend bij de nieuwe taken in de Jeugdwet, de Wet
maatschappelijke ondersteuning en het gebundelde Participatiebudget zoals dat per 1 januari 2015
voor de Participatiewet geldt. De doelstelling van de integratie-uitkering sociaal domein is te borgen
dat de decentralisaties, ook tijdens de transitieperiode, succesvol verlopen en dat deze middelen
ingezet gaan worden voor de uitvoering van de nieuwe gedecentraliseerde taken in het sociaal
domein. Vanaf 2018 vallen de middelen geheel binnen de uitgangspunten van het gemeentefonds. In
het Participatiebudget 2015 zijn budgetten Wsw (zittend bestand Wsw), het budget voor de nieuwe
doelgroep van de Participatiewet en de bestaande re-integratiemiddelen voor de huidige doelgroep
samengevoegd.
Als uitgangspunt voor de baten wordt het schot binnen de integratie-uitkering sociaal domein gebruikt
als kader van de benodigde baten 2015 om het re-integratie instrumentarium en de Wsw te kunnen
bekostigen.
Lasten en baten Participatie € 2.576.000 (lasten nadeel, baten voordeel, incidenteel)
Het saldo van het resultaat op de baten is het gevolg van:
− De neerwaartse bijstelling van het indicatieve Participatiebudget 2015 met € 126.000,
veroorzaakt door het nieuwe verdeelmodel en de algemene korting van 8% conform
regeerakkoord;
− Het budget Educatie, € 674.000, wordt door ministerie OCW overgeheveld naar
contactgemeente (centrumgemeente);
− Daarnaast wordt naar verwachting, conform de reserveringsregeling 2014, € 2,7 miljoen
overgeheveld naar 2015.
19
Drechtwerk Personeel
De begroting van Drechtwerk Personeel is (neutraal voor gemeenten) opgenomen in de begroting van
de SDD. Dit betreft een totaalbedrag van € 4.989.000 in verband met de overheveling van de taken
voormalig SW aan de SDD.
Baten en lasten Participatie 2015 nader toegelicht:
Onderstaand overzicht geeft inzicht in de baten en lasten 2015 t.o.v. van de basisbegroting 2015.
Omdat het beschikbare budget voor re-integratie afneemt, wordt ook het budget voor uitgaven daar 1op-1 op aangepast.
PARTICIPATIE
Participatie TOTAAL
basisbegroting
actualisatie begroting
begrote baten
13.213.000
begrote lasten
13.213.000
Voorlopig budget
12.413.000
begrote lasten
12.413.000
9.830.000
12.454.000
9.704.000
7.000.000
0
85.000
0
72.500
674.000
674.000
0
0
Participatiebudget re-integratie
Participatiebudget inburgering
Participatiebudget educatie
Nog nader in te vullen instrumentarium
5.340.500
Reserveringsregeling
2.709.000
saldo
2.709.000
0
nvt
saldo
0
Re-integratie
In 2015 wordt er onverminderd ingezet op beperking van de instroom in de uitkering, verhoging van de
uitstroom dan wel de inzet op tijdelijk regulier werk. Daarnaast zal de doelgroep waar een perspectief
op regulier werk niet reëel is, ingezet worden op participatieplekken (met behoud van uitkering) om op
die manier zoveel mogelijk mensen maatschappelijk te laten participeren. De prognose is dat het
beschikbare Participatiebudget, onderdeel van de integratie-uitkering sociaal domein, toereikend zal
zijn, mede door de reserveringsregeling van € 2,7 miljoen uit 2014. Zodra de instrumenten definitief
zijn bepaald kan er een exacte berekening worden gedaan en indien nodig een keuze worden
gemaakt hoeveel klanten van de doelgroepen loonwaarde 100-80%, 80-50% en minder dan 50%
kunnen worden bediend van het beschikbare budget. Vooralsnog zijn we bij de lasten er vanuit
gegaan om zoveel mogelijk klanten aan het werk te helpen cq te laten participeren.
Voorgesteld wordt om aan 1.100 participatieplekken invulling te geven. De kosten zullen circa € 2,5
miljoen bedragen en zijn in deze begroting opgenomen.
Inburgering
Uitgaande van de lopende verplichtingen trajecten inburgering verwachten wij de
inburgeringstrajecten met de begrote middelen te kunnen realiseren.
Educatie
Het budget Educatie wordt niet toegevoegd aan de integratie-uitkering sociaal domein, maar wordt
een specifieke uitkering van OCW aan de zogenaamde contactgemeenten (centrumgemeenten).
Deze gemeenten hebben een regiofunctie. Dit wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer en zal
naar verwachting in het najaar door de Eerste kamer worden behandeld. Gezien dit voorstel hebben
wij Educatie niet opgenomen in de begroting. De gemeente Dordrecht is contactgemeenten en zal de
regiofunctie gaan vervullen en zoals het en nu naar uitziet het budget rechtstreeks toegekend krijgen
en invulling gaan geven aan de besteding educatie.
Nog nader in te vullen instrumentarium
Afgezet tegen de baten 2015 is er op dit momenteel nog een beschikbare ruimte op het
Participatiebudget van ongeveer € 5,3 miljoen waarbij opgemerkt moet worden dat in de komende
maanden nog gewerkt wordt aan de nog in te zetten re-integratie instrumenten 2015 waar dit bedrag
voor nodig zal zijn. Het overschot is, gezien de grote impact van de Participatiewet per 1 januari 2015,
zeer wenselijk waardoor financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen.
Wsw
Resultaat op de lasten Wsw € 4.121.000 (voordeel, structureel)
20
De lasten worden met deze actualisatie aangepast sluitend met de rijksvergoeding die de
Drechtsteden gemeenten ontvangen.
Resultaat op de baten Wsw € 4.121.000 (nadeel, structureel)
Conform de financieringsafspraken volgt de begroting (lasten als wel baten) de toe- of afname van het
door het rijk beschikbaar gestelde budget. De budgetten voor 2015 zijn met € 1.459.000 naar beneden
bijgesteld op € 33.914.000. De budgetten zijn gebaseerd op de indicatieve budgetten welke onderdeel
zijn van de voorlopige budgetten Participatiebudget, gepubliceerd op 16 september 2014. De
begroting is hierop aangepast.
In verband met de overdracht van de taken van de voormalig SW aan de SDD wordt van het Wsw
budget € 2.662.000 ingezet ter dekking van deze taken.
De budgetten voor Wsw zullen in de komende jaren afnemen als gevolg van geen nieuwe instroom in
de Wsw en de daling van het subsidie bedrag per SW-medewerker.
Inkomensondersteuning
Zoals eerder aangegeven in deze paragraaf hebben wij de ambitie om het aantal bijstandcliënten niet
te laten stijgen ten opzichte van 31 december 2014. Bij de jaarwisseling zal de definitieve omvang van
het bestand worden gecommuniceerd en waar nodig ten tijde van de eerste
programmaverantwoording 2015 bijgesteld. Uitgaande van de geprognosticeerde eindstand 2015, in
combinatie met de meest recente budgetinformatie SZW, de voorlopige budgetten 2015, resulteert dit
in een verwacht tekort van € 1,9 miljoen.
Het geprognosticeerde tekort van € 1,9 miljoen bevat een aantal onzekerheden en afhankelijkheden.
De belangrijkste zijn:
− Gezien de landelijk stijgende aantallen uitkeringsgerechtigden in 2014 zal dit mogelijk
resulteren in een hoger nader voorlopig macrobudget 2015;
− de geprognosticeerde eindstand 2014 niet zou worden gehaald;
− de ambitie, gelijkblijvende eindstand klantaantallen, voor 2015 niet zou worden verwezenlijkt.
Resultaat op de lasten I-deel €7.498.000 (voordeel, structureel)
Onderstaande tabel geeft de opbouw van het resultaat weer.
negatieve klantontwikkeling
daling gemiddelde prijs (a.g.v. kostendelersnorm en alleenstaande
ouder regeling) i.c.m. sturing op uitstroom fte
detachering klanten
geprognosticeerde overschot van de basisbegroting
-4,8 miljoen
6,6
0,2
5,5
7,5
miljoen
miljoen
miljoen
miljoen
* een tekort wordt, conform de financieringsafspraken, opgenomen onder de baten.
Resultaat op de baten Inkomensondersteuning: € 7.498.000 miljoen (nadeel, structureel)
Het resultaat is opgebouwd uit lagere inkomsten rijksvergoeding BUIG € 9,5 miljoen, hogere
inkomsten debiteuren € 0,1 miljoen en het geprognosticeerde tekort van € 1,9 miljoen. Dit tekort is
conform de financieringsafspraken opgenomen onder de baten als onttrekking aan de reserve.
Reserve Inkomensondersteuning
In de reserve Inkomensondersteuning resteert, na onttrekking van het verwachte tekort in 2014, nog
€ 2,0 miljoen. Het geprognosticeerde tekort 2015 van € 1,9 miljoen zal worden gedekt door de reserve
(€ 2,0 miljoen). De reserve is daarmee bijna nihil. Er resteert nog € 100.000.
Resultaat apparaatskosten € 3.066.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel)
Het resultaat betreft € 3.066.000, wat het effect is van de toedeling van de actualisatie van de
apparaatskosten aan de programma’s zoals in paragraaf Samenvatting financiële effecten is
toegelicht.
21
Minimabeleid
Werk is in onze visie de beste remedie tegen armoede. Daarom is óók het minimabeleid activerend
ingericht met de focus op werk voor wie dat kan. Het gaat uit van de zelfstandigheid van de burger en
draagt daaraan bij. Verder is het eenvoudig voor de burger en goedkoop in de uitvoering.
Wat willen wij bereiken?
Een maatschappelijk aanvaardbaar bestaansniveau garanderen, wel zo, dat dit de weg naar werk of
participatie niet belemmert.
Wat gaan wij daarvoor doen?
Binnen de Drechtsteden wordt de huidige activerende aanpak voortgezet. Werk moet lonen en de
‘armoedeval’ wordt waar mogelijk beperkt. Daarbij is aandacht voor de maatschappelijke participatie
van kinderen die in armoede opgroeien en de ondersteuning van werkende armen.
Met ingang van 1 januari 2015 zijn een aantal ontwikkelingen van invloed op de vormgeving van het
minimabeleid in de Drechtsteden. De Participatiewet, met name de daarin opgenomen verplichting tot
maatwerk en het beperken van de mogelijkheden tot het verstrekken van categoriale bijzondere
bijstand, brengt dwingende beleidswijzigingen voor het minimabeleid met zich mee, daarom zal de
categoriale bijzondere bijstand (met uitzondering van de collectieve ziektekostenverzekering voor
minima die wettelijk wél mogelijk blijft) per 2015 niet meer worden uitgevoerd.
In het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015-2018 is de keuze gemaakt om de inkomensondersteuning
aan chronisch zieken en gehandicapten vooralsnog niet vorm te geven via de Wmo (wat wettelijk
gezien ook mogelijk is), maar er wordt ingestoken op de combinatie van collectieve zorgverzekering
en individuele bijzondere bijstand. Het voorbehoud dat in het Beleidsplan is gemaakt, heeft ermee te
maken dat de voorkeur voor de combinatie zorgverzekering / bijzonder bijstand afhankelijk is van de
resultaten van nog te voeren contractbesprekingen met zorgverzekeraars. Op het moment van
schrijven van de begroting is nog niet uitgekristalliseerd of de besprekingen gaan leiden tot een
positief onderhandelingsresultaat. Indien dit niet het geval is, zal de inkomensondersteuning als
forfaitaire vergoeding volledig worden ondergebracht onder de Wmo. Tenslotte verwachten we een
verhoging van het beroep op de bijzondere bijstand als gevolg van afbouw van landelijke
voorzieningen elders binnen het sociale domein.
Voorheen was in de begroting een apart hoofdstuk opgenomen over de uitvoering van de regeling
kinderopvang. Dit is nu onder het minimabeleid geplaatst. Immers, met aanvullende
vergoedingsregelingen voor ouders met een uitkering en voor ouders met een laag inkomen komen
we hen financieel tegemoet, en nemen we de financiële extra belemmeringen om te werken weg.
Daarnaast biedt de bestaande regeling voor kinderopvang bij sociaal medische indicatie voor een
periode van maximaal 3 maanden ondersteuning in bijzondere situaties.
Bovenstaande wijzigingen zijn in verschillende mate van invloed op de vormgeving van de
minimaregelingen in de Drechtsteden.
1. het SMS kinderfonds kan ongewijzigd worden voortgezet.
2. de vrijwilligersbonus kan ongewijzigd worden voortgezet.
3. het persoonlijk minimabudget (PMB) moet worden aangepast.
a. de verordening PMB voor personen van 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd wordt
aangepast. (was categoriale langdurigheidtoeslag en wordt individuele inkomenstoeslag)
b. het PMB 65+ vervalt.
4. de collectieve ziektekostenverzekering voor minima wordt uitgebreid;
5. de individuele bijzondere bijstand (waaronder ook de huidige regelingen voor
maaltijdvergoeding en de vergoeding peuterspeelzalen vallen) wordt uitgebreid.
6. Dit bredere aanbod, maar ook de verwachting dat de vraag (het gebruik) zal toenemen, zal
leiden tot hogere uitvoeringskosten.
7. De regeling kinderopvang wordt ongewijzigd voortgezet.
Beleidsvoorstellen worden middels de nota ‘invulling participatiewet per 1 januari 2015’ op 4 november
2014 aan de Drechtraad voorgelegd.
22
Wat gaat het kosten?
bedragen x € 1.000
Programma
Minimabeleid
Minimabeleid
Kinderopvang
Maatwerkvoorziening
inkomenssteun CZG
Apparaatskosten
Totaal
Primaire begroting 2015
Lasten
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
6.455
120
6.455
120
0
0
6.455
100
6.455
100
0
0
0
-20
0
-20
0
0
0
2.900
9.475
0
2.900
9.475
0
0
0
2.324
3.284
12.163
2.324
3.284
12.163
0
0
0
2.324
384
2.688
2.324
384
2.688
0
0
0
Gemeenten ontvangen in 2015 structureel extra middelen van het rijk voor de bijzondere bijstand aan
kwetsbare groepen en voor de intensivering van het armoede- en schuldenbeleid. In totaliteit
bedragen deze structurele extra middelen welke de gemeenten in 2015 als toevoeging in hun
Algemene Uitkering ontvangen circa € 2,1 miljoen. Voor de financiële dekking van het programma
minimabeleid voor het jaar 2015 is bij de basisbegroting 2015 hiervan € 1,1 miljoen aan extra
middelen bij de gemeenten opgehaald. Bij de actualisatie van de begroting 2015 prognosticeren we
een toename van de lasten van € 0,5 miljoen als gevolg van de verdere verbetering van zowel het
gebruik als het bereik (+10% ten opzichte van het jaar 2014) van het minimabeleid. Deze lasten
worden binnen de bestaande begroting opgevangen door dat de PBM 65+ is komen te vervallen.
Minimabeleid
Resultaat op de lasten en baten Minimabeleid € 0
In lijn met de primaire begroting
Kinderopvang
Resultaat op de lasten Kinderopvang € 20.000 (voordeel, incidenteel)
Naar verwachting zullen de lasten, als gevolg van het op dit moment marginale gebruik in de praktijk,
in 2015 lager zijn. Dit heeft tot gevolg dat de begroting kinderopvang met € 20.000 kan worden
verlaagd. Het voordeel is incidenteel omdat het de verwachting is dat het gebruik te zijner tijd weer
toeneemt door de aantrekking van de markt.
Resultaat op de baten Kinderopvang € 20.000 (nadeel, incidenteel)
Door de gekozen financieringssystematiek van dit onderdeel, financiering op basis van voor- en
nacalculatie, wordt het resultaat op de baten verklaard door de lagere doorberekening aan de
gemeenten en is gelijk aan het resultaat op de lasten.
Maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten
Resultaat op de lasten Maatwerkvoorziening inkomenssteun € 2.324.000 (nadeel, structureel)
In het regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven de huidige, landelijk uitgevoerde financiële ondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten te willen vereenvoudigen en volledig onder te
brengen in een door gemeenten uit te voeren maatwerkvoorziening. Gemeenten ontvangen in de
integratie-uitkering sociaal domein hiervoor € 216 miljoen in 2015 (voor de Drechtsteden 3,3 miljoen)
oplopend naar € 268 miljoen vanaf 2017. Binnen de Drechtsteden wordt door middel van een
collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de individuele bijzondere bijstand voorgesteld
hieraan uitvoering te geven. In 2015 is de verwachting dat niet het gehele budget
inkomensondersteuning nodig zal zijn om deze taken te kunnen uitvoeren. Een bedrag van € 1 miljoen
wordt daarom overgeheveld naar de nieuwe taken begeleiding en kortdurend verblijf ter dekking van
de verwachte kosten op dat onderdelen.
Resultaat op de baten Maatwerkvoorziening inkomenssteun € 2.324.000 (voordeel, structureel)
Voor dit nieuwe onderdeel welke overgekomen is vanuit de Wmo worden de taken uitgevoerd binnen
het financieel kader van de beschikbaar gestelde middelen. De Drechtsteden gemeenten hebben
daarbij aangegeven om de maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten
de eerste drie jaar op basis van solidariteit te willen uitvoeren. Eventuele tekorten worden naar rato
van de ingelegde middelen verdeeld over de gemeenten. Bij een overschot wordt geen reserve
gevormd, maar wordt uitgekeerd eveneens naar rato van de inleg.
23
Apparaatskosten
Resultaat apparaatskosten € 384.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel)
Dit betreft het effect van de toedeling van de actualisatie van de apparaatskosten aan de programma’s
zoals in paragraaf 1.2 Samenvatting financiële effecten is toegelicht.
Voor de uitvoering van de effecten van de wetswijzigingen op het minimabeleid is 1,5 fte toegevoegd.
Wmo
Wat willen wij bereiken?
De inwoners van de Drechtsteden hebben toegang tot betaalbare, houdbare, oplossingsgerichte en
toegankelijke ondersteuning.
We helpen inwoners met een ondersteuningsvraag zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig,
waarbij zij zoveel mogelijk de eigen regie houden.
Inwoners die gebruik maken van maatwerkvoorzieningen beoordelen deze positief.
Taken en ambities worden uitgevoerd binnen het beschikbare Wmo-budget.
Wat gaan wij daarvoor doen?
In het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 - 2018 is bij de implementatie van de nieuwe taken
gekozen voor een strategie met twee parallelle sporen: een spoor gericht op een stabiele overdracht
van AWBZ naar Wmo (transitie) en een spoor gericht op de langjarige innovatie- en veranderopgave
(transformatie). In 2015 zal vooral worden ingezet op het uitvoeren van de transitie en het starten met
de transformatie.
Transitie
Bestaande Wmo-voorzieningen
De kwalitatieve en financiële houdbaarheid van de bestaande Wmo-voorzieningen zal in 2015
opnieuw gewogen worden en zal, daar waar nodig, worden doorontwikkeld. De bestaande Wmovoorzieningen betreffen:
• Huishoudelijke ondersteuning
• Rolstoelen
• Vervoer (individueel en collectief)
• Woningaanpassingen
Bezuiniging huishoudelijke ondersteuning
De door het kabinet met ingang van 2015 doorgevoerde taakstelling van ruim 30% op de
huishoudelijke ondersteuning is met de nieuwe aanpak in 2014 al gerealiseerd, waardoor op de ‘oude’
voorzieningen in 2015 (vooralsnog) niet verder bezuinigd hoeft te worden. Of deze strategie ook na
2015 houdbaar blijft, moet in de loop van 2015 duidelijk worden.
Nieuwe Wmo-voorzieningen
Het zwaartepunt ligt in 2015 op de uitvoering van de nieuwe, uit de AWBZ overgedragen taken. Vanuit
het belang van klanten is gekozen voor een overgang naar de Wmo die, in het eerste jaar, primair is
gericht op het binnen de budgettaire kaders maximaal handhaven van de continuïteit en kwaliteit van
de onder de AWBZ geboden dienstverlening, te weten: begeleiding groep (incl. vervoer), begeleiding
individueel, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging. Voor het bedienen van de nieuwe
klantgroep is de formatie met ingang van 2015 structureel opgehoogd.
Indicaties
Op grond van het overgangsrecht, de overgang van AWBZ naar Wmo, moet de volledige overgedragen groep in 2015 opnieuw worden geïndiceerd (ongeveer 4.700 personen). Op hen is een
overgangsrecht van (maximaal) een jaar van toepassing en dit proces moet dan ook uiterlijk 31
december 2015 zijn afgerond. Om dit te kunnen managen is de formatie in 2015 incidenteel
opgehoogd.
24
Dienstverlening aan centrumgemeente Dordrecht
De Wmo 2015 maakt de centrumgemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen en opvang.
Dordrecht is centrumgemeente voor de regio Drechtsteden en Alblasserwaard - Vijfheerenlanden.
Vanaf 2015 zal de SDD in opdracht van deze centrumgemeente een aantal taken gaan uitvoeren als
het gaat om beschermd wonen en opvang. Het betreft: de toegang en indicatiestelling, inkoop en
contractbeheer, afhandeling van klachten en bezwaar, contacten onderhouden met de partners op
cliëntniveau en met hen verdere uitvoeringsafspraken (voor toegang en indicatie) maken en tot slot de
administratieve taken rondom declareren en betalen van de aanbieders.
Klanttevredenheidsonderzoek
In het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015-2018 is aangegeven dat de Drechtstedengemeenten voor
de monitoring van de doelstellingen en de maatschappelijke effecten een set indicatoren gaat
ontwikkelen. De GRD zal hierbij – voor zover het de maatwerkvoorzieningen betreft – aansluiten.
Daarnaast verzorgen de gemeenten jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek, dat opeenvolgend
gericht is op de algemene- en de maatwerkvoorzieningen.
Transformatie
Bestuurlijke aanbesteding
De belangrijkste exercitie met betrekking tot de transformatie is in 2015 de bestuurlijke aanbesteding
van de nieuwe Wmo-voorzieningen. De verwachting is dat dit traject in 2016 gaat leiden tot een
volledig nieuwe aanpak voor de uit de AWBZ overdragen taken. Deze nieuwe aanpak moet niet alleen
leiden tot een duurzame oplossing voor de taakstelling waarmee de invoering van de Wmo 2015
gepaard gaat, maar tevens tot een kwalitatief hoogwaardig pakket maatwerkvoorzieningen dat in
overeenstemming is met de veranderopgaven in het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015-2018.
Aansluiting zoeken met (de doorontwikkeling van) de algemene voorzieningen
De Wmo 2015 noopt ertoe om de algemene voorzieningen (lokale verantwoordelijkheid) en de maatwerkvoorzieningen (Drechtstedelijke verantwoordelijkheid) dicht tegen elkaar aan te organiseren en
gezamenlijk door te ontwikkelen. Deze opgave wordt in nauwe samenwerking met de individuele
gemeenten opgepakt, waarbij tevens aansluiting wordt gezocht bij de Innovatieagenda Drechtsteden.
Wat gaat het kosten?
bedragen x € 1.000
Programma
WMO
Huishoudelijke ondersteuning
Hulpmiddelen
Begeleiding en kortdurend verblijf
Persoonlijke verzorging
Beschermd wonen
Opvang
Apparaatskosten
Totaal
Primaire begroting 2015
Lasten
20.500
10.000
0
0
0
0
6.729
37.229
Baten
20.500
10.000
0
0
0
0
6.729
37.229
Actuele begroting 2015
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten
19.200
9.800
22.457
1.286
25.709
1.387
11.064
90.903
Baten
19.200
9.800
22.457
1.286
25.709
1.387
11.064
90.903
Afwijking
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten
-1.300
-200
22.457
1.286
25.709
1.387
4.335
53.674
Baten
-1.300
-200
22.457
1.286
25.709
1.387
4.335
53.674
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
Met de komst van de nieuwe Wmo 2015 krijgen gemeenten er nieuwe taken bij naast de al bestaande
taken huishoudelijke ondersteuning en individuele voorzieningen. De meicirculaire 2014 geeft
nagenoeg definitief inzicht in het (macro)budget voor 2015. In de financiële notitie horende bij het
Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 is een verdeling gemaakt van de ter beschikking
gestelde budgetten, te onderscheiden naar taken waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. De
bedragen vermeld in deze geactualiseerde begroting 2015 zijn hierop afgestemd.
Bestaande taken
Huishoudelijke ondersteuning
Op basis van de ontwikkeling van het huidige klantenbestand en het onderliggende contract
huishoudelijke ondersteuning (op basis van resultaat financiering ‘schoon en leefbaar huis‘) is de
verwachting dat we op het programmaonderdeel huishoudelijke ondersteuning voldoende beschikbare
middelen hebben om de taken uit te voeren.
25
Resultaat op de lasten Wmo huishoudelijke ondersteuning: € 1.300.000 (voordeel, incidenteel)
Op dit programmaonderdeel verwachten we, in het verlengde van het resultaat bij de jaarrekening
2013 en de programmaverantwoording 2014, een besparing op de lasten van € 1,3 miljoen te
realiseren. De lagere lasten zijn voor € 1 miljoen het gevolg van de gewijzigde financiering bij de
huishoudelijke ondersteuning (op basis van resultaatfinanciering ‘schoon en leefbaar huis’). De
resterende € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door de dalende trend van het aantal mensen dat gebruik
maakt van een persoonsgebonden budget (PGB).
Resultaat op de baten Wmo huishoudelijke ondersteuning: € 1.300.000 (nadeel, incidenteel)
Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn de geraamde baten gelijk aan de lasten.
Hulpmiddelen
Op het budget ten behoeve van het programmaonderdeel Wmo hulpmiddelen is door het Rijk geen
(nieuwe) taakstelling opgelegd.
Resultaat op de lasten Wmo hulpmiddelen: € 200.000 (voordeel, structureel)
De verwachting is dat de lasten van de woonvoorzieningen met € 200.000 neerwaarts bijgesteld
kunnen worden. In vergelijking met de maand augustus 2013 is het aantal woonvoorzieningen in 2014
met 5,5% gedaald, de verwachting is dat deze daling ook in 2015 zal standhouden. Hoewel het aantal
woonvoorzieningen op zichzelf nog niets zegt over de hoogte van de uitgaven, immers niet iedere
woningaanpassing is hetzelfde, is de daling ook zichtbaar in de ontwikkeling van de lasten.
Gemeenten worden geadviseerd het verwachte overschot op de uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke
ondersteuning en hulpmiddelen) te reserveren ter dekking van de verwachte volumegroei
programmaonderdeel begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging.
Resultaat op de baten Wmo hulpmiddelen: € 200.000 (nadeel, structureel)
Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn de geraamde baten gelijk aan de lasten.
Nieuwe taken
De middelen ten behoeve van de uitvoering van nieuwe taken en verantwoordelijkheden voor
gemeenten in het kader van de Wmo 2015 zijn ondergebracht in de integratie-uitkering sociaal domein
onderdeel Wmo. De integratie-uitkering bestaat naast de Wmo uit de componenten uitvoering
Jeugdwet en Participatiewet.
Uitgangspunt voor de begroting 2015 is dat de drie nieuwe taken met de voor elke taak bestemde
middelen wordt uitgevoerd. Ook binnen het onderdeel Wmo worden de nieuwe taken uitgevoerd
binnen het financieel kader van de beschikbaar gestelde middelen. De Drechtsteden gemeenten
hebben daarbij aangegeven om een aantal nieuwe taken gedurende de eerste drie jaar op basis van
solidariteit te willen uitvoeren. Het betreft begeleiding en kortdurend verblijf (inclusief vervoer),
persoonlijke verzorging en inkomensondersteuning. Eventuele tekorten worden naar rato van de
ingelegde middelen verdeeld over de gemeenten. Bij een overschot wordt geen reserve gevormd,
maar wordt uitgekeerd eveneens naar rato van de inleg.
Begeleiding en kortdurend verblijf (inclusief vervoer)
Aanvankelijk zouden de middelen voor begeleiding en kortdurend verblijf met een taakstellende
korting van 25% vanuit de AWBZ overkomen naar de gemeenten. Het kortingspercentage is inmiddels
op macroniveau verlaagd naar ongeveer 11%. Echter, in het overgangsrecht is opgenomen dat al
bestaande PGB indicaties in 2015 gerespecteerd dienen te worden, waardoor het nagenoeg niet
mogelijk is om een deel van de taakstelling ook op de PGB te realiseren. Daarmee komt de
taakstelling op de inkoop van voorzieningen zorg in natura (ZIN) op ongeveer 17%, om zo in 2015
budgetneutraal uit te komen met de beschikbaar gestelde middelen.
Resultaat op de lasten Begeleiding en kortdurend verblijf (incl. vervoer): € 22.475.000 (nadeel,
structureel)
Ten aanzien van de verwachte lasten zorg in natura (ZIN) is een doorrekening gemaakt van de
ontvangen offertes van de aanbieders, waarbij rekening is gehouden met de vanuit het Rijk opgelegde
taakstelling. De ontwikkeling van de verwachte lasten voor het persoonsgebonden budget (PGB) zijn
gebaseerd op historische realisatiecijfers (Vektis gegevens 2012). Naar verwachting zal er in 2015
26
een volumegroei optreden ten opzichte van eerdere jaren. De prognose voor de totale volumegroei
bedraagt € 1 miljoen. In de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 wordt
voorgesteld deze volumegroei niet direct ten laste van het zorgbudget Wmo te brengen, maar per
gemeente een groeireservering op te nemen in de gemeentelijke begroting. De getroffen
voorziening/reservering voor de Wmo bij gemeenten kan in 2015 benut worden ter dekking indien de
volumegroei zich daadwerkelijk voordoet. Gemeenten worden geadviseerd het verwachte overschot
op de uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke ondersteuning en hulpmiddelen) te reserveren ter dekking
van deze volumegroei.
Resultaat op de baten Begeleiding en kortdurend verblijf (incl. vervoer): € 22.457.000 (voordeel,
structureel)
Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten
gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen. Hierbij is rekening gehouden
met een verwachte opbrengst uit eigen bijdragen van € 1,4 miljoen. Daarnaast is een bedrag van
€ 1 miljoen overgeheveld van het budget inkomensondersteuning naar begeleiding ter dekking van de
verwachte kosten op dit onderdeel.
Persoonlijke verzorging
De staatssecretaris heeft besloten om de extramurale persoonlijke verzorging niet over te hevelen
naar de gemeenten, maar deze bij de zorgverzekeraars onder te brengen. Uitzondering hierop zijn de
mensen die, in het verlengde van begeleiding, verzorging krijgen vanwege cognitieve problemen. Het
gaat hier vooral om de behoefte aan ondersteuning bij Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen
(ADL).
Resultaat op de lasten Persoonlijke verzorging: € 1.286.000 (nadeel, structureel)
Ten aanzien van de verwachte lasten in natura (ZIN) en PGB is een doorrekening gemaakt van de
verwachte lasten, waarbij rekening is gehouden met de op gelegde taakstelling vanuit het Rijk.
Resultaat op de baten Persoonlijke verzorging: € 1.286.000 (voordeel, structureel)
Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten
gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen.
Inkomensondersteuning (Minimabeleid)
In het regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven de huidige, landelijk uitgevoerde financiële ondersteuning aan chronisch zieken en gehandicapten te willen vereenvoudigen en volledig onder te
brengen in een door gemeenten uit te voeren maatwerkvoorziening. Gemeenten ontvangen in de
integratie-uitkering sociaal domein hiervoor € 216 miljoen in 2015 (voor de Drechtsteden 3,3 miljoen)
oplopend naar € 268 miljoen vanaf 2017. Binnen de Drechtsteden wordt door middel van een
collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de individuele bijzondere bijstand voorgesteld
hieraan uitvoering te geven. In 2015 is de verwachting dat niet het gehele budget
inkomensondersteuning nodig zal zijn om deze taken te kunnen uitvoeren. Een bedrag van € 1 miljoen
wordt daarom overgeheveld naar de nieuwe taken begeleiding en kortdurend verblijf ter dekking van
de verwachte kosten op dat onderdelen. In paragraaf 2.2 Minimabeleid wordt hier nader op ingegaan.
Beschermd wonen
Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van Beschermd wonen.
Het budget voor beschermd wonen bedraagt in 2015 € 1.390 miljoen op macroniveau. Er is geen
sprake van een budgettaire korting. De uitvoering van deze nieuwe centrumgemeentelijke taak is
overgedragen aan de gemeente Dordrecht ten behoeve van de regio Drechtsteden en Alblasserwaard
- Vijfheerenlanden. De SDD zal in opdracht van de centrumgemeente deze taak uitvoeren.
Resultaat op de lasten: € 25.709.000 (nadeel, structureel)
Zoals hierboven aangegeven, is er geen budgettaire korting op de overkomende taak Beschermd
wonen doorgevoerd. Op basis van de huidige ramingen zijn de beschikbaar gestelde middelen
toereikend.
Resultaat op de baten Beschermd wonen: € 25.709.000 (voordeel, structureel)
Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten
gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen. Hierbij is rekening gehouden
met een verwachte opbrengst eigen bijdrage van € 1,5 miljoen.
27
Opvang
Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van Opvang. Het budget
voor opvang bedraagt in 2015 € 92 miljoen op macroniveau. Er is geen sprake van een budgettaire
korting. Net als bij Beschermd wonen, is de uitvoering van deze nieuwe centrumgemeentelijke taak
overgedragen aan de gemeente Dordrecht ten behoeve van de regio Drechtsteden en Alblasserwaard
- Vijfheerenlanden. De SDD zal in opdracht van de centrumgemeente deze taak uitvoeren.
Resultaat op de lasten: € 1.387.000 (nadeel, structureel) Zoals hierboven aangegeven, is er geen
budgettaire korting op de overkomende taak Opvang doorgevoerd. Op basis van de huidige ramingen
zijn de beschikbaar gestelde middelen toereikend.
Resultaat op de baten Beschermd wonen: € 1.387.000 (voordeel, structureel)
Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018, zijn de baten
gelijkgesteld aan de gemaakte verdeling van de beschikbare middelen.
Resultaat op de apparaatkosten € 4.335.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel)
Het hoofdproces voor de nieuwe Wmo-taken begeleiding en kortdurend verblijf is uitgewerkt in het
Irichtingsplan Sociale Dienst Drechtsteden. Voor de uitvoering van de taken wordt de formatie met
29,5 fte uitgebreid, de totale uitvoeringskosten (inclusief overhead en ICT) worden begroot op €
2.960.000. Naast deze uitbreiding, die nodig is voor de reguliere taken, vindt er in 2015 een groot
herindicatie-project plaats. De nieuwe wet stelt als eis dat alle bestaande klanten die een indicatie
hebben voor begeleiding en of kortdurend verblijf in 2015 worden geherindiceerd. De formatie wordt
tijdelijk uitgebreid in 2015 met 8,5 fte, de kosten worden begroot op € 956.000.
Voor de uitvoering van Beschermd wonen is gemeente Dordrecht de centrumgemeente. De SDD zal
in opdracht van de centrumgemeente de uitvoering van de maatwerkvoorzieningen opvang en
beschermd wonen gaan uitvoeren. Deze uitbreiding van taken gaat gepaard met een uitbreiding van
de formatie met 5 fte. De totale kosten van de uitvoering bedragen € 500.000 en zullen middels een
dienstverleningsovereenkomst worden doorbelast (budgetneutraal verwerkt).
Overige apparaatskosten
Dit betreft het effect van de toedeling van de actualisatie van de apparaatskosten aan de programma’s
zoals in paragraaf 1.2 Samenvatting financiële effecten is toegelicht.
Budgetadvies en schuldbemiddeling
Het aantal klanten dat schuldhulpverlening nodig heeft groeit. Het aantal nieuwe klanten dat een
traject start in de eerste acht maanden 2014 was 1.005. Dit is een stijging ten opzichte van de 879
klanten in dezelfde periode in 2013. Het is nog onduidelijk of deze stijging ook in 2015 aanhoudt.
In 2014 wordt een evaluatie uitgevoerd van de uitvoering van schuldhulpverlening. De bevindingen
zullen eind 2014 worden gepresenteerd. Op basis hiervan moet worden vastgesteld of het beleidsplan
nog voldoet, of dat aanpassingen voor 2015 nodig zijn. Deze tussentijdse evaluatie is nodig om in de
sterk veranderde maatschappelijke situatie, zoals stijgende klantaantallen en toenemende
complexiteit, ook in 2015 goede dienstverlening te kunnen garanderen.
Wat willen wij bereiken?
Inwoners van de Drechtsteden met schulden en/of beperkte financiële zelfredzaamheid begeleiden en
schulden duurzaam oplossen of beheersbaar maken.
In het beleidsplan is de verplichting opgenomen om jaarlijks een doelstelling te formuleren op de
wachttijd en de kwaliteit van zowel het stabilisatie- als het schuldhulpverleningstraject. Voor 2015
geldt:
1. wachttijd: in 95% van alle meldingen wordt maximaal binnen 10 werkdagen na melding de
hulpvraag vastgesteld.
2. aantal trajecten: naast de bestaande klanten bieden we aan minimaal 1.500 nieuwe klanten een
dienstverleningstraject.
28
3. kwaliteit stabilisatietraject: minimaal 50% van de stabilisatietrajecten moet positief worden
afgesloten.
4. kwaliteit schuldregelingstraject: minimaal 80% van de schuldregelingstrajecten moet positief
worden afgesloten.
Wat gaan wij daarvoor doen?
Centrale meldpunt
De SDD is ook in 2015 het centrale meldpunt voor alle inwoners van de Drechtsteden die
(problematische) schulden hebben. Kaders voor onze werkzaamheden vormen de Wet Gemeentelijke
Schuldhulpverlening en het regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012 – 2016.
Vroegsignalering
Landelijk hebben twee onderwerpen extra aandacht binnen de schuldhulpverlening, namelijk
preventie en vroegsignalering. Bij voegsignalering is het contact met werkgevers één van de acties
waarmee werkgevers ondersteund worden bij het oplossen van schuldensituaties van de werknemers
en loonbeslag zo veel mogelijk wil voorkomen.
Preventief budgetbeheer
In de preventie zijn stappen gezet door het preventief budgetbeheer. In de preventie van schulden
wordt ook nadrukkelijk de verbinding gezocht met het armoedebeleid. Het armoedebeleid is gericht op
de groepen klanten die door onvoorziene omstandigheden niet in staat zijn in hun noodzakelijke
uitgaven te voorzien. Door hier aandacht aan te geven, wordt deze groep in staat gesteld de
noodzakelijke uitgaven te doen zonder schulden te maken.
In 2014 is voor het eerste volledige jaar preventief budgetbeheer aangeboden. Hierbij zet zij zich
actief in om, via de ketenpartners, de aanmeldingen te realiseren en schulden te voorkomen. Na een
moeizame start, blijkt nu toch de instroom iets toe te nemen en bij ketenpartners voorziet dit in
behoefte aan ondersteuning voor een kwetsbare klantgroep. Door deze groep budgetbeheer aan te
bieden op het moment dat de schuldensituatie nog niet problematisch is, kan worden voorkomen dat
de situatie uit de hand loopt en kwetsbare klanten te maken krijgen met grote problemen zoals
bijvoorbeeld, de boete op de ziektekostenverzekering, deurwaarders of in het uiterste geval
huisuitzettingen. De strenge selectiecriteria bij aanvang van het project, bleken voor ketenpartners
een drempel in het aanmelden van klanten. In overleg met ketenpartners worden criteria te herijkt. .
Er is vanuit het maatschappelijk veld duidelijk nog steeds behoefte aan een vorm van ondersteuning
ter voorkoming van schulden. Eind 2014 zal dit product nader worden geëvalueerd.
NEN-certificering
Het aantal mensen met schulden is de afgelopen jaren toegenomen en de verwachting is dat dit
aantal verder toeneemt, evenals de complexiteit van de schuldensituaties. Gezien deze
ontwikkelingen is in 2012 een professionaliseringsslag gemaakt door het realiseren van de NENcertificering. In 2014 is hieraan het certificaat van de NVVK-audit toegevoegd. Het streven is om deze
certificaten te behouden bij de komende audits en zo de dienstverlening van 2015 volgens
professionele maatstaven te verlenen.
A-team
Gebleken is dat de contacten met ketenpartners essentieel zijn bij het ondersteunen van de kwetsbare
doelgroep die we ook in de schuldhulpverlening zien. Het A-team speelt hierbij een grote rol in de
verbindingen die gelegd worden met ketenpartners, doordat ‘A-teamers’ steeds meer op locatie gaan
werken. Ketenpartners en klanten zijn erg enthousiast over deze benadering en werkwijze. Ook in
2015 worden contacten met ketenpartners, mede door middel van het A-team, gecontinueerd en
geïntensiveerd. Dit gebeurt in het kader van preventie, maar ook om de trajecten voor stabilisatie en
schuldregelen succesvol te laten verlopen.
29
Wat gaat het kosten?
bedragen x € 1.000
Programma
Schuldhulpverlening
Budgetadies en
schuldbemiddeling
Apparaatskosten
Totaal
Primaire begroting 2015
Lasten
70
2.922
2.992
Baten
70
2.922
2.992
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
0
0
0
70
2.995
3.065
Baten
70
2.995
3.065
Afwijking
Saldo
Lasten
0
0
0
0
73
73
Baten
Saldo
0
73
73
0
0
0
Het budget programmakosten budgetadvies en schuldbemiddeling is begroot op € 70.000. Vanuit dit
budget worden diverse uitgaven bekostigd, waaronder de kosten voor het aangaan en de afhandeling
van saneringskredieten.
Resultaat op de lasten en baten programmabudget Budgetadvies en schuldbemiddeling: € 0
De geprognosticeerde totale lasten en baten programmabudget Budgetadvies en schuldbemiddeling
zijn gelijk aan de begrote lasten en baten.
Resultaat apparaatskosten € 73.000 (lasten nadeel, baten voordeel, beiden structureel)
Dit betreft het effect van de toedeling van de actualisatie van de apparaatskosten aan de programma’s
zoals in paragraaf 1.2 Samenvatting financiële effecten is toegelicht.
Bedrijfsvoering
Dienstverlening
Als gevolg van de Participatiewet en de nieuwe Wmo 2015, groeit de groep mensen die gebruikt
maakt van de dienstverlening fors. Zowel bestaande als nieuwe klanten mogen een goed
serviceniveau verwachten. Vanuit die ambitie is in 2014 een kwaliteitsprogramma opgezet dat
specifiek is gericht op continue leren en verbeteren met als doel dienstverlening die aansluit bij de
verwachtingen van de klanten. Dit programma loopt door in 2015 en bestrijkt de totale dienstverlening
op alle kanalen; click-call en face.
Klachten
Klachten worden gezien als een belangrijk signaal en een waardevolle bron van informatie voor het
verbeteren van de dienstverlening. Klachten worden snel en zorgvuldig afgehandeld, waarbij de
aandacht is gericht op herstel van vertrouwen en het oplossen van een concreet probleem. Daarom
wordt altijd direct telefonisch contact gezocht met de klager en vindt er een gesprek plaats wanneer
de klant daar behoefte aan heeft. De doelstelling is om 100% van de klachten binnen zes weken af te
handelen.
Bezwaarschriften
Ook bezwaarschriften zijn input om de kwaliteit van producten en diensten te verbeteren. In de
afhandeling van bezwaarschriften is de focus nadrukkelijk gericht op de klant. In 2014 is het ambtelijk
horen ingevoerd om in een minder formele setting het bezwaar te bespreken, waarbij de focus is
gericht op een oplossing en niet op een juridische procedure. De bezwaarschriftencommissie wordt
ingezet wanneer het bezwaar complex is of de bezwaarmaker een voorkeur heeft voor de formele
procedure. Alle bezwaarschriften worden afgehandeld binnen de wettelijke termijn. Daarnaast is een
servicenorm geformuleerd; 75% van de bezwaarschriften wordt binnen twaalf weken afgehandeld.
Taakstellingen (bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
GRD taakstellingen
Brede doorlichting
1.089
1.543
1.992
2.216
Ketenkorting
1.150
1.150
1.150
1.150
1.000
P.M.
4.142
3.366
Taakstelling GRD 2e ronde trap af , SDD
Totaal SDD in GRD-verband
2.239
2.693
30
In 2015 zijn de taakstellingen ‘Brede doorlichting en Ketenkorting’ in totaal € 3.366.000 volledig
gerealiseerd. De invulling van de aan GRD opgelegde bezuinigingsopdracht ‘2e ronde trap af’, zal
door middel van een separaat voorstel worden aangeboden.
Frictiekosten & WW rechten
Eind 2014 zullen naar verwachting alle bovenformatieve medewerkers zijn uitgestroomd. De WWverplichtingen lopen bij een gelijk blijvende aantal WW-ers door tot 2020 en worden in totaal geschat
op € 1,7 miljoen. Deze begrote frictiekosten bedragen voor 2015 € 390.000, waarvan € 30.000 zal
worden aangewend ten laste van de voorziening en € 360.000 komt ten laste van de huidige
begroting.
Personeel
De bestaande personeelsformatie wordt in 2015 uitgebreid met 69,74 fte vaste formatie en 14,5 fte
tijdelijke formatie.
Formatie Werk en Inkomen
Formatie invoering Participatiewet
Formatie taken nieuwe Wmo 2015
Formatie a.g.v. decentralisaties
Uitvoering taken beschermd wonen voor centrumgemeente
Formatie wijziging beleidsplan schulphulpverlening
Formatie Drechtwerk Personeel
Totaal uitbreiding vaste formatie
Tijdelijke formatie Participatiewet (half jaar)
Tijdelijke formatie herindicatieproces WMO
Totaal uitbreiding tijdelijke formatie
5,8
5,5
29,5
2
4,9
0,5
21,54
69,74
6
8,5
14,5
Totaal uitbreiding vaste en tijdelijke formatie 2015
84,24
De uitvoering taken beschermd wonen worden uitgevoerd voor de centrumgemeente Dordrecht en
worden door middel van een dienstverleningsovereenkomst in rekening gebracht bij de
centrumgemeente Dordrecht.
31
Gevraagde besluiten / begrotingswijzigingen (bedragen x € 1.000)
Begrotingsprogramma
Bedragen
Lasten
Baten
Toelichting
S/I
financieringsbron
gemeenten *
Werk & Inkomen
2.576
Participatie
-4.121
WSW
Inkomensondersteuning
-7.498
2.576 Neerwaartse bijstelling budget en de
overheveling van de taken voormalig SW
-4.121 Neerwaartse bijstelling budget en de
overheveling van de taken voormalig SW
-7.498 Neerwaartse bijstelling budget,
ontwikkeling klantenaantallen,
prijsontwikkeling en een geprognosticeerd
tekort.
I
S
S
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Specifieke-uitkering
Gebundelde Uitkering
2015 voorlopig
Minimabeleid
Kinderopvang
Maatw.voorz. ink.steun
-20
2.324
-20 Lagere lasten als gevolg van het
incidenteel in 2015 achterblijven van het
aantal aanvragen.
2.324 Nieuwe taak minimabeleid.
I
Algemene uitkering
S
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
WMO
Huishoudelijke hulp
Hulpmiddelen
Begeleiding en kortdurend
verblijf
Persoonlijke verzorging
Beschermd wonen
Opvang
-1.300
-200
22.457
-1.300 Lagere lasten als gevolg van gewijzigde
financiering op basis van
resultaatfinanciering en daling van het
aantal klanten met PGB
-200 Lagere lasten als gevolg van daling aantal
woonvoorzieningen
22.457 Nieuwe taak Wmo
I
Integratie-uitkering
WMO
S
S
Nieuwe taak Wmo
S
Nieuwe taak Wmo
S
Nieuwe taak Wmo
S
1.286
1.286
25.709
25.709
1.387
1.387
2.960
2.960 Inrichtingsplan WMO
Algemene uitkering
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Schuldbem. & Budg.
Apparaatskosten
S
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Integratie-uitkering
WMO
Algemene uitkering
-86
-86 Verlaging kosten OCD
S
Algemene uitkering
200
200 Formatie a.g.v. decentralisatie
S
Algemene uitkering
45
370
45 Formatie wijziging beleidsplan Abs
370 CAO wijziging
S
S
Algemene uitkering
Algemene uitkering
460 Formatie Werk en Inkomen
S
Algemene uitkering
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
Algemene uitkering
956
30
460
1.613
956 Tijdelijke herindicatie WMO
30 GRD doorbelasting
460 Invoering Particiaptiewet
300
300 Omzetting i.k.v. invoering Particiaptiewet
500
50.458
I
1.613 Drechtwerk Personeel (voormalig SW)
460
50
S
50 Innovatieve projecten
500 Beschermd wonen WMO
S
I
I
S
Algemene uitkering
reserve GRD, nvt
gemeenten
Integratie-uitkering
Sociaal domein 2015
50.458
* hier is opgenomen op welke manier de gemeenten de begrotingswijzigingen (kunnen) financieren
Aanvullende besluiten:
Doelstelling klantenaantallen: Het aantal mensen dat eind 2015 een uitkering ontvangt is (maximaal)
gelijk aan de stand op 1 januari 2015.
Wmo: Conform de financiële notitie bij het Wmo Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018 worden
gemeenten geadviseerd het verwachte overschot op de uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke
ondersteuning en hulpmiddelen) te reserveren ter dekking van de verwachte volumegroei
programmaonderdeel Begeleiding.
Participatieplekken: Invulling te geven aan 1.100 participatieplekken. De kosten zullen circa € 2,5
miljoen bedragen en worden ten laste van het Participatiebudget gebracht.
32
2.3
Bedrijfsvoering
Het begrotingsprogramma Bedrijfsvoering omvat de uitvoeringsbudgetten van de GRD-dochters, en is
opgebouwd uit een productraming per GRD-dochter.
Totaal van het begrotingsprogramma (bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2015
Lasten
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
A. IBD
7.676
8.172
496
6.138
6.138
0
-1.538
-2.034
-496
B. SCD
43.467
42.759
-708
44.472
43.764
-708
1.005
1.005
0
C. GBD
5.782
5.782
0
5.832
5.832
0
50
50
0
D. OCD
1.499
1.499
0
1.518
1.518
0
19
19
0
E. BDS
1.157
1.157
0
1.175
1.175
0
19
19
0
0
708
708
0
708
708
0
0
0
59.581
60.077
496
59.135
59.135
0
-445
-941
-496
Mutaties
reserve
Totaal
A.
Ingenieursbureau Drechtsteden
Inleiding
Nadat 2014 grotendeels in het teken heeft gestaan van de organisatieontwikkeling van het
Ingenieursbureau Drechtsteden (IBD) zal 2015 het jaar van de implementatie worden. In eerste
instantie zijn de plannen gemaakt voor een gefocust Civiel Technisch Ingenieursbureau en in een later
stadium is hier ook een organisatieontwikkelopdracht voor het onderdeel Beheer en Onderhoud
Gebouwen aan toegevoegd.
De rode draad in de ontwikkeling is te komen tot een flexibele, efficiënte organisatie met
gespecialiseerde medewerkers. Een organisatie die goed kan inspelen op de ontwikkelingen bij de
klantorganisaties, zowel in krimp- als in groeiscenario’s. Een organisatie die de samenwerking met de
markt en de regiopartners optimaal weet te benutten.
Vanzelfsprekend is de implementatie een dynamisch proces dat ook na 2015 zal worden voortgezet.
De dienstverlening van het IBD zal vanzelfsprekend tijdens dit proces gewoon op het gewenste niveau
blijven. De zeven die wij momenteel voor de kwaliteit van onze dienstverlening van de klanten krijgen
is daarbij onze ondergrens.
Ook in financiële zin zal de organisatieontwikkeling impact hebben. De taakstelling voor het IBD zal
komen te vervallen, zodat het saldo van de begroting nul zal worden. De salarisontwikkeling zal
worden verrekend in de tarieven. Door de organisatieontwikkeling geleidelijk in toe voeren moet het
mogelijke zijn de frictiekosten beheersbaar te houden. De werkelijke financiële impact zal begin 2015
duidelijk zijn.
Conclusies, acties, bijsturing e.d.
Tijdens de implementatie van de organisatieplannen zullen we continu investeren in de ontwikkeling
van het personeel en het management van het IBD. De strategische personeelsplanning,
personeelsgesprekken en cultuurverandering zijn onze gids op de route naar de nieuwe organisatie.
We zullen scherp sturen op de ontwikkeling van onze medewerkers. Daarnaast zullen wij ons ook
moeten oriënteren op de arbeidsmarkt. Vergrijzing van de organisatie biedt enerzijds kansen om via
natuurlijk verloop te krimpen, maar betekent anderzijds dat kennis verloren kan gaan.
Gedurende de ontwikkeling van de organisatie zullen wij, weliswaar in steeds mindere mate,
afhankelijk zijn van de omzetgarantie van onze eigenaren. Vanuit het nieuwe inkoop- en
aanbestedingsbeleid (vastgesteld in februari 2014) moet het geen probleem zijn deze omzet voor het
33
IBD te garanderen. Het nieuwe beleid gaat immers uit van zo optimaal mogelijk gebruik maken van
inbesteden.
Ook de interne bedrijfsprocessen zullen worden aangepast aan de eisen van de nieuwe organisatie.
Wat voor faciliteiten moeten wij onze medewerkers kunnen bieden om hun werk zo optimaal mogelijk
uit te kunnen oefenen? Deze vraag zal centraal staan bij de redesign van onze bedrijfsprocessen. We
zullen hierbij wel opereren binnen de centrale kaders van de Drechtsteden.
Wat gaan wij daarvoor doen?
Essentieel voor het realiseren van en de kwaliteit in de projecten als ook de omzetdoelstelling is de
ontwikkeling van het personeel. In 2013 zijn wij als organisatie gestart met talentontwikkeling. Het doel
is om vanuit talentontwikkeling te groeien in taakvolwassenheid. Een taakvolwassenheid van het
Maturity-niveau 4 past bij een “lean and mean” organisatie. Ontwikkelgesprekken en coachen van
medewerkers zijn de sleutelwoorden om het gewenste niveau te halen. Vanuit dit
volwassenheidsniveau zorgen medewerkers voor een deel zelf voor omzet. Enerzijds via de kwaliteit
op projecten en anderzijds door het netwerk dat medewerkers opbouwen.
Aan de kostenkant ligt de taak om de organisatie “lean” te houden. Daar het grootste deel van de
kosten bestaan uit omzetgerelateerde kosten (loonkosten productieve medewerkers) zal onderzocht
worden of er op bedrijfsvoering (administratie, huisvesting en automatisering) nog ruimte te vinden is
voor kostenreductie.
Hoe gaan we dit meten?
Het meten van de resultaten staat centraal tijdens de implementatie van de organisatieverandering. Al
jaren heeft het IBD een maandelijkse Marap voor interne sturing. Grootheden als omzet en
omzetontwikkeling, productiviteit, kostenbeheersing en ziekteverzuim worden door het management
onder de loep genomen. In 2014 is het IBD gestart met het ontwikkelen van een governance model.
Naast de financieel georiënteerde cijfers uit de Marap worden in de governance ook onderwerpen als
personeelsontwikkeling, marktontwikkeling, kwaliteit en risico’s aangestipt. Tweemaandelijks zijn er
gesprekken met onze stakeholders over de governance.
Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2015
Lasten
Baten en
lasten
Mutaties
reserve
Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
7.676
8.172
496
6.138
6.138
0
-1.538
-2.034
-496
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.676
8.172
496
6.138
6.138
0
-1.538
-2.034
-496
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000)
Toelichting
A.
A.
Omschrijving afwijking
Lasten
Als gevolg van de reorganisatie van het
IBD dalen de lasten
Baten
De gem eente Dordrecht heeft de
garantieomzet verlaagd.
Mutaties reserve
Resultaat
I/S*
S
Voordeel
Nadeel
Saldo
1.538
S
Dordrecht
2.034
0
1.538
Gemeente**
0
2.034
Dordrecht
0
-496
Toelichting:
A. De gemeente Dordrecht heeft de garantieomzet van het IBD verlaagd naar € 2,5 miljoen voor het
civiel technisch onderdeel van het IBD. Gevolg is dat zowel de omzet als de kosten in de begroting
2015 naar een lager niveau is teruggebracht. Een taakstelling op een kleiner IBD wordt als niet
realistisch beschouwd, waardoor deze is komen te vervallen.
34
B.
Servicecentrum Drechtsteden
Inleiding
Samenvatting
De dienstverlening zal in 2015 merkbaar verbeterd zijn door doordat het SCD werkt met processen en
diensten die met behulp van leanmanagementtechnieken en sociotechniek zijn doorgelicht en waarop
continue wordt gestuurd en verbeteringen plaats vindt. Ook zal het SCD onderzoek doen naar
eventuele uitbreiding en zal de verdere invlechting van Drechtwerk impact hebben op de organisatie.
De dienstverlening komt in 2015 door taakstellingen onder druk te staan en zal directe gevolgen
hebben voor de klanten.
Inleiding
Het Servicecentrum Drechtsteden (SCD) biedt de zes Drechtstedengemeenten en de
Gemeenschappelijke Regelingen Drechtsteden, Omgevingsdienst ZHZ en Dienst Gezondheid &
Jeugd (voorheen Regio ZHZ) ondersteunende producten en diensten die betrekking hebben op
financiële, personele, facilitaire en juridische diensten, administratie, informatisering, automatisering,
inkoop, aanbesteding en communicatie.
Missie SCD
Met ons vakmanschap, onze klantkennis & synergievoordelen de bedrijfsvoering van onze klanten
integraal ondersteunen, zodat zij beter hun kerntaken kunnen uitvoeren.
Het SCD voert de ondersteunende taken zoveel mogelijk geüniformeerd en gestandaardiseerd uit,
zonder hierbij de noodzakelijke lokale behoeften uit het oog te verliezen. De SCD-organisatie
ontwikkelt zich steeds meer van productenleverancier tot volwaardige samenwerkingspartner. Daartoe
zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren naar mogelijkheden om
onze producten te verbeteren, onze processen verder te stroomlijnen en onze kosten te verlagen.
Tegen deze achtergrond zijn de belangrijkste speerpunten voor 2015:
1. Verbetering dienstverlening
Toonaangevende prestaties
In 2014 en 2015 werkt het SCD met processen en diensten die met behulp van
Leanmanagementtechnieken in combinatie met Sociotechniek zijn doorgelicht op kwaliteit,
efficiency en noodzaak. Per afdeling wordt hierop gestuurd en vindt continu verbetering plaats. De
kwaliteit van de dienstverlening wordt in 2015 gemonitord via bijvoorbeeld
klanttevredenheidsonderzoeken, benchmarks en klantrapportages over klantprestatie-indicatoren.
Enthousiaste medewerkers
Onze medewerkers zijn ons belangrijkste kapitaal en onze ambassadeurs. Hun houding en
gedrag moet passen bij een zakelijke dienstverlenende organisatie. Om het leiderschap te
versterken is een leiderschapsprogramma uitgevoerd. Tevens dient dit programma voor het
borgen van de organisatieverandering. Verder wordt door middel van periodieke
medewerkertevredenheidsonderzoeken de betrokkenheid en tevredenheid van de medewerkers
gemeten. Doel is mede om inzichtelijk te krijgen of het SCD haar ‘human resources’ nog
efficiënter kan inzetten voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Daarnaast wordt ook
gebruik gemaakt van strategische personeelsplanning waarin ook nog de verbinding wordt
gemaakt tussen de toekomstige organisatieontwikkelingen op korte en lange termijn en de daarbij
gewenste kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbezetting.
Transitie ICT
Er is in 2012 en de eerste helft van 2013 een grondige analyse uitgevoerd van de ICT (I&A)
functie binnen de Drechtsteden wat heeft geresulteerd in het I&A Transitieplan. De bouwblokken
(“hoe ziet de technische omgeving er straks uit”) is in 2015 afgerond. De centrale infrastructuur is
gebouwd en in 2014 is gestart met de uitrol van de nieuwe werkplek. Naast de uitrol worden tot in
2015 meer projecten gerealiseerd om de benodigde infrastructuur compleet te vernieuwen.
35
Inkoop Nieuwe Stijl (INS)
Inkoop Nieuwe Stijl is in september 2012 vastgesteld en loopt tot half 2015. De kwantitatieve
resultaten (aanbestedingsresultaat en het percentage t.o.v. het netto beïnvloedbare inkoopvolume
langs team Inkoop) worden gemeten over een periode van 3 jaar. De doelstelling is een
aanbestedingsresultaat van € 20 - € 30 miljoen te behalen in deze periode en deze doelstelling is
reeds behaald. Het percentage wat langs team Inkoop gaat is gestegen van 14% naar ruim 25%.
2015 staat in het teken van de afronding van INS en de borging van de behaalde resultaten. De
lijn die vanuit INS is ingezet met betrekking tot planmatig en procesmatig werken wordt voortgezet
door een pro-actieve en planmatige aanpak van inkoop middels een jaarcyclus (o.a. inkoopscan
en Regionaal Inkoopplan). Tevens zal er een verdere doorontwikkeling en optimalisatie
plaatsvinden betreffende de periodieke rapportages en stuurinformatie.
Vanuit team Inkoop blijft ook in 2015 de nadruk aanwezig om contractmanagement verder in te
richten en te optimaliseren, opdat we de behaalde aanbestedingsresultaten kunnen omzetten naar
inkoopresultaten. Dit betreffen zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten.
Programma’s en projecten
Binnen het SCD wordt gewerkt met portfoliomanagement voor projecten. De projecten worden via
een vast stramien uitgevoerd, waarbij gebruikgemaakt wordt van een standaard projectmethodiek.
2. Uitbreiding SCD
Verkenning uitbreiding dienstverlening
Een verkenning naar mogelijkheden en wenselijkheid tot uitbreiding van het aantal
klantorganisaties en/of dienstverlening is gestart. Per werkveld worden de te behalen voordelen
en de daarbij te stellen voorwaarden en standaarden verkend. Dit wordt bezien in relatie tot de
fijnstructuur en de verrekensystematiek. Op termijn kan beheerste schaalvergroting mogelijk een
kostendaling voor de eigenaren tot gevolg hebben. Dit past goed binnen de financiële strategie
van de Drechtsteden.
Drechtwerk
De Participatiewet zal inwerkingtreden per 2015. Daar waar eerst werd uitgegaan van een
volledige 100% integratie van Drechtwerk binnen de GRD, is nu de ambitie om meer mensen aan
het werk te helpen leidend en volgt daarop de beoogde organisatievorm. In 2014 is een analyse
ten aanzien van het ICT landschap uitgevoerd met daarbij een advies rondom migratiescenario`s
en mogelijke in beheer name bij ICT SCD. Op een aantal andere vlakken wordt op incidentele
basis in 2014 al diensten verleend. Voor 2015 wordt aan de hand van hoe Drechtwerk wordt
georganiseerd bekeken wat dat voor het SCD betekent.
Decentralisatie (WMO)
In het kader van de decentralisaties WMO komen in 2015 extra taken over naar de gemeenten. In
2014 worden de service-organisaties ingericht. Op dit moment wordt hard gewerkt bij de Sociale
Dienst om dit vorm te geven. De impact op de dienstverlening voor SCD zijn in de begroting
verwerkt.
3. Bijdragen aan taakstellingen
De kosten van het SCD zijn de afgelopen jaren verlaagd door de vermindering van personeel (- 50
medewerkers) en daarnaast heeft o.a. Inkoop nieuwe stijl grote bijdragen geleverd aan
besparingen in de regio. Bij verdere taakstellingen zal, nu het straktrekken van alle processen
binnen het SCD heeft plaatsgevonden, moeten worden gekeken naar besparingen in de totale
keten, vermindering van taken en volumes. Naast de taakstellingen zijn in 2015 ook de
ontvlechting van de GR-en ZHZ en de daarmee gepaard gaande frictie zichtbaar door de
teruglopende inkomsten en de uitputting van de frictiereserve.
In 2015 wordt de GRD met een nieuwe taakstelling geconfronteerd. Voor SCD komt de
dienstverlening onder druk te staan door de nieuwe taakstellingen. Voor het SCD komt de nadruk
te liggen op de vermindering van de dienstverlening.
36
Conclusies, acties, bijsturing e.d.
1. De dienstverlening van het SCD zal in 2015 merkbaar verbeterd zijn door de doorgevoerde
procesverbeteringen en ontwikkeltrajecten van medewerkers.
2. De uitbreiding van SCD dient verder onderzocht te worden. En verder kan de invlechting van
Drechtwerk impact hebben op het SCD.
3. De dienstverlening staat onder druk door taakstellingen, die direct gevolgen zullen hebben voor de
klanten.
Hoe gaan we dit meten?
Het SCD hanteert onderstaande balanced scorecard om prestaties op het gebied van financiën,
medewerker, klant en vernieuwing periodiek te monitoren en waar nodig bij te sturen om de
organisatie en dienstverlening verder te ontwikkelen.
1. Dienstverlening
Norm
Werkelijk
Kritische succesfactor
(KSF): klanttevredenheid
Speerpunten SCD
KPI’s
KTO
Conform
planning
Conform
norm, zie
tabel
hieronder
>7
3. Medewerker
Kritische succesfactor
(KSF):
medewerkerstevredenheid
Norm
Uitstroom
Conform
planning
Ziekteverzuim
<5,0 %
MTO
>7
Productiviteit
Opleidingen
>1350 uur
2% van het
P-budget
twee
gesprekken
per
medewerker
per jaar
Jaargesprekken
Werkelijk
2. Financiën
Norm
Kritische
succesfactor
(KSF): financiële
beeld
Prognose budget
SCD 2014
Prognose
personeelsbudget
2014
≤100%
Prognose materieel
budget 2014
Prognose
Transitiekosten
2014
Voortgang
taakstelling 2014
4. Vernieuwing
Kritische
succesfactor
(KSF): continue
verbetering
Voortgang
fijnstructuur
(audits)
Voortgang ICT
Voortgang
investeringsportfoli
o SCD
Werkelijk
≤100%
≤100%
Conform
voorziening
100%
Norm
Werkelijk
Conform
planning
Transitieplan I&A
Conform
planning
Tabel 2. Balanced scorecard SCD
Klantprestatie-indicatoren
Het SCD wil de dienstverlening in 2015 verder verbeteren. Denk daarbij aan het verder versnellen van
het betaalproces ook in de keten (o.g.v. nieuwe wetgeving moeten alle facturen binnen 30 dagen
betaald worden) en het verbeteren van de ICT-dienstverlening (uitvoering Transitieplan I&A). Daarbij
maken we gebruik van onder meer de volgende klantprestatie-indicatoren:
37
Taakveld
Product
Prestatie-indicator*
Betalen
Registratie
5 kalenderdagen na 1e ontvangst
bij SCD
100%
KO: Coderen en
accorderen
% gecodeerd en geaccordeerd 20
kalenderdagen na ontvangst door
klantorganisaties van SCD
% facturen betaald 5
kalenderdagen na terugontvangst
bij SCD
100%
100%
Verstoringen
% facturen betaald 30
kalenderdagen na 1e ontvangst bij
SCD
% incidenten opgelost conform
afspraak
% verstoringen direct opgelost
Wijzigingsverzoek
% binnen 4 weken ingepland
80%
Wijzigingsverzoek
% volgens afspraak opgeleverd
90%
DIV
% dossiers binnen 24 uur
uitgeleverd
% dossiers binnen 31 dagen
teruggeleverd
% tijdig afgehandelde werkorders
90%
70% van de gelopen VSR metingen
in een voortschrijdend jaar dient
een voldoende resultaat te hebben
% besluiten geleverd binnen
afgesproken termijn (met
hoorzitting/bezwaarcie’s)
% bezwaarschriften na mediation
ingetrokken
70%
Fiatteren en betalen
SCD+KO: betalen
facturen
Incidenten
ICT
FZ/DIV
DIV
Beheer FZ
Schoonmaak
Bezwaar-procedures
JKC
JKC
Bezwaar-procedures
Norm
100%
80%
60%
95%
90%
90%
20%
Tabel 3. Klantprestatie-indicatoren 2015
In 2014 worden de klantprestatie-indicatoren geëvalueerd en zo nodig aangepast. De normen worden
waar mogelijk verder aangescherpt. In de leveringsrapportages van het SCD wordt per drie maanden
over de klantprestatie-indicatoren gerapporteerd.
Benchmarks, klant- en medewerkertevredenheidsonderzoek
In 2015 monitoren we onze prestaties voortdurend door Klant Tevredenheid Onderzoek (KTO),
bewaken van prestatie indicatoren en Medewerkers Tevredenheid Onderzoek (MTO). Via de
benchmarkmethode zetten we onze prestaties af tegen die van vergelijkbare organisaties. Daarnaast
bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleids- en adviestaken met behulp van evaluaties en
audits.
Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2015
Lasten
Baten en
lasten
Mutaties
reserve
Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
43.467
42.759
-708
44.472
43.764
-708
1.005
1.005
0
0
708
708
0
708
708
0
0
0
43.467
43.467
0
44.472
44.472
0
1.005
1.005
0
38
In de tabel hieronder worden de verschillen van de primaire begroting 2015 met de geactualiseerde
begroting 2015 in beeld gebracht.
Toelichting
Omschrijving afwijking
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
Lasten
A
B
Extra lasten door CAO
Extra dienstverlening aan SDD
C
Verlagen rekenrente
Lagere bijdrage uit Algemene
dekkingsmiddelen
Subtotaal
Baten
C
A
B
Extra lasten door CAO
Extra dienstverlening aan SDD
Subtotaal
Totaal baten en lasten
Mutaties reserve
Geraamd resultaat
S
S
424
581
-424
-581
Ja
Nee
S
129
Nee
S
-129
Nee
0
S
S
1.005
-1.005
424
581
1.005
0
424
581
1.005
1.005
0
1.005
1.005
0
1.005
0
0
0
Ja
Nee
Toelichting:
A. Extra lasten door cao
In 2014 is een nieuwe cao vastgesteld. In afwijking op voorgaande jaren is dit jaar in de cao niet
alleen sprake van een procentuele stijging maar wordt ook gewerkt met een vast bedrag per schaal.
De gemiddelde stijging is 1,9%. Hiermee wordt ook de begroting verhoogd.
B. Extra dienstverlening GRD/SDD
De groei van de Sociale Dienst Drechtsteden door de decentralisaties, WMO en Participatiewet, leidt
tot een vergroting van de diensten die door het SCD worden geleverd. De diensten en de daaraan
gebonden kosten zijn bepaald aan de hand van de wijzigingen in aantallen per sleutel conform de nu
geldende verrekensystematiek. Concreet heeft deze uitbreiding impact op financiële-, personele- en
ICT-dienstverening. Vanaf 2016 wordt dit onderdeel van de gehele verrekensystematiek.
C. Verlaging rekenrente
Door de verlaging van de rekenrente van 4% naar 3% dalen de kapitaallasten in 2015 met € 129.000.
Tegelijkertijd daalt de bijdrage vanuit de Algemene Dekkingsmiddelen aan de exploitatie van het SCD
met hetzelfde bedrag. Per saldo wijzigt de begroting van het SCD dus niet.
Bedrijfsvoering
Hier wordt ten aanzien van de bedrijfsvoering de verwachte ontwikkelingen in 2015 weergegeven.
Denk hierbij tevens aan de effecten die nieuwe (beleids)voornemens en de brede doorlichting zullen
hebben op de bedrijfsvoering.
Interne controle: rechtmatig en doelmatig
In 2013 en 2014 is al een aantal verbeterslagen doorgevoerd op het gebied van de interne controle,
na de borging van de IC binnen Control & Bedrijfsvoering (C&B) als onderdeel van de fijnstructuur. In
de verbijzonderde controle is het advies van Deloitte (accountant) opgevolgd om continuance control
in te voeren. In 2015 zal dit proces verder worden geborgd en zal ook gefaseerd Tax Control worden
ingevoerd.
Bedrijfsvoering next level
In aansluiting op het ICT transitieplan worden in 2014 ook de administratieve processen rondom ICT
verder doorgelicht en verbeterd door de afdeling ICT en Control & Bedrijfsvoering in het project ICT
next level. Het doel is om van een meer technologie gedreven naar een servicegerichte dienstverlener
te gaan in 2016. In 2015 zullen verdere verbeteringen worden doorgevoerd.
Proces in- , door- en uitstroom (ook wel in- en uitdienst proces genoemd)
In de interim-controle is de bevinding van de IT-audit, waarin is aangegeven dat het proces van in- ,
door- en uitstroom moet worden verbeterd, overgenomen. Met name het voorkomen dat
uitdiensttreders nog autorisaties hebben in de systemen behoeft aandacht. Vanuit P&O is het initiatief
39
opgepakt om het proces te verbeteren door het nieuwe personeelspakket als bronsysteem aan te
wijzen. Dit project zal bij de invoering van het nieuwe personeelssysteem worden uitgevoerd. Het doel
is klanten één voordeur te bieden voor in- , door- en uitstroom mutaties over alle dienstverlening van
het SCD en te zorgen voor één punt van registratie (voor controle, doorlooptijd, inzicht en overzicht).
C.
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Inleiding
Gemeentebelastingen en Basisinformatie Drechtsteden (GBD) is onderdeel van de
Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Vanaf juli 2008 verzorgt zij de heffing en inning van de
belangrijkste lokale heffingen van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht,
Sliedrecht en Zwijndrecht. Het gaat hierbij om een opbrengstvolume van circa € 100 miljoen per jaar.
Per 1 april 2013 is de afdeling geo-informatie van het SCD onderdeel geworden van de GBD. Hiermee
is ingespeeld op de toekomstige wettelijke taken op het gebied van de geo-informatie. Daarnaast is de
combinatie van belastingen en geo-informatie productief te maken. Beide werkterreinen gebruiken
vaak dezelfde databronnen. Ook de koppeling tussen de Basisregistratie Adressen en Gebouwen
(BAG) en de Basisregistratie Waardering Onroerende Zaken (WOZ) is hierdoor eenvoudiger te
realiseren.
Positie
Het profiel van de GBD is in eerste instantie die van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie. Dat laat
onverlet dat zij op het gebied van de productontwikkeling en de opbrengstmaximalisatie hoog inzet.
Ook als eerste adviseur voor de gemeenten en als dienstverlener voor de belastingplichtigen meten
wij ons met hoge kwaliteit. De GBD voert voor de deelnemers ook gemeentelijke taken van de Wet
waardering onroerende zaken uit. De taken van geo-informatie zijn in de loop van 2013
organisatorisch volledig ingebed. De volledige financiële invlechting is in de loop van 2014
gerealiseerd.
Het idee steeds meer processturing toe te passen, vraagt een andere kijk op het organiseren van
werk. Hiervoor is de GBD een traject gestart, waarbij niet de lijnorganisatie bepalend is voor de
aansturing, maar de werkprocessen. Dit heeft ook geleid tot een compacter managementteam en een
meer thematische aanpak van verbeteringen in de productie. De interne keten werd hierdoor sterker
en flexibeler. De geo-activiteiten zijn volledig in deze nieuwe werkwijze opgenomen.
Natuurlijk blijft het de primaire taak middelen binnen te halen om noodzakelijke lokale taken uit te
voeren. Dat doen wij mensgericht en met oog voor dienstverlening. Daarnaast zijn we in staat een
bijdrage te leveren op het gebied van databeheer en -analyse, dienstverleningsconcepten en
visualisering van verschillende data op thematische kaarten.
De GBD is een waardevol onderdeel van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Als goede
dienstverlener richting burgers, bedrijven en instellingen en als goede opdrachtnemer en uitvoerder
voor de deelnemende gemeenten binnen de GR-Drechtsteden. Maar ook voor de andere entiteiten
binnen het netwerk is Gemeentebelastingen en Basisinformatie Drechtsteden een betrokken partner.
Ook in 2015 zal de GBD voor de opgave staan nieuwe besparingen te realiseren. Zij doet dat in een
totaalpakket, waarmee zowel aan de gevolgen van uw zomermotie 2012 als die van de
geprognosticeerde rijksbezuinigingen wordt tegemoet gekomen. Aan de andere kant staat de
organisatie voor nieuwe opgaven. Het vormgeven van de nieuwe wettelijke taken op het gebied van
de geo-informatie en de nieuwe ontwikkelingen rondom de interactieve WOZ en de basisregistraties
vereisen extra aandacht en capaciteit. De combinatie van besparingen en nieuwe taken vraagt een
strakke bedrijfsvoering en gerichte strategische personeelsplanning.
40
Wat willen we bereiken?
De primaire taak van de GBD is het genereren van belastingopbrengsten. Voor 2015 is (op basis van
de gemeentebegrotingen 2014) de volgende opbrengst geprognosticeerd.
Gemeente
Dordrecht
Hendrik-Ido-Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
Begrote
opbrengsten
(x € 1.000)
€ 47.362
€ 10.324
€ 12.407
€ 7.890
€ 18.420
€ 96.403
Deze opgave is exclusief de opbrengst uit het reinigingsrecht en de Bedrijfsinvesteringszones. De
GBD verantwoordt al haar opbrengsten direct aan de deelnemende gemeenten via afzonderlijke
maraps en afzonderlijke jaarverslagen.
Zowel voor de heffing van de onroerende zaakbelastingen als voor externe afnemers, zoals de
Rijksbelastingdienst, de waterschappen en het ministerie van Financiën (Algemene Uitkering) wordt
jaarlijks een waardering gegeven aan de onroerende zaken in de regio. Ook in 2015 wordt dat
gerealiseerd via vastgoeddomeinen. De omvang hiervan is in de onderstaande tabel aangegeven.
Vastgoeddomein
Woningen
Courante Niet woningen
TIOX-objecten
Top-500
Totaal
Aantal te
waarderen
2015
(raming)
116.800
7.400
2.200
500
126.900
Het project “Top 500” waarborgt een snelle waardering van de objecten binnen de Drechtsteden met
een hoog fiscaal belang. Hierdoor is de onroerende zaakbelasting voor deze objecten snel te innen.
Ook in 2015 zal ruimte gevonden worden in termen van productontwikkeling en –verbetering. Als
voorbeelden hiervan noemen wij:
- verder synchroniseren van de uitvoeringspraktijk lokale heffingen van de deelnemers;
- verder producten ontwikkelen voor dienstverlening aan gemeenten en belastingplichtigen;
- versnellen van het tempo waardering onroerende zaken (en de aanslagoplegging);
- scherpere invorderingsmaatregelen nemen (tegengaan oninbare belasting);
- aangaan van samenwerking ten behoeve van het datagebruik voor de deelnemers;
- prognoses gebruiken voor toekomstscenario’s gemeenten (leegstand e.d.);
- nieuwe producten ontwikkelen door de integratie met Geo-informatie;
- na de geslaagde proeven in Sliedrecht, interactieve WOZ ook invoeren voor Zwijndrecht,
Papendrecht en Hendrik-Ido-Ambacht. Dordrecht volgt dan in 2016;
- bij wijze van proef keukentafelgesprekken voeren bij bewoners thuis als bij WOZ-bezwaren in
Dordrecht is gevraagd om een hoorgesprek;
- nog concretere afspraken maken met de Drechtstedengemeenten over Geo-activiteiten en
over de financiering.
41
Op het gebied van GEO-informatie worden de volgende taken uitgevoerd
Proces
Al
Dd
HIA
Pa
Basisregistratie en beheer BAG
*
(Basis) registratie grootschalige topografie
Landmeetkundige activiteiten
Registratie WKPB (wet kenbaarheid publiekrechtelijke
beperkingen)
Ontsluiten Geo-informatie (w.o. Drechtmaps)
Functioneel beheer van beheersapplicatie voor RO
planvorming en publicatie
Slie
Zwij
*alleen het functioneel beheer
De activiteiten van Geo zijn eerst in de begroting 2014 volledig opgenomen (inclusief een structurele
besparing op jaarbasis van € 100.000). Ontvlechting is in 2014 afgerond.
Het maken, bijhouden en ontsluiten van interactief kaartmateriaal, themakaarten en data-analyses zijn
ook onderdeel van de productie van de geo-dienstverlening. Hierbij spelen productinnovatie en een
alert reageren op vragen van de deelnemers een belangrijke rol.
Wat gaan wij daarvoor doen?
Product/activiteit/pr
oject
Beoogd resultaat
Meting
Oplegging aanslagen
2013, 2014, 2015
Maximale opbrengsten
Volledige benutting
belastingcapaciteit
Invordering aanslagen
Betalingsbereidheid met een maximum van
0,5 % oninbaar
T.o.v. 2011 afname debiteurensaldo
in 2015 van meer dan 10%. Voor
aanvang 2015 vanwege
economische ontwikkelingen
herijking van het
oninbaarpercentage
Waardering onroerende
zaken
Waardering onroerende zaken Vergroten
vertrouwen in uitvoering Wet WOZ door
geleidelijke invoering interactieve WOZ
Conform normering, procesgerichte
aanpak via vastgoeddomeinen
Bezwaar en Beroep
Afdoening binnen de wettelijke termijnen.
Geleidelijke invoering
keukentafelgesprekken en interactieve WOZ
Conform indicatoren, reductie aantal
bezwaarschriften
P&C-cylcus gemeenten
Bijdragen aan de gemeentelijke
begrotingsprocessen (opbrengstprognoses,
begrotingen, burap’s, jaarrekeningen)
Conform afspraken/geconsolideerde
controleverklaring accountant
Conceptverordeningen
Verordeningen lokale heffingen
Alle verordeningen vastgesteld
Productontwikkeling
Bijdrage in Geo-informatie, analyse
Drechtstedenlijke kerngetallen
Afgestemde datalevering en dataanalyse
Verdere synchronisatie
uitvoering
Onderdeel Brede Doorlichting, continue
proces
Belastingregels afstemmen
Producten Geo
Uitvoeren programma 2015
Productie conform. afspraken
gemeenten
42
Hoe gaan we dit meten?
Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van
bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente
afgesproken. De GBD hanteert hierbij voor alle gemeenten de volgende indicatoren.
Product
Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZbeschikkingen 2015
Verzenden overige aanslagen
Afdoen verzoeken om kwijtschelding
Afdoen bezwaarschriften
Prestatie-indicator
95% voor 1 maart 2015
97% voor 1 april 2015
99% voor 1 mei 2015
100% voor 1 juni 2015
overeenkomstig wettelijke
termijnen
99% binnen 3 maanden na
indiening
100% binnen 6 maanden na
indiening
25% binnen 3 maanden na
indiening
100% binnen de wettelijke
termijnen
Het aantal bezwaarschriften is afhankelijk van de conjunctuur en gevoelig voor beleids- en
tariefwijzigingen van de gemeenten. Ook wijzigingen door verandering in de wet- en regelgeving en
nieuwe jurisprudentie kunnen gevolgen hebben voor het aantal. De effecten van de commerciële
bureaus, die bezwaarschriften voor burgers genereren (no cure, no pay bureaus) kunnen zorgen voor
een toename van het aantal bezwaarschriften en de proceskosten. De GBD hanteert verschillende
methodes om deze activiteiten beheersbaar te houden. Voor 2015 gaan we vooralsnog uit van
maximaal 5.000 bezwaarschriften. Met het invoeren van keukentafelgesprekken bij Dordtse
bezwaarschriften waarbij is gevraagd om een hoorgesprek en de invoering van de interactieve WOZ
in de overige gemeenten verwachten wij het aantal bezwaarschriften beheersbaar te houden. In 2015
zullen we op basis van onze ervaringen voorstellen doen over toepassing van beide instrumenten bij
alle deelnemende gemeenten.
Vragen van inwoners over lokale heffingen komen altijd eerst terecht bij de gemeentelijke frontoffice.
Alleen wanneer de vraag daar niet kan worden afgedaan, wordt de backoffice van de GBD
aangesproken. Het gaat hier jaarlijks om circa 10.000 meldingen. Door middel van het organiseren
van inloopavonden op gemeentelijke locaties voor belastingplichtigen wordt getracht dit aantal te
beperken. Ook de hoeveelheid bezwaarschriften kan hierdoor beperkt worden. Voor de deelnemende
gemeenten wordt ook in 2015 deze mogelijkheid geboden.
Zowel de behandeling van bezwaarschriften en aanvragen kwijtscheldingen, als de meldingen worden
via postverwerkingsysteem Mozaïek gemonitord.
De GBD levert ook de bouwstenen aan gemeenten om hun belastingbeleid te kunnen vormgeven. In
ieder geval worden jaarlijks alle verordeningen ter zake gescreend en aangepast, inclusief de
tariefswijzigingen. De GBD levert de concept-verordeningen hiervoor tijdig aan. Daarnaast wordt
ondersteuning geboden bij het vaststellen van heffingsverordeningen die niet behoren tot de heffingsen inningstaak van de GBD. Vanzelfsprekend wordt ook advies gegeven over beleidswijzigingen. Ook
de reguliere managementinformatie aan gemeenten over de belastingopbrengsten is een vaste taak.
Een omvangrijk subproces van de belastingheffing is de wettelijk verplichte, jaarlijkse waardebepaling
van het vastgoed in de regio. De GBD zal conform de voorschriften tijdig correcte en volledige levering
van WOZ-data verzorgen naar de Rijksbelastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en
het Waterschap Rivierenland. De voortgang wordt per vastgoeddomein voortdurend bijgehouden.
De GBD meldt maandelijks de opbrengsten uit de aanslagen, de mate van afdoening van
bezwaarschriften, het kwijtscheldingsvolume en de leegstandscijfers aan de betrokken gemeentelijke
bestuurders.
43
Voor onze geo-activiteiten gelden de afzonderlijke afspraken met de gemeenten. Daarnaast
verwachten we nieuwe producten te generen die in navolging van kaarten voor veiligheidsanalyses en
leegstandcontroles inzicht kunnen geven in beleidsvraagstukken. Ook binnen interactieve WOZ zal ter
ondersteuning van de inzichtelijkheid van het waarderingsproces meer gebruik gemaakt gaan worden
van geo-informatie.
Wat gaat het kosten? (bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2015
Lasten
Baten en
lasten
Mutaties
reserve
Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
5.782
5.782
0
5.832
5.832
0
50
50
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.782
5.782
0
5.832
5.832
0
50
50
0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000)
Toelichting
A.
Omschrijving afwijking
CAO stijging
A.
Totaal
Hogere gem eentelijk bijdrage
I/S*
S
S
Voordeel
50
50
Nadeel
50
50
Saldo
50
50
0
Gemeente
Ja
Ja
Toelichting:
Vanwege de CAO-wijzigingen raamt de GBD € 50.000 hogere personeelslasten. Dit wordt op grond
van de huidige financieringssystematiek gedekt via de gemeentelijke bijdragen.
Onderkant formulier
D. Onderzoekcentrum Drechtsteden
Inleiding
Het gemeentelijke beleid is sterk in beweging. Gemeenten hebben te maken met nieuwe –complexeopgaven. Ondernemerschap, particulier opdrachtgeverschap en burgerkracht worden steeds
belangrijker en vergen van de overheid een andere rol. Ook vragen de integrale thema’s, zoals
participatie, om het verbinden van verschillende beleidsterreinen. Hiermee komen veel nieuwe
vraagstukken op gemeenten af. Deze zaken vragen ook een andere rol en aanpak van het
Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD). Dichter bij beleid en dichter bij de doelgroep.
Een belangrijk speerpunt is de doorontwikkeling van het OCD tot strategisch partner voor beleid. Meer
op strategisch niveau aan tafel zitten en meedenken, meer aan de voorkant van beleid betrokken zijn
en vaker een rol spelen bij beleidsevaluaties. In 2013 hebben we hier al een start mee gemaakt en dit
is in 2014 opnieuw als speerpunt benoemd. Samen met de Dienst Gezondheid & Jeugd monitoren en
evalueren we de pilots AWBZ en Jeugdzorg die over een periode van een aantal jaren in de
Drechtsteden gemeenten worden uitgevoerd. En twee onderzoekers van het OCD zijn in 2013 en
2014 structureel ingezet als kennismakelaar en adviseur bij de decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg
en bij extramuralisering. Strategisch partnerschap wordt in 2014 verankerd in de organisatie met de
toevoeging van de functie strategisch onderzoeker/adviseur. In 2015 zullen wij onze opdrachtgevers
dus nog meer op strategisch niveau ondersteuning kunnen bieden met onderzoek en advies. Bij
voorbeeld bij de ontwikkeling van een instrumentarium voor het monitoren van het regionale
meerjarenbeleidsprogramma.
Tegelijkertijd is er nog behoefte aan basisinformatie. Belangrijk hierbij is een vertaalslag naar beleid,
duiding en cijfers in een breder kader zetten. Bij de doorlichting van ons basispakket in 2013 hebben
we hier op ingezet. Dit heeft geleid tot een pakket waarin meer aandacht is voor strategische
producten en advies. Maar ook de doorontwikkeling van ons bewonerspanel, waarmee we snel en
direct bij bewoners informatie kunnen verzamelen is daar prominent in opgenomen. Met de
doorlichting is tevens een structurele bezuiniging van 50.000 euro gerealiseerd op de vaste bijdrage
44
van gemeenten voor het basispakket. De inhoudelijke invulling van het basispakket wordt elk jaar
opnieuw bekeken en zo nodig bijgesteld.
In de opdrachten ‘op maat’ (pluspakket), waarvoor gemeenten betalen op basis van daadwerkelijke
afname, zal naar verwachting een verschuiving plaats vinden naar meer –grotere- strategische
opdrachten. De ambitie is 5% van de omzet in te verdienen via ‘extra’ interne opdrachten, die via
actieve acquisitie en soms in concurrentie zijn verkregen. Het OCD is ook actief op de externe markt.
De ambitie voor 2015 is om 5% van de omzet via externe opdrachten in te verdienen.
Nieuw is de vraag die het OCD van de Rekenkamercommissie Dordrecht in 2013 heeft gekregen om
voor haar rekenkameronderzoek te doen. Voor het OCD is dit een nieuwe uitdaging, die ook –
strategische- kansen biedt. Hieraan gekoppeld ligt er de intentie het onderzoeksbureau (Dordrecht)
van drie mensen dat nu de rekenkamercommissie ondersteunt, te integreren binnen het OCD. In 2014
en 2015 is dit als experiment opgezet, waarin we via het doen van onderzoek voor de
rekenkamercommissie en een detachering van de onderzoekers bij het OCD bekijken of dit ‘werkt’ en
voor alle partijen de verwachte meerwaarde biedt.
Wat willen we bereiken?
Het OCD wil in 2015 dé strategisch partner zijn van de Drechtsteden. Doelstellingen die daaraan
gekoppeld zijn: (strategisch) advies geven, verbreding van het netwerk en vergroten van onze
acquisitievaardigheid.
Een tweede doel is het bieden van goede basisondersteuning aan gemeenten met een relevant
basispakket aan producten en activiteiten.
In 2015 willen we ook bekijken of het experiment rekenkameronderzoek geslaagd is. Onze ambitie is
om voor de Rekenkamercommissie Dordrecht als partner te fungeren bij het samenstellen van het
onderzoeksprogramma en het doen van onderzoek.
Daarnaast hebben we een aantal bedrijfsmatige doelen: een hoge klanttevredenheid, een efficiënte
organisatie en een goed acquisitieresultaat.
Wat gaan wij daarvoor doen?
Om bovengenoemde doelen te bereiken gaan we door met onze aanpak in het kader van strategisch
partnerschap. In 2013 zijn we begonnen met het uitwerken en implementeren van een strategische
aanpak, die we in 2014 verankeren in de organisatie met de functie van strategisch onderzoeker/
adviseur. Breder zetten we in op de versterking van het (strategisch) adviseren, de
netwerkontwikkeling en het vergroten van onze acquisitievaardigheid.
Activiteit
Beoogd resultaat
strategisch partnerschap vorm
geven
15 strategische opdrachten en/of
opdrachten met een adviescomponent
netwerk versterken en
acquisitievaardigheid vergroten
20 externe of ‘extra’ interne opdrachten
via het netwerk
Stand van zaken
Verder zorgen we voor een breed gedragen inhoudelijke invulling van ons basispakket. Via regionale
monitoren actualiseren we belangrijke informatie op verschillende beleidsterreinen. Via een
strategisch product zorgen we voor een verdieping, verbreding of bundeling van gegevens uit de
monitoren. Daarnaast kan men een beroep doen op de kennis en expertise van de medewerkers. In
factsheets en notities maken we een vertaalslag van relevante resultaten voor beleid. Het
omnibusonderzoek en bewonerspanel zijn instrumenten om informatie te verzamelen bij bewoners of
–snel- hun mening te peilen. In onderstaande tabel staan de producten uit het basispakket voor 2015
1
weergegeven met een doorkijkje naar de jaren 2016 t/m 2018.
1
Hierin zijn de resultaten van de doorlichting nog niet volledig verwerkt.
45
Basispakket 2015 -2018
wat?
basisinformatie
bedrijvenregister
frequentie?
2015
2016
2017
2018
jaarlijks
x
x
x
x
kerncijfers en basisinformatie
bevolkingsprognose
jaarlijks
4-jaarlijks
x
-
x
-
x
-
x
x
informatie en advies
werkgroepen
factsheets, notities, artikelen
conferentie
continu
continu
continu
2-jaarlijks
x
x
x
-
x
x
x
x
x
x
x
-
x
x
x
x
omnibusonderzoek/panels
omnibusonderzoek
jaarlijks
x
x
x
x
internetpanel/bewonerspanel
continu
x
x
x
x
monitoren/thematisch
onderzoek
wonen
jaarlijks
x
x
x
x
economie + arbeidsmarkt
onderwijs
jaarlijks
jaarlijks
x
x
x
x
x
x
x
x
veiligheid
vrije tijd
sociaal
binnenstad
duurzaamheid
4-jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
2-jaarlijks
x
x
x
x
-
x
x
x
x
x
x
x
x
-
x
x
x
x
communicatie en bestuur
programma-indicatoren
2-jaarlijks
jaarlijks
x
x
x
x
x
x
strategisch product
jaarlijks
x
x
x
x
advies/kennisoverdracht
Wat betreft het rekenkameronderzoek, gaan we vooral in 2014 aan de slag om ons te bekwamen in
rekenkameronderzoek. Ook ondersteunen we dat jaar de rekenkamercommissie Dordrecht bij het
vaststellen van haar onderzoeksprogramma. Vervolgens zullen we in 2014 en 2015 dit programma
uitvoeren. Tegelijkertijd volgen de onderzoekers die hier vanuit Dordrecht zijn gedetacheerd een
traject om goed binnen het OCD te kunnen integreren. In 2015 wordt dit experiment geëvalueerd.
Hoe gaan we dit meten?
Wat het strategisch partnerschap betreft, kijken we naar de hoeveelheid strategische opdrachten, dan
wel opdrachten met een adviescomponent.
In een klankbordgroep van vertegenwoordigers van gemeenten en GRD bespreken we algemene
zaken rondom het basispakket en de stand van zaken m.b.t. de interne en externe opdrachten.
Daarnaast zorgen we – als onderdeel van ons kwaliteitssysteem – voor feedback per opdracht. Dat
geldt als een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek.
Verder beschikken we over managementinformatie op projectniveau en medewerkerniveau.
Kritische succesfactor
Prestatie-indicator
Realisering
2013
Normering
2014
Normering
2015
kwaliteit medewerkers
gemiddeld rapportcijfer
opdrachtgevers voor
opdrachten
7,6
7,8
7,8
efficiënte organisatie
declarabel percentage
67%
68%
68%
acquisitievaardigheid
gerealiseerde acquisitieopdrachten (extern of
intern in concurrentie)
85%
75%
80%
46
Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2015
Lasten
Baten en
lasten
Mutaties
reserve
Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
1.499
1.499
0
1.518
1.518
0
19
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.499
1.499
0
1.518
1.518
0
19
19
0
In de tabel hieronder worden de verschillen van de primaire begroting 2015 met de geactualiseerde
begroting 2015 in beeld gebracht.
Toelichting
A
A
Omschrijving afwijking
I/S*
CAO stijging
Hogere bijdrage gemeenten
S
S
Voordeel
19
Totaal
S
19
Nadeel
Saldo
19
-19
19
19
0
Gemeente
Ja
Ja
Toelichting:
A. Personeel; CAO-afspraken: als gevolg van de gemaakte CAO-afspraken in 2014, zullen de
loonkosten structureel met € 19.000 stijgen. Dit betreft een stijging van 2% op de loonkosten. Deze
stijging zal ook gedekt moeten worden uit de te genereren inkomsten in het pluspakket.
E. Bureau Drechtsteden
Wat willen we bereiken?
Met het vaststellen van het transitieplan in de Drechtraad van 1 oktober 2013 is ook de formatieve
versterking van het CIO office goedgekeurd. Het CIO office bestaat uit 2 onderdelen: team pre project
en advisering en team beleid, kaders en programmering.
De CIO office houdt zich bezig met het maken van beleid en stellen van kaders, het bepalen van de
architectuur op technisch en informatiegebied en het omzetten van klantvraagstukken naar
Informatieadvies, vooronderzoeken en business cases. Zij zorgt ervoor dat binnen de Drechtsteden
heldere kaders zijn waarbinnen de klantorganisaties en het SCD als uitvoerende, ondersteunende
organisatie werken. De CIO office voert regie over de regionale projectportfolio.
Wat gaan we daarvoor doen?
Uit de meerjarenplanning die samen met alle lokale en regionale platforms, en MT’s wordt opgesteld
volgen de inhoudelijke beleidsagenda voor 2015 en de projecten die regionaal worden opgepakt.
Beleidsonderwerpen die door het team beleid, kaders en programmering worden opgepakt zijn
diverse thema’s gerelateerd aan informatiebeveiliging zoals Business Impact Analyse, DigID
assessment en Privacy Impact Analyse, open data, cloud strategie, informatieplanning voor 2016,
gegevensmanagement, Project Start Architecturen en evaluatie Informatiemanagement lokaal.
Projecten die door het team pre project en advisering worden opgepakt zijn de verdere implementatie
van Binnen Gemeentelijke Gebruik Basisregistraties, Basisregistratie Grootschalige Topografie,
Algemene Wet Basisvoorzieningen elektronische overheid voor ondernemers (Awbeo), ontwikkeling
van de midoffice als gevolg van het in 2014 uitgevoerde onderzoek naar Mozaiek, relatiebeheer
systeem voor integrale klantbeelden, recht op elektronisch zaken doen en consolidatie van diverse
systemen zoals websites en beheer openbare ruimte.
Hoe gaan we dit meten?
Over de realisatie van de regionale beleidsagenda I&A wordt verantwoording afgelegd aan de
Drechtstedelijke gemeentesecretarissen via het Overleg netwerksecretarissen (ONS-D). Over de
realisatie van het regionaal project portfolio wordt verantwoording afgelegd aan de individuele
gemeenten via het Coördinerend Overleg Bedrijfsvoering (COB).
47
Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000)
Primaire begroting 2015
Lasten
Saldo van
baten en
lasten
Mutaties
reserve
Geraamd
resultaat
Baten
Actuele begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
1.157
1.157
0
1.175
1.175
0
19
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.157
1.157
0
1.175
1.175
0
19
19
0
Omschrijving afwijking
I/S*
Voordeel
CAO stijging
Hogere bijdrage gemeenten
Totaal
S
S
S
Resultaatanalyse (bedragen x € 1.000)
Toelichting
A
A
Nadeel
Saldo
19
19
19
19
-19
19
0
Gemeente**
Ja
Ja
Toelichting
A. CAO onderhandelingen
Als gevolg van de nieuwe CAO stijgen de personeelslasten met € 19.000.
48
3.
Overige paragrafen
3.1
Risicomanagement
Risico’s
In deze paragraaf gaan we in op risico’s die weliswaar een materiële invloed op de financiële positie
kunnen hebben, maar waarvoor nog geen (volledige) maatregelen zijn getroffen.
Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
Opmerking en sturing
SDD
De prognose voor de totale
volumegroei Begeleiding,
Kortdurend verblijf en persoonlijke
verzorging bedraagt € 1 miljoen.
n.t.b.
€ 1.000.000
SDD
Participatiebudget 2015
Stijgende klantenaantallen, mede
door nieuwe doelgroepen
participatie, en lagere
beschikbare budgetten brengen in
de toekomst financiële risico’s
met zich mee. Daarnaast de
afhankelijkheid van de
opnamecapaciteit van de
arbeidsmarkt.
BUIG: Kostendelersnorm.
De gemiddelde uitkeringsprijs kan
afwijken als gevolg van de
kostendelersnorm. Op dit moment
vindt nog onderzoek plaats naar
het effect van deze wetwijziging
voor de Drechtsteden gemeenten.
n.t.b.
p.m.
In de financiële notitie bij het Wmo
Beleidsplan Drechtsteden 2015 – 2018
wordt voorgesteld deze volumegroei niet
direct ten laste van het zorgbudget Wmo te
brengen, maar per gemeente een
groeireservering op te nemen in de
gemeentelijke begroting. De getroffen
voorziening/reservering voor de Wmo bij
gemeenten kan in 2015 benut worden ter
dekking indien de volumegroei zich
daadwerkelijk voordoet. Gemeenten worden
geadviseerd het verwachte overschot op de
uitvoering Wmo 2015 (huishoudelijke
ondersteuning en hulpmiddelen) te
reserveren ter dekking van deze
volumegroei.
In het vierde kwartaal wordt duidelijk
hoeveel klanten er in 2015 (en verder)
bediend kunnen worden van het
beschikbare budget. Hierop zal gestuurd
worden.
SDD
p.m.
Medio 2015 zullen de resultaten bekend
worden gemaakt.
SDD
BUIG budgetten
p.m.
Gezien de landelijk stijgende aantallen
uitkeringsgerechtigden in 2014 zal het
macrobudget 2014 mogelijk hoger kunnen
uitvallen.
SDD
BUIG: verdeelmodel
Vanaf 2015 wordt gewerkt met
een nieuw verdeelmodel voor het
berekenen van het gemeentelijk
aandeel in het macrobudget
BUIG. Het effect is op dit moment
nog niet helder.
BUIG: De bestandsontwikkeling is
mede afhankelijk van de
conjuncturele ontwikkelingen.
Hierop kan de SDD weinig
invloed uitoefenen. Stijging/daling
van de bestandomvang behoort
daarmee tot de risico’s
p.m.
Najaar 2014 zullen nieuwe (voorlopige)
budgetten 2015 bekend zijn.
p.m.
Er vindt continu actieve monitoring op de
bestandsontwikkeling plaats. Afwijkingen
worden gemeld in de voor- en
najaarsrapportage.
SDD
49
Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
SCD
Ambities ICT
Middel
Ntb
SCD
Zaak en Archief systeem
Middel
Ntb
SCD
ICT
Laag
€ 1 miljoen
SCD
Personeelssysteem
Laag
Ntb
SCD
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
€ 0.3 miljoen
per jaar
SCD
MPO afspraken gebouw gebonden
kosten, inclusief Serviceplein en de
bodes
Groot
€ 0.58 miljoen
per jaar
OCD
Onvoldoende interne en externe
opdrachten
Middel
Gemiddeld
Opmerking en sturing
Meer applicaties, werkplekken en accounts
in regio dan de ambitie aantallen hebben
invloed op de doorlooptijd van het project
ICT op orde. Hier wordt strak op gestuurd
maar is ook afhankelijk wat het project aan
applicaties en dergelijke tegenkomt.
In het ICT transitieplan is opgenomen dat
het SCD geen software ontwikkel huis is.
O.a. hierdoor zal het Zaak en Archief
systeem op termijn moeten worden
vervangen.
Het project boekt op alle fronten voortgang.
Er zijn uiteraard onvoorziene zaken en
tegenslagen. Deze leveren af en toe door de
complexiteit onverwachte en soms
verstorende zaken op. (bijvoorbeeld
windows 7 non compliant applicaties). Hier
wordt door het programma strak op
gestuurd.
Per 1 januari 2015 wordt het nieuwe
personeelssysteem ingevoerd. Met de
leverancier zijn hier eenduidige afspraken
over gemaakt. En hier wordt strak op
gestuurd. De kans dat e.e.a. niet volledig
werkt is laag echter de impact is groot.
De conclusie is dat er een aanmerkelijke
reductie heeft plaatsgevonden en dat in
2015 circa € 0.3 miljoen nodig is. Er bestaat
wel een kans dat er in de jaren er na een
structurele frictie component blijft bestaan.
De frictiereserve is in 2018 uitgeput.
In de meerpartijen overeenkomst is
afgesproken dat de GR-en OZHZ en DG&J
diensten blijven afnemen tot 1 april 2015,
die gebouwgebonden zijn, inclusief
Serviceplein en de bodes. Bij beëindiging
zullen frictiekosten bij het SCD ontstaan. Het
SCD zal zich tot het uiterste inspannen om
de kosten te beperken. En dat kan door het
opzeggen van een aantal contracten, te
denken valt hier aan schoonmaak. Echter op
andere contracten en inzet is er een
schaalnadeel, waardoor frictie ontstaat. De
kwantificering van het risico (€ 0.582
miljoen) is de jaarlijkse verminderde
bijdragen van de GR-en.
De impact is afhankelijk van de mate waarin de
opdrachten teruglopen. Indien gemeenten,
vanwege bezuinigingen, flink gaan schrappen in
het pluspakket, kan een groot deel van de
inkomsten van het OCD wegvallen. Daarnaast is
gebleken dat het lastig is om externe opdrachten
te verkrijgen.
Het risico van onvoldoende interne opdrachten
kan beperkt worden middels het gezamenlijk
opstellen van een onderzoeksprogramma. Voor
externe opdrachten en extra interne opdrachten
vindt acquisitie plaats.
Waar nodig vindt kostenbesparing plaats om
binnen het budget te blijven.
Afgehandelde risico’s
SCD
Transitiekosten bovenformatieven
Groot
€0.18 miljoen
per jaar
De begroting van het SCD is verhoogd met de
kosten van de resterende ww-verplichtingen
50
3.2
Personeelsoverzichten
Formatie (in fte)
Bezetting
ultimo 2013
Bureau Drechtsteden
Sociale Dienst Drechtsteden
Ingenieursbureau Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden
Begroting
2014
Primaire
Begroting
2015
Actuele
begroting
2015
39,4
37,0
42,4
40,4
245,0
257,9
257,9
342,1
63,4
75,0
75,0
75,0
301,0
345,0
340,0
340,0
60,5
Gemeentebelastingen Drechtsteden
56,2
60,5
60,5
Onderzoekcentrum Drechtsteden
12,9
14,6
14,6
14,6
717,9
790,0
790,4
872,6
Totaal
Inhuur
(Bedragen x € 1.000)
Realisatie
2013
Raming 2014
Raming 2015
Bureau Drechtsteden
201
200
150
Sociale Dienst Drechtsteden
627
550
326
Ingenieursbureau Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden*
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Totaal
819
650
750
5.600
5.600
4.000
148
150
150
87
28
28
7.482
7.178
5.404
* exclusief de inhuur voor ICT op orde
BDS: Voor de uitvoer van het RMJP worden collegae van de Drechtstedengemeenten ingehuurd. Dit
wordt niet als externe inhuur aangemerkt. De inhuur in 2015 zal worden gefinancierd uit vacatureruimte en incidentele middelen (projectbudgetten).
SDD: De verwachte kosten van externe inhuur zijn ten behoeve van ziekteverzuim en voor inzet van
calamiteiten. Ter invulling van de jaarschijf 2015 van de taakstelling is het inhuurbudget 2015
afgeraamd.
IBD: Inhuur binnen het IBD geschiedt slechts als de opdrachtportefeuille daar aanleiding toe geeft. De
inhuur neemt in 2015 toe om de noodzakelijke groei aan omzet te kunnen realiseren.
SCD: Ook de komende jaren vindt inhuur plaats verwacht. Daarbij spelen twee effecten een rol. Aan
de ene kant daalt de externe inhuur door onder meer de vermindering van het personeelsbestand.
Aan de andere kant vindt inhuur plaats op grond van:
- Inhuur op vacatureruimte: de inhuur voor de overbrugging van de periode tussen het vertrek
van een medewerker en de aanstelling en het inwerken van een nieuwe medewerker.
- Tijdelijke formatie: invulling van tijdelijke formatie, die in een aantal jaren wordt afgebouwd.
- Vervanging tijdens ziekte: bij langdurige ziekte vindt externe inhuur plaats om de continuïteit te
waarborgen. Hiervoor worden vaak tijdelijk medewerkers via een uitzendbureau ingezet.
- Projectbasis: inhuur voor de duur van een project. Het gaat daarbij zowel om extra capaciteit,
als om specifiek noodzakelijke deskundigheid. De inhuur voor ICT op orde zijn niet
meegenomen in de cijfers.
- Tijdelijke financiering: diensten die worden geleverd en activiteiten die worden ontplooid
zonder een structurele financieringsbron, waardoor er terughoudend wordt omgegaan met het
aantrekken van vaste medewerkers en wordt gekozen voor inhuur.
Inrichting flexibele schil: een deel van de dienstverlening van het SCD wordt op grond van de
nieuwe verrekensystematiek via een flexibele schil geleverd, waardoor het SCD kan
meebewegen met klantorganisaties. Deze schil wordt geleidelijk ingericht, door bij vacatures
te toetsen op de wijze van invulling.
OCD: Inhuur op vacatureruimte: Indien het nodig is onderzoekers in te huren in verband met een groot
aantal onderzoeksopdrachten, dan zal deze inhuur bekostigd worden uit de beschikbare
vacatureruimte. Projectbasis: Dit betreft inhuur van enquêteurs voor bepaalde onderzoeksprojecten.
Hierbij gaat het om: extra capaciteit en specifiek noodzakelijke deskundigheid. Deze inhuur wordt
gefinancierd vanuit de betreffende projecten.
51
4.
Financiële begroting
4.1
Recapitulatie programmabegroting (bedragen x € 1.000)
Programma
Primaire begroting 2015
Begrotingswijziging
Geactualiseerde begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
5.513
5.640
127
29
29
0
5.542
5.669
127
206.090
206.090
0
50.458
48.558
-1.900
256.548
254.648
-1.900
59.581
59.369
-212
-445
-941
-496
59.135
58.427
-708
0
150
150
0
0
0
0
150
150
271.184
271.249
65
50.042
47.646
-2.396
321.225
318.894
-2.331
127
0
-127
0
0
0
127
0
-127
Sociale Dienst Drechtsteden
0
0
0
0
1.900
1.900
0
1.900
1.900
Bedrijfsvoering
0
708
708
0
0
0
0
708
708
Algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
127
708
581
0
1.900
1.900
127
2.608
2.481
5.640
5.640
0
29
29
0
5.669
5.669
0
206.090
206.090
0
50.458
50.458
0
256.548
256.548
0
59.581
60.077
496
-445
-941
-496
59.135
59.135
0
0
150
150
0
0
0
0
150
150
271.311
271.957
646
50.042
49.546
-496
321.352
321.502
150
Baten en lasten
Beleid en Bestuur
Sociale Dienst Drechtsteden
Bedrijfsvoering
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal baten en lasten
Mutaties reserve
Beleid en Bestuur
Totaal mutaties reserve
Resultaat
Beleid en Bestuur
Sociale Dienst Drechtsteden
Bedrijfsvoering
Algemene dekkingsmiddelen
Totaal resultaat
52
4.2
Begrotingswijziging (bedragen x € 1.000)
Begrotingsprogramma
Bedragen
Lasten
Toelichting
S/I
Baten
Financieringsbron
gemeenten *
Beleid en Bestuur
CAO stijging
39
Bestuursakkoord
Water
Lagere kosten OCD
5
-15
Structurele toename personele
lasten
Bijdrage in samenwerking via
5
VNG
39
-15 Verlaging bijdrage
S
I
S
Sociale Dienst Drechtsteden
Werk & Inkomen
Participatie
2.576
WSW
-4.121
Inkomensondersteu
ning
-7.498
Neerwaartse bijstelling budget en
2.576 de overheveling van de taken
voormalig SW
Neerwaartse bijstelling budget en
-4.121 de overheveling van de taken
voormalig SW
Neerwaartse bijstelling budget,
ontwikkeling klantenaantallen,
-7.498
prijsontwikkeling, en een
geprognosticeerd tekort
I
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
S
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
S
Specifieke-uitkering
Gebundelde uitkering
2015 voorlopig
I
Algemene uitkering
S
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
S
Integratie-uitkering
WMO
Minimabeleid
Kinderopvang
Maatwerkvoorzienin
gen inkomenssteun
-20
2.324
Lagere lasten als gevolg van het
-20 incidenteel in 2015 achterblijven
van het aantal aanvragen
2.324 Nieuwe taak minimabeleid
WMO
Huishoudelijke hulp
Hulpmiddelen
Begeleiding en
kortdurend verblijf
Persoonlijke
verzorging
Beschermd wonen
Opvang
-1.300
-200
Lagere lasten als gevolg van
gewijzigde financiering op basis
-1.300 van resultaatfinanciering, en
daling van het aantal klanten met
PGB
Lagere lasten als gevolg van
-200
daling aantal woonvoorzieningen
S
22.457
22.457 Nieuwe taak WMO
S
1.286
1.286 Nieuwe taak WMO
S
25.709
25.709 Nieuwe taak WMO
S
1.387
1.387 Nieuwe taak WMO
S
2.960
2.960 Inrichtingsplan WMO
S
Algemene uitkering
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
Apparaatskosten
956
30
956 Tijdelijk herindicatie WMO
30 GRD doorbelasting
I
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
Integratie-uitkering
WMO
S
Algemene uitkering
-86
-86 Verlaging kosten OCD
S
Algemene uitkering
200
200 Formatie a.g.v. decentralisatie
S
Algemene uitkering
Formatie wijziging beleidsplan
Abs
S
Algemene uitkering
Algemene uitkering
45
45
370
370 CAO stijging
S
460
460 Formatie Werk en Inkomen
S
Algemene uitkering
S
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
S
Algemene uitkering
I
Algemene uitkering
1.613
Drechtwerk Personeel (voormalig
1.613
SW)
460
460 Invoering Participatiewet
300
300
Omzetting i.k.v. invoering
Participatiewet
53
50
50 Innovatieve projecten
500
500 Beschermd wonen WMO
I
Reserve GRD
S
Integratie-uitkering
Sociaal dom ein 2015
Bedrijfsvoering
Ingenieursbureau Drechtsteden
Verlagen
garantieomzet
Door het verlagen van de
garantieomzet dalen zowel de
-2.034 omzet als de kosten. De
winstdoelstelling komt te
vervallen
-1.538
S
Servicecentrum Drechtsteden
Structurele toename personele
lasten
CAO stijging
424
424
Extra
dienstverlening
581
581 Ivm uitbreiding SDD
S
S
Gemeentebelastingen Drechtsteden
50
Structurele toename personele
lasten
S
19
19
Structurele toename personele
lasten
S
19
19
Structurele toename personele
lasten
S
50.042
49.546
CAO stijging
50
Onderzoekcentrum Drechtsteden
CAO stijging
Bureau Drechtsteden
CAO stijging
Totaal
*bij de Sociale Dienst is opgenomen op welke manier de gemeenten de begrotingswijzigingen (kunnen)
financieren
4.3
Algemene dekkingsmiddelen
Het saldo op de algemene dekkingsmiddelen bestaat uit het algemene renteresultaat.
Primaire begroting 2015
Lasten
Baten en
lasten
Mutaties
reserve
Resultaat
Baten
Geactualiseerde begroting 2015
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
0
150
150
0
150
150
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
150
150
0
150
150
0
0
0
Voorgesteld wordt de rekenrente te verlagen van 4% naar 3%. Hierdoor daalt het rentebestanddeel uit
de kapitaallasten. Tegelijkertijd daalt de bijdrage vanuit het renteresultaat aan het SCD, met hetzelfde
bedrag. De raming van het renteresultaat wijzigt daarom niet.
In de loop van 2015 zal worden bezien of een verdere bijdrage vanuit het renteresultaat aan de
exploitatie van het SCD mogelijk/ wenselijk is.
4.4
Resultaatbestemming
Het geraamde positieve resultaat van € 150.000 bestaat uit het algemene renteresultaat. Dit blijft
vooralsnog beschikbaar als algemeen dekkingsmiddel.
54
Bijlage: Bijdragen per gemeente
244
9
56
6
5
7
8
2
212
109
273
10
74
7
6
7
9
2
237
121
310
1.702
3.790
6.751
21.251
50.622
254
1.192
3.737
588
2.404
6.108
271
4
198
4.235
66
1.109
215
3
185
455
7
218
362
6
186
917
14
428
6.455
100
2.324
1.122
530
1.796
110
-
7.095
3.986
10.056
614
24.202
1.387
1.120
710
1.677
102
-
1.389
882
1.971
120
-
1.348
899
1.683
103
-
2.594
1.680
3.881
237
-
14.668
8.687
21.064
1.286
24.202
1.387
Totaal
Papendrecht
1.007
36
380
26
23
28
34
7
875
448
Zwijndrecht
H.I. Ambacht
167
6
41
4
4
5
6
1
145
74
Sliedrecht
Dordrecht
Bureau Drechtsteden
Algemene inwonerbijdrage
Regionaal Platform Verkeersveiligheid
Waterbus
Voorrangscommissie
Klachtencommissie
Natuur en Milieu Educatie
Walstroom
Fietsknooppunten/ water
Bestuur en staf
CIO office
Alblasserdam
(Bedragen x € 1.000)
208
7
58
5
5
7
1
181
92
378
13
111
10
9
10
13
2
328
168
2.277
81
720
58
52
57
77
15
1.978
1.012
420
1.381
2.818
4.546
5.015 13.940
9.704
33.914
83.212
Sociale Dienst Drechtsteden
Werk en Inkomen
Participatie
WSW
Inkomensondersteuning
Minimabeleid
Minimabeleid
Kinderopvang
Maatwerkvoorz. Inkomenssteun
WMO
Huishoudelijke ondersteuning
Hulpmiddelen en vervoer
Begeleiding en kortdurend verblijf
Persoonlijke verzorging
Beschermd wonen
Maatschappelijke opvang
Budgetadvies en schuldbemiddeling
Schuldhulpverlening
Apparaats- en uitvoeringskosten
Apparaatskosten
Uitv WMO huishoudelijke ondersteuning
Uitv WMO begel, kort verblijf, persoonl verz
Uitv WMO beschermd wonen
2
50
2
4
4
8
70
1.172
57
252
-
18.318
355
1.413
500
930
55
236
-
1.970
83
277
-
1.566
78
237
-
3.965
147
545
-
27.921
775
2.960
500
Servicecentrum Drechtsteden
Basispakket
Plus- en additioneel pakket
2.134
-
14.173
1.192
2.359
-
3.506
-
2.404
-
4.179
182
28.755
1.374
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Belastingactiviteiten
GEO-activiteiten
12
2.370
1.140
424
48
399
32
402
16
615
74
4.209
1.323
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Basispakket
55
332
81
90
68
124
750
Totaal
13.970 174.081 13.988 21.249 18.179 40.499 281.967
55
P = Primaire begroting
A = geActualiseerde begroting
56
Totaal
11.713
55
2.110
-
Servicecentrum Drechtsteden
Basispakket
Plus- en additioneel pakket
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Basispakket
1.172
57
252
-
1.045
57
-
12
2
2
-
1.122
530
1.796
110
-
1.220
595
-
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Belastingactiviteiten
GEO-activiteiten
271
4
198
268
5
-
13.970
55
12
2.134
-
310
1.702
3.790
167
6
41
4
4
5
6
1
145
74
308
1.687
3.898
167
6
41
4
4
5
6
1
144
73
A
Alblasserdam
Sociale Dienst Drechtsteden
Werk en Inkomen
Participatie
WSW
Inkomensondersteuning
Minimabeleid
Minimabeleid
Kinderopvang
Maatwerkvoorz. Inkomenssteun
WMO
Huishoudelijke ondersteuning
Hulpmiddelen en vervoer
Begeleiding en kortdurend verblijf
Persoonlijke verzorging
Beschermd wonen
Maatschappelijke opvang
Budgetadvies en schuldbemiddeling
Schuldhulpverlening
Apparaats- en uitvoeringskostenkosten
Apparaatskosten
Uitv WMO huishoudelijke ondersteuning
Uitv WMO begel, kort verblijf, persoonl verz
Uitv WMO beschermd wonen
Bureau Drechtsteden
Algemene inwonerbijdrage
Regionaal Platform Verkeersveiligheid
Waterbus
Voorrangscommissie
Klachtencommissie
Natuur en Milieu Educatie
Walstroom
Fietsknooppunten
Bestuur en staf
CIO office
Alblasserdam
P
Dordrecht
144.230
332
2.349
1.130
14.016
1.175
16.782
355
-
50
7.694
4.147
-
4.301
80
-
7.372
22.357
59.249
1.006
36
380
26
23
28
34
4
865
439
P
Dordrecht
174.081
332
2.370
1.140
14.173
1.192
18.318
355
1.413
500
50
7.095
3.986
10.056
614
24.202
1.387
4.235
66
1.109
6.751
21.251
50.622
1.007
36
380
26
23
28
34
7
875
448
A
H.I. Ambacht
11.393
81
421
48
2.333
-
754
55
-
2
1.240
720
-
193
4
-
281
1.207
3.401
244
9
56
6
5
7
8
1
210
107
P
13.988
81
424
48
2.359
-
930
55
236
-
2
1.120
710
1.677
102
-
215
3
185
254
1.192
3.737
244
9
56
6
5
7
8
2
212
109
H.I. Ambacht
A
Papendrecht
18.976
90
395
32
3.467
-
1.717
83
-
4
1.486
822
-
440
8
-
656
2.437
6.600
272
10
74
7
6
7
9
1
234
119
P
Papendrecht
21.249
90
399
32
3.506
-
1.970
83
277
-
4
1.389
882
1.971
120
-
455
7
218
588
2.404
6.108
273
10
74
7
6
7
9
2
237
121
A
Sliedrecht
16.101
68
397
16
2.377
-
1.382
77
-
4
1.410
915
-
354
7
-
437
2.962
5.136
207
7
58
5
5
7
1
178
91
P
Sliedrecht
18.179
68
402
16
2.404
-
1.566
78
237
-
4
1.348
899
1.683
103
-
362
6
186
420
2.818
5.015
208
7
58
5
5
7
1
181
92
A
Zwijndrecht
35.873
124
609
73
4.133
179
3.506
148
-
8
2.918
1.688
-
899
17
-
1.450
4.723
14.363
377
13
111
10
9
10
13
2
325
165
P
40.499
124
615
74
4.179
182
3.965
147
545
-
8
2.594
1.680
3.881
237
-
917
14
428
1.381
4.546
13.940
378
13
111
10
9
10
13
2
328
168
Zwijndrecht
A
Totaal
238.287
750
4.171
1.311
28.436
1.354
70
25.186
775
-
15.968
8.887
-
6.455
121
-
10.504
35.373
92.648
2.273
81
720
58
52
57
77
10
1.956
994
P
Totaal
281.967
750
4.210
1.323
28.755
1.374
70
27.921
775
2.960
500
14.668
8.687
21.064
1.286
24.202
1.387
6.455
100
2.324
9.704
33.913
83.212
2.277
81
720
58
52
57
77
15
1.978
1.012
A
Bijdrage per gemeente: Primaire en geactualiseerde begroting
(Bedragen x € 1.000)
9 By 6 - Concept Zienswijze GRD.pdf
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
t.a.v de Drechtraad
Noordendijk
Dordrecht
Geachte Drechtraad,
Namens onze gemeenteraad sturen wij u deze zienswijze op de geactualiseerde
begroting 2015.
Inzicht
Voor onze reactie op de geactualiseerde begroting is het belangrijk om zicht te krijgen
op de financiële verschuivingen en de financiële consequenties daarvan op de
begroting van de deelnemende gemeenten. Het is moeilijk om dat beeld uit de door u
opgestelde stukken te krijgen. Wij zouden graag, naast de nu ontvangen stukken, een
bijlage ontvangen waarin duidelijk per deelnemer op basis van afspraken en
verdeelsleutels de scheiding is te zien tussen meevallers, tegenvallers en mutaties als
gevolg van Rijkscirculaires of Drechtstedelijke beleidskeuzes. Wij kunnen ons
voorstellen dat u met dit inzicht ook vragen van andere gemeenten wegneemt en
voorkomt dat wij met regelmaat nadere informatie moeten opvragen.
Wij verzoeken u daar bij volgende begrotingen en actualisaties meer aandacht aan te
besteden.
Inhoud
Wij constateren dat u voornamelijk een tweetal beleidsarme wijzigingen doorvoert, te
weten een aanpassing van de rekenrente en het verwerken van de decentralisaties, voor
zover wij kunnen inschatten op basis van de gegevens van het Rijk. Daarenboven
worden echter ook extra apparaatskosten in rekening gebracht, waardoor onze bijdrage
oploopt. Het onderscheid tussen die twee onderdelen zouden wij in het vervolg graag
scherper in beeld krijgen, zoals hierboven ook beschreven.
In de geactualiseerde begroting 2015 wordt rekening gehouden met een onttrekking
aan de reserve van inkomensondersteuning van € 1.900.000. Rekening houdend met
een onttrekking van € 2.000.000 in 2014 bedraagt deze reserve daarmee nog slechts €
100.000. Dit is erg smal om extra tegenvallers op te vangen. In die zin moeten we met
het risico rekening houden dat in 2015 en daarna een extra bijdrage van gemeenten
gevraagd zal moeten worden. Wij rekenen er op dat u zich maximaal inspant om via de
sociale dienst en het arbeidsmarktbeleid het risico hierop zo klein mogelijk te maken.
Mocht het toch voorzienbaar worden verzoeken wij u ons daar zo spoedig mogelijk
over te informeren.
Kopieën aan:
Archief
Datum
9 december 2014
Betreft
Zienswijze
Bijlagen
nvt
Uw kenmerk
Ons kenmerk
1321387
Uw brief van
3 november 2014
Afdeling
Staf
Telefoon direct
06-14367390
Behandeld door
S. van Waveren
Bezoekadres
Industrieweg 11
3361 HJ Sliedrecht
-2-
In de begroting 2015 is toegezegd (pagina 6) dat er bij de geactualiseerde begroting 2015 invulling
zou worden gegeven aan de ‘trap af’-bezuiniging van 2 miljoen in 2015 en 3 miljoen in 2016. We
stellen vast dat dit niet is gebeurd. Dit, terwijl de Drechtraad in januari 2014 reeds de kaders heeft
aangegeven. Op 11 november is ambtelijk een conceptvoorstel ontvangen met een mogelijke invulling hiervan. Dit geeft nog geen uitsluitsel in welke mate dit leidt tot een lagere bijdrage van de
desbetreffende gemeenten. Wij staan er op dat die lagere bijdrage wel voor het volledige bedrag
wordt gerealiseerd.
Wij verzoeken u hierover zo spoedig mogelijk helderheid te geven en deze bezuiniging in de volgende actualisatie in te vullen.
Proces
In onze zienswijze op de primaire begroting hebben wij aangegeven dat de doorlooptijd voor het
opstellen van een zienswijze vaak kort is. Wij verzoeken u daarom de processen en planningen
tijdig vast te stellen en ons daarover te informeren. Voor de primaire begroting 2016 verzoeken wij
u aan te sluiten bij de planning van de OZHZ, de DG&J en de Veiligheidsregio. Zij bieden hun
begroting uiterlijk 9 april aan de gemeenteraden aan, met verzoek om uiterlijk 1 juni de zienswijze
te geven.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
De secretaris,
De burgemeester,
drs. C.A. de Haas MBA
drs. A.P.J. van Hemmen