Dr. B.E.P.J. Vriens, medisch oncoloog, Catharina Ziekenhuis

Mammacarcinoom:
neo-adjuvante chemotherapie of toch
eerst operatie?
Bossche mammadagen 11 juni 2014
Birgit Vriens
Medisch Oncoloog
Catharina Ziekenhuis
Timing van behandeling
•Mammacarcinoom niet gemetastaseerd
•Indicatie voor systeemtherapie
Systeembehandeling voor of na operatie?
Concept neo-adjuvante chemotherapie
Ontwikkeld in jaren 70, gelijktijdig met adjuvante chemotherapie
Neoadjuvante chemotherapie ter verbetering van de locoregionale
controle en in de hoop op een betere overleving
• Irresectabele tumoren werden kleiner en toegankelijk voor chirurgie,
verbetering lokale controle
Nu vaker toepassing bij vroegere stadia mammacarcinoom, bijvoorbeeld
bij patiënten met klinisch positieve lymfklieren en/of grotere T2 tumoren.
IKNL lokatie Eindhoven, M. Louwman en A. Voogd
IKNL lokatie Eindhoven, M. Louwman en A. Voogd
IKNL lokatie Eindhoven, M. Louwman en A. Voogd
Is adjuvant versus neo-adjuvante therapie
inderdaad gelijkwaardig?
Wie komt in aanmerking voor neo-adjuvante
chemotherapie?
Neoadjuvant vs. adjuvant chemotherapie:
niet-taxaan
Selektie voor
ADJUVANT
=
NEO-ADJUVANT
Mauri, D. et al. J Natl Cancer Inst 2005;97:188-194
9 fase III studies, Totaal +/- 4000 pt, T1-4N0-2
Neoadjuvant vs. adjuvant chemotherapie
Geen verhoogd risico indien altijd opereren
Mauri, D. et al. J Natl Cancer Inst 2005;97:188-194
Wie komt in aanmerking voor neoadjuvante systeemtherapie
Patiënten waarvan pré-operatief al zeker is
dat ze in aanmerking komen voor
adjuvante systeemtherapie, kunnen
dezelfde therapie neoadjuvant
aangeboden krijgen.
Randvoorwaarden voor start NAC
•Multidisciplinair team
•Histologisch biopt: bepalen van Her2 amplificatie, hormoonreceptoren en tumorgraad
•Echografie oksel, punctie bij verdenking (oksel)kliermetastasen
•Vastleggen van initiele tumoruitbreiding en plaatsen van radio-opaque clips (BST)
•Indien cNO besluit tot SWK voor of na neoadjuvante chemotherapie
•Vooraf vastleggen van cTNM en behandelplan in MDO
•Voor start chemotherapie wordt pte gezien door chirurg (+evt plast chirurg),
radiotherapeut en medisch oncoloog
•De keuze van het behandelplan met voor-, nadelen en prognose dient duidelijk met
patiente besproken te zijn.
Screening op afstandsmetastasen
• geïndiceerd bij stadium III mammacarcinoom
• overwegen bij stadium II klinisch N+ mammacarcinoom
Nld richtlijn mammacarcinoom 2012
Waarom neoadjuvante
chemotherapie?
Adjuvant systemic therapy is a “blind”
procedure: It is administered after the
only opportunity for monitoring for
effectiveness has been eliminated
G.N.Hortobagyi, SABCS 2012
Waarom neo-adjuvante systeemtherapie
Argumenten vóór neoadjuvante therapie zijn:
- Vaker (16%Mieog, BJS 2007) borstsparend behandelen (veilig, mits..)
- Responsevaluatie in situ
- Onnodige therapie voorkómen indien progressieve ziekte
- In het kader van studies:
• In relatief korte tijd; primair eindpunt pCR -> Prognostische informatie
• door translationeel onderzoek snelle vooruitgang
- Gedurende neo-adjuvante chemotherapie verrichten van klin. gen.
oz/afstemming chirurgisch beleid
- Verdere behandeling aan de hand van bereikte behandel-effect
Dilemma’s:
Beleid indien sprake is van afwezigheid respons systeemtherapie
Bepaling tumorgrootte na therapie middels beeldvorming
SWK timing en selectie
Veiligheid met betrekking tot locoregionale recidiefkans
Uitgebreidheid lokale behandeling chirurgie en radiotherapie
Mieog, BJS 2007
Neoadjuvant systemische therapie
•Potentiële nadelen
•Initiële diagnose/receptorkenmerken op biopt (heterogeniteit)
•Geen histopathologische stadiering
•Geen stadiering axilla
Is respons op neo-adjuvante chemotherapie
geassocieerd met disease free en overall
survival?
cCR en pCR en overall survival
NSABP B-18
cCR
cPR
cNR
N
36%
43%
20%
5 jrs OS (%)
82
78
77
.19
78
77
.06
pCR
pINV
N
13%
23%
5 jrs OS (%)
87
78
P
NSABP B-27 Ziektevrije en overall
overleving pCR vs non-PCR
Bear JCO 2006
Fenotypes, behandel effect en pCR
Definitie fenotype (St. Gallen)
DFS in luminal A
DFS in luminal B (HER2+)
HR+, HER2-, grI-II
DFS in HER2+ (non-luminal)
Von Minckwitz, JCO 2012 20;30(15):1796-804
DFS in TN
Mammacarcinoom subtype en pCR
Luminal A tumoren
•Geen verband pCR en survival
•Lagere pCR rate, prognose is niet afhankelijk van
pCR
Von Minckwitz, JCO 2012 20;30(15):1796-804
Is respons op neo-adjuvante
chemotherapie geassocieerd met DFS en
OS?
•
•
cOR niet geassocieerd met verbeterde outcome
pCR is geassocieerd met betere DFS en OS
• Met uitzondering van luminal A tumoren
• Prognostische informatie
Is respons NAC geassocieerd met %
lumpectomie-I
S. Kummel BJS 2014
Is respons NAC geassocieerd met %
lumpectomie-II
S. Kummel BJS 2014
Dilemma’s
•Beleid indien afwezigheid respons systeemtherapie
•Bepaling tumorgrootte na therapie middels beeldvorming
•Uitgebreidheid lokale behandeling chirurgie/SWK timing en
selectie
•Veiligheid met betrekking tot locoregionale recidiefkans
•Uitgebreidheid lokale behandeling radiotherapie
Beleid bij afwezigheid respons NAC
Responskans na NAC is 80-90%, risico op progressie minder dan 5-10%*
Bij progressie (RECIST > 20% toename in diameter) tijdens chemotherapie:beleid niet duidelijk
• Eerder overgaan tot lokale behandeling
• Switchen naar een alternatieve, niet-kruisresistente chemotherapie.
Gepartrio
Vinorelbinecapecitabine
Klinische respons na twee kuren: 23% pCR
Klinisch niet-responders:
5,3% pCR bij doorgaan met TAC
6.0% pCR indien niet-kruisresistent schema
Vinorelbine-capecitabine
Kaufmann, JCO 2006
Beleid bij afwezigheid respons NAC
Aberdeen studie
Klinische respons na 4 kuren 2e generatie
anthracycline bevattende therapie :
• Continueren van therapie pCR 15%, 5y OS
78%
• Switch docetaxel pCR 31% , 5y OS 93%
Klinisch niet-responders na 4 kuren 2e generatie
anthracycline bevattende therapie:
• Switch docetaxel 55 % CR, 2% pCR
Smith, JCO 2002
Bepaling tumorgrootte na therapie
middels beeldvorming
•Responsbepaling na NAC middels MRI met name overschatting, maar ook
onderschatting  Grotere kans irradicaliteit
•Idem bij echo mamma
•Nog grotere variatie indien mammografie en lichamelijk onderzoek
Marinovich BJC 2013
Uitgebreidheid lokale behandeling
chirurgie/SWK timing en selectie
Pre NAC
Post NAC
Optimale stadiering voor start van
behandeling
Detectie rate (99%)
Detectie rate (80 - 90%)
FNR (8%)
FNR (10-15%)
Downstaging 40% patiënten
Geen OKD
C. van Deurzen, EJC 2009
J. Boughey, JAMA 2013
T. Kuehn, Lancet Oncology 2013
Uitgebreidheid lokale behandeling
radiotherapie
Indicatie post-operatieve radiotherapie
•Zowel cTNM als ypTNM van invloed mbt wel/niet behandelen.
•Predictieve factoren van locoregionaal recidief als lymphangio invasie, graad van de tumor
vaker niet duidelijk na NAC
• Over -en onderbehandeling
•Rapchem registratiestudie: 5y LRR bij pt met cT1-2pN+(uitgezonderd >cN2) tumor,
behandeld met neoadjuvante chemotherapie, chirurgie, en radiotherapie volgens
richtlijnen.
Mammacarcinoom:
neo-adjuvante chemotherapie of toch
eerst operatie?
S. Kummel BJS 2014
Pro neo-adjuvante systeemtherapie
- Adjuvante therapie is “blinde procedure”
- Vaker borstsparend behandelen (veilig, mits..)
- Responsevaluatie in situ
- Onnodige therapie voorkómen indien progressieve ziekte
- In het kader van studies:
• In relatief korte tijd; primair eindpunt pCR -> Prognostische informatie
• door translationeel onderzoek snelle vooruitgang
- Gedurende neo-adjuvante chemotherapie verrichten van klin. gen.
oz/afstemming chirurgisch beleid
- Verdere behandeling aan de hand van bereikte behandel-effect