Lees het verslag - Vlaamse Scholierenkoepel

> IN GESPREK MET DE VAKBOND
Verslag gesprekstafel Inspraakdag 2014
Vlaams Parlement - 21 februari 2014 (13u00 – 14u30)
< verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon -instellingen - deze lijn wordt niet
afgedrukt >
Aanwezige scholen
Aantal deelnemers
Systeem
Moderator:
Verslag:
VTI Diksmuide, KA Geraardsbergen, Don Bosco Zwijnaarde, Atheneum
Gentbrugge, College Ten Doorn Eeklo, Sint-Albertuscollege Heverlee, Sancta
Maria instituut Kasterlee, Paridaens Leuven, Don Bosco Haacht, KA Ronse,
Heilig-Drievuldigheidscollege Leuven, Freinetatheneum De Wingerd, Leiepoort
Campus Sint-Vincentius, THHI Tessenderlo, KA Koekelberg, KA Dendermonde,
Sint-Claracollege Arendonk, Tuinbouwschool Sint-Truiden, SBSO De Mast, SintBavohumaniora Gent
24 leerlingen
3 gesprekstafels van 30 minuten
Katrien Cerpentier (nationaal secretaris COC)
Stefanie Van Hoof (VSK)
Deze gesprekstafel vond plaats op de Inspraakdag van de Vlaamse Scholierenkoepel. Op deze dag gingen
100 scholieren met elkaar en met beleidsmakers in gesprek over onderwijs(beleid). Dit jaar stond de
Inspraakdag in het teken van de Vlaamse verkiezingen. De Vlaamse Scholierenkoepel peilde die dag naar
de verwachtingen van scholieren voor de volgende minister, beleidsmakers en politiek.
1. Waar zou jij als vakbond actie voor voeren?
Betere begeleiding voor leerkrachten

Leerkrachten zijn ook mensen, met gevoelens

Opmerkingen van leerlingen kunnen zorgen voor slechte sfeer in de klas, depressies…

We staan er inderdaad niet vaak bij stil, we zien hen als de ambetanteriken die huiswerk geven (en niet als
persoon die geraakt wordt door onze opmerkingen)

Jonge leerkracht wordt gepest omdat ze eruit ziet als scholier, leerling is ervoor naar leerlingenbegeleiding
gegaan, daar zeiden ze dat het haar zaken niet waren.

Consequenties voor leerlingen die leerkachten pesten


Bij pesten in de stageles moet leerkracht invallen en even terug overnemen. Als het een leerkans is, ok,
maar als het echt over de schreef gaat, moet leerkracht invallen.
Voor leerkracht moeilijke stap om naar collega te zetten

Leerkrachten durven het niet zeggen omdat ze nog geen vast contract hebben

Leerlingen hebben leerlingenbegeleiding, maar wat met leerkrachten?

Waar kunnen ze terecht? Dat is dan al meteen bij de directie

Vaste leerkrachtenbegeleider op school? Objectiever dan collega, staat erbuiten. Met beroepsgeheim (is nu
ambtsgeheim)
Meer met collega’s over kunnen babbelen, open cultuur voor nodig

pagina 2 > 4

Opkomen voor jonge leerkrachten
o Beginnende leerkrachten hebben het te moeilijk
o Oudere leerkrachten moeten meer de starters begeleiden en coachen
o Je merkt aan stagiairs dat ze het moeilijk hebben, om zich open te stellen, om zich te gedragen
met leerlingen
o Goede leerkrachten moeten soms van school veranderen omdat ze niet vastbenoemd zijn
o Sneller werkzekerheid
Meer keuze bij lesinvulling!

Naast leerplan ruimte voor wat ze zelf willen geven

Plaats voor gesprek in de klas (aso)
o Ruimte voor band met leerkrachten


Weg met betutteling van leerplan, met vallen en opstaan
Leerkrachten zijn opgeleid om zelf lessen uit te schrijven en te geven, nu moeten ze enkel reproduceren
door te specifieke leerplannen
Ruimte voor ontspanning
o Ook buiten de klas kunnen gaan
o Actiever lesgeven, niet alleen klassikaal



Leerkrachten moeten meer kans krijgen om leerlingen individueel te begeleiden
o Te grote klassen
o Zowel om band te krijgen als om individuele leernoden op te merken en op in te spelen
Kans geven om open te staan voor nieuwe leermethoden
o Als Franse leerkracht project oprichten met Waalse school voor een uitwisseling
o Niet alleen plenum klassikaal
Openheid van leerkracht naar leerlingen

Leerlingen blijven beter bij de les, les zal kwalitatiever zijn


Beter band tussen leerlingen en leerkrachten
Leerlingen gaan liever naar school

Dichter bij de leerlingen staan
o Sommige leerkrachten doen echt geen moeite

Nu geen leerkrachten waar je spontaan naartoe kan, soms is dat de klasleerkracht maar vaak niet


Geef opleiding aan leerkrachten om dichter bij leerlingen te staan, om om te gaan met conflicten
Zelfs stagiairs stellen zich al afstandelijk op. Het blijft bij de stageles, daarnaast geen contact.




Meer tijd om creatieve dingen te doen
Voetballen met de leerkrachten om band te creëren
Leuk om in’t begin van’t jaar samen met leerlingen na te denken waar ze het over willen hebben in de les
Meer samenspraak tussen leerkrachten en leerlingen
o Leerkrachten die inspraak willen en leerlingenraad samenwerken?
o Overlegvergadering tussen leerlingen en leerkrachten op school
Leerkrachten moeten rekening houden met leerlingen (als ze goede punten willen zien)
pagina 3 > 4

Door te veel huiswerk geen tijd voor eigen activiteiten, daardoor wekelijks wel een buis.

Te veel toetsen en ze staan op dezelfde dag. Drukke dagen en (te) rustige dagen. Leerkrachten moeten
leren om er rekening mee te houden.

Betere planning van taken en toetsen.

Geprobeerd om het op de agenda te zetten via de leerlingenraad, maar er wordt niet naar geluisterd.
Les voor en door leerlingen

Als leerling ergens goed in is, zelf (stukje) les laten geven.

Leerkrachten moeten de mogelijkheid hebben om andere methodes te gebruiken dan het klassikale.

Sommige leerkrachten geven les vanuit een passie (leerlingen moeten klaar zijn voor de wereld), zij
foefelen dingen in hun leerplan die ze er echt bij willen

Vakoverschrijdend werken

Sommige leerkrachten geven nogal wazig les (weten zelf niet wat de structuur van de inhoud is)
Kans hebben om probleemgestuurd te werken



Vertrekken vanuit een casus en dan de leerlingen zelf creatief bezig laten zijn (vraag uit aso)
In tso is er een vak waar alleen competenties voor zijn opgesteld, zij werken vanuit problemen. Veel
coaching nodig, die is er in de hogere jaren niet altijd.
Leerkracht moet kunnen aanpassen naar wat de groep nodig hebt.
Werkzekerheid!
Zomervakanties niet inkorten


Tijd om uit te blazen na een zwaar jaar met een moeilijke klas
Juli en augustus zijn warmste maanden van het jaar, dan binnen zitten in een suf lokaal is echt niet ok.
Weg met tso en bso?

Wat gebeurt er met de leerkrachten na de hervorming die in tso en bso lesgeven?
2. In beroep gaan tegen attest - beroepscommissie
Nee, want…

In beroep gaan is zever! Als ik niet geslaagd ben, zou ik ook in beroep gaan.

Je weet dat je moet leren voor je examens, dus het is je eigen schuld als je gebuisd bent. Tenzij je een
grondige reden hebt (ziekte) (maar dat is dan geen B- of C-attest).
Ja, want …


Beroepscommissie moet er wel degelijk zijn want er gebeuren wel degelijk misbruiken. Maar dat de
leerkrachten die het B- of C-attest hebben uitgereikt, ook in de beroepscommissie zitten, dat is belachelijk.
Moet soms wel kunnen, in speciale gevallen. Anderstalige nieuwkomers die in alle vakken geslaagd zijn
behalve in Nederlands, krijgen een C-attest.
Iets anders…

Er zou een tussenvorm moeten zijn, waarbij er wordt gekeken of het de moeite is om in beroep te gaan.
pagina 4 > 4

Bij twijfelgevallen moet je kunnen vragen of je het kan proberen en als het na een jaar niet lukt, dan toch je
C-attest te aanvaarden.
Wat met leerkrachten in beroepscommissie?


Het is logisch dat de commissie onafhankelijk moet zijn, maar toch blijven de leerkrachten die het attest
hebben uitgereikt, in de commissie zetelen.
Zouden niet mogen meebeslissen, maar moeten wel kaderen van waar beslissingen oorspronkelijk komt.

Is ergens wel logisch dat ze er bij zitten

Beroep haalt niet veel uit. Zaak escaleert alleen maar. In sommige zaken is het nuttig, maar als beroep blijft
aanslepen, mis je al gauw half jaar van je opleiding en dan moet je toch jaar dubbelen

Ze gaan eerder de leerkracht geloven dan leerling: leerkracht is bekwaam om les te geven.

Mogelijkheid moet bestaan, gaat willekeur tegen


Beslissing moet gemotiveerd worden, je moet begrijpen waarom je dat attest gekregen hebt
Die leerkachten zien de achtergrond van de leerlingen, de onafhankelijken bieden de objectiviteit

Nee, haal die leerkrachten eruit. Als de leerkracht bevooroordeeld is of geen rekening houdt met
persoonlijke situatie, blijven ze tegen je. Onafhankelijken zullen hen niet kunnen overtuigen.
3. Wat moet er zeker in de hervorming van onderwijs zitten?

Aso, tso, bso afschaffen (wel niet in alle scholen)

Afstand tussen richtingen afschaffen


Tonen aan leerlingen dat niemand minderwaardig is.
Als je in het zesde jaar niet weet waar je goed in bent, dan is het nu het verstandigste om in het aso te
beginnen omdat je dan nog naar bso en tso kan en omgekeerd niet. De drempel om te kiezen op 12 leggen
is voor sommigen te vroeg, maar voor sommigen is dat al laat.

In bso moet je in het derde kiezen tussen hout, drukken en metaal. Er zijn initiatievakken geweest, maar
sommige leerlingen weten niet wat ze willen en blijven de komende jaren wisselen tussen de richtingen.
Gevolg: ze kunnen geen van de drie richtingen voldoende.

Geen vaste lespakketten.

Huidige richtingen moeten blijven bestaan. Richting in tso zou (praktijkvakken uitgezonderd) op niveau van
aso gegeven worden. Richtingen moeten opgewaardeerd worden.

Rekening houden met vakoverschrijdende domeinen. Dus zowel iets van wetenschappen als iets van
wiskunde en Latijn volgen. Je moet nog de kans krijgen om je keuze uit te stellen.

Watervalsysteem werkt heel demotiverend. Door van aso naar tso af te zakken, kreeg een scholier zo’n
slecht gevoel over zichzelf, dat hoewel hij tso wel had aangekund, hij nu in bso zit.

Wil je geen saaie richting, ga dan naar tso.

Pas in vierde middelbaar was ik zeker van mijn keuze in wetenschappen. Aso leek logisch, dan Latijn, nu
pas gelukkig in wetenschappen.