Salarisverwerking 2015

Eindejaarsmemo Salarisverwerking 2014 - 2015
Zoals u van ons bent gewend hebben wij voor u de “Eindejaarsmemo Salarisverwerking 2014 – 2015”
opgesteld, welke is voorzien van een nieuwe lay-out. Voortaan leest u “Eindejaarsmemo Salarisverwerking”
alleen digitaal. In deze memo hebben wij zo veel mogelijk rekening gehouden met de plannen van het kabinet
voor volgend jaar. Een aantal van deze plannen is echter nog niet definitief, aangezien deze nog door de
Tweede en/of Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd. Het kan dus voorkomen dat een aantal zaken op
het moment van het verschijnen van deze uitgave door de actualiteiten zijn ingehaald.
In deze memo zullen wij de volgende belangrijke wijzigingen behandelen:
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
9)
10)
Minimumloon mag straks niet meer contant
Opname levensloop nog één jaar 20% onbelast
Wet Werk en Zekerheid (WWZ)
VAR-verklaring wordt Beschikking loonheffingen (BGL)
Herziening gebruikelijk loonregeling
Nieuwe verlofregels goedgekeurd door de Tweede Kamer
Wet flexibel werken door de Tweede Kamer
Nieuwe regels voor aanpassen arbeidsduur
Klaar voor de werkkostenregeling (WKR)
Top 3 – Meest gestelde vragen werkkostenregeling (WKR)
Salarisverwerking 2015
Medio december ontvangt u van de Belastingdienst de “Mededeling Loonheffingen Gedifferentieerd
premiepercentage Werkhervattingskas” voor het jaar 2015. Deze mededeling van Belastingdienst is essentieel
voor de verwerking voor de salarisverwerking.
Wij verzoeken u deze mededeling (inclusief alle bladzijden), zodra u deze heeft ontvangen, naar ons e-mail adres
[email protected] te versturen.
1) Minimumloon mag straks niet meer contant
Vanaf 1 januari 2015 mogen werkgevers hun personeel niet meer geheel in contant geld uitbetalen. Minimaal
het deel van het minimumloon moet per bank worden betaald. Het meerdere boven het minimumloon mag dan
wel in contant geld uitbetaald worden. De overheid wil hiermee eerlijke concurrentie tussen organisaties en een
eerlijke beloning voor werknemers bevorderen. Het bankafschrift bewijst dan dat medewerkers in ieder geval
het minimumloon hebben ontvangen.
Huisvesting en ziektekosten niet langer verrekenen
Daarnaast is het verrekenen van huisvesting of ziektekostenpremies met het minimumloon niet langer
toegestaan. Ook worden aanvullende eisen aan de loonstrook gesteld – u moet onkostenvergoedingen straks
bijvoorbeeld verplicht op de loonstrook specificeren.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
2) Opname levensloop nog één jaar 20% onbelast
Als er in uw onderneming nog werknemers zijn die levenslooptegoed hebben, mag u dit in 2015 deels onbelast
uitbetalen. De werknemers moeten dan wel hun volledige tegoed in één keer opnemen. Deze 80%-regeling bij
opname van levenslooptegoed gold ook al in 2013.
Werknemer moet volledige levenslooptegoed in één keer opnemen
U mag in 2015 dus 20% van het opgenomen levenslooptegoed onbelast uitbetalen als de werknemer zijn
volledige tegoed in één keer opneemt. Hieraan is wel een maximum verbonden. De 80%-regeling zal in 2015 ten
hoogste gelden voor het tegoed inclusief rente dat op 31 december 2013 in de levensloopspaarpot zat. Deze –
reeds gepasseerde – datum is gekozen om te voorkomen dat werknemers nog snel wat levenslooptegoed
opbouwen en het volgend jaar weer deels onbelast laten uitbetalen.
3) Wet Werk en Zekerheid (WWZ)
Per 1 januari 2015 wijzigt het flexrecht (met uitzondering van de ketenbepaling). Per 1 juli 2015 wordt de
ketenbepaling aangepast en het ontslagrecht wijzigt en tot slot wordt per 1 januari 2016 de Werkloosheidswet
aangepast. Het doel van de Wet Werk en Zekerheid is om de doorstroom van flexibele naar vaste contracten te
bevorderen en het ontslagrecht eerlijker, sneller en eenvoudiger te maken.
Meer zekerheid flexwerker
Oneigenlijk gebruik van flexibele arbeidsvormen wordt aangepakt. Minister Asscher wil voorkomen dat
werknemers tegen hun zin langdurig op basis van tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever moeten werken.
Daarom komt hij bijvoorbeeld met het voorstel om werknemers met opeenvolgende tijdelijke contracten vanaf
1 juli 2015 eerder (na twee jaar in plaats van na drie jaar) aanspraak te geven op een vast contract.
Andere wetswijzigingen die de flexwerker meer zekerheid moeten geven gaan per 1 januari 2015 in. Dat gaat
dan bijvoorbeeld om een verbod op het overeenkomen van een proeftijd in een tijdelijk contract van 6 maanden
of korter, vergaande beperking van de mogelijkheid om een concurrentiebeding in een tijdelijk contract op te
nemen en beperking van de mogelijkheden om nuluren en min-maxcontracten overeen te komen.
Ontslagrecht
Met ingang van 1 juli 2015 wordt het ontslagrecht gewijzigd. De bedoeling is om het ontslagrecht eerlijker te
maken en meer te richten op het vinden van een nieuwe baan. De preventieve toetsing blijft bestaan, net als
de wettelijke bescherming van werknemers tegen ongerechtvaardigd ontslag. Het is de bedoeling dat een einde
wordt gemaakt aan de onrechtvaardige tweedeling, waarbij de ene werknemer met een gouden handdruk
wordt ontslagen en de ander zonder enige vergoeding op straat wordt gezet.
Transitievergoeding
Het is de bedoeling dat vanaf 1 juli 2015 alle werknemers, ook flexwerkers, na een dienstverband van ten
minste twee jaar recht te hebben op een wettelijk genormeerde vergoeding; de transitievergoeding. De hoogte
van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van het dienstverband en bedoeld ter compensatie van het
verliezen van het dienstverband en om het werknemers makkelijker te maken om naar een andere baan of een
ander beroep over te stappen.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
Aanzegtermijn
Wat houdt nu precies de aanzegtermijn in? Aanzeggen betekent dat u uw werknemer met een contract voor
bepaalde tijd tijdig moet laten weten of u het contract wel of niet verlengt. Het gaat hierbij om contracten van
minimaal 6 maanden die eindigen op een vooraf overeengekomen einddatum. U moet dan minimaal een maand
voordat het contract afloopt schriftelijk laat weten of u dit contract wilt verlengen en zo ja, onder welke
voorwaarden. U geeft hiermee invulling aan een stukje goed werkgeverschap en u creëert duidelijkheid.
De aanzegplicht geldt niet als het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft waarbij het einde niet op
een kalenderdatum is gesteld. Het gaat dan bijvoorbeeld om een arbeidsovereenkomst voor de duur van een
bepaald project of ter vervanging van een arbeidsongeschikte werknemer. Verder geldt de aanzegplicht ook niet
als het een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd betreft die is aangegaan voor minder dan zes maanden.
Ook als sprake is van een tweede of derde arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor minder dan zes maanden
geldt de aanzegplicht niet. Ten slotte geldt de aanzegplicht niet in geval van een uitzendovereenkomst waarin
een uitzendbeding is opgenomen.
Zegt u niet aan, dan bent u een boete verschuldigd van een all-in bruto maandsalaris, dan wel een pro rato deel
als u te laat aanzegt. Als u niet of te laat hebt aangezegd, heeft een werknemer op zijn beurt twee maanden de
tijd, gerekend vanaf het einde van het dienstverband, om een procedure bij de kantonrechter te starten om
aanzegvergoeding te claimen. Wacht de werknemer langer dan twee maanden, dan vervalt zijn recht op
aanzegvergoeding.
Ingangsdatum aanzegtermijn
De aanzegtermijn gaat in voor contracten die eindigen op of na 1 februari 2015. Dit betekent dat u voor
contracten die eindigen op 1 februari 2015 al moet aanzeggen op 31 december 2014 of liefst nog eerder. Ook al
is op dat moment dit onderdeel van de wet nog niet in werking getreden. In feite moet u dus al gaan anticiperen
op wat er gaat komen.
Zorg dat u inzichtelijk hebt welke contracten van minimaal 6 maanden eindigen op of na 1 februari 2015!
WW
De maximale duur van de publiek betaalde WW wordt vanaf 2016 geleidelijk teruggebracht, zodat die in 2019
niet meer 38 maanden maar 24 maanden is. Gekozen wordt voor een activerende aanpak, waarbij het doel is
om werklozen zo snel mogelijk weer uit de WW en aan het werk te helpen.
Onderstaand hebben wij het een en ander voor u op een rij gezet.
Per 1 januari 2015
 U mag geen proeftijd meer opnemen in een tijdelijk contract van zes maanden of korter.
 U mag alleen een concurrentiebeding opnemen in een tijdelijk contract als dit noodzakelijk is
vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen.
 Werknemers met een contract van zes maanden of langer moet u uiterlijk een maand van tevoren
schriftelijk laten weten of u het contract wel of niet gaat verlengen en zo ja, onder welke voorwaarden.

De regels voor de loondoorbetaling bij oproepkrachten worden strenger.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
Per 1 juli 2015
o De ketenbepaling wordt verkort. Een werknemer heeft straks al na twee jaar (of drie tijdelijke
contracten) recht op een vast dienstverband.
o Er komen twee vaste ontslagroutes die afhankelijk zijn van de reden van het ontslag. Voor ontslag
vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurend ziekteverzuim moet u straks bij het UWV zijn.
Voor ontslag vanwege persoonlijke redenen of een verstoorde arbeidsrelatie kunt u een
ontbindingsverzoek indienen bij de kantonrechter.
o U moet aan werknemers die uit dienst treden en een dienstverband van twee jaar of langer hebben
gehad een transitievergoeding betalen.
o Er komt een wettelijk scholingsrecht voor werknemers.
Per 1 januari 2016
De maximale duur van de WW-uitkering wordt geleidelijk verkort van 38 naar 24 maanden.
4) VAR-verklaring wordt Beschikking geen loonheffingen
De huidige VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) heeft zijn langste tijd gehad. De verklaring gaat verdwijnen en wordt
vervangen door de Beschikking geen loonheffingen. De aanvraag van een beschikking gaat straks via een
webmodule en opdrachtgevers worden medeverantwoordelijk voor de vraag of sprake is van een
dienstbetrekking.
Beschikking geen loonheffingen
Op dit moment zijn er vier verschillende VAR's:
1)
2)
3)
4)
VAR-loon
VAR-dga
VAR-row (resultaat uit overige werkzaamheden)
VAR-wuo (winst uit onderneming)
Alle vier de VAR's worden straks vervangen door één beschikking: de Beschikking geen loonheffingen. De
beschikking geeft een oordeel of de arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer kwalificeert als
dienstbetrekking. Zo ja, dan moet u als opdrachtgever dus loonbelasting en premies afdragen.
Webmodule
Voor het aanvragen van deze beschikking is een webmodule in ontwikkeling. Na het invullen van een aantal
vragen ziet de aanvrager direct hoe de Belastingdienst de ingevoerde gegevens over de arbeidsrelatie met een
opdrachtgever beoordeelt.
Het duurt nog minimaal enkele maanden voordat de Wet Beschikking geen loonheffingen definitief is. Tot die
tijd is de VAR voor 2014 ook nog in 2015 geldig. Maakt u gebruik van een VAR dan hoeft u geen nieuwe
aanvraag in te dienen, mits u hetzelfde werk onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden blijft doen.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
Medeverantwoordelijkheid
Op dit moment is de ondernemer (zzp'er) met een VAR-wuo volledig verantwoordelijk voor de juistheid van de
gegevens waarop de VAR is gebaseerd. Als opdrachtgever hoeft u niet te controleren of de Belastingdienst de
VAR-wuo wel op de goede gronden heeft afgegeven. U bent niet verantwoordelijk, maar dat gaat veranderen.
Met de Beschikking geen loonheffingen wordt u namelijk medeverantwoordelijk. U moet voordat u de opdracht
verstrekt, controleren of hetgeen op de beschikking staat ook klopt. Zo staat bijvoorbeeld op de beschikking
vermeld dat de opdrachtnemer zich mag laten vervangen voor de uitvoering van de werkzaamheden of dat hij
doorbetaald krijgt bij ziekte of verlof.
Punten die niet op de beschikking staan vermeld, hoeft u niet te controleren. Daarvoor is de opdrachtnemer
alleen verantwoordelijk. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag voor hoeveel opdrachtgevers de
opdrachtnemer werkt.
5) Belastingplan 2015: Ingrijpende aanpassing gebruikelijkloonregeling
Eén van de belangrijkste wetwijzigingen in 2015 is de verandering van de gebruikelijkloonregeling. Onder de
huidige regeling geldt de gebruikelijkloonregeling voor werknemers die arbeid verrichten ten behoeve van een
lichaam waarin zij of hun partner een aanmerkelijk belang hebben (het betreft hier kortgezegd de DGA). Voor
2015 geldt het volgende:
1. Aanpassing doelmatigheidsmarge
Voor het loon van de DGA geldt in beginsel een minimum van € 44.000. Indien een zakelijk loon hoger zou zijn
dan € 44.000 (2014), mag de doelmatigheidsmarge worden toegepast. De doelmatigheidsmarge houdt in dat
het loon voor de DGA 30% lager gesteld mag worden dan het bedrag dat een zakelijk loon zou vormen. De
doelmatigheidsmarge kan echter niet tot gevolg hebben dat het loon op een lager bedrag wordt gesteld dan €
44.000. Deze doelmatigheidsmarge van 30% wordt in het Belastingplan 2015 met ingang van 1 januari 2015
verlaagd naar 25%.
2. Meest vergelijkbare dienstbetrekking
Onder de huidige regeling wordt voor een zakelijk loon aangesloten bij het bedrag dat ter zake van ‘soortgelijke
dienstbetrekkingen’ waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt in het economische verkeer, gebruikelijk is.
‘Soortgelijke dienstbetrekking’ maakt plaats voor het begrip ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’ waarbij een
aanmerkelijk belang geen rol speelt. Het gaat hier gaat om de meest vergelijkbare dienstbetrekking die is
gevonden door de inhoudingsplichtige of de Belastingdienst en waarvan het loon bekend is of redelijkerwijs
geschat kan worden. De reden is dat een soortgelijke dienstbetrekking kan ontbreken, maar een meest
vergelijkbare dienstbetrekking bestaat altijd, hierdoor wordt het eenvoudiger een zakelijk loon vast te stellen.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
Nieuwe toetscriteria
Het gebruikelijk loon wordt ten minste wordt gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:
o
o
o
75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap;
€ 44.000.
Vervolgens heeft de inhoudingsplichtige de mogelijkheid om aannemelijk te maken dat het in aanmerking te
nemen loon op een lager bedrag moet worden gesteld. Dit kan als aannemelijk is dat het loon uit de meest
vergelijkbare dienstbetrekking lager is. Voor zover het loon met deze tegenbewijsmogelijkheid niet onder de
€ 44.000 zakt, mag de inhoudingsplichtige rekening houden met de doelmatigheidsmarge.
Afspraken/overgangsregime
Als reeds afspraken zijn gemaakt met de belastingdienst over het gebruikelijk loon, dan geldt het volgende:


Afspraken waarbij een gebruikelijk loon gelijk aan of lager dan het standaardbedrag is afgesproken,
worden niet collectief opgezegd.
Afspraken waarbij een hoger loon is afgestemd dan het gebruikelijk loon worden wel opgezegd.
Voor afspraken die worden opgezegd mag de inhoudingsplichtige de afspraak blijven toepassen mits het
afgesproken loon wordt verhoogd tot 75/70e van het loon in 2014 en de feiten en omstandigheden gelijk
blijven. Een nieuwe afspraak is pas nodig wanneer de inspecteur of de inhoudingsplichtige contact opneemt
voor het maken van een nieuwe afspraak of wanneer de geldigheidsduur van de oorspronkelijke afspraak
verlopen is. Als een inhoudingsplichtige de 75/70-fictie toepast gedurende de looptijd van de opgezegde
afspraak, en de inspecteur geen contact heeft opgenomen en de feiten en omstandigheden gelijk blijven, zal de
inspecteur het loon niet corrigeren.
Inhoudingsplichtigen zonder afspraak en inhoudingsplichtigen die geen gebruik willen maken van de 75/70-fictie
moeten zelf de nieuwe gebruikelijkloonregeling toepassen. Onder de nieuwe gebruikelijkloonregeling zal het in
veel gevallen voor de hand liggen dat voor bedragen boven € 44.000 een verhoging tot 75/70e plaatsvindt,
omdat de doelmatigheidsmarge volledig is toegepast. Voor inhoudingsplichtigen zonder afspraak of
inhoudingsplichtigen met opgezegde afspraken die ervoor kiezen de 75/70-fictie niet toe te passen, zijn de
reguliere mogelijkheden voor de inspecteur met betrekking tot het corrigeren van de hoogte van het in
aanmerking te nemen loon van toepassing. Het kan een signaal zijn voor de Belastingdienst als geen verhoging
plaatsvindt.
Afroommethode
Als de opbrengsten van een BV nagenoeg geheel het gevolg zijn van de werkzaamheden van alleen de directeurgrootaandeelhouder dan geldt de afroommethode. Dit houdt in dat het gebruikelijk loon wordt gesteld op
zeventig procent van de omzet (min kosten en lasten) van de BV waarin de beroepsbeoefenaar directeurgrootaandeelhouder is.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
6) Nieuwe verlofregels goedgekeurd door de Tweede Kamer
Het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden is goedgekeurd door de Tweede Kamer.
Als ook de Eerste Kamer ermee instemt, veranderen de regels voor vier soorten verlof.
Hieronder vindt u de belangrijkste wijzigingen aan de Wet arbeid en zorg (WAZO) op een rijtje. Wanneer de
regels van kracht worden, staat nog niet vast, maar de verwachting is dat dit in 2015 gebeurd.
Ouderschapsverlof
o Hoewel werknemers nu nog minimaal een jaar in dienst moeten zijn voor zij het recht krijgen om
ouderschapsverlof aan te vragen, mogen ze dat straks meteen.
o Werknemers mogen straks zelf bepalen hoe zij het ouderschapsverlof willen opnemen. Ze mogen dus
ook voor meer dan 50% van de wekelijkse arbeidsduur ouderschapsverlof opnemen en het verlof straks
in meer dan zes perioden opdelen. Dat kan nu ook al, maar alleen als de werkgever dat goedkeurt.
Zorgverlof
o Werknemers mogen straks voor meer personen kortdurend en langdurend zorgverlof opnemen dan nu.
Ze hebben dan ook recht op zorgverlof als ze zorgen voor een zieke broer, zus, grootouder, kleinkind,
huisgenoot of iemand anders in hun naaste omgeving.
o Nu mogen werknemers alleen langdurend zorgverlof opnemen voor zorg in verband met een
levensbedreigende ziekte. Straks mag dat ook voor noodzakelijke zorg bij ziekte of hulpbehoevendheid.
o Werknemers mogen straks zelf bepalen hoe zij het langdurend zorgverlof willen spreiden. Volgens de
huidige regels kan een werknemer voor een periode van 12 aaneengesloten weken maximaal de helft
van zijn arbeidsduur per week aan langdurend zorgverlof opnemen. Die beperking geldt straks niet
meer.
Bevallingsverlof
o Werkneemsters krijgen het recht om hun bevallingsverlof flexibel op te nemen. Ze hoeven dan vanaf zes
weken na de bevalling niet meer voltijdverlof op te nemen, maar kunnen voor een langere periode
deeltijdverlof aanvragen. De totale duur van het verlof blijft hetzelfde.
o Werkneemsters die bevallen zijn van een meerling, krijgen vier weken extra bevallingsverlof.
o Werkneemsters van wie het kind tijdens het bevallingsverlof in het ziekenhuis moet blijven
(bijvoorbeeld door vroeggeboorte), krijgen recht op een langere periode bevallingsverlof. Het
uitgangspunt is dat moeder en kind tien weken samen thuis moeten kunnen doorbrengen, voordat de
moeder weer aan het werk moet.
Kraamverlof
o Vaders (of partners) krijgen recht op drie extra dagen verlof na de geboorte van een kind. Deze drie
(onbetaalde) dagen zijn een voorschot op het ouderschapsverlof.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
7) Wet flexibel werken door de Tweede Kamer
De Tweede Kamer is akkoord gegaan met het initiatiefwetsvoorstel Flexibel werken. Hierdoor kunnen
werknemers straks een verzoek indienen bij hun werkgever voor andere werktijden en een andere werkplaats.
U mag zo’n verzoek niet zomaar afwijzen.
De wet moet de rechtspositie van werknemers voor flexibel werken versterken. Hoewel werknemers niet het
wettelijk recht krijgen om op andere tijden of bijvoorbeeld thuis te werken, kunnen ze hiervoor wel een verzoek
indienen. U mag een verzoek om op andere tijden te werken afwijzen als u een zwaarwegend bedrijfsbelang
heeft. Voor het afwijzen van een verzoek om thuis te werken, heeft u geen zwaarwegend bedrijfsbelang nodig,
maar u moet de afwijzing wel kunnen onderbouwen.
Kritiek vanuit Tweede Kamer op wetsvoorstel
De aanname van het wetsvoorstel Flexibel werken heeft even geduurd. Het werd al in 2010 geschreven, maar
de Tweede Kamer was kritisch over de nieuwe wet. De Tweede Kamer wilde onder meer duidelijkheid over de
definitie van een zwaarwegend bedrijfsbelang. Er blijkt sprake te zijn van een zwaarwegend bedrijfsbelang als de
nieuwe werktijden de veiligheid in gevaar brengen of als ze zorgen voor financiële, organisatorische of
roostertechnische problemen in uw organisatie.
Eerste Kamer moet Wet flexibel werken nog beoordelen
De Tweede Kamer is ook akkoord gegaan met de aanpassingen in de Wet arbeid en zorg (WAZO) en de Wet
aanpassing arbeidsduur (WAA). Deze aanpassingen behoren tot het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor
verlof en arbeidstijden waar het wetsvoorstel Flexibel werken in samenhang mee wordt behandeld. De wetten
gaan nu langs de Eerste Kamer. Het is nog onduidelijk wanneer ze in werking treden.
8) Nieuwe regels voor aanpassen arbeidsduur
Tevens is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en
arbeidstijden. Naast de verlofregels veranderen hierdoor ook de regels voor het aanpassen van de arbeidsduur.
De Eerste Kamer moet nog wel met de maatregelen instemmen.
Door de wijziging van de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA) krijgen werknemers straks meer mogelijkheden om
flexibel met hun arbeidsduur om te gaan. Zo kan een werknemer straks één keer per jaar een verzoek indienen
om zijn contractuele arbeidsduur aan te passen. Nu kan dat nog één keer in de twee jaar. U mag zo’n verzoek
alleen weigeren als u hiervoor zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen heeft. Dit is bijvoorbeeld het geval als
een werknemer meer uren wil werken en u onvoldoende werk voorhanden heeft.
Arbeidsduur aanpassen bij onvoorziene omstandigheden
Daarnaast krijgt een werknemer - buiten deze één keer per jaar - ook bij onvoorziene omstandigheden het recht
om zijn arbeidsduur aan te passen. Hij hoeft zo’n verzoek dan niet meer vier maanden van te voren in te dienen,
zoals nu het geval is. Van onvoorziene omstandigheden is bijvoorbeeld sprake als een ouder van de werknemer
plotseling hulpbehoevend wordt en de werknemer hierdoor tijdelijk minder wil werken.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
9) Klaar voor de werkkostenregeling (WKR)
Nu uw onderneming per 1 januari 2015 moet zijn overgestapt op de werkkostenregeling, is het essentieel dat
het salarispakket daar óók klaar voor is. Ons personeel- en salaris pakket loket.nl is hier helemaal klaar voor. Zo
moet u op de één of andere manier onderscheid kunnen maken tussen gerichte vrijstellingen, nihilwaarderingen
en de kosten die ten laste van de vrije ruimte komen. Voor uw onderneming is het handig om in de loop van het
jaar telkens inzicht te hebben in de vrije ruimte of de overschrijding daarvan.
Werknemergebonden kosten in de boekhouding
Een deel van de personeelskosten is werknemergebonden en zal dan ook direct worden vastgelegd binnen de
salarisadministratie. Maar als uw onderneming een personeelsfeest organiseert of een kerstpakket verstrekt
aan de werknemers, zullen deze kosten worden geboekt in de boekhouding. Door ze óók vast te leggen in ons
personeel- en salaris pakket loket.nl kan vanuit één systeem de vrije ruimte worden berekend.
Werkgeverslasten van de verschillende keuzes doorrekenen
Een interessante optie binnen personeel- en salaris pakket loket.nl is de mogelijkheid om de werkgeverslasten
van verschillende keuzes door te rekenen. Zo kan steeds worden bepaald of het verstandig is om bepaalde
kosten onder de werkkostenregeling te laten vallen of bijvoorbeeld tot het nettoloon van de werknemer te
rekenen. De kosten moeten dan tot een brutoloon worden herleid, maar het kan wel eens voordeliger zijn dan
de 80% eindheffing die uw onderneming moet betalen bij overschrijding van het forfait van de
werkkostenregeling.
10) Top 3 – Meest gestelde vragen werkkostenregeling (WKR)
Wij hebben voor u een top 3 gemaakt van de meest gestelde vragen over de behandeling van vergoedingen en
verstrekkingen onder de werkkostenregeling.
Vallen geschenken bij bijzondere gebeurtenissen, zoals ziekte of jubilea, onder het loon van mijn
werknemers?
Geschenken aan werknemers behoren in beginsel tot het loon. De vergoeding of verstrekking wordt immers in
het kader van de dienstbetrekking gegeven. Onder de werkkostenregeling kunt u ervoor kiezen om de waarde
van het geschenk als eindheffingsloon onder te brengen in de vrije ruimte van 1,5% in 2014 en 1,2% vanaf 2015
van de fiscale loonsom.
U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld:
o
o
o
de bos bloemen die u aan uw secretaresse geeft op secretaressedag;
het geschenk dat u geeft ten behoeve van het 25-jarig jubileum van uw werknemer;
het kerstgeschenk dat u jaarlijks met kerst aan uw werknemers geeft.
€ 25-regeling
Onder de werkkostenregeling (WKR) is de € 25-regeling geïntroduceerd. De € 25-regeling houdt in dat een
geschenk aan uw werknemer in ieder geval geen loon is als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
o
o
u een persoonlijke attentie geeft in situaties waarin ook ander zo’n attentie zouden geven;
u geen geld of een waardebon geeft en de factuurwaarde (inclusief btw) van de attentie maximaal € 25
bedraagt.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.
Bij situaties waarin ook anderen zo’n attentie zouden geven, kan worden gedacht aan een verjaardag, geboorte,
huwelijk, ziekte en dergelijke. Geschenken, die aan deze voorwaarden voldoen, komen niet ten laste van uw
vrije ruimte.
De € 25-regeling geeft alleen aan wanneer een persoonlijke attentie in ieder geval geen loon is. Het staat u vrij
aannemelijk te maken dat een persoonlijke attentie, die niet aan deze voorwaarden voldoet, desalniettemin
geen loon is. U zult dan aannemelijk moeten maken dat u de attentie eerder op grond van een persoonlijke
relatie geeft, bijvoorbeeld uit wellevendheid, sympathie of piëteit, en niet zozeer als werkgever. Denk
bijvoorbeeld aan de bekende fruitmand voor de zieke werknemer of de rouwkrans in geval van overlijden van
de werknemer of diens partner.
Hoe moet ik omgaan met personeelsfeesten en dergelijke voor mijn werknemers?
Als u een personeelsfeest voor uw werknemers organiseert is dat onder de werkkostenregeling afhankelijk van
de locatie. Voor een feest op de werkplek zijn de consumpties onbelast. Dat geldt ook voor deelnemende
werknemers van andere vestigingen, locaties en kantoren. Feesten op externe locaties en vergoedingen voor
personeelsfeesten zijn loon van de werknemers die u in de vrije ruimte kunt onderbrengen. Dezelfde regeling is
van toepassing op Sinterklaasfeesten. Wanneer u bij die gelegenheid echter een cadeau geeft aan de kinderen
van uw werknemers dan is dat loon dat in de vrije ruimte valt.
Hoe zit het met de onderbouwing van de vaste kostenvergoeding
Wanneer u een vaste kostenvergoeding verstrekt die niet is onderbouwd, dan komt het volledige bedrag van de
vergoeding ten laste van uw vrije ruimte van 1,5% in 2014 en 1,2% van het jaar 2015. Het is daarom raadzaam
om een kostenonderzoek te laten uitvoeren door uw medewerkers. Immers, wanneer een vaste
kostenvergoeding door een adequaat kostenonderzoek is onderbouwd naar aard en veronderstelde omvang,
dan kunnen bepaalde elementen uit de vaste kostenvergoeding buiten uw vrije ruimte blijven. Denk hierbij aan
intermediaire kosten (bijvoorbeeld parkeerkosten bij een auto van de zaak) en kosten waarvoor een gerichte
vrijstelling is opgenomen (bijvoorbeeld consumpties onderweg naar een klant). Op deze manier houdt u meer
ruimte over voor andere belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel.
Heeft u naar aanleiding van deze memo nog vragen of wilt u een persoonlijk
gesprek, neem dan contact op met onze salarisafdeling of R. (Raymond) Dortwegtvan der Eijk, Hoofd Salarisadministratie.
E-mail: salarisafdeling:
[email protected]
E-mail: Raymond-Dortwegt-van der Eijk [email protected]
Telefoon: 010 278 11 00
Disclaimer:
Bij het samenstellen van deze memo hebben wij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Onze wetgeving - en regelgeving is echter
regelmatig aan verandering onderhevig, terwijl het civiele en fiscale recht enorm gecompliceerd zijn. HLB Den Hartog kan daarom geen enkele
verantwoordelijkheid aanvaarden voor de gevolgen van de acties die u onderneemt naar aanleiding van deze memo.
www.hlb-denhartog.nl
HLB Den Hartog is a member of HLB International. A world-wide network of independent accounting firms and business advisers.