Pijn in de eerste lijn - Henriëtte van der Horst

huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde
Dokter, hoe moet ik nu toch verder met die pijn?
Pijnrevalidatie in de eerste lijn
Henriëtte van der Horst, huisarts
Hoofd afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde VUmc
Hoofd afdeling huisartsgeneeskunde &
ouderengeneeskunde VUmc
Lid van de MDR werkgroep SOLK en somatoforme
stoornissen en MDR PDS
Lid van de Werkgroep NHG standaard SOLK en NHG
standaard PDS
Betrokken bij diverse onderzoeken op terrein van SOLK
Voorzitter werkgroep farmacotherapeutisch kompas van
CVZ/ZIN
Pijn in de eerste lijn
Hoe vaak komt het voor?
Wat doet de huisarts?
Wat kan de huisarts doen?
Ruim 2 miljoen Nederlanders hebben dagelijks pijn
Top-6 ervaren klachten
[bron: Tweede Nationale Studie, Nivel 2004]
1. moeheid [36%]
2. hoofdpijn [34%]
3. slapeloosheid [24%]
4. pijn nek/schouders/rug [21%]
5. verstopte neus [21%]
6. pijn laag in de rug [20%]
bij kinderen:
hoofdpijn [15%] & buikpijn [12%]
Symptomen in de eerste lijn VS
n presentations
Kroenke and Mangelsdorff, 1989
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Onverklaard
Medische oorzaak
st
r
o
e
id pijn pijn
ijn heid
o
e
p
n
b oe
gh ofd
i
ug ysp uik oos
l
e
R
e
d
B
o
M iz
D
ll
H
p
e
u
o
D
vo
jn
e
i
G
P
id
e
h
In de huisartsenpraktijk
• Klachten vaak contactreden en‘einddiagnose’
– rugpijn [27/1000/jaar]
– buikpijn [20/1000/jaar]
– hoofdpijn [13.3/1000/jaar]
• Geen code voor chronische pijn in ICPC
7
In de huisartsenpraktijk
1 op de 5-8 mensen heeft chronische pijn
290-460 mensen per normpraktijk
(her)kent de huisarts deze groep?
8
Wat doet de huisarts?
Wat doet de huisarts?
 diagnostiek: (ernstige) organische oorzaak
uitsluiten
 andere verklaring voor de pijn?
 geen organische oorzaak: uitleg geven, adviezen
 afhankelijk van de ernst: (tijdcontingente)
pijnstilling (al dan niet rekening houdend met aard
van de pijn)
Wat doet de huisarts?
 diverse standaarden (rugpijn,
maagklachten, hoofdpijn etc.)
 belang van goede anamnese &
adequaat onderzoek
 identificeren van in-stand-houdende factoren
 niet-medicamenteuze adviezen
 medicamenteuze therapie
Wat doet de huisarts?
geen standaard chronische pijn
geen MDR chronische pijn
wel MDR chronische pijn bij ouderen
 diagnostiek van pijn kan beter
 behandeling van acute heftige pijn kan beter
 onvoldoende kennis over predictoren
 onvoldoende kennis over effectieve interventies in
de eerste lijn
Wat wil de patiënt?
Do patients with unexplained physical symptoms
pressurise general practitioners for somatic
treatment? A qualitative study.
Ring et al. BMJ, 2004
Voiced but unheard agendas: qualitative analysis of
the psychosocial cues that patients with unexplained
symptoms present to general practitioners.
Salmon et al. Br J Gen Pract, 2004
Wat wil de patiënt?
• <1/3 wilde/verwachtte ‘somatische’ interventie
• > 2/3 ‘ontving’ recept/onderzoek/verwijzing naar
medisch specialist
Wat wil de patiënt?
Patiënten gaven diverse clues
– ernst van de klachten, ongerustheid
– behoefte aan verklaringen, niet alleen medisch
– emoties, stress, stemming
– sociale gevolgen van de klacht
 Het biopsychosociaal model
Biopsychosociaal model
ad 1) Pijn/klacht
ad 1) Klacht (pijn, moeheid etc.)
5
4
ad 2) Cognities
aard, oorsprong, beleid
ad 3) Gevoelens
3
2
1
depressie/distress, catastroferen
ad 4) Pijngedrag
in- en overactiviteit, medicatie
ad 5) Sociale omgeving
gezin, vrienden, werk
Wat kan de huisarts doen?
Standaard SOLK (2013) biedt handvatten
SOLK en chronische pijn overlappen deels
Exploreren
SCEGS: de klacht als vertrekpunt
S
C
E
G
S
somatisch [red flags?]
cognitief
emotioneel
gedragsmatig
sociaal
Beleid: milde SOLK
• Afsluiting klachtexploratie en eventueel verricht lichamelijk en/of
aanvullend onderzoek
• Gezamenlijke probleemdefinitie, op basis van de klachtexploratie
• Voorlichting en advies:
voorlichting en uitleg
bespreken van herstelbelemmerende factoren
advisering
• Gezamenlijk opstellen van tijdcontingent plan.
19
Beleid: milde SOLK
Controles:
- Voortgang plan monitoren en bij stagnerend herstel opnieuw
klachtexploratie
- Bij wijzigingen in de klachten opnieuw klachtexploratie en gericht
lichamelijk en eventueel aanvullend onderzoek.
20
Beleid: matig-ernstige SOLK
In samenwerking met andere eerstelijnshulpverleners
- (psychosomatisch) fysio- of oefentherapeut
- POH-ggz in de eerste lijn
- cognitief-gedragsmatig geschoolde ELP
21
Beleid: ernstige SOLK
In samenwerking met tweedelijnshulpverleners
 Multidisciplinaire teams/behandelcentra.
(www.nolk.info/sociale-kaart/)
22
Die buikpijn
bleek uiteindelijk
een chronische
verliefdheid te zijn
Loesje
23