docent_voldoende (PDF - 3591 kB)

Doelen
Excursiemogelijkheden bij het thema Voldoende water
De kinderen:
• begrijpen dat het belangrijk is om het waterpeil
te regelen en te beheersen;
•weten wat gemalen zijn, hoe ze werken en
waar ze liggen;
• weten wat stuwen zijn en hoe ze werken;
•weten wat het waterschap doet voor voldoende water.
Belangrijke beheersgemalen zijn gemaal Gewande in Gewande en gemaal Van Sasse in
Grave. Ook het museumgemaal Caners is een bezoek bewaard. Het museum is tussen
april en oktober iedere laatste zondag van de maand open. In het museum liggen oude
gereedschappen en de mensen van het museum laten zien hoe de dieselmotor vroeger
werkte.
Voor adressen zie www.aaenmaas.nl.
Materialen
•
•
•
•
Lesbrief bij deze les.
Poster met het werkgebied van waterschap
Aa en Maas.
Computer(s) met internetaansluiting.
Vellen papier (A4 en A3).
Voorbereiding
•Hang de poster met het werkgebied van
waterschap Aa en Maas voor het bord.
•Kopieer de lesbrief: voor elke leerling één keer.
•Zorg dat de kinderen in groepjes op het
internet kunnen.
Lesverloop
> Introductie (10 minuten)
Lees de volgende tekst voor:
Een flauwe grap
“Hé Aa, ik ken een mop”. Grinnikend kijkt Maas opzij. Samen met Aa fietst hij
naar het zwembad. Het is een prachtige dag in juli en vrolijk slingeren ze over
de weg. “Nou, komt er nog wat van?”, vraagt Aa. “Twee zandkorreltjes lopen
door de woestijn”, start Maas. “Ja, die ken ik al”, zegt Aa.
“Oké, deze dan. Er staan twee koeien in de wei. Zegt de ene: Boe. Vraagt de
andere: Moet ik nou schrikken?”. “Sjonge, jonge, die is flauw”, lacht Aa.
Ze kijkt naar de koeien in het weiland van boer Creemers. Ze staan te grazen
bij het water. En dan krijgt ze een idee: “Maas, zullen we ginds gaan slootje
springen?” Maas aarzelt geen moment en parkeert zijn fiets bij het hek.
Tussen de koeien door sprinten ze naar de sloot in de verte. Maar daar
aangekomen, reageren ze teleurgesteld: er staat bijna geen water in de sloot!
Zo is er natuurlijk niks aan!!
docent voldoende water
[1]
DOCENT
Praat samen met de kinderen over de tekst.
Hebben ze zelf ook wel eens droge sloten gezien?
Merken ze het thuis ook, als het erg droog is?
En hebben ze wel eens overstroomde sloten
gezien? Vraag de kinderen of ze weten hoe dit
komt. Weten ze ook wie de waterstand in sloten,
rivieren en beken kan regelen?
Antwoorden
> Kern (30 minuten)
Benadruk dat het waterschap de stand van het
water in beken, rivieren en sloten kan regelen.
Als het droog is, wordt het water langer vastgehouden of ingelaten uit een grote rivier.
Als het nat is, mag het water sneller doorstromen.
Het waterschap regelt dit met gemalen en
stuwen. De opdrachten op de lesbrief gaan
daarover. Laat de leerlingen zelfstandig de
opdrachten maken. De werkopdracht over
stuwen en gemalen kunnen ze in groepjes doen.
3a Grondwater: water onder de grond (hierover neemt de Provincie beslissingen); 1a Op een gewone dag: 60 x 400 m3 = 24.000 m3 per minuut; b. bij hoog water:
2.000 x 60 m3 = 120.000 m3 per minuut; c. 60 meter:
(het gemiddelde is 230, 3 x 230 = 690 en 400 + 230 = 630, 690-630= 60).
2 Vee dat loopt te soppen: landbouwer; bijzondere plantjes: natuurvereniging; woning
project: stedebouwkundige; bootje varen: roeiliefhebber.
3b Oppervlaktewater: water boven de grond (kun je zien, bijvoorbeeld in sloten en rivieren).
4 De juiste woorden:
a: droog; b: hoog; c: verlagen; d: natter; e: meer en natter; f: droger en snel;
g: sneller; h: langzamer.
5 De foute uitspraken: Nederland is een woestijn (Maas), Boeren en waterschap
willen hetzelfde (Aa), Verdwenen planten en dieren (Maas).
6a Een stuw houdt het water tegen, een gemaal pompt het water weg.
> Afsluiting (10 minuten)
Bespreek de opdrachten. Sta uitgebreid stil bij de
tekeningen van stuwen en gemalen. Weten alle
kinderen nu hoe het werkt? Snappen ze hoe het
waterschap de waterstand kan regelen?
Praat ook over extra maatregelen in hele droge of
natte tijden. Dan is het werk van het waterschap
alleen niet voldoende. In droge tijden mogen
boeren bijvoorbeeld hun land niet sproeien met
oppervlaktewater.
6b Te droog: een stuw, te nat: een gemaal.
7a Grote, bekende gemalen in het gebied zijn Gemaal Gewande en Van Sasse.
Een museumgemaal is Caners. Deze gemalen zijn te bezoeken.
7bEr zijn ongeveer 1100 stuwen in het gebied. Stuwen liggen vaak in het onbewoonde
gebied en zullen niet zo bekend zijn bij kinderen.
2008 ©
Waterschap Aa en Maas
docent voldoende water
[2]